Tag archieven: Virginia Woolf

Virginia Woolf – Over ziek zijn

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie en informatie tekst uit 1926 van de Engelse schrijfster, aangevuld met bijdragen van de auteurs Alexandra Philippa, Babs Gons, Jameisha Prescod, Jan van Mersbergen, Lieke Marsman, Marijn Sikken, Marit Pilage, Maureen Ghazal, Michaël Van Remoortere, Nadia de Vries, Stef Hulskamp en Yasmin Namavar. Op 5 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet dit boek met essays over ziek zijn. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave. Bovendien is het boek gerecenseerd door een van onze redacteuren.

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie van Tim Donker

Er was een paus voor nodig, en iemand die ik niet kende. Maar misschien ook mijn moeder een beetje.

Het begon met een vrouw. Het begint verdorie altijd met een vrouw. Het was zomaar een vrouw, het was een hele speciale vrouw, er waren dingen en gesprekken, het maakte niet zoveel uit dat zij getrouwd was, en ik zo goed als toen (en later echt) (maar bij toen hadden die vrouw en ik allang ruzie en zagen we elkaar nooit meer), ik kon het alleen niet zo goed aanhoren als ze over haar man begon want ik wilde, voor de duur van onze gesprekken dan toch, de enige man in de hele wereld zijn voor haar. Op een dag vertelde ze van een essay, geschreven door haar man. Over de paus. Zo’n mooi essay als hij geschreven had, zei ze, en ik voelde mijn ergernis reeds groeien. Het ging over de paus, er was een paus in die dagen, een paus die ziek was, een paus die langzaamaan aftakelde, maar paus bleef, en als paus zichtbaar, je kon hem zien, op teevee, trillend, bibberend, murmelend, en dat was iets waar om gelachen werd. Niet alleen door de meeste mensen, de meeste mensen lachen om alles, en ook niet alleen door cabaretiers, de meeste cabaretiers zijn dom genoeg om vooral te spotten met dingen waar de meeste mensen om zullen lachen, maar eigenlijk wel door iedereen. Ook ik had me afgevraagd of die man niet beter ophield paus te zijn, misschien had ik er zelfs wel eens een grap in gezien door een vergelijking te trekken tussen een zieke paus en de deplorabele staat van het gristendom. En daar had haar man een essay over geschreven. Ik wilde al wat gaan zeggen. In zijn essay, zo ging de vrouw verder, keerde haar man zich tegen de lachers. De spotters. De haters. Hij zag er juist iets nobels in, iets moois, om zijn aftakeling, zijn ziekte te dragen en te tonen. Zich daar niet voor te schamen maar rechtop (nuja bij wijze van spreken dan) zijn levenseinde tegemoet te gaan. Iedereen gaat dood, iedereen wordt naar het einde toe steeds een beetje verder afgebroken, waarom moet dat verborgen blijven, waarom niet, openlijk, lijden?

En ik zweeg. Ik had zo graag gewild dat het om een idiote mening zou gaan, om iets wat ik met twee woorden van tafel had kunnen vegen, maar die dag moest ik mijn meerdere in hem erkennen. Hij had de vinger gelegd op een plek die ik niet had willen zien. Ineens dacht ik aan mijn moeder. Van toen we net in Eindhoven woonden, en een nogal vormelijke buurvrouw hadden. Die heel sjiek was of in ieder geval graag het idee had dat ze heel erg sjiek was. Mijn moeder vergeleek haar altijd met een personage uit een Britse comedyserie. Op enig moment werd de buurman ziek. Erg ziek. Alzheimer. Buurvrouw bracht haar man naar een tehuis en keek er niet veel meer naar om. Zei mijn moeder, ik lette niet zo op die dingen, we woonden net in Eindhoven, de grootstad zowaar, toch wel vergeleken bij het dorp waar we vandaan kwamen, en voor het eerst in mijn leven had ik vrienden, ik was niet vaak thuis, ik ging uit, ik ging dingen doen met vrienden, ik was al bijna gelukkig, in ieder geval te zorgeloos om veel met de buren bezig te zijn. Maar mijn moeder wist het wel, wat daar wel gebeurde en wat er niet gebeurde, ze wist dat buurvrouw haar man een beetje aan zijn lot overliet, en ze wist ook waarom. “Die man gaat dood,” zei ze, “en dat is niet sjiek. Je kunt niet sjiek doodgaan.” Het werden gevleugelde woorden bij ons thuis, die nog vaak herhaald werden: “Doodgaan is niet sjiek.”

En aan doodgaan dacht ik, en aan sjiek zijn, en aan lijden, en aftakeling, en ziekte, en waarom we toch zo’n diepgewortelde neiging hebben om ervan weg te kijken, het uit het blikveld te willen hebben, ouderen en zwakken het recht op een podium liever ontzeggen. “Die is daar te oud voor”, “Die is toch veel te ziek”, “Die moet zo langzamerhand eens ophouden”. Zulke uitspraken. Daarover dacht ik na, maar daar was wel een paus voor nodig. En iemand die ik niet kende. En misschien ook mijn moeder een beetje.

Een virus later begon ik nog scherper te zien. Zonder de diskussie over covid opnieuw op scherp te willen zetten, wil ik toch doen opmerken dat één van de dingen die mij verbijsterden dit was: een virus -hoe gevaarlijk of niet, dat wil ik nu even niet aan de orde stellen- is klaarblijkelijk voor bijna iedereen in de hele wereld een supergoede reden om het totalitarisme te installeren. Van de ene op de andere dag leefden we in een dictatuur, en dat was goed want anders werd je misschien ziek. Bedrijven gingen failliet, kinderen liepen grote achterstanden op school op, jongeren pleegden in eenzaamheid zelfmoord, studenten maakten uit onvrede hun studie niet af, ouderen stierven eenzaam en alleen, de overheid vertelde u wanneer u naar uw werk mocht en wanneer u thuis moest blijven, een avondklok werd ingesteld, en alles was goed, alles was helemaal oké, want anders werd je misschien ziek. De gemiddelde mens is dus liever onvrij dan ziek. Dus. Ziekte is niet alleen maar iets dat beter verborgen gehouden wordt, het mag eigenlijk niet eens bestaan. Het is u verboden ziek te worden, het is u verboden dood te gaan.

En, als Woolf stelt in het titelessay, het is u ook verboden erover te praten (ik had een buurvrouw ooit, een andere dan die van die man die alzheimer kreeg overigens, die het niet over kanker had maar over “k”, alsof alleen al het uitspreken van het hele woord onheil kon aanrichten – ik wist eerst niet eens waar ze over had als ze met haar fluisterstem en haar indringende blik begon over kaa)(ik dacht dat ze het over een slang had, of over kaas) (als kinderken zong ik met het titellied van een bekende neerlandse comedyserie al uit volle borst mee: “heb ik suiker, of is het kaas?”) (ik dacht dat dat over een boodschappenlijstje ging ofzo, mijn vader was psycholoog en die werd serieus wel eens gebeld door patiënten met de vraag wat ze die avond moesten eten, ik dacht dat mensen zulke vragen dan misschien ook wel aan hun huisarts zouden stellen) (maar is dit nu de twede keer in korte tijd dat ik over een comedyserie begin?) (wat is er mis met mij?). Volgens Woolf is ziekte nauwelijks een onderwerp in de literatuur. Ik overzie dat niet ganselijk, ik heb in de voorbije jaren toch best wat boeken gelezen die gingen over mensen met kroniese of terminale ziekten, maar ik wil best aannemen dat het in de tijd van Virginia Woolf, of misschien zelfs nog altijd, een ondergewaardeerd onderwerp is waar veel schrijvers zich niet mee bezig willen houden. Dat er een “men” is die zich in zijn algemeenheid krampachtig verhoudt tot ziekte, en zich liever tot grappenmakerij of in het uiterste geval tot dictatuur wendt, is in ieder geval een zeer juiste observatie.

Een angst voor ziek(t)en, dus, waar we nodig vanaf moeten; volgens de inleiding lijdt 55% van de bevolking aan één of andere kroniese ziekte, waarom niet meer geschreven, waarom niet meer gesproken. De taal lijkt er al niet goed voor uitgerust te zijn. Woolf stelt dat onze vocabulaire niet rijk genoeg is om de verschillende nuances in onwelbevinden, de kleuringen die pijn aan kan nemen, de totaalervaring van het ziek zijn accuraat te benoemen. “Laat iemand met een ziekte onder de leden aan de dokter zijn hoofdpijn beschrijven en de taal loopt meteen vast.” schrijft ze. De semantiek en pragmatiek van ziekte is eigenlijk een interessant thema waar ik zelf nooit zo over nagedacht heb, daar had Woolf wat mij betreft wel iets langer op door mogen gaan. Elders las ik onlangs hoe de taal ook tekortschiet om geluid te beschrijven; misschien is er een kloof tussen taal en lichamelijke ervaringen? Is daar al ooit eens iemand op gepromoveerd? Hoe ervaar je hoofdpijn? Kun je ooit iets zeggen over andermans hoofdpijn? Is iemand die met hoofdpijn alleen maar met gesloten gordijnen op bed kan liggen een aansteller, of heeft die gewoon een veel heftiger soort hoofdpijn dan degene die met een paracetamolletje achter de kiezen gewoon kan gaan werken? Is het ook hierom dat ziekte een gevoel van eenzaamheid met zich mee kan brengen: ieder is op zijn eigen, ondeelbare, wijze ziek.  “[De mens] kan zich geen moment van het lichaam losmaken”, schrijft Woolf; en dus verdwijnen we, mens zowel als corpus, geheel in “de braaklanden en woestijnen van de ziel die een griepje aan het licht brengt”, waar niemand met ons samen kan zijn. Maar niet alleen de taal zorgt voor afstand. Woolf duidt gezonde mensen als “staanders” aan, en zieken als “liggers”. “De staanders” beschouwen “de liggers” als deserteurs omdat ze opgehouden zijn met het immer voorwaarts, het onophoudelijke bewegen, de gang vooruit. Een zieke kan dus alleen medelijdend of misprijzend benaderd worden door een gezonde medemens, maar nooit geheel gelijkwaardig. “Wie vraagt om kritiek van een zieke of om gezond verstand van de bedlegerigen?” vraagt ze zich af (deed ook, vele jaren later, Will Oldham: “never take the advice from the lips of sick friends”!). Terwijl “de liggers” andere diepten kunnen bereiken dan “de staanders”; ze hebben meer voeling met mystiek; de heerschappij van het intellect is neer, de cognitie moet wijken voor het zintuigelijke, en dus intimideert de status die ideeën (over de bedenkers van die ideeën) hebben niet langer, maar openbaren betekenissen zich directer, lichamelijker. “De slagbomen zijn op”; “de politie heeft geen dienst”; het brein stelt het zonder bewaking, en in het grillige genoegen van zijn in onbruik geraakte verstand heeft de zieke een beter oog voor het ongeziene, meer voeling met poëzie, de beweging van wat doorgaans onbeweeglijk geacht wordt (koortsdromen!). Virginia Woolfs essay, het hoofdessay van deze bundel, is maar een dertiental pagina’s lang maar het is rijk genoeg om in die bescheiden ruimte verschillende onvermoede aspecten van ziek zijn aan de orde te stellen. Taal, psychologie, kunst, sociologie. Bijvoorbeeld. En dan te denken dat het niet eens de mooiste tekst uit Over ziek zijn is!

Het stuk van de aanbiddelijke Nadia de Vries, om te beginnen. Hoe ze de odyssee naar het arbeidsbureau beschrijft, de odyssee naar de bank, naar de kamer, naar de bank, naar de telefoon. De pijn. Hoe een popster in elkaar te slaan. Hoe alles elders is. De dossiers met informatie over haarzelf. Zijn elders. De buitenwereld. Is elders. De hartstochten. Zijn elders. Veel van haar woorden gaan over haar kat, wat me al direct voor haar inneemt. Hoe werkt dat? Ik als kattenmens. Hoe mooi had ik het gevonden als het een hond wat geweest? Maar nu wil ik ineens al haar boeken gaan lezen.

Of. Michaël Van Remoortere. Zijn idee dat het vooral “de waanzinnigen” (& de anderszins “onreguleerbaren”) zijn die duidelijk tonen in welk bedje de maatschappij als geheel feitelijk ziek is, is niet nieuw maar de manier waarop hij dit verbindt met een andere gedachte, namelijk onze door hem als schizoïde ontmaskerde verhouding tot arbeid vond ik uitermate prikkelend. Op briljante wijze brengt hij naar voren hoe wij geneigd zijn arbeid te zien als een plicht, maar ook, en evenzeer, als een soort “zalig” voorrecht. Toen ik een jaar of twintig was, moest ik, in een van mijn eerste bijbaantjes, in de avondlijke, en zomwijlen nachtelijke, uren de jaarbeurs schoonmaken als de bezoekers van een beurs naar huis waren gegaan. Bij grotere beurzen, zoals de vakantiebeurs, was dat een zware en langdurige klus. Ik herinner me hoe we een keer met zijn allen tegen de muur geleund zaten met koffiebekertjes in onze hand – koffiepauze om drie uur in de nacht(!). We hadden hard gewerkt maar er was nog veel meer te doen. Ik zei, meer voor de grap dan om een of andere diskussie waar ik sowieso veel te moe voor was aan te zwengelen, iets over in onze jonge jaren opgesloten zitten in een deprimerend gebouw om te sloven voor een paar lullige centen. Een gozer, niet veel ouder dan ik, stoof op en zei: “Je moet juist blij zijn dat je nog sloven kan! Zoveel mensen zitten zonder werk!”. Ik zweeg, ik was, als gezegd, te moe voor diskussie, maar de uitdrukking “blij zijn om te sloven”, (door mij al gauw verkort tot “blij om slaaf te zijn”)  en het paradoxale ervan, is me altijd bijgebleven, en is er de bron van dat ik me vanaf toen, in de ene periode met al wat meer enthousiasme dan in de andere, ben gaan interesseren voor arbeidsfilosofie. Volgens Van Remoortere hangt dit nauw samen met de eis alles te vereconomiseren; alleen wat iets oplevert, heeft waarde. Zijn schrijfstijl ligt om de hoek bij die van Wouter Kusters: eigenzinnigheid, (zwarte) humor, eruditie en een vlijmscherp waarnemingsvermogen leveren een tekst op die gelezen, overdacht, herlezen en nogmaals overdacht wil, nee moet worden. Over de megalomanie en psychopathie van directeuren van grote bedrijven zegt hij: “De keerzijde van de medaille is dat alle mentale aandoeningen die de productiviteit verhogen niet geproblematiseerd worden. Het narcisme van de gemiddelde CEO die ten koste van anderen beslissingen neemt die het BNP van westerse landen opstuwen, wordt nauwelijks als een maatschappelijk probleem ervaren. De idee dat eender welke woorden uit de monden van clowns die Big Tech regeren serieus genomen worden, lijkt me de ware waanzin van deze tijd.”; dat soort passages wil ik wel uitschreeuwen (en dit deed me dan ook nog geheel momenteelderlijk overpeinzen hoe het zou zijn als we allemaal woonden in een andere, een betere, een rechtvaardigere wereld, waarin het juist die “clowns” zouden zijn die gehospitaliseerd worden en elkendeen die volgens de huidige zienswijze “ziek” genoemd dient te worden, de dienst gaat uitmaken) (waardoor ik ook meteen weer naarstig op zoek ging naar dat boek van Dodie Bellamy When the sick rule the world) (een boek waarvan me eigenlijk alleen haar weerzin tegen fluitende mannen is bijgebleven) (een weerzin die ik deel) (ik kon het boek echter zo gauw niet vinden en ik had nog meer te doen).

Of. Het geniale, nee GENIALE, het briljante, het voortreffelijke, het prachtige essay Kus kus kus van Stef Hulskamp dat elke kwalificatie voorbij is en waarover ik bijgevolg dan ook maar niks zeg, maar lees het, mensen, lees het, die tekst alleen al rechtvaardigt in ruime mate de aanschaf van dit boek.

Of. Marijn Sikken. Die nog met een andere invalshoek komt. Het kronies zieke kind. Volgens Sikken komt het kroniese zieke kind moeizaam, of misschien zelfs helemaal niet, tot een eigen identiteit omdat dit kind onder continue observatie staat. De mooiste, intelligentste en liefste vrouw die ik ooit gekend heb, zei mij ooit: “Kinderen moeten ook wel eens ongezien kunnen gaan”. Sikken onderschrijft dit, en stelt dat kinderen ongezienheid nodig hebben om eigenheid te ontwikkelen. Maar het kronies zieke kind gaat zelden helemaal ongezien (een ongemakkelijkheid die ik, maar dat is een ander verhaal, pas in mijn volwassen leven heb leren kennen). Het observeren gebeurt dan ook veelal door medici zodat het kind in het zien dan ook keer en keer opnieuw bevestigd wordt in zijn of haar ziek zijn. Ook is er een onbreekbare afhankelijkheid (het kronies zieke kind kan nooit eens woedend het huis uit stormen!), zodat het kind zich misschien gezeglijker opstelt dan het zou willen zijn; het heeft er immers bitter weinig belang bij zijn verzorgers tegen zich in het harnas te jagen. Sikken laat de lezer erover nadenken of “beste bedoelingen” niet ook fnuikend kunnen zijn, een aantasting van autonomie inhouden. Ook ruimer getrokken een tot nadenken stemmend essay dat mij liet reflecteren op mijn eigen vaderschap (van twee “staanders”, zoals Virginia Woolf het zou noemen).

En dan, vrijwel op het eind, doet Lieke Marsman me weer even aan mijn moeder denken. Als ze schrijft hoe ze steeds haar kanker tot onderwerp wil maken. Mijn moeder vertelde me dat ze, toen er borstkanker bij haar was geconstateerd, steeds de aanvechting had om vanuit het niets, zelfs tegen vreemden, over deze diagnose te beginnen. Bij de bushalte, tegen een passant op straat, tegen wachtenden bij de bakker. We lachten erom, schetsten samen situaties waarin het volgens de heersende moraal totaal ongepast zou zijn om te beginnen over borstkanker, we maakten er bijna een soort sketches van. En toch. Waarom slaat het dingen dood om in een nikserig kletspraatje over een ernstige ziekte te beginnen. Ziekte is onderdeel van het leven, stelt Yasmin Namavar. Dus niet iets dat daar angstvallig vandaan gehouden zou moeten worden – als verboden onderwerp en verboden zijnsstaat.

Over ziek zijn is overrompelend mooi, belangwekkend en pijnlijk scherp. Het verdient een plek op vele tafels. De leestafel, de schijftafel, de borreltafel, de kaffeetafel. De tafel waaraan de beleidsmakers zitten. De tafel van de medici, de ouders, de onderwijzers. Het breekt dingen open die hoognodig opengebroken moeten worden. Ik zou het wel willen geven aan die veel te blije eikels die op dit moment voorbij mijn keukenraam lopen met hun domme fluorescerende ijsmutsen op hun lachende koppen, juist omdat ze me in hun voorbijgaan troffen als mensen die menen dat dit thema hen niet aanbelangt. Maar ik geef niks weg, ik heb maar een exemplaar, en dat hou ik lekker zelf.

Virginia Woolf Over ziek zijn

Over ziek zijn

  • Auteur: Virginia Woolf (Engeland)
  • Bijdragen van: Lieke Marsman, Mieke van Zonneveld
  • Origineel: On Being Ill (1926)
  • Nederlandse vertaling: Monique ter Berg
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 5 november 2024
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50 / € 6,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over ziek zijn

In deze bundel vindt u, gecombineerd met bijdragen van drie hedendaagse dichters, de eerste Nederlandse editie van Woolfs On being ill in een vertaling van Monique ter Berg.

Woolf schreef Over ziek zijn terwijl ze weken aan een stuk aan bed gekluisterd was. Lieke Marsman en Mieke van Zonneveld werden op jonge leeftijd getroffen door kanker. Deryn Rees-Jones raakte besmet met het COVID-19 virus. Zij schreef bij deze uitgave een inleidend voorwoord.

Van Zonneveld verwonderde zich over de ‘vlagen van vreugde’ tijdens haar ziekste momenten. Ze vond nieuwe religieuze verdieping. Tien jaar na dato merkt ze dat de normaliteit de twijfel soms weer uitnodigt. ‘Als de dood zich opnieuw aandient, hoop ik dat mijn sceptische alter-ego in een rivier van genade verzuipt,’ schrijft ze.

Net als Woolf constateert Marsman dat ziek zijn de kritische waarneming kan verscherpen: ‘Ziek zijn zet alles op z’n kop, en in de chaos die ontstaat, doemen abstracte beleidsbeslissingen op als in de praktijk gebrachte dictaten die bepalen of de afdeling waarop je ligt wel of niet onderbezet is.’

Woolf vraagt zich in haar essay af of het thema ‘ziekte’ in de literatuur niet net zoveel aandacht zou moeten krijgen als liefde, jaloezie en macht. Over ziek zijn geeft het die aandacht.

Bijpassende boeken

Virginia Woolf – Mrs Dalloway

Virginia Woolf Mrs Dalloway recensie en informatie van de inhoud van de Engelse roman uit 1925. Op 6 februari 2025 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij een goedkope heruitgave van de Nederlandse vertaling van de roman van de uit Engeland afkomstige schrijfster Virginia Woolf. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Virginia Woolf Mrs Dalloway recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Mrs Dalloway de roman uit 1925 van de Engelse schrijfster Virginia Woolf, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Virginia Woolf Mrs Dalloway

Mrs Dalloway

  • Auteur: Virginia Woolf (Engeland)
  • Soort boek: Engelse roman
  • Origineel: Mrs Dalloway (1925)
  • Nederlandse vertaling: Nini Brunt
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 6 februari 2025
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs; € 12,50 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1925 van Virginia Woolf

Clarissa Dalloway is begin vijftig, elegant en de perfecte gastvrouw, maar ze voelt zich oud en uitgerangeerd. Haar man is succesvol, maar saai, en haar volwassen dochter heeft haar zorg niet meer nodig. Op een dag komt Clarissa, terwijl zij bloemen koopt voor het feest van die avond, haar voormalige aanbidder Peter tegen, die zij in een ver verleden heeft afgewezen. Wat zou er van haar geworden zijn als ze dertig jaar eerder voor een avontuurlijk leven met Peter had gekozen? Het verhaal van Mrs Dalloway speelt zich af op één dag in juni 1923, de dag van het feest dat eindigt in een drama. Het is een virtuoos gecomponeerde roman vol herinneringen en bespiegelingen over de waarde van het leven en de onomkeerbaarheid van onze keuzes.

Virginia Woolf is op 15 januari 1882 in Londen geboren. Ze maakte Virginia Woolf Mrs Dalloway first editionop 28 maart 1941 een einde aan haar leven door zichzelf te verdrinken in de River Ouse in East Sussex, Engeland. Ze werd beroemd door haar innovatieve romans, feministische essays, dagboeken en brieven. Haar bekendste werken zijn Mrs DallowayEen kamer voor jezelfOrlandoNaar de vuurtoren en Tussen de bedrijven.

Bijpassende boeken en informatie

Virginia Woolf – To the Lighthouse

Virginia Woolf To the Lighthouse recensie, review en informatie over de inhoud van de Engelse roman uit 1927. Op deze pagina lees je uitgebreide informatie over de roman To the Lighthouse van de uit Engeland afkomstige schrijfster Virginia Woolf die verscheen op 5 mei 1927. De Nederlandse vertaling van de roman heet als titel Naar de vuurtoren.

Virginia Woolf To the Lighthouse recensie, review en informatie

  • “Radiant as [To the Lighthouse] is in its beauty, there could never be a mistake about it: here is a novel to the last degree severe and uncompromising. I think that beyond being about the very nature of reality, it is itself a vision of reality.” (Eudora Welty)
  • “To the Lighthouse is one of the greatest elegies in the English language, a book which transcends time.” (Margaret Drabble)

Virginia Woolf To the Lighthouse

To the Lighthouse

  • Auteur: Virginia Woolf (Engeland)
  • Soort boek: Engelse roman uit 1927
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Penguin
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Nederlandse vertaling: Naar de vuurtoren
  • Waardering redactie∗∗∗∗∗ (uitmuntend)
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1927 van de Engelse schrijfster Virginia Woolf

“The Lighthouse was then a silvery, misty-looking tower with a yellow eye that opened suddenly and softly in the evening.”

To the Lighthouseis at once a vivid impressionistic depiction of a family holiday, and a meditation on marriage, on parenthood and Virginia Woold To the Lighthouse roman uit 1927childhood, on grief, tyranny and bitterness. For years now the Ramsays have spent every summer in their holiday home in Scotland, and they expect these summers will go on forever; but as the First World War looms, the integrity of family and society will be fatally challenged. With a psychologically introspective mode, the use of memory, reminiscence and shifting perspectives gives the novel an intimate, poetic essence, and at the time of publication in 1927 it represented an utter rejection of Victorian and Edwardian literary values.

Virginia Woolf, born on 25 January 1882 in London, was the major novelist at the heart of the inter-war Bloomsbury Group. Her early novels include The Voyage OutNight and Day and Jacob’s Room. Between 1925 and 1931 she produced her finest masterpieces, including Mrs DallowayTo the LighthouseOrlando and the experimental The Waves. Her later novels include The Years and Between the Acts, and she also maintained an astonishing output of literary criticism, journalism and biography, including the passionate feminist essay A Room of One’s Own. Suffering from depression, she drowned herself in the River Ouse in East Sussex on 28 March 1941, only 41 years of age.

Bijpassende boeken en informatie

Susan Sellers – Vanessa & Virginia

Susan Sellers Vanessa & Virginia recensie en informatie. Op 15 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij Orlando de Nederlandse vertaling van de roman Vanessa and Virginia  uit 2009 van de Britse schrijfster Susan Sellers. Het is een nieuwe deel in de reeks feministische biografische romans van Uitgeverij Orlando.

Susan Sellers Vanessa & Virginia recensie van Monique van der Hoeven

Wat is dit een prachtig geschreven roman! Het leest als een lied: een rijke tekst, beladen met menselijke emotie.

Susan Sellers schreef in 2009 al de roman Vanessa & Virginia, over de zeer getalenteerde zusters Virginia Woolf, de bekende schrijfster, en Vanessa Bell, de geweldige kunstenares. De roman werd dit jaar in herziene Nederlandse vertaling uitgegeven door Uitgeverij Orlando – daar ben ik heel erg blij mee, want zo kwam dit prachtige boek op mijn pad.

Een boek over liefde en rivaliteit tussen twee vrouwen, die opgroeien in een tijd (eind 19e, begin 20ste eeuw) waarin vrouwen zich meer en meer gaan realiseren dat ze een plek en een stem verdienen. Een tijd, waarin de wereld daar nog allesbehalve klaar voor is, want vrouwen worden geacht mooi te zijn en zich zonder morren te schikken naar wat er van hen wordt verwacht. Voor de beide zusters, die een groot verlangen naar zelfexpressie hebben, beslist niet gemakkelijk.

De opvoeding van de dames, door een moeder die zich volgens Victoriaanse maatstaven maar weinig met de opvoeding van haar kinderen inlaat, (dat is de taak van nanny’s in het milieu waarin Vanessa en Virgina kind zijn). Een moeder, die al jong komt te overlijden, wat effect heeft op alle gezinsleden. Al jong is Virginia degene die goed is met taal en van schrijven houdt, terwijl Vanessa vaak slecht uit haar woorden komt, maar prachtig kan tekenen en schilderen. Het is de opmaat naar een leven vol kunst, literatuur en een bohémienne-achtige levensstijl. Samen met hun broers Thoby en Adrian vormen de zussen het hart van de Bloomsbury Groep (een groep intellectuelen, kunstenaars en schrijvers). Dit alles vindt plaats in de periode rondom en tijdens de wereldoorlogen.

Dit is beslist een van de mooiste boeken die ik ooit heb gelezen! Vanaf de eerste bladzijde – nog in de kinderkamer! – is de zussenstrijd, maar ook de zussenliefde helder en voelbaar. En dat blijft hun leven lang zo. Is kunst belangrijker dan literatuur? Of is het omgekeerd? Is Vanessa de meest geëerde of is het Virginia? Wie heeft de grootste naam?

“Je bent eigenlijk maar tot op zekere hoogte mijn bondgenoot”.

Het steeds wisselende tijdsbeeld, van heel vroege jeugd totdat we meegevoerd worden in Vanessa’s herinneringen aan haar zus dragen bij tot de diepe indruk die dit verhaal achterlaat. Vanessa spreekt ook steeds over “jij” als ze het over haar zus Virgina heeft. Ik vond dat opvallend, want het creëert intimiteit en afstand tegelijkertijd. De roman is gewaardeerd met de maximale ∗∗∗∗∗ (uitmuntend).


Susan Sellers Vanessa & Virginia

Vanessa & Virginia

Roman over de zussen Vanessa Bell en Virginia Woolf

  • Auteur: Susan Sellers (Engeland)
  • Soort boek: biografische roman
  • Origineel: Vanessa and Virginia (2009)
  • Nederlandse vertaling: Lucie de Rooij
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 26 september 2023
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Prijs: € 23,99 / € 15,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)

Flaptekst van de roman over de zussen Vanessa Bell en Virginia Woolf

In een donker huis in Hyde Park Gate groeien Vanessa en Virginia op met hun afstandelijke moeder en strenge vader. Ze worden opgevoed tot keurige dames, maar koesteren al op jonge leeftijd hun eigen dromen. Vanessa wil schilderen en Virginia wil schrijven. Na het overlijden van hun ouders kopen ze een huis in Bloomsbury waar schrijvers, denkers en kunstenaars elkaar ontmoeten om vrij te kunnen discussiëren. De zussen zijn elkaar zeer toegewijd maar tegelijkertijd zijn ze elkaars grootste rivaal en beiden vechten om hun artistieke vrijheid te realiseren midden in een chaos van verlangens, schandalen, ziekte en oorlog.

Vanessa & Virginia is een intense en lyrische roman over twee zussen wier relatie van tegenstellingen aan elkaar hangt. Ze strijden over het belang van literatuur en schilderkunst, moederschap en individualiteit, liefdesrelaties en familiebanden, maar uiteindelijk vinden ze elkaar in hun gezamenlijke strijd tegen de waanzin, de ultieme strijd die ze niet kunnen winnen.

Bijpassende boeken en informatie

L.H. Wiener – Zeeangst

L.H. Wiener Zeeangst recensie en informatie over de inhoud van dit boek met verhalen over een zeiltocht langs de kust van Zuid-Engeland. Op 24 juni  2020 verschijnt bij Uitgeverij Pluim het nieuwe boek van de Nederlandse schrijver L.H. Wiener.

L.H. Wiener Zeeangst Recensie en Informatie

Wie al eens eerder werk van de Nederlandse verhalenschrijver L.H. Wiener gelezen heeft, weet dat het vaak een autobiografisch karakter heeft. In veel van zijn verhalen lijken persoonlijke ervaringen door te schemeren, zij het dat Wiener zich ongetwijfeld de vrijheid veroorloofd om ze te fictionaliseren als dit de plot ten goede komt. In Zeeangst, echter is een, zoals hij zelf zegt, logboek van een zeiltocht.

Naast verhalenschrijver is Wiener ook een verwoed zeiler en liefhebber van Engeland. Zeeangst is het verslag van een zeiltocht die hij samen met zijn geliefde en hun poes maakt vanaf Nederland langs de zuidkust van Engeland naar het eiland Wight. Onderweg bezoekt hij het graf van de schrijver Malcolm Lowry en mijmert hij over schrijfster Virginia Woolf.

L.H. Wiener Zeeangst Recensie

De cynische, soms droogkomische, toon die veel liefhebbers van de fictie van L.H. Wiener zo kenmerken, zijn ook in Zeeangst volop aanwezig.  Aan boord blijkt hij verre van een held te zijn. Alhoewel de Engelse zuidkust geen onbekend terrein voor hem is, ervaart hij overal gevaren. Hij vertrouwt de zee niet net als dit geldt voor de poes aan boord waaraan Wiener zich spiegelt.

Echte aanbeveling voor een aantal uren leesplezier in deze bijzondere tijden

Toch raakt Wiener geïnspireerd door de natuur die hij tijdens de tocht ervaart. Bovendien mijmert hij volop over de vooral Engelse literatuur en nautische boeken. Hij neemt de tijd om op zijn welbekende wijze te mijmeren over zijn leven en wat de zijn beperkte toekomst (Wiener werd dit jaar 75 jaar oud) nog in het verschiet heeft. Goed is ook dat L.H. Wiener zichzelf blijft en zich niet al te veel laat leiden door politieke correctheid en daardoor zo nu en dan heerlijk uit de bocht vliegt. En of alles ook werkelijk gebeurt is zoals Wiener het beschrijft, is de vraag maar dat doet op geen enkele wijze afbreuk aan het leesplezier.

Met Zeeangst overtuigt L.H. Wiener eens te meer. Een echte aanbeveling voor een aantal uren leesplezier in deze bijzondere tijden.  Het nieuwe boek van L.H. Wiener is door de redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Zeeangst

Een logboek

  • Schrijver: L.H. Wiener (Nederland)
  • Soort boek: reisverhalen, zeilboek
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 24 juni 2020
  • Omvang: 284 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek met zeilverhalen van L.H. Wiener

“Op 4 mei 1958, ik was toen dertien, heb ik op driehonderd meter voor de kust van Zandvoort, het verdrinkingsproces geheel ondergaan, al kwam het op enkele seconden na net nog niet tot “waterademhalen”, een formulering van de dichter J.B. Charles. Deze traumatische gebeurtenis heeft de zee voor mij getransformeerd tot een vijand, die het op mij heeft voorzien en die ik vrezen moet, terwijl ik weet dat het niet zo is. En zo is zeezeilen voor mij een dualistische uitdaging geworden. Enerzijds zee kiezen en opgaan in de natuur, met alle existentiële diepgang van dien, en anderzijds het tarten van de dood. Niets minder dan dat. In dit laatste opzicht vallen schrijver en schipper samen tot de man die ik ben.’ – L.H. Wiener

Zeeangst is het nautische logboek van een schipper, die met zijn vriendin en hun poes een zeiltocht maakt langs de Engelse zuidkust en het eiland Wight, en tevens het scheepsjournaal van een schrijver die landinwaarts een waterglas whisky ledigt bij het graf van Malcolm Lowry en een saluut brengt aan Virginia Woolf. Het is een boek om in te verdrinken.

Bijpassende boeken en informatie

Virginia Woolf – Nacht en dag

Virginia Woolf Nacht en dag recensie en informatie over de inhoud van deze roman. Op 8 oktober 2019 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum de nieuwe Nederlandse vertaling van Night and Day (1919) van Virgina Woolf. Het boek is opgenomen in het Schwob programma van het Nederlands letterenfonds.

Virginia Woolf Nacht en dag Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Nacht en dag van schrijfster Viginia Woolf. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze Engelse roman uit 1919 van Virginia Woolf.

Virginia Woolf Nacht en dag Recensie

Nacht en dag

  • Schrijfster: Virginia Woolf (Engeland)
  • Soort boek: Engelse roman, sociale roman
  • Origineel: Night and Day (1919)
  • Nederlandse vertaling: Barbara de Lange
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschenen: 8 oktober 2019
  • Omvang: 568 pagina’s
  • Uitgave: Paperback


Flaptekst van de Engelse roman

Voor Virginia Woolf was haar tweede roman, Nacht en dag, haar meesterproef. Ze trad in de voetsporen van de Engelse schrijfsters die ze het meest bewonderde, met name Jane Austen. In hun traditie schreef ze een modern verhaal over moderne mensen.

We zijn aanwezig bij theevisites en diners, die Woolf beschrijft met haar bekende ironie en haar humoristische gevoel voor het absurde. En we gaan mee op prachtig beschreven omzwervingen door Woolfs geliefde Londen. Haar hoofdpersonen, drie vrouwen en twee mannen, staan voor grote keuzes in hun leven. Trouwen? Een carrière zonder huwelijk? Een combinatie?

Mary Datchet, voorvechtster van vrouwenrechten, is verliefd op Ralph Denham, maar die is verliefd op Katharine Hilbery. Zij weet het nog niet, verlooft zich eerst met William Rodney maar twijfelt – en zijn oog valt op een nichtje van Katharine.

Met groot psychologisch inzicht verweeft Woolf een subtiel liefdesverhaal met een moderne sociale roman over kwesties als vrouwenkiesrecht en de verschillende rollen van vrouwen.

Bijpassende Boeken en Informatie