Tag archieven: Terschelling

Terschelling. Reisgidsen, romans, thrillers, geschiedenisboeken, reisverhalen en andere boek over het Waddeneiland Terschelling.

Joost Oomen – Het paradijs van slapen

Joost Oomen Het paradijs van slapen recensie en informatie over de inhoud van de roman van de Nederlandse schrijver. Op 28 november 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Joost Oomen Het paradijs van slapen recensie van Tim Donker

Dan Joost Oomen. En dan het achterplat.

Om te beginnen met dat laatste: dit boek zou over euthanasie gaan. Het zou die Gerrit zijn, die “een rijk en mooi leven” achter de rug heeft, het nu wel als voltooid kan zien, en eruit wil voor de pijn, het lijden, de aftakeling hem gaan vinden. En het zou Theo Engel zijn die hem daar bij zou kunnen helpen misschien. “Een ode aan de schoonheid”, alsmede “een pleidooi voor euthanasie bij een voltooid leven”. Zei dus dat achterplat. En dat is goed, dacht ik. Dat is mooi, dacht ik. Daar heeft die Oomen een goed onderwerp bij het nekvel, dacht ik. Dacht ik allemaal.

Het leven is een gift. Een gift waar niemand om gevraagd heeft. Zomaar word je ineens dit bestaan in gesleurd. En dan is er al dat moeten, al die plichten, al dat gedoe waarin je helemaal geen zin hebt maar zich toch elke dag weer aandient. Omdat je de gift gekregen hebt. Ja. Mooie gift zeg. Heb je het bonnetje nog? En uiteindelijk wordt het je ook gewoon weer heel leuk ontnomen, waarschijnlijk net als je een beetje op je gemak begint te geraken (stel ik mij zo voor). Wat ik niet snap is waarom dat allemaal zo per se tachtig, negentig, misschien wel honderd jaar moet duren. Hoe mensen zelf altijd maar vast blijven houden, of in ieder geval denken dat te doen. Dat zit hem in droge januari, in dat maniakale rennen in belachelijke kledij, in de sportschool, in 0%-bier (als je zo nodig “gezond” denkt te moeten doen, kun je ook gewoon water drinken weet je), in de idee dat je lichaam je “tempel” is, alsof jij iets anders bent dan je lichaam, alsof je maar “toevallig” in dat lichaam woont ofzo en het verplicht bent aan de rechtmatige eigenaar (God?) om het zo lang mogelijk mee te laten gaan. En anders zijn de anderen er wel om ons te verbieden ziek te worden of dood te gaan. Symptomaties is zeker ook de verkrampte houding ten opzichte van euthanasie. Het “mag” ja, zo waar, maar dan moet het lijden wel uitzichtloos zijn, pijn ondraaglijk, verbetering niet meer te verwachten.

Dus dan is het goed. Dan is het goed als zo’n Oomen de diskussie op punt gaat zetten door een figuur op te voeren die niet lijdt, en zeker niet uitzichtloos, maar gewoon klaar is met het leven. Van mij had het zelfs nog scherper gemogen. Gerrit Blauw is een al wat oudere man, en zijn leven was goed en fijn en leuk en mooi, ik had het nog beter gevonden als die Oomen was afgekomen met een vent van vijftig met een kutleven. Of. Naja. Geen depressies ofzo, geen somberte, nee geen psychiatrisch geval, gewoon een man en zijn aldagsleven, gevuld met net iets te veel moeten, net iets te veel werk, net iets te veel verplichtingen, net iets te veel saaiheid, en net iets te weinig liefde, en dan op je vijftigste geen noodzaak zien om dat nog dertig of veertig jaar te laten voortduren. Maar voor nu neem ik genoegen met Gerrit Blauw en die euthanasiearts met zijn wat te vet aangezette achternaam. Voor nu ga ik lezen.

Kom ik na een ultrakort proloogje waarin inderdaad sprake is van een euthanasiearts terecht in wat me op het eerste gezicht aandoet als zo’n typisch Oomenboek. Gerrit Blauw is jong in de jaren zestig. Net scholier af, staat op het punt te beginnen met een studie rechten aan de universiteit in Groningen. Maar nu is de zomer nog heet in het Sneek waar hij geboren werd. Er is Douwe, zijn beste vriend. En er is Saartje, het meisje waarop hij straalverliefd is maar dat uiteindelijk een relatie zal krijgen met Douwe. Gedrieën leven ze dat typische jongerenleven op het kale kamertje dat Saartje huurt bij een hospita. De kachel, de muziek, de gesprekken, de dingen die gebeuren. Ik zal het u niet alles ganzelijk uitkauwen want u las dit al talloos vele malen eerder. Bij al die schrijvers die het daadwerkelijk in de zestiger jaren beleefden, opschreven en publikeerden maar ook in al die tijdperken daarna (want de zestiger jaren dienen voor een groot deel louter als achtergrond). Het komt naar Oomens hand te staan doordat de personages zo totaal oomenesk innemend, charmant en schattig zijn, en in de zomwijlen nogal vervelende metaforiek. Blauws gevoel voor Saartje wordt getypeerd als: “hoogst verliefd als een kleine ree of een kommetje yoghurt of een veldboeket”, en dat slaat natuurlijk als een lul op een drumstel, dat is alleen maar gezocht om de gezochtheid. Waarom een kleine ree, waarom een veldboeket? En dan dat kommetje yoghurt. Dat snotweke, doordeweekse, truttige, zure goedje – hoe heeft het in godsnaam met verliefdheid te maken? Maar dan denk ik natuurlijk te beperkt, ik moet me waarschijnlijk voorstellen op welke manier een kommetje yoghurt verliefd zou zijn. Naja, het zit om te beginnen al in een kommetje, niet eens in een teil waarin het nog een beetje kan klotsen en spetten en zich anderszins wild gedragen, en daarnaast is het snotweek en doordeweeks en truttig en zuur dus van zijn gevoelsleven stel ik me ook niet bijster veel voor. Maar het is Oomen en omdat het Oomen is vergeef ik het hem, pseudopoëties willen doen is immers zijn twede natuur, en bezijden, dat “een grijze man die een beetje op een boos potlood lijkt”, eindsweegs verderop, slaat evenmin ergens op maar dat bracht dan weer een hele brede grijns op mijn gezicht. Dus. Welaan. Ik lees voort.

Het eerste deel is uit, ik ben op eenderde, met euthanasie heeft het vooralsnog erg weinig van doen.

In het twede deel volgen we Theo Engel. De euthanasiearts ja. Dus daar gaat het. Engel blijkt een vermoeide, licht verbitterde veertiger. Wat is er van zijn arbeidzame leven geworden? “Elke maand meerdere mensen omleggen heeft weinig met beter maken te maken”, stelt hij cynisch vast, en ook dat vond ik grappig, daar moest ik zelfs eventjes om lachen, niet heel hard maar toch hard genoeg om mijn dochter, mijn moje lieve grappige negenjarige dochter, te laten opkijken en vragen Wat is er zo grappig pappa? Verdermeer een niet bijster aimabele man, die Engel, hij jat dingen van de patiënten voor wie hij het levenseinde verzorgt en als de nabestaanden maar blijven vragen waar de spullen zijn, geeft hij ze desnoods terug door ze dwars doorheen hun ruit te keilen (dat vond ik niet echt Oomen meer, dat vond ik meer iets voor iemand als Brusselmans). De ellende die hij tegenkomt, de droefnis. De allerduisterste zijden van de gift. Maar van enig kontakt tussen hem en Gerrit Blauw is nog altijd geen sprake.

Want eerst krijgen we nog een derde deel. Met Gerrit Blauw als volwassen man. Zijn studie rechten blijkt hij zeer voortijdig afgebroken te hebben, hij werd theatermaker, natuurlijk in Amsterdam, ik krijg wat van die stad. Maar vanwege de liefde voor vroeger tijden, trekt hij in dit deel weer noordwaarts, naar waar zijn wortels lagen, en noordelijker nog, naar waar de wortels lagen van zijn geadoreerde Saartje. Terschelling. Het Oerolfestival. Omdat Saartje ooit eens iets vertelde over een giraf op het strand, bedacht Blauw voor Oerol een theaterstuk met een giraf erin, een heusche giraf, hij heeft er voor de pers en voor de subsidiënten een politiekcorrect verhaal omheen geluld maar het is eigenlijk puur effectbejag, die giraf, een ode aan de Saartje die hij doorheen al die jaren nooit vergeten is. Daar zijn ze, theatermakers en festivalbezoekers, op de boot naar Terschelling als langszij komt de vrachtboot met de giraf erin, iedereen kijken, het water, de giraf, de boot, de wind, oké, die is ook weer aardig vet maar dat beeld, de giraf die op zijn vrachtboot de passagiersboot van de kijkers (het camerastandpunt, ha!) passeert, zit stevig in mijn kop om daar vermoedelijk de komende jaren nog wel te blijven. Op Terschelling dan gedoe met die giraf, weerzien met Saartje, gemekker met het festival, wat maakt het uit, we zijn op tweederde en Gerrit Blauw en Theo Engel hebben elkaar nog altijd niet ontmoet.

Dat komt pas in het laatste deel. Dat doet een beetje afgeraffeld aan. Als een schoolopstel, en de leerling komt er te laat achter dat zijn werk nog niet aan de opdracht voldoet, breit er dan nog maar wat aan vast opdat hij geen onvoldoende zal krijgen (gesproken daarvan: waarom moet het achterplat vermelden dat Oomen voor dit boek zijn vader interviewde? waarom moet hij toch altijd dat imago opgeplakt krijgen van een dromerige, onbeholpen schooljongen? die man is nu toch ook al ver in de dertig?). Het is jammer. We zijn weer wat decennia verder in de tijdlijn, Blauw ontmoet Engel, doet hem kondt van zijn leven (dat leven dat de lezer zojuist vernomen heeft), laat hem weten dat voor hem wel genoeg is zo, en dat hij er een eind aan wil, ook zonder pijn, ook zonder ondraaglijke somberte, ook zonder uitzichtloos lijden. Engel twijfelt, oppert bezwaren, maar doet het uiteindelijk toch.

Wel. Ja. Helaas. Een “pleidooi voor euthanasie bij een voltooid leven” kan ik dit niet noemen, en ook niet echt een “ode aan de schoonheid”. Blauws grote oog voor schoonheid is werd aan haren getrokken om er nog bij te kunnen zijn, en is sowieso licht flauwig. Ja je hoeft je kop maar uit het raam te steken om iets moois te zien, je hoeft je kop maar weer uit dat raam terug te trekken om weer iets moois te zien. En ja, de moje dingen hebben jou niet nodig om gezien te worden – maar is dat echt een sterk argument voor een doodswens? Een goed ding is dat die Blauw volgens mij helemaal niet zo’n “rijk en mooi leven” achter de rug heeft. Douwe was al heel lang dood en met Saartje is het nooit tot een echte relatie gekomen, en dat waren dan de twee allerbelangrijkste mensen uit zijn leven. Hij had bijzonder moje jaren als scholier, en als beginnende student. Toegegeven. Maar is niet iedereen het gelukkigst tussen pakweg zijn zeventiende en pakweg zijn twintigste? Als theatermaker vierde hij wat successen, en je kunt je afvragen of het vieren van successen een leven rijk of mooi maakt. Wat er na Oerol gebeurde laat Oomen over aan de lezer, wel deze lezer maakt er in zijn reconstructie geen noemenswaard fantasties leven van, iets als gemiddeld, met tijden die mooi waren en tijden die gewoon tijden waren. Daarom is het des te jammer dat de gesprekken van Theo Engel en Gerrit Blauw zo weinig ruimte krijgen. De vraag wanneer een leven ten einde “mag” zijn, is zeer relevant. Maar wordt er hier in minder dan twintig pagina’s doorheen gejast, twintig pagina’s die eigenlijk vooral aandacht voor details hebben. Waarom niet meer aandacht gegeven aan Engels twijfels? Wat is moreel handelen? Hoe ethisch is euthanasie, hoe ethisch is hulp bij zelfdoding? Waar eindigt euthanasie en waar begint hulp bij zelfdoding? Hoe lang moet een leven geduurd hebben om voltooid te mogen heten? Wat is lijden, wat is uitzichtloos, wat is ondraaglijk? Hoe hard zijn zulke grenzen te stellen, en wie stelt die dan? Het leven is een gift, wat moet je ermee als je na enkele decennia denkt te weten dat je die gift helemaal niet hebben wil? Wat als je dood wil maar niks voor zelfmoord voelt, omdat je graag zo pijnloos en zo waardig mogelijk wil gaan? Wat betekent het om arts te zijn? Moet je er altijd op uit zijn om iemand te “redden”, en betekent dit redden altijd de levensduur rekken? Vallen er wel harde wetten te maken rondom euthanasie? Het paradijs van slapen laat veel liggen. Het had bespiegelingen kunnen bevatten. Filosofie. Overpeinzingen. Het is er niet, het is er nauwelijks. Waarom zijn er zoveel pagina’s gebruikt voor Blauws voorgeschiedenis terwijl die, gezien wat volgens het achterplat het thema zou zijn, nauwelijks ter zake doet? Ik kan niet helpen te denken aan Gerrit Blauw zelve, en de plek van de giraf in zijn theaterstuk. Die was alleen maar om zijn Saartje naar Oerol te lokken. Maar om het uit te kunnen voeren, moest Blauw er een sausje overheen gieten dat pers en geldverstrekkers zou aanspreken.

Zoiets.

Het paradijs van slapen is een typische Joost Oomen-roman. Maar om het meer te laten zijn dan een typische Joost Oomen-roman is de euthanasie-thematiek er maar zo’n beetje doorheen geweven.

Wat niet meteen slecht is. Als ge zien kondet: het roept wel vragen en overpeinzingen op. Al is het dan voor het grootste gedeelte een vrij gemiddelde roman over, laten we zeggen onvermogen en onmogelijke liefde, in handen van Joost Oomen wordt het gemiddelde altijd net iets meer. Wat je eraan overhoudt? Onbeantwoorde vragen. En enkele beelden die je misschien nooit meer vergeet.

Joost Oomen Het paradijs van slapen

Het paradijs van slapen

  • Auteur: Joost Oomen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt 28 november 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Joost Oomen

Een man is oud. Hij schreef, maakte theater, leefde een leven in dienst van kunst en poëzie. Nu kijkt hij terug op dat leven, niet uit weemoed, maar om zijn huisarts ervan te overtuigen dat ‘het boeltje voltooid is’. Dat je na een leven vol schoonheid en liefde het recht hebt er een punt achter te zetten, juist wanneer het geloof in die twee verdwijnt.

Zijn steeds ouder en zieker wordende plattelandspatiënten maken grote indruk op de huisarts. Wat kun je voor ze betekenen? En hoe zorg je dat je eigen hart niet steeds stiller wordt?

Het paradijs van slapenis een roman over de liefde en de dood. Over Friesland, Terschelling, kunst en euthanasie. Een boek over de in sterk vergrijzend Nederland steeds actuelere vraag wanneer iemand dood mag en welke rol schoonheid daarin speelt.

Joost Oomen is geboren 18 november 1990 in De Bilt. Hij is schrijver, dichter en theatermaker. Zijn debuutroman Het Perenlied werd genomineerd voor de Anton Wachterprijs. In verscheen zijn boek Visjes (∗∗∗∗)met reisverhalen van het Italiaanse eiland Salina. Hij speelde op Oerol en Lowlands en in vrijwel elk theater van Nederland, hij schrijft columns voor de noordelijke dagbladen en is regelmatig te gast bij radio en televisie. Lievegedicht, zijn vorig jaar verschenen dichtbundel, beleefde herdruk na herdruk, voor poëzie ongekend. Zijn vader is arts bij het Expertisecentrum Euthanasie. Oomen interviewde hem daarover voor De Groene Amsterdammer. Het inspireerde het voor zijn roman Het paradijs van slapen.

Bijpassende boeken en informatie

Carmen Prins – Vermist op Terschelling

Carmen Prins Vermist op Terschelling recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse cosy crime thriller. Op 26 september 2024 verschijnt uit De Crime Compagnie de nieuwe thriller van de Nederlandse thrillerschrijfster Carmen Prins die zicht op het Waddeneiland Terschelling afspeelt. Hier lees je informatie over de inhoud van de thriller, de schrijfster en over de uitgave.

Carmen Prins Vermist op Terschelling recensie en informatie

  • “Een aanrader voor de fans van Linda van Rijn en Kiki van Dijk.” (VN Thrillergids over Deadline)

Carmen Prins Vermist op Terschelling

Vermist op Terschelling

  • Auteur: Carmen Prins (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse Waddenthriller
  • Uitgever: De Crime Compagnie
  • Verschijnt: 26 september 2024
  • Omvang: 300 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: BOL / LIBRIS

Flaptekst van de Terschelling thriller van Carmen Prins

Het was een grijze en regenachtige herfst. Ik had (met enige moeite) een cateringklus binnengesleept voor een grote bruiloft op het eiland. De weddingplanner stuurde me een stagiaire om een handje te helpen: de achttienjarige kitesurfende Sabine Hendrikx uit Brabant. Maar na de eerste kennismaking verdween ze.

Niemand weet waar ze is. De politie is van mening dat een volwassene het recht heeft om niet gevonden te willen worden, dus ga ik zelf op onderzoek uit.

Dan wordt er, op een onverwachte plek, een lichaam gevonden. Het eiland gonst van de geruchten. Maar is het Sabine?

Carmen Prins (1978, Terschelling) is een succesvolle foodblogger en influencer. Na jaren in Amsterdam te hebben gewoond is ze inmiddels terug verhuisd naar Terschelling, samen met haar kinderen. Carmen debuteerde in 2020 bij De Crime Compagnie met Carmens Kookpunt. Daarna verscheen  Deadline en Stille nacht. En in september dit jaar verschijnt alweer haar vierde boek Vermist op Terschelling.

Bijpassende boeken en informatie

Anne Doedens en Liek Mulder – Een ijselijke nering

Anne Doedens en Liek Mulder Een ijselijke nering recensie en informatie over de inhoud van het geschiedenisboek over de walvisvaart van de Wadden in de zeventiende eeuw. Op 4 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Walburg Pers het nieuwe boek over de walvisvaart van de Wadden, geschreven door Anne Doedens en Liek Mulder. Hier lees je informatie over de inhoud van het geschiedenisboek, de schrijvers en over de uitgave.

Anne Doedens en Liek Mulder Een ijselijke nering recensie

Mocht er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Een ijselijke nering, het geschiedenisboek over de walvisvaart van de Wadden van Anne Doedens en Liek Mulder, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Anne Doedens & Liek Mulder Een ijselijke nering

Een ijselijke nering

De walvisvaart van de Wadden in de zeventiende eeuw

  • Auteurs: Anne Doedens, Liek Mulder (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Walburg Pers
  • Verschijnt: 4 juni 2024
  • Omvang: 184 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over de walvisvaart van de Wadden van Anne Doedens en Liek Mulder

Walvisvaart was in Nederland met z’n vele zeevarenden eeuwenlang een economisch belangrijke activiteit, in de zeventiende eeuw zelfs een booming business.

Hierover is veel geschreven, maar er is weinig bekend over het opvallend grote aandeel van Vlieland, Terschelling en de stad Harlingen in deze bedrijfstak. In dit boek kijken we door de bril van tijdgenoten uit het Waddengebied naar de jacht op traan, een eerste levensbehoefte in de zeventiende eeuw. Anne Doedens en Liek Mulder – voortbordurend op het werk van Jan Houter – plaatsen hun verhalen en getuigenissen in het grotere kader van de geschiedenis van de walvisvaart van de Republiek tijdens de eerste eeuw van deze nering.

De egodocumenten zijn uiteraard gekleurd door eigen gevoelens, standpunten, meningen en conflicten, maar mede daardoor geven ze een goed beeld van de barre omstandigheden waarin de walvisjagers hun bloedige werk deden. De titel van dit boek verwijst niet alleen hiernaar, maar ook naar een van de bekendste walvisvaardersfamilies van de Wadden, het Vlielander geslacht Ys.

Bijpassende boeken

Hester van Delden – Terschelling & Vlieland Reisgids

Hester van Delden Terschelling & Vlieland Reisgids recensie en informatie over de inhoud. Op 1 september 2021 verschijnt de nieuwe PassePartout reisgids van de Waddeneilanden Terschelling en Vlieland, geschreven door Hester van Delden.

Hester van Delden Terschelling & Vlieland Reisgids recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de reisgids PassePartout Terschelling en Vlieland.  Het boek is geschreven door Hester van Delden. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze cultuur- en natuur reisgids van de Waddeneilanden Terschelling en Vlieland.

Hester van Delden Terschelling & Vlieland Reisgids Recensie

Terschelling & Vlieland

  • Schrijver: Hester van Delden (Nederland)
  • Soort boek: reisgids
  • Uitgever: Passepartout Reizen
  • Verschijnt: 1 september 2021
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de reisgids van Terschelling en Vlieland

Duinen en brede stranden, wadden, kwelders, polders, heidevelden en bossen: nergens in Nederland vind je zo’n variatie aan landschappen op loopafstand van elkaar als op Terschelling. Op het oostelijkste deel van het eiland ligt het Europees natuurreservaat de Boschplaat, waar jaarlijks duizenden vogels broeden en geregeld zeehonden zonnebaden. De Boschplaat kreeg ook het predicaat van eerste Dark Sky Park van Nederland: hier vind je nog echte duisternis en kun je een schitterende sterrenhemel bewonderen. Ook op het kleinere buureiland Vlieland ervaar je een groot gevoel van vrijheid, rust en ruimte. Beide eilanden liggen midden in het Unesco Werelderfgoed de Waddenzee. Dit grootste getijdensysteem ter wereld zorgt ervoor dat het landschap steeds verandert. Op Terschelling en Vlieland is dan ook geen dag hetzelfde.

Behalve natuurschoon kennen de beide eilanden een rijke geschiedenis en hebben ze verrassend veel te bieden op het gebied van kunst, cultuur en lekker eten. Wanneer je op Terschelling bent kun je gemakkelijk een dagtocht maken naar Vlieland en andersom. Daarom neemt de auteur je mee op een ontdekkingstocht over de beide eilanden. Voor deze reisgids dook ze de mooiste parels op, waarbij historische en ecologische wetenswaardigheden worden afgewisseld met kleurrijke anekdotes en legenden, tips voor bijzondere adresjes en excursiemogelijkheden, verhalen van gepassioneerde eilanders en smakelijke recepten.

Hester van Delden werkt als erfgoedspecialist, schrijver, (reis)journalist en fotograaf onder de naam Parelduiken. Ze komt al haar hele leven op Terschelling en woonde en werkte een half jaar op Vlieland.

Bijpassende boeken en informatie

Arie Storm – Schoonheidsdrift

Arie Storm Schoonheidsdrift recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 4 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Prometheus de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Arie Storm.

Arie Storm Schoonheidsdrift recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Schoonheidsdrift. Het boek is geschreven door Arie Storm. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Arie Storm.

Wat een hilarisch boek!

Wat een hilarisch boek. Ik ben op  literair gebied absoluut een analfabeet en misschien is het dan ook niet gepast dat ik dit boek van Arie Storm, vol verwijzingen naar Grote Schrijvers, en met name Engelse romantici een soort van recenseer. Vergeeft u mij. Maar desalniettemin heb ik Schoonheidsdrift met heel veel plezier gelezen.

Deel een van dit boek volg je het hoofdpersonage, Arie Storm zelf. Hij vertelt over het belang van lezen voor hem, als kind al. Hij zegt: “ Waar ik me ook bevond, ik was gelukkig als ik naar woorden kon kijken.”

En over het belang van lezen in z’n algemeenheid.  Alle ophef daarover, nou, daar denkt hij zo het zijne van. Zijn ervaring is immers dat hij ontdekte dat mensen die zo vaak lezen doorgaans in maatschappelijke zin mislukt zijn, het minste geld verdienen en een wereldvreemde blik op de werkelijkheid hebben, blz 9. Dus ja, deze man, zoals snel blijkt, de schrijver zelf, die gelezen wil worden, heeft niet zo’n hoge pet op van het maatschappelijk belang van dit vak. Intussen maakt hij zich kwaad over veel zaken die nu van belang blijken in de wereld van de literatuur, het boekenvak, zoals hij dat bijna met afschuw beziet. Je lekker presenteren, veel interviews geven, je een moeilijke jeugd aanmeten of een gehypet onderwerp bij de kladden hebben. Dan maak je het wel. Dan lig je in de boekenwinkels in grote stapels vooraan bij de toonbank. Uitkijken in die winkels dat je niet verstrikt raakt in alle flauwekul parafernalia die heden ten dage blijkbaar ook voor de lezer interessant zijn zoals servies met afbeeldingen uit boeken, cd’s en een koffiebar. Ja, dan kom je er wel.

Kortom, hij voelt zich niet fijn, en intussen rouwt hij over Judy, tien jaar geleden overleden.  Zij werkte bij zijn uitgever, en had hij nu ja of nee een liefdesrelatie met haar gehad? Kind aan huis was zij geweest, vriendin van zijn vrouw en dochter. Maar hoe zat het tussen hen?

Een absoluut vloeibare tijd, tussen het heden en verleden

Dan maar op reis, naar Londen. Waar hij terecht komt in een absoluut vloeibare tijd, tussen het heden en verleden. Waar hij ontmoetingen heeft met John Keats, of toch weer niet? En andere grote schrijvers en biografen.  Intussen legt Arie Storm de lezer uit over het hoe en wat van zijn werk, wat straks weer opgepakt wordt, later in het verhaal, en becommentarieert zijn eigen werk, deze roman.

Dan in deel twee, een hilarische thriller die zich afspeelt op Terschelling. Het Eiland des doods,  waar Tom van Santen door zijn vrouw Fiona heen wordt gesleurd. Om een erfenis veilig te stellen. Haar vader Alfred W. schathemeltjerijk, het halve eiland is in zijn bezit, heeft ernstige gezondheidsklachten.  Dus de hele familie naar het eiland geroepen. Tom wordt door zijn vrouw ingezet om de bestsellerschrijfster Julia Vis te strikken voor haar noodlijdende uitgeverij, dus hij moet naar een door haar gegeven schrijfcursus. Daar komt Tom Alfred W. tegen, Fiona’s vader en de schoonmaakster van hun vakantiehuis. Zij heeft eerder die dag hun vakantiehuis laten ontploffen.

Een uitstekende aanklacht tegen al te makkelijk tot stand gekomen bestsellers die zonder veel schroom worden uitgegeven

Er ontstaat een klucht waarin bijna iedereen te vrezen heeft voor haar of zijn leven en ieders persoonlijke belangen wel omgeven zijn door een zwart randje. En Tom wil maar één ding, nl, zo snel mogelijk naar huis, terug naar Amsterdam, samen met Fiona.

Arie Storm maakt het je als lezer niet gemakkelijk. Schoonheidsdrift heb ik gelezen als een hommage aan de Engelse literatuur. Onderweg neemt hij je mee in zijn pogingen zo oprecht mogelijk zijn eigen roman te schrijven, zonder zichzelf te sparen. En ook is deze roman een aanklacht van al te makkelijk tot stand gekomen bestsellers die blijkbaar zonder veel schroom worden uitgegeven en gehypet, gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Mieke Koster

Arie Storm Schoonheidsdrift Recensie

Schoonheidsdrift

  • Schrijver: Arie Storm (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 4 februari 2021
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Waardering voor Schoonheidsdrift

  • “Vintage Storm, dit laveren tussen verschillende niveaus van fictionaliteit in zijn zo herkenbare, meanderende stijl.” (de Volkskrant)

Flaptekst van de roman van Arie Storm over John Keats

De ik-verteller in Schoonheidsdrift heeft het idee dat iets hem wegvoert uit de tijd waarin hij zich bevindt, de eenentwintigste eeuw. Misschien denkt hij dat omdat hij een tragedie heeft meegemaakt.

Om alles van zich af te kunnen zetten reist hij naar Londen, alwaar hij de geest van John Keats voelt, de door hem bewonderde negentiende-eeuwse dichter. Hij moet denken aan een opmerking uit een van Keats’ brieven: ‘Het uitnemende van iedere kunstvorm is juist de intensiteit ervan, die bij machte is alle onaangenaamheden in rook te doen opgaan, vanuit zijn nauwe verbintenis met schoonheid en waarheid.’ Op zoek naar troostende schoonheid belandt de ik-verteller als een ontdekkingsreiziger die door zijn eigen tijd valt in het Hampstead van Keats, waar hij een wonderlijke ontdekking doet: Keats was niet alleen een van de grootste dichters die Engeland heeft voortgebracht, hij heeft ook een roman geschreven.

In Schoonheidsdrift worden twee steden en twee tijden met elkaar verbonden: Amsterdam en Londen, en het begin van de negentiende en het begin van de eenentwintigste eeuw. Proza wordt poëzie en poëzie wordt proza.

Arie Storm (1963) schreef bewonderde en geprezen romans, waaronder List en leed en Een diadeem van dauw. Ook schreef hij literatuurkritiek en toneel.

Bijpassende boeken en informatie

Dick Hoekstra – Glans op het wad

Dick Hoekstra Glans op het wad recensie en informatie over de inhoud van dit geschiedenis- en fotoboek van de Nederlandse Waddeneiland. Op 23 april 2020 verschijnt bij Uitgeverij Noordboek dit boek van Dick Hoekstra.

Dick Hoekstra Glans op het wad Recensie en Informatie

Alhoewel de Nederlandse Waddeneilanden een populaire vakantiebestemming zijn, is het aantal boeken dat erover verschijnt beperkt. Zeker boeken waarin zowel de geschiedenis van de eilanden, als de bezienswaardigheden, geografische en sociale informatie ruimschoots aanbod komen.

Het boek Glans op het Wad is een boek dat dit allemaal wel te bieden heeft en bovendien vol staat met sfeervolle en aansprekende foto’s. Dick Hoekstra schreef en het boek en maakte ook de vele foto’s waarmee het boek rijk is geïllustreerd.

Dick Hoekstra Glans op het wad Recensie

Bijzonder is dat Dick Hoekstra niet zo iemand is die al zijn gehele leven op de Waddeneilanden komt. Voordat hij de eilanden is gaan bezoeken, heeft hij zich verdiept in de geschiedenis. Daarna heeft hij alle vijf de bewoonde Waddeneilanden bezocht en uitgebreid gefotografeerd.

Geslaagd, rijk geïllustreerd en mooi uitgeven boek over de Nederlandse Waddeneilanden

Vooral de rijkdom van alle foto’s zorgt ervoor Glans op het Wad een boek is om de tijd voor te nemen. Ze schetsen goed wat er op de eilanden te zien en te ervaren is. In de teksten geeft Hoekstra veel informatie en schetst hij wat een bezoek waard is als je op een van de eilanden bent. Hier en daar vervalt hij wel een beetje in een opsomming waardoor het boek wat stroperig te lezen is. Maar daar staat wel tegenover dat er veel informatie en gegevens in te vinden zijn. Glans op het Wad is een geslaagd, rijk geïllustreerd en mooi uitgeven boek over de Nederlandse Waddeneilanden dat gewaardeerd is met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Glans op het wad

  • Schrijver: Dick Hoekstra (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek, fotoboek
  • Uitgever: Noordboek
  • Verschijnt: 22 april 2020
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek
  • Waardering boek: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek over de Waddeneilanden

Dick Hoekstra schetst op toegankelijke wijze de geheel eigen geschiedenis van de vijf Nederlandse Waddeneilanden en hun bewoners.

Op zoek naar een “eilandidentiteit’ onderzocht hij de geografische, politieke en sociale ontwikkelingen op de eilanden, die een roeriger geschiedenis achter de rug hebben dan menig toerist (en bewoner!) vermoedt. Hij besteedt, ondersteund door honderden prachtige foto’s, veel aandacht aan de historische bebouwing, markante bewoners door de eeuwen heen en het belang van zeevaart en kloosters.

Bijpassende boeken en informatie