Tag archieven: Vlaamse dichter

Jan Lauwereyns – Zombie zoekt zielgeno(o)t

Jan Lauwereyns Zombie zoekt zielgeno(o)t recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 1 juni 2023 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik het nieuwe boek van de Vlaamse dichter en schrijver Jan Lauwereyns.

Jan Lauwereyns Zombie zoekt zielgeno(o)t recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Zombie zoekt zielgeno(o)t. Het boek is geschreven door Jan Lauwereyns. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten van Jan Lauwereyns.

Recensie van Tim Donker

Een nieuwe Lauwereyns is altijd –

en hier stokt de bespreker.

Een nieuwe Lauwereyns is altijd wat? Is altijd goed? Is altijd genieten? Is altijd interessant?

Hum.

Ja.

Misschien.

Ik weet het niet. Of misschien weet ik dit: een nieuwe Lauwereyns is tijd om te zitten, in leesstoel, met licht, en met stilte. Misschien dat een nieuwe Lauwereyns een bereidheid eist die ik ander boeken niet, of toch minder geef. Misschien dat een nieuwe Lauwereyns me zegt de ogen. Altijd de ogen. Steeds weer de ogen. En lezen.

“Een autopsie wees uit dat ik niet stierf van de crash / maar van het tientallen meters meegesleurd worden / door de andere sportwagen.”

dat is zo’n zinnetje. Het is niet eens het eerste gedicht in Zombie zoekt zielgeno(o)t. Maar het derde. Ik was al aan het lezen toen, ik zat daar al. En dan ineens zo’n zinnetje, het soort zinnetje waarin Lauwereyns grossiert. Het soort zinnetje dat opveren doet, het soort zinnetje dat het denken stopt. Want waarom zou er een autopsie voor nodig zijn om te zien dat iemand stierf door een heel eind meegesleept te zijn over asfalt, hoe kan de ik al dood nog een sprekend ik zijn, en hoezo een andere sportwagen? Je leest en je vraagt, je leest en je vraagt je dingen, zo zijn de gedichten van Jan Lauwereyns.

Het bitterzoete. Eeuwig ondode vitascopen heet de eerste afdeling en het lijken een soort voorstudies te zijn, schetsen zeg je, van leven en dood en alles daartussenin. Je neemt het allergewoonste, je neemt koffie en treinen, koffie in de trein, die gast met dat karretje weetjenogwel, die langs kwam en dan kon je iets kopen en dan kocht je koffie, dan kocht je koffie in de trein want je moest nog, wat je zat daar nog wel minstens driekwartier nog, en koffie dus, en de trein dus, wat kon gewoner zijn?, behalve dat het verbonden wordt met transcedentie en neusvleugels en braken en ineens is koffie en trein geen koffie en trein meer. Of gaat het nog wel over een kopje koffie drinken in de trein, soggens vroeg als je naar je werk gaat of naar je studie, als het zegt, als het vervolgt: “Liefde en wiskunde, / de rest is fictie, / zelfs deze hogesnelheidstong is fictie, // net als de nodige holle functie / voor pijn, pijn, pijn, pijn, // beter bekend als totale devotie.”, en iets hierin maakt dat je denken stopt (iets hierin maakt dat je hart stopt) omdat je de a en de b die daar zo naast elkaar staan te staan zelf niet gepaard zou hebben, zoals, ook, in “Skeletten met een nauw zittend wit pakje aan, / vriendelijke marsmannetjes, dansend hand in hand, ernstig, / kalm, met priesters, ambtenaren, kooplieden.” (en Patricia de Martelaere knikt, en Leo Vroman krabt zijn nek).

Maar je kwam nog rustig binnen.

Je kwam nog rustig binnen in de gekte.
Je kwam binnen en je kon nog even om je heen kijken en je kon nog beginnen met denken.

Even later heet het Ik heb je liever dan bloed, heet het dat Zombie het Nederlands weer bekluift, en een eindeloze stoet dichters wordt daar verhaspeld, gesieteerd, (mis)begrepen, door de gehaktmolen gehaald en weer aan elkaar genaaid, de blauwbilgorgel is er niet kwak of kwezidon; gaat koelte ’s nachts niet langs lelies of rozen maar langs venusslippers (zo meen ik dat ook jij bent); een oe en een oe en een oe, en een da en een demband; een bietebauw wordt er, of getracht op poëtische wijze; de dood is een ontroering en niet zwemmen maar fietsen is losbandig slapen (fietsen is bijna een beetje postuum zijn); een junkieverdriet kan hier ook best een zombieverdriet zijn, eeuwenoud of levenslang of korter of langer misschien; als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd nee grijs is, zelfs mijn poëziekast bleek hier net een maat te klein, net een maat te klein, net een maat te klein, waar is die seedee eigenlijk gebleven, ik wist niet hoe ik het had toen ik hoorde dat het Iris was die zong, uiteindelijk vind je elkaar altijd weer terug zei Laura maar dat wist ik nog zo net niet, dat was nog in Parkwijk toen, dat was toen nog de dag dat ik eraan dacht me toe te leggen op het voltijds vegeteren (en uiteindelijk vergeten te existeren), maar goed, ik zei dus dat zelfs mijn toch niet al te krappe poëziekast net een maat te klein bleek want ik wist die alzoheerlijke zinnen als “zeg me dat het tijd is, zeg me dat ik ziek ben” en “het leven is een zijtak van de dood” en “uit alle macht sleepte hij zich naar het klaslokaal” en “draai in de fitting van // een kapotte student een nieuwe student en je hebt weer donker” niet heel trefzeker plaatsen of spreekt Lauwereyns daar gewoon met eigen tong misschien, het kan, en ah! de namen bovenaan de gedichten geven je wel een indikasie van in welke hoek je het zoeken moet maar daartussen zijn ook namen die ik alleen van naam ken daartussen zijn ook namen die ik int geheel niet ken, een tintje zwavel misschien, druif en duits, hij neigt naar een geuze zei ik tegen niemand in het bijzonder (want ik was alleen thuis toen), de ruimte tussen werelden en daar dan doorheen zwemmen, de ruimte tussen dichters en die dan met woorden dichtmetselen, we kruipen door decennia poëzie in deze afdeling en vele namen vallen, vele namen vallen, namen vallen, namen blijven maar vallen, een gedicht waarboven Tedja-Verhelst-Keizer-Franken-Reints staat, begint met: “Geen materialist, die Schierbeek-Polet-Boskma-Pfeiffer-Kregting, // reutelde Zombie met zijn ketens” en dat vond ik grappig, dat was de dag dat mijn zoon schaakte met zijn rugzak om, onherbergzame hiertijd, de klok neeg ter kimme, dat was de dag dat mijn zoon jeudeboulde met zijn t-shirt aan, oerwoudwaaien des te meer, onweer of min, op de tafels komt hemel de totem in verzet, en het fijne geslacht, dat was de dag dat ik Sunnata op onnodig hoog volume door mijn boxen joeg, landijs kan te nauwelijks in woorden vangen, de woordenvanger vangt hij vangt in zee hij vangt weg van het land, houten barak dicht dan wist je dat het erg was, dat was de dag dat de temperatuur naar onredelijke waarden steeg maar Lauwereyns gaat verder, Lauwereyns gaat verder, Lauwereyns gaat altijd maar verder, en dicht, en schrijft, en zegt: “bij de eerste kortademigheid laten we // de mensen verdwijnen” en ja denk ik en zo is het denk ik en zo gingen die dingen denk ik want ja zeg stel je voor dat we ziek worden stel je een snotvalling voor stel je een land voor waar niemand ooit ziek is stel je het klimaat neutraal voor en op geen tafel nog vlees en alles woke en alles fijn en alle neuzen dezelfde kant op en nergens nog zielgeno(o)t.

(witregel wegens even op adem komen)

Het is niet alles van poëzie gemaakte poëzie, we hebben de sample horen luiden maar we weten niet waar de soundbite hangt, we stombelen verder, we strompelen vuts, gelukkig raken we verder verloren gelopen, gelukkig is er een afdeling verder al meer rust want we kijken om ons heen en het blaakt er van het paginawit, het spreekt, het zegt: “Wat heel eenvoudig is, de liefde / heeft jou nodig, en jij knikt. // Wat heel gek is, het leven / kan niet zonder jou, en vice versa. // Wat heel logisch is, de natuur / werk in golven. Als het donker is, / wordt het licht. // Wat heel mooi is, de zorg / zorgt ervoor.” en dat vond ik mooi (vooral als ik de laatste regels ironies duidt) (duiding is in het oog van de lezer) (ironie is in het hoofd van de zombie) (de zorg die ervoor zorgt) (en het is afzien in de zorg) (maar het is dankbaar in de zorg) (kom en laten we voor onze voordeur gaan staan en klappen voor de zorg) want dan kan het een lief liefdesgedicht zijn misschien of een gedicht over de dingen die toch gaan zoals ze gaan en de dingen die jou nodig hebben om gezien te worden, het is een kier denk ik, het is een kier naar een andere kier, het is een kier die kiert naar wat kiert naar wat kiert naar wat kiert, zegt Lauwereyns: “Ze kermt zachtjes, / de korenbloemblauwe yukata valt open, // ik schrik, // niet van het glorieuze weelderige schaamhaar / dat ik voor het eerst te zien krijg, / maar van de oranje waterval, / de goudvissenwildgroei die eruit stroomt.”; precies zo, denk ik, is zijn poëzie: glorieus als weelderig vrouwenschaamhaar waar goudvissenwildgroei uit stroomt: de opwinding en de verbijstering: wat het is en wat meer nog het zijn kan: de weelderigheid en wat daaruit stroomt: zoals water stroomt: (“Water, water, water, / water, water, // om in te verdrinken”) zegt nee schrijft nee dicht Lauwereyns: “Ik, nu, neem een douche // Ik, nu, ben het lichaam aan het lezen met water / zonder zout” en dat vind ik mooi en dat een “krengetje” (“mijn krengetje” zelfs) zegt dat iets, wat, het maakt niet uit, waar is “emmers vol waar” ook, of anders “beetjes pijn die net genoeg prikkelen”, ja, zulke beetjes, zulke pijn, zulk prikkelen, zulk net genoeg, dat was de dag dat Mia Doi Todd zich onbehoorlijk diep in mijn gehoorgang boorde; Zombie zoekt zielgeno(o)t bevindt zich niet op het hoogtepunt van het Al maar erin (of ernaast) (of eronder): overal beetjes: overal flarden: en alles steeds heel luid: en alles steeds crescendo: en emmers vol taal: en een wolkenflard van louter mogelijkheid.

En zo, taal razend, raastalig, komt Lauwereyns, en hij alleen, weg met alles wat ik doorgaans vreselijk vind: mijn eigen poëziehoofdzonden. Voorwaar ik zeg u: niets is erger dan elke regel beginnen met een hoofdletter ook al is de zin nog niet afgelopen. Lauwereyns doet het. Voorwaar ik zeg u: niets is erger dan poëzie op rijm. Lauwereyns doet het. Lauwereyns doet het en komt ermee weg. Vooral, denk ik, omdat hij zo niet persifleert dan toch wel pastiesjeert (dat rijm van hem is wel een heel erg sinterklazig flauwrijm b’voorbeeld). Of omdat hij de taallandse literatuurkist maar blijft plunderen, met feesten van angst en pijn en symbolen en cimbalen en een scooter gevolgd door een ladida (al moet ons dat misschien niet per se doen denken aan een lady godiva op een scooter). Of omdat het sterven gulzig kan zijn bij Lauwereyns. Of omdat hij zegt: “Je hoort het, hoe hard je ook maar niet verkiest te luisteren” en ook hoe o en hoe ja en hoe ook ik zo vaak hoor terwijl ik niet luisteren verkies en hoe raak dat geformuleerd hier. Of omdat het kotsen vlot kan zijn na vaarwel, de vrijer tot ware liefde wordt veroordeeld, de maan om vragen blinkt (de maan schijnt feller in de metaverse). Of omdat er woorden zijn als wraaktijgers en leerpaarden en levenschap en sterfkunde. Of omdat Miki ook wel Kroniek van de Schoonheid geheten is. Of omdat Sophie spijt veinsde en lachte. Of omdat Miki. Of omdat Sophie. Of omdat de troubadour steeds weer zingt. Of omdat de meester van schaduwen smalend bromt. Of omdat er woorden zijn. Of omdat van toeten noch blazen bundels verzen vallen te snoeien. Of omdat het verlangen net binnen of buiten bereik hangt te bloeien. Of omdat herhaling hier zoals wel elders zijn schoon werk doet te doen. Of omdat een opsomming als “Lafhartig, leeghoofdig, lichtvaardig, loslippig, luchtledig, laattijdig, / Onmachtig, onmondig, onwaardig, onhandig, onzalig, onzijdig” alles sowieso al fijner maakt. Of omdat het meest ondoordachte maar niettemin (of juist daarom) bekendste filosofiese aforisme van alle tijden hier op elegante wijze wordt gewogen en te licht bevonden: “De gedachte begon zich te denken, niet ergo sum, mijn liefje” (is precies ook wat ik dacht bij denken en wel wat denkt zich). Of omdat Zombie zoekt zielgeno(o)t misschien niet de mooiste bundel is die ik dit jaar las maar toch zeker wel de vrolijkste.


Jan Lauwereyns Zombie zoekt zielgeno(o)t recensie

Zombie zoekt zielgeno(o)t

  • Auteur: Jan Lauwereyns (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 1 juni 2023
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Jan Lauwereyns

Met Zombie zoekt zielgeno(o)t brengt de dichter een onverbloemde hulde aan het Nederlands, ‘Ondergronds, zes voet diep in aarde, regelrechte Zombietaal’. Het doet hem rijmen en klinken als nooit tevoren, compleet onvertaalbaar, naar het toppunt van zijn moedertaal. Het verhaal van een midzomerse infectie blijkt de perfecte gelegenheid om de woorden tot vervoering aan te zetten, om dan zomaar op de bitterzoete waarheid uit te komen: ‘Ik heb je liever dan bloed.’

In een vorig leven als neurofysioloog voerde Jan Lauwereyns allerlei experimenten uit op Japanse apen, terwijl hij zijn geweten suste in het Nederlands. Vandaag heeft hij zelfs medelijden met een stervende pijnboom. Overal ziet hij haarfijne absurditeiten, wat hem soms ook in het Engels en Japans een vreemde nieuwe levenslust geeft. Als werkmier aan de universiteit houdt hij zich des te ijveriger bezig met praktische zorgen voor een minder gruwelijke toekomst. Eerder verschenen van hem bij Koppernik onder meer de romans Iets in ons boog diep en Gehuwde rotsen.

Bijpassende boeken en informatie

Herman Leenders – Het voorland

Herman Leenders Het voorland recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 1 juni 2023 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers het nieuwe boek met gedichten van de Vlaamse dichter Herman Leenders.

Herman Leenders Het voorland recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Het voorland. Het boek is geschreven door Herman Leenders. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe boek met poëzie van de Belgische dichter Herman Leenders.

Herman Leenders Het voorland recensie

Het voorland

  • Auteur: Herman Leenders (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 1 juni 2023
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Herman Leenders

De gedichten van Het voorland spelen zich af tussen duisternis en licht, tussen rampspoed en geluk, daar waar de meeste mensenlevens zich bevinden. Er hangt een onuitgesproken dreiging over deze gedichten maar tegelijkertijd een geruststellende mist van weemoed en tevredenheid. De mens is op weg naar zijn lotsbestemming en leeft ondertussen onwetend, min of meer gelukkig, min of meer onschuldig in het voorland, het grensgebied tussen leven en dood. Elk ogenblik kan alles kantelen, er zijn vele manieren waarop dat kan gebeuren, en ondertussen is er poëzie in het voorportaal.

Herman Leenders (Brugge, 10 mei 1960) publiceerde eerder negen boeken (proza en poëzie) bij De Arbeiderspers. Zijn werk is bekroond met onder andere de Hugues C. Pernath-prijs en de C. Buddingh’-prijs. Zijn laatste roman was God speelt drieband (2017), zijn voorlaatste bundel Overstekend wild (2020).

Bijpassende boeken en informatie

Matthijs de Ridder – Paul van Ostaijen biografie

Matthijs de Ridder Paul van Ostaijen biografie recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 24 april 2023 verschijnt bij Querido Facto / Pelckmans de eerste volwaardige biografie van de Vlaamse dichter Paul van Ostaijen.

Matthijs de Ridder Paul van Ostaijen biografie recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering lezen van de biografie Paul van Ostaijen, De dichter die de wereld wilde veranderen. Het boek is geschreven door Matthijs de Ridder. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de Paul van Ostaijen biografie, geschreven door Matthijs de Ridder.

Matthijs de Ridder Paul van Ostaijen biografie recensie

Paul van Ostaijen

De dichter die de wereld wilde veranderen

  • Schrijver: Matthijs de Ridder (Nederland)
  • Soort boek: biografie
  • Uitgever: Querido Facto / Pelckmans
  • Verschijnt: 24 april 2023
  • Omvang: 904 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 39,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de biografie van dichter Paul van Ostaijen

Paul van Ostaijen was slechts tweeëndertig toen hij in 1928 stierf in een Waals sanatorium. Het oeuvre dat hij in zijn korte bestaan bij elkaar schreef, spreekt een eeuw later nog steeds tot de verbeelding. Hij groeide uit tot een van de meest geliefde dichters uit de Nederlandse letteren.

In deze eerste volwaardige biografie van Paul van Ostaijen wekt Matthijs de Ridder ‘zot polleken’ tot leven. De dichter loopt weer rond in Antwerpen, waar hij het al op jonge leeftijd aan de stok kreeg met zijn leraren. Hij dwaalt door het Berlijn van de expressionisten en dadaïsten en zwerft door België op zoek naar gezonde lucht voor zijn zieke longen.

Zijn leven speelt zich een paar keer in het centrum van de geschiedenis af. Bij de belegering van Antwerpen in 1914 zit Paul van Ostaijen daar als ambtenaar van de stadsdienst Politie en Militie middenin. Vier jaar later is hij ooggetuige van de novemberrevolutie in Berlijn en drukt hij vervolgens zijn stempel op de internationale avant-garde. Als hij één droom heeft, dan is het dat hij met zijn werk de wereld een klein beetje kan beïnvloeden.

Matthijs de Ridder (Apeldoorn, 1979) is literatuurhistoricus en schrijver. Hij bezorgde werk van Louis Paul Boon, Paul van Ostaijen en Gaston Burssens. Hij schreef onder meer het bekroonde Aan Borms (over Willem Elsschot, 2007), Rebelse ritmes (over jazz en literatuur, 2012) en Boem Paukeslag (over Paul van Ostaijens Bezette stad, 2021).

Bijpassende boeken en informatie

Marc Tritsman – Terwijl wij nog slapen

Marc Tritsman Terwijl wij nog slapen recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 6 maart 2023 verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de bundel met nieuwe gedichten van de Belgische dichter Marc Tritsman.

Marc Tritsman Terwijl wij nog slapen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Terwijl we nog slapen. Het boek is geschreven door Marc Tritsman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met nieuwe poëzie van de Vlaamse dichter Marc Tritsman.

Marc Tritsman Terwijl wij nog slapen recensie

Terwijl wij nog slapen

  • Schrijver: Marc Tritsman (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Verschijnt: 6 maart 2023
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel Marc Tritsman

Een verpletterende aanklacht in dichtvorm. Marc Tritsmans roept met urgent, toegankelijk, meeslepend nieuw dichtwerk op tot reflectie, zelfonderzoek en een radicale koerswijziging van de maatschappij. Een niet mis te verstane wake-upcall in een indrukwekkende litanie van ritmische verzen.

Marc Tritsmans (Antwerpen, 11 april 1959) publiceert regelmatig in o.a. Het Liegend KonijnHollands Maandblad en Poëziekrant. Hij won de Herman de Coninckprijs voor de beste dichtbundel en eveneens de Publieksprijs voor het beste gedicht. In 2019 won hij voor de tweede keer de Melopee Poëzieprijs. De bundel Het zingen van de wereld werd vertaald in het Afrikaans.

Bijpassende boeken en informatie

Luuk Gruwez – Balts

Luuk Gruwez Balts recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 21 februari 2023 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe bundel met gedichten van de Vlaamse dichter Luuk Gruwez.

Luuk Gruwez Balts recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Balts. Het boek is geschreven door Luuk Gruwez. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Vlaamse dichter Luuk Gruwez.

Luuk Gruwez Balts recensie

Balts

  • Schrijver: Luuk Gruwez (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 21 februari 2023
  • Omvang: 84 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Luuk Gruwez

In Balts verbindt Luuk Gruwez de beslissende momenten die geboorte en dood markeren – zij het niet noodzakelijk op een deprimerende manier. Ligt er aan ons begin en einde een soort erotisch perpetuum mobile ten grondslag, wat ervoor zorgt dat wat we kunst en cultuur noemen tegelijk een sublimering van biologische impulsen is, waarmee we vervolgens ontkomen aan het besef van terminaal geboren worden? Gruwez onderzoekt het in verzen over liefde en aftakeling en in variaties op oude Franse erotische chansons, culminerend in een epiloog van een dichter die, terug op Ithaka, zijn lier aan de wilgen hangt en zijn geslacht opbergt in zijn pantalon.

Bijpassende boeken en informatie

Koenraad Goudeseune – Nagelaten gedichten

Koenraad Goudeseune Nagelaten gedichten recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 22 februari 2022 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact het boek met nagelaten gedichten van de Vlaamse dichter en schrijver Koenraad Goudeseune die in 2020 is overleden.

Koenraad Goudeseune Nagelaten gedichten recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Nagelaten gedichten. Het gedicht is geschreven door Koenraad Goudeseune. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit laatste boek met nieuwe gedichten van de in 2020 overleden Belgische dichter en schrijver.

Koenraad Goudeseune Nagelaten gedichten Recensie

Nagelaten gedichten

  • Schrijver: Koenraad Goudeseune (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Omvang: 94 pagina’s
  • Verschijnt: 22 februari 2022
  • Prijs: 20 – € 25
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de laatste dichtbundel van Koenraad Goudeseune

‘Nagelaten gedichten’ van Koenraad Goudeseune (1965-2020) bevat een keuze van vijftig uit honderd nagelaten sonnetten, aangevuld met 21 sonnetten met de titel ‘Laatste woorden’, die hij in het licht van de naderende dood schreef. Koenraad Goudeseune was de schrijver van negen dichtbundels, twee verhalenbundels, drie brievenboeken en een roman. Zijn schrijversloopbaan omvatte bijna dertig jaar. Om in zijn onderhoud te voorzien werkte Goudeseune onder meer als kelner, taxichauffeur, nachtwaker, arbeider en chauffeur op het kabinet van de federale minister van Economie. Zijn ervaringen tijdens die tijdelijke baantjes kwamen op een of andere manier in zijn werk terecht, dat bekendstaat om z’n ironie en sarcasme en waarin miskenning en mislukking centraal staan, maar dat een volstrekt unieke plaats inneemt binnen de Vlaamse en Nederlandse letteren. De bundel werd ingeleid door Benno Barnard en Rob Schouten.

Bijpassende boeken en informatie

Peter Theunynck – Hoogliederen

Peter Theunynck Hoogliederen Recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe bundel met gedichten. Op 14 maart 2022 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek de nieuwe dichtbundel van de Vlaamse dichter Peter Theunynck.

Peter Theunynck Hoogliederen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de poëziebundel Hoogliederen. Het boek is geschreven door Peter Theunynck. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Belgische dichter Peter Theunynck.

Peter Theunynck Hoogliederen recensie

Hoogliederen

  • Schrijver: Peter Theunynck (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Wereldbibliotheek
  • Verschijnt: 14 maart 2022
  • Omvang: 95 pagina’s
  • Prijs: € 20 – € 25
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe bundel met gedichten van Peter Theunynck

Het laatste woord over de liefde is nog niet gezegd. In Hoogliederen bekijkt Peter Theunynck dit eeuwige fenomeen van alle kanten. Liefde is overal: in het nieuws, op You-Tube, in de platenkast, in het boek der boeken… Theunynck laat zijn licht schijnen over legendarische lovers als Abelard en Héloise, Fausto Coppi en de mysterieuze Dama Bianca en zelfs John F. Kennedy en Marilyn Monroe. Tegelijkertijd zoekt hij de grenzen van het thema op. De liefde van ouders voor hun kind heet immers onvoorwaardelijk te zijn. Maar is dat ook zo als het kind liever niet zou willen leven? En wat als de liefde van een planeet voor haar bewoners onbeantwoord blijft? In Hoogliederen bezingt Peter Theunynck in bezwerende verzen het liefdesleven van de mensheid tot nu toe.

Bijpassende boeken en informatie

Paul Demets – De bijendans

Paul Demets De bijendans recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Vlaamse dichtbundel. Op 25 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de bundel met nieuwe poëzie van de Belgische dichter Paul Demets.

Paul Demets De bijendans recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel De bijendans. Het boek is geschreven door Paul Demets. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met nieuwe poëzie van de Vlaamse dichter Paul Demets.

Paul Demets De bijendans Recensie

De bijendans

  • Schrijver: Paul Demets (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 25 januari 2022
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Paul Demets

We leven in een verwarrende tijd. Alt-right probeert online zijn extreme ideeën wit te wassen, om op die manier meer gehoor te vinden. Links zoekt naar een nieuwe adem, lijkt zichzelf kwijt te zijn en neemt soms rechtse standpunten in bij de zoektocht zichzelf terug te vinden. Een impasse, terwijl zich ondertussen rampen voltrekken die hun weerga niet kennen. Het klimaat warmt op en het recht van de mens op zelfbeschikking staat op gespannen voet met de afbladderende privacy. We kijken weg terwijl we zelf dreigen te verdwijnen.

In De bijendans schetst Paul Demets de diepgaande mutatie van onze verhouding tot de wereld en tot onszelf. In zijn zintuiglijke gedichten laat hij stemmen aan het woord die we liever niet horen, maar biedt hij ook een alternatief, waarbij mens en natuur samengaan. Want wie goed naar de dieren kijkt, kan nog een hoop leren.

Bijpassende boeken en informatie

Bart Plouvier – De zon regent koperen spijkers

Bart Plouvier De zon regent koperen spijkers. Mariekerkse gedichten recensie en informatie over de nieuwe Vlaamse gedichtenbundel. Op 25 mei 2021 verschijnt bij uitgeverij Vrijdag het nieuwe boek met gedichten van de Vlaamse dichter Bart Plouvier.

Bart Plouvier De zon regent koperen spijkers recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de gedichtenbundel De zon regent koperen spijkers. Het boek is geschreven door Bart Plouvier. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de bundel met gedichten van de Vlaamse schrijver Bart Plouvier.

Bart Plouvier De zon regent koperen spijkers Recensie

De zon regent koperen spijkers

Mariekerkse gedichten

  • Schrijver: Bart Plouvier (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 25 mei 2021
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de bundel met nieuwe gedichten van Bart Plouvier

Bart Plouvier verrast met een nieuwe serene en klassiek gecomponeerde verzen. Weemoedig, strak, nostalgisch.

Zomerwandeling

Ik loop langs de stroom,
de zon regent koperen spijkers,
pint mij vast op ’t asfalt op de dijk;
ik roep, alleen de vogels reageren:
in de top van een kastanjeboom
tussen ’t slib en in een eik
langs de floue rand van ’t bos.
Pas als het koper koud en water wordt,
kom ik langzaam los.

Bijpassende boeken en informatie

Paul van Ostaijen – Bezette stad

Paul van Ostaijen Bezette stad recensie en informatie dichtbundel uit 1921. Op deze pagina is de recensie te lezen van Tim Donker van de dichtbundel Bezette stad van Paul van Ostaijen. Bovendien besteedt hij aandacht aan twee door dit boek geïnspireerde boeken van Matthijs de Ridder – Boem Paukeslag en Matthijs de Ridder en Willem Bongers-Dek – Besmette stad.

Paul van Ostaijen Bezette stad recensie en informatie

Recensie van Tim Donker

Paul van Ostaijen Bezette stad Recensie boek uit 1921

Bezette stad

  • Schrijver: Paul van Ostaijen (Belgie)
  • Soort boek: gedichten
  • Eerste druk: 1921
  • Uitgever heruitgave: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 25 maart 2021
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Laten we zeggen dat dat honderd jaar geleden is. Laten we dat zeggen want het is ook honderd jaar geleden. Laten we het daarom klassiek noemen. Zegt iemand: klassiek is wat levenskrachtig is. Ofnee. Komen we af met een term als historisch. De historische avantgarde noemt sij dat. Goeje term enerzijds wel. Zeg nu zelf. Hoe strijdbaar Van Ostaijen was, en hoe idealistisch – en hoe hij dat in zijn werk wilde laten meeklinken. Zegt Hector-Jan Loreis: nieuwe roman is nieuwe filosofie. Dat ging dan misschien over de nouveau roman maar voor het werk van Van Ostaijen (alsmede van vele anderen van de “historische” avantgarde) is het er evenmin naast. Nieuwe gedachten vroegen om nieuwe vormen. Nieuwe vormen om oude tijden op te blazen en zo de weg vrij te krijgen voor nieuwe tijden. Zegt iemand: God geve dat wij staatsgevaarlijk weze. Goed dat het een militaire term is. Niet goed dat het een militaire term is. Kan Buelens zeggen: wij verkennen nu hier deze plek, opdat anderen hier later ook zouden kunnen komen. Humja. Maar stel je voor dat je jazzer bent. Je bent niet zo’n hele interessante jazzer misschien. Maar je blaast al eens een trashmetalliedje op je sax. En je laat je sax al eens op je kin balanseren. En dan blijkt dat de sax op de kin of Angel of Death uit de sax toch niet goed is om schokgolven teweeg te brengen. Dan kun je nog altijd lachen met avantgarde. En heel bueleniaans zeggen dat die avantgardisten maar een stel sukkelaars was dat misschien maar een fractie eerder rondhing waar later velen rondhingen te hangen. Of stel je voor dat je Kundera bent. Je kunt nog altijd Kundera zijn. Je kunt nog altijd Kundera worden. Je bent Kundera en je zegt dat avantgardisten vuile lafaards waren omdat ze laaghartig flirtten met een zekere overwinnaar: de toekomst. En dit hier is mijn probleem. Dit is mijn probleem met de militaire achtergrond van het begrip avantgarde. Ik peins mij een avantgarde zonder ruimtelijke en temporele invulling. Ik peins me dit.

Dat misschien niet elke avantgardist school heeft willen maken. Dat misschien niet elke avantgardist zonodig volgelingen behoefde. Dat er misschien ook avantgardisten waren zonder glazen bol. Dat misschien niet elke avantgardist de toekomst had gezien; gezien had welke stijlen in de toekomst gevierd zouden worden om het dan alvast nú te gaan maken opdat zij later als Ziener gezien zouden worden. Ergens wordt het hier totaal infantiel. Ik stel mij de mogelijkheid tot experimenteren voor, zonder de ballast van de militaire term. Een zoeken naar nieuwe vormen, misschien, omdat je in de oude vormen niet gezegd krijgt wat je zeggen wou. Er zit altijd iets politieks in de grensoverschrijding. Experimenteren is altijd een daad. Maar het kan ook een puur individuele daad zijn. De avantgardist als eenling die er niet om malen zal dat hij geen volgelingen hebben zal. Die op zijn eigen individuele manier spreken wil, zonder de ketenen van de tradisie en zonder de verantwoordelijkheid dat hij een pad effenen moet voor anderen.

(de simplistiese idee dat er een garde is en een avantgarde, p’sies gelijk ons toen we in de schoelje moesten varen gaan werd verteld dat er leiders en volgers waren & anders niets, en ik zat, zat aan, zat aan tafeltje en keek en ik zag volgers en ik zag leiders en ik zag ook figuren die geen van beiden waren maar zich naast of onder of boven de groep bevonden, niet per se alleen, niet per se geïsoleerd maar wel buiten de groepsdynamiek; misschien plauderen wij beter van een voor de garde en een naast de garde en een terzijde de garde en een onder de garde en een boven de garde en een lichtjaren van de garde vandaan en niks met heel de garde te maken hebbende)

Neem het onderhavige werk. Bezette stad. Het is nog altijd een uniek werk, en ook honderd jaar later zullen er nog veel lezers zijn die het niet snappen of het misschien zelfs geen poëzie vinden. Het spreekt een zo krachtige taal dat het nu nog altijd van de bladzijden spat. Poëzie is woordkunst, zei Van Ostaijen ooit. In Bezette stad lijkt vooral het woord tot kunst verheven te zijn. Ik wil, voor ik lezen ga, eerst en vooral kijken naar Bezette stad. Kijken naar de bladzijden. Kijken naar de typografie. Kijken naar de wisseling in corpsgrootte, kijken naar de verschillende lettertypes. Hoeveel boeken kent u die u veel, zeer veel kijkgenot verschaffen nog vóór het (te verwachten) leesgenot? En dan is er nóg een komponent: muzikaliteit! Bezette stad oogt ritmies, oogt muzikaal. Wow. Ja. Je kunt het boek ook horen voor je het leest. Ik dacht een flard Stravinsky te horen, ik lieg niet (nog zoiets trouwens, ik ken iemand die Le Sacre du Printemps nog steeds als onbeluisterbare herrie ziet).

Laat het beginnen met laweit. (zacht lawijd). Laat het beginnen op een punt in de geschiedenis. Laat het iets historisch zijn, een zeppelin boven Antwerpen bijvoorbeeld. Laten we beginnen op een punt in de geschiedenis, laat het iets groots zijn, waarom niet iets groots. Iets als de eerste wereldoorlog misschien. Iets als een zeppelin boven Antwerpen misschien. Iets als een bom misschien. Zodat het begint met laweit. (zacht lawijd). Altijd begint alles met laweit, altijd begint alles met een bom.

De eerste wereldoorlog is in Nederland denkelijk niet de bekendste der wereldoorlogen. Hier voor u beschreven, hier voor u door Van Ostaijen beschreven, direkt, levend. Of niet meteen direkt en niet meteen levend: Van Ostaijen schreef Bezette stad toen hij in Berlijn woonde, en de eerste wereldoorlog al afgelopen was. En ik lees het, op een punt in de geschiedenis, ik lees dit in Vleuten op het punt in de geschiedenis dat het ausradieren der oningeënten niet meer ver af is (geen seconde getwijfeld!) (opdat ik er geen meer kan aansteken die daar minder goed tegen kan) (die daar minder goed tegen kan) (want we doen het voor elkaar) (voor elkaar voor elkaar) (er is geen punt in de geschiedenis waarop we zo ontzettend solidair met elkaar zijn geweest) (we doen het samen) (en wie anders denkt kan henen gaan) (wees niet die eigenwijze Nederlander) (geen seconde getwijfeld) (iemand anders die daar minder goed tegen kan).

De eerste wereldoorlog. En jazz. En film. En sex. En ellende. En explosies. En dans. Een dans in explosieve poëzie. Zegt Paul Neuhuys: Tussen het statigen en de boulevards schitteren de cinema’s, en de cinema’s die had Van Ostaijen ook zien schitteren. Bezette stad barst van de filmverwijzingen. De wijze waarop film, jazz, dans en het uiterst beweeglijke taalgebruik van Van Ostaijen samenkomen maakt dat het oorlogsgeweld in eerste instantie bijna orgastisch aandoet. Er is sprake van “kanoncoïtus” en van “knal knal kneppert klettert knepperen klettert knallen / muziek luchtverplaatsing in Zut majeur / en contrapunt / Vluchtverplaatsing in Zut mineur / bommen knallen / en de obus bust zich in een huis / (record spoedbestelling) / gaat huis in vlam / flakkeren van vlam vóór maan / maan voor de Vlam / vlam / maan / VLAM / de STad STaat STil”.

Of misschien is de sexualisering een manier om de perversiteit van de situatie te benadrukken? “EUROPA volgens EROTISCHE BEDDINGEN / wij kennen Europa zó lang zó lang / gerekt uitgestrekt vlak en in de hoogte / geologies / stroombekken / politiek / commerciëel / en dat alles en dat alles / naar / deze EROTIESE KAART is een noodzakelijkheid”.

De noodwendigheid der dingen in een groots, onontkoombaar SAMEN. (zie het ziekelijke coronopaspoort) (het ausradieren der oningeënten kan een aanvang nemen) (geen seconde getwijfeld) (een ander die daar minder goed tegen kan) (darf ich ihnen ausweis sehen?)

Misschien verwachtte de flamingant Van Ostaijen wel dat er  een ander soort SAMEN zou voortkomen uit deze oorlog. Vernieling om een nieuwe opbouw mogelijk te maken. Als we hem volgen van een “bedreigde stad” over een “bezette stad” naar “de aftocht” (inval – bezetting -aftocht) lijkt verwoesting echter voornamelijk verwoesting te hebben gebracht. “de overwinning is aan diegene die het meest mizerie kan lijden” heet het, en “de bezetting houdt op / de bezetting begint”; “alles is zonder zin / nu”; “leve de gekrepeerden”.

Bezette stad is het indringende verslag van een oorlog; het is ook Van Ostaijens verslag van een oorlog. Dat geeft de nodige ruimte bij het lezen. Het is mogelijk om die boek puur historisch te lezen. Een jongeman maakt een oorlog mee. Ofnee. Een jongeman maakt de eerste wereldoorlog mee, in Nederland -als ik zei- niet meteen de bekendste van de twee wereldoorlogen. Je kunt iets leren over de eerste wereldoorlog; je kunt iets leren over hoe een jongmens -een activistisch jongmens- als Van Ostaijen de eerste wereldoorlog (en in het bijzonder de bezetting van Antwerpen) beleefd heeft. Je gaat dat in je eentje niet allemaal kunnen vatten; je gaat niet alle (film)verwijzingen en alle historische subtiliteiten vatten. Maar er is hoop. Matthijs de Ridder schreef Boem Paukeslag. Daarin pluist hij Bezette stad grondig uit, en verklaart het onverklaarbare. Ik kom nog te spreken over De Ridder en over Boem Paukeslag; ik kom er nog over te spreken.

Misschien ben je geen historicus. Misschien maakte je geen oorlog mee (zegt Herman Brusselmans: iedereen heeft een oorlog meegemaakt). Misschien lees je dit op een punt in de geschiedenis waarop het ausradieren van de oningeënten (geen seconde getwijfeld) niet meer veraf is, en herken je toch iets in de onvrijheden die Van Ostaijen hier beschrijft. Dan is er Besmette stad, waarin f’domme diezelfde Matthijs de Ridder samen met Willem Bongers-Dek vijfenzestig kunstenaars vanuit hun tijd heeft laten reageren op Bezette stad. Of je leest gewoon het werk van Van Ostaijen nog een keer, maar dan met je ogen van nu. Want ook dat is mogelijk: in woorden van toen, het gebeuren van nu ontmoeten.

Tot slot vind ik het geenszins van oppervlakkigheid of denkluiheid getuigen om Bezette stad puur als (experimenteel) kunstwerk te benaderen. Het grote formaat dat Boom dit boek gegund heeft komt hier van pas: ik kende Bezette stad eigenlijk alleen op klein formaat in de Verzamelde poëzie uit 1963, waar het toch minder tot spreken komt. Het gaat hier om een grootse taal ommers; een taal die uit zijn voegen barst, woorden die overheen heel de pagina lopen, woorden die zich opblazen, woorden die leeglopen, slagvaardige woorden en moegestreden woorden: ook nu is het nog opwindend om te lezen (zien?). Ook nu is het nog “nieuw”; ook nu is het nog een avontuur; ook nu nog kent het zijn gelijke niet; ook nu nog in staat om hoogstpersoonlijke assoosjasies bij de lezer te evokeren. Dadaïstische wortkunst, w’rom niet; “sprachskepsis”: de wereld is niet in woorden te vatten, dierhalve zijn woorden alleen maar interessant als “associatieruimte”; in nieuwe -eventueel ongrammaticale- samenhangen nieuwe betekenissen genereren (nieuwe roman is nieuwe filosofie); Paul van Ostaijen zelve zou hier misschien gruwelen maar we hoeven niet te lezen met de ogen van de schrijver en zelfs niet met diens goedvinden (of de schrijver nu nog in leven is of niet). Ik dacht aan August Stramm en ik denk heus niet dagelijks aan August Stramm.

Mogelijk dat het mogelijk is dat alle drie de leesniveaus tegelijk kunnen opgaan (de historische, de hedendaagse en de kunstzinnige) of anders wel na elkaar: Bezette stad is een boek dat uitnodigt tot herlezen. En iedere keer dat je het leest, zul je een ander boek lezen (ja ik weet wel je kunt ook niet twee keer in dezelfde rivier stappen maar dit is toch anders).

Besmette stad Recensie

Besmette Stad

Vijfenzestig kunstenaars antwoorden op Bezette stad van Paul van Ostaijen

  • Redactie: Matthijs de Ridder, Willem Bongers-Dek
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: Pelckmans Uitgevers
  • Verschijnt: 15 februari 2021
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback 
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

En dit is ook veel. Is ook veel bijvoorbeeld Jeroen Olyslaegers (hee ik dacht dat die al dood was trouwens?) (wie is er dan dood dan?), is ook veel waarbij, hoe noem je dat?, dada, cut-up, kollaazje, praat van radio of op straat of op facebook (bestaat dat nog dan?) of whatsapp, is ook veel van wat een moderne dag Paul van Ostaijen gedaan zou hebben (maar kon die verschrikkelijke engerd van een Marc van Ranst er niet nog wat erg van langs krijgen, Jeroen?, er was van langser misschien). En is ook veel, is Betül Sefika en Maarten van der Graaff (nee niet die van die generator) (die was zonder r) (ach Peter Hammil) (een luis is geen thuis) (ach Nick Pearne) (ook hij nu dood) & bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Yves Coussement zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Ruben van Gogh zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Dean Bowen zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Xavier Roelens zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Onno Kosters zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Nick Swarth zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Peter Smink zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Peter van Lier zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Veva Leye zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Joshua Clover zijn (waarom niet? die schreef al eens over Antwerpen, toch?). Want ik bedoel zoals het spat. Ik bedoel zoals het loopt. Overheen de pagina. Nee. Van de pagina af. Want dat is een ander ding met poëzie: het wil helemaal niet op een stomme pagina staan te staan, het wil daar van af. Het wil bij u zijn. Poëzie wil alleen bij u zijn. U die de lezer is. En het is waar dat het uit zijn voegen barst. En hoe het barst. Deze vierkante decimeter (te verleggen) (o & het is raden naar).

Deze volte. Deze volheid. Dit volle. Hoe het beweegt overheen en ook buiten pagina’s. Soms is het misschien een beetje vanostaijentje spelen, dan denkt een mens bijna Maar Bezette stad is beter (het oude werk is beter) (vroeger was het beter) (ik vind de vroege Angelique beter dan de latere Angelique) (ik hield van de Angelique van vroeger maar zulk een trezebees als die Angelique van nu is) (vooral toen ze begon te zagen dat ze zich zo schaamde dat ze de coronaregels eerst niet serieus nam & toen kreeg ze corona) (en nu schaamt ze zich dat ze ooit een collega in zijn gezicht uitlachte omdat hij haar verweet dat ze zich niet aan de 1,5 m regel hield). Maar. Neen. Vaak is het echt, en echt mooi.

Zoals. Lisa Weeda (ik ken haar niet) met het lichtelijk vervreemdende 1914, 16 over een van een kopje afgebroken oortje dat door een soldaat tot ring vermaakt is – alles gezien vanuit het standpunt van het kopje dan oortje dan ring.

Of Nele Eeckhout en Pete Wu (ik ken hen niet) wier Rauwstad helaas wel hier en daar ontsierd wordt door een afgrijselijk, werkelijk afzichtelijke zin als “De geur van gemorste whiskey penseelde zich uit zijn baard en zwelde in zijn aan als een vals strijkkwartet”, of, erger nog (ja het kan nog erger): “Nacht maakte langzaam plaats voor dageraad, terwijl hij wachtte tot het verleden hem bedolf als een vallende pudding.” (als een vallende pudding? als een vallende pudding?? is dat een poging tot absurdisme ofzo, of moeten we er gewoon maar mee lachen misschien) (mijn zesjarige dochter lacht denkelijk wel met vallende puddings) (maar het is nog niet eens de allerlelijkste zin uit dit boek. de allerlelijkste zin uit dit boek, en het moet zijn dat ze er een prijsvraag over hebben gehouden, het moet zijn dat het expres gedaan is, want de allerlelijkste zin uit het boek (op naam van Benno Barnard) luidt: “Dada heeft mijn gedicht geneukt.”. echt waar. dat durft die Benno Barnard na zijn zestiende nog met droge ogen schrijven) (ik heb het dada gevraagd trouwens en dada weet van niets).

Of De miniatuur van Hester van Gent (ik ken haar niet), wat een soort mengeling is van Kafka, Karin Boye en Toon Tellegen met hinten Tomaka Shibasaki en Kobo Abe; een wonderlijke dystopie, even sprookjesachtig en lief als het grauw, troosteloos en beklemmend is; bol staand van de allermooiste beelden die een menselijk wezen ooit opgedacht heeft sinds het ontstaan van de aarde ja WOW!, De miniatuur alleen al maakt Besmette Stad het aanschaffen meer dan waard.

Of Opdracht aan Mevrouw Weetikveel van Sanneke van Hassel en Annelies Verbeke (ik ken hen niet).

Of Woe-Han van Jeroen Olyslaegers ofnee wacht die noemde ik al.

(het is ook zoveel. dit boek is ook zoveel)

Of dat zelfs Besmette stad/Bedreigde stad van Lucky Fonz III niet half slecht is (zelfs?) (wat heb jij tegen Lucky Fonz III) (ik weet het niet iets in die gast staat me gewoon niet aan) (maar ik heb wel een cd van hem in mijn cdkast en die cd vind ik geeneens half slecht ofzo) (maar ik weet ook niet altijd goed genoeg zeggen waarom mensen me wél aanstaan eigenlijk).

Of Essentiële verplaatsing van Betül Sefika en Maarten van der Graaff ofnee wacht die noemde ik al.

(het is ook zoveel. dit boek is ook zoveel)

Of . deze vakantie er zelf eentje in elkaar knutselen van Tsead Bruinja.

Of Slipstream van Maxime Garcia Diaz (die ken ik niet).

Of Holle haven van Gaea Schoeters (die ken ik niet).

Of Morgen gaan we in lockdown van Aya Sabi (die ken ik niet).

Of Projectieve meetkunde van Iduna Paalman (die ken ik niet) (veel mensen hier ken ik niet) (ik ken hier niemand) (nee) (de meerderheid hier ken ik niet) (nee) (ik ken de helft niet) (nee) (veel mensen hier ken ik niet).

Of Plons van Mandula van den Berg (die ken ik niet).

Of Nietsomhanden van Babs Gons (die ken ik niet).

Of Nietsomhanden van Maud Vanhauwaert (die ken ik niet).

Of Drop-D van Asha Karami (die ken ik niet).

Of drie gesprekken aan een plein in een stad in lockdown van Leen Verheyen (die ken ik niet).

Of Het ge______sprek van Andy Kipple (hee maar die kennen we toch) (hee maar die gesprek kennen we toch) (hee maar Andy Kipple is toch Chiel Zwinkels en Jeroen van Rooij) (toen ik het las toen bij Het Balanseer toen had ik de Van Ostaijen-relatie niet direkt geraden eigenlijk) (ik raad nooit iets) (naar het schijnt bestaat er ook nog een op muziek gezette versie van dit gesprek) (silencio) (MJOEZIEK) (keer terug naar het elixer) (ontmoet de mentor) (en geef de dichter ook wat) (en de tijd in crescendo) (swoesj!) (elixer gietend gorgelend) (en de tijd in crescendo en Ornette Coleman op de stereo) (see op beeld) (see laat een plaat vallen) (don’t let the beat drop)

De brieven van Jozef Otten aan “Pol” van Ostaijen waar Koen Peeters mee afkomt, zijn ontroerend, innemend en schoon. Zijn die brieven authentiek? (op internet vind ik enkel een slager die Jozef Otten heet) (in Lanaken zit die) (op de Henri Dunantstraat) (nummer 10) (en Jo Otten, die ken ik wel) (van Bed en wereld weet u nog wel?) (uit 1932) (zouden de brieven mojer zijn als ze echt zijn?) (zou het jammer zijn als blijken zou dat Koen Peeters ze gefingeerd heeft) (ik weet het niet) (en het doet er ook niet toe).

Besmette Stad is een vol, een groot, een mooi boek. Een boek dat raakt, een boek dat krachtig spreken kan. Een boek dat ik bij vlagen nóg mojer vind (maar vertel het niet door) dan Bezette stad.

Matthijs De Ridder BOEM Paukeslag Recensie

BOEM Paukeslag

Op strooptocht door Paul van Ostaijens Bezette stad

  • Schrijver: Matthijs de Ridder (België)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Pelckmans Uitgevers
  • Verschijnt: 15 februari 2021
  • Omvang: 324 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Doch eigenlijk hou ik hier niet zo van. De man die het ons allemaal eens vertellen zou. Hoe het zit. Hoe het allemaal zit met dit boek of deze film of dat schilderij. Hoe we ernaar kijken moeten, hoe we het lezen moeten, wat we hadden moet oppikken, wat we waarschijnlijk allemaal gemist hebben. Deze verwijzing. Dat detail. Die ene zin of die andere, op die ene pagina. Of die andere.

Zei Ray Loriga ooit (ik sieteer uit mijn hoofd want hij zei het in een interview in een blad dat ik niet meer heb of nooit gehad heb om mee te beginnen) dat iedereen die denkt een ander iets bij te kunnen brengen per definitie niet deugt. Dat ging over onderwijzers geloof ik. En inderdaad: iedereen die van verre of nabij betrokken is bij een onderwijsinstelling deugt niet maar zo straf als Loriga het uitdrukte zou ik het niet willen stellen. Maar snappen doe ik hem wel. Het gaat om werelden uit iemand halen om er je eigen wereld voor in de plaats te stellen.

Hoe mooi kunst is. Is dat het open is. Is dat het in elk hoofd andere dingen doet. Is dat het verbindingen aangaat met wat er in het hoofd is, en in elk hoofd zit weer wat anders. Moet je dat kapot maken? Moet je dat er allemaal uitgooien om ervoor in de plaats te zetten: de van nu af aan enige juiste manier om Bezette stad te lezen? Ik weet het niet. Ik wil denk ik met mijn eigen ogen Bezette stad lezen; niet met die van Matthijs de Ridder. Ik hoef niet perse te weten waarover al die liedjes gaan die Van Ostaijen noemt; ik hoef niet perse te weten waarom de N in het zeppelin-vormige woord zeppelin omgedraaid is; ik hoef niet zo nodig opmerkzaam te zijn op de vele boogvormen in Bezette stad. Wat meer is: ik hoef niet alles te begrijpen. Onbegrip is goed, vooral in poëzie. Een dichter hoeft natuurlijk helemaal niks, maar als ik ooit na een slag van de molen zou gaan roepen dat “De poëzie maar één taak heeft” dan zou “in verwarring brengen” het minst erge vervolg van die zin zijn.

Boem Paukeslag is dikker dan het werk waar het over gaat. De Ridder neemt de tijd. Hij begint “een kleine maand voordat Paul van Ostaijen aan Bezette stad begon”. Wie dit boek leest als achtergrondinformatie bij Bezette stad of als naslagwerk raadpleegt om een bepaalde voor hem onheldere passage uit dit uit zijn voegen barstende poëem, moet over lange adem beschikken. Een index of register mankeert, dus iets opzoeken of iets teruglezen is lastig. Er is eigenlijk maar één weg doorheen Boem Paukeslag en dat is van begin naar eind.

Misschien moet je het werk van Matthijs de Ridder zelfs wel los zien van het werk van Paul van Ostaijen. Sterker nog: misschien moet je Bezette stad niet gelezen hebben om Boem Paukeslag ten volle te kunnen smaken. De Ridder schetst op onnavolgbare wijze -want dat hij onderhoudend kan schrijven bewees hij al in nY- een tijdsbeeld. Van een kapotte metropool in een kapotte tijd. Van vroege avantgarde. Van dada, kubisme, futurisme. Van een uitgeweken revolutionair, een zoekend jongmens dat zich niet wilde “neerleggen bij het nieuwe […] normaal”, zoals De Ridder dat ergens noemt (en zoiets kan, dat weet elkendeen die mij ook maar een beetje kent, meteen op mijn volle sympathie rekenen).

Bovenal is het de ontstaansgeschiedenis van een boek. Een boek dat ik mooi vind, een boek dat ik heel erg mooi vind. Maar je hoeft het boek niet mooi te vinden om de ontstaansgeschiedenis mooi te vinden. Meer dan driehonderd pagina’s pende De Ridder en het leest rap. En het goede is, ik denk dat ik niet eens heel anders over Bezette stad of Paul van Ostaijen ben gaan denken. Boem Paukeslag is gewoon een lezenswaardig boek voor iedereen die zich interesseert voor geschiedenis, literatuur, oorlog, sociologie of de aloude menselijke zoektocht naar verlossing.

Bijpassende boeken en informatie