Marjoleine Kars Bloed in de rivier recensie en informatie over de inhoud van dit boek over de slavenopstand van 1763 in Guyana. Bij Uitgeverij Atlas Contact verschijnt op 26 januari 2021 dit geschiedenisboek van Marjoleine Kars.
Marjoleine Kars Bloed in de rivier Recensie en Informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Bloed in de rivier, Het onbekende verhaal van de massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie. Het boek is geschreven door Marjoleine Kars. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit geschiedenis boek van Marjoleine Kars.
Recensie van Jos van Raan
De slavenhandel en de manier waarop de slaven uitgebuit werden, staan in de belangstelling. Steeds meer Nederlandse overheden bieden tegenwoordig hun excuses aan voor de wijze waarop hun voorouders hieraan hebben meegewerkt. Marjoleine Kars, de auteur van Bloed in de rivier, heeft zich verdiept in unieke bronnen over een slavenopstand tegen onze voorouders. Het gebeurde in 1763 in de Nederlandse kolonie Berbice, dat naast Suriname ligt.
Nederland bezat in de 18e eeuw in deze streek nog meer gebieden, die na het Congres van Wenen in 1815 overgedragen werden aan het Verenigd Koninkrijk. In 1966 werd dit gebied onder de naam Guyana, wat land van de wateren betekent, zelfstandig.
Deze kolonie bestond rond 1763 uit plantages langs de rivier de Berbice die van de Atlantische Oceaan zo’n 200 km lang kronkelend door het oerwoud landinwaarts richting Brazilië loopt. Er werd voornamelijk suiker verbouwd maar ook cacao, koffie, bananen en verfstoffen.
De slaafgemaakten, de meesten afkomstig uit Afrika, zwoegden onder de zon gedurende 10 uur per dag, zes dagen in de week en hadden alleen een paar dagen vrij met kerstmis. Gedurende de oogst moest er nog harder gewerkt worden, zoals bij het suikermalen met een getijdemolen. Ook bij bomen kappen en greppels graven om het water af te voeren werden de slaafgemaakten ingezet. Een paar mensen werkten als koks, timmerlieden en bedienden in de hoofdgebouwen.
Om de kosten te drukken kregen de slaafgemaakte arbeiders tuintjes om hun eigen voeding te verbouwen. Deze veldjes lagen ver van de hoofdgebouwen wat hun enige vrijheid gaf. Er ontstond ook een ruilhandel met elkaar of met de kolonisten en militairen van de plantages.
In 1762, een jaar voor de grote opstand, was er al onrust geweest op de plantage Goed Land en Goed Fortijn, geleid door de slaaf Coffij, die met een groep uitbraken. Gouverneur Hoogenheim kon slechts op 14 gezonde soldaten en 6 kleine kanonnen rekenen. De vluchtelingen kwamen in een dicht woud terecht dat door regen overstroomd was, waardoor ze nauwelijks aan voedsel konden komen. In een confrontatie met de soldaten werd de helft van de ontsnapten uitgeschakeld en de anderen gevangen genomen. Hun wachtte een zware straf.
De plantagehouders hadden van dit incident niets geleerd, terwijl de tot slaafgemaakten zagen dat ze met een massale opstand een kans hadden. En dat gebeurde een jaar later dan ook. Deze revolutie, waaraan ongeveer 6000 slaven deelnamen, zou een jaar standhouden. In dat jaar ging voor beide partijen van alles mis. Ziektes en onenigheid waren wel de belangrijkste tegenslagen. Ook de soldaten sloegen aan het muiten. De plaatselijke bevolking, voornamelijk inheemsen en indianen, speelde een dubieuze rol, waar de gouverneur niet van op aan kon; maar ook de gevluchte slaven niet. Hun leiders waren Atta en Cuffy. In Guyana staat nog een standbeeld van een van hen.
Voor de Europeanen vormden de kreken, de moerassen en de hitte een enorme uitdaging. Bloedzuigende vleermuizen bezorgden de soldaten bloedende zweren op hun tenen. Ze waren bang voor slangen, die er in alle soorten voorkwamen….Kortom, concludeerde de Nederlandse legerleiding “dat een kleine hoop neegers een groot detachement kan afmatten”
Uiteindelijk sloegen de Nederlanders met hulp van soldaten uit bevriende buurkolonies en versterkingen uit eigen land de opstand neer. De overlevenden werden zwaar gestraft, waarbij sommigen ter dood werden veroordeeld door smeulend of groot vuur, afhankelijk van de ernst van hun “bewezen” daden. Ook deze bloedige episode wordt levendig verteld door de auteur
Gedetailleerd verhaal dat een levendig beeld geeft van deze trieste gebeurtenissen
Voor de overlevenden moet de teleurstelling over de neergeslagen opstand groot geweest zijn. De bittere realiteit om opnieuw tot slaaf gemaakt te worden en het verlies van vele familieleden. Er volgden voor de plantagehouders nog zware jaren. Ze hadden grote verliezen geleden. Daardoor besteedden ze nog minder geld aan hun arbeiders. En de soldaten bleven last houden van zware ziekten. Ook de gouverneur deelde in de misère. Hem viel slechts blaam ten deel. De directeuren van de West Indische Compagnie namen hem kwalijk dat hij kritiek had geuit op hun gierige beleid.
Acht jaar later brak er wederom een grote opstand uit. Kars eindigt haar boek dan ook met de conclusie dat het verlangen van de mens naar vrijheid, al is die nog zo beperkt, niet te stillen is.
Slavernijhistoricus professor Marjoleine Kars, hoofddocent aan de universiteit van Maryland, heeft het boek geschreven door onder meer 900 transcripties van de ondervragingen van de slaafgemaakten te bestuderen. Het resultaat is een gedetailleerd verhaal dat een levendig beeld geeft van deze trieste gebeurtenissen. Het boek is voorzien van duidelijke landkaarten waarop het verhaal goed te volgen is, enige platen, vele noten en een register van namen. Gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (uitstekend).
Bloed in de rivier
Het onbekende verhaal van een massale slavenopstand in een Nederlandse kolonie
- Schrijfster: Marjoleine Kars (Nederland)
- Soort boek: geschiedenis boek
- Uitgever: Atlas Contact
- Verschijnt: 26 januari 2021
- Omvang; 356 pagina’s
- Uitgave: paperback / ebook
- Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
- Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitstekend)
Marjoleine Kars bij radioprogramma OVT
Op zondag 24 januari is Marjoleine Kars te gast in het VPRO radioprogramma OVT om te vertellen over haar nieuwe boek.
Flaptekst van het boek over de slavenopstand van 1763 in Guyana
Op zondag 27 februari 1763 kwamen duizenden tot slaaf gemaakten in de Nederlandse kolonie Berbice (het hedendaagse Guyana, naast Suriname) in opstand tegen hun overheersers en de verschrikkelijke omstandigheden waarin ze leefden. Deze revolutionairen zouden een vol jaar standhouden en hun overwinning was bijzonder dichtbij. Uiteindelijk wisten de Nederlanders de opstand neer te slaan met hulp van soldaten uit bevriende buurkolonies en Europa. Bloed in de rivier vertelt het onbekende verhaal van de gebeurtenissen in 1763. Slavernijhistoricus Marjoleine Kars baseert zich op een unieke bron: de ruim 900 transcripties van de ondervragingen van slaafgemaakten die plaatsvonden nadat de Nederlanders de macht weer in handen hadden. Zo schetst ze een zeldzaam levendig, leesbaar en spannend beeld van de dagelijkse gebeurtenissen tijdens de opstand en de mensen die er een rol in speelden. Bloed in de rivier is een belangrijke verrijking van onze kennis van het Nederlandse koloniale verleden, van slavernij en de strijd om vrijheid.
Bijpassende boeken en informatie