Tag archieven: Uitgeverij Athenaeum

Olaf Tempelman – De kunst van het missen

Olaf Tempelman De kunst van het missen recensie en informatie van de inhoud boek over waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken. Op 16 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum het nieuwe literaire non-fictie boek van de Nederlandse journalist en schrijver Olaf Tempelman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Olaf Tempelman De kunst van het missen recensie van Tim Donker

Wat je wil is altijd elders. Nogal logies: als het daar was waar jij bent had je het en had je het niet hoeven willen. Maar ja. Er is altijd meer “elders” dan “hier” dus de kans dat iets gewilds (of nog: iets dat in potentie gewild zou kunnen zijn) zich daar bevindt waar jij niet bent, is je hele godganselijke leven lang vrij groot. Dat is waarom de jacht bestaat. De jacht op succes, de jacht op liefde, de dromenjacht de koopjesjacht. Het is ook waarom angst bestaat. Meer specifiek: de angst iets te missen. Maarja. “Het” bevindt zich altijd elders, ik zei dat al, en daarom heet het niet De Angst Om Iets Te Missen, en ook niet daoitm, nee fomo heet dat (& naar het schijnt is die term te vinden in de Van Dale) want, natuurlijk, geen angst om iets te missen, maar fear of missing out, want stel je voor dat je Nederlands zou spreken, en natuurlijk ook geen fear of missing out, maar fomo (niet eens daoitm, of voor mijn part aoitm), want stel je voor dat je kostbare seconden verliezen gaat met hele woorden uit te spreken.

Tempelman komt hier af met een boek over deze angst. Een boek over fomo, ja, en een boek over emmerlijsten. Want dat is ook zoiets. De emmerlijst. Wanneer ontstond die? De dingen die je absoluut gedaan moet hebben voordat je dood gaat. Rome zien en dan sterven, hoe oud is dat, waar gaat de emmerlijst over, wie heeft er nog een emmerlijst, wat moet er in je emmerlijst, waarom er dingen zijn die gedaan moeten worden voor je sterft, moet je niet gewoon leven voor je sterft, en waarom dat dingen zijn die je klaarblijkelijk niet gewoon doet maar voor je emmerlijst bewaart, en wanneer ga je je over je emmerlijst buigen eigenlijk, misschien als je bijna dood gaat.

Want de emmerlijst is ook, veelal, gevuld met dingen die elders zijn. Je kunt zeggen Ik wil nog een hard maanzaadbolletje met versie rosbief van de slager eten, of ik zou graag nog de U.S.A-cyclus van John Dos Passos uitgelezen krijgen, of ik wil graag nog één keer op een zwoele sterrennacht in de achtertuin met mijn dochter over alledaagse dingen diskuteren, maar een emmerlijst die in zijn geheel elke willekeurige dag van de week afgevinkt gaat kunnen worden heeft geen spanning en zonder spanning gaat het niet. Ook zullen weinigen zeggen Ik wil samen met mijn in 2015 overleden vader naar Music is the healing force of the universe van Albert Ayler luisteren, of ik zou de aarde willen zien vanaf de maan, of ik wil nog één keer acht zijn en in de derde klas van de lagere school zitten en stervensverliefd samen met Lonneke naar haar huis lopen terwijl die lullo van wie me de naam ontschoten is me uitscheldt voor meidengek. Want een emmerlijst mag niet alledaags zijn, volstrekt onhaalbaar is evenmin de bedoeling.

Daar ergens bevindt zich fomo. Tussen alledaags en volstrekt onhaalbaar. Het “het” waaromheen die angst zo’n beetje sirkelt ligt niet buiten het bereik van elk menselijk wezen; het mag echter evenmin gegrepen worden door alleen maar even je hand uit te steken, naar de dichtstbijzijnde bakker te fietsen, of  agenda’s te trekken met iemand in je adresboek. Ergens is er “iets”, en het is “iets” waar je bij moet zijn, en je gaat er een trein voor moeten nemen, of een vliegtuig, je gaat het kunnen bereiken ja, want het is daar waar de mensen nog echt zijn waar de mensen nog zuiver zijn waar het land nog ongerept is, verder dan je achtertuin maar dichterbij dan de maan of het dodenrijk.

Kan het zijn dat het akroniem alleen maar Engels is omdat het alles wat meer in het vage houdt? Fear of missing out, angst om te missen, heeft immers geen “iets”, geen “wat” dat gemist wordt, het is het missen zelve, het is alles waar wij niet bij zijn, de emmerlijst vindt zijn grond daarin dat we er wel bij moeten zijn, overal moeten we bij zijn, daar zijn waar de meesten zijn, Elias Canetti zei het al, en ook Heidegger had het over de mens als ontverringsmachine, alles moet in ons bereik zijn, alles moet bereikbaar zijn.

En is het ook daarom dat Tempelman zich in De kunst van het missen concentreert op het fomo-type dat we kennen als de reiziger. De reiziger wil overal zijn waar hij niet is, de reiziger denkt altijd dat het gras één grens verder net iets groener gaat zijn. Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman zich heeft beperkt tot reizigers. Ah. Ik ben zelf geen reiziger. Ik heb nooit gedacht dat het ergens anders minder kloterig zou zijn dan hier in mijn eigen kot. Voor korte tijd misschien. Dat maakt vakantie fijn. Je bent ergens, je leidt er je aldagsleven niet, het is er lekker warm, het eten is er vaak beter dan thuis, je hoeft niks, je kan veel, en na een paar weken ga je weer terug. Allicht dat het er altijd beter is als je weet dat je na een paar weken weer weg gaat – thuis is juist daarom zo kloterig omdat je weet dat je er morgen nog zult zijn, en volgend jaar ook nog, en tien jaar na nu misschien ook nog wel. Ik heb al mijn reizen altijd beperkt tot “vakantie”, een keer per jaar, of, oké twee of drie keer per jaar; ik ben nooit op zoek geweest naar paradijselijke oorden waar de mensen liever zijn, echter zijn, eenvoudiger zijn, beter zijn dan hier want ik heb nooit gemeend dat zulke oorden zouden bestaan. Wel heb ik iemand gekend die zichzelf “de kloot die lange reizen maakt” noemde en nooit -niet daarvoor en niet erna- heb ik iemand zichzelf een predicaat horen toebedelen dat zowel vernederend als verheffend is; een megalomaan soort bescheidenheid. Uiteraard waren de reizen die de kloot die lange reizen maakt helemaal niet zo lang, en eigenlijk ook niet bijzonder interessant. Goed, hij was in New York geweest. Maar de hele wereld is in New York geweest (behalve ik). En hij had in de binnenlanden van Spanje door een kloof gelopen waar vermoedelijk elke toerist die even een dagje geen zin heeft in strand wel eens doorheen gelopen is. En hij had drie maanden Engelse les gegeven aan Estse basisschoolleerlingen. Dat dat wel ongewoon is, zou ik weten: het was met name die laatste reis waar de kloot die lange reizen maakt maar nooit over uitgesproken raakte. Het Estse volk had diepe indruk op hem gemaakt. Zo authentiek, zo waarachtig, zo puur, zo ongecompliceerd als die mensen waren. “Als ze in Estland een tafel nodig hebben, pakken ze gewoon een tafel!’, was een uitspraak die hij in de maanden na zijn Estlandreis tot vervelens toe bezigde. Laten we in Nederland nu meestal een opklapbed pakken als we een tafel nodig hebben. Het is dit soort idealisering waarover Tempelman zich buigt: in De kunst van het missen wordt de angst iets te missen toegespitst op reizigers die vooral een of ander op aarde aanwezig paradijs niet willen missen, een land met echte, lieve, intelligente mensen die gewoon een tafel pakken als ze een tafel nodig hebben. De journalist / schrijver splitst deze reizigers op in vijf herkenbare soorten.

In hoofdstuk 1 gaat het om de mens die de wereld afstruint in een zoektocht naar ware liefde. Want ergens zijn de mensen nog lief en warm en hartelijk en aardig, ergens kunnen de mensen nog met heel hun hart liefhebben, ergens telt je geld of wie je bent niet meer mee. Maar het kleine kaffee aan de haven kan alleen ver van huis gevonden worden; westerlingen zijn immers afgestompte, kapitalistiese, harteloze robots. In volgende hoofdstukken is de bestemming vaak al wat konkreter: zo mag de lezer aan de hand van Tempelman in hoofdstuk 2 afreizen naar Tibet. Want daar kan verlichting worden gevonden, boeddhistiese wijsheid, rust, kontemplasie, vrede. Minder vredig, maar even ideaal was, en is, voor velen Cuba. Daarover gaat het in hoofdstuk 3. Che Guevara, revolutie, politieke omwenteling, rebellie. Mulisch ging naar daar want daar was (politieke) bevlogenheid te vinden; in De ontdekking van de hemel schijnt de man met de pijp Cuba het “filiaal van de hemel” te noemen (dat Mulisch er niet alleen intellectuele maar ook lichamelijkere geneugten vond, maakt Tempelman is enkele fijnzinnige terzijdes al snel duidelijk, wat niet naliet een grijns op mijn gezicht te toveren want net als Tempelman heb ik niets met het oeuvre van Mulisch, nooit gehad ook). Geniaal is de freudiaanse analyse van de aantrekkingskracht die deze revolutie (ten opzichte van zoveel andere, maar in misschien druilerigere landen voltrokken revoluties) uitoefent op geestelijk minvermogenden: in de combinatie van “Son en Che” (de muziekstijl en de revolutionair) met “zon en zee” wordt het Es met het Über-Ich verzoend (Son en Che vond ik briljant) (al was mijn eerste associatie minder freudiaans: eigenlijk dacht ik aanvankelijk vooral aan Sonny and Cher) . Dat glasharde diktaturen ook kunnen lonken, blijkt in hoofdstuk 4. In Dubai kun je namelijk als westerling heerlijk onbelemmerd ondernemen ja. Die stomme democratieën ook met hun trage besluitvorming, hun inspraakcommissies, hun hinderlijke regeltjes en wetjes, nee dan zoon hyperefficiënte dictatuur geleid door een man die weet hoe het moet, als je een megagroot winkelcentrum wil laten bouwen dan gebeurt dat meteen, dan bulldozeren ze gewoon wat woonwijken uit de weg en binnen een ommezien staat je winkelcentrum er. In totalitaire staten van meer marxistiese of communistiese snit is er een gelijkende pedant, daar noemen ze een bouwwerk waarvoor velen huis en haard moesten verlaten misschien het Huis van het Volk om het de bijklank te geven dat iets dat voor “de mensen” is maar het resultaat is hetzelfde: onteigent wordt er, en eenvoudige bouwvakkers mogen zich letterlijk dood werken om het te realiseren. En wie het er niet mee eens is, ziet al zijn rechten zomaar verdwijnen. De kunst van het missen eindigt zoals het begon – met een wat diffuser soort reiziger. Die misschien geen liefde zoekt, maar een in veel maatschappijen ogenschijnlijk verdwenen vorm van “puurheid”, “echtheid”; een ergens waar de tijd trager voorbij gaat, niet al het voedsel uit supermarkten komt, mensen nog de tijd nemen voor een praatje, behulpzaam zijn; het “echte” Frankrijk, het “echte” Italië, het “echte” Griekenland; daar waar de vooruitgang en de multinationals nog niet de algehele gelijkschakeling voor elkaar gekregen hebben.

Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman het in zijn boek alleen maar over reizigers heeft. Omdat ik er zoals gezegd zelf geen ben, kan ik er met de nodige distantie kijken. Dan gaan ze zich misschien weer afvragen waarom ik dit soort boek bespreek, maar ik kan van waar ik sta wel lachen met al dat gereis, al dat zoeken naar mensen die tafels pakken als ze een tafel nodig hebben, al dat betere kijken alleen maar omdat het Ierland is, steeds de horizon achterna, geen oor of oog voor onder je, naast je, achter je. Maar ik snap ook wanneer Tempelmans medegevoel overgaat in kritiek. Het lieve en hartelijke volk dat nog ware liefde kent is misschien toch wat opportunistieser dan je wil, en liefde voor die rijke westerling is misschien vooral liefde voor de mogelijkheid hun allicht niet zo heel erg paradijselijke land te ontvluchten; een boeddhistiese monnik is ook maar een mens die onthutst is als de wifi het niet doet of zich laat corrumperen door de macht die hem gewild of ongewild in handen gegeven is zodat hij in de verleiding kan komen zijn volgelingen te slaan en te misbruiken; het politieke model van Cuba kent ook minder aangename kanten; in een dictatuur waar in economies opzicht alles mogelijk is, is de vrijheid juist door het opheffen van democratiese strukturen anderzijds ook voortdurend in het geding; de zo gezochte “puurheid” heeft nooit echt bestaan – er is geen tijd geweest waarin men niet dacht dat het in voorgaande tijden beter was, dat er in de huidige tijd iets waardevols verloren is gegaan. Dat kun je begrijpen, of je kunt het niet willen begrijpen. Tempelman schrijft uitvoerig en raak over “cognitieve dissonantie”; “ik wil niet dat het zo is en dus is het niet zo” (Tempelmans tamelik accurate uitleg): de neiging die reizigers hebben om het onrecht in hun paradijs niet te wíllen zien, of te vergoelijken uit naam van een doel dat klaarblijkelijk alle middelen heiligt.

Er is ook iets minder goeds aan het feit dat Tempelman zich beperkt tot reizigers. Fomo, om die term dan maar even aan te houden, dwingt niet in alle gevallen een vlucht uit eigen land af. Mensen die continu van baan wisselen zijn evenzeer bang iets te missen: een beter salaris, meer waardering, meer kansen zich te ontplooien; status, een betere standplaats, fijnere collega’s, eindelijk een mogelijkheid om te doen wat ik echt wil doen. En nu we het toch over carrièrejagers hebben: is de “kinderopvang” niet eveneens een typisch fomo-verschijnsel? Wat al dat geld en dat hele moje huis dat is allemaal wel leuk, maar we willen ook nog gezinnetje kunnen spelen, want iedereen om ons heen speelt gezinnetje, en stel je voor dat we even niet bij iedereen zouden horen. En die kinderen zijn wel leuk en lief, maar ze moeten natuurlijk niet in de weg staan van baan, vriendenclubs, joggen, sportschool, jong blijven, cabaret en theater bezoeken, gezellig doen, “mij-tijd” hebben. Toen de voormalige basisschool van mijn kinderen van het ouderwetse twee dagdelen-systeem (kwamen ze heel ouderwets nog tussen de middag thuis om een broodje te eten, waarna ze voor de middag weer voor een paar uur naar school moesten), deed de school meerdere voorstellen. Eén daarvan was “het 7-tot-7 model”; dan zou de school om zeven uur ’s ochtends opengaan met voorschoolse opvang, daarna school, en na schooltijd tot zeven uur ’s avonds naschoolse opvang. Via de website kon je stemmen, en eventueel een opmerking toevoegen. Een vrouw die voor het 7-tot-7 model had gestemd had erbij geschreven: “Kan er dan ’s avonds ook warm eten gegeven worden aan de kinderen?” Tot op deze dag hoop ik dat dat een grapje was. Maar tot op deze dag vrees ik dat die hoop ijdel is.

Graag had ik andere verschijningsvormen van fomo gezien dan de reiziger type-Slauerhoff alleen. Onrust dwingt niet altijd een konkreet bewegen af.

Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman reiziger is onder de reizigers die hij bespreekt. Acht jaar lang was hij als Oost-Europacorrespondent voor De Volkskrant woonachtig in Boekarest; ook reisde hij voor reportages en boeken zo’n beetje de hele wereld af. Hij noemt wel de schadelijke kanten van de cognitieve dissonantie van zijn medereizigers (wegkijken van onrecht is het onrecht laten bestaan), maar hij is nooit vermanend. Tempelman heeft niet de walgelijke arrogantie van een René van Stipriaan die met zijn opgeheven domineevingertje even komt vertellen wie de slechten zijn, wat er allemaal mis is, en wat er allemaal Nu Meteen Anders moet (Anders Loopt Het Slecht Met Ons Af); de arrogantie van hen die zich in slaap gewiegd weten door de wetenschap dat zij in ieder geval níet bij de slechten of de dommeriken horen. Zij zijn deel van de oplossing, want zij hebben een of ander gemakzuchtig rotboekje geschreven waarin wat open deuren worden ingetrapt dus hun taak zit erop. Aan hen zal het niet liggen dat de wereld naar de kloten gaat. Tempelman staat echter middenin de groep die hij bespreekt. Dat maakt dat zijn boek niet zonder humor is, dat het fijn geschreven is, lekker leest, en nergens zuur of bitter wordt.

Er is ook iets minder goeds aan het feit dat Tempelman medereiziger is. De kunst van het missen is bij momenten wat stuurloos. Ik ben geheel voor het negeren van grenzen van genres; prop je reisverslagen vooral vol mini-essays, voeg persoonlijke anecdotes toe waar dat “eigenlijk” niet “hoort”, vermeng sfeerverslagen vooral met historische uitweidingen. Zwabber is het pad, en dat is goed. Maar waar terzijdes zomwijlen een beetje gezocht gaan aandoen, raken teksten wat verwrongen. Alle boeken, alle kunstenaars, alle wetenschappers die genoemd worden, lijken soms alleen maar genoemd te worden om het noemen zelve. Een naakte Martin Šimek onder de waterval kan ik, hoewel de tekst goed zonder had gekund, nog net hebben want ik mocht Šimek als interviewer in al zijn theatraliteit altijd nog wel. Ik weet dat Tempelman de anecdote vooral opvoert om de lezer opnieuw duidelijk te kunnen maken in wat voor rare, dolle, buitenissige situaties hij toch steeds weer verzeild raakt maar ik denk meteen aan het interviewprogramma van Šimek waar mijn moeder en ik altijd met zoveel plezier naar keken en dan word ik vrolijk. Maar shit, Tempelman, Marc van Ranst?! Serieus?! En dan nog in positieve zin ook. Dat hij schuilen moest in een “safehouse” voor “antivaxxers” en dat had “overleefd” (die stoere Van Ranst toch!) en daarna een “vrolijke” column schreef met een “prachtige” zin? “Ik ben met veel plezier serendipist tot in de kist” is geen prachtige zin maar domme sinterklaasrijmelarij, en met serendipiteit heeft het weinig uitstaans. Wanneer ik bijna op het einde van een toch vrij fijn boek wordt geconfronteerd met een klootzak van het zuiverste water, die bewust mensen de stuipen op het lijf joeg over iets waarvoor dat helemaal niet nodig was (maar zelfs als corona een tweede pest geweest, dan nog is angst altijd een slechte raadgever) en iedereen aanraadde zich in te spuiten met een serum (ja een vaccin mag dat niet heten) waarvan niemand de gevolgen op lange termijn kon voorspellen (en dat nu langzamerhand volgens steeds meer wetenschappers en dokters toch wel degelijk enkele kwalijke gevolgen blijkt te hebben), wordt de “namedropping” me toch echt een beetje teveel (of moet ik nu zeggen “too much”?) (en nee Tempelman, ik ben geen “antivaxxer”, wat dat ook moge zijn, en ik ben ook geen “complotdenker”, ik had gewoon een afwijkende mening over het coronabeleid) (en dat ik daarvoor niet heb hoeven onderduiken, daar heb jij dan weer gelijk in, maar ik ben er wel minimaal één vriend door kwijt geraakt). Ook het vanranst-terzijde is onnodig en alleen maar dienend om de eigen (culturele) onderlegdheid en belezenheid te onderstrepen, en hier, op het eind, wordt dan net een verkeerde grens gepasseerd. De grens tussen dingen die me vrolijk, en dingen die me chagrijnig maken.

Maar ik kan ook cognitief dissonant zijn. Ik scheur die laatste pagina’s er eenvoudig uit (niet allemaal, want dat Tempelman zijn katten bedankt voor gezelschap tijdens het schrijven, neemt me dan weer maximaal voor hem in) en dan hou ik een grappig, tot nadenken stemmend, soepel weglezend boek over; het ideale cadeauboek voor de kloot die lange reizen maakt (hoe zou het daarmee zijn). Want goed te lezen tijdens een middellange treinreis naar weeral het volgende paradijselijke oord waar mensen een opklapbed pakken als ze een driezitsbank nodig hebben.

Tempelman gaf de voorzet in een analyse van fomo en emmerlijsten en aanverwante modernetijdsaandoeningen. In een volgend boek mag hij, of een andere denker, er wat mij betreft nog wat  verder mee de diepte in.

Olaf Tempelman De kunst van het missen

De kunst van het missen

Waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken

  • Auteur: Olaf Tempelman (Nederland)
  • Soort boek: literaire non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 16 januari 2025
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Olaf Tempelman

“Voor we iets hadden kunnen meemaken hadden we het al gemist. Ik ben er nooit achter gekomen wat het was.” (Olaf Tempelman)

Hoe welvarender mensen zijn en hoe meer mogelijkheden ze hebben, hoe sterker ze zich bewust kunnen raken van gemis in hun leven. Legden mensen zich in het verleden neer bij de mores van een levenscyclus, nu willen velen uit het leven halen ‘wat erin zit’, meemaken ‘waar het echt om gaat’, deelgenoot worden van wat Norman Mailer ‘the sweet of life’ noemde. Begrippen als ‘bucketlist’ en ‘fomo’ vinden we inmiddels ook in Nederlandse woordenboeken terug.

Eén van de gedaantes van de moderne mens die zoekt naar vervulling is de Reiziger. Aan de hand van het gedrag van reizigers brengt Olaf Tempelman in kaart wat bevoorrechte mensen in hun leven missen, en waarin moderne maatschappijen tekortschieten. Over de hele wereld ziet hij reizigers zoeken naar liefde, verlichting, bevlogenheid, geborgenheid en meer. Hij ziet óók dat er veel voorbijgaat aan mensen die niets willen missen. In een boek waarin hij reisimpressies met contemplaties mengt, pleit hij voor de kunst van het missen.

Olaf Tempelman is geboren in 1971. Hij studeerde journalistiek, politicologie en Roemeens. Van 2000 tot 2008 was hij Oost-Europacorrespondent voor de Volkskrant, met als standplaats Boekarest. Zijn boek Roemeense lente stond in 2008 op de shortlist van de Bob den Uyl-prijs. In 2013 publiceerde hij over de kusten van de Zwarte Zee het boek Omweg naar Istanbul. Voor de Volkskrant schrijft hij columns en essays.

Bijpassende boeken en informatie

Emanuele Arioli – Ségurant De drakenridder

Emanuele Arioli Ségurant De drakenridder recensie en informatie over de inhoud van de ridderroman met verhalen uit de Middeleeuwen van de Italiaanse mediëvist. Op 10 december 2024 verschijnt bij uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van Ségurant. Le Chevalier au Dragon, de roman met Middeleeuwse ridderverhalen van de Italiaanse mediëvist, paleograaf en docent  aan de universiteit van Hauts-de-France, Emanuele Arioli. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur, de vertalers en over de uitgave.

Emanuele Arioli Ségurant De drakenridder recensie en informatie

  • “Het is zeer uitzonderlijk om heden ten dage een Middeleeuwse roman te herontdekken. […] De roman vervolgens in zijn geheel reconstrueren, is een wonder van geleerdheid, intelligentie en sensitiviteit.” (Michel Zink, mediëvist, filoloog)

Emanuele Arioli Ségurant De drakenridder

Ségurant

De drakenridder

  • Auteur: Emanuele Arioli (Italië)
  • Soort boek: Middeleeuwse ridderverhalen
  • Origineel: Ségurant. Le Chevalier au Dragon (2023)
  • Nederlandse vertaling: Nathalie Tabury, Annelies Kim
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 10 december 2024
  • Omvang: 264 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de Middeleeuwse roman over de Ridder van de Ronde Tafel Ségurant

Een ontbrekende schakel in de geschiedenis van de Europese roman.

Ségurant overtreft alle ridders van zijn tijd in kracht en dapperheid en wint elk  riddertoernooi waaraan hij deelneemt. Op een dag wordt hij betoverd door de  feeën Morgana en Sibylle, die hem eropuit sturen om een vuurspuwende draak  te verslaan.

De buitengewone avonturen van deze ridder van de Ronde Tafel waren eeuwenlang vergeten. Ze zijn herontdekt door Emanuele Arioli, een jonge mediëvist die in heel Europa bibliotheken afstruinde op zoek naar fragmenten uit de manuscripten van deze Arthurroman. Na meer dan tien jaar onderzoek brengt hij in Ségurant de teksten samen van dit verloren gewaande boek, afkomstig uit maar  liefst achtentwintig manuscripten, waarvan de oudste dateren uit de dertiende eeuw, en de laatste afkomstig zijn uit de vijftiende. Het verhaal is geïllustreerd met verluchtingen uit de originele manuscripten.

Emanuele Arioli (31 maart 1988, Luino, Italië) is mediëvist, archivaris, paleograaf en docent  aan de universiteit van Hauts-de-France. Hij is coauteur van de documentaire Le Chevalier au Dragon. Le roman disparu de la Table Ronde die  door ZED/ARTE France werd uitgezonden. Ségurant is aan meerdere landen verkocht.

Nathalie Tabury (1976) vertaalde eerder werk van onder meer Philippe  Lançon, Nathacha Appanah, Julia Deck, Thomas Piketty en Adeline Dieudonné.

Annelies Kin (1972) vertaalde de voorbije jaren werk van Philippe Lançon,  Anne Berest, Adeline Dieudonné, Julien Sandrel en Lauren Bastide.

Bijpassende boeken

Louis-Ferdinand Céline – De wil van koning Krogold

Louis-Ferdinand Céline De wil van koning Krogold recensie en informatie over de inhoud van het nagelaten boek van de Franse schrijver. Op 12 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van La volonté du Roi Krogold suivi de La Légende du roi René het boek dat in de nalatenschap van Louis-Ferdinand Céline en in 2023 voor het eerst werd uitgegeven in Frankrijk. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Louis-Ferdinand Céline De wil van koning Krogold recensie en informatie

  • “Wat een leesplezier!” (Lire)
  • “Beledigingen en wreedheid gaan hand in hand met sarabandes, en prachtige fantasieën en personages.” (Télérama)

Louis-Ferdinand Céline De wil van koning Krogold

De wil van koning Krogold

Flaptekst van het nagelaten boek van Louis-Ferdinand Céline

De lezers van Céline kennen de ‘legende’ die sinds Dood op krediet als een spook door zijn oeuvre waart. Het was dan ook opzienbarend dat zich onder de manuscripten die in 2021 opdoken het typoscript van De legende van koning René en het manuscript van een latere versie daarvan, De wil van koning Krogold, bleken te bevinden.

Dit is niet de Céline die de ellende van het menselijk bestaan met een agressieve, bittere humor en een niets ontziende directheid weergeeft. Hij toont ons een andere, meer sprookjesachtige kant van zijn verbeelding. Het verhaal speelt in de middeleeuwen, de personages zijn een koning, een prins, een prinses, een troubadour, en het is geschreven in een lyrische stijl, geïnspireerd door ridderromans, orale verteltradities en de taal van Rabelais.

Dit afwijkende karakter neemt niet weg dat het in zijn oeuvre een cruciale en poëticale rol speelt. In zijn bekende romans verwijst Céline niet alleen naar de legende, er wordt ook uit geciteerd, en soms vermengt de wereld van de legende zich zelfs met die van de roman.

Louis-Ferdinand Céline (27 mei 1894, Courbevoie, Frankrijk – 1 juli 1961, Meudon, Frankrijk) is een van de intrigerendste auteurs van de twintigste eeuw. Zijn invloed op schrijvers als Albert Camus, Jean-Paul Sartre en Henry Miller is enorm. Zijn heftige, schokkerige stijl (‘mijn kleine muziekje’) veroorzaakte in de jaren dertig een omwenteling in de gevestigde literaire tradities. Reis naar het einde van de nacht en Dood op krediet behoren tot de krachtigste Franse romans aller tijden. In 2021 doken vier onuitgegeven manuscripten van hem op. Twee daarvan, Oorlog en Londen, verschenen al in vertaling.

Bijpassende boeken en informatie

Rachel Kousser – Alexander aan het einde van de wereld

Rachel Kousser Alexander aan het einde van de wereld recensie en informatie boek over de vergeten laatste jaren van Alexander de Grote. Op 12 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van Alexander at the End of the World, geschreven door de Amerikaanse historicus Rachel Kousser. Hier lees je informatie over de inhoud van het geschiedenisboek, de schrijfster en over de uitgave.

Rachel Kousser Alexander aan het einde van de wereld recensie en informatie

  • “Alexander springt als het ware op van de bladzijden.” (Peter Frankopan, auteur van De zijderoutes)
  • “Een verademing … Kousser’s werk is een broodnodige toevoeging aan de historiografie van het leven van Alexander.” (Los Angeles Times)
  • “Alexander at the End of the World biedt veel genoegen, waaronder een levendige en verfijnde schrijfstijl.” (Wall Street Journal)

Rachel Kousser Alexander aan het einde van de wereld

Alexander aan het einde van de wereld

De vergeten laatste jaren van Alexander de Grote

  • Auteur: Rachel Kousser (Verenigde Staten)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Origineel: Alexander at the End of the World (2024)
  • Nederlandse vertaling: Maarten van der Werf, Huub Stegeman
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 12 november 2024
  • Omvang: 432 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de laatste jaren van Alexander de Grote

Alexander de Grote bevond zich rond 330 v.Chr. op het toppunt van zijn macht: hij had de Perzen verslagen en Persepolis ingenomen. Zijn uitgeputte en getraumatiseerde soldaten wilden naar huis, maar hun ambitieuze leider had andere plannen. Hij wilde naar Afghanistan en verder: op zoek naar het einde van de wereld. De levensgevaarlijke reis die volgde duurde zeven jaar en stelde hem en zijn strijders fysiek en mentaal zwaar op de proef; moessons, extreme temperaturen, natuurlijke hindernissen en veel lastige en listige vijanden moesten getrotseerd worden. Ook muiterij dreigde voortdurend, want zijn soldaten stelden zelfs de overtuigingen ter discussie waarop Alexander zijn wereldrijk had gebouwd. Hij overleed na deze extreem spannende én inspannende periode op tweeëndertigjarige leeftijd – voor altijd een legende.

Zeer meeslepend vertelt historica Rachel Kousser over het laatste deel van het leven van een van de grootste en meest tot de verbeelding sprekende veroveraars aller tijden.

Rachel Kousser is classica en hoogleraar kunstgeschiedenis aan Brooklyn College in New York. Eerder publiceerde zij Hellenistic and Roman Ideal Sculpture en The Afterlives of Greek Sculpture.

Bijpassende boeken en informatie

Wouter Linmans – Revolutiekoorts

Wouter Linmans Revolutiekoorts recensie en informatie boek over onrust en oproer in november 1918. Op 7 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum het boek over het revolutiejaar 1918, geschreven door de Nederlandse historicus Wouter Linmans. Hier lees je informatie over de inhoud van het geschiedenisboek, de schrijver en over de uitgave.

Wouter Linmans Revolutiekoorts recensie en informatie

  • “Een zeer lezenswaardig mengsel van cultuur-, mentaliteits- en militaire geschiedenis.” (Trouw over De oorlog van morgen)
  • “Linmans beschrijft fraai hoe Nederland zich vorige eeuw opmaakte voor een nieuwe oorlog. Een opmerkelijk boek.” (de Volkskrant ∗∗∗∗ over De oorlog van morgen)

Wouter Linmans Revolutiekoorts

Revolutiekoorts

Onrust en oproer in november 1918

  • Auteur: Wouter Linmans (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 7 november 2024
  • Omvang: 296 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over revolutiejaar 1918 van Wouter Linmans

Op 13 november 1918 maakten geweerschoten in de Amsterdamse Sarphatistraat een abrupt einde aan de dreiging van een socialistische revolutie. Een paar dagen daarvoor was de Eerste Wereldoorlog beëindigd. Dat leidde in Duitsland tot revolutionaire onrust. In Hamburg en Berlijn namen muitende militairen en stakende arbeiders bezit van de straat, zoals dat in 1917 ook in Rusland was gebeurd. Ook Nederland beleefde spannende dagen. Er was onrust in Den Haag, Rotterdam en Leiden, maar vooral in de hoofdstad.

Deze geschiedenis wordt gewoonlijk samengevat als ‘Troelstra’s vergissing’. De sociaaldemocraat Pieter Jelles Troelstra had in de Tweede Kamer vergeefs opgeroepen tot een revolutie. Minder bekend is dat in Amsterdam doden en gewonden vielen bij een confrontatie tussen revolutionaire demonstranten en het leger. Wat gebeurde er precies? Wie waren er bij het oproer betrokken? En waarom is deze geschiedenis in de vergetelheid geraakt?

In Revolutiekoorts geeft Wouter Linmans niet alleen antwoord op deze vragen. In kleurrijke verhalen brengt hij geëngageerde Amsterdamse arbeiders uit de vroege twintigste eeuw tot leven. Linmans neemt de lezer mee langs stinkende grachten en naar rokerige vergaderlokalen, waar bier en jenever werd geschonken, ruzie werd gemaakt en revolutionaire plannen werden gesmeed.

Wouter Linmans (1989) is historicus. Hij is geïnteresseerd in culturele beeldvorming, en de geschiedenis van gewelddadige gebeurtenissen in de negentiende en twintigste eeuw. In 2021 verscheen De oorlog van morgen, over oorlogsverwachtingen in Nederland tussen 1918 en 1940.

Bijpassende boeken en informatie

Abbé Prévost – Manon Lescaut

Abbé Prévost Manon Lescaut recensie en informatie over de inhoud van de Franse roman uit 1731. Op 15 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van Histoire du Chevalier des Grieux, et de Manon Lescaut, het boek uit 1731 van de uit Frankrijk afkomstige schrijver Abbé Prévost. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Abbé Prévost Manon Lescaut recensie en informatie

  • “Is het overdreven om te stellen dat dit boek onze beste roman mag worden genoemd?” (Markies de Sade)

Abbé Prévost Manon Lescaut

Manon Lescaut

  • Auteur: Abbé Prévost (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse roman
  • Origineel: Histoire du Chevalier des Grieux, et de Manon Lescaut (1731)
  • Nederlandse vertaling: Martin de Haan
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 15 oktober 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1731 van de Franse schrijver Abbé Prévost

Manon Lescaut is een van de grote klassiekers van de Franse literatuur. Het boek werd vele malen verfilmd en inspireerde Massenet en Puccini tot hun gelijknamige opera’s. Het vertelt het verhaal van de noodlottige liefde tussen chevalier Des Grieux en de beeldschone femme fatale Manon. Beiden hebben een goed hart, maar door allerlei omstandigheden, met name Manons hang naar rijkdom en pracht en praal, lukt het ze niet samen een fatsoenlijk leven op te bouwen en leiden ze een losbandig, avontuurlijk bestaan. Uiteindelijk wordt Manon door toedoen van de vader van Des Grieux naar Amerika verbannen, waar ze in de woestijn sterft in het bijzijn van haar minnaar.

Het boek dankt zijn kracht aan het bijzonder levendige, aandoenlijke liefdesverhaal en de driedubbele morele houding waarin het de lezer dwingt (medelijden-afkeer-bewondering, zonder dat de schrijver stelling neemt) – maar vooral aan de stijl. Prévost schrijft snel en natuurlijk, gebruikt geen woord te veel en weet in een kort bestek een hele emotionele achtbaan neer te zetten.

Antoine (Abbé) François Prévost d’Exiles (1 april 1697, Hesdin, Artois, Frankrijk – 25 november 1763, Courteuil, Picardië, Frankrijk), meestal kortweg Abbé Prévost genoemd, had een veel avontuurlijker leven dan zijn geestelijke titel doet vermoeden. Hij schreef liederlijke teksten, deserteerde uit het leger, vluchtte Frankrijk uit, keerde terug maar had het geregeld aan de stok met de autoriteiten. Hij vluchtte opnieuw, eerst naar Londen en toen naar Amsterdam, waar hij een relatie kreeg met Lencki Eckhardt, die mogelijk model heeft gestaan voor Manon. Prévost groeide uit tot een van de productiefste schrijvers van de Franse achttiende eeuw en was een van de voorlopers van de moderne journalistiek.

Martin de Haan (1966) is literair vertaler, schrijver en fotograaf. Hij is de vaste vertaler van Michel Houellebecq en vertaalde klassieken als Diderot, Kundera, Proust, Choderlos de Laclos, Huysmans en Constant. In 2021 debuteerde hij met Ramkoers als romancier.

Bijpassende boeken

Elementaire deeltjes 85 Boeddhisme

Paul van der Velde Elementaire deeltjes 85 Boeddhisme recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 29 oktober 2024 verschijnt bij uitgeverij Athenaeum deel 85 in de reeks Elementaire deeltjes, deze keer over het Boeddhisme conflict. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Elementaire deeltjes 85 Boeddhisme recensie en informatie

  • “Gul geleerde die zijn immense kennis van het boeddhisme aanstekelijk kan overbrengen.” (Adriaan van Dis)
  • “De Elementaire Deeltjes zijn nog lang niet klaar.” (de Volkskrant)

Elementaire deeltjes 85 Boeddhisme

Boeddhisme

Elementaire deeltjes 85

  • Auteur: Paul van der Velde (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 29 oktober 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Boeddhisme van Paul van der Velde

Het boeddhisme is een van de grote religies. Het is al jaren populair in het Westen, maar er zijn forse verschillen tussen het westerse beeld ervan en het traditionele boeddhisme van Azië.

In dit Elementaire Deeltje wordt gekeken naar de herkomst van het boeddhisme en het leven van de Boeddha, dat voor alle boeddhisten van grote betekenis is. De dharma, de leer van de Boeddha, wordt aan de hand van diverse scholen beschreven en ook de verbreiding van het boeddhisme in Azië komt aan bod. Bijzondere aandacht is er voor boeddhistische praktijken, zoals de cultus rond het Boeddhabeeld en de vele soorten meditatie. Ten slotte worden de verschillen tussen de Aziatische tradities en het hedendaagse, ‘westers boeddhisme’ belicht.

Paul van der Velde studeerde Aziatische talen en culturen aan de universiteiten van Utrecht en Leiden. Hij promoveerde in 1993 op een studie naar mystieke poëzie over de hindoegod Krishna. Momenteel is hij werkzaam als hoogleraar Aziatische religies, Sanskriet en Hindi aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Bijpassende boeken

Christopher Lasch – De cultuur van het narcisme

Christopher Lasch De cultuur van het narcisme recensie en informatie boek uit 1979 van de Amerikaanse historicus. Op 19 november 2024 verschijnt in de Paradigma reeks van Uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van The Culture of Narcissism, geschreven door de uit de Verenigde Staten afkomstige historicus en schrijver Christopher Lasch. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Christopher Lasch De cultuur van het narcisme recensie en informatie

  • Christopher Lasch bespreekt bijzonder veel eigentijdse feiten zodat zijn observaties vooral ook veel waarheid bevatten voor nu.” (The New York Times)
  • “Vangt de morele overtuiging die zo zeldzaam is in hedendaagse boeken.” (Time)

Christopher Lasch De cultuur van het narcisme

De cultuur van het narcisme

Leven in een tijd van afnemende verwachtingen

  • Auteur: Christopher Lasch (Verenigde Staten)
  • Soort boek: non-fictie
  • Origineel: The Culture of Narcissism (1979)
  • Nederlandse vertaling: Elise Marijns, Joost de Vries
  • Uitgever: Athenaeum, Paradigma 9
  • Verschijnt: 26 november 2024
  • Omvang: 376 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over narcisme van Christopher Lasch

De cultuur van het narcisme, oorspronkelijk verschenen in 1979, is een vernietigende kritiek op de cultuur van het moderne kapitalisme, dat zich van alle ideologieën heeft ontdaan. Lasch laat zien dat de zich als radicaal voordoende cultuurkritiek van de jaren zestig in feite de wegbereider was voor de opmars van neokapitalistische normen en waarden.

De nieuwe cultuur is eerst en vooral therapeutisch. Gezondheid, zowel geestelijk als lichamelijk, is het grote doel, een ontwikkeling die zich voortzet tot op de dag van vandaag. Geestelijke gezondheid is het belangrijkst. Iedereen moet zich prettig voelen, wat alleen te verwezenlijken is als met alle vormen van repressie wordt afgerekend. Te sterke emotionele bindingen zijn verboden, alle mogelijkheden moeten open blijven. De gevolgen zijn desastreus: ‘De narcistische persoonlijkheid van deze tijd baart een schijncultuur die geen geschiedenis heeft en op geen toekomst rekent.’

Christopher Lasch (1 juni 1932, Omha, Nebraska – 14 februari 1994, Pittsford, New York) was historicus. Hij publiceerde onder meer The New Radicalism in America 1889- 1963 en Haven in a Heartless World. Bij verschijnen werd De cultuur van het narcisme een enorme bestseller, ook in Nederland, en beïnvloedde velen, onder wie Jimmy Carter. In 2024 is het boek onverminderd actueel en houdt het ons nog steeds een spiegel voor.

Bijpassende boeken en informatie

Suetonius – Keizers van Rome

Suetonius Keizers van Rome recensie en informatie over de inhoud van het boek van de Romeinse schrijver. Op 15 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling door Daan den Hengst van De vita Caesarum, het boek van de Romeinse biograaf en schrijver Suetonius. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Suetonius Keizers van Rome recensie en informatie

  • “Het boek is nu verkrijgbaar in een uitmuntende vertaling […]. Ik zal het maar eerlijk bekennen: Suetonius lees je niet om de stijl, om de karakters of om de geschiedkundige waarde, maar om de beruchte uitspattingen en extravagante wreedheden. De Romeinse keizers staan bij het grote publiek bekend om hun decadente en bloeddorstige levenswandel, en wie Suetonius leest kan niet anders dan concluderen dat de meeste keizers die reputatie volledig verdienen.” (Piet Gerbrandy, De Groene Amsterdammer)
  • “Suetonius is de original tour guide langs het panorama van perversieën.” (NRC)

Suetonius Keizers van Rome

Keizers van Rome

  • Auteur: Suetonius (Romeinse Rijk)
  • Soort boek: biografie, geschiedenisboek
  • Origineel: De vita Caesarum
  • Nederlandse vertaling: Daan den Hengst
  • Uitgever: Athenaeum
  • Verschijnt: 15 oktober 2024
  • Omvang: 512 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Suetonius over de Romeinse keizers

Caesar droeg een lauwerkrans om zijn kaalheid te verbergen. Augustus liet al zijn portretten retoucheren. Caligula wilde zijn paard benoemen tot consul. Nero stak Rome in brand en vermoordde zijn stiefbroer, zijn leraar, zijn moeder en zijn zwangere vrouw. De biograaf Suetonius (tweede eeuw) geeft een ontluisterend beeld van de heersers van een wereldrijk.

Suetonius (70-140) was een Romeinse biograaf, cultuurhistoricus, jurist en hoge ambtenaar. Veruit zijn bekendste werk, ‘Over het leven van de keizers’ (De vita Caesarum) is geschreven in eenvoudig Latijn en bestemd voor het grote publiek.

Daan den Hengst vertaalde onder meer Ammianus Marcellinus en Cicero. Hij is emeritus hoogleraar Latijn aan de Universiteit van Amsterdam.

Bijpassende boeken en informatie

Martin Bossenbroek – Kolonialisme!

Martin Bossenbroek Kolonialisme! recensie en informatie boek over de vloek van de geschiedenis. Op 10 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum het boek Kolonialisme!, heb niet boek van de Nederlandse historicus en schrijver Martin Bossenbroek. Hier lees je informatie over de inhoud van het geschiedenisboek, de schrijver en over de uitgave.

Martin Bossenbroek Kolonialisme! recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Kolonialisme!, De vloek van de geschiedenis, het nieuwe boek van Martin Bossenbroek, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Martin Bossenbroek Kolonialisme

Kolonialisme!

De vloek van de geschiedenis

  • Schrijver: Martin Bossenbroek (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek, pamflet
  • Uitgever: Athenaeum
  • Verschijnt: 10 oktober 2024
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over het kolonialisme van Martin Bossenbroek

Het koloniale verleden en het slavernijverleden van Nederland staan de laatste tijd volop in de belangstelling, in steeds negatievere termen. Na tientallen jaren borstklopperij is de slinger doorgeslagen naar boetedoening. Dankzij ’s lands bekendste Leidse historici, koning Willem-Alexander en voormalig premier Mark Rutte, staat Nederland nu zelfs bovenaan de Europese ‘ranglijst’ van spijt en excuses. Is dat wenselijk of moet de politiek stoppen met wat volgens velen getuigt van een weg-met-ons mentaliteit.

Bossenbroek neigt naar dat laatste. De officiële excuses hebben namelijk geen breed draagvlak onder de bevolking. De grootste politieke partij, de pvv, wil alle excuses intrekken en het land ‘terugveroveren’. Volgens een internationale peiling voelen Nederlanders van alle ondervraagde nationaliteiten verreweg de meeste trots en de minste schaamte over hun koloniale verleden.

Zodoende lijkt de omgang met de vaderlandse geschiedenis de kloof tussen politiek en burger in de Nederlandse samenleving te hebben vergroot. En dat is ernstig. Hoe is te voorkomen dat die afstand onoverbrugbaar wordt? Kan er recht worden gedaan aan het verleden zonder het heden te belasten met een verdere polarisering die de democratie bedreigt?

Historicus Martin Bossenbroek (6 augustus 1953, Amsterdam) heeft, onder andere met De Boerenoorlog, de geschiedschrijving in Nederland op een hoger plan gebracht. Er werden 80000 exemplaren van het boek verkocht en het is in het Frans, Duits, Afrikaans en Engels vertaald. De Boerenoorlog is bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs. De wraak van Diponegoro (2020) over het begin en einde van Nederlands-Indië werd alom geprezen en komt ook in Indonesië uit. Met De Zanzibardriehoek toonde hij wederom aan dat hij tot de beste geschiedschrijvers van Nederland behoort. Het werd eveneens bekroond met de Libris Geschiedenis Prijs.

Bijpassende boeken en informatie