Tag archieven: Uitgeverij De Harmonie

Uitgeverij De Harmonie nieuwe boeken

Uitgeverij De Harmonie nieuwe boeken en informatie. De Harmonie is een onafhankelijke uitgeverij, opgericht in 1972, gespecialiseerd in proza, poëzie, kinderboeken en strips. Jaarlijks verschijnen er 35 á 40 nieuwe titels. Er worden zowel Nederlandstalige boeken als vertaalde literatuur uitgegeven. Vooral bekendheid geniet de uitgeverij doordat hier tot op de dag Nederlandse vertalingen van de boeken in de Harry Potter reeks worden uitgegeven.

Uitgeverij De Harmonie nieuwe boeken in 2024

Welke nieuwe boeken geeft De Harmonie uit in 2024? Onderstaand overzicht is ingedeeld op datum van de uitgave.

Judith Herzberg Kneedwezens recensieJudith Herzberg (Nederland) – Kneedwezens
gedichten, poëzie
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 4 november 2024
Tim Donker recensie
Misschien had ik eerder moeten weten hoe Herzberg de dorst naar poëzie laven kan, misschien had ik eerder moeten weten wat een ontzettend goede dichter Herzberg eigenlijk is…lees verder >

Wim de Bie Meneer Foppe recensieWim de Bie (Nederland) – Meneer Foppe
Eenzaamheidsgenieter
verhalen
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 1 oktober 2024

Judith Herzberg Bijna 90 Hopla's recensieJudith Herzberg (Nederland) – Bijna 50 Hopla’s
ultrakorte gedichten
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 25 april 2024

Jannemieke Caspers Het Heidi-feestJannemieke Caspers (Nederland) – Het Heidi-feest
Nederlandse debuutroman
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 9 april 2024
Tim Donker recensie
De moetlees. Hum. Honderdéénenveertig prachtige pagina’s. Die een deel filosofie, een deel poëzie, een deel modern (filmies?) sprookje zijn. Pagina’s ook die ontroeren. U in gedachten doen verzinken…lees verder >

Oliver Reps Twintig keer DeeOliver Reps (Nederland) – Twintig keer Dee
Nederlandse gedichtroman, verse novel
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 28 maart 2024
Tim Donker recensie
Iedereen heeft hier een heel mooi boek aan. In wat het zegt, en in hoe het spreekt gaat het niet om leeftijd. Het gaat erom dat je voelen nog weet. Dat je liefde nog weet. Dat je de trein nog weet. En dat je de muziek van dat alles nog horen kunt…lees verder >

Willem De mooiste avonturen van Prins BernhardWillem (Nederland) – De mooiste avonturen van Prins Bernhard
cartoons
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 8 februari 2024


Uitgeverij De Harmonie nieuwe boeken in 2023

Welke nieuwe boeken geeft De Harmonie uit in 2023?

Judith Herzberg Jo recensieJudith Herzberg (Nederland) – Jo
herinneringen, memoir
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 26 oktober 2023
Tim Donker recensie: Waarom waarom water, waarom waarom zij, waar het werk van nachtschrijvende debutanten is, waarom het niet hier is, waarom de blik rust, wat de eigenheid ervan is; en ja, dacht ik, ja, mevrouw Herzberg, er is wel iets van aan en dankbaar was ik vooral voor de stilstand…lees verder >

Mazen Maarouf De vloek van Modderkluit recensie en informatieMazen Maarouf (Palestina, IJsland) – De vloek van Modderkluit
Palestijns-IJslandse novelle
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 26 september 2023

Colum McCann Danser recensieColum McCann (Ierland) – Danser
roman over Rudolf Noerejev
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 14 september 2023

Han van Wieringen Homeland Noord-HollandHan van Wieringen (Nederland) – homeland noordholland
gedichten, poëzie
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 1 december 2023
Tim Donker recensie
bij Van Wieringen groeit uit kleine dingen iets groots ja, maar het omgekeerde is ook ontegenzeggelijk waar en zo mogelijk nog mojer…de mooi. de pracht. de lief. de woorddronkenheid…lees verder >

Olivier Willemsen Terug op de achterbank recensieOlivier Willemsen (Nederland) – Terug op de achterbank
Nederlandse roman
Uitgever: De Harmonie
Verschijnt: 13 april 2023
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Wat gebeurt er als je na zo’n 25 jaar door omstandigheden weer met je ouders op vakantie naar Frankrijk gaat. Willemsen laat haarscherp en hoe diep patronen ingeslepen zijn en dat je er nauwelijks van los kunt komen. Hij doet dit op een lichtvoetige, vileine wijze die de roman tot een prestatie van formaat maakt…lees verder >


Contact informatie

Uitgeverij De Harmonie
Herengracht 555
1017 BW Amsterdam
E-mail: info@deharmonie.nl
Telefoon: 020-6245181


Bijpassende boeken en informatie

Judith Herzberg – Kneedwezens

Judith Herzberg Kneedwezens recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse dichteres. Op 4 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij De Harmonie het boek met nieuwe gedichten van Judith Herzberg. Hier lees je informatie over de inhoud van de dichtbundel, de dichteres en over de uitgave.

Judith Herzberg Kneedwezens recensie van Tim Donker

Poëzie slaagt er als één van de zeer weinige media in onaangeroerde lagen in uw diepste innerlijk aan te boren, maar bij het spreken over poëzie vervalt een mens al te gemakkelijk in herhalingen. Dan belandt Kneedwezens van Judith Herzberg op mijn recenseertafel, en daar ga ik weer. Dan ben ik terug tien, en ik woon weer in de Oudartstraat in Stiphout. Waar het allemaal begon. Mijn oudste zus zat in die dagen in een poëzieclubje. Poessieklup, zo spraken ze dat uit. Dat vond ik aanstellerig. Af en toe liet ze foto’s zien die gemaakt waren op de “poessieklup” en naar die beelden te oordelen uitte de “poëticale beleving” zich nogal eens in verkleedpartijen en andere carnavaleske ongein. Dat vond ik bedenkelijk. Niettemin ging er iets van uit. Iets raars ging ervan uit. Iets van heilige huisjes en het schoppen daartegen ging ervan uit. Iets onaangepasts ging ervan uit. Ja, iets verbodens misschien wel. Dingen die hoorden, dacht ik, als je ermee op wilde houden kind te zijn. Het trok me. Ja het trok me geweldig. En ze deden in hun “poessieklupje” ook nog daadwerkelijk aan poëzie ook, ze lazen het zelfs. Dat moest iets zijn, zulke dunne boekjes die kennelijk rechtstreeks in verbinding stonden met alles dat ver voorbij de gekende, brave, geordende wereld lag. God ja. Dat moest iets zijn. Ik had mijn oudste zus zien zitten met zo’n boekje, gewoon bij ons thuis, in onze allerdagdagelijkste zitkamer, op de bank. Beemdgras heette het. Ik kon me al geen voorstelling maken van het soort gras dat beemdgras zou moeten zijn, zou dat een heel ander soort gras zijn dan dat van ons gazonnetje achter het huis? Ik moest. Ik dacht. Ik wilde. Ik dacht te moeten willen. Ik wilde moeten denken. Als Beemdgras niet in haar handen was, dan lag het op haar kamer, op haar buro, dat had ik zelf gezien toen ik haar een keer kwam halen omdat het eten klaar was. Toen mijn oudste zus op een zaterdag niet thuis was, toen er zelfs niemand thuis was, dacht ik dat Beemdgras eens te kunnen lezen. Ja, u heeft gelijk. Ik had het misschien ook gewoon kunnen vragen aan mijn zus. Maarja. Ik associeerde poëzie met schimmigheid, met volwassenheid, met een prikkelend soort van onbehoorlijkheid, en voor een kind kon daar alleen maar een heimelijke benadering bij passen. Dus ik sloop. Er was niemand thuis, maar ik sloop. Want het moest heimelijk, weet u nog, dus ik moest wel sluipen. En ik sloop, en ik opende de deur van haar kamer, en op mijn tenen ging ik naar haar buro, en toen het lezen. Een beetje kijken een beetje bladeren een beetje lezen. Het bood echter weinig dat een sluipgang rechtvaardigde. Het was niet verboden, of subversief, of anarchisties, of opruiend. Of wat dan ook. Het was verdomme niet eens onbegrijpelijk! Was dit het nu dat mensen aanzette om met maffe hoedjes op en gekke jasjes aan op een foto een zot bakkes te trekken?

Ik denk dat het Bert Keizer was die filosofie vergeleek met een onneembare vesting, die jonge mensen wel aantrok maar vervolgens nauwelijks toegang gaf. Wie met een ongeoefend brein immers een willekeurige filosofische “klassieker” gaat lezen, zal er immers doorgaans bitter weinig van begrijpen. En je wil wel, want je wil vat op de wereld, vat op het bestaan, het interesseert je wat anderen daar zoal over dachten en schreven, maar wie zal je leiden, wie zal je wegwijs maken, hoe kun je ophouden als een blindeman door deze gangen te stommelen? Ik had als kind geprobeerd de onneembaarheid van de  vesting “poëzie” te slechten, maar die Herzberg had me eenvoudigweg de deur uit gegooid. Poëzie bleef me trekken, maar sudderend, diep binnenin, en het zou lang duren vooraleer K. Schippers’ Een leeuwerik boven een weiland me voorgoed omver kegelde: pas op mijn vijfentwintigste, met dit boek op mijn schoot, in een trein van nergens naar ergens, wist poëzie mijn hart helemaal winnen. Totaal. Integraal. Fenomenaal. Het zou oneerlijk zijn te beweren dat deze vijftienjarige vertraging te wijten is aan Judith Herzberg. Toch begon ik niet zonder rancune aan Kneedwezens. Ik had dan wel Jo gelezen, en ook wel goed gevonden, maar Jo was geen poëzie. Zelfs Bijna 90 Hopla’s dat ik ook las, zelfs dit jaar nog, zou ik geen poëzie noemen, geen echte poëzie toch, en bezijden: meer dan “wel aardig” had ik Bijna 90 Hopla’s sowieso niet gevonden. Zodus. En daarom. Dierhalve. Is. Kneedwezens de eerste poëziebundel van Herzberg die ik ging lezen sinds ik zesendertig jaar geleden op grond van een vluchtig doorbladeren van Beemdgras haar ganse poëzie-oeuvre afwees. En waarom een mening zesendertig jaar lang volhouden om hem niet meteen weer te kunnen bevestigen?

Kon ik ook maar minder klaar zijn voor deze omwoeling?

Kon ik.

Kon de oceaan.

Konden de dingen, en hoe die gaan. En ze lopen ziend. Kon ik. Was ik. Wist ik veel mensen.

Wist ik van –

de idee van kneedwezens alleen al. Dat komt uit Leedvermaak, dat is een toneeltekst (als is Rijgdraad) (als is En / of) (& enten eller dacht ik kleinstwijltjen lang) (hallo bert keizer) (of ook Dat het ’s ochtends ochtend wordt) (waarom weet ik niet maar ik las daar in de eerste instantie dat het ’s ochtends taal wordt) (& mooi vond ik dat & goed ook vond ik dat) (want de nacht is beelden) (de nacht is dromen) (en de ochtends geeft ons de taal terug) –

(Maar om terug te komen op die kneedwezens dus. Pien en Riet weten niet wat het is, maar Rivka is er bang voor, kneedwezens van klei, daar wordt zij ’s nachts gillend wakker van (want de nacht is beelden) (en de kneedwezens zijn amorf) (ik werd vroeger akelig van een blikkerende robot uit een poppenserie, Kiki heette die robot, soms kreeg ik dat akelige gevoel ook zonder die poppenserie, zelfs zonder dat de televisie überhaupt aan was, ik voel me zo Kiki zei ik dan & mijn zussen & mijn moeder snapten dan precies om wat voor gevoel het ging) (vandezomer, in het Valencia waar zij tegenwoordig woont, bekende mijn zus, de andere, de jongere, nog aan mij dat zij zich af en toe nog steeds een beetje Kiki kan voelen) – of hoe kneedbaar ons wezen is, zegt iemand, zegt wie, zegt Bourdieu dat de continuïteit van identiteit illusoir is, want we zijn niet wie we waren / )

& van beginnen met de oerfilosofische vraag (de filosofische oervraag?), “wij bestaan / in plaats van niet”, heet het in het openingsgedicht Acht, maar bij filosofen als Leibniz of Wittgenstein heette dat “Waarom bestaat er iets en niet niets?” (en het niets nietst, dat wist Heidegger al) (& hallo bert keizer nog maar weer) (& het bestaan wortelt misschien)

& een halve vogel in een kooi – magritteësk surrealisme misschien (wat hield ik van zijn werk, ooit) (ik was student, ik woonde in de lelijkste flat van west-europa, en ik miste alles en iedereen, ik had alleen muziek nog, ik had alleen schilderkunst nog) (en later) (& toch, nog steeds, als ik op winterochtenden mijn dochter wek en daarna haar gordijn opentrek, moet ik nog wel eens aan een schilderij van René Magritte denken, ik weet de titel niet meer, ik had ooit een boek met zijn werk maar dat heb ik weggedaan na mijn studentendagen, het is dat schilderij waarop het diep in de straat nog nacht is, of in elk geval donker, maar hoog in de lucht al volop dag) of toch weer filosofie: alleen de kant die we zien bestaat voor ons, onvolmaakt waarnemende wezens (mensen in een grot enzo), wat houden wij allemaal maar voor waarheid wat we niet eens goed zien

& de beweringen in Beweringen, genummerd, zodat het iets krijgt van een gedicht van F. van Dixhoorn, wat één van de allerbeste dichters is die we hebben in dit land hier, of ook hoe beweringen tout court, ja, ontbijt in jeruzalem is nooit saai, de taalkunde vibreert tussen zwets en spraak, is, overal, desalniettemin kan een bewering zijn, kunstbloemen kan een bewering zijn, de zoveelste of op de tast, tegenstrijdig kan een bewering zijn, een mij dat niet gezien is is doorgestreept, en dit Beweringen hier kan moeiteloos tot de beste gedichten gerekend worden die ik las dit jaar, dat ik deze genialiteit niet gezocht had achter Herzberg (een toegeven dat, zult u snappen, wat schoorvoetend is)

& al wat is
& al wat weggevaagd hier
& wat valt en dreunt als het valt

(dreunend, dreunend)

(de parabel van het bebouwbare land)

& de strooisels als het zomer is, Zomerstrooisels heet het, en het spreekt het zegt: “je moet wel weten wat voor weer het was die dag // je moet wel weten wat voor weer voorspeld was voor die dag // je moet wel weten wat voor weer het werd die dag // je moet wel weten wat voor weer het toch nog werd die dag // je moet beseffen dat het weer er niet zoveel toe deed die dag // hoezo: je moet? van wie?”, en daar moest ik om lachen, ook deze humor had ik niet gezocht achter Herberg, en het dwingende, en het ritme, je had moeten horen hoe het paste in fucking destruction waarover Jarboe zong, de muziek die uit mijn boxen kwam, hoe het samen ging, ook deze hypnose had ik niet gezocht achter Herzberg

& in het rijk van rijken, waar de ober boos is, of gelovig misschien, iets om je alles van aan te trekken, iets om je niets van aan te trekken, iets waar je niet zou durven te blijven, iets om nooit meer weg durven te gaan, en altijd

(en altijd ten aarzel)

(slechts aarzelend tot aarzelen gekomen)

& iemand die niet goed vertellen kan, aan de groenteman, waar hen was geweest (hen was niet naar de veluwe geweest) (hen was ook niet naar het beletselteken geweest), het gedicht moet zichzelf als het ware ophoesten, ook dit onbeschaamde stotteren had ik niet gezocht achter Herzberg

& welk nu het nu van nu is, een vraag die je je niet dagelijks stelt misschien, het had iets van Toon Tellegen kunnen zijn, is het nuë nu nu of is het een ander nu (in een paar regels een klein traktaat over het nu schrijven) (een samengebald schrijven) (het schrijven tot het uiterste geconcentreerd) (iets om nog eens te lezen) (later misschien) (maar welk later) (later is allang begonnen) (later is nu) (maar welk nu)

& woorden maken taal op maar produceren ook taalergernissen, dat “locaties” een beetje vies is had ik me nooit zo gerealiseerd maar misschien is dat recht ja en niet krom, recreatie wel inderdaad, of heb ik in elk geval nooit gesnapt (wat wordt in het recreëren opnieuw gecreëerd dan?) (iemand maakt een ruimte en de mensen die daar bepaalde aktiviteiten ontplojen maken die ruimte nog een keer?) (even een ruimte dunnetjes over doen) (faal opnieuw. faal beter), zodus weer te denken geven en weer in maar een paar woorden, hoe mooi ik dat vind, en hoe misschien alleen poëzie dat kan, met “iets fris” zie ik dan mijn eigen gedachten weergegeven op papier, want geef toe: dat is raar, toch?, volgens mij is er geen drank zo klef als uitgerekend dat bocht dat door sommige mensen “fris” genoemd wordt (“een frisje” is nog een graadje erger), maar misschien heb ik altijd maar het halve fris geproefd, ik onvolledig waarnemend wezen

(in wezen een wezen)

& wat nog steeds fladdert op Kreta doet me afvragen of het kijken daar even goed is als in Ierland of beter, het fladderen al even fladderig of fladderiger, kleinstwijle doordesemt fladderen mij, ook dit fysieke had ik niet gezocht achter Herzberg

(alzo)
(het schrijven en de woorden)
(en mijn ogen en wat daar achter is)

& een hartenklop later is er een andere dichter die ik ook, zij het niet heel aktief, op afstand gehouden heb, in het Nederlands fladdert I’ve seen a Dying Eye van Emily Dickinson op me af, en zo straf werkt het in Herzbergs vertaling dat ik het orzjieneel opzoek, en ook dat is mooi, zangerig en mystiek, nog een muur geslecht, de schrijfsels als vogels in de lucht of als vissen die in de zee zwemmen, grasbladen, Herzberg ook tussen die 22, misschien had ik eerder moeten weten

misschien had ik eerder moeten weten waartoe haar poëzie in staat is
misschien had ik eerder moeten weten hoe Herzberg de dorst naar poëzie laven kan
misschien had ik eerder moeten weten wat een ontzettend goede dichter Herzberg eigenlijk is

(weet je wat ik ook nooit weet)

(is dat doosje nog ergens?)

Kneedwezens

  • Auteur: Judith Herzberg (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 4 november 2024
  • Omvang: 46 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,90
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Judith Herzberg

Mede ter gelegenheid van Judith Herzbergs 90ste verjaardag verschijnt dit najaar een bundel met nieuwe poëzie getiteld Kneedwezens.

Judith Herzberg is een van grootste dichters van ons land. Haar precieze manier van formuleren en haar sterke observatievermogen is veelgeprezen.

Judith Herzberg (4 november 1934, Amsterdam) debuteerde in 1961 met haar eerste gedichten in Vrij Nederland. In 1963 verscheen haar eerste bundel, Zeepost. Hierna volgden onder meer Beemdgras (1968), Strijklicht (1971) en Zoals (1992). En verder bij De Harmonie verscheen onder andere Wat zij wilden schilderen (1996), Soms vaak (2004), Het vrolijkt (2008), Klaagliedjes (2011), Liever brieven  (2013), Vormen van gekte (2018) en Sneller langzaam (2022).

Vanaf het begin van de jaren zeventig volgden toneel- en tv-stukken, filmscripts en teksten voor musicals. Herzberg schreef onder andere het scenario voor Charlotte, een film van Frans Weisz over het leven van de in Auschwitz vermoorde schilderes Charlotte Salomon.

Er bestaat veel waardering voor de poëzie van Herzberg. De bloemlezing Doen en Laten (Rainbow Pocketboeken) behoorde in 1994 tot de honderd beste boeken.

Haar gedichten zijn onder meer in het Duits, Turks en Engels vertaald. In 1988 verscheen bij Oberlin College Press een keuze uit haar poëzie in vertaling onder de titel But what: Selected Poems.

Bijpassende boeken en informatie

Judith Herzberg – Bijna 50 Hopla’s

Judith Herzberg Bijna 50 Hopla’s recensie en informatie over de inhoud van het boek met nieuwe ultrakorte gedichten van de Nederlandse dichteres. Op 25 april 2024 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie de nieuwe bundel met poëzie van dichteres Judith Herzberg. Hier lees je informatie over de inhoud van de bundel met hopla’s, de schrijfster en over de uitgave.

Judith Herzberg Bijna 50 Hopla’s recensie

Als er in de media aandacht wordt besteed aan Bijna 50 Hopla’s de nieuwe bundel van Judith Herzberg of er verschijnt een boekbespreking of recensie, dan wordt er op deze pagina aandacht aan besteed.

Judith Herzberg Bijna 90 Hopla's

Bijna 50 Hopla’s

  • Auteur: Judith Herzberg (Nederland)
  • Soort boek: dichtbundel
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 24 april 2024
  • Omvang: 88 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 17,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel met ultrakorte gedichten van Judith Herzberg

Bijna tien jaar geleden introduceerde Judith Herzberg de hopla in Nederland: een ultrakort gedichtje van vier of vijf regels, al dan niet op rijm. Nauwkeurig en raak geformuleerd, op luchtige toon, zoals alleen Judith Herzberg dat kan. In het woord ‘hopla’ ligt het speelse en spontane van de gedichten besloten, door Literair Nederland ‘mozaïekjes van melodieuze spreektaal’ genoemd. Bijna 90 Hopla’s is het derde deel in deze opvallend vormgegeven reeks.

Judith Herzberg Jo recensieJudith Herzberg (Nederland) – Jo
herinneringen, memoir
Tim Donker recensie: Waarom waarom water, waarom waarom zij, waar het werk van nachtschrijvende debutanten is, waarom het niet hier is, waarom de blik rust, wat de eigenheid ervan is; en ja, dacht ik, ja, mevrouw Herzberg, er is wel iets van aan en dankbaar was ik vooral voor de stilstand…lees verder >

Bijpassende boeken

Jannemieke Caspers – Het Heidi-feest

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest. Op 9 april 2024 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie de debuurtoman van Jannemieke Caspers. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfsters en de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de waardering en recensie van Het Heidi-feest, de eerste roman van Jannemieke Caspers.

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest recensie van Tim Donkers

Bestaat de moetlees?

Het boek waarna je leven nooit meer hetzelfde zal zijn
Het boek dat bij je opvoeding hoort
Het boek dat positieve stimulans geeft aan het geweten

Ofzo. Het boek dat je, kortom, gelezen moet hebben.

De bespreker bespreekt de boeken en iemand vraagt waar ist werk van en je denkt ja. Ja, je denkt want de bespreker is ook parelduiker. De bespreker verspreidt ook het woord. De bespreker wil ook boeken onder neuzen wrijven en lezen! roepen, dit nu lezen! schreeuwen, lees dit allemaal! van daken brullen. Maar het is dat “moeten” waar ik op stuk loop. Waar moeten verschijnt is waar willen verdwijnt. Dierhalve trek ik de kaart van de moetlees liever niet.

Maar. Ja. Dan lees ik dit. Dan lees ik Het Heidi-feest. Een boek dat geschreven lijkt te zijn op het lijf van de huidige paniekmaatschappij. Een heel land zou er beter van worden dit boek te lezen (en goed te verstaan). Een mens zou bijna willen dat Het Heidi-feest verplicht werd gesteld op alle middelbare scholen van dit land.

Plaat van handeling: een piepklein dorpje dat door hoge heuvels van de rest van de wereld is afgesneden. Er is een hotel waar bijna nooit iemand logeert, een café waar alleen dorpelingen een biertje komen drinken, en een zo goed als failliete boekwinkel. En er is een station waar maar één spoor doorheen gaat en waar dientengevolge ook maar één perron is. Op dat perron staat een kioskhokje. Alle dagen wordt brozebottenGrietje door haar overbezorgde en niet geheel normale moeder in een rolstoel gezet (hoewel brozebottenGrietje prima zelf lopen kan) en naar het kioskhokje gereden. Grietje neemt plaats in het hokje, haar moeder doet de deur op slot en daar zit ze dan, Grietje met haar zogezegd broze botten, de hele dag te zitten, in een kiosk waar nooit iemand iets komt kopen omdat er nooit een trein stopt in wat amper een station heten mag.

Om toch wat te doen te hebben, praat Grietje de hele dag in haar radiootje. Op 96,5 megahertz klinkt via de ether haar stem. Heel de dag door vertelt ze verhalen. Vreemde verhalen, sprookjesachtige verhalen, moje verhalen. Gevolgd door vele dorpelingen, waaronder Hank die ook in een rolstoel zit. Hij is de (half)broer van dorpsdokter Harold en hij is een oorlogsinvalide al weet niemand in welke strijd hij eigenlijk zijn verwondingen heeft opgedaan. Goed is hij in ieder geval wel in de archetypische verbitterde oorlogsveteraan uithangen, de man die overal vijanden ziet, die het leven veel beter door denkt te hebben dan al die burgers die nooit hebben hoeven vechten, de man die de verschrikkingen in de ogen gezien heeft (en enigszins rechts is, en wat onaangenaam, en geen tegenspraak duldt – je ziet hem zitten, Hank, op zijn allerbornonthefourthofjuly-achtigst, in zijn rolstoel).

Op een dag slaat Grietje via de radio alarm: ze ziet vreemdelingen liggen op het perron waar haar kioskhokje staat. Voordat iemand poolshoogte kan gaan nemen, zijn de vreemdelingen weer weg. Niemand heeft ze gezien, en er zijn ook geen aanwijzingen dat ze er geweest zijn. Maar het is voer genoeg voor de meest vergezochte speculaties. Niet lang daarvoor is het dorp geteisterd geweest door een overstroming. Die ook al geen overstroming was. Maar smeltend ijs. Of een straf van God. Of nee wacht, “ze” hadden de stuwdam opengezet!

Diverse dorpelingen lijden aan vreemde aandoeningen. Jeuk, koorts, braken; dokter Harold heeft het drukker dan ooit. En dan nu die vreemdelingen weer. Vast terroristen. Of besmettelijke ziekten met zich meedragende ratmensen.  Er is van alles aan de hand, toch? En alles moet wel met alles te maken hebben. Het water is zeker en vast ook al vergiftigd, drink voorlopig maar niet meer uit de kraan.

De meningen over de redenen van overstromingen, ziekte, vreemdelingen lopen misschien uiteen maar de meeste dorpelingen weten één ding zeker: het Heidi-feest moet doorgaan. Het is een soort carnaval maar dan met een militaristiese/sexistiese/ritualistiese/sektariese grondslag. Een overgangsrite naar de volwassenheid: een achttienjarig meisje verstopt zich in het bos en alle jonge mannen moeten, met maskers op, op haar “jagen”. Wie het meisje als eerste “schiet” met zijn paintballgeweer heeft haar “gewonnen”. Vrouwen zijn prooi in dit feest, of slaaf. Want alle andere vrouwen worden geacht de verliezende mannen te vertroetelen in de zweethut. Hoe bizar ook, de dorpelingen zijn trots op dit feest en willen het koste wat het kost behouden.

Dit jaar is brozebottenGrietje de Heidi. Mogelijkerwijs heeft Hank dit echter gemanipuleerd. Emme, de overbezorgde moeder van Grietje en eigenaresse van de boekwinkel die door de overstroming teveel schade heeft geleden, wil om begrijpelijke redenen echter volstrekt niet dat mannen op haar Grietje zullen jagen. Maar omdat zij in het dorp als enigszins gestoord te boek staat, luistert niemand naar haar. Het Heidi-feest gaat door. Voor Hank een moje gelegenheid om af te rekenen met de vreemdelingen: hij wisselt enkele paintballgeweren om voor echte.

Uiteraard gaat het mis, goed mis. Er vallen doden. Geen vreemdelingen. Wie zei er ook dat er vreemdelingen waren? Ja. Grietje. Maar die ziet wel vaker dingen die er niet zijn. Misschien is ze trouwens in werkelijkheid wel een vis.

Het is niet moeilijk om in Het Heidi-feest een metafoor te zien van een wereld die crisis na crisis lijkt mee te maken (een raar effect van de zogeheten mondialisering is trouwens dat de hele wereld stilaan verandert in een met kranten dichtgeplakt gehucht: kosmopolieten zijn feitelijk bekrompen dorpelingen). Niets “gebeurt” gewoon maar, alles is symptomaties voor het op handen zijnde wereldeinde. Want het is toch niet normaal meer dat enkele oudjes het moeten afleggen tegen een griepvirus?, dat het aan het begin van de zomer maar zo enkele weken droog is? (dan hebben we straks weer een droogteprobleem!), dat de dienstplicht is afgeschaft & wat moeten we dan als straks De Russen voor de deur staan en niemand nog een geweer vast kan houden want iedereen rijdt tegenwoordig op elektriese fietsen? (!) (???) (ja ineens blijkt dit land een deur te hebben, dat wist ik ook niet) (en wat geweren met elektriese fietsen te maken hebben weet ik niet ik schrijf ook maar iets op dat ik uit de mond van een kollega heb horen komen) (en dat te bedenken dat die stomme tandenborstelsnor me had uitgenodigd om bij hem thuis koffie te komen drinken en dat ik nog bijna gegaan was ook)(& is de moeilijkheid juist niet precies de omgekeerde: dat het probleem nu net is dat mensen kontinu wapens op elkaar menen te moeten richten?); paniek is de nieuwe religie en de feesten van angst de manier om het te vieren en ieder woord van relativering komt je op totale uitstoting te staan (want je wil toch geen wappie zijn, of erger nog, zo’n foute FvD-stemmer, je wil toch wel bij de goejen horen, bij “ons”, bij het “wij” bij het “samen voor elkaar”?)

Het Heidi-feest (het feest, niet het boek als geheel) kommentaart dan misschien weer op de krampachtigheid waarmee mensen aan feesten vast willen houden puur en alleen omdat het nu eenmaal traditie is (terwijl traditie misschien wel de beste reden is om ergens mee op te houden).

Zijn de vreemdelingen in Het Heidi-feest er geweest?
Waren de ziekteverschijnselen van de dorpelingen meer dan een gevolg van onhygiënische toestanden tijdens en na de overstroming?
Was de overstroming slechts een buiten haar oevers getreden rivier, en als zodanig iets van alle tijden, of was er meer aan de hand?

Wie weet. Zeker is wel dat de enige rampen die zich voltrokken hebben, de dorpelingen zichzelf hebben aangedaan. Dat vond ik een sterk en veelzeggend gegeven.

Maar ook zonder politieke / theoretiserende (conceptualiserende?) lezing blijft dit één van die moje, eigenzinnige, tot nadenken stemmende en charmante boeken waar De Harmonie nu al jarenlang erg goed in is. Hoe poëties het is, bijvoorbeeld. In woord maar ook in beeld. De stamgasten van het café die tijdens de overstroming -zo stelt iemand zich voor- gewoon op hun barkruk zijn blijven zitten, stilletjens dobberend aan de bar. Dat is een poëties beeld. Evenals Grietje, opgesloten in haar kioskhokje. Of de boeken die Emme in haar winkel aan waslijnen te drogen hangt. Mannen met maffe maskers in een bos, en Grietje ergens in een boom. Madeleine die door de vloer van het hotel zakt, en daar zo, een tijdje, blijft hangen vooraleer iemand haar komt redden; Caspers is erg goed in het opdenken van dit soort dromerige, wat verstilde beelden. Je kunt in veel merken dat dit boek van orzjiene een toneelstuk was. Toen heette het WOLF of Het Heidi-feest. Ik weet niet of ik het opgevoerd had willen zien. Dan krijg je natuurlijk weer van die akteurs die tegen elkaar gaan praten enzo, dat zou veel verpest hebben (met hun gedragen theaterstemmen). Als installatie had het betoverend kunnen zijn, misschien.

Of als boek.

Wacht.

Ja. De moetlees. Hum. Honderdéénenveertig prachtige pagina’s. Die een deel filosofie, een deel poëzie, een deel modern (filmies?) sprookje zijn. Pagina’s ook die ontroeren. U in gedachten doen verzinken. En u in het beste geval misschien een heel klein beetje beter maken. Moet u dat lezen? Nee. Maar u moet het wel willen lezen.

Informatie over schrijfster Jannemieke Caspers

Jannemieke Caspers is geboren in 1982. Ze studeerde Theaterwetenschap & Dramaturgie aan de Universiteit Utrecht en Writing for performance (dramaschrijven) aan de HKU. Inmiddels heeft ze een aantal theatervoorstellingen en toneelstukken voor jongeren en volwassenen op haar naam staan. Het Heidi-feest dat in april 2024 verschijnt is haar debuutroman.

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest

Het Heidi-feest

  • Auteur: Jannemieke Caspers (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 9 april 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Jannemieke Caspers

Tussen hoge heuvels ligt een dorp, met de villa van de dokter, het slechtlopende hotel De Vallei, de apotheek, het café, een boekwinkeltje, en een station met één perron waar de treinen voorbijrazen. Niemand stopt hier, niemand vertrekt. Het dorp kampt met de gevolgen van een vijfdaagse overstroming en het jaarlijkse Heidi-feest is uitgesteld. Op een ochtend ziet BrozebottenGrietje vanuit haar kioskhokje op het perron plots twee vreemdelingen. Niemand anders heeft ze gezien, maar Grietjes observatie is genoeg om het gehele dorp te ontwrichten.

Het Heidi-feest is een grappig en grimmig verhaal over de angst voor de ander en wat de gevolgen kunnen zijn als we die te serieus nemen en ons erdoor laten leiden.

De personages die het debuut van Jannemieke Caspers bevolken doen denken aan de Noorderlingen in de gelijknamige film van Alex van Warmerdam.

Bijpassende boeken

Oliver Reps – Twintig keer Dee

Oliver Reps Twintig keer Dee. Op 28 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie het nieuwe boek van Oliver Reps. Je leest hier informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van Twintig keer Dee, de nieuwe verse novel van Oliver Reps.

Oliver Reps Twintig keer Dee recensie en informatie

Oliver Reps is geboren in Duitsland. Toen hij zes jaar oud was verhuisde hij met zijn ouders naar Nederland. Tegenwoordig woont hij in Amsterdam met zijn gezin. Bovendien is hij mede-eigenaar van de Amsterdamse kinderboekwinkel Casperle.

In 2018 debuteerde hij met De dag die nooit komt, waarvoor hij werd erkend met Beste boek voor jongeren. Bovendien verscheen er een Duitse vertaling die als titel Der Tag der nie kommt heeft gekregen. Zijn tweede boek, een mengvorm van gedicht en roman, ook wel novel verse genoemd, waarover je hier uitgebreide informatie leest, verschijnt eind maart 2024 bij Uitgeverij De Harmonie.

Recensie van Tim Donker

Misschien ken je dat wel: de trein nemen.
Misschien dat je de trein nemen wel kent.

Goed. Dus die gast neemt de trein naar Berlijn. Hij laat een briefje achter voor zijn huisgenoot, en hij gaat. Met de trein. Naar zijn vriendin in Berlijn.

Zijn vriendin Dee. Delana. Die ineens gaan moest, dat heb je soms zo met vriendinnen. Ineens moeten die gaan. In Delana’s geval naar Berlijn. Weet jij veel. Iets met haar studie. Biologie. Iets op de universiteit, iets met een laboratorium. Weet jij veel waarom dat allemaal ineens in Berlijn moet en niet in het Amsterdam kan waar de ikfiguur en zijn Delana wonen. Een tijdje gaat het goed, heen en weer reizend. Daar bij haar zijn, bij Delana zijn, in Berlijn, als gast, als logee, als toerist, en dan weer terug naar huis. Maar op een dag verdraagt de ikfiguur de afstand niet meer en neemt hij de trein. Gewoon. Zomaar. Onafgesproken. Ineens. In een opwelling. Die geen echte opwelling is.

Twintig keer Dee is – ja, wat? Een roman in verzen? Een boeklang poëem? Een verhalend gedicht van 134 bladzijden? Een dichtroman, bestaat dat woord: dichtroman?, zo nee dan munt ik het nu: dichtroman. Alles beter dan dat “verse novel” waar het achterplat mee komt. Waarom dat Engels? Alsof het Nederlands geen woorden heeft. In ieder geval: de bladspiegel is die van poëzie: veel paginawit, korte regels, soms maar een woord of drie, vier, vijf per regel, het geheel ook nog opgedeeld in hoofdstukken dus nog meer paginawit – dat leest snel (daar had ik bijna gezegd: dat leest op treinsnelheid), ik las het in één keer uit, op zondagochtend, in bad. De treinreis van de hoofdfiguur, van Amsterdam naar Berlijn, beslaat bijkans het hele boek.

Zit hij. In de trein. In anticipatie, tussen vrees en hoop, in verlangen, vol verwachting, in angst en twijfel. Zo gaat het, heel de weg naar Delana. En onophoudelijk praat hij tegen haar. In zijn hoofd. Herinneringen, gedachten, mijmeringen. Allemaal voor haar. Vragen, ook. Ook vragen: “Wist je trouwens dat David Bowie een tijdje in Berlijn heeft gewoond?” (ja natuurlijk weet Delana dat David Bowie een tijdje in Berlijn heeft gewoon, heel de wereld weet dat David Bowie een tijdje in Berlijn heeft gewoond en trouwens al die lui hebben een tijdje in Berlijn gewoond en het is niet zo interessant en daarenboven is David Bowie de meest overgewaardeerde artist allertijden maar trek je daar niks van aan, dat is maar mijn mening, daar hoef jij niks mee). En andere dingen. Of ze Midnight Express heeft gezien. (dat vond ik een tijdlang een hele goede film, ik weet niet waarom, ik had iets met Alan Parker ooit, een tijdlang, mijn vader vond het ook een goede film, we kwootten wel eens uit Midnight Express, inderdaad dat stukje met verkeerdom het rondje over de luchtplaats lopen, iets met de slechte exemplaren die terug moesten naar de fabriek ofzo, ik weet het niet meer precies, mijn vader en ik spraken zoon zestig prosent van de tijd in kwoots tegen elkaar). En een gedachte over Buzz Aldrin als twede mens op de maan.

Daar vond de huisgenoot van de ikfiguur iets van trouwens: “toen ik wist dat Buzz Aldrin / De tweede mens op de maan was / Beweerde Flo dat ik het ultieme bewijs ben / Dat er zoiets als reïncarnatie bestaat / Omdat ik dingen weet die ik niet behoor te weten / Omdat ze gebeurden lang voordat ik ben geboren / Ze hebben de harde schijf van mijn vorige leven / Per ongeluk niet helemaal gewist / Flarden zijn blijven hangen”

(wat een tamelik stompzinnige redenering is natuurlijk – alsof een mens alleen “behoort” te weten wat er gedurende zijn leven op aarde gebeurd is. & wat is geschiedschrijving dan eigenlijk volgens Flo’s gedacht? de psychoanalyse van reïncarnatie ofzo?)

(en wie zijn die “ze” dan die die harde schijf niet goed zouden hebben gewist?)

Doch neen. Peins dat niet. Peins niet dat deze ikfiguur een ambetante, belerende, vroegwijze zeur is die gans een treinreis entlang interessantige trivia uitstort over die arme Dee, die er niet eens bij is. Nee, meestentijds denkt hij op aandoenlijke, hartverwarmende, ontroerende wijs na over hun relatie. Over hoe ze elkaar ontmoetten. Over de vogelspin die Dee had als kind. Over iets wat ze samen vanaf Dee’s slaapbank zagen op televisie en wat ze grappig vonden, hoewel het bij nadere beschouwing misschien niet echt grappig was. Over hoe hij, de ikfiguur, in zijn stoutste dromen soms kan zien hoe Dee en hij ooit een afgelegen vuurtoren zullen bemannen ergens voor de kust van Engeland, tezamen met hun twee kinderen. Gedachten gelijk deze, meanderend, in een trein naar Berlijn. In een glasheldere maar niettemin tot ver over heuvelen lichtende taal. Misschien alleen jammer dat hij zijn telefoon steeds “checkt”, waarom kijkt hij niet gewoon op zijn telefoon? Die “jumpscare” kan ik hem vergeven maar alleen maar omdat mijn zoon, mijn moje lieve wijze grappige fantastiese tienjarige zoon het altijd over een “jumpscare” heeft, en elk boek dat me aan mijn zoon doet denken is een goed boek. Maar toch, Reps. Jammer toch. Toch jammer. Waarom is Dee bij vrienden “gecrasht”, waarom is ze daar niet gewoon blijven slapen? Waarom zet de ikfiguur “thx” in een reactie op een bericht van zijn huisgenoot, god wat heb ik daar gruwelijk de pest aan, als ik een bericht van iemand ontvang waar “thx” in staat. Waarom houdt hij er rekening mee dat deze “trip” kansloos is, en hij “delusional” gaat zijn? Waarom al dat Engels, alsof het Nederlands geen woorden heeft.

Maar misschien ben ik hier te oud voor? Reps won met zijn debuut De dag die nooit komt de prijs Beste Boek voor Jongeren, allicht is Twintig keer Dee ook bedoeld als jongerenboek? Jong volwassenen? Of wacht, dan moet je natuurlijk “young adult” zeggen, want het Nederlands heeft klaarblijkelijk geen woorden. Of zotter nog: YA. Zo las ik dat ooit ergens: een YA-roman. En ik dacht, wat is in godsnaam een YA-roman? Een paar seconden lang dacht ik dat het zoiets zou zijn als Oi-punk ofzo, of het omgekeerde van the knights who say ni, ik dacht ook aan nY, ik meende al bijna te mogen geloven dat een YA-roman iets radikaals kon zijn, een revolutionaire kracht, een alles omver werpende roman toen mijn franc viel en ik Achja dacht. Achja en Achzo. Natuurlijk. Alles moet in het Engels, want het Nederlands heeft geen woorden. En alles moet geacroniemiseerd, want niemand heeft nog tijd om woorden voluit te schrijven.

Delana is jong. De ikfiguur is jong. Of jong. Het zijn studenten, ben je nog jong volwassen als je student bent? Toen ik als student, al wat oudere student moet ik zeggen, een jaar of 26 was ik denk ik, stage liep bij het maandblad Roodkoper en er tijdens een redactievergadering mijn speciale aandacht werd gevraagd voor een op handen zijnd artikel over jongeren omdat ik ook daartoe behoren zou, kon ik de rest van de vergadering er alleen maar in alle verbijstering het zwijgen toedoen. Ben ik, eindsweegs verwijderd van de dertig, een jongere? Ik weet nie. Maar goed, oud zijn ze ook niet, en Reps zal ook nog wel geen vijftiger zijn zoals ik. Kan zijn dat dit niet voor mij(n leeftijd) bestemd is. Maarja. Ook vijftigers waren jong, ooit. En iedereen weet hoe dat is, liefde en hoe die je misschien langzaamaan aan het ontglippen is zonder dat je er heel veel aan kunt doen. De wanhoop. En de schoonheid van die wanhoop, want ook dat is liefde. Een liefde waarvan je honderd procent zeker bent noemen we “huwelijk”, en dan is het geen liefde meer. Dat is de paradox. De verliefde mens verlangt zekerheid maar zekerheid en liefde gaan niet samen. Liefde moet ook een heel klein beetje schuren. De pijn. De steken. De trein. De gedachten. Ik, als ouwe lul van vijftig, versta dat. Ik was ook ooit 19. En ik was toen ook verliefd. En mijn vriendin was ook het mooiste meisje van de hele wereld. En ook zij had belangrijkere dingen te doen dan bij mij zijn. Naar Mallorca ging zij, kajje geloven Reps? Naar Mallorca, god weet waarom, voor drie maanden, en onze liefde was daarna nooit meer hetzelfde. Dus ik versta. Ja ik versta. Ik kan mij verplaatsen. Gode, zelfs Bowies Heroes speelde een zekere rol in die relatie. Dat was toen, dat was toen ik 19 was, dat was voor ik Bowie de meest overgewaardeerde artist allertijden vond, hij is misschien, net als Lou Reed, ook een muzikant die voornamelijk jongeren aanspreekt. Een bepaald soort jongeren dan.

Dat Twintig keer Dee snaren kan raken overheen tijd en plaats, is wat ik zeggen wil.

De muziek. De poëzie. De gedachten. De woorden. De moje, zomwijlen onscherpe zwart-witfoto’s. Van een op verschillende plekken en in verschillende standen slapend meisje. Een meisje met oren. God, wat een goeje oren heeft dat meisje denk ik. Soms komt ook een kat even kijken. God, wat een goeje kat is dat denk ik. Foto’s die de algehele schoonheid van het boek nog een klein beetje verhogen. Misschien hadden ze, die foto’s ik meen, niet per se vermeld hoeven te worden in de tekst, zelfs de boektitel komt ermee terug, dat had niet gehoeven Reps, niet alles in een boek behoeft uitleg, een lezer mag eens het boek gelezen is best met een paar vragen achterblijven. Vragen als Maar waarom eigenlijk twintig keer Dee, waarom niet negentien keer, of drieënvijftig misschien? Dat de lezer dus niet had geweten waarom het er precies twintig zijn.

Zo mooi kan een klein boek zijn. Ik dacht al lezende een paar keer aan sommige boeken van Erik Bindervoet. Aan wat denk je als je Duits spreekt van Raymond Cuijpers En ook, soms, zonder te weten waarom, aan Baltazar Krull’s hart zingt maneschijn van Kurt Köhler (iemand zei eens dat hij vermoedde dat Köhler een schuilnaam van Van Ostaijen was maar eigenlijk was het Constant Soetewey) (stiekem vind ik Köhler ook stukken beter dan Van Ostaijen maar dat zul je me nooit hardop horen zeggen en al helemaal niet ooit in een bespreking zien zetten). En natuurlijk aan Helden van Ray Loriga, dat boek waarin hij het ook de hele tijd over Bowie in Berlijn heeft. Die associatie lag voor de hand. Alle boeken die in hun verschillende tijden waarschijnlijk ook voornamelijk jongeren aanspraken, ik weet wel dat ik jonger was toen ik ze las (of naja, Loriga las ik als twintiger maar Köhler, Cuijpers en Bindervoet pas toen ik al in de dertig was). Maar nogmaals: boeken als Twintig keer Dee zingen zich door alle categorieën heen.

Want iedereen heeft hier een heel mooi boek aan. In wat het zegt, en in hoe het spreekt gaat het niet om leeftijd. Het gaat erom dat je voelen nog weet. Dat je liefde nog weet. Dat je de trein nog weet. En dat je de muziek van dat alles nog horen kunt.

Oliver Reps Twintig keer Dee

Twintig keer Dee

  • Auteur: Oliver Reps (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse verse novel, gedichtroman
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 28 maart 2024
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Oliver Reps

In een opwelling stapt een jongen ’s ochtends vroeg in de trein naar Berlijn waar zijn vriendin, of ex-vriendin, al een paar maanden studeert via een uitwisselingsprogramma. We volgen hem tijdens zijn treinreis, en gaan mee in de stroom van gedachten, hoop en angst, en zijn pogingen de vermoedens over wat hij in Berlijn zal aantreffen, zo goed als mogelijk te onderdrukken.

Oliver Reps heeft Twintig keer Dee in de vorm van een verse novel geschreven – een versroman – een hybride vorm tussen traditioneel proza en vrije poëzie. De ritmische vertelwijze met korte onder elkaar geplaatste zinnen leent zich bij uitstek om de stream of consciousness van de hoofdpersoon overtuigend, en met relatief weinig woorden, te vertolken. Twintig keer Dee is een universeel verhaal over liefde en kwijtraken, maar vooral over willen vasthouden, misschien wel tegen beter weten in.

Bijpassende boeken

Willem – De mooiste avonturen van Prins Bernhard

Willem De mooiste avonturen van Prins Bernhard. Op 8 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie het boek met cartoons van Prins Bernhard, gemaakt door Willem. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van De mooiste avonturen van Prins Bernhard, het boek met cartoons gemaakt door Willem.

Willem De mooiste avonturen van Prins Bernhard recensie en informatie

Bernhard Willem Holtrop is geboren op 2 april 1941 in Ermelo. Hij studeerde aan de bezocht de kunstacademie in Arnhem en Den Bosch. Zijn eerste politieke cartoons publiceerde hij in 1965 in het roemruchte blad Provo en werkte wat later voor de bladen Aloha en Hitweek. Hij besloot naar Parijs te verhuizen en ging werken voor het blad Libération.

Zijn cartoons en spotprenten die vaak anarchistisch van karakter zijn, publiceert hij onder de naam Willem. Inmiddels heeft hij een flink aantal bundels op zijn naam staan en heeft naam en faam opgebouwd, met name in Frankrijk.

Willem De mooiste avonturen van Prins Bernhard

De mooiste avonturen van Prins Bernhard

  • Auteur: Bernard Willem Holtrop (Nederland)
  • Soort boek: cartoons
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 8 februari 2024
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met cartoons over Prins Bernhard van Willem

Cartoonist Bernhard Willem Holtrop werd in 1966 gearresteerd vanwege een spotprent waarop hij toenmalig koningin Juliana achter een raam op de Wallen geportretteerd had. De arrestatie weerhield hem er niet van om tot op de dag van vandaag spotprenten te blijven tekenen. In 1968 verruilde hij het bekrompen klimaat in Nederland voor het veel vrijere in Parijs, alwaar hij in 1977 Les aventures du Prince Bernhard in het Frans publiceerde. Holtrop wist toen al wat voor vlees we in de kuip hadden.

Nu, na de opgedoken nazi-lidmaatschapskaart van prins Bernhard, denken wij dat ons land eindelijk klaar is voor een Nederlandse, opgefriste en aangevulde, editie van de prinselijke avonturen. Leve Willem! Hoera! Hoera! Hoera!

Bijpassende boeken en informatie

Judith Herzberg – Jo

Judith Herzberg Jo recensie en informatie over de inhoud van het autobiografische boek. Op 26 oktober 2023 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie het boekje met herinneringen van de Nederlandse dichter Judith Herzberg.

Judith Herzberg Jo recensie  van Tim Donker

Dat was een heel groot tegen om overheen te stappen. Al vanaf mijn kinderjaren vermoedde ik dat er iets leefde in poëzie, een ongetemd beest misschien, dat interessant zou kunnen zijn. Maar poëzie voor kinderen sprak me negen keer op tien niet aan, te “versjes”-achtig vaak, en het stoorde me dat het de volwassen versie gaf van wat heette te leven in het kinderbrein – wat niet was wat er leefde in mijn brein, er hoogstens misschien een beetje op leek. Mijn vader had weinig tot geen poëzie in zijn nochtans goed gevulde boekenkast, alle hoop was gevestigd op mijn oudste zus die in haar vroege puberteit toetrad tot een poëzieclubje dat een initiatief was van een buurvrouw een paar huizen verderop die Nederlands gaf op het VWO waar mijn beide zussen op zaten. Als “ouder kind”, ik was denk ik een jaar of tien of elf of twaalf in die dagen, stoorde het me al dat de naam van dat poëzieclubje “poesieclub” was, zo ook uitgesproken: poessieklup, en gezien de foto’s bestond de voornaamste activiteit uit verkleedpartijen en idiote bekken trekken maar er kwamen wel degelijk dichtbundels via dit maffe fenomeen het huis in. Eén van de eerste was Beemdgras van Judith Herzberg. Ik wachtte tot iedereen uithuizig was vooraleer ik mijn zus heur kamer in sloop. Poëzie. Gedichten voor volwassenen! Hier leefde het ongetemde beest! Dit moest ik zien! Maar dat viel tegen. Er was, meen ik mij te herinneren, een boeketje gras in een theepot, er was sinterklaas-achtige (binnen)rijm, en het was me alles te suf, te ouwelijk, te saai, geen ongetemde beesten daar (heel veel jaren later moest ik het nog eens lezen, ik geloof voor mijn hbo Nederlands, waar was het weer, was dat de archimedeslaan?, het was op loopafstand van mijn toenmalige doch helaas zeer tijdelijke kot dat weet ik nog wel, en verrek: het deed me nog steeds bitter weinig).

Dan is dit het tegen: dat Herzberg verantwoordelijk was voor mijn eerste (en grootste, en hardnekkigste) teleurstelling in poëzie.

(michael ende du has mein leben zerstört)
(judith herzberg jij hebt mij de poëzie verzuurt)

Dit is dan het tegen: dat ik, mede dankzij Herzberg dacht dat dit poëzie was: gras in een theepot, carnavaleske kostuums en gekke bekken.

Dat is dan het tegen waar ik overheen moest stappen toen Jo bovendreef.

(wat dus was) (weeral:) (de stapels) (de STAPELS ja)
(nu rust mijn blik daar) (nu rust mijn blik waar het zelden rustte) (maar is dan alleen de blik die dwaalt waar het doorgaans dwaalt een eigen blik?) (is alleen de zichzelf bevestigende blik de eigen blik?)
(en t schrijverken is dood. gij waart het zelf die het mes zijn rug in dreef & daar ligt hij nou)
(daar ligt hij nou. je vraagt je af wie morgen in zijn auto rijdt) (Robespierre. Gewond ligt hij op de tafel in een zaal van de Tuilerieën; de kogel waarmee hij geprobeerd heeft zichzelf te doden heeft allen zijn wang doorboord en onderkaak verbrijzeld) (Kiek Mars doar lig Venus) (aait al veurspeld dat ut zo zol eindigen)
(en t schrijverken was een doodgoeien mens, geen pyromaan en zeker geen boekverbrander) (ziedaar: de wereldbrand) (de wereld is alles wat het geval is) (de wereld is alles plus alles min alles) (onder hemelsblauwe hemel) (een gil komt gierend door de hemel) (drie gedachten in de hemel, één op de grond)

Maar dan zegt het: “De allergrootste liefde van mijn hele leven, dat weet ik nu zo langzaamaan wel zeker, was de liefde voor Jo”. Kan tellen als eerste zin. Geen gras in theepot hier. Ook geen ongetemde beesten. Vooral: geen poëzie.

Sommige dichters zeggen het het best als zij niet dichten.

Jo is een klein, warmig, met veel wit en nostalgiese foto’s omgeven, autobiografies geschrift over Herzbergs herinneringen aan het dienst- annex kindermeisje uit haar jeugdjaren. Jo. Haar “Hoepie”. Haar “eigenlijkste moeder”. Jo die dood is. Jo die al jaren niet meer gezien wilde worden. Jo die alle krabbels van Judith bewaard heeft. Een doorgaans zeer innemende & lieve ode aan deze Jo. Is wat dit is. Is wat Jo is.

De Joodse familie Herzberg in de oorlogsjaren in Barneveld, is wat dit ook is. Geschiedschrijving. Waar meestal mijn interesse niet direkt naar uitgaat, behalve als het zo gloedvol en intiemisties gebeurd als hier.

Het laat stilstaan bij dingen. Zo klein als het boek is, laat het de lezer vaak verwijlen bij de dingen. “Een vraag is een verwijt, in een andere vorm” schrijft Herzberg hier ergens en t zette me denkend. In een vraag kan een oordeel besloten liggen, en omdat het vraagt, toont het openlijk twijfel, kan het verwijten dat het een of het ander nog niet is gedaan, waarom de was niet, waarom waarom water, waarom waarom zij, waar het werk van nachtschrijvende debutanten is, waarom het niet hier is, waarom de blik rust, wat de eigenheid ervan is; en ja, dacht ik, ja, mevrouw Herzberg, er is wel iets van aan en dankbaar was ik vooral voor de stilstand.

Er is een behartenswaardig vestzakessay over het herinneren; er zijn moje bijvoeglijke naamwoorden als “hondig” of “mevrouwig”, er is een gevaarvolle zoektocht naar de wederzijdsheid van affeksie (in kasu die van Jo maar bij uitbreiding iets dat uw gedachten uit wandelen stuurt in richtingen waarin g’uw gedachten liever niet gaan ziet), er is het keelsnoerende “Hoe meer ik probeer mijn gedachten op vroeger te richten, hoe meer ik betreur niet beter te hebben opgelet, en vooral niet meer te hebben gevraagd.”; iets dat voor mij, nu na mijn beide ouders helaas der helazen ook mijn lievelingstante heeft opgehouden te bestaan, zeer herkenbaar is: zoveel gaten nog, zoveel witte plekken, zoveel dingen die ik me nu afvraag maar als kind klaarblijkelijk niet – alles wat nooit meer ingevuld, nooit meer verklaard, nooit meer beantwoord kan worden. Weeral was ik denkend gezet (en ook hoe het te rijmen was met het door mij al half bevestigde idee dat vragen verwijten is).

Een boek als een streling. (behalve dan die stomme en kritiekloze stukken over het vigerende coronaverhaal, die troffen me als een klap. Die oorlogsvergelijking mankt echt bijna volmaakt – door Herzberg misschien niet met totale instemming aangehaald maar zeker ook niet volledig van de hand gewezen, ja hier werd Jo gras in theepot en suffe verkleedpartijen)

Er zit ook iets treurigs aan zo’n liefde voor een kindermeisje dat de liefde voor de moeder overstijgt. Hoe Herzberg dat zelf ziet. Als moeder. Als oma. Of Jo vanuit dat oogpunt bezien wel helemaal vrij van bitterheden zijn kon.

Maar. Gewoon een fijn, hartwarmend boekje dat een heel groot tegen kon doen wegsmelten. Waar mijn blik even op kwam te rusten –

(zij hadden mijn blik daarheen gestuurd)
(maar dat maakte mijn blik niet minder eigen) (ik heb gezien wat ik zag) (ik las wat ik las) (ik las de verwijtende vragen in kou en donker aan het eind van een te lange postronde en fietste huiswaarts met mijn hart tot diep in mijn lijf gezakt en ik dacht waarom waarom) (waarom raakt me dit zo diep) (w’rom) (waarom fluister ik je naam nog)

en morgen bloeien de hyperbolen weer, René. Morgen bloeien de hyperbolen weer.

Judith Herzberg Jo recensie

Jo

  • Auteur: Judith Herzberg (Nederland)
  • Soort boek: herinneringen
  • Uitgever: Uitgeverij De Harmonie
  • Verschijnt: 26 oktober 2023
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met herinneringen van Judith Herzberg

Judith Herzberg heeft altijd wel geweten dat Jo, die het gezin Herzberg kwam versterken toen Judith klein was, belangrijk voor haar was. ze was als kind meestal te vinden in de nabijheid van Jo, voelde zich er veilig en op haar gemak.

Maar hoe belangrijk, dat werd haar pas echt duidelijk toen ze over Jo begon te schrijven in de afgelopen jaren.

Slordige dagboekaantekeningen leidden tot het voor Herzberg zelf verrassende inzicht dat Jo nog steeds in haar dagelijkse handelingen en ook in haar werk voorleeft. Dat de liefde wederzijds was, blijkt onder andere uit een verkruimelend mapje dat Jo had bewaard met daarin kleine ‘fliedertjes’ uit de lagereschooltijd van Judith.

Het boek Jo bevat versleten en onzekere herinneringen en is geïllustreerd met foto’s en ander beeldmateriaal. Het is in omvang en formaat een kleinood, bedoeld als ode aan Jo. Judith Herzberg heeft haar overleven te danken aan velen, maar Jo was daar wel een van de belangrijkste van.

Bijpassende boeken en informatie

Mazen Maarouf – De vloek van Modderkluit

Mazen Maarouf De vloek van Modderkluit recensie en informatie over de inhoud van de novelle. Op 26 september 2023 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie de Nederlandse vertaling van de novelle van de Palestijns-IJslandse schrijver Mazen Marouf.

Mazen Maarouf De vloek van Modderkluit recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de novelle De vloek van de modderkluit. Het boek is geschreven door Mazen Maalouf. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de in Beiroet, Libanon geboren Palestijns-IJslandse auteur Mazen Maalouf.

Mazen Maarouf De vloek van Modderkluit recensie en informatie

De vloek van Modderkluit

  • Auteur: Mazen Maarouf (Palestina, IJsland)
  • Soort boek: Palestijns-IJslandse novelle
  • Origineel:
  • Nederlandse vertaling: Richard van Leeuwen
  • Uitgever: Uitgeverij De Harmonie
  • Verschijnt: 26 september 2023
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 17,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de novelle van Mazen Maarouf

De Palestijns-IJslandse Mazen Maarouf debuteerde met Grappen voor de schutters, waarmee hij op de longlist van de Man Booker International Prize terechtkwam. De bundel werd bekroond met de prestigieuze Al-Multaqa Prijs en is inmiddels in meer dan 10 landen vertaald. Het debuut werd ook in Nederland enthousiast ontvangen. In de VPROgids werd Maaroufs zwart-komische toon vergeleken met die van Julio Cortázar, en het kindperspectief in een door oorlog getroffen wereld maakte diepe indruk.

Maaroufs nieuwe boek, De vloek van Modderkluit, is een onvergelijkbaar verhaal, maar heeft dezelfde intensiteit als bijvoorbeeld de surrealistische cultfilm The Holy Mountain van Alejandro Jodorowsky. Het tart alle natuurwetten en doet een beroep op de verbeeldingskracht, maar ben je eenmaal begonnen met lezen, dan blijf je lezen in deze wonderlijke, maar uiterst gelaagde novelle.

Bijpassende boeken en informatie

Colum McCann – Danser

Colum McCann Danser recensie en informatie over de inhoud van de biografische roman over Rudolf Noerejev. Op 14 september verschijnt de geheel herziene heruitgave van de Nederlandse vertaling van Dance de roman uit 2003 van de Ierse schrijver Colum McCann.

Colum McCann Danser recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Danser. Het boek is geschreven door Colum McCann. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman uit 2003 van de Ierse auteur Colum McCann.

Colum McCann Danser recensie

Danser

  • Auteur: Colum McCann (Ierland)
  • Soort boek: biografische roman over Rudolf Noerejev
  • Origineel: Dancer (2003)
  • Nederlandse vertaling: Frans van der Wiel
  • Uitgever: Uitgeverij De Harmonie
  • Verschijnt: 14 september 2023
  • Omvang: 366 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman over Rudolf Noerejev

Zoals Dirk Ayelt Kooiman in Montyn het onwaarschijnlijke levensverhaal van Jan Montyn heeft vereeuwigd, zo heeft Colum McCann in Danser het spectaculaire levensverhaal van Rudolf Noerejev vastgelegd. Noerejev was de grootste balletdanser van de twintigste eeuw en leefde een leven dat in avontuurlijkheid niet onderdoet aan dat van Montyn. Het gaat van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog en zijn politieke vlucht uit de toenmalige Sovjet-Unie, tot zijn leven als bohémien te midden van de jetset in het rauwe New York van de jaren tachtig. Hij was bevriend met Andy Warhol, John Lennon en ballet danseres Margot Fonteyn en werd gedreven door een ongekende zucht naar perfectie. Maar uiteindelijk gaat Danser over een jongen die zichzelf wil kunnen zijn en daarnaar handelt, meesterlijk geschreven door Colum Mc Cann.

Het is een documentaire roman die leest als een spannend en meeslepend verhaal. Danser verscheen in 2003 voor het eerst. Voor deze heruitgave heeft Frans van der Wiel zijn vertaling geheel herzien.

Bijpassende boeken en informatie

Olivier Willemsen – Terug op de achterbank

Olivier Willemsen Terug op de achterbank recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse roman. Op 13 april 2023 verschijnt uitgeverij De Harmonie de roman van de Nederlandse auteur Olivier Willemsen.

Olivier Willemsen Terug op de achterbank recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Terug op de achterbank. Het boek is geschreven door Olivier Willemsen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Nederlandse schrijver Olivier Willemsen.

Olivier Willemsen Terug op de achterbank recensie

Terug op de achterbank

  • Schrijver: Olivier Willemsen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij De Harmonie
  • Verschijnt: 13 april 2023
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van de roman

  • Wat gebeurt er als je na zo’n 25 jaar door omstandigheden weer met je ouders op vakantie naar Frankrijk gaat. Met dit gegeven speelt Olivier Willemsen in zijn nieuwe roman. Na een scheiding waarvan nog niet echt is losgekomen laat de hoofdpersoon zich overreden om, enige decennia later, weer samen met zijn ouder op vakantie te gaan. Schrijnend genoeg herleven direct de oude patronen van de vroegere vakanties. Patronen die niet nauwelijks veranderd blijken te zijn en die bij de hoofdpersoon die in zekere zin warme en prettige gevoelens oproepen maar tegelijkertijd weerstand en bijna wanhoop. Willemsen laat haarscherp en hoe diep patronen ingeslepen zijn en dat je er nauwelijks van los kunt komen. Hij doet dit op een lichtvoetige, vileine wijze die de roman tot een prestatie van formaat maakt. (Allesoverboekenenschrijvers, ∗∗∗∗)
  • Back to the Future en dan weer terug. Een vakantie om gauw te vergeten in een hartverwarmend boek. (Koen Eykhout, De Limburger, ∗∗∗∗)

Flaptekst van de roman van Olivier Willemsen

De hoofdpersoon in deze zwartkomische vertelling gaat op aandringen van een goede vriendin mee met zijn ouders op zomervakantie. Als vanzelf nemen zowel de zoon als de vader en moeder hun oorspronkelijke positie binnen het gezin weer in, alsof er niet een half mensenleven voorbij is gegaan. Terug op de achterbank observeert hij zijn ouders en ondergaat hij opnieuw de geborgenheid die het liefdevolle gezin hem altijd heeft geboden, maar ditmaal met andere ogen. Olivier Willemsen schreef het duistere Morgen komt Liesbeth en het mysterieuze Roza. In Terug op de achterbank gooit hij het over een andere boeg. In humoristische scènes weet hij in deze roman de beklemmende consequenties van een gelukkige jeugd genadeloos aan de kaak te stellen.

Bijpassende boeken en informatie