Tag archieven: Vlaamse schrijver

Louis Van Dievel – De dokter is uw kameraad niet

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet recensie en informatie over de inhoud deze nieuwe roman. Op 29 mei 2020 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De dokter is uw kameraad niet, Uit het leven van Guust Van Mol. Het boek is geschreven doorLouis Van Dievel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe roman van de Belgische schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet Recensie

De dokter is uw kameraad niet

Uit het leven van Guust Van Mol

  • Schrijver: Louis Van Dievel (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman, biografische roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 29 mei 2020
  • Omvang:
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de nieuwe roman van Louis Van Dievel

Guust Van Mol – een pseudoniem – is al op jonge leeftijd een fanatieke maoïst bij Amada, de voorloper van de PVDA. Op aanraden van de enig zaligmakende marxistisch-leninistische partij breekt hij zijn universitaire studies af om in een fabriek te gaan werken. “Proletariseren’ heet dat in het begin van de jaren zeventig. Guust werkt in een asbestbedrijf, delft naar kolen en rijdt met de tram. Elke vrije minuut steekt hij in de opbouw van de revolutionaire partij. Zeer tegen de zin van zijn kameraden gaat hij op latere leeftijd geneeskunde studeren. Hij breekt met de partij na een ontnuchterende studiereis naar China. Van Mol wordt huisarts in Turnhout en veroorzaakt daar reuring. Hij wordt actief bij de Sp.a, schopt het zelfs tot Vlaams parlementslid, maar verlaat uiteindelijk ontgoocheld de partijpolitiek. Hij zoekt asiel in Rotterdam, waar hij tien jaar lang huisarts is in een achterstandswijk. Hij maakt er kennis met de boeken van de oerconservatieve arts en denker Theodore Dalrymple. Alles waar Guust ooit in geloofde, besluit hij, berust op een leugen. Je helpt mensen niet door solidair te zijn.

Bijpassende boeken en informatie

Dirk Speelman – Rode nevel

Dirk Speelman Rode nevel recensie en informatie van deze dystopische sf-thriller die zich afspeelt in Brazilië. Op 17 maart 2020 verschijnt bij Uitgeverij Manteau de eerste thriller van de Vlaamse schrijver Dirk Speelman.

Dirk Speelman Rode nevel Recensie

Een literaire sf-thriller zoals Rode nevel op de omslag wordt omschreven is niet echt een aanbeveling om het boek te gaan lezen. De combinatie science-fiction en thriller is nog tot daar aan toe, maar dan dan ook nog eens het label literair toevoegen is ambitieus en overdreven. Het weerhield mij er zelfs een beetje van om het boek te gaan lezen.

Uiteindelijk toch Rode nevel ter hand genomen. En gelukkig viel de thriller, want dat is het, niet tegen. Dirk Speelman situeert zijn plot in 2054. Grote delen van de aarde gaan gebukt onder de gevolgen van klimaatverandering en de maatschappij is in verval. Echter in het binnenland van Brazilië heeft een miljardair een soort van utopische maatschappij opgebouwd van bedrijven en onderzoeksinstituten, Space Valley, die zich bezig houdt met ruimtevaart.

Dirk Speelman Rode nevel Recensie001Boek-Bestellen

Op de campus van de universiteit die het hart vormt van Space Valley, sterft een excentrieke vrouw tijdens een optreden op het open podium in een van de studentenkroegen. Politie-inspecteur Ana Diaz onderzoekt de dood. De oorzaak van de dood van de vrouw is haar niet duidelijk. Maar krachten van hogerhand proberen haar te sturen en te weerhouden verder onderzoek te doen.

Drugshandel, machtsmisbruik en moordpartijen in een spannende toekomstthriller

Dit is het begin van een spannende zoektocht waarbij Diaz stuit op de werkelijke intentie van de mensen achter Space Valley en hun verre van zuivere intenties. Drugshandel, machtsmisbruik en moordpartijen blijken hiervan onderdeel uit te maken. Speelman is erin geslaagd om een spannende thriller te schrijven met hier en daar science fiction-achtige elementen. Goed dat deze elementen in beperkte mate aanwezig zijn. Hij kiest ervoor om de Space Valley realistisch te houden en er geen al te futuristische wereld van te maken. De nadruk ligt op het oplossen van misdrijven en dat is een goede keuze. Rode nevel is een prima thrillerdebuut dat gewaardeerd is met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Rode nevel

  • Schrijver: Dirk Speelman (België)
  • Soort boek: SF-thriller, dystopische thriller
  • Uitgever: Manteau
  • Verschijnt: 17 maart 2020
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van het debuut van Dirk Speelman

2054. Global climate disruption is een onmiskenbare grauwe realiteit geworden. De vraag is niet meer of we de strijd tegen het op hol geslagen klimaat zullen verliezen, de vraag is wanneer.

Terwijl zowat de hele wereld op deze nieuwe werkelijkheid met verslagenheid en gelatenheid reageert, timmert in Brazilië een visionair ondernemer aan een nieuwe toekomst voor de mensheid. Een toekomst die, als het van hem afhangt, niet op onze aarde zal liggen. Daar waar enkele jaren geleden alleen nog Braziliaanse wildernis lag, wordt nu in recordtempo gebouwd aan Space Valley, een kilometerslange aaneenschakeling van nieuwe bedrijven en onderzoekscentra, opgetrokken rond één centraal thema: ruimtevaart.

Wanneer een jonge vrouw in onduidelijke omstandigheden overlijdt op de campus van het IISS, begint voor inspecteur Ana Diaz een moeizame zoektocht naar de waarheid.

Bijpassende Boeken en Informatie

Koen Paes – De afdeling

Koen Paes De afdeling recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Vlaamse roman. Op 19 mei 2020 verschijnt bij Uitgeverij Lannoo de eerste roman van de Vlaamse fysicus en schrijver Koen Paes.

Koen Paes De afdeling Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de debuutroman De afdeling. Het boek is  geschreven door Koen Paes. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de eerste roman van de Belgische schrijver Koen Paes.

Koen Paes De afdeling Recensie

De afdaling

  • Schrijver: Koen Paes (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Lannoo
  • Verschijnt: 19 mei 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de roman van Koen Paes

Nick en Emerald besluiten om hun dagelijkse beslommeringen achter zich te laten en een uitdagende fietstocht door Frankrijk te ondernemen. Maar wat begint als een idyllische roadtrip van twee goede vrienden richting de mistige toppen van de Pyreneeën, verandert stilaan in een afdaling naar een duister verleden.

Gaandeweg wordt de trip grimmiger, vooral wanneer een van de twee in een dronken bui een gruwelijk geheim deelt…

Bijpassende boeken en informatie

Dimitri Bontenakel – De berenrug

Dimitri Bontenakel De berenrug recensie en informatie over de inhoud van deze dystopische roman. Op 6 april 2020 verschijnt bij Uitgeverij Wereldbibliotheek de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Dimitri Bontenakel.

Dimitri Bontenakel De berenrug Recensie en Informatie

De Vlaamse schrijver Dimitri Bontenakel heeft zich deze keer gestort op een historische roman met een dystopisch karakter. Eind 19e eeuw, een fictief eiland in de noordelijke Atlantische Oceaan is behoorlijk in verval geraakt. Bomen zijn inmiddels allemaal verdwenen en het kost de bewoners de grootste moeite om  op een goede manier in leven te blijven sinds rampspoed over het eiland is gegaan.

Door de gevaarlijke ligging doet al een  meer dan een decennium geen schip het eiland meer aan. Kinderen worden er niet meer geboren en de laatste nieuwkomers zijn twee Vlaamse broers die als schipbreukeling tien jaar eerder op het eiland terechtkwamen.

De jongste van de twee broers leeft in zichzelf gekeerd op een afgelegen deel van het eiland waar hij droomt en werkt aan zijn vertrek. Op een ander deel van het eiland beheert de andere broer de vuurtoren. Hij is getrouwd met een vrouw van het eiland die inmiddels door een traumatische gebeurtenis buiten zinnen is geraakt.

Bovendien is hij stiefvader van Ellie de dochter van zijn vrouw. Ellie is lerares van de enige school waar nog een handvol kinderen les krijgt. Haar verlangen is om ook te ontsnappen aan de benauwende eilandgemeenschap die zich steeds extremer gaat gedragen met alle gevolgen van dien. Ze vindt uiteindelijk in de jongste van de schipbreukelingen een persoon die haar verlangen om weg te gaan deelt. Samen werken ze aan het vertrek. Echter dit stel Ellie voor ingrijpende keuzes.

Dimitri Bontenakel De berenrug Recensie001Boek-Bestellen

Dimitri Bontenakel is erin geslaagd om een boeiende roman te schrijven over een gemeenschap in verval op een fictief eiland gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan. De beklemming, de steeds verder oplopende spanningen en de onmogelijkheden om te ontsnappen brengt hij op overtuigende wijze over het voetlicht.

Boeiende en beklemmende historische roman over een eilandgemeenschap in verval

In De berenrug is een schrijver aan het woord die goed grip heeft op zijn verhaal. Langzaam maar zeker kruipen de lotgevallen van de hoofdpersonen de lezer onder de huid om uiteindelijk te eindigen in een overtuigende apotheose. Het is een roman met een thrillerachtige opbouw die zich goed zou lenen voor een verfilming. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

De berenrug

  • Schrijver: Dimitri Bontenakel (België)
  • Soort boek: dystopische roman, historische roman
  • Uitgever: Wereldbibliotheek
  • Verschijnt: 6 april 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Dimitri Bontenakel

Wat weegt zwaarder, het eigen geluk of de zorg voor anderen? Eind negentiende eeuw. Een natuurramp verwoest een afgelegen eiland diep in de Noord-Atlantische wateren. De bomen sterven af, oogsten mislukken, de vrouwen baren geen kinderen meer. In de steek gelaten door de rest van de wereld zijn de eilandbewoners op zichzelf aangewezen. De jonge Ellie voert haar eigen strijd. Haar stiefvader wil dat ze samen met hem de vuurtoren gaat bemannen terwijl de zoon van de eilanddokter haar als zijn toekomstige bruid ziet. Maar zij droomt zelf van een leven ver weg van het eiland.

Twee schipbreukelingen zetten de verhoudingen tussen de eilanders op scherp. Hoeveel regels zal de pastoor nog uitvaardigen om de gemeenschap aan zich te binden? Wat bezielde de schoolmeester om zijn huis op klaarlichte dag in brand te steken? Waarom stortte een kind zich van het klif? Het versterkt Ellie’s vastbeslotenheid aan het eiland te ontsnappen. Ze vindt een onverwachte bondgenoot. Maar wanneer haar droom werkelijkheid kan worden, moet ze een keuze maken.

Bijpassende Boeken en Informatie

Erwin Mortier – De onbevlekte

Erwin Mortier De onbevlekte recensie waardering en informatie over de inhoud van de roman. Op 2 april 2020 verschijnt de nieuwe roman van Erwin Mortier – De onbevlekte bij Uitgeverij De Bezige Bij.

Erwin Mortier De onbevlekte Recensie en informatie

Nadat de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina de Erwin Mortier De onbevlekte recensie en waardering lezen. We besteden ook aandacht aan de recensie en waardering van andere. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden optgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de nieuwe roman van Erwin Mortier – De onbevlekte.

Erwin Mortier De onbevlekte Recensie

De onbevlekte

Flaptekst van de nieuwe roman van Erwin Mortier

In De onbevlekte keert Erwin Mortier terug naar huis in een laatste poging het verzwegen verleden te doorbreken en uit te vinden waarom hij de naam draagt van zijn aan het oostfront gestorven grootoom. Mortiers vervolg op zijn veelgeprezen en prijswinnende debuutroman Marcel is andermaal een donkerl familieverhaal, waarin de Vlaamse klei nietsontziend wordt omgewoeld om het duistere verleden aan het licht te brengen.

Dit doet Mortier op weergaloze wijze, in zijn verfijnde, suggestieve stijl, waarin geen woord, geen letter, geen komma op de verkeerde plek staat en het wemelt van de trefzekere beelden. Met deze langverwachte, nieuwe roman over de complexiteit van het liefhebben bevestigt Erwin Mortier eens te meer tot de absolute topklasse van de Nederlandstalige literatuur te behoren.

Bijpassende Boeken en Informatie

Chris de Stoop – Het boek Daniel

Chris De Stoop Het boek Daniel recensie en informatie over de inhoud van dit nieuwe boek. Op september  2020 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek van de Vlaamse journalist en schrijver Chris De Stoop.

Chris De Stoop Het boek Daniel Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Het boek Daniel, geschreven door Chris De Stoop. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van Chris De Stoop.

Chris de Stoop Het boek Daniel Recensie001Boek-Bestellen

Het boek Daniel

  • Schrijver: Chris De Stoop (België)
  • Soort boek: non-fictie, true crime boek
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: september 2020
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van het nieuwe boek van Chris de Stoop

In een uithoek van het land, waar het platteland nog enigszin standhoudt, brandt de oude vierkantshoeve van oom Daniel af. In het puin wordt het lijk van de bejaarde boer aangetroffen. In de daaropvolgende weken wordt een jeugdbende uit hetzelfde dorp opgerold, die ervan verdacht wordt Daniel vermoord te hebben.

De Stoop, geschokt door de dood van zijn oom, pleit zelf namens de familie in de rechtszaak. Na het proces gaat hij nog een stapje verder: hij gaat de confrontatie aan met de jonge daders. In Het boek Daniel vertelt hij op aangrijpende wijze hoe twee verschillende werelden samenkomen. Hij zoekt gerechtigheid voor een oude boer voor wie niemand nog wil opkomen, maar ontrafelt ook wat er broeit in hangjongeren die schijt hebben aan alles en iedereen.

Bijpassende boeken en informatie

Chris Ceustermans – J.M.H. Berckmans Biografie

Chris Ceustermans J.M.H. Berckmans Biografie Schrijven in de grauwzone recensie en informatie over de inhoud van het boek. In 2018 verscheen bij Uitgeverij Vrijdag de biografie van J.M.H. Berckmans, geschreven door Chris Ceustermans.

Chris Ceustermans J.M.H. Berckmans Biografie Schrijven in de grauwzone Recensie

Chris Ceustermans J.M.H. Berckmans Biografie Schrijven in de grauwzone Recensie

Geschreven door: Tim Donker

Daar, in mijn boekenkast, staan ze zich te verdringen. Mijn literaire helden. Jacq Vogelaar. Sybren Polet. Mark Insingel. Bert Schierbeek. Pjeroo Robjee. David Markson. Samuel Beckett. C.C. Krijgelmans. Raymond Queneau. Ivo Michiels. Nathalie Sarraute. Daniël Robberechts. Daniil Charms. Louis Paul Boon. Gerrit Krol. Marcel van Maele. Wouter Godijn. Gust Gils. Arno Schmidt. J.M.H. Berckmans. Literaire helden zijn er in allerlei vormen en in allerlei formaten, maar er is geen literaire held te bekenken voor wiens werk mijn voorliefde zo totaal en compleet is als het geval is bij J.M.H. Berckmans.

Berckmans. Jean-Marie. De enige schrijver wiens werk ik compleet heb, of liever gezegd had: enkele van zijn boeken deed ik ooit cadeau aan iemand die ik zo innig lief had, dat ik geen betere manier wist om mijn liefde voor haar uit te drukken dan de schenking van het mooiste uit mijn boekenkast – de beste boeken die Berckmans geschreven heeft. En ik mis een biotoop, maar één naar het schijnt al dacht ik dat ik er meerdere miste. Maar daarover later meer. Ik heb zelfs die Perverted by Desire-cd waar hij op te horen is. En zijn verslag van de dag dat The Mekons naar Antwerpen kwamen al heb ik dat dan ook weer niet compleet want ik heb slechts één van de twee (of drie? vier?) Gonzo’s waar het in staat.

In 2018 verschenen maar pas vrij onlangs door mij opgemerkt: Schrijven in de Grauwzone, een biografie van J.M.H. Berckmans door Chris Ceustermans. Bij Uitgeverij Vrijdag. Die met iemand als Louis van Dievel ook al veel schoons in handen hebben, en misschien wel met meer ook, ik weet het niet; er gaan dagen voorbij dat ik de prospecta van Uitgeverij Vrijdag niet bestudeer – vandaag ook dat ik deze biografie pas dit jaar opmerkte en niet eerder. Ik lees eigenlijk zelden biografieën. Van mijn kinderen kreeg ik voor vaderdag de biografie van Luc de Vos en die heb ik met smaak gelezen. Ik moest wel wat overwinnen toen ik zag dat die geschreven was Leon Verdonschot want dat was toch die man met dat gezellige accent en die gezellige glimlach die net iets te vaak in net iets te gezellige televisieprogramma’s net iets te gezellig kwam praten over net iets te gezellige muziek? Maar ik moet toegeven: Verdonschot weet daar in die biografie een straf staaltje schrijfstijl neer te zetten.

Maar op gespannen voet blijf ik staan met het medium biografie. Als iemand me niet interesseert, hoef ik ook niets te weten over zijn leven. En als iemand met wel interesseert, weet ik beter zo weinig mogelijk over zijn leven. Wat je over iemand denkt te weten is immers altijd beter dan te weten wat je helemaal niet weten wil. Laat de werken spreken. De rest moet zwijgen.

Maar Schrijven in de Grauwzone – ja, dat moest ik lezen. Dan dienen zich twee vragen aan. Waarom? En: wanneer is het begonnen? De waarom-vraag beantwoordt Ceustermans zelf reeds op bladzijde tien van de biografie. “De wisselwerking tussen leven en schrijven in kaart brengen, lijkt mij de enige bestaansreden van een schrijversbiografie.”, schrijft hij en dat is het hem nu net. Het is ook de reden waarom ik normaal dus nóóit iemand biografie wil lezen. Dat dat bij Berckmans wel zo is, wortelt in het wanneer.

En eigenlijk is er twee keer een wanneer in mijn verhouding ten opzichte van J.M.H. Berckmans. Het eerste wanneer kan ergens op het eind van de jaren negentig van de vorige eeuw gevonden worden. Ik studeerde nog in die jaren. In ergens een De Slegte had ik een boekje gevonden. Een bloemlezing. Met proza en poëzie van –ik geloof-  voornamelijk Vlaamse schrijvers. Ik heb het boekje niet meer, ik moet mijn geheugen in dezen laten spreken. Als ik mij niet vergis was de titel van dat boekje Aan iedere spijker een regel. Er stonden twee stukken van Berckmans in. Ze werden gepresenteerd als prozagedichten, maar daarover is discussie mogelijk. Nogmaals, vanuit het geheugen: het waren, denk ik, Twee mannen bij een raam uit Bericht uit Klein Konstantinopel en Als ze je zullen komen vragen hoe het gesteld en gelegen is met onze liefde uit Taxi naar de Boerhaavestraat. Ik las het in de trein van mijn huis naar daar waar ik geacht werd college te volgen. Het maakte diepe, zeer diepe indruk op mij. Er was iets gezaaid dat nooit meer uit mij weg zou gaan.

Een rabiate zoektocht naar alles wat Berckmans ooit geschreven had, begon

Een rabiate zoektocht naar alles wat Berckmans ooit geschreven had, begon. Taxi naar de Boerhaavestraat was het eerste dat ik vond. In een boekwinkel in Eindhoven. Mijn vader stond erbij, hij zag me verwoed bladeren en hele passages lezen. Hij kocht het boek voor mij. Dat was opmerkelijk. Mijn vader was niet echt een gulle man. Ik kreeg bijna nooit iets van hem. Het was zo opmerkelijk dat ik zelfs in het boek schreef dat ik het van hem gekregen had. Taxi naar de Boerhaavestraat is zeker niet het beste dat Berckmans geschreven heeft. Dat weet ik nu, nu ik van een voltooid oeuvre kan terugkijken. Maar ook toen was er een licht gevoel van teleurstelling. Een tekst begon met de zin “Harry zat net heel intiem te schijten op zijn schijthuis toen er plots gebeld werd.”, en dat vond ik pure Bukowksi. Hoewel ik me in die tijd nog positief verhield tot het werk van Bukowski, sloeg ik Berckmans toch hoger aan dan dat. Niettemin bleef de zoektocht gaande. Daarbij vooral winkels in tweedehands boeken afschuimend. In die jaren was er in elke (middel)grote stad gelukkig nog een De Slegte. Ook geraakte ik tijdens een Vers voor de Pers dag in gesprek met Vic van der Reijt. Toen ik de naam Berckmans noemde, ontstond er een lang, geanimeerd gesprek dat nog enkele mailtjes en telefoontjes tot gevolg had. Van Der Reijt (zonder enige twijfel één van de sympathiekste mensen die ik ooit ontmoet heb) liet Harold Polis me alles toe sturen wat die nog van Berckmans had liggen maar daar kwam om één of andere rare reden alleen Vergeet niet wat de zevenslaper zei uit naar voren. Toch had ik vrij snel het meeste van wat Berckmans tot dan toe geschreven had compleet. Vooral Het zomert in Barakstad, Bericht uit Klein Konstantinopel, Ontbijt in het vilbeluik en Slecht nieuws voor Doctor Paf de Pierennaaier, Pandemonium in de Grauwzone maakten waarlijk onuitwisbare indruk (die laatste drie titels zijn ook nu nog wat mij betreft zijn drie allerbeste werken). Het maakte dat ik ook schrijven wilde, of liever: dat ik met wat ik al schreef naar buiten wilde treden omdat ik alles wat ik zag, voelde, dacht, las, luisterde van daken wilde gaan schreeuwen. Met een voormalig huisgenoot richtte ik een blad op dat we zelf vol schreven. Kraakpen noemden we het, naar een gedicht dat ik in die tijd schreef. Het stond voor zoveel willen schrijven dat je pen je gedachten niet kan bijhouden, begint te kraken en uiteindelijk breekt. Veel mensen plaatsen Kraakpen later in de krakershoek, of vatten het op als “de pen waarmee dingen afgekraakt worden”, en beide associaties bevielen mij totaal niet. Vooral afkraken was geen doel op zich bij Kraakpen. Het ging over passie en dat er daarbij dan al eens een onvertogen woord viel was alleen maar de keerzijde van die medaille.

Hoe ook: met Kraakpen was het tweede wanneer geboren. Voor Kraakpen 2 schreef ik een artikel over Berckmans. Ook stond er een lijstje in: “De 25 gaafste boeken ter wereld”; het eerste en laatste lijstje dat ik ooit gemaakt heb. Op één stond: “alles van Berckmans”. Hoe we zijn adres achterhaalden weet ik niet meer (misschien was Vic van der Reijt zo vriendelijk geweest?) maar in ieder geval stuurden we Berckmans een exemplaar van Kraakpen 2. Het jaar weet ik niet meer, maar het was aan het begin van de zomer. Niet veel later ging ik op vakantie. Toen ik terugkwam, stond er een lang bericht van Berckmans op mijn voicemail. Hij had Kraakpen 2 gelezen en hij vond het heel erg goed. Hij vond het ook een beetje raar, zei hij, maar vooral heel erg goed. Ik was extatisch. De schrijver die ik het hoogst had zitten van alle schrijvers in de hele wereld vond iets dat ik gemaakt had mooi! Mijn leven was voltooid, ik kon sterven. Dat hij zei dat hij het een beetje raar had gevonden verbaasde me wel een beetje omdat ik hem er niet de man naar vond om dingen snel raar te vinden of om überhaupt te denken in categorieën als normaal – raar, maar het nam de extase niet weg.

Ten huize van de Kraakpen-kompaan werd Berckmans teruggebeld, en dat was de eerste van een reeks telefoontjes tussen Utrecht en Antwerpen. Eén zo’n telefoontje herinner ik me nog goed. Het apparaat rinkelde, en ik nam op, en het was Geert Breës (in die dagen zo’n beetje de woordvoerder en secretaris van Berckmans) die me zei dat hij belde namens Jean-Marie Berckmans en dat die zo aan het toestel zou komen. Dat duurde even, en al die tijd praatte ik wat met Geert Breës. Toen nam Jean-Marie de hoorn van hem over. Hij was dronken, had zijn gebit niet in en praatte in een Vlaamse tongval (Limburgs? Antwerps?) waarmee ik misschien ook al moeite had gehad als het gesproken werd door nuchtere personen met tanden in hun mond. Ik begreep dat ze op het punt stonden om naar een concert van The Walkabouts te gaan, en dat hij daar erg opgewonden over was. Hoewel die man twintig jaar ouder was dan ik, had ik op dat moment vaderlijke gevoelens voor hem. Wat ik toen voelde, was niet zo heel erg ver vandaan bij de gevoelens die ik nu heb als ik mijn kinderen heel erg opgetogen zie zijn over een uitje of een vakantie. Vervolgens zei hij iets over Carla (Torgerson; zangeres / gitariste / celliste in The Walkabouts). Daarna raakte hij pas goed op dreef: er volgde een ellenlang verhaal waar ik niets van verstond. Het enige woord uit de schier eindeloze woordenbrei dat ik op had weten te pikken was “viool”. Toen hield hij op met praten en liet een onbedaarlijke lach horen. Daarna was het stil. Omdat ik helemaal  niets van het verhaal verstaan, laat staan begrepen, had, wist ik werkelijk niet wat te zeggen. Aarzelend hakkelde ik: “Dat is nog eens een bijzondere viool man!” Berckmans schoot opnieuw in een bulderende lach dus klaarblijkelijk was het raak geweest wat ik gezegd had. Of was het zo faliekant mis dat hij alleen maar lachte om de absurdheid van mijn antwoord.

De Kraakpen-tijd is zonder enige twijfel een van de meest creatieve, stimulerende en interessantste periodes van mijn leven geweest. De telefoon kon gaan, en dan kon het zomaar Berckmans zijn. Een e-mail kon binnen komen en dan kon het maar zo een meisje zijn dat een Kraakpen had gevonden bij één van onze verkooppunten, en dan schrijven dat ze het zo mooi vond, en dan schrijven dat ze het ’s avonds las in bed, en ik dan zo ontroerd zijn bij dat beeld van dat meisje dat ’s avonds in haar bed mijn blad lag te lezen. Of: de telefoon kon gaan en dan kon het maar zo Starik zijn.

Want ook F. Starik had in mijn “De 25 gaafste boeken ter wereld”-lijstje gestaan, en ook hij had een exemplaar thuisgestuurd gekregen. En ook hij had gereageerd. Hij nodigde ons, Kraakpen, uit om een optreden komen te verzorgen op een schrijvers/dichters-avondje dat hij organiseerde. Een uitnodiging waarmee we enerzijds erg blij waren. Maar anderzijds wisten we niet zo goed wat we ermee aan moesten. Gewoon teksten uit het blad gaan voorlezen, dat wilden we niet. We maakten in die tijd ook geluidstapes. Geen van ons tweeën kon een instrument bespelen. Maar de kompaan had een accordeon waaraan hij mooie brommende geluiden kon ontlokken, en ik had een akoestische gitaar waaruit ik iets kon krijgen dat in een hele verre verte aan een zware Swans-achtige riff deed denken. Of ik sloeg minimalistisch steeds opnieuw de drie zelfde snaren aan. De kompaan had bovendien een viersporen recorder en als we diverse sporen over elkaar heen legden: aan instrumenten ontlokte geluiden, aan in huis toevallig aanwezige objecten ontlokte geluiden, spraak – dan was het eindresultaat iets heel redelijks. Maar dat we dat niet konden reproduceren in een live-setting was duidelijk.

We tokkelden. We lieten de accordeon gonzen, brommen, brullen. Ik sloeg met een oude vork ritmisch op de snaren van een ukelele. Ik droeg mijn teksten voor. De kompaan droeg mijn teksten voor. Zulke dingen deden we die avond, in amper tien minuten. Maar het was goed genoeg voor enkele vervolgoptredens.

Voor twee van die optredens had Starik ook Berckmans uitgenodigd. De kompaan en ik waren in alle staten: we zouden onze grote held in levende lijve gaan zien. Beide keren, echter, belde Berckmans op het allerlaatste moment af. We zouden hem nooit in het echt ontmoeten.

Contact bleef er evenwel. Hij stelde me op de hoogte van zijn verhuizing naar de Lange Batterijstraat, en ik stelde hem op de hoogte van de mijne naar de Argusvlinder. Daar brak een zware tijd voor mij aan. Ik haatte het huis waarin ik woonde, ik haatte de buurt waarin dat huis stond. Mijn eigen grauwzone. Ik had met hangen en wurgen na acht jaar een vierjarige opleiding afgerond waarvan het me na twee weken al duidelijk geworden was dat mijn toekomst daar niet lag. Ik mocht nu het soort teksten gaan schrijven dat ik helemaal niet schrijven wilde. Reclameteksten. Teksten voor informatieve folders. Slogans. Dat soort dingen. Ik besloot freelancer te worden, om nog een heel klein beetje controle te hebben over wat ik wel en wat ik vooral niet zou schrijven. Er kwamen wel een paar opdrachten binnen maar lang niet genoeg om van te leven.

Op de koop toe explodeerde Kraakpen. Om een futiliteit kregen de kompaan en ik gigantische ruzie. Dat kwam nooit meer goed. Ik ging op mijn eentje verder met het blad dat ik voor de gelegenheid omdoopte tot Leve Kraakpen!. Maar ik miste de kompaan deerlijk. Hij was goed geweest in al die dingen die ik niet kon. Hij was punctueel: Kraakpen was een kwartaalblad, en dra er drie maanden om waren kwam hij ermee dat het tijd was om weer een nieuw nummer te maken. Hij had ideeën over omslag, over de volgorde van de teksten, over afwerking. Hij zei me in welke teksten ik over de schreef was gegaan, waar ik bepaalde zinnen beter kon weglaten of omgooien. Hij hoedde voor al te erge schrijffouten. Hij schreef zelf ook teksten, die mij dan weer inspireerden tot andere teksten. Kraakpen had maar een paar verkooppunten maar die waren wel verspreid over het hele land: Maastricht, Amsterdam, Nijmegen, Den Haag… Om één of andere reden stuurden we het blad nooit naar onze verkooppunten op, maar gingen we ze persoonlijk afleveren. Samen met hem waren dat hele fijne uitjes maar in mijn ééntje was het een rotklus. Nog steeds stuurde ik de bladen niet naar de verkooppunten, ik bood het blad eenvoudigweg niet meer in winkels aan. Stuurde het eenvoudigweg naar een handjevol geïnteresseerden. Waar dus niemand meer bij kwam (tenzij ik bij toeval iemand leerde kennen die in zoiets geïnteresseerd kon zijn).

Ik bleef nog wel rabiaat teksten schrijven maar wegens mijn gigantische aversie tegen het hele gedoe rondom de afwerking van het blad, ging de verschijningsfrequentie danig omlaag. Van een kwartaalblad werd het een halfjaarblad, toen een jaarblad, toen een tweejaarblad. Ook optreden deed ik niet meer. Starik nodigde me nog één keer uit. Ik besloot dit keer te doen wat we de eerste keer per se niet gewild hadden: eenvoudigweg een tekst voordragen. Dat vond Starik kennelijk wat te mager, en dus koppelde hij mij vlak voor mijn optreden aan een gitarist en een drummer. Zal ik dit riffje spelen? vroeg de gitarist, en hij speelde een riffje. Goed, zei ik. Zal ik dat dit ritme spelen? vroeg de drummer en hij roffelde wat. Goed, zei ik.

Toen het mijn beurt was, voelde ik me belachelijk. Met de kompaan had ik de idiootste dingen gedaan op het podium en ik had me nooit belachelijk gevoeld. Maar nu, met deze twee onbekenden, voelde ik me totaal voor aap staan. Al die mensen in de zaal bleven ook maar kijken. Konden die niet even lekker naar hun voeten gaan staren, of naar de persoon die naast hun zat ofzo. Ik verstopte me achter mijn lange haar, en raffelde in geen tijd mijn tekst af. Daarna draaide ik me om naar de gitarist en drummer, zogenaamd om oogcontact met hun te kunnen houden en hen zo te kunnen beduiden wanneer ze konden stoppen met hun riffje en hun ritme. Toen het klaar was, haastte ik me van het podium. Starik was niet onder de indruk. Maak het goed met je kompaan want je kunt het niet alleen, was zijn vernietigende oordeel. De ervaring zelve en de harde woorden van Starik erover waren de doodsteek voor mijn korte loopbaan als dichter/performer. Ik heb nooit meer opgetreden.

In mijn eigen grauwzone werd het altijd maar grauwzamer. Er belden geen Amsterdamse dichters meer. Er kwamen geen mails meer van meisjes die mijn blad in hun bed lazen. Er waren geen optredens meer waar ik me tussen schrijvers, dichters en muzikanten kon bevinden. Of na de hand in de bar met iemand uit het publiek praten over literatuur in het algemeen en mijn eigen teksten in het bijzonder. Er kwamen ook nauwelijks opdrachten voor de freelancerij binnen. Ik besloot dan maar een soort huisman te zijn. Al waren schoonmaken en opruimen niet precies hobby’s van me. Koken wel, daar besteedde ik dan ook de meeste tijd van de dag aan. Naast lezen, schrijven en muziek luisteren.

Van Berckmans hoorde ik nog één keer wat. Ik kreeg een mail van Kamiel Vanhole. Of ik Berckmans even kon bellen, en gauw. Ik wist niks in die dagen. Ik wist niet eens wie Kamiel Vanhole was. Oja, nu weet ik dat wel. Ja jullie komen altijd aan met die demon in Brussel en toegegeven: de eerste twee zinnen van het eerste verhaal zijn briljant. “Verval is een dankbaar model. Goedkoop ook.” Maar de derde zin vind ik dan alweer een stukje minder en die zal ik hier dan ook niet citeren. Maar Bea. Wat een prachtboek is dat zeg! Bea koester ik, Bea heb ik lief. Maar dat wist ik toen nog niet. En ik was op mijn hoede. Waarom was ik op mijn hoede, welke reden had ik om op mijn hoede te zijn? Weet ik niet, ik was altijd op mijn hoede in die dagen denk ik. Ik vroeg hem waarom ik Berckmans moest bellen. Ook vroeg ik hem wie voor de duivel hij nu weer was (ik schrijf het nu wat vriendelijker op dan ik destijds deed).

Misschien was ik mede hierom op mijn hoede: niet lang daarvoor had Berckmans me Frederik Lucien De Laere op mijn dak gestuurd. Zijn gedichten waren volgens Berckmans typisch iets voor Kraakpen geweest. Ik vond de gedichten niks. Ik drukte ze uit respect voor Berckmans wel af, maar ik vond ze niks. Ook hierin blijkt hoezeer mijn omstandigheden mijn blik zwart kleurden: achteraf bezien vind ik die gedichten best heel aardig. Ik zou nooit gezegd hebben dat ze typisch wat voor Kraakpen zijn, maar slecht zijn ze geenszins.

Als je hem belde, leek je nogal eens op net het verkeerde moment te bellen

Kamiel Vanhole mailde me terug dat het Berckmans gewoon goed zou doen iets van me te horen. Op de vraag wie hij (voor de duivel nu weer) was, ging hij (terecht) niet in. Maar nog belde ik Berckmans niet direct. Gebeld worden door Berckmans, dat was één ding. Dan was hij misschien dronken en tandeloos en onverstaanbaar maar in ieder geval vrolijk en joviaal. Als je hem belde, leek je nogal eens op net het verkeerde moment te bellen. Starik vertelde me in de dagen ooit dat Berckmans een telefoontje om één van de optredens voortijdig had afgekapt met de mededeling: “Nu moet ik televisie kijken. Dag!”

Ergens in de volgende dagen overwon ik mezelf. Ik belde. Berckmans was monter en vriendelijk. En verstaanbaar! Hij ging er lang op door dat hij Kraakpen zo goed vond. En dat hij een keer samen met mij een optreden wilde doen in Antwerpen. “Slapen is geen probleem, dat kan bij mij.” zei hij. Ook wilde hij een nog ongepubliceerd verhaal schenken aan Kraakpen.

Op de uitnodiging ben ik nooit ingegaan. Ik was bang, denk ik. Bang dat zijn woning aan de Lange Batterijstraat een grote puinhoop zou zijn en ik op een vervuilde matras tussen afval zou moeten slapen. Bang dat Berckmans apestoned zou zijn of stomdronken. Of allebei. Bang dat er de hele tijd waanzinnige figuren zouden aankomen; sommigen wier waanzin nog wel leuk zou zijn maar anderen van wie de waanzin alleen maar verontrustend zou zijn. Bang dat Berckmans optredens zou regelen op de onmogelijkste plekken. In het thuishonk van de Hell’s Angels ofzo, of in een basisschool, of in een bordeel. Bang dat Berckmans bij mijn aankomst helemaal niet thuis zou zijn en ook niet kwam opdagen ook, zodat ik daar zou staan in een Antwerpen dat ik nu niet precies als mijn broekzak kende, zonder rijbewijs, zonder vervoer en met maar dat hele kleine beetje geld dat in die dagen op mijn rekening stond. Ik was bang dat hij mij zijn wereld zou inzuigen, en ik nooit meer thuis geraakte. Ik was bang dat ik een gangster van de grauwzone zou worden. Ik was bang. Dus ik ging niet. En het verhaal. Ja, het verhaal.

Inderdaad stuurde Geert Breës me enkele dagen laten een e-mail met in de attachment een verhaal. Heimwee naar het hospitaal heette het, en het was prachtig. Het bevatte brieven aan zijn dode ouders, aan Kamiel Vanhole, aan ene Kristien (van wie ik toen nog niet wist wie ze was). Maar ik was koppig. Ik had twee nummers van Kraakpen in mijn hoofd die absoluut eerst moesten verschijnen voor er een Berckmans-nummer kon komen (een heel nummer met alleen zijn verhaal in? Ja, dat ging mooi zijn! En het verhaal was er lang genoeg voor). Doch met de immer dalende verschijningsfrequentie en al mijn persoonlijke problemen op dat moment duurde het vier jaar vooraleer ik het Berckmans-nummer kon laten verschijnen. In die tussentijd was het verhaal allang verschenen. In Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel, onder de licht gewijzigde (en mijns inziens betere) titel Heimwee naar het krankenhuis.

Ik voorzag problemen als ook ik het hele verhaal afdrukte. Dus drukte ik enkel de paar brieven af die de eindversie niet gehaald hadden. Het was nu echter veel te kort voor een hele Kraakpen, dus ik vulde het aan met een lang, associatief geschreven prozagedicht van mijzelf en een korte tekst van een vriend van me. Zo stuurde ik het naar Antwerpen. Berckmans reageerde niet. En ik was te beschaamd omdat ik zo ondankbaar was omgesprongen met zijn genereuze gift (een op dat moment nog ongepubliceerd verhaal van de meester zelf!) dat ik hem ook niet meer bellen durfde. Twee jaar later las ik op teletekst dat hij was overleden.

Daarom dus. Dat is het waarom, dat is het wanneer. Om een leven te kunnen aanraken waar mijn eigen leven vluchtigjes langs zeilen mocht. Daarom wilde, nee moest ik Schrijven in de Grauwzone lezen.

Aanvankelijk lukte dat slecht. Dat lezen bedoel ik. Ik moest erg wennen aan Ceustermans’ taalgebruik. Ceustermans. Chris. Journalist, ooit, voor De Morgen. Schrijver ook. De boekhandelaar uit 2014 is zijn debuut. Ik heb het niet gelezen, sorry. Maar de taal die hij in Schrijven in de Grauwzone aanslaat is eerder de taal van een journalist dan de taal van een schrijver. Ik hou niet zo heel erg veel van “emotionele rollercoaster” of “soulmate”. Ook de mij voorheen onbekende term “kop-staartbotsing” waarmee niet naar een daadwerkelijke botsing verwezen lijkt te worden maar naar seks of op zijn minst naar een in erotische handelingen uitgelopen ontmoeting, vind ik bijzonder onfraai. En waarom moet hij schrijven over een muze die door Berckmans op een “pedestal” gezet gaat kunnen worden? Je zult mij niet snel horen beweren dat “voetstuk” nu zo’n prachtwoord is. Maar “pedestal”? Doch wanneer het me echt rood voor de ogen wordt, wanneer ik echt wil gaan brullen, en smijten met dingen, en slaan met deuren, en heel hoog gillend door de straten wil gaan rennen, is als dat vreselijke, dat afschuwelijke, dat o zo afgrijselijke woord “vechtscheiding” valt. Het allerlelijkse neologisme allertijden.

Ook woorden waaraan ik niet perse een hekel heb –zoals “bestaan” of “imploderen”- gingen me naar verloop van tijd tegenstaan, omdat Ceustermans ze veel te vaak gebruikt. Een ander zwaktepunt wordt gevormd door de “anecdotiekjes” in Schrijven in de Grauwzone. Er moet een zekere verstandhouding geweest zijn tussen Luc de Vos en Jean-Marie Berckmans en dat moet meer geweest zijn dan alleen maar het loutere feit waar Ceustermans mee op de proppen komt, namelijk dat Berckmans eens backstage is geweest bij Gorki terwijl Luc de Vos een boek van Louis Paul Boon zat te lezen. Had Ceustermans het ook genoemd als het een boek van Dostojewski was geweest? Langs de andere kant: Ceustermans schrijft wel over Luc de Vos; Verdonschot noemde Berckmans nergens.

Daarnaast, en daar is Ceustermans allicht in iets mindere mate verantwoordelijk voor, lijken de scholieren- en studentenjaren van Berckmans wat stuurloos. Het is een komen en gaan van mensen, vooral meisjes aan wie hij brieven schrijft; brieven waaruit vrij schaamteloos geciteerd wordt in Schrijven in de Grauwzone. Van haast alle mensen die passeren, licht Ceustermans toe hoe en onder welke namen ze later zijn teruggekomen in Berckmans verhalen. Daardoor lijken de eerste hoofdstukken eerder een soort omgevallen kaartenbak te zijn dan een goed leesbaar verhaal. Ook is er uiteraard veel aandacht voor Geschiedenis van de Revolutie, Berckmans’ debuut uit 1977. Het is in 1994 heruitgegeven door Vic van der Reijt, en herdoopt in Brief aan een meisje in Hoboken. Het is die versie die ik ken en ik weet dat ik sta te vloeken in de kerk nu maar ik vind het niet zo’n heel sterk boek. Ik vind het vrees ik zelfs vrij saai. Het is het enige boek van Berckmans dat ik tegen mijn zin in heb gelezen. Ik vond dat ik het moest lezen, ik moest weten waarmee hij gedebuteerd was. Maar ik was er al vrij snel klaar mee. En toen moest ik nog vele, vele tientallen bladzijden.

Vanaf het huwelijk met Lut van Dijck wordt Schrijven in de Grauwzone beduidend interessanter. Het krijgt meer vet aan de botten, en alles wordt werkelijker. Vooral over de jaren in het Zuid-Italiaanse Bari heb ik ademloos gelezen. Het is een periode uit het leven van Berckmans die voor buitenstaanders veel meer aan suggestie onderhevig is dan zijn latere jaren (waarin hij veel meer leeft waarover hij schrijft). De naam Berckmans was in de tijd dat mijn voorliefde voor zijn werk een aanvang nam in Nederland niet meteen bij iedereen bekend. Zelfs mensen die geacht werden veel te weten over boeken en schrijvers –recensenten, boekverkopers, uitgevers- vielen nog wel eens stil als ik zijn naam liet vallen, om daarna schoorvoetend te moeten toegeven dat ze daar nog nooit van gehoord hadden. En mede-boekenliefhebbers lazen (en lezen nog altijd) al helemaal andere boeken dat ik deed (en doe). Maar áls ik dan eens op iemand stuitte die óók van Berckmans wist, dan zei die er altijd bij “Wist je dat hij een tijdje schoenverkoper in Italië is geweest?”. Ja dat wist ik, maar meer wist ik niet en degene die de Italië-jaren te berde bracht kennelijk ook niet. Je kon er je fantasie nog heerlijk op loslaten. Schoenverkoper in Italië, dat kon ook een gesjeesde student zijn die alles zat was en op een dag gewoon wat was gaan reizen, zonder plannen, zonder doel, en in Italië terecht gekomen was om daar enige tijd om in het levensonderhoud te kunnen voorzien illegaal in een onooglijk schoenwinkeltje te werken.

Maar zo waren de Bari-jaren alvast niet. Berckmans was er een heuse vertegenwoordiger, een “schoenenmakelaar”. Hij was succesvol, alom geliefd, en rijk. Lut en hij woonden in een grote villa vol met design meubelen. Als hij niet met zijn werk bezig was, flipperde Berckmans. Ook daar was hij goed in. Hij was de “pinball wizzard” van Bari, god betere het! Het is mooi en vervreemdend om hierover te lezen. Mooi omdat Lut en Jean-Marie het in het begin erg goed hadden in Bari, vervreemdend omdat het leven dat hij daar leidde zo slecht te rijmen valt met hoe het leven in Antwerpen later zou zijn.

Huiveringwekkend wordt het later. Berckmans begint het geluk in Bari te saboteren. Hij verwaarloost zijn huwelijk en begint de trekken aan te nemen van een gangsterbaas uit een Italiaanse b-film. Huiveringwekkend, nogmaals. Ook hoe autobiografisch Ray & Cecilia, Hoogzomer 1985 blijkt te zijn. Je ziet twee mensen en twee levens naar de filistijnen  gaan. Dat is al niet grappig maar als je weet dat je een vrij getrouw verslag zit te lezen over hoe het de latere jaren in Bari is gegaan, doet Ray & Cecilia, Hoogzomer 1985 al helemaal je nekharen overeind zetten.

Eenmaal terug in Antwerpen, legt Berckmans zich weer toe op het schrijven. Afgezien van enkele bijbaantjes (zoals taxichauffeur en folderbezorger) zou dat vanaf dan zijn enige werk zijn. Beginnend met Vergeet niet wat de zevenslaper zei uit 1989 zou er ongeveer elk jaar wel een boek van hem uitkomen, al gaat de stroom vanaf 2000 iets minder gestaag.

De honger naar erkenning

Zijn schrijfhonger is groot. Ook zo zijn honger om op dat vlak erkend te worden. In verscheidene kortfilms is te zien hoe Berckmans toegroeit naar een “gemediazeerde” versie van hemzelf. Maar evenzeer valt er uit af te lezen wat een ongekend intelligente man hij eigenlijk was. Eén filmpje (terug te zien op Youtube) in het bijzonder valt op. Hij vertelt hoe hij ooit eens heeft willen bellen met Peter Handke (ik wist niet dat hij geïnteresseerd was in Peter Handke eigenlijk, een schrijver die ook ik hoog aansla – en weer is er die spijt, die spijt dat ik toen nooit ben ingegaan op Berckmans’ uitnodiging; we hadden met gemak een hele nacht kunnen doorpraten over schrijvers, boeken, en muziek). Hij praat daar als een razende, zijn vlammend betoog doorspekkend met “Zegt u dat iets?”. Het gaf bij mij grond aan het vermoeden dat mijn moeite hem soms te verstaan aan de telefoon misschien niet eens zozeer samenhing met gebit, dronkenschap of tongval maar veeleer met de snelheid van zijn gedachten!

Niet alleen het schrijven is rusteloos in Antwerpen. Ook de psychische problemen spelen weer op. Berckmans wordt verscheidene malen opgenomen in inrichtingen. Alcohol, sigaretten, ondervoeding en eenzaamheid eisen meer en meer hun tol. Als hij in 2008 sterft is dat alleen en onder erbarmelijke omstandigheden. Hij is dan slechts 54.

Ondanks mijn opstartproblemen ermee (en mijn ergernisjes gedurende het boek), is Schrijven in de Grauwzone een warmbloedig, met eerbied, compassie, liefde en kennis geschreven boek. Vooral die kennis, die gaat tot in de kleinste hoekjes, trof me. Ceustermans weet van gesprekken tussen Berckmans en zijn ouders, opmerkingen die zijn vader gemaakt heeft (en die Berckmans kwetsten), waar verder niemand anders bij was. Alle betrokkenen zijn overleden. De gesprekken die Ceustermans met nabestaanden heeft gehad, moeten wel heel erg lang geweest zijn. Ik vraag me af wanneer hij is beginnen researchen. Zo trof het me te weten te komen dat de vrouw die in zijn boeken opgevoerd wordt als Baba Malade, Nadine W., nog leeft. In de eerste Berckmans’ biotoop, met de welluidende titel Alles wel in Kromksy’s hel, drukt hij haar brieven af. En haar foto, waaronder hij op een vrij lompe manier suggereert (ik zal de woorden hier niet herhalen) dat ze zou zijn overleden. Maar ze leeft nog, teruggetrokken en mensenschuw, en is erg beschadigd geraakt door haar episode met Berckmans.

Ook wist ik niet dat Jef Meert (bij wie de biotopen van Berckmans uitkwamen) helemaal niet de “piraatuitgever” was die Vic van der Reijt suggereerde dat hij was. “Eigenlijk is hij een piraatuitgever” zei Van Der Reijt tegen mij toen ik vertelde dat ik contact met Jef Meert wilde opnemen om Berckmans’ biotoop compleet te krijgen, “maar u mag hem mijn hartelijke groeten doen.” Maar het blijkt dus Berckmans zelve te zijn geweest die teksten bij meerdere uitgevers aanbood!

En gesproken over Berckmans’ Biotoop: ik wist ook niet dat er maar drie verschenen zijn. Dat zou betekenen dat ik er maar eentje mis. Ik dacht dat er veel meer biotopen waren, eigenlijk. Of ligt de omissie in dit geval bij Ceustermans? Over de in 2015 door Akim A.J. Willems verzorgde heruitgave van Tranen voor Coltrane vind ik immers ook niks terug – niet in Schrijven in de Grauwzone zelf en niet in de bibliografie achterin

Over zijn zussen is Berckmans in zijn boeken vaak niet al te positief maar met zijn (veel) jongere zus Veerle moet hij toch een goede band gehad hebben. Ze woonde een tijdje bij hem in, en heeft ook achter de bar gestaan bij Café de Raaf! Maar dingen als dit zijn details, en dat is niet waarom je een biografie leest. Wel omdat in een goede biografie alles tot leven komt. Ik heb het 326 pagina’s lange Schrijven in de Grauwzone in één week uit gelezen. Iemand zei me laatst dat als hij er even voor ging zitten, hij een boek van duizend pagina’s wel in twee dagen uit kon hebben. Dan lijkt een week voor 326 pagina’s lang. Maar als je zoals ik kinderen hebt die je naar school moet brengen, en dan weer moet halen, en moet verzorgen, en vermaken, en voeden, en naar de zwemmen brengen, en als je een huis hebt dat misschien af en toe eens schoon moet, en boodschappen die gehaald moeten worden, en een avondmaal dat gekookt moet worden, en als je misschien eens slapen moet, en als je alle tijd die naast al deze activiteit overblijft misschien niet alleen maar aan lezen in Schrijven in de Grauwzone wil besteden, maar ook aan muziek, of schrijven, of lezen in andere boeken – dan wil die week zeggen dat je het heel intens hebt zitten lezen. Gedurende die week was het me of Berckmans weer even leefde, en dat vond ik fijn. Hij stond me echter voor ogen dan in de periode dat ik hem (of hij mij) nog wel eens belde. Ik was na die week zelfs een beetje verdrietig dat het boek uit was, en Berckmans terug dood. Dit kan alleen maar betekenen dat Chris Ceustermans met Schrijven in de Grauwzone een bijzonder knappe prestatie heeft geleverd.

Ook al een jaar uit maar eveneens door mij over het hoofd gezien: Verhalen uit de Grauwzone. J.M.H. Berckmans’ beste. Een selectie uit elf van zijn achttien boeken. In de verantwoording wordt boudweg gesteld dat Verhalen uit de Grauwzone de eerste heruitgave is sinds het postume Vier laatste verhalen maar dan wordt voor het gemak toch weer eventjes die heruitgave van Tranen voor Coltrane vergeten. Maar een bloemlezing uit Berckmans’ werk hebben we niet meer gezien sinds Berckmans’ beste uit 1997; een bundel waarmee Verhalen uit de Grauwzone in ieder geval tot dat jaar nogal wat overlap heeft. Maar dat maakt niet uit, want een verhaal als het bloedmooie Met Jan in de metropool of De Ballade van Wasted Youth kan niet vaak genoeg herlezen worden. Berckmans is sowieso de enige schrijver die ik wel eens herlees. Er is (en wordt nog steeds) zoveel moois geschreven dat ik doorgaans liever iets nieuws lees dan iets dat ik al eens gelezen heb. Maar Berckmans herlees ik geregeld. Toen mijn zoon een baby was, las ik hem wel eens voor uit de boeken van Berckmans. Het ritme en de melodie van de Berckmans’ taal beviel hem volgens mij wel (afgaande op de grijns die hij altijd op zijn gezicht had als ik weer eens Berckmans aan hem voorlas) en ik denk dat hij er niets aan overgehouden heeft. Maar zo wel, dan is dat misschien de reden dat hij nu op zijn zesde zo’n bizar grote woordenschat heeft.

Klagen! Vrolijk en woedend fulmineren

Verhalen uit de Grauwzone is een best of, en een best of betekent: klagen! Vrolijk en woedend fulmineren. Want. Waarom niet De zoon van de Molengraaff of Dromen van Francavilla aan de Po uit Café de Raaf nog steeds gesloten opgenomen? En De Killer van Kaggevinne heb ik nooit zo’n best verhaal gevonden (ik heb überhaupt minder met de verhalen van Berckmans waarin het geweld explicieter wordt); in plaats daarvan had ik uit Rock & Roll met Frieda Vindevogel gekozen voor In de kelder speelt de rotfanfare of De blauwe parade of waarom niet gewoon één van de “kaderteksten” zoals dat geniale loflied op de Aldi (ook zo’n tekst die ik geregeld aan mijn zoon voorlas). Dat hele raamvertelling-idee had Berckmans er toch maar een beetje met de haren bijgesleept. Er is weinig reden om Rock & Roll met Frieda Vindevogel niet óók als verhalenbundel te benaderen of, omgekeerd, al Berckmans boeken als romans te zien – zij het zeer fragmentarische en meerstemmige romans. En waarom waarom waarom is die fantastische zin uit Hoe het is (Het zomert in Barakstad): “in heel europa schrijven verbruikers naar ariel vloeibaar” veranderd in “in heel europa schrijven verbruikers naar adel vloeibaar” en wat is “adel vloeibaar” eigenlijk? De mogelijkheid dat het om een zetfout gaat, sluit ik uit want met zo weinig aandacht kan Verhalen uit de Grauwzone niet gemaakt zijn. En nu we het toch over Het zomert in Barakstad hebben want daar hebben we het over, waarom, waarom niet uit dat boek, uit Het zomert in Barakstad (want daar hebben het over), waarom niet het prachtige nee fantastische nee magistrale Uit ogen die huilen van misprijzen opgenomen? Of Dringend? Of Polonaise voor het voetvolk? Of waarom ja eigenlijk niet gelijk half die bundel? Waarom niks uit Slecht nieuws voor Doctor Paf de Pierennaaier, Pandemonium in de Grauwzone, waarom niks uit As op Jazzwoensdag? Schrijft Ceustermans: “Deze twee literaire jazzopera’s bevatten geen aparte verhalen, wel repetitieve, muzikale motieven die pas in hun geheel tot hun recht komen”. Maar vanaf Bericht uit Klein Konstantinopel (dat in de inhoudsopgave van Schrijven in de Grauwzone nog Bericht uit Klein Konstaninopel genoemd wordt, waar is die twede t gebleven de tweede t is weggelopen) zijn ál Berckmans boeken “literaire jazzopera’s” met “repetitieve, muzikale motieven die pas in hun geheel tot hun recht komen”; het is zoals ik hoger stelde echt niet heel ver gezocht om in Berckmans bundels gewoon romans te zien. Fragmenten kiezen kan altijd in een bloemlezing – een bloemlezing is een selectie fragmenten.

Maar dat alles is blij geklaag (oké ik vind serieus dat Verhalen in de Grauwzone twee keer zo dik had mogen zijn – minstens) want het was me sowieso aangenaam weer werk van Berckmans te herlezen. Of aangenaam, dat is misschien niet het juiste woord. Berckmans’ werk wordt vaak met (free) jazz vergeleken, en het is zeker waar dat zijn schrijven onder invloed van jazz (die hij vooral in Bari heeft leren kennen) alleen maar beter geworden is. Maar als aan iets muzikaals, dan zou ik Berckmans boeken liëren aan black metal. Dat is niet meteen de meest salonfähige muziek dus niet iedereen zal erg ingenomen zijn met deze vergelijking. En toch. Bands als Wehmut & Nae’blis (o god ja Nae’blis)  (wat haalt het bij de grootsheid van Nae’blis?) & Gris (o god ja Gris) (wat haalt het bij de grootsheid van Gris?) & Lost Inside & Xathrites & Unjoy & Einsamtod & Sombres Forêts of voor mijn part Nocturnal Depression. Hoe het schroeit. Hoe het zwart galt. Hoe het bijna niets te ademen overlaat. En geen licht. Vooral de latere verhalen. Het mokerde toen, en het mokert nog steeds.

Wie alles van Berckmans in de kast heeft, hoeft Verhalen uit de Grauwzone niet perse aan te schaffen (of nee, wel: al was het alleen maar voor die fantastische omslag; een schilderij van Jean-Marie Berckmans, getiteld “Mijn vrienden de deurwaarders”), maar wiens collectie gaten kent (omdat hij achter netten viste, of omdat hij ze schonk aan een vrouw die hij hoopte de zijne te maken, voor altijd de zijne, totaan Llanera en terug, totaan Obaba en terug, totaan Bari en terug, of naar Slovenië misschien), kan die mooi ten dele opvullen met deze mooie bloemlezing.

Kende je Berckmans’ werk überhaupt niet? Koop dan vandaag nog Verhalen uit de Grauwzone. Nu. Waar wacht je nog op?

J.M.H. Breckmans Verhalen uit de grauwzone Recensie

Verhalen uit de grauwzone

J.M.H. Berckmans’ beste

  • Schrijver: J.M.H. Berckmans (België)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgeverij: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschenen: 2018
  • Omvang: 225 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Schrijven in de grauwzone

J.M.H. Berckmans, de biografie

  • Schrijver: Chris Ceulemans (België)
  • Soort boek: biografie
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschenen: augustus 2018
  • Omvang: 326 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Bijpassende Boeken en Informatie

Stefan Brijs – Zonder liefde Recensie

Stefan Brijs Zonder liefde recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 17 september 2019 verscheen bij Uitgeverij Atlas Contact Zonder liefde, de nieuwe roman van Stefan Brijs.

Stefan Brijs Zonder liefde Recensie en Informatie

De Vlaamse schrijver Stefan Brijs heeft inmiddels een aantal succesvolle en indrukwekkende romans op zijn naam staan waarin hij op indrukwekkende en vaak originele wijze het menselijk onvermogen beschrijft. In Zonder liefde verkent hij de mogelijkheden van een vriendschap tussen een man en een vrouw zonder dat hierin seks een rol speelt. Een waarbij clichés op de loer liggen.

Ava en Paul zijn achter in de twintig. Ze hebben beiden een relatie achter de rug als ze elkaar ontmoeten. Hun mislukte liefdes ervaren ze als een soort van zielsverwantschap waarin ze lotgenoten zijn. Beiden leven een vrij saai leven, hij als onderwijzer, zij als bedrijfsarts. Hun sociale leven is beperkt.

Stefan Brijs Zonder liefde Recensie

Er ontwikkelt zich een platonische relatie met filmbezoek, etentjes en wandelingen met de hond door de natuur. Het is een zoektocht naar de mogelijkheden van platonische vriendschap tussen Ava en Paul. Zelfs logeerpartijtjes leveren hooguit wat verlangens op, echter seks blijft uit.

Eigenlijk leven Ava en Paul een behoorlijk saai leven waarin nauwelijks iets gebeurt. Als Ava een relatie krijgt met een Waalse treinconducteur komt hun vriendschap onder druk te staan. Ook Paul gaat via contactadvertenties naarstig op zoek naar een nieuwe relatie.

Zonder liefde ontbeert een beetje de originaliteit die andere romans van Stefan Brijs zo kenmerkt

In Zonder liefde onderzoekt Stefan Brijs de mogelijkheden van een platonische vriendschap tussen een heterosceksuele vrouw en man. Helaas is het een roman geworden waarin te weinig gebeurt. De originaliteit  die Arend (2000) en De engelenmaker (2005) tot zo’n bijzondere leeservaring maken, ontbreekt. Gelukkig sijpelt het schijverstalent van Stefan Brijs zo nu en dan wel door en is Zonder liefde op die momenten wel een prettige leeservaring. De roman van Stefan Brijs is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (goed)

Zonder liefde

  • Schrijver: Stefan Brijs (België)
  • Soort boek: psychologische roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschenen: 17 september 2019
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek / Ebook
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (goed)


Inhoud van Zonder liefde

Onze harten zijn zwerfhonden die nooit een thuis zullen vinden. Paul en Ava, allebei eind twintig, ontmoeten elkaar op een precair moment in hun leven. Paul is nog van slag door zijn onverwachte scheiding, Ava heeft – in haar voortdurende verlangen naar passie – voor de zoveelste keer en nu voorgoed haar vriend verlaten. Ze vinden steun bij elkaar, een noodalliantie die uitgroeit tot een hechte vriendschap, waarbij ze elkaar helpen in hun wanhopige zoektocht naar wat liefde zou moeten zijn. Paul volgt de weg van contactadvertenties, Ava laat zich leiden door haar gevoelens. Uit eindelijk komen ze tot dezelfde conclusie: liefde is niet maakbaar. Maar wat met vriendschap?

Na De Engelenmaker, Post voor mevrouw Bromley en Maan en zon verrast meesterverteller Stefan Brijs de lezer opnieuw. Elke roman uit zijn oeuvre is totaal anders dan de vorige, maar toont steeds de mens in al zijn kwetsbaarheid. Zonder liefde is een prikkelende, spannende, soms vermakelijke, vaak schrijnende roman over vriendschap, liefde, lust en bedrog, waarin iedereen er op zijn of haar manier het beste van probeert te maken – of misschien wel net niet.

Bijpassende Boeken en Informatie

Jan Vantoortelboom Boeken Romans Biografie

Jan Vantoortelboom Boeken Romans Biografie. De Vlaamse schrijver Jan Vantoortelboom woont en werkt in Zeeuws-Vlaanderen. Hij is in 1975 geboren in Torhout, een kleine stad in de Vlaamse provincie West-Vlaanderen, België.

Jan Vantoortelboom Boeken Romans Biografie

Zijn debuut was de roman De verzonken jongen die in 2011 werd uitgeven bij Uitgeverij Contact. In 2014 verscheen zijn tweede roman Meester Mitrallete over een jonge schoolmeester die tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven terecht komt omdat hij in zijn dorp zaken heeft gezien die het daglicht niet kunnen velen. Deze roman die werd bovendien uitgeroepen tot Boek van de Maand bij het tv-programma De Wereld Draait Door. Daardoor was de definitieve doorbraak van Jan Vantoortelboom een feit.

In 2015 verscheen De man die haast had, het derde boek van de Vlaamse schrijver. Gevolgd door de roman De drager in 2017. De nieuwste roman van Jan Vantoortelboom Jagersmaan zal in februari 2019 verschijnen bij Uitgeverij Atlas Contact. Op deze pagina kun je de Jan Vantoortelboom boeken romans biografie recensies en andere informatie vinden.

Overzicht Jan Vantoortelboom Boeken

Hieronder is het chronologisch overzicht van de Jan Vantoortoolboom boeken te vinden. Het meest recente boek staat bovenaan. Ook kun je gebruik maken van de links die verwijzen naar nog meer informatie. Bovendien zijn verschillende boeken van Jan Vantoortelboom door de redactie besproken en gewaardeerd.

Jan Vantoortelboom Jagersmaand RecensieJagersmaan

  • Schrijver: Jan Vantoortelboom (België)
  • Soort boek: sociale roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: februari 2019
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Inhoud boek: In Jagersmaan eist Victor Vanheule, grootvader en geweldenaar uit De verzonken jongen, en de afstandelijke vriend en redder van David Verbocht uit Meester Mitraillette, zijn verhaal op. Door de schande en de onmogelijke liefde voor zijn zus moet hij Elverdinge verlaten. Hij neemt de boot naar Amerika, maar spoelt aan in Ierland. Het is 1922: burgeroorlog en een versplinterd Ierse Republikeinse Broederschap…lees verder >

Jan Vantoortelboom - De Drager Recensie InformatieDe drager

  • Soort boek: roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 9 mei 2017
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering∗∗∗∗ (uitstekend) Theo Jordaan
  • Recensie roman: De drager, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jan Vantoortelboom, is het verslag van een confrontatie van twee volwassen mannen die elkaar kennen vanaf hun jeugd. Nicolaas is een alleenstaande man die, een beetje tegen wil en dank, is de wereld van informatietechnologie terecht is gekomen. Bruno is van jongs af aan gefascineerd geweest door dieren in allerlei soorten en maten. Hij is dan ook bioloog geworden gespecialiseerd in veldwerk dat hij vooral uitvoert op onherbergzame plekken in Slowakije. Als hij niet aan het werk is woont hij met zijn vrouw en ernstig zieke zoon, Miko, in Bratislava...lees verder >

Jan Vantoortelboom - De man die haast hadDe man die haast had

  • Soort boek: psychologische roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschenen: 19 februari 2015
  • Omvang: 143 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook / Luisterboek
  • Inhoud roman: Leon ziet als klein kind zijn oppas Elsie een val maken waardoor zij zwaar gehandicapt raakt. Hij bezoekt haar trouw elke zaterdag. Aanvankelijk omdat dat moet van zijn moeder, maar later omdat er tussen deze twee beschadigde en zwijgende mensen iets ontstaat: een verhouding van wederzijdse afhankelijkheid…lees verder >

Jan Vantoortelboom - Meester MitrailletteMeester Mitraillette

  • Soort boek: oorlogsroman, psychologische roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschenen: januari 2014
  • Omvang: 270 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Dwarsligger / Ebook /
  • Bijzonderheden: DWDD Boek van de Maand
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Inhoud boek: Een jonge schoolmeester belandt tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven omdat hij in zijn dorp getuige is geweest van zaken die het daglicht niet kunnen velen. Als hij deserteert om zijn geliefde te zoeken wordt hij veroordeeld tot het vuurpeloton…lees verder >

Jan Vantoortelboom Boeken De verzonken jongenDe verzonken jongen

  • Soort boek: familieroman, sociale roman, debuutroman
  • Uitgever: Atlas Contact / Olympus
  • Verschenen: 2011
  • Omvang: 301 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Inhoud roman: Zorgeloos en beschermd. Zo gaan Stoffel en Bert Vanheule door het leven in het West-Vlaamse dorp Elverdinge. Moeder is huisvrouw en vader werkt als mecanicien. Elke zondag gaat het gezin plichtsgetrouw op bezoek bij grootvader Victor. Zijn gezicht is in tweeën gespleten door een litteken en het is die ‘krijtlijn’ die Stoffels verbeelding voedt…lees verder >

Bijpassende Boeken en Informatie

Benny Baudewyns – Het Tati-syndroom

Benny Baudewyns Het Tati-syndroom Recensie Waardering en Informatie over het boek. In september 2018 is bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe thriller verschenen van de Vlaamse schrijver Benny Baudewyns – Het Tatti-syndroom.

Benny Baudewyns Het Tati-syndroom Recensie

Benny Baudewyns Het Tati-syndroom Recensie

Benny Baudewyns heeft zijn sporen al verdiend als thrillerschrijver. In 2002 won hij De Gouden Kogel voor De Emerson locomotief. Zijn nieuwe thriller kenmerkt zich weer door de orginele plot en pakkend spannende verhaallijnen. Als in Oudenaarde een 69-jarige man in een fitness-centrum om het leven komt, lijkt er niet meer aan de hand te zijn dan een bizar ongeluk. Iets eerder komt een dementerende man tijdens een brand in een verzorgingshuis in Zwolle om het leven. Ook hier lijkt er in eerste instantie sprake te zijn van een ongeluk.

Een noodlottige gebeurtenis in de jaren zestig laat de sporen na tot in het heden

Politie-inspecteur Nellie Bos van de Zwolse politie neemt geen genoegen met de uitkomst ongeluk. Ondanks het feit dat het haar verboden wordt door haar meerdere, besluit toch verder onderzoek te doen in haar vrije tijd. Als ze een tip ontvangt van een onbekende wordt ze gesterkt in haar onderneming. Met het onderzoek zet ze haar carrière op het spel. Langzamerhand komt ze erachter dat  het levenspad van beide verongelukten raakvlakken heeft. Ze volgt de sporen tot in een ver verleden en komt uit bij een gebeurtenis die plaatsvond tijdens de filmopnames van de film Playtime van de Franse filmer Jacques Tati. Een noodlottige gebeurtenis laat de sporen na tot in het heden.

Sterke plot en een spannende apotheose

Nellie Bos gaat op onderzoek uit in Parijs. Als ze zich dieper ingraaft samen met een Franse journalist, blijken de verbanden en belangen te zijn tot in de hoogste politieke kringen. Des te dieper ze graaft des te meer lijkt haar leven op het spel te komen te staan. De spannende thriller culmineert uiteindelijk in een sterke en spannende apotheose. Benny Baudewyns heeft een spannende en boeiende thriller geschreven met een originele plot. Eén punt je van kritiek is er wel. Zijn Nederlandse hoofdpersonen gebruiken soms woorden die bekend zijn voor een Vlaming maar nooit door een Nederlander gebruikt of gedacht zouden worden. Dit doet een klein beetje afbreuk aan het verhaal als het door een Nederlander gelezen wordt. Benny Baudewyns – Het tati-syndroom is gewaardeerd met ★★★★★ (zeer goed).

Recensie van Theo Jordaan

Benny Baudewyns – Het Tati-syndroom

  • Titel: Het Tati-syndroom
  • Schrijver: Benny Baudewyns (België)
  • Soort boek: Vlaamse thriller
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschenen: september 2018
  • Omvang: 383 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering: ★★★★★ (zeer goed) Theo Jordaan

Bijpassende Boeken en Informatie