Tag archieven: Querido

Matthijs van Boxsel – Het Carnaval van het Zijn

Matthijs van Boxsel Het Carnaval van het Zijn recensie en informatie over de inhoud van het Handboek ‘Patafysica. Op 24 september 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido het nieuwe boek van de Nederlandse auteur Matthijs van Boxsel en Handboek ‘Patafysica. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Matthijs van Boxsel Het Carnaval van het Zijn recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van het boek Het Carnaval van het Zijn, Handboek ‘Patafysica, van de Nederlandse schrijver Matthijs van Boxsel, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Waardering voor Encyclopedie van de Domheid

  • “Duizelingwekkend is het aantal in deze compilatie beschreven “domdaden”. Naadloos gaan eruditie en ironie in elkaar over.” (NRC Handelsblad)
  • “An illustrated hodgepodge of ruminations, anecdotes, aphorisms and esoterica, the book attacks its subject obliquely, spinning a theory of stupidity while cataloging its sightings. Of stupidity’s commentators past and present, Mr. Van Boxsel stands out for his exalted view of the phenomenon.” (The New York Times)

Matthijs van Boxsel Het Carnaval van het Zijn

Het Carnaval van het Zijn

Handboek ‘Parafysica

  • Auteur: Matthijs van Boxsel (Nederland)
  • Soort boek: literaire non-fictie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 24 september 2024
  • Omvang: 512 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 29,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Matthijs van Boxel over ‘Patafysica

De oppervlakte van God, de zijwindgevoeligheid van de optelsom en de invloed van vissenstaarten op de golfslag van de zee: de ’Patafysica is een vrolijke wetenschap. Ze heeft het vermogen problemen op te lossen die door niemand als probleem worden ervaren, aldus Rutger Kopland.

In dit duizelingwekkende, volledig in kleur geïllustreerde handboek komt de rijke geschiedenis van de ’Patafysica aan bod, van grondlegger Alfred Jarry (1873-1907) tot de stichting van het Collège de ’Pataphysique in Parijs (1948) en het eerste Nederlandse lid, kunstenaar Jacqueline de Jong. Ook wordt voor het eerst de grote invloed van de ’Patafysica op de avant-garde blootgelegd: nog decennia later echode die door in het futurisme, kubisme, dadaïsme en surrealisme. Matthijs van Boxsel laat daarnaast de verre voorlopers van de ’Patafysica in Nederland zien: van schertsgenootschappen in de Republiek tot aan Multatuli, die gelezen bleek te zijn door Jarry. In een glasheldere stijl en in korte hoofdstukjes worden talrijke vermakelijke anekdotes verteld, worden er verassende verbanden gelegd en worden er (on)bekende denkers en kunstenaars geïntroduceerd.

Bijpassende boeken

Matthijs van Boxsel De topografie van de domheid RecensieMatthijs van Boxsel (Nederland) – De topografie van de domheid
non-fictie
Waardering redactie∗∗∗∗∗ (uitmuntend)
Prachtig boek, vol met beeldmateriaal,  fascinerende wetenswaardigheden en bovendien op voortreffelijke wijze geschreven en uitgegeven…lees verder >

Patrick Modiano – De danseres

Patrick Modiano De danseres recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Parijs roman van de Franse schrijver. Op 4 juli 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van de nieuwe roman van de uit Frankrijk afkomstige winnaar van de Nobelprijs voor de Literatuur in 2014 Patrick Modiano. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Patrick Modiano De danseres recensie

Zodra er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De danseres, de nieuwe roman van de Franse schrijver en Nobelprijswinnaar Patrick Modiano, kun je er op deze pagina over lezen.

  • “Lees Modiano! Men kan de lof van deze Franse schrijver niet genoeg zingen.” (Algemeen Dagblad)
  • “Modiano raakt steeds aan het menselijke verlangen om het leven tot een geheel te maken.” (De Groene Amsterdammer)
  • “De prangende geschiedenissen van zijn personages kruipen diep onder ons vel.” (De Morgen)

Patrick Modiano De danseres

De danseres

  • Auteur: Patrick Modiano (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse roman
  • Origineel: La danseuse (2023)
  • Nederlandse vertaling: Paul Gellings
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 4 juli 2024
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 20,99
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Patrick Modiano

‘Waarom associeer ik Balletstudio Wacker toch met de herfstmaanden en het eerste begin van de winter, ’s morgens vroeg als het nog geen licht is, en aan het einde van de middag als het al donker is? Op die tijdstippen had je het gevoel samen te vallen met de stad. Je liep daar en je was niet meer dan een stofje in stoffige straten.’

Opnieuw levert Patrick Modiano een meesterwerk af voor liefhebbers van Parijs en de mooiste melancholische literatuur.

Bijpassende boeken en informatie

Jakub Małecki – Aangrenzende kleuren

Jakub Małecki Aangrenzende kleuren recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Poolse roman. Op 25 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van de de nieuwe roman van de uit Polen afkomstige schrijver Jakub Małecki. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Jakub Małecki Aangrenzende kleuren recensie van Tim Donker

Het tastende gaan. In duisternis, en slechts vermoedend. Want je weet niet wat het is. Na al die bladzijden nog niet.

Dit is waar Małecki goed in is: zwijgen. Niets zeggen. En de lezer laten tasten. De lezer laten met zijn niet weten.

Want je weet niet, na al die bladzijden nog niet, waarom het boek zich eigenlijk in 1927 afspeelt. Misschien om een wat landelijk sfeertje te maken, een dorpser Koło (& hoe kosmopolities zou die stad tegenwoordig zijn dan?), misschien om het de aangrenzende kleuren te vergemakkelijken in elkaar over te lopen, misschien opdat iemand zijn leven te danken zou kunnen hebben aan rammen, misschien om iets met de Duitsers misschien.

En je weet niet, na al die bladzijden nog niet, waar het eigenlijk over gaat. Over Koło misschien, of hoe te leven. Dat de dingen toch maar gaan zoals ze gaan, en dat je het nooit kunt zeggen, het zou Wartbrücken kunnen zijn, of Koło, en nu, of honderd jaar geleden. Dat je het moet doen met wat je toegesmeten krijgt misschien, en dat je nooit honderd procent kleurecht zal blijven. Want onophoudelijk lopen de kleuren in elkaar over.

En je weet niet, na al die bladzijden nog niet, wie hier eigenlijk de hoofdrolspeler is. Het zou Krystian Dzierzba kunnen zijn. Meubelmaker, houtbewerker, bijenhouder. De laatste tijd maakt hij steeds meer meubels voor de doden, en steeds minder meubels voor de levenden. Dat doet iets met een mens, dat getimmer aan die kisten, en dat denken over het lot van degene die daar in komt te liggen. Hij houdt een lijst bij. De lijst van de “completen”.  Zo noemt hij de overledenen. Completen. Dus pas als je er niet meer bent, is het compleet. Maar nog altijd geef je je kleuren af. Krystian is alvast niet meer dezelfde. De obsessie met de vrouw die stierf van verlangen. Iwona Graczyk. Zo heet die vrouw. Waarom zou het boek niet over haar gaan dan? Getrouwd met Henryk Graczyk (oprichter en hoofdredacteur van Życie Koslkie, een of ander sufferdje dat meer reclame brengt dan nieuws), moeder, de eerste inwoonster van Koło die gestudeerd had, en gevallen, ooit, als een blok, voor de man die wel de Duivel of de Reus of de Zwerver genoemd wordt maar die feitelijk gewoon Adam Wrzos heet. En ik zou je niet uitlachen als je meende dat de werkelijke hoofdrol voor hem is weggelegd. Geboren in 1896 in een ruime schuur in het dorp Zapomnianowo in Kujawië. Zijn moeder, een dienstmeisje dat bezwangerd werd door een man die er vervolgens vandoor was gegaan, zwierf, alleenstaand, met Adam van huis tot huis op zoek naar tijdelijke betrekkingen. Na haar dood bleef Adam in zijn eentje rondzwerven. Iets anders kende hij niet. Hij woonde in een klooster toen “plotseling over de hoge omheining van de tuin van de franciscanen de wereldoorlog binnen [kwam]. Hij was stil en geheimzinnig, hij hield je uit je slaap en er was ook steeds meer van.” Met steeds meer oorlog was er uiteindelijk zoveel dat Adam, met de monniken, erin moest. De monniken verleenden de stervenden de laatste sacramenten, en omdat Adam bij hen was en ook voor monnik werd aangezien, deed hij maar hetzelfde: “Bedekt door een zwarte mantel, met een lantaarn in de hand liep hij te midden van de stervenden en herhaalde hij fragmenten van gebeden die hij luisterend naar de franciscanen tijdens honderden missen vanbuiten had geleerd. Hij gaf voor iemand te zijn die hij niet was en de mensen die op sterven lagen, pakten zijn handen, klampten zich aan zijn mantel vast en eisten dat hij sprak, zwoer, beloofde. Dus sprak, zwoer en beloofde hij wat ze maar wilden en daarna keerde hij terug naar zijn bed in de nabije, verlaten sacristie en lag een tijdlang in de duisternis te staren.” Na de oorlog, al zou er nooit meer echt een “na de oorlog” zijn, ging Adam in het bos wonen waar hij een andere zwerver ontmoette die hem zei dat vandaag of op zijn laatst vannacht God aan hem, Adam, zou verschijnen. God kon volgens Adam nooit de oude man met de baard van de franciscanen zijn; “als hij barmhartig, begrijpend en wijs was, [moest] het een vrouw van vijftig of wellicht ouder […] zijn”. Wie er echter na wat geritsel en breken van takken verscheen, was geen vrouw maar een puppy. Adam noemde de hond God, en hij en het beest bleven onafscheidelijk. Jaren later was er dan toch een vrouw. De onmogelijke verhouding met de getrouwde Iwona Graczyk tekende niet alleen haar, die stierf van verlangen naar haar onbereikbare Adam, maar ook Adam zelve. En uiteindelijk beweegt bijna heel Koło zich, eventjes, rondom Adam, dus waarom zou hij niet de hoofdrolspeler zijn? Of de suïcidale tiener Mikołaj Stein misschien, die op zijn beurt ook heel wat aanjaagt – zij het merendeels misschien ongeweten. Hij zag het wel, Mikołaj, want hij had zich uit de drukte teruggetrokken om te lezen in zijn kookboek. Dat doet hij graag, koken. Hij denkt alleen dat zijn vader zijn hobby zou afkeuren. Dit zal wenkbrauwen doen fronsen. Hij kan beter een sportman worden dan een kok. Zijn kookboek bewaart Mikołaj onder zijn bed; lezen erin doet hij stiekem, ’s ochtends vroeg, voor zijn vader zijn kamer in komt, of anders ver uit het zicht van alle anderen. En daar, uit het zicht, zag hij Weronika verkracht worden door twee wreedaards. En Mikołaj deed niets dan weggaan, vluchten van daar. Een ondraaglijk schuldgevoel hierover uit zich in verschillende zelfmoordpogingen maar steeds weer voorkomt iets de definitieve sprong van de brug. Een “iets” dat veelal bestaat uit zijn gebrek aan moed. De tragiek die Mikołaj aankleeft, een exempel misschien van hoe het leven steeds weer dreigt met je op de loop te gaan – dat zou wel eens de hoofdpersoon van Aangrenzende kleuren kunnen zijn. Of is het Mikołajs vader? De dokter die al zijn patiënten ongeacht hun aandoening het advies geeft te dansen, iets dat helaas een achtergrond blijkt te hebben, een achtergrond die helaas uit de doeken gedaan wordt, je had het mojer gevonden als het gewoon zo maar een idiosyncrasie was gebleven. Dokter Stein is een van de notabelen van Koło, ook daarom misschien die tijd want dat had je nog zo in die tijd, hij geeft een feest, men eet en drinkt en danst en onderhoudt zich, Mikołaj is daar niet bij, de vrouw van dokter Stein, Mikołajs moeder is er ook niet meer bij, al langer niet meer, ook dood, ook tragies, want dat is hoe het boek gaat. Waarom is Weronika niet de hoofdpersoon, het verkrachte meisje, bij de politie zo schandelijk behandelt toen ze aangifte deed dat ze haar heil zoekt bij reus/duivel/zwerver Adam die er veel kortere metten mee maakt, ze is de enige schrijver naast de schrijver zelve, haar stukken zijn zuiver en onbeholpen en aangrijpend en mooi en kontrasterend, waarom zou het boek daar niet om drajen? Waarom zijn de dementerende Aniela en haar man Iwo, de ouders van Krystian niet de feitelijke hoofdrolspelers, met hun verhalen over wat gekomen is en weeral gegaan, je kunt denken aan Iwo’s broer Lolek, de dronkaard wiens zelfmoordpoging wel succesvol was, waarom zou dat niet de kern van het boek vormen, of waarom zijn Pola en Misia en prinses Juhu het niet, de dochters van Krystian en Regina, of naja, twee dochters en een onzichtbaar vriendinnetje, heel het boek doorheen duiken ze op, en zomaar zijn ze de katalysator van de schokkende climax van het boek, of waarom is het Leokadia niet die zogenaamd de dorpsgek is maar ondertussen heel wat slimmer en in elk geval heel wat menselijker dan veel van de andere ingezetenen, of Regina, Krystians vrouw, de ruggengraat van het gezin en ach, wie weet, ook van Aangrenzende kleuren. Want iedereen gaat dood of pleegt zelfmoord of wordt onrecht aangedaan of verteerd door schuldgevoelens of verlangens of duistere geheime of onbestemde gedachten of oude demonen of pijnlijke herinneringen of het vage gevoel niet op de juiste plaats te zijn. En alles heeft effect; iedereen beïnvloedt iedereen; alles hangt met alles samen. Of, zoals in de overpeinzingen van Siemaszko, een schilder die een vergezicht van Koło in een soort Jeroen Bosch-achtig schilderij wil verwerken: “Altijd keek hij vol onrust toe hoe de aangrenzende kleuren langzaam in elkaar overliepen. Ze nemen elkaar op en waren daarna nooit meer hetzelfde als voor het contact met elkaar”; en daar hebben we niet alleen een kernachtige samenvatting van de thematiek van het boek te pakken maar ook -ha!- de herkomst van de titel (en we horen Peter Griffin al juichen!).

En je weet niet of het die is, of die, of nog weer een ander misschien. Of alle mensen samen.

En je weet niet hoe Aangrenzende kleuren getoonzet is. Primeert de poëzie, is het op zachte wijze muzikaal, of is het hard, filmies, in kouwe kleuren, aangrijpend, duister, zonder hoop, is het hard of is het juist troostrijk en liefdevol?

En je weet niet wat je ervan denken moet. Soms is er een prachtige zin. “Je komt een stad binnen en je kunt iedereen zijn”, is zoon zin. En “Toen verstreek er een opeenvolging van tijdseenheden die al lang geleden door mensen van namen waren voorzien. Een minuut, een kwartier, een uur, een dag, een week” – ook heel mooi. Sommige verhaalfiguren pakken je, andere stoten je af. Soms is Aangrenzende kleuren je een schilderij in warme kleuren, soms is het een verstild muziekstuk, soms is het film en soms dramt het teveel. In informatiespreiding is Małecki goed. Eigenlijk een beetje te goed. Hij werpt iets op, maakt een allusie, laat vermoeden dat er iets te vermoeden valt, en dan, soms flink wat pagina’s later, laat hij de lezer het pas in zijn geheel begrijpen. En eerst zorgt hij daarmee wel voor een prikkelend, mysterieus sfeertje, het tasten, de duisternis, en steeds de glimpjes licht, het is een beetje ongemakkelijk misschien, want altijd maar donkerbruiner kleuren je vermoedens. Maar de schrijver doet het net iets te vaak, dit achterhouden van gegevens die nodig zijn om te begrijpen wat er in welk geval speelt. Als een gramstorige vrouw die u met een welgeplaatste zucht hier, en een bedekte term daar laat weten dat ge er weer eens flink aan het naast kijken bent. Bega echter nooit de fout te vragen wat er aan schort, want dan is een bits “Moet je dat nog vragen?” uw deel (& wie dit alles niet precies woke vindt, staat het vrij om in de voorbije regels “vrouw”  te veranderen in “man”, of, beter nog waarschijnlijk (niet?), “persoon”). Zo ongeveer dreigt Małecki’s schrijven te gaan aandoen als een literair “truukje” dat tegen hem zou kunnen werken omdat de overdaad ervan misschien eerder dan nieuwsgierigheid onverschilligheid genereert: ook goed Małecki!, dan vertel je het toch lekker niet!, & stik er maar in, ik ben er klaar mee! Maar net voor het écht ambetant wordt, stopt de schrijver ermee, en raast het verhaal verder.

En dan is het uit en dan weet je niet. Dan weet je niet wat je er nu eigenlijk van gevonden hebt. Het was uit, het zoog je op, je nam het zelfs mee naar het zwembad, je kinderen gingen zwemmen, en jij zat daar, in je kleren, op stoel, nee jongens ik ga niet mee zwemmen vandaag niet, verdomde heet in dat zwembad, het zoog je in, je sleepte het mee, je las het overal en nu is het uit en je weet niet. Je weet niet wat je ervan vond. Je vond het fijn, denk je. Je vond het fijn om mee te lopen met de verhaalfiguren, je vond het fijn om even in Koło te zijn, al lijkt het je geen omgeving om dood gevonden te worden, je vond het fijn je te laven aan Małecki’s (soms misschien net iets té) poëtiese taal (laven, zeg je nou echt laven?, laven aan een taal?, echtwaar?), maar je weet niet of je het wel fijn vind om een boek fijn gevonden te hebben.

Wat is fijn een schaap is fijn.
En een ram is leuk.
Kan levensreddend zijn, las ik.

Maar het is altijd goed om dingen niet precies te weten. En van niet precies te weten dingen, geeft Małecki in Aangrenzende kleuren in ieder geval genoeg aan de lezer.

Jakub Małecki Aangrenzende kleuren

Aangrenzende kleuren

  • Auteur: Jakub Małecki (Polen)
  • Soort boek: Poolse roman
  • Origineel: Sa, siednie kolory (2023)
  • Nederlandse vertaling: Karol Lesman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 25 juni 2024
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 | € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van de Poolse schrijver Jakub Małecki

Kun je sterven van verlangen? Krystian raakt gefascineerd door die vraag als hij in de zomer van 1927 aan een doodskist werkt voor een naar verluidt van verlangen gestorven vrouw. Dan is er de depressieve dokterszoon, Mikołaj, en de oude dementerende Aniela, die geen heden meer heeft, maar ook geen toekomst. Maar achter het grauwe alledaagse leven en de ondefinieerbare gevoelens van deze dorpsgenoten bruist het van de emoties.

Wanneer Krystians dochter op zoek gaat naar de Duivel, de zwerver die eigenlijk Adam heet en met zijn hond God in de bossen leeft, zet dat alles in beweging. Hun lotgevallen vermengen zich en grijpen in elkaar – tenslotte is niemand een eiland, iedereen resoneert met iemand anders.

Bijpassende boeken

Nico Keuning – Groots en onbekommerd

Nico Keuning Groots en onbekommerd recensie en informatie over de inhoud van de biografie van Belcampo. Op 27 augustus 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de biografie van de Nederlandse schrijver Belcampo, geschreven door Nico Keuning. Hier lees informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Nico Keuning Groots en onbekommerd recensie

Mocht er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Groots en onbekommerd, de biografie van schrijver Belcampo en geschreven door Nico Keuning, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Nico Keuning Groots en onbekommerd

Groots en onbekommerd

Leven en werk van Belcampo

  • Auteur: Nico Keuning (Nederland)
  • Soort boek: biografie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 27 augustus 2024
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,99
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de biografie van Belcampo

Belcampo, pseudoniem van Herman Pieter Schönfeld Wichers (1902-1990), geldt als de meest fantasierijke schrijver van de Nederlandse literatuur. Zijn even originele als geestige verhalen maakten hem tot een van de populairste auteurs van Nederland.

Nico Keuning volgt hem als buitenstaander in het gelovige Rijssen, als tbc-patiënt in Renkum en Davos, als student in Amsterdam, op zijn zwerftochten in het buitenland en als arts-schrijver in Groningen. Uit de vele brieven komt Wichers naar voren als een gedreven lezer en schrijver, een vrijheidsaanbidder en levensgenieter. Uit zijn vertelkunst rijst het beeld van een visionair, die moeiteloos aan de haal gaat met filosofie, wetenschap en techniek.

Groots en onbekommerd beschrijft het rijke, avontuurlijke leven van een schrijver, echtgenoot, vader, arts en kunstverzamelaar, die altijd in de breedste zin van het woord is blijven zwerven.

Bijpassende boeken en informatie

Arnon Grunberg – Zevenpoot

Arnon Grunberg Zevenpoot recensie en informatie over het nieuwe boek met een vertelling en geïllustreerd door Thé Tjong-Khing. Op 18 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe vertelling van Arnon Grunberg met tekeningen van Thé Tjong-Khing. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de vertelling, de auteur, de illustrator en over de uitgave.

Arnon Grunberg Zevenpoot recensie van Tim Donker

Kwam de les erna. Iedereen zuchten, hakkelen, hoe goed hoe mooi hoe geniaal het was. Dat waren dan de mensen die geacht werden je medestudenten te zijn. De gast die nogmaals naar voren bracht dat hij had horen zeggen dat Grunberg nu in New York woonde sloeg je (in gedachten natuurlijk) op zijn bakkes.

Eén eigenschap van de jaren negentiennegentig was dat ze eindig waren. Het werd 1999, en toen stopte het de jaren negentiennegentig te zijn, toen stopte het een millennium te zijn, een ander millennium brak aan en zette schreden en toen het zo’n beetje eindjeweegs op streek was kwam ik te wonen waar ik nu niet meer woon naast een mens die nu niet meer mijn buurman is. Sergio, zo noemde ik diene mens al heette hij anders. Gedurende een jaar of drie dacht ik dat hij mijn broer was. Hij was ook postbode. Hij hield ook van muziek en zijn muziekliefde en de mijne wandelden voor een deel gelijkstaps al hield hij naar mijn smaak een beetje teveel van postpunk en deed hij naar mijn smaak een beetje teveel mee aan de niet geheel terechte overwaardering van Joy Division als “meest zwartgallige muziek” ooit (is dat niet ook het maakgeloof vanwege het uiteindelijke zelfverkozen lot van die Curtis, mensen?) (en ook: hoe serieus kun je iemand muzieksmaak eigenlijk nemen als hij Vampire Weekend goed vind?). Hij was ook literatuurliefhebber, wat ik waarderen kon, alleen maar om de literatuur, zelfs al deed zijn smaak in boeken mijn wenkbrauwen vaker wel dan niet fronsen. Ja. Ook hij. Liefhebber van. Die eeuwige Grunberg. Ook weer, ook nu.

Weeral sloten zich de jaren tot een lange rij aaneen, en toen. Een stevige griep woekerde en men zag daarin een goede reden. Men zag aanleiding. Men zag manieren. Om in een virus een totalitaire staat te funderen. Iedereen leek dat goed te vinden. Iedereen meende dat gepast. Arnon Grunberg zei er echter sympathiekere dingen over & iets daarin nam me voor hem in, en ik dacht. Ik moet misschien toch eens. Ik moet misschien eens. Misschien moet ik toch eens meer van die man gaan lezen.

Hoe gaat dat met voornemens. Die steken in je kop, die vormen geen blokkades, die lossen weer op, zijn ineens geen voornemen meer.

Maar de voorzienigheid is er altijd. En de voorzienigheid drukt mij Zevenpoot in de hand.

Zevenpoot?

Ja. Zevenpoot. Een sage, of nee, een groteske over de aan achondroplasie lijdende achtbenige Mom. Hij is klein, erg klein, en hij heeft acht benen. Later zeven, vandaar de titel, het waren de kunstenmakers, de roekeloze kunstenmakers, altijd weer de kunstenmaker. Die Mom iets kostten. In dit geval een been.

Dit door Thé Tjong-Khing geïllustreerde leesboek nee voelboek nee veelboek is misschien zoveel als een kinderboek voor volwassenen, dat heet, een grootboek om zich terug klein te voelen.

Want stel je voor hoe het is. Stel je voor hoe het is als je twee mensen bent. Stel, je bent twee mensen, je bent, lawwezeggûh, wat naïef, je bent, lawwezeggûh, wat wereldvreemd. Maar je bent samen, en samen vorm je iets, je weet niet wat, is dat liefde?, en stel dat daar een kind van komt maar dat kind is niet zoals alle andere kinderen, het is kleiner, veel kleiner, en het heeft acht benen in plaats van twee.

Wat je dan doet.

Overgenomen worden. Is wat je dan doet. Door kunstenmakers, door instanties, door de overheid, door een nogal agressieve ietser.

Daarover gaat dit boek. Over de overgenomenheid van iedereen die niet goed begrijpt waardoor ze nu eigenlijk overgenomen zijn. Grunberg beschrijft dat goed. Grunberg beschrijft dat meesterlijk. Al vanaf het eerste hoofdstuk.

De gynaecoloog. Mevrouw Knoblauch die alleen nog maar zwanger is. Gemeten wordt, bekeken wordt, ingeschaald wordt, de gemeten mens, en dat wat in haar groeit ook. “Een arts is gewoon een mens die met andermans gezondheid speculeert”; sjee, een raker kenschetsing van de godganselijke medische stand las ik nergens; “een sterveling die zich tegen het menselijk noodlot aan bemoeit”, heet het later; een schone, een fijne relativering van het al te lang al te hoog geachte “idee” der dokter.

&. Wie geen dokter is, of geen titel heeft en überhaupt niet heel goed begrijpt wie hij is. “Mevrouw Knoblauch voelde zich niet in topvorm. Ze had een snotneus. De schilfers hingen eraan. Overigens heette ze niet mevrouw Knoblauch, ze heette Hilde Geertruide Sabine Maria Stampielinokovski-Marinowicz, maar aangezien vrijwel niemand de achternaam Stampielinokovski-Marinowicz kon uitspreken, had ze de naam van haar echtgenoot aangenomen. Dat was niet feministisch, maar als je Geertruide Sabine Maria Stampielinokovski-Marinowicz heet moet je soms concessies doen. Haar echtgenoot Maximilian Knoblauch was evenmin in topvorm. Zijn schouder deed pijn en over zijn rechterknie maakte hij zich ook zorgen. Hij had tijdens het voetballen een paar akelige trappen gekregen, zijn rechterknie en het linkerscheenbeen waren beplakt met pleisters. Hij voetbalde al jaren, maar zijn hobby kwam er voornamelijk op neer dat hij elke zondagmiddag getrapt en heel soms ook geslagen werd. Niet alleen door de spelers van de tegenpartij, dat kon hij nog billijken, maar soms ook door zijn teamgenoten. Een enkele keer trapte hij terug, maar dat haalde doorgaans weinig uit. De Knoblauchs hadden gelukkig een buurman met een EHBO-cursus. Zo’n man doet zo’n cursus niet voor niks. Die wil de buren graag een handje helpen met het ontsmetten en verbinden van wonden. De blessures van meneer Knoblauch hadden hem nader tot de buurman gebracht.”;

die. De mensen die altijd concessies moeten doen. De vertrapten. De verdrukten. De mensen die alleen maar wonden hebben om voor hen te spreken. Zulke mensen. Zulke mensen als de Knoblauchs zijn. En de wereld waarin zij wonen.

Zij geven geboorte aan een veel te klein kind dat veel te veel benen heeft.

Zij wonen in een wereld waar de supermarkt een slagveld is; de tram een door voetbalsupporters geteisterd oorlogsgebied is; en zo ongeveer alles en iedereen hen de baas is. Hun kind wordt tot kunstwerk gebombardeerd, de koning is een kat, witte privileges moeten te lijf gegaan worden, en iedereen, zelfs vijfjarigen, kan zonder het te weten een (potentiële) pedofiel zijn.

Grunberg neemt in deze groteske veel op de hak. De vermeende ruimdenkendheid van kunstenaars en intellectuelen; de belachelijkheid van hoogwaardigheidsbekleders; het “engagement” in kunst; de “verhevenheid” van woke; het “begrip” voor alles en nog niks van de intelligentsia – van al de dingen waar je als weldenkend mens graag deel van zou willen uitmaken laat de schrijver weinig heel. Dat maakt Zevenpoot tot een bijzonder humoristies boek. Al lezende lachte ik enkele malen luidop, bulderend – iets wat me niet heel vaak overkomt bij het lezen van een boek. De grijns ja, de gniffel ook, een flukse grinnik misschien maar de onbeschaamde bulderlach? Nee. Niet vaak.

Dus. Ten dele een revanche voor Grunberg. Op dat eertijdse Blauwe maandagen, en mijn eertijdse buurman. Ten dele zeg ik, want naar het einde toe lijken de zottigheden steeds meer te mogen gelden als een vrijbrief. Een vrijbrief voor steeds meer zottigheden, en daar gaat het boek toch een beetje inboeten aan zeggingskracht. Maar ik las een Grunberg en ik vond het leuk. Het was een middag, ergens in een tijd, de jaren negentiennegentig waren langvervlogen, ik las een Grunberg, ik vond het leuk, de zon scheen, de koffie smaakte me, ik had gelachen, en bijna, bijna ja, had ik een bericht naar mijn vroegere buurman gestuurd. Wat meer is dan de meeste boeken met me doen. Niet veel meer, maar toch zeker wel een beetje meer.

Arnon Grunberg Zevenpoot

Zevenpoot

  • Auteur: Arnon Grunberg (Nederland)
  • Tekeningen: Thé Tjong-Khing
  • Soort boek: vertelling
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 18 juni 2024
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Arnon Grunberg

‘Onze liefde overwint alles,’ zeggen mevrouw en meneer Knoblauch wanneer ze een piepklein zoontje met acht beentjes krijgen, ‘we houden van hem zoals hij is.’ Maar de buitenwereld heeft haar bedenkingen. Is de achtbener moderne kunst? Een medisch wonder? Een vreemdeling?

Onder de titel Wit privilege met zeven benen (eentje brak per ongeluk af) wordt hij tentoongesteld in het Stedelijk Museum. Toch wil het met zijn maatschappelijke acceptatie niet vlotten. Nadat de ouders hun spaargeld kwijtraken aan een alternatieve genezer, ervaart de jongen in Ter Apel barmhartigheid, misschien ook dankzij zijn vader, die hem heeft voorgehouden: waarheid is wat de mensen willen horen.

Uiteindelijk overwint de liefde alles, maar altijd anders dan je denkt.

Deze speelse en satirische vertelling, in de geest van Rabelais, is ook een zachtaardig commentaar op kunst, cultuur, ideologie en maatschappij. Wie van mensen wil houden moet de zotheid omarmen.

Bijpassende boeken en informatie

Rolf Bos – Russische spelen

Rolf Bos Russische spelen recensie en informatie boek over sport en politiek in het olympische jaar 1980. Op 6 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido het boek over de Olympische Spelen van 1980 van Rolf Bos. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Rolf Bos Russische spelen recensie

  • “Het knappe van het boek is dat Rolf Bos de vreugdeloosheid reconstrueert, terwijl zijn boek toch prettig wegleest.” (NRC)

Recensie van de redactie

Dat sport en politiek in veel gevallen wel samengaan, in tegenstelling tot wat graag door sportbobo’s beweerd wordt, maakt het nieuwe boek van historicus en journalist Rolf Bos onomwonden duidelijk. De Olympische Spelen van 1980 kenmerkten zich door een boycot van de Verenigde Staten als reactie op de inval van de Sovjet-Unie in Afghanistan een aantal jaren eerder. Nederlandse sporters mochten wel gaan, alhoewel de regering onder premier Dries van Agt eigenlijk anders wilde.

Rolf Bos weet in zijn nieuwe boek de lezer mee te nemen naar de Spelen van Moskou. Hij beschrijft de grauwheid van de stad, de façade die het regime optrok, de vol van doping staande sporters uit een aantal Oost-Europese landen, de ervaringen van Nederlandse sporters die gingen zoals Gerard Nijboer die tweede werd op de marathon.

Maar Bos beperkt zich niet tot het verhaal van de Spelen. Door ook aandacht te hebben voor de politieke verwikkelingen in de jaren voorafgaand, de Koude Oorlog, het klimaat in Moskou tijdens het evenement en de nasleep ervan weet hij de boeiende geschiedenis in een breder perspectief te plaatsen. Russische Spelen is dan ook een boeiend en goed geschreven boek dat gewaardeerd is met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Rolf Bos Russische spelen

Russische spelen

Sport en politiek in het olympische jaar 1980

  • Auteur: Rolf Bos (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 6 juni 2024
  • Omvang: 384 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,50 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst boek over de Olympische Spelen in 1980

‘Ik vind het terecht dat ik gegaan ben,’ zei marathonloper Gerard Nijboer in 1980 voor de camera van de NOS. ‘Toen ik bezig was met de voorbereidingen heb ik erg zitten twijfelen. Maar toen het Nederlands Olympisch Comité in mei definitief toezegde wel te gaan, heb ik voor mijzelf besloten: Gerard, je doet aan topsport, je móét gaan.’ Maar als het aan de regering-Van Agt had gelegen, was Nijboer thuisgebleven. En andere sporters ook. Want Van Agt wilde dat Nederland zich aansloot bij de door de Amerikanen ingestelde boycot tegen de Spelen in Moskou, waartoe werd opgeroepen vanwege de Sovjet-inval van Afghanistan, op het hoogtepunt van de Koude Oorlog.

In Russische Spelen reconstrueert Rolf Bos de gebeurtenissen rondom de Spelen van 1980 in Moskou. Ruim zestig landen volgden het Amerikaanse voorbeeld, maar een Nederlandse afvaardiging met daarbij Gerard Nijboer ging wel. Net als de Britse atleten Sebastian Coe en Steve Ovett, die legendarische gevechten leverden op de 800 en 1500 meter. Net als in zijn bestseller Een Duitse zomer laat Bos zien hoe troebel de relatie is tussen politiek en sport.

Bijpassende boeken

Astrid Lampe – Zachte landing op leeuwenpootjes

Astrid Lampe Zachte landing op leeuwenpootjes recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse dichteres die in 2024 P.C. Hooftprijs 2024 kreeg toegekend. Op 16 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse dichteres Astrid Lampe. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Astrid Lampe Zachte landing op leeuwenpootjes recensie van Tim Donker

Dat was nog eens een plek waar je altijd tevreden buitenstapte, niet?

En de bespreking is al begonnen, en ik zit, en licht valt door het raam, en het is een mooi licht, het is het licht van de lente, en het is mooi, en de bespreking is al begonnen, en zachte klanken zweven door mijn kamer, en het kon Birch Book zijn of Monta of Red Sparowes misschien, en tijd van weleer liggen hier, boven op, boven op mijn tafel.

Waar je altijd tevreden buitenstapte ja ja ik weet het nog wel, er was een tijd, en nog niet eens zo gek lang geleden, dat elke (middel)grote plaats in Nederland ruimte bood aan een boekwinkel van meerdere verdiepingen, je kon er lopen, van verdieping naar verdieping, wat er verkocht werd was veelal tweedehands, maar ook wel ramsj, je kon daar lopen, ik liep daar, van verdieping naar verdieping, met een tas vol boeken en altijd tevreden ging ik daar weer weg, ik denk aan de keer dat ik er diverse bundels van Astrid Lampe had gevonden, de meeste tweedehands maar ik geloof dat er ook wat ramsj tussen zat deze keer, eigenlijk was dat tegen een of ander onduidelijk principe al wist ik niet welk, maar ramsj kocht je niet, dat was zo iets, dat leek ik te vinden, dat leek ik te moeten vinden, daar was iets oneties aan, zo ging je niet om met kunst, maar ik had het toch niet kunnen laten liggen en weeral tevreden, ook die keer, stapte ik buiten.

En een Astrid schimmerde door het doorzichtig-witte tasje waar het in zat, en daar, aan de reling, waar ik mijn fiets aan vast gemaakt had, de reling van de gracht, sprak een vrouw me aan, de vrouw was bijna in tranen, o meneer verkopen ze hier dichtbundels van Astrid, en enthousiast wou ik al beginnen, zo blij was ook ik met mijn vondst, maar de vrouw bleek te denken dat het om Astrid Lindgren ging en dit was een andere Astrid dit was Astrid Lampe.

Die ik kende sinds dat StorrieStorrieStorrieStorrieStorrieStorrieStorri of hoe heette dat ook alweer, en waar stond het in, in een Raster natuurlijk, ik geloof in die Ultrakort & Langer, ik las het, ooit, eens, ik geloof in ergens een buitenland, ik meen op een eiland, misschien was het elders, misschien was mijn zoon al geboren, misschien niet, ik las, ik kreeg lief, ik kreeg Astrid Lampe lief, ik kreeg haar gedichten lief, ik bleef haar volgen, een tijd lang, elke nieuwe bundel, een tijd lang, en toen verloor ik haar uit het oog, en, nu, hier.

Zachte landing op leeuwenpootjes lijkt mij verder te gaan waar het laatste dat ik van haar las stopte, ik denk dat dat Lil was, dus toch alweer best lang geleden, hoe gaat dat met tijd, de tijd doet altijd dingen met je die achteraf niet lijken te kloppen, dat het een jaar of vijf geleden is dat ik nog niets nieuws van Astrid Lampe las wil ik geloven, maar veertien jaar, nee, en toch, hier, nu, en.

En Zachte landing op leeuwenpootjes, mijn dochter vond het omslag alvast fantasties, toen moest ik nog gaan lezen, dat deed ik later, later die avond of later de volgende dag, of later die week, het was later, het is altijd later, het wordt altijd later, en het was een binnenkomen.

Een binnenkomen in een veelheid. Pagina negen. Eerste gedicht. En ik weet al meteen niet waar ik ben. Waar we zijn. De lezer. We. U. En ik. Wij zijn lezers. We lezen, en we zijn. In een huis misschien. Het huis bevat koninkrijken en tijdperken. Voorbij de hondenschoonloopmat bloedt reeds het licht van de staats-tv. Het is alles staats-tv sinds 2019, niet? Waar de journalistiek het woord van de heren spreekt. Niet de heere, dat ware maar een fraksie beter geweest. De paleishond steelt alle harten. Het gebak is moskovisch & in de gloed van de oven rijst een continent. Warme luchtstromen strijken ook thuis. Maar dat is wat diertjes doen. Strijken wordt strelen. In het heelal bij u thuis. Dan ben je nog maar één gedicht ver, dan ben je nog maar op pagina negen, en dan heb je je al werelden gedacht, ja dat is hoe ik me Astrid Lampe herinner.

Een nooit te stillen beeldhonger. De kou boekt een kamer. Supermarktfolders. Het raam op Rusland. Alles waait door elkaar.

Is het oorlog, of is het de kladversie van een oorlog? Ook in de supermarkt broeit iets. Er worden dingen gedoneerd. Bottelwater en melkpoeder. Dat laatste door agressors. Misschien voor internetbruiden. Wie weet. De menselijke waarden bereiken ons niet. Suikers verstoppen zich. Of niet. Het wasmiddel vreet stroom als vanouds.

Alles agressie, alles oorlog, of alles toch maar een te consumeren goed?

Misschien.

Lampe hanteert stevig een sterk geconcentreerde taal. Wat niet gezegd wordt, wordt wel gesuggereerd. De ware woorden staan tussenin de andere. Er precies tussenin.

(misschien is dit een oorlogsroman in verzen)

Dromen worden elektrisch. (elektrische ekstaze, was dat niet precies het probleem van die jongemannen?) (ik vroeg haar alleen maar om een kauwgumpje) De zon komt op onder een militaire schuilnaam.

(misschien is dit een of ander manifest)

De kennis van eetbare paddenstoelen –

(misschien is dit een handleiding van enig soort)

Diensten heulen met vreemde medeplichtigen: is dit waartoe de mens gekomen is? Alles ingeschaald op basis van bruikbaarheid of potentieel gevaar?

Ja. Dit is hoe ik me Lampe herinner. Het zegt niets het zegt alles het suggereert meer dan het zegt het zegt zoveel en het zegt niet wat het zegt. Mooi, verwarrend en verontrustend. Ja. Dat is hoe ik me Astrid Lampe herinner.

De moederliefde in de oplader

&

bij welk loket moet je je eigenlijk melden?

Astrid Lampe Zachte landing op leeuwenpootjes

Zachte landing op leeuwenpootjes

  • Auteur: Astrid Lampe (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 16 mei 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Astrid Lampe

Voorouders werken door in het heden. Een heden waarin de narratieven opnieuw worden opgetuigd, want aan onze schermpjes geplakt raken we wellicht wat kort van memorie. De Taiga wordt herinnerd, de Taag bezongen, en de oorlog die niet met naam genoemd wordt kruipt in de krasloten.

Astrid Lampe, geboren op 22 december 1955 in Tilburg, publiceerde de eigenzinnigste dichtbundels van ons taalgebied. In 2003 ontving ze Ida Gerhardt Poëzieprijs voor de bundel Spuit je ralkleur en in 2020 schreef ze het alternatieve Poëzieweekgeschenk. Haar voorlaatste dichtbundel Tulpenwodka, verscheen in 2021.In dit jaar, kreeg ze de P.C. Hoof-prijs 2024 toegekend voor haar hele poëtische oeuvre.

Bijpassende boeken en informatie

Ismail Kadare – Het Dromenpaleis

Ismail Kadare Het Dromenpaleis recensie en informatie over de inhoud van de Albanese historische roman uit 1982. Op 4 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido de hernieuwde Nederlandse vertaling van de historische roman van de Albanese schrijver Ismail Kadare. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Ismail Kadare Het Dromenpaleis recensie

Mochten er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Het Dromenpaleis, de historische roman uit 1982 van de Albanese schrijver Ismail Kadare, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

  • “Het Dromenpaleis, Ismail Kadares beroemdste roman, is ‘een indrukwekkende allegorie van de machinaties van de totalitaire staat.” (de Volkskrant)

Ismail Kadare Het Dromenpaleis

Het Dromenpaleis

  • Auteur: Ismail Kadare (Albanië)
  • Soort boek: Albanese roman, historische roman
  • Origineel: Pallati i ëndërrave (1982)
  • Nederlandse vertaling: Roel Schuyt
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 4 juni 2024
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1982 van de Albanese schrijver Ismail Kadare

De twintigjarige Mark-Alem, telg van een oud geslacht van hoogwaardigheidsbekleders, krijgt een baan aangeboden bij het Dromenpaleis. In deze kafkaëske instelling beoordelen en interpreteren medewerkers de dromen die men dagelijks in alle delen van het Ottomaanse Rijk verzamelt en noteert. Elke week kiezen ze daar een meesterdroom uit om aan de sultan te presenteren. Die keuze is gebaseerd op de relevantie voor het voortbestaan van het rijk.

Mark-Alem zoekt zijn weg in het bureaucratische labyrint. Wanneer hij verraderlijk snel stijgt op de hiërarchische ladder, wordt hij tegen wil en dank onderdeel van het overheidsapparaat.

In een sprankelende nieuwe vertaling uit het Albanees door Roel Schuyt.

Bijpassende boeken

Toon Tellegen – Dora recensie

Toon Tellegen Dora recensie en informatie over de inhoud van de roman uit 1998. Op 9 april 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de hertuitgave van de roman Dora van de Nederlandse schrijver Toon Tellegen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave. Bovendien is er een recensie opgenomen van Tim Donker.

Toon Tellegen Dora recensie van Tim Donker

Het was weeral het achterplat. Altijd weer dat achterplat.

Een jongen van zestien die iets aan een meisje wilde vragen, maar niet durfde. En dan “52 variaties in zijn reactie op Dora, die met een picknickmand binnenkomt en vraagt of hij meegaat naar het strand.” En vooral: “minieme variaties, grote gevolgen”. En ik dacht ja.

Want dit is iets dat iedereen kent. Toch? De band opnieuw afdrajen. De band in je hoofd. Afdrajen. Opnieuw en opnieuw. Eindeloos. Maar dat het anders ging. Dat het ging zoals het had moeten gaan. Dat het gegaan zou zijn zoals je wilde dat het ging.

Want dat is iets dat iedereen kent. Toch? Dat afvragen. De situatie bekijken uit alle hoeken en afvragen. Hoe het gegaan zou zijn. Als je de moed had gehad om iets te zeggen, op te staan, te spreken, iets te doen. Als je anders was geweest. Moediger, sterker, doortastender, zelfverzekerder, slimmer, welsprekender. Als je een ander hoofd had gehad, een ander lijf, andere gedachten. Als je het beter door gehad had, als je links was gegaan waar je rechts ging, als je toen de woorden had gevonden, als je een koe bij de horens had weten te vatten. Al die situaties die teleurstellend eindigden. Al die kansen die je hebt laten liggen. Al die personen die kwamen en gingen, en je hebt ze nooit tegen gehouden. Als je toen wist wat je nu weet. Ofzo. Als een ogenschijnlijk betekenisloos moment van toen je zestien was, of 22, of net dertig misschien. Als dat anders was gegaan, toen. Als je een ander mens was geweest, toen. Als je bepaalde woorden of bepaalde acties niet achterwege had gelaten, toen. Zou je leven dan anders geweest zijn, nu?

De meeste mensen hebben niet genoeg fantasie om de gevolgen van andere handelingen of andere woorden op enig moment in je verre verleden tot in het uiterste door te denken; het is dan ook een gedachte-experiment dat velen al snel opgeven. Maar van Toon Tellegen kun je heel veel zeggen, maar niet dat hij geen fantasie heeft. Dus ik dacht ja.

Ik dacht hij gaat die fantasie te lijf. Het zegt, weeral het achterplat, dat zijn boeken zomwijlen autobiografiese elementen in zich dragen en ik dacht aan een Dora. Dat er ooit echt een Dora was. Of iemand die Dora heette, zelfs als ze anders heette. Een meisje van lang geleden, en Tellegen had de moed niet gehad. En Dora was gekomen, en Dora was gegaan. En dat Tellegen nu, zoon zeventig of zestig jaar later, de situatie ten goede keert. Of zich voorstelt hoe. De dingen die gaan zoals ze gaan gegaan zouden zijn als hij toen Dora niet had laten gaan.

Dit heeft ook te maken met een kwestie van filosofiese aard. Is de mens vrij? Bestaat determinisme? Moet ons leven gaan zoals het gaat? Zijn we wel in staat tot sturingen, ingrepen, wendingen? Of zouden we in alle gevallen, ook met andere keuzes woorden daden, toch altijd eindigen waar we zijn?

Dus ik dacht aan 52 variaties (ik heb ze niet geteld, ik neem het maar aan. Van het achterplat, ja). Dat Dora en Vink (zoals de ikfiguur heet) wel naar het strand zouden gaan. Of samen thuis zouden blijven. Of de tram namen maar om een of andere reden niet totaan het strand geraakten. Of onderweg iemand tegenkwamen. Of ruzie kregen om iets onbenulligs. Of weet ik veel. Ik heb niet de fantasie voor 52 variaties op wel of niet of een beetje naar het stand gaan. Maar Tellegen wel. En de band afdrajen. En de band opnieuw. En in de ene variatie is er liefde, en trouwen, en kinderen. En in de andere variatie loopt het allemaal anders. 52 antwoorden op de vraag: hoe zou het gegaan zijn als ik toen wel had gesproken, de vraag had gesteld, tot daden in staat was geweest? 52 antwoorden op de vraag hoeveel kanten wij mensen op kunnen. Of we misschien toch gedoemd zijn tot dat ene vuile hoekje waar we geëindigd zijn.

Maar dat viel me in eerste instantie tegen. Tellegen opent met een situatie. Er is Vink. En er is Dora. Vink wil Dora vragen of ze met hem naar het strand wil gaan. Maar hij komt niet verder dan “Z…”. Er wordt nooit een vraag gesteld. En de situatie gaat voorbij.

Dat is de situatie. En dan komen de variaties. Die gedacht worden vanuit een Vink met een ander karakter. Als hij toen aardig was geweest. Of verstandig. Of vastberaden. Of heldhaftig. Of almachtig. Of onhandig. Of gek. Et cetera. 52 variaties, ik weet het niet, ik heb ze niet geteld, zoveel verschillende stemmingen of karaktereigenschappen die de zijne geweest hadden kunnen zijn toen met Dora maar het niet waren. En hoe het dan verlopen was, als de stemming anders was geweest. Of als zijn karakter anders was geweest.

Maar die minieme variaties hebben verdomme helemaal geen grote gevolgen. Alles gaat steeds hetzelfde, hoe Vink ook reageert. Eigenlijk is het 52 (ik heb ze niet geteld) keer hetzelfde verhaal, een licht dadaïsties samenraapsel van toevallige en licht onzinnige gebeurtenissen: Vink in zijn kamer, ene heer Leenderts die binnenkomt en om onduidelijke redenen heel boos is op Vink en een troep maakt van de kamer, Dora die binnenkomt met een picknickmand en Vink vraagt of hij mee wil gaan naar het strand, Vink die daar wisselend op reageert (afwijzend, besluiteloos, enthousiast), Dora die uiteindelijk alleen naar het strand gaat (wat soms een logies gevolg is van de reactie van Vink maar in andere situaties een nogal vreemde wending is), twee buurjongens die door Vinks raam naar binnen kijken en allerlei bizarre dingen menen te zien (al zijn die buurjongens niet in elke variatie aanwezig), een koor staat te zingen op het grasveld voor Vinks huis en de dirigent die boos wordt op het koor omdat ze het zo slecht doen. Hoe Vink ook reageert op Dora, hoe zijn gemoedstoestand ook is, hoe zijn karakter ook verandert doorheen alle variaties, in wezen blijft alles hetzelfde. De elementen Vink – Leenderts – Dora – picknickmand – alleen naar het strand – koor blijven steeds precies zoals ze zijn. Maar misschien is dat net Tellegens antwoord op de determinismekwestie.

De lezer leest in feite steeds hetzelfde verhaal van ongeveer vier bladzijden (soms iets langer, soms iets korter). Ik dacht aan muziek. Ik dacht aan minimalisme. Ik dacht aan een componist die hetzelfde thema blijft herhalen, met kleine toevoegingen, of kleine weglatingen, en hoe dat wiegen kan, hoe dat zo mooi wiegen kan op golven van ongelijke grootte.

Misschien kende je dit al. Deze Dora. Het boek verscheen reeds in 1998. Dit jaar ziet de vierde druk het licht. Of misschien vind je het saai. Steeds hetzelfde verhaal. Ik niet. Ik dacht aan muziek. Ik dacht aan minimalisme. Ik dacht aan wiegen. In leesstoel, in licht, op een ochtend. Wisselende kleuren. Soms moest ik lachen. Soms was ik verbijsterd. Soms was er alleen het wiegen. Of de bewondering om de souplesse waarmee Tellegen zich beweegt door deze oulipoëske schrijfoefening.

Maar dan. Na de uit twee woorden bestaande variate (“Ik sliep.”) volgt een (uiteindelijke?) situatie waarin wél alles anders gaat. En het is mooi, en het is goed, en het is hartverwarmend.

Je kunt het lezen als muziek. Je kunt het lezen als een experiment. Je kunt het lezen als filosofie. Je kunt het ook gewoon lezen als een boek van Toon Tellegen. Het zal je waarschijnlijk niet jaren en jaren bij gaan blijven. Maar dat hoeft ook niet. Gewoon iets fijns om te lezen. Op het strand misschien. Een warme dag in het begin van de zomer.

Toon Tellegen Dora roman uit 1998

Dora

Een liefdesgeschiedenis

  • Schrijver: Toon Tellegen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman uit 1998
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 9 april 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99 / / € 4,49
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van Dora van Toon Tellegen

Toon Tellegen op zijn best: minieme variaties, grote gevolgen

Op een ochtend aan het begin van de zomer wordt Vink wakker en denkt aan Dora. Hij had haar willen vragen mee naar het strand te gaan, maar durfde niet. ‘Altijd zou ik een jongen blijven van een jaar of zestien, die iets wilde vragen, die zijn hart voelde bonzen, die zijn hoofd voelde gloeien, maar niets vroeg.’

Wat volgt zijn Vinks dromen, gedachten, wensen en nachtmerries: 52 variaties in zijn reactie op Dora, die met een picknickmand binnenkomt en vraagt of hij meegaat naar het strand. Er is een vaas met gladiolen die omvalt, er is een dreigende waarschuwing van ene mijnheer Leenderts en er is een koor dat over de liefde zingt. Maar vooral zijn de variaties een scala van herkenbare emoties en stemmingen.


Nieuwsbrief nieuwe boeken en recensies

Elke week de nieuwste boekentips en recensies? Meld je aan voor de nieuwsbrief.


Bijpassende boeken en informatie

Hannah Durkin – De overlevenden van de Clotilda

Hannah Durkin De overlevenden van de Clotilda recensie en informatie boek met de levensverhalen van de laatste gevangenen van de Amerikaanse slavenhandel. Op 7 mei 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido het boek van Hannah Durkin over het einde van de slavernij in de Verenigde Staten. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster, de vertaler en over de uitgave.

Hannah Durkin De overlevenden van de Clotilda recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De overlevenden van de Clotilda, geschreven door de Britse historicus Hannah Durkin, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Hannah Durkin De overlevenden van de Clotilda

De overlevenden van de Clotilda

De levensverhalen van de laatste gevangenen van de Amerikaanse slavenhandel

  • Auteur: Hannah Durkin (Engeland)
  • Soort boek: geschiedenisboek, slavernijgeschiedenis
  • Origineel: Survivors (2024)
  • Nederlandse vertaling: Jan Willem Reitsma
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 7 mei 2024
  • Omvang: 464 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 32,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek over de laatste gevangenen van de Amerikaanse slavenhandel

In juli 1860 komt het laatste slavenschip op Amerikaans grondgebied aan: de Clotilda. Aan boord bevinden zich meer dan honderd gevangengenomen en tot slaaf gemaakte Afrikanen. Het zijn de laatste ooggetuigen van een huiveringwekkende en belangrijke periode in de wereldgeschiedenis.

In De overlevenden van de Clotilda volgt Hannah Durkin hun levens. Ze beschrijft hun ontvoering uit het huidige Nigeria, de angstaanjagende reis over de oceaan en hun verkoop in Alabama. Hun levensverhalen voeren van de Amerikaanse Burgeroorlog tot het begin van de burgerrechtenbeweging in Selma. Clotilda-overlevenden vormen de spil van de quiltgemeenschap in de regio en zijn betrokken bij de stichting van de volledig zwarte stad Africatown, een inspiratiebron voor talloze schrijvers en kunstenaars.

De overlevenden van de Clotilda is een onthullend en aangrijpend boek op basis van jarenlang onderzoek, waarin geschiedenis, biografie en engagement samenkomen.

Hannah Durkin (1982) is een Brits historicus, gespecialiseerd in de geschiedenis van de Atlantische slavenhandel en de Verenigde Staten. Ze won vele academische prijzen en geeft les aan verschillende universiteiten.

Bijpassende boeken