Tag archieven: Uitgeverij HetMoet

Virginia Woolf – Over ziek zijn

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie en informatie tekst uit 1926 van de Engelse schrijfster, aangevuld met bijdragen van de auteurs Alexandra Philippa, Babs Gons, Jameisha Prescod, Jan van Mersbergen, Lieke Marsman, Marijn Sikken, Marit Pilage, Maureen Ghazal, Michaël Van Remoortere, Nadia de Vries, Stef Hulskamp en Yasmin Namavar. Op 5 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet dit boek met essays over ziek zijn. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteurs en over de uitgave. Bovendien is het boek gerecenseerd door een van onze redacteuren.

Virginia Woolf Over ziek zijn recensie van Tim Donker

Er was een paus voor nodig, en iemand die ik niet kende. Maar misschien ook mijn moeder een beetje.

Het begon met een vrouw. Het begint verdorie altijd met een vrouw. Het was zomaar een vrouw, het was een hele speciale vrouw, er waren dingen en gesprekken, het maakte niet zoveel uit dat zij getrouwd was, en ik zo goed als toen (en later echt) (maar bij toen hadden die vrouw en ik allang ruzie en zagen we elkaar nooit meer), ik kon het alleen niet zo goed aanhoren als ze over haar man begon want ik wilde, voor de duur van onze gesprekken dan toch, de enige man in de hele wereld zijn voor haar. Op een dag vertelde ze van een essay, geschreven door haar man. Over de paus. Zo’n mooi essay als hij geschreven had, zei ze, en ik voelde mijn ergernis reeds groeien. Het ging over de paus, er was een paus in die dagen, een paus die ziek was, een paus die langzaamaan aftakelde, maar paus bleef, en als paus zichtbaar, je kon hem zien, op teevee, trillend, bibberend, murmelend, en dat was iets waar om gelachen werd. Niet alleen door de meeste mensen, de meeste mensen lachen om alles, en ook niet alleen door cabaretiers, de meeste cabaretiers zijn dom genoeg om vooral te spotten met dingen waar de meeste mensen om zullen lachen, maar eigenlijk wel door iedereen. Ook ik had me afgevraagd of die man niet beter ophield paus te zijn, misschien had ik er zelfs wel eens een grap in gezien door een vergelijking te trekken tussen een zieke paus en de deplorabele staat van het gristendom. En daar had haar man een essay over geschreven. Ik wilde al wat gaan zeggen. In zijn essay, zo ging de vrouw verder, keerde haar man zich tegen de lachers. De spotters. De haters. Hij zag er juist iets nobels in, iets moois, om zijn aftakeling, zijn ziekte te dragen en te tonen. Zich daar niet voor te schamen maar rechtop (nuja bij wijze van spreken dan) zijn levenseinde tegemoet te gaan. Iedereen gaat dood, iedereen wordt naar het einde toe steeds een beetje verder afgebroken, waarom moet dat verborgen blijven, waarom niet, openlijk, lijden?

En ik zweeg. Ik had zo graag gewild dat het om een idiote mening zou gaan, om iets wat ik met twee woorden van tafel had kunnen vegen, maar die dag moest ik mijn meerdere in hem erkennen. Hij had de vinger gelegd op een plek die ik niet had willen zien. Ineens dacht ik aan mijn moeder. Van toen we net in Eindhoven woonden, en een nogal vormelijke buurvrouw hadden. Die heel sjiek was of in ieder geval graag het idee had dat ze heel erg sjiek was. Mijn moeder vergeleek haar altijd met een personage uit een Britse comedyserie. Op enig moment werd de buurman ziek. Erg ziek. Alzheimer. Buurvrouw bracht haar man naar een tehuis en keek er niet veel meer naar om. Zei mijn moeder, ik lette niet zo op die dingen, we woonden net in Eindhoven, de grootstad zowaar, toch wel vergeleken bij het dorp waar we vandaan kwamen, en voor het eerst in mijn leven had ik vrienden, ik was niet vaak thuis, ik ging uit, ik ging dingen doen met vrienden, ik was al bijna gelukkig, in ieder geval te zorgeloos om veel met de buren bezig te zijn. Maar mijn moeder wist het wel, wat daar wel gebeurde en wat er niet gebeurde, ze wist dat buurvrouw haar man een beetje aan zijn lot overliet, en ze wist ook waarom. “Die man gaat dood,” zei ze, “en dat is niet sjiek. Je kunt niet sjiek doodgaan.” Het werden gevleugelde woorden bij ons thuis, die nog vaak herhaald werden: “Doodgaan is niet sjiek.”

En aan doodgaan dacht ik, en aan sjiek zijn, en aan lijden, en aftakeling, en ziekte, en waarom we toch zo’n diepgewortelde neiging hebben om ervan weg te kijken, het uit het blikveld te willen hebben, ouderen en zwakken het recht op een podium liever ontzeggen. “Die is daar te oud voor”, “Die is toch veel te ziek”, “Die moet zo langzamerhand eens ophouden”. Zulke uitspraken. Daarover dacht ik na, maar daar was wel een paus voor nodig. En iemand die ik niet kende. En misschien ook mijn moeder een beetje.

Een virus later begon ik nog scherper te zien. Zonder de diskussie over covid opnieuw op scherp te willen zetten, wil ik toch doen opmerken dat één van de dingen die mij verbijsterden dit was: een virus -hoe gevaarlijk of niet, dat wil ik nu even niet aan de orde stellen- is klaarblijkelijk voor bijna iedereen in de hele wereld een supergoede reden om het totalitarisme te installeren. Van de ene op de andere dag leefden we in een dictatuur, en dat was goed want anders werd je misschien ziek. Bedrijven gingen failliet, kinderen liepen grote achterstanden op school op, jongeren pleegden in eenzaamheid zelfmoord, studenten maakten uit onvrede hun studie niet af, ouderen stierven eenzaam en alleen, de overheid vertelde u wanneer u naar uw werk mocht en wanneer u thuis moest blijven, een avondklok werd ingesteld, en alles was goed, alles was helemaal oké, want anders werd je misschien ziek. De gemiddelde mens is dus liever onvrij dan ziek. Dus. Ziekte is niet alleen maar iets dat beter verborgen gehouden wordt, het mag eigenlijk niet eens bestaan. Het is u verboden ziek te worden, het is u verboden dood te gaan.

En, als Woolf stelt in het titelessay, het is u ook verboden erover te praten (ik had een buurvrouw ooit, een andere dan die van die man die alzheimer kreeg overigens, die het niet over kanker had maar over “k”, alsof alleen al het uitspreken van het hele woord onheil kon aanrichten – ik wist eerst niet eens waar ze over had als ze met haar fluisterstem en haar indringende blik begon over kaa)(ik dacht dat ze het over een slang had, of over kaas) (als kinderken zong ik met het titellied van een bekende neerlandse comedyserie al uit volle borst mee: “heb ik suiker, of is het kaas?”) (ik dacht dat dat over een boodschappenlijstje ging ofzo, mijn vader was psycholoog en die werd serieus wel eens gebeld door patiënten met de vraag wat ze die avond moesten eten, ik dacht dat mensen zulke vragen dan misschien ook wel aan hun huisarts zouden stellen) (maar is dit nu de twede keer in korte tijd dat ik over een comedyserie begin?) (wat is er mis met mij?). Volgens Woolf is ziekte nauwelijks een onderwerp in de literatuur. Ik overzie dat niet ganselijk, ik heb in de voorbije jaren toch best wat boeken gelezen die gingen over mensen met kroniese of terminale ziekten, maar ik wil best aannemen dat het in de tijd van Virginia Woolf, of misschien zelfs nog altijd, een ondergewaardeerd onderwerp is waar veel schrijvers zich niet mee bezig willen houden. Dat er een “men” is die zich in zijn algemeenheid krampachtig verhoudt tot ziekte, en zich liever tot grappenmakerij of in het uiterste geval tot dictatuur wendt, is in ieder geval een zeer juiste observatie.

Een angst voor ziek(t)en, dus, waar we nodig vanaf moeten; volgens de inleiding lijdt 55% van de bevolking aan één of andere kroniese ziekte, waarom niet meer geschreven, waarom niet meer gesproken. De taal lijkt er al niet goed voor uitgerust te zijn. Woolf stelt dat onze vocabulaire niet rijk genoeg is om de verschillende nuances in onwelbevinden, de kleuringen die pijn aan kan nemen, de totaalervaring van het ziek zijn accuraat te benoemen. “Laat iemand met een ziekte onder de leden aan de dokter zijn hoofdpijn beschrijven en de taal loopt meteen vast.” schrijft ze. De semantiek en pragmatiek van ziekte is eigenlijk een interessant thema waar ik zelf nooit zo over nagedacht heb, daar had Woolf wat mij betreft wel iets langer op door mogen gaan. Elders las ik onlangs hoe de taal ook tekortschiet om geluid te beschrijven; misschien is er een kloof tussen taal en lichamelijke ervaringen? Is daar al ooit eens iemand op gepromoveerd? Hoe ervaar je hoofdpijn? Kun je ooit iets zeggen over andermans hoofdpijn? Is iemand die met hoofdpijn alleen maar met gesloten gordijnen op bed kan liggen een aansteller, of heeft die gewoon een veel heftiger soort hoofdpijn dan degene die met een paracetamolletje achter de kiezen gewoon kan gaan werken? Is het ook hierom dat ziekte een gevoel van eenzaamheid met zich mee kan brengen: ieder is op zijn eigen, ondeelbare, wijze ziek.  “[De mens] kan zich geen moment van het lichaam losmaken”, schrijft Woolf; en dus verdwijnen we, mens zowel als corpus, geheel in “de braaklanden en woestijnen van de ziel die een griepje aan het licht brengt”, waar niemand met ons samen kan zijn. Maar niet alleen de taal zorgt voor afstand. Woolf duidt gezonde mensen als “staanders” aan, en zieken als “liggers”. “De staanders” beschouwen “de liggers” als deserteurs omdat ze opgehouden zijn met het immer voorwaarts, het onophoudelijke bewegen, de gang vooruit. Een zieke kan dus alleen medelijdend of misprijzend benaderd worden door een gezonde medemens, maar nooit geheel gelijkwaardig. “Wie vraagt om kritiek van een zieke of om gezond verstand van de bedlegerigen?” vraagt ze zich af (deed ook, vele jaren later, Will Oldham: “never take the advice from the lips of sick friends”!). Terwijl “de liggers” andere diepten kunnen bereiken dan “de staanders”; ze hebben meer voeling met mystiek; de heerschappij van het intellect is neer, de cognitie moet wijken voor het zintuigelijke, en dus intimideert de status die ideeën (over de bedenkers van die ideeën) hebben niet langer, maar openbaren betekenissen zich directer, lichamelijker. “De slagbomen zijn op”; “de politie heeft geen dienst”; het brein stelt het zonder bewaking, en in het grillige genoegen van zijn in onbruik geraakte verstand heeft de zieke een beter oog voor het ongeziene, meer voeling met poëzie, de beweging van wat doorgaans onbeweeglijk geacht wordt (koortsdromen!). Virginia Woolfs essay, het hoofdessay van deze bundel, is maar een dertiental pagina’s lang maar het is rijk genoeg om in die bescheiden ruimte verschillende onvermoede aspecten van ziek zijn aan de orde te stellen. Taal, psychologie, kunst, sociologie. Bijvoorbeeld. En dan te denken dat het niet eens de mooiste tekst uit Over ziek zijn is!

Het stuk van de aanbiddelijke Nadia de Vries, om te beginnen. Hoe ze de odyssee naar het arbeidsbureau beschrijft, de odyssee naar de bank, naar de kamer, naar de bank, naar de telefoon. De pijn. Hoe een popster in elkaar te slaan. Hoe alles elders is. De dossiers met informatie over haarzelf. Zijn elders. De buitenwereld. Is elders. De hartstochten. Zijn elders. Veel van haar woorden gaan over haar kat, wat me al direct voor haar inneemt. Hoe werkt dat? Ik als kattenmens. Hoe mooi had ik het gevonden als het een hond wat geweest? Maar nu wil ik ineens al haar boeken gaan lezen.

Of. Michaël Van Remoortere. Zijn idee dat het vooral “de waanzinnigen” (& de anderszins “onreguleerbaren”) zijn die duidelijk tonen in welk bedje de maatschappij als geheel feitelijk ziek is, is niet nieuw maar de manier waarop hij dit verbindt met een andere gedachte, namelijk onze door hem als schizoïde ontmaskerde verhouding tot arbeid vond ik uitermate prikkelend. Op briljante wijze brengt hij naar voren hoe wij geneigd zijn arbeid te zien als een plicht, maar ook, en evenzeer, als een soort “zalig” voorrecht. Toen ik een jaar of twintig was, moest ik, in een van mijn eerste bijbaantjes, in de avondlijke, en zomwijlen nachtelijke, uren de jaarbeurs schoonmaken als de bezoekers van een beurs naar huis waren gegaan. Bij grotere beurzen, zoals de vakantiebeurs, was dat een zware en langdurige klus. Ik herinner me hoe we een keer met zijn allen tegen de muur geleund zaten met koffiebekertjes in onze hand – koffiepauze om drie uur in de nacht(!). We hadden hard gewerkt maar er was nog veel meer te doen. Ik zei, meer voor de grap dan om een of andere diskussie waar ik sowieso veel te moe voor was aan te zwengelen, iets over in onze jonge jaren opgesloten zitten in een deprimerend gebouw om te sloven voor een paar lullige centen. Een gozer, niet veel ouder dan ik, stoof op en zei: “Je moet juist blij zijn dat je nog sloven kan! Zoveel mensen zitten zonder werk!”. Ik zweeg, ik was, als gezegd, te moe voor diskussie, maar de uitdrukking “blij zijn om te sloven”, (door mij al gauw verkort tot “blij om slaaf te zijn”)  en het paradoxale ervan, is me altijd bijgebleven, en is er de bron van dat ik me vanaf toen, in de ene periode met al wat meer enthousiasme dan in de andere, ben gaan interesseren voor arbeidsfilosofie. Volgens Van Remoortere hangt dit nauw samen met de eis alles te vereconomiseren; alleen wat iets oplevert, heeft waarde. Zijn schrijfstijl ligt om de hoek bij die van Wouter Kusters: eigenzinnigheid, (zwarte) humor, eruditie en een vlijmscherp waarnemingsvermogen leveren een tekst op die gelezen, overdacht, herlezen en nogmaals overdacht wil, nee moet worden. Over de megalomanie en psychopathie van directeuren van grote bedrijven zegt hij: “De keerzijde van de medaille is dat alle mentale aandoeningen die de productiviteit verhogen niet geproblematiseerd worden. Het narcisme van de gemiddelde CEO die ten koste van anderen beslissingen neemt die het BNP van westerse landen opstuwen, wordt nauwelijks als een maatschappelijk probleem ervaren. De idee dat eender welke woorden uit de monden van clowns die Big Tech regeren serieus genomen worden, lijkt me de ware waanzin van deze tijd.”; dat soort passages wil ik wel uitschreeuwen (en dit deed me dan ook nog geheel momenteelderlijk overpeinzen hoe het zou zijn als we allemaal woonden in een andere, een betere, een rechtvaardigere wereld, waarin het juist die “clowns” zouden zijn die gehospitaliseerd worden en elkendeen die volgens de huidige zienswijze “ziek” genoemd dient te worden, de dienst gaat uitmaken) (waardoor ik ook meteen weer naarstig op zoek ging naar dat boek van Dodie Bellamy When the sick rule the world) (een boek waarvan me eigenlijk alleen haar weerzin tegen fluitende mannen is bijgebleven) (een weerzin die ik deel) (ik kon het boek echter zo gauw niet vinden en ik had nog meer te doen).

Of. Het geniale, nee GENIALE, het briljante, het voortreffelijke, het prachtige essay Kus kus kus van Stef Hulskamp dat elke kwalificatie voorbij is en waarover ik bijgevolg dan ook maar niks zeg, maar lees het, mensen, lees het, die tekst alleen al rechtvaardigt in ruime mate de aanschaf van dit boek.

Of. Marijn Sikken. Die nog met een andere invalshoek komt. Het kronies zieke kind. Volgens Sikken komt het kroniese zieke kind moeizaam, of misschien zelfs helemaal niet, tot een eigen identiteit omdat dit kind onder continue observatie staat. De mooiste, intelligentste en liefste vrouw die ik ooit gekend heb, zei mij ooit: “Kinderen moeten ook wel eens ongezien kunnen gaan”. Sikken onderschrijft dit, en stelt dat kinderen ongezienheid nodig hebben om eigenheid te ontwikkelen. Maar het kronies zieke kind gaat zelden helemaal ongezien (een ongemakkelijkheid die ik, maar dat is een ander verhaal, pas in mijn volwassen leven heb leren kennen). Het observeren gebeurt dan ook veelal door medici zodat het kind in het zien dan ook keer en keer opnieuw bevestigd wordt in zijn of haar ziek zijn. Ook is er een onbreekbare afhankelijkheid (het kronies zieke kind kan nooit eens woedend het huis uit stormen!), zodat het kind zich misschien gezeglijker opstelt dan het zou willen zijn; het heeft er immers bitter weinig belang bij zijn verzorgers tegen zich in het harnas te jagen. Sikken laat de lezer erover nadenken of “beste bedoelingen” niet ook fnuikend kunnen zijn, een aantasting van autonomie inhouden. Ook ruimer getrokken een tot nadenken stemmend essay dat mij liet reflecteren op mijn eigen vaderschap (van twee “staanders”, zoals Virginia Woolf het zou noemen).

En dan, vrijwel op het eind, doet Lieke Marsman me weer even aan mijn moeder denken. Als ze schrijft hoe ze steeds haar kanker tot onderwerp wil maken. Mijn moeder vertelde me dat ze, toen er borstkanker bij haar was geconstateerd, steeds de aanvechting had om vanuit het niets, zelfs tegen vreemden, over deze diagnose te beginnen. Bij de bushalte, tegen een passant op straat, tegen wachtenden bij de bakker. We lachten erom, schetsten samen situaties waarin het volgens de heersende moraal totaal ongepast zou zijn om te beginnen over borstkanker, we maakten er bijna een soort sketches van. En toch. Waarom slaat het dingen dood om in een nikserig kletspraatje over een ernstige ziekte te beginnen. Ziekte is onderdeel van het leven, stelt Yasmin Namavar. Dus niet iets dat daar angstvallig vandaan gehouden zou moeten worden – als verboden onderwerp en verboden zijnsstaat.

Over ziek zijn is overrompelend mooi, belangwekkend en pijnlijk scherp. Het verdient een plek op vele tafels. De leestafel, de schijftafel, de borreltafel, de kaffeetafel. De tafel waaraan de beleidsmakers zitten. De tafel van de medici, de ouders, de onderwijzers. Het breekt dingen open die hoognodig opengebroken moeten worden. Ik zou het wel willen geven aan die veel te blije eikels die op dit moment voorbij mijn keukenraam lopen met hun domme fluorescerende ijsmutsen op hun lachende koppen, juist omdat ze me in hun voorbijgaan troffen als mensen die menen dat dit thema hen niet aanbelangt. Maar ik geef niks weg, ik heb maar een exemplaar, en dat hou ik lekker zelf.

Virginia Woolf Over ziek zijn

Over ziek zijn

  • Auteur: Virginia Woolf (Engeland)
  • Bijdragen van: Lieke Marsman, Mieke van Zonneveld
  • Origineel: On Being Ill (1926)
  • Nederlandse vertaling: Monique ter Berg
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 5 november 2024
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50 / € 6,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over ziek zijn

In deze bundel vindt u, gecombineerd met bijdragen van drie hedendaagse dichters, de eerste Nederlandse editie van Woolfs On being ill in een vertaling van Monique ter Berg.

Woolf schreef Over ziek zijn terwijl ze weken aan een stuk aan bed gekluisterd was. Lieke Marsman en Mieke van Zonneveld werden op jonge leeftijd getroffen door kanker. Deryn Rees-Jones raakte besmet met het COVID-19 virus. Zij schreef bij deze uitgave een inleidend voorwoord.

Van Zonneveld verwonderde zich over de ‘vlagen van vreugde’ tijdens haar ziekste momenten. Ze vond nieuwe religieuze verdieping. Tien jaar na dato merkt ze dat de normaliteit de twijfel soms weer uitnodigt. ‘Als de dood zich opnieuw aandient, hoop ik dat mijn sceptische alter-ego in een rivier van genade verzuipt,’ schrijft ze.

Net als Woolf constateert Marsman dat ziek zijn de kritische waarneming kan verscherpen: ‘Ziek zijn zet alles op z’n kop, en in de chaos die ontstaat, doemen abstracte beleidsbeslissingen op als in de praktijk gebrachte dictaten die bepalen of de afdeling waarop je ligt wel of niet onderbezet is.’

Woolf vraagt zich in haar essay af of het thema ‘ziekte’ in de literatuur niet net zoveel aandacht zou moeten krijgen als liefde, jaloezie en macht. Over ziek zijn geeft het die aandacht.

Bijpassende boeken

Sara Sølberg – Sarabande

Sara Sølberg Sarabande recensie en informatie over de inhoud van de Noorse roman. Op 17 maart 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van de roman Sarabande van de uit Noorwegen afkomstige schrijfster Sara Sølberg. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Sara Sølberg Sarabande recensie en informatie

  • “Sarabande is een intelligente, veeleisende en zeer actuele roman geworden, die de indruk bevestigt van Sara Sølberg als een bijzonder vaardige en spannende auteur.” (Sigmund Jensen, Stavanger Aftenblad)
  • “Een ongelooflijk goed geschreven hybride roman met een psychose als narratieve drijfkracht.” (Freddy Fjellheim, Vårt Land)

Sara Sølberg Sarabande

Sarabande

  • Auteur: Sara Sølberg (Noorwegen)
  • Soort boek: Noorse roman
  • Origineel: Sarabande (2021)
  • Nederlandse vertaling: Liesbeth Huijer
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 17 maart 2025
  • Omvang: 350 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van de Noorse schrijfster Sara Sølberg

Het is de warmste zomer ooit gemeten in Noorwegen. Tijdens haar werk als hovenier ziet Silja duidelijk hoe de natuur verandert en onder druk komt te staan, maar ze ziet niet dat dat ook voor haarzelf geldt. Binnen een paar heftige dagen valt de werkelijkheid zoals ze die kent uiteen. Die werkelijkheid wordt niet alleen bezien vanuit Silja’s perspectief, maar ook vanuit dat van een mier, een regenworm, een mot. Wanneer ze in een kliniek ontwaakt is er voor haar iets onomkeerbaar veranderd, alleen lijkt iedereen om haar heen door te gaan zoals voorheen.

Sarabande is een intense roman over een persoon in een crisis en over de crisis waarin de aarde zich bevindt. Hoe kun je leven in een wereld die aan de rand van een ecologische ramp staat, als je weet dat je eigen soort daar schuld aan heeft, en dat de werkelijkheid elk moment kan instorten?

Sara Sølberg is geboren in 1983 in Trondheim, Noorwegen. Ze  volgde van 2012 tot 2014 de schrijversopleiding fictie in Tromsø, waarna zij in 2016 debuteerde met haar roman Seismiske smell (Seismische schok). Hiermee behaalde ze de shortlist van de Tarjei Vesaas’s debutantpris en ontving zij de literatuurprijs van de NTNU. In 2021 verscheen haar tweede roman, Sarabande.

Bijpassende boeken en informatie

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken en informatie. Welke boeken verschijnen er bij Uitgeverij HetMoet? Wat voor soort boeken worden er uitgegeven? Welke auteurs worden er uitgegeven? Hoe kun je de uitgeverij bereiken?

Uitgeverij HetMoet nieuwe boeken

Er verschijnen gemiddeld acht titels per jaar bij de onafhankelijke Uitgeverij MetMoet die in november 2018 is opgericht door Elte Rauch. Het betreft hierbij zowel om klassiekers als romans en ander literair werk van nieuwe auteurs, debutanten of gevestigde schrijvers zowel uit Nederland en het buitenland. De Engelstalige uitgeverij Menard Press maakt onderdeel uit van de uitgeverij.

Overzicht van nieuwe boeken van Uitgeverij HetMoet in 2025

De indeling is op datum van verschijnen waarbij de nieuwste boeken boven aan de lijst staan.

Sarabande

  • Auteur: Sara Sølberg (Noorwegen)
  • Sara Sølberg Sarabande recensieSoort boek: Noorse roman
  • Origineel: Sarabande (2021)
  • Nederlandse vertaling: Liesbeth Huijer
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 17 maart 2025
  • Omvang: 350 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Inhoud roman: Het is de warmste zomer ooit gemeten in Noorwegen. Tijdens haar werk als hovenier ziet Silja duidelijk hoe de natuur verandert en onder druk komt te staan, maar ze ziet niet dat dat ook voor haarzelf geldt. Binnen een paar heftige dagen valt de werkelijkheid zoals ze die kent uiteen. Die werkelijkheid wordt niet alleen bezien vanuit Silja’s perspectief, maar ook vanuit dat van een mier, een regenworm, een mot…lees verder >

Eva Meijer Variaties op aanwezigheid recensieVariaties op aanwezigheid

  • Auteur: Eva Meijer (Nederland)
  • Soort boek: prozagedicht
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 20 januari 2025
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Inhoud boek: Herhaling, herhaling. In Variaties op aanwezigheid vangt Eva Meijer in een prozagedicht het schaduwleven van een zieke. Met long covid verander je van mens in plant, in tapijt, in een woord. Vanaf de bank gaat de tijd rond maar niet langer vooruit…lees verder >

Uitgeverij HetMoet contact

De uitgeverij is gevestigd op de voormalige NDSM-werf in Amsterdam-Noord, in het Treehouse complex.

Oosterdok 95
1011 VZ Amsterdam
Email: info@hetmoet.com

Vrij ingestuurde manuscripten worden op dit moment niet in behandeling genomen door de uitgeverij.

Bijpassende informatie

Eva Meijer – Variaties op aanwezigheid

Eva Meijer Variaties op aanwezigheid recensie en informatie nieuw boek met een prozagedicht van de Nederlandse auteur. Op 20 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet het nieuwe boek met een prozagedicht van Eva Meijer. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Eva Meijer Variaties op aanwezigheid recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Variaties op aanwezigheid, het nieuwe boek met een prozagedicht van Eva Meijer, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Eva Meijer Variaties op aanwezigheid

Variaties op aanwezigheid

  • Auteur: Eva Meijer (Nederland)
  • Soort boek: prozagedicht
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 20 januari 2025
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek met een prozagedicht van Eva Meijer

Herhaling, herhaling. In Variaties op aanwezigheid vangt Eva Meijer
in een prozagedicht het schaduwleven van een zieke. Met long
covid verander je van mens in plant, in tapijt, in een woord. Vanaf
de bank gaat de tijd rond maar niet langer vooruit. De zieke wordt
vergeten, het leven buiten gaat door. Maar de ik bestaat nog – de
vraag is alleen hoe.

Eva Meijer is in 1980 in Hoorn geboren. Hen is filosoof en schrijver. Hen schreef de romans Het schuwste dier (2011), Het vogelhuis (2016), Voorwaarts (2019), De nieuwe rivier (2020), Zee nu (2022) en Dagen van glas (2023). In 2021 verscheen de novelle Haar vertrouwde gedaante. Als essayist maakte Eva Meijer naam met hun grensverleggende essay De soldaat was een dolfijn. Over politieke dieren (2017), gebaseerd op hun proefschrift waarmee hen de Erasmus Dissertatieprijs won. Datzelfde jaar ontving hen de Halewijnprijs voor hun gehele oeuvre. Tevens won hen de Hypatia-prijs. Begin 2019 verscheen De grenzen van mijn taal. Een klein filosofisch onderzoek naar depressie, dat in vele landen is vertaald. In 2021 schreef hen het essay voor de Maand van de Filosofie, VuurduinAantekeningen bij een wereld die verdwijnt. In 2022 verscheen hun essay Verwar het niet met afwezigheid. Over politieke stiltes en hun roman Zee Nu. In maart 2025 verschijnt hun non-fictie boek Muizenleven en het prozagedicht Variaties op aanwezigheid. Hun boeken werden lovend besproken in internationale media, waaronder The Guardian, Der Spiegel en The New York Review of Books.

Bijpassende boeken en informatie

Bram de Ridder – Een aangenaam zwaar hoofd

Bram de Ridder Een aangenaam zwaar hoofd recensie en informatie over de inhoud van het boek van de Nederlandse schrijver, psychiater en socioloog. Op 20 mei 2024 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet het nieuwe boek met verhalen van Bram de Ridder. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Bram de Ridder Een aangenaam zwaar hoofd recensie van Tim Donker

Of wolken, en het gewicht van stilte, en dat je niet wist wat dat was. Zegt het in de verantwoording: “Het verhaal ‘De grote schoonmaak’ verscheen eerder in een andere versie onder de titel ‘Geluk’ in Tijdschrift Ei.”

&

verhaal, denk je.
& tijdschrift Ei, denk je (dat zou het mooiste maar ook het slechtste tijdschrift ter wereld kunnen zijn) (je kent het niet)
& aan de tandarts denk je.

Als De grote schoonmaak een verhaal is, denk je, dan is Een aangenaam zwaar hoofd dus een verhalenbundel. Maar ik dacht, denk je, dat het een roman was.

Maakt dat uit?, zo vraagt het in je hoofd want in je hoofd daar zegt het & daar vraagt het maar. Maakt het uit of dit boek een verhalenbundel of een roman is? Ja, dat maakt uit. Zo antwoord je je hoofd. Daar zit je, als een dwaas, te converseren met je hoofd. Ja, dat maakt uit. Als verhalenbundel is Een aangenaam zwaar hoofd redelijk te noemen. Als roman, echter, is het bijna geniaal.

Hou ik er dus aan vast het een roman te noemen. Het als roman te zien. Een fragementariese roman. Een roman die niet uitgaat van één hoofdpersoon of een bepaald narratief maar een roman die zich konsentreert op een veelheid. Zoals stadsromans. Wordt dat genre nog beoefend? Alfred Döblin & John Dos Passos & Andrej Bjelyj, zij schreven stadsromans. En James Frey schreef er één. Bright shiny morning heette dat. Ik vond het ooit lang lee bij De Slegte, ik las het, ik vond het goed. Mensen in een stad, waarschijnlijk Los Angeles, verloren, levend, een stadsleven waardoor zij verteerd worden, waarin zij hun weg vinden, of dat maar iets is dat de achtergrond van hun bestaan is. Wat ik mooi vond was dat het de stad was die sprak, en dat de personages maar voorbeelden waren van wat de stad zoal voortbracht. Ik vond dat mooi. God, ik vond het zo mooi dat ik James Frey zoiets gaf als een “like” (ging dat zo?) op Facebook in de tijd dat ik nog een Facebookpagina had. Maar ja. Dan krijg je gedoe. Dan krijg je dat gedoe. Frey, op een keer.

Ja. Frey op een keer, hij had één van zijn helden ontmoet, hij was zo gelukkig, hij had één van zijn helden gesproken, ik naar omlaag, ik de pagina omlaag bewegen, ik wilde zien, wie kon een held van James Frey zijn, wie leefde nog, alle helden zijn toch dood, alle schrijvers zijn toch dood, alle heldwaardige schrijvers zijn dood, ik de pagina omlaag bewegen (ik weiger scrollen te zeggen of swipen te zeggen), de foto’s, bleek het te gaan om Sylvester Stallone.

Ja. Dat kan. Sylvester Stallone kan een held van je zijn. Maar ik geloof niet dat iemand voor wie Sylvester Stallone een held kan zijn mijn held kan zijn (het moet toen geweest zijn, dat het zaadje geplant werd dat me er uiteindelijk toe bracht om mijn facebookpagina op te heffen). Maar toch. Bright shiny morning was een goede roman, het was een stadsroman, slechte stadsromans bestaan bijna niet, en Een aangenaam zwaar hoofd is een stadsroman.

Een roman over mensen. Over mensen in steden, of hoog in de bergen. Een roman over mensen en over de dingen in steden, of hoog in de bergen. (een roman over alles) (een roman over iedereen) (de horden) (de steden zijn vol mensen. de huizen vol bewoners. de hotels vol gasten. de treinen vol reizigers. de café’s vol klanten. de straten vol voorbijgangers) (is voorbijganger een mens) (is mens een machine) (rechtop lopende dieren en bijgevolg machines) (machines treffen de wereld aan). Een stadsroman over de wereld; welk schrijver ging Bram de Ridder daarin nu helemaal voor? (& okee & misschien Olivier Rolin misschien &) (& okee & misschien Nele Buyst misschien &) (& okee & Lucas Hüsgen misschien &) (& okee & misschien David Markson misschien &) (& okee & misschien Uljana Wolf misschien &) (& okee & misschien Harry Man misschien &) (& okee & misschien Blake Butler misschien &) (& okee & misschien Hawkwind misschien &).

Komma komma kom maar. Allemaal gewoon maar mensen. Een roman vol mensen.

Misschien is Eva een verbindende figuur in Een aangenaam zwaar hoofd. Ze is psychiater en meer dan eens gaat het hier over hoe levens op een helling komen te staan. Het wegglijden, en dat je dat zelf niet altijd merkt. Zoals het zijn is, wie ook alweer zei “Zo ploeteren we voort, roeiend tegen de stroom in, voortdurend teruggeworpen in het verleden.”; het verleden waar de demonen huizen. Maar lang niet alle personages kennen Eva, laat staan dat ze patiënt van haar zouden zijn (of zich zelfs maar patiënt voelen). In tegenstelling tot wat het achterplat suggereert “bevraagt” Bram de Ridder volgens mij niet per se “de hiërarchische aard van de relatie tussen patiënt en psychiater”; al wordt wel al snel duidelijk dat ook een psychiater patiënt kan zijn, en dat Eva ook maar een van degenen is die voortploeteren. Dit is hoe haar ochtend, en hoe dit boek begint:

“’Misschien moeten we deze keer echt stoppen.’ Haar antwoord voelde als de enige passende reactie. Hij zei: ‘Ja.’ Ook een passende reactie. En daarmee was het een feit, onmiddellijk gevolgd door schrik, opluchting, enorme schrik. En nu zwemmen meerkoeten door het kroos, wordt er gevoetbald op het grasveld, schiet iemand hard naast, schelden de mannen, joelen de mannen en voelt ze hoe de ochtend natrilt in haar borstkas.”

En dat is het leven van de stad, en het leven van de mensen. Soms zijn mensen niet meer dan passanten, of nog niet eens. Dingen die gebeuren achter een voordeur waar je langs loopt. Zoals die tandarts in het reeds genoemde De grote schoonmaak. Losgezongen uit de context van dit boek zou een mens dat hoofdstuk inderdaad maar zo voor een “af”, zij het lichtelijk bizar (meer vragen oproepend dan beantwoordend) verhaal kunnen houden ja. De lezer vangt glimpen op die hij nooit volledig vat. En dat is goed, daar ligt de grote kracht van Bram de Ridder.

Want andere personages keren wél terug. In dit boek neh deze verhalenbundel neh deze roman. Als je misschien alleen maar de flits wil, van die toneelacteur krijg je ook al alleen maar de flits, de toneelacteur die besluit een raar soort voorstelling te houden die ermee aanvangt dat het publiek hem beledigen moet en beledigen doen ze, iemand roept “Verkrachter!” en de toneelacteur weet niet waarom dat is en de lezer weet niet waarom dat is en je vraagt het je af maar je weet dat het beter bij een fragment blijft, ja een fragmentariese roman, je weet dat het beter in het vage blijft, dat is het moje aan de fragmentariese roman: het geeft je als het leven maar fragmenten en niet meer dan fragmenten, en sommigen komen dan toch terug. Zoals Tonia bijvoorbeeld. Lieve moje innemende en misschien een klein beetje malende Tonia. Die doorheen een open raam een melkopschuimer naar het hoofd van een passant gooit, en van alles denkt. En het is zo mooi, en een beetje grappig is het ook, en het is ontroerend en filosofisch en poëtisch en absurdistisch en op een schrijnende manier nog realistisch ook. En het is zo veel, en het is zo alles, en je weet dat meer over Tonia het alleen maar minder kan maken. Of Joshua. Een jongen eigenlijk te mooi, te zacht, te vol van schittering voor deze wereld. Je wilt niet te lang blijven in de buurt van zo’n personage. Wat als hij doffer begint te worden, daar wil je niet bij zijn, dat zou te pijnlijk zijn. Maar de kracht dus. De hele grote kracht van Bram de Ridder. Hij is goed in plekken wit laten. Als hij toch iets verder inkleurt, blijkt hij het wit alleen iets donkerder te hebben gemaakt, nu is het wit gebroken, nu weet je nog niet al te veel. Er is Karel die op een dag in weerwil van alles waar hij wellicht toe in staat zijn geweest in een stoel gaat zitten en weigert eruit te komen. Je weet niet waarom, je komt het ook niet te weten. Misschien heeft het iets te maken met Gerard Vita, een van de andere personages, hij is onder bepaalde omstandigheden naar een of ander tropisch eiland vertrokken en voorziet nu in zijn levensonderhoud door zelfgemaakte prullen te verkopen aan toeristen. Waarom liet hij zijn oude leven achter zich, waarom vertrok hij, wat is er gebeurd? Je weet het niet. Wat viel er precies voor tussen Joshua en zijn ouders, hoe verging het Marc na de nogal maffe actie die tot doel had zich leeg te maken (ja dat lees je zelf maar hoor), waarom zijn Tomas en Lara van elkaar vervreemd geraakt? Je weet het niet. Je komt het niet te weten. En daarin is Bram de Ridder goed. Levens kruisen. En gaan daarna weer verder, niet zelden in tegengestelde richtingen.

Soms misschien een tikje te opzichtig. Dan passeert er een oude rode Volvo. En een veertigtal bladzijden later ofzo blijken die in oude rode Volvo andere personages te zitten. Een prachtig falen dat wellicht alleen maar gegeven is met het meetjee – was je filmmaker geweest dan hoefde je in de ene scene alleen maar een oude rode Volvo te laten langsrijden. En iedereen zag dat dat een oude rode Volvo was. En als een aantal scenes later de draad van de oude rode Volvo en de personages die het bevat weer wordt opgepakt is dat alleen maar mooi. Maar de schrijver moet schrijven dat het een oude rode Volvo is, hij moet “oude rode Volvo” schrijven en de lezer die dat leest denkt waarom schrijft hij dat, het is maar een auto op de achtergrond, waarom dat zo gedetailleerd benoemen, en als die oude rode Volvo veertig bladzijden later dan ineens betekenis krijgt, denk je Beetje opzichtig, De Ridder.

Veel vaker is het eigenlijk alleen maar mooi, of vervreemdend. Dat Abby bijfiguur is in de verhaallijn van Karel, maar, uiteraard, hoofdfiguur in haar eigen verhaallijn is, in zekere zin, typerend voor de tragiek van het leven. Mensen komen en gaan, kleuren voor een belangrijk deel je leven in, weten dat misschien niet eens, hebben hun levens, hun eigen levens, je was niet meer dan een bijfiguur voor ze, maar ze gaven je de duw die bepaalt heeft dat je bent waar je nu bent.

Merkwaardiger nog: wat voor Tomas en Lara een ver verleden is, is bij Nicole nog maar vorige week. Maar misschien gaat dat zo. Hoog in de bergen, en alleen. Dan krijgt tijd een hele andere betekenis.

Soms vroeg ik me af of het niet een beetje teveel was allemaal. We hebben allemaal angsten, we lijden allemaal, we zijn allemaal onzeker, we gaan allemaal gebukt onder dingen uit het verleden, we hebben allemaal dingen die we onze ouders verwijten en als er geen dingen zijn dan verzinnen we die wel, we worden allemaal verscheurd, het spijt ons allemaal. Voor een psychiater als Bram de Ridder is het wel een beetje gemakkelijk; die moet geen moeite doen voor zulke verhalen, die liggen gewoon op de vloer van zijn spreekkamer, hij hoeft alleen maar te bukken om ze op te rapen. Dan kwam het woord “gemakzuchtig” in me op. Niet dat ik vind dat kunst moeite moet kosten. Maar toch. Een enkele keer ontsnapte me wel een zucht. Onee. Niet weer zoon dialoog tussen twee personages over hun gevoelens en over hoe complex het allemaal is.

Maar ja. Dan komt er weer zoon heerlijk maffe episode doorheen van een aan lager wal geraakte tandarts en diens assistent. Of kom ik neer op een verslavende zin als “De ochtend is gemaakt van voorzichtig licht.” En dan zit ik daar, en is er weer alleen maar geluk. Geluk om schoonheid. Schoonheidsgeluk.

Een aangenaam zwaar hoofd is een onvergetelijk mooi boek over de (on)mogelijkheden van het leven. Een boek dat dingen in je achterlaat. Vragen, beelden, fragmenten, zinnen, gedachten. Rommel. Een boek dat rommel in je achterlaat: uiteindelijk is dat alleen de allerbeste schrijvers gegeven.

Bram de Ridder Een aangenaam zwaar hoofd

Een aangenaam zwaar hoofd

  • Auteur: Bram de Ridder (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: HetMoet
  • Verschijnt: 20 mei 2024
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Bram de Ridder

In zijn tweede boek Een aangenaam zwaar hoofd duikt Bram de Ridder diep in de hoofden van een uiteenlopend scala aan mensen, onderling verbonden door psychiater Eva. Vanuit haar blik en vanuit die van de mensen die zij behandelt wordt de vanzelfsprekendheid van de hiërarchische aard van de relatie tussen patiënt en psychiater bevraagd. Want wie wordt hier echt bekeken, en door wie?

In zijn kenmerkende doeltreffend schaarse taal schetst De Ridder een netwerk van mensen wier levens op zeer verschillende manieren vastlopen, terwijl iedereen ook gewoon doorleeft. Zo volgen we een uitgevallen basisschoollerares, zien we hoe een veelbelovende jongeman weigert op te staan uit zijn stoel en zijn we getuige van een schapenhoedster die haar zelfverkozen eenzaamheid niet meer verdraagt. In deze caleidoscopische bundel raken al deze levens elkaar op verrassende wijze, of scheren ze juist rakelings langs elkaar heen.

Bijpassende boeken

Albrecht Haushofer – Toch kennen dromen ook gevoel van tijd

Albrecht Haushofer Toch kennen dromen ook gevoel van tijd recensie en informatie van de bundel met gedichten van de Duitse schrijver, geograaf en diplomaat. Op 1 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet verschijnt de tweetalige bundel gedichten die in het Nederlands zijn vertaald door Maarten Asscher. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Albrecht Haushofer Toch kennen dromen ook gevoel van tijd recensie

Mocht er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Toch kennen dromen ook gevoel van tijd, de tweetalige bundel met gedichten van de Duitse dichter Albrecht Haushofer verschijnt, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Toch kennen dromen ook gevoel van tijd Auteur: Albrecht Haushofer (Duitsland) Soort boek: gedichten, poëzie Nederlandse vertaling: Maarten Asscher Uitgever: Uitgeverij HetMoet Verschijnt: 1 juni 2024 Omvang: 48 pagina’s Uitgave: paperback Prijs: € 18,50 Boek bestellen bij: Bol / Libris Flaptekst van de dichtbundel van Albrecht Haushofer Toch kennen dromen ook gevoel voor tijd is een tweetalige selectie uit de sonnetten die Albrecht Haushofer tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog schreef in de gevangenis in de Berlijnse wijk Moabit. Met deze als Moabiter Sonette beroemd geworden gedichtencyclus legt Haushofer verantwoording af over zijn morele worsteling als diplomaat gedurende de jaren van het Derde Rijk en beschouwt hij het verval van de Duitse cultuurnatie. Ze vormen het geestelijke testament van een belezen kosmopoliet, wiens wereld is teruggebracht tot een bestaan waarin de dagelijkse en nachtelijke geallieerde bombardementen het apocalyptische slot van de oorlog inluiden. Een wereld die uiteindelijk gereduceerd wordt tot een Gestapo-gevangeniscel waar verre dromen en dierbare herinneringen het moeten opnemen tegen het rammelen van ketens, het zoemen van een mug of de zwijgende confrontaties met de jonge Oost-Europese boeren die als cipiers dienstdoen. De vijfentwintig in deze bundel opgenomen sonnetten, voorzien van een nawoord door de vertaler, zullen voor vele Nederlandse lezers een eerste kennismaking met het werk van Albrecht Haushofer zijn.

Toch kennen dromen ook gevoel van tijd

  • Auteur: Albrecht Haushofer (Duitsland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Nederlandse vertaling: Maarten Asscher
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 1 juni 2024
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Albrecht Haushofer

Toch kennen dromen ook gevoel voor tijd is een tweetalige selectie uit de sonnetten die Albrecht Haushofer tijdens de laatste maanden van de Tweede Wereldoorlog schreef in de gevangenis in de Berlijnse wijk Moabit. Met deze als Moabiter Sonette beroemd geworden gedichtencyclus legt Haushofer verantwoording af over zijn morele worsteling als diplomaat gedurende de jaren van het Derde Rijk en beschouwt hij het verval van de Duitse cultuurnatie. Ze vormen het geestelijke testament van een belezen kosmopoliet, wiens wereld is teruggebracht tot een bestaan waarin de dagelijkse en nachtelijke geallieerde bombardementen het apocalyptische slot van de oorlog inluiden. Een wereld die uiteindelijk gereduceerd wordt tot een Gestapo-gevangeniscel waar verre dromen en dierbare herinneringen het moeten opnemen tegen het rammelen van ketens, het zoemen van een mug of de zwijgende confrontaties met de jonge Oost-Europese boeren die als cipiers dienstdoen.

De vijfentwintig in deze bundel opgenomen sonnetten, voorzien van een nawoord door de vertaler, zullen voor vele Nederlandse lezers een eerste kennismaking met het werk van Albrecht Haushofer zijn.

Bijpassende boeken

Eve Babitz – Lome dagen, vluchtig gezelschap

Eve Babitz Lome dagen, vluchtig gezelschap recensie en informatie over de inhoud van het boek van de Amerikaanse beeldend kunstenaar en schrijfster. Op 15 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Het Moet de Nederlandse vertaling van het boek uit 1977 over Los Angeles, Slow Days, Fast Company: The World, The Flesh, and L.A, van de Amerikaanse kunstenares en schrijfster Eve Babitz. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Eve Babitz Lome dagen, vluchtig gezelschap recensie

Mocht er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Lome dage, vluchtig gezelschap, het boek van Eve Babitz uit 1970 over het Los Angeles van de jaren zeventig van de vorige eeuw, dan besteden we er hier aandacht aan.

Eve Babitz Lome dagen, vluchtig gezelschap

Lome dagen, vluchtig gezelschap

de wereld, lust en L.A.

  • Auteur: Eve Babitz (Verenigde Staten)
  • Soort boek: non-fictie, reisverhaal
  • Origineel: Slow Days, Fast Company: The World, The Flesh, and L.A. (1977)
  • Nederlandse vertaling: Astrid Huisman
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 15 juni 2024
  • Omvang:
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Californië uit 1977 van Eve Babitz

In het Los Angeles van de jaren zestig en zeventig verleidde Eve Babitz iedereen die ertoe deed. Maar één man ontglipte haar, dus deed ze waar ze goed in was: ze schreef een boek voor hem. Lome dagen, vluchtig gezelschap is een volwaardige en onbevangen beschrijving van een Zuid-Californië dat niet meer bestaat.

In tien zonovergoten, onstuimige verhalen schetst Babitz een Los Angeles vol filmsterren die versteld staan van hun eigen succes, socialites die een driedaags drugsgelag organiseren in het Chateau Marmont, soapacteurs die zich zorgen maken dat ze in het script van morgen zullen sterven, en Italiaanse femme fatales die – waar mogelijk – nog fataler zijn dan Babitz zelf. Uiteindelijk maakt het niet uit of Babitz die man ooit strikte – ons heeft ze verleid.

Bijpassende boeken

Erri De Luca – Niet nu niet hier

Erri De Luca Niet nu niet hier recensie en informatie over de inhoud van de Italiaanse roman uit 1989. Op 14 augustus 2023 verschijnt bij Uitgeverij Het Moet de Nederlandse vertaling van Non ora, non qui de roman van de Italiaanse auteur Erri De Luca.

Erri De Luca Niet nu niet hier recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Niet nu, niet hier. Het boek is geschreven door Erri de Luca. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de debuutroman uit 1989 van de Italiaanse schrijver Erri de Luca.

Erri De Luca Niet nu niet hier recensie

Niet nu, niet hier

  • Auteur: Erri De Luca (Italië)
  • Soort boek: Italiaanse roman
  • Origineel: Non ora, non qui (1989)
  • Nederlandse vertaling: Annemart Pilon
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 14 augustus 2023
  • Omvang: 132 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1989 van Erri De Luca

Kijkend naar oude foto’s die zijn vader maakte voordat hij blind werd, herinnert Erri De Luca zich in Niet nu, niet hier zijn jeugd in het naoorlogse Napels, in een lange brief aan zijn moeder. Met zijn bitterzoete herinneringen neemt de schrijver ons mee naar de donkere steeg waar hij zijn gelukkige kindertijd beleefde, en naar het grote huis vol licht en kleur dat daarop volgde. De tijd werpt nieuw licht op de onbegrepen relatie tussen een moeder en haar stotterende zoon. Niet alleen zijn ouders en de stad worden liefdevol herinnerd, de brief is ook een ode aan de vriend die hij op jonge leeftijd verloor en aan zijn vrouw, die na een paar jaar huwelijk overleed. Deze debuutnovelle is een klein maar intens boek over wat je in het leven verliest en wat je daarvan bij je blijft dragen, geschreven in de kenmerkende poëtische stijl van De Luca, waarbij hij met bijzonder weinig woorden een heel universum weet op te roepen.

Niet nu, niet hier wordt uitgegeven met de inleiding die de auteur er twintig jaar na verschijning bij schreef.

Erri De Luca (Napels, 20 mei 1950) is een Italiaanse schrijver, vertaler en dichter. Zijn oeuvre omvat meer dan zestig boeken, waarvan de meeste titels bestsellers werden en in vertaling verschenen in onder andere de VS, Frankrijk, Duitsland en Spanje. Als gezegevierd schrijver, en volgens Corriere della Sera zelfs ‘de enige daadwerkelijke eersteklas schrijver die het nieuwe millennium ons heeft gebracht’, ontving De Luca de Europese Literatuurprijs voor zijn boek Il più e il meno (2016).

Bijpassende boeken en informatie

Sinéad O’Connor autobiografie Wat ik me herinner

Sinéad O’Connor autobiografie Wat ik me herinner recensie en informatie over de inhoud. Op 7 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van Rememberings de autobiografie van de op 26 juli 2023 overleden Ierse zangeres Sinéad O’Connor.

Sinéad O’Connor autobiografie wat ik me herinner recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de autobiografie Wat ik me herinner. Het boek is geschreven door Sinéad O’Connor. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de autobiografie uit Ierland afkomstige popzangeres Sinéad O’Connor.

Monique van der Hoeven recensie

“Qui cantat, bis orat” (Wie zingt, bidt dubbel)

Het is de quote waarmee de autobiografie van de onlangs overleden zangeres Sinead O’Connor opent. Een quote die mij als zangeres direct diep raakt – ik begrijp hem zó goed èn hij lijkt naadloos te passen bij het werk van Sinead.

In het voorwoord vertelt de 54-jarige Sinead hoe ze vaak “afwezig” was in haar leven.

“Niemand heeft me ooit begrepen, ook ikzelf niet. Behalve als ik aan het zingen was”. Een tweede quote die ik begrijp. En die past!

De autobiografie van Sinead O’Connor bestaat uit 3 delen:

Deel 1:

Haar jeugd – ze vertelt dit op een kinderlijke manier, alsof het kleine meisje zelf aan het woord is, heel aangrijpend. Het geloof en muziek zijn al jong in Sinead’s leven aanwezig. Maar er is ook veel geweld en mishandeling.

Deel 2:

Hoe ze zangeres is geworden en over haar carrière. Ze vertelt over hoe ze haar hoofd kaal laat scheren, om vooral niet aan het standaard meisjes-mooi van een popster te hoeven voldoen en hoe ze, net zwanger, haar eerste platencontract opzegt en alles in eigen hand te nemen. Er breekt een rollercoaster-ride aan en ze speelt het spel zo goed mogelijk mee tot en met de eerste Grammy Awards. Daarna wordt ze echt rebels – tijdens een uitzending van SNL verbrandt ze de foto van de paus die op haar moeder’s slaapkamer hing. Dan is ze nergens meer welkom. Voor haarzelf is dat het moment waarop ze zichzelf hervindt… en niet het moment dat haar “carrière werd verwoest”.

“Niemand heeft me ooit gevraagd wat mijn dromen waren, ze werden gewoon boos omdat ik niet was wie ze wilden dat ik was”.

Deel 3:

Dit deel gaat over haar muziek. Zeker na het lezen van de eerste twee delen is dit deel heel interessant, want ze geeft toelichting op hoe de songs en albums die ze opnam zijn ontstaan, wat ze voor haar betekenen en wat haar ertoe heeft geïnspireerd.

Ik heb Sinead O’Connor altijd al een heel goede zangeres gevonden, iemand die durfde te kiezen om zichzelf te zijn. Na het lezen van haar autobiografie zie ik pas hoe ongelofelijk moedig en dapper ze werkelijk was! En wat een heftig leven ze heeft geleid – nou ja, GELEEFD heeft ze absoluut!

Dankzij de playlist die met een QR-code die bij het boek hoort geopend kan worden, heb ik o.a. de allermooiste versie van Don’t Cry for me Argentina gehoord. Jawel, gezongen door Sinead O’Connor.

In deel 3 volgt ook nog een heel liefdevol betoog over haar 4 kinderen.

Ze sluit deel 3 af met nog een heel mooie quote – die ik zeker nu ze niet meer onder ons is hier op aarde als heel troostrijk en hoopvol ervaar:

“Ik heb heel veel geluk gehad, aangezien elke droom die ik ooit had werkelijkheid is geworden”


Sinéad O'Connor autobiografie wat ik me herinner recensie

Wat ik me herinner

  • Auteur: Sinéad O’Connor (Ierland)
  • Soort boek: autobiografie
  • Origineel: Rememberings (2021)
  • Nederlandse vertaling: Irwan Droog
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 7 augustus 2023
  • Omvang: 300 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van de autobiografie van Sinéad O’Connor

Kijk, iedereen wil een popster. Maar ik ben een protestzanger.

We zijn de videoclip van ‘Nothing Compares 2 U’ aan het maken. We hebben het grootste gedeelte van de clip al een paar dagen geleden in Londen opgenomen, in zo’n drie shots. In het eerste, een close-up, zing ik het nummer gewoon mee, terwijl ik op een stoel zit in een trui met een zwarte kraag. Maar bij ‘All the flowers that you planted, Mama, in the backyard, all died when you went away’ huilde ik zo’n twintig seconden lang.

Ik heb het gevoel dat ik het verpest heb. Ik wist me wel te herpakken en te blijven zingen, maar ik denk dat de opnames onbruikbaar zijn. Het is dus goed dat we hier in Parijs aan het filmen zijn.  Dat is beter voor iedereen.

Ik huilde omdat mijn moeder dood is. Ik ben er nog steeds door van slag, al ben ik al vierentwintig.

Wat ik me herinner is de autobiografie van de iconische Ierse protest zangeres Sinéad O’Connor. In dit boek spreekt ze openlijk over haar duistere jeugd, haar carrière als zangeres, moeder en activiste.

Bijpassende boeken en informatie

Sam Mills – Schijnfeminisme

Sam Mills Schijnfeminisme recensie en informatie over de inhoud van het boek over seks, macht en #MeToo. Op 8 maart 2023 verschijnt bij Uitgeverij HetMoet de Nederlandse vertaling van Chauvo-Feminism, het boek van de Britse schrijfster Sam Mills.

Sam Mills Schijnfeminisme recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Schijnfeministe. Het boek is geschreven door Sam Mills. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek van de Britse schrijfster Sam Mills.

Sam Mills Schijnfeminisme recensie en informatie

Schijnfeminisme

Over seks, macht en #MeToo

  • Schrijfster: Sam Mills (Engeland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Origineel: Chauvo-Feminism (2021)
  • Nederlandse vertaling: Nathalie Tabury, Jet Zegers
  • Uitgever: Uitgeverij HetMoet
  • Verschijnt: 8 maart 2023
  • Omvang: 130 pagina’s
  • Uitgave: paperback 
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Sam Mills

Schijnfeminisme is een lang essay waarin Sam Mills de werking van ‘schijnfeministen’ onderzoekt. We zijn ze allemaal wel eens tegengekomen: mannen die zichzelf naar buiten toe projecteren als feministisch, liberaal en zachtaardig. Publiekelijk steunen ze zaken rondom vrouwenrechten, maar achter gesloten deuren blijken ze seksistische denkwijzen nog lang niet achter zich gelaten te hebben.

Het seksisme heeft een andere weg gevonden, een die subtiel naar voren komt door middel van gaslighten en het misbruiken van machtsposities. In dit essay verweeft Mills haar persoonlijke ervaring met een schijnfeminist met een wetenschappelijk onderzoek naar de algemene ervaringen met zulke mannen. Zo kijkt ze bijvoorbeeld ook naar bekende gevallen als Harvey Weinstein en gaat ze het gesprek aan met vrouwen en mannen uit haar omgeving. Beide kanten, de persoonlijke en de algemene, zijn kundig verweven en versterken elkaar om iets wat moeilijk te traceren is pijnlijk scherp naar de voorgrond te brengen.

Sam Mills (1975) studeerde Engelse taal en literatuur aan de Universiteit van Oxford, waarna ze werkzaam werd als journalist en correspondent. Niet veel later besloot ze zich volledig op haar schrijfwerk te focussen, en in 2012 debuteerde ze met haar roman The Quiddity of Will Self. Sindsdien zijn er vijf andere boeken van haar verschenen die een grote diversiteit aan genres omvatten, zoals horror, essay, young adult en persoonlijke memoires. Schijnfeminisme is haar meest recente werk en haar introductie in het Nederlandse taalgebied.

Bijpassende boeken en informatie