Tag archieven: Querido

Ismail Kadare – Onenigheid aan de top

Ismail Kadare Onenigheid aan de top recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Albanese roman. Op 20 september 2022 verschijnt bij Uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling van Kur sunduesit grinden, de nieuwe roman van de Albanese schrijver Ismail Kadare.

Ismail Kadare Onenigheid aan de top recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman Onenigheid aan de top. Het boek is geschreven door Ismail Kadare. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de uit Albanië afkomstige schrijver Ismail Kadare.

Ismail Kadare Onenigheid aan de top Recensie

Onenigheid aan de top

  • Schrijver: Ismail Kadare (Albanië)
  • Soort boek: Albanese roman
  • Origineel: Kur sunduesit grinden (2022)
  • Nederlandse vertaling: Roel Schuyt
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 20 september 2022
  • Omvang: 206 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Ismail Kadare

In juni 1934 belde Jozef Stalin de schrijver Boris Pasternak. Het gesprek tussen de twee reuzen aan de top (de ene in politiek, de andere in literair opzicht) duurde niet langer dan drie à vier minuten, maar kreeg daarna mythische proporties. In de maalstroom van de geschiedenis van de Sovjet-Unie bood het ruimte aan allerlei geruchten en interpretaties. Zou Pasternak, die later beroemd werd met Dokter Zjivago, onvoldoende voor de dichter Osip Mandelsjtam zijn opgekomen en hem misschien hebben verraden? Feit is dat Mandelsjtam werd gearresteerd en verbannen.

Als een rechercheur die de sleutel tot het raadsel maar niet kan vinden, pluist Ismail Kadare alle versies van het legendarische gesprek uit. Tegelijk belicht hij niet alleen zijn eigen werk ten tijde van dictator Hoxha, maar ook de complexe relatie tussen een schrijver, waar ook ter wereld, en een tiranniek regime.

Bijpassende boeken en informatie

Hedda Martens – Bij wijze van leven

Hedda Martens Bij wijze van leven recensie en informatie over de inhoud van het nieuwe boek met verhalen. Op 6 september 2022 verschijnt na geruime tijd een nieuwe bundel met verhalen van de Nederlandse schrijfster Hedda Martens.

Hedda Martens Bij wijze van leven recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Bij wijze van leven. Het boek is geschreven door Hedda Martens. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe boek van de Nederlandse schrijfster Hedda Martens.

Hedda Martens Bij wijze van leven Recensie

Bij wijze van leven

  • Schrijfster: Hedda Martens (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 6 september 2022
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 20,00 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Winnaar J.M.A. Biesheuvelprijs 2023

Recensie en waardering van de verhalenbundel

  • “In de handen van Hedda Martens verandert het allergewoonste in iets sprankelends.” (Bo van Houwelingen, de Volkskrant, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het nieuwe boek van Hedda Martens

Trouw en afgunst, spijt en verlangen, onzekerheid, opluchting, hoop, gemis… De personages in Bij wijze van leven komen allen in situaties terecht waarin ze zulke gevoelens niet kunnen ontlopen; en dat terwijl ze het zichzelf, of anderen, al nooit erg gemakkelijk maakten. Toch vindt elk van hen binnen enkele bladzijden zijn eigen, grillige weg: een oplossing, een houding, een wijze van leven desnoods.

Soms doen hun keuzes ongebruikelijk aan, maar kijk, zulke mensen heb je ook – misschien kende je ze zelfs al.

Hedda Martens (1947) debuteerde in 1982 met de bundel Sjibbolet en andere verhalen. Haar verfijnde, nauwkeurig geschreven oeuvre bestaat voorts uit de bundels Een naald op het water en Iemandsland en de romans De postbode en Op dit uur van de dag; de laatste verscheen alweer elf jaar geleden. Regelmatig publiceerde ze in De GidsTiradeRaster en De Revisor.

Bijpassende boeken en informatie

Luuk Imhann – Loutering

Luuk Imhann Loutering recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman over Mexico in 1917. Op 30 augustus 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe roman van schrijver Luuk Imhann.

Luuk Imhann Loutering recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Loutering. Het boek is geschreven door Luuk Imhann. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van toneel- en romanschrijver Luuk Imhann.

Recensie van Tim Donker

Zegt Robert Walser: “Hoe geringer de handeling en hoe kleiner de regionale omgeving die een schrijver nodig heeft, des te aanzienlijker is vaak zijn talent. Jegens schrijvers die in handelingen excelleren en meteen de hele wereld nodig hebben voor al hun personages, ben ik van meet af aan wantrouwig. De alledaagse dingen zijn mooi en rijk genoeg om er dichterlijke vonken uit te kunnen slaan.”
Zegt Ray Loriga: “Waarom zou ik niet mogen schrijven over wat ik zie als ik uit mijn raam kijk?”
Zegt Herman Brusselmans: “Schrijven is simpel, je kunt er altijd bij blijven zitten.”

(van die laatste uitspraak ben ik trouwens niet geheel zeker)

De schrijver die Zebedeus de Zitter is. Die voor zijn raam zit, naar buiten kijkt, en dan schrijft. De schrijver die dichterlijke vonken slaat uit de dagdagelijksheid. De schrijver die het onooglijke ziet. De schrijver die me het bekende steeds laat zien alsof het Ierland is. Al zolang ik lezer ben (ik werd lezer ergens in mijn twintiger jaren, ik was 25 of 26 misschien – al wist ik altijd al wel dat ik ooit lezer zou worden), weet ik me aangetrokken tot dat tiepe schrijver. Ik verzon er ooit een term voor, zelfs. Versnijselisme. Dat wat de eindmontage niet haalt. Dat wat anderen wegsnijden en op de vloer doen belanden. Dat oprapen, het stof eraf blazen, het regelrecht een boek in blazen. Die schrijver acht ik het hoogst van alle schrijvers.

Diametraal tegenover die schrijver staat Luuk Imhann. Zijn Loutering speelt ver van Imhanns bed, ver van Imhanns tijd. In Mexico, aan het begin van de twintigste eeuw. Een historische roman ja, en dan nog één waarvoor Imhann een halve bibliotheek heeft moeten weglezen, een klein legertje aan mensen heeft moeten interviewen, vele uren aan beeldmateriaal heeft moeten kijken – om überhaupt zelfs maar te kunnen beginnen met schrijven. Zo een man zou langs de meetlat van Walser gemeten gespeend van elk talent blijken te zijn.

Ik was dus niet dolenthousiast toen het boek me overhandigd werd. Een historische roman welja, en dan ook nog volgepropt met nonfiksjonele figuren als Frida Kahlo, Leon Trotski, Antonio Pujol en David Siqueiros. Zoiets kan alleen maar ineenstorten onder zijn eigen pretenties, ik dacht. Daar stond ik, het overhandigde boek in mijn hand en Hum ik zei. Zo’n boek moet je meteen grijpen, zei ik zuinigjes tegen de overhandiger, die knikte.

Grijpen, dacht ik later weer. Je het verhaal in sleuren. Er zijn boeken die tijd nodig hebben. Die je moet laten groejen. Die je kansen moet geven, voorbij een derde of een vierde. Die pas vlak voor de helft, of iets erna misschien, hun pracht in zijn volle glorie aan je openbaren. Je herkent die boeken wel. Vaak barsten ze van de weerbarst, of zijn ze niet te volgen in hun onnavolgbaarheid. Maar je ziet kleine brokjes, je ziet het glinsteren, je koestert verwachtingen en je weet bijna zeker dat die niet gaan teleurgesteld worden.

Maar een roman over het Mexico van de vroege twintigste eeuw waarin de aanslag op Trotski een thema is – díe roman moet mij vanaf pagina één bij de kladden hebben. Als mijn geduld nog vóór ik één letter gelezen heb al zodanig op de proef gesteld is, is het krediet laag. Erg laag. Dan krijg je één poging en dan gedaan.

Wel. Klaarblijkelijk hád Imhann me bij de kladden in deze roman die eigenlijk gewoon gaat over de vaderloze Paco “guerrero” Castelán die naar manieren zoekt om zijn vader zo sterk te imponeren dat hij naar hem terug zal komen. Hij wordt student oogheelkunde, schilder, terrorist, moordenaar, monnik, verschoppeling. Alles wat hij doet, doet hij echter halfslachtig. It could have been a brilliant career, zongen Belle and Sebastian ooit, lang geleden, toen Belle and Sebastian nog een goede band was, o die eerste vier eepeetjes, de langspelers tot en met The boy with the arab strap, o hoe mooi, kleine plakjes zonneschijn, kleine plakjes warm, ik draai ze, de eepeetjes en de langspelers, in dit huis weer geregeld nu mijn buurman Sebastiaan heet, 2000, met dat over vouw je handen kindje je loopt als een boerke – daarmee begon het grote afglijden (nog bedankt mevrouw De Heer dat u me die zooi liet aanschaffen), ik hoorde een paar dagen geleden hun nieuwste liedje en shit wat een afgrijselijk slechte kutband is dat geworden zeg, maar goed, ik zeg dus it could have been a brilliant career: niño Guerrero had een briljante oogarts kunnen zijn, een briljant schilder misschien of in ieder geval een briljante tekenaar – maar in alles is hij te snel afgeleid, en bovendien is hij te egoïstisch, te drammerig, te kinderachtig en te beïnvloedbaar. Je ziet hem als lezer steeds verder wegzakken en al is hij een beetje een eikel je mag hem toch ook wel dus je hart bloedt voor hem.

“Eigenlijk” gaat de roman daarover, ik zei, “eigenlijk” ook is het verhaal van Loutering simpel; de historische figuren geven het wat meer vlees maar het was heel goed mogelijk geweest dit verhaal te vertellen zonder een Kahlo of een Trotski, of met fiksjonele karkaters losweg geïnspireerd op een Kahlo of een Trotski. Imhann bedient zich van een klinkende schrijfstijl die de lezer inderdaad het verhaal in sleurt. Al bij de eerste regels was ik verkocht: “In Mexico, land van kunstenaars en vrijheidsstrijders, werd Paco Castelán na een bevalling van vijfenveertig uur met een verlostang uit zijn moeder getrokken en in de armen van de vroedvrouw gelegd. Toen zijn longen openklapten begon hij zo vreselijk hoog te krijsen dat de vroedvrouw hem van schrik liet vallen en zijn stem smoorde.”

Ja verkocht. Ik begon lezen en hield er pas 464 bladzijden later mee op (wel las ik vele boeken tussendoor, dat dan weer wel). Het is een spannend jongensboek, avonturenproza, een schurkenroman. Het is een grimmige en genadeloze volwassenvariant van Arendsoog in Mexico (is er een Arendsoog in Mexico?) (vast wel) (ik herinner me volgens mij een Mexicaans avontuur binst de Arendsoog-reeks) (van toen ik kinderken waart) (en die reeks verslond) (van de Nowees) (of naja eigenlijk alleen die van P. Nowee want die van J. Nowee waren saai) (toen kon dat allemaal nog, Arendsoog in de bieb, Arendsoog in de boekhandel, Arendsoog in het warenhuis; toen waren we nog niet alleen woke tot op het bot). Het is goed geschreven, mooi, met aandacht voor taal, bloemrijk zonder daarin al te zeer te overdrijven – naja die met Mexicaanse flora en fauna volgepropte als-vergelijkingen worden na verloop van ettelijke pagina’s wel wat potsierlijk, bijna lachwekkend zelfs (zinnen als “…zijn mentor hield zich schuil als een lichtgele schorpioen onder een steen in de Riviera Maya.”; “Paco […] keek om zich heen als een sprinkhaanmuis die in het tropische laagland van San Luis Potosí voorzichtig zijn hol ’s nachts uit kwam”; “Hij zag Lima naar hem kijken als de vossen op de heuvels bij Xico wanneer ze een verdwaald lam zien”; “hij voelde hoe zijn keel zo droog werd als de zandweg was in El Desierto de los Leones”) (in een sitcom zou je er nog goed mee weg kunnen komen om een personage zo te laten praten) en had de epiloog (een nogal hoogdravende interieure monoloog van een stervende Trotski) van mij ook wel achterwege mogen blijven.

Niettemin een goed boek. Als iemand u dit boek overhandigt, lees het dan vooral. Zo’n boek is dit ook. Een boek dat op je pad moet komen. Misschien als het in zo’n minibiebje staat. Misschien als een vriend het gelezen heeft en het niet het soort boek acht dat in zijn kast moet blijven staan (daar geef ik die vriend volledig gelijk in). Misschien als een caféganger het op het tafeltje naast het uwe laat liggen. Lees het dan maar. Het is een boek dat je meteen grijpen zal. Een boek dat je goed lezen kunt. Een boek dat je ook heel goed niet lezen kunt. In beide gevallen zul je er geen spijt van krijgen.


Luuk Imhann Loutering Recensie

Loutering

  • Schrijver: Luuk Imhann (Nederland)
  • Soort boek: Mexico roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 30 augustus 2022
  • Omvang; 464 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Luuk Imhann

Mexico, 1917. Paco Guerrero groeit op zonder vader in het dorp van het communistische schilderspaar Frida Kahlo en Diego Rivera. Terwijl hij hen vol bewondering observeert, bedenkt hij een plan: om zijn vader te vinden zal hij zich opwerken tot de grootste Mexicaan die ooit leefde. Hij zal de meest geroemde dokter van het land worden, een kunstenaar die zich met Siqueiros kan meten, de vroomste priester van heel Latijns-Amerika. Paco is tot alles in staat, zelfs tot deelname aan een aanslag op de gevluchte Russische revolutionair Leon Trotski.

Tegen de achtergrond van een land in omwenteling ontvouwt zich een klassiek en meeslepend verhaal over een jongen op zoek naar zijn vader.

Bijpassende boeken en informatie

Toon Tellegen – Het komt goed

Toon Tellegen Het komt goed recensie en informatie over de inhoud van het boek met zijn mooiste troostrijke dierenverhalen. Op 9 augustus 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido deze bundel van Toon Tellegen met de mooiste dierenverhalen voor iedereen die even een sterke schouder nodig heeft of een steuntje in de rug.

Toon Tellegen Het komt goed recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de Het komt goed. Het boek is geschreven door Toon Tellegen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze bundel met eerder verschenen dierenverhalen van Toon Tellegen.

Toon Tellegen Het komt goed Recensie

Het komt goed

  • Schrijver: Toon Tellegen (Nederland)
  • Soort boek: dierenverhalen
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 9 augustus 2022
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 10,99 / € 7,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met de beste dierenverhalen van Toon Tellegen

Op een dag komt het weer goed, beloven de dieren elkaar. Ze spreken elkaar moed in als het eens even tegenzit, beuren de ander op in tijden van tegenslag. Of ze bieden steun, zoals het vuurvliegje, dat voor licht weet te zorgen in het plotseling donkere bos. De krekel die een somber gevoel in zijn hoofd heeft, de mier die zich dag en nacht afvraagt waar hij toch altijd zo bang voor is, de muis die zich niet durft uit te spreken, iedereen houdt vertrouwen: het komt goed.

In Het komt goed verzamelde Toon Tellegen zijn mooiste dierenverhalen voor iedereen die even een sterke schouder nodig heeft of een steuntje in de rug.

Bijpassende boeken en informatie

Laura Broekhuysen – Wij capabelen

Laura Broekhuysen Wij capabelen recensie en informatie over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten. Op 30 augustus 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse schrijfster Laura Broekhuysen.

Laura Broekhuysen Wij capabelen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Wij capabelen. Het boek is geschreven door Laura Broekhuysen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de boek met nieuwe gedichten van Laura Broekhuysen.

Laura Broekhuysen Wij capabelen Recensie

Wij capabelen

  • Schrijfster: Laura Broekhuysen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 30 augustus 2022
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 17,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Laura Broekhuysen

Staat in haar proza de taal centraal, in haar poëziedebuut is Laura Broekhuysen op zoek naar een verhaal: verbindingen tussen personages, tussen generaties, tussen een werkelijke en een fictieve ik, tussen IJslandse sagen en dagelijks leven, tussen moeder en vrouw, herinnering en voorstelling. Toch blijft de verhaallijn onbenaderbaar, manifesteert die zich als iets wat per definitie niet toe te eigenen is. Hoe capabel ook, de plot zal je ontglippen, al had je ogen in je ellebogen, oren in elke porie.

Laura Broekhuysen (1983), schrijver en violist van beroep, woont in IJsland. Ze schreef de romans Twee linkerlaarzen (genomineerd voor de Selexyz Debuutprijs en de Vrouw & Kultuur DebuutPrijs) en het op IJsland gesitueerde Hellend vlak. Zowel Winter-IJsland (shortlist Bob den Uylprijs) als Flessenpost uit Reykjavik stond op de shortlist van de Confituur Boekhandelsprijs. Ze schrijft voor LOD muziektheater (Gent), publiceert in Terras en De Revisor en is viooldocent in Reykjavik.

Bijpassende boeken en informatie

Dik van der Meulen – Bernhards oorlog

Dik van der Meulen Bernhards oorlog recensie en informatie boek over het leven van een prins in ballingschap. Op 13 december 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido het boek van Dik van der Meulen over Prins Bernhard in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Dik van der Meulen Bernhards oorlog recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Bernhards oorlog, Het leven van een prins in ballingschap. Het boek is geschreven door Dik van der Meulen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek over Prins Bernhard in Engeland tijdens de Tweede Wereldoorlog, geschreven door Dik van der Meulen.

Dik van der Meulen Bernhards oorlog Recensie

Bernhards oorlog

Het leven van een prins in ballingschap

  • Schrijver: Dik van der Meulen (Nederland)
  • Soort boek: geschiedenisboek
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 13 december 2022
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over Prins Bernhard tijdens de Tweede Wereldoorlog

Decennialang gold prins Bernhard als oorlogsheld en symbool van het verzet, totdat zijn imago in de jaren zeventig onherstelbare schade opliep door de Lockheed-affaire. Zijn toegankelijkheid voor ‘onoorbare verlangens en aanbiedingen’, zoals de onderzoekscommissie het in 1976 verwoordde, werd met terugwerkende kracht ook van toepassing geacht op zijn gedrag tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar hoe terecht was deze veranderde kijk op Bernhards jongere jaren?

In Bernhards oorlog laat veelgeprezen biograaf Dik van der Meulen zien dat prins Bernhard vooral een complexe figuur was, die doodsverachting paarde aan opportunisme; een man die egocentrisch was en tegelijk loyaal aan zijn vrienden – hoewel niet altijd aan zijn eigen echtgenote. Tijdens zijn ballingschap in Londen had hij meer te zeggen dan veel historici menen, maar minder dan hijzelf en zijn schoonmoeder Wilhelmina wensten.

Het boek bevat tal van nieuwe inzichten in het doen en laten van prins Bernhard in de Tweede Wereldoorlog.

Bijpassende boeken en informatie

Mischa Andriessen – Probeer de hemel mijn huis te maken

Mischa Andriessen Probeer de hemel mijn huis te maken recensie en informatie over de inhoud van de verhalenbundel. Op 21 juni 2022 verschijnt het boek met verhalen van de Nederlandse schrijver en dichter Mischa Andriessen.

Mischa Andriessen Probeer de hemel mijn huis te maken recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Probeer de hemel mijn huis te maken. Het boek is geschreven door Mischa Andriessen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek met verhalen van de Nederlandse schrijver Mischa Andriessen.

Mischa Andriessen Probeer de hemel mijn huis te maken Recensie

Probeer de hemel mijn huis te maken

Flaptekst van het boek met verhalen Mischa Andriessen

Een zoon die nog altijd niet thuis is, een glimp van de buurvrouw aan de overkant, een vader die thuiskomt van zijn eigen begrafenis. Een politicus zoekt hereniging met zijn idealistische vader. Een jonge vrouw valt in een vreemde stad voor de man in pak die haar op straat aanspreekt.

De verhalen van Mischa Andriessen draaien vaak om een kleine, ontwrichtende gebeurtenis. Personages grijpen de geboden mogelijkheid om hun leven richting te geven of vinden in het toeval hun houvast. Andriessen schrijft poëtisch, met humor en veel empathie. Vóór alles verkennen de verhalen het soelaas dat zelfbedrog soms biedt. Waarom zou de buurvrouw niet ook verliefd kunnen worden op de jonge jazzliefhebber die pas tegenover haar is komen wonen? En de verlate zoon zal zo wel thuiskomen.

Bijpassende boeken en informatie

Anne Provoost – Krop

Anne Provoost Krop recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe bundel met gedichten. Op 8 juni 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe dichtbundel van de Vlaamse dichteres en schrijfster Anne Provoost.

Anne Provoost Krop recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Krop. Het boek is geschreven door Anne Provoost. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten van de Belgische dichteres Anne Provoost.

Recensie van Tim Donker

Zo’n krakelend verse dichtbundel & nieuw ook. Alles nog onbekend. Alles een nog niet weten. Want ik kende die naam wel, Anne Provoost, maar het moest poëzie zijn vooraleer ik een keer een letter van haar las. En poëzie is wat Krop is en daarin kwam Anne Provoost als nieuw voor mij. Nieuw is niet weten wat er komen gaat. En dat vind ik bij poëzie altijd spannender dan bij een roman. Misschien omdat poëzie meer vermag. Poëzie is vaker grillig, onberekenbaar, een misstap is gauwer begaan, misschien is poëzie er ook niet per se op uit houvast te bieden, vaste grond te geven achja poëzie moet gevaarlijk zijn of zij is geen poëzie maar het was een stomme eikel die dat zei.

Er wordt bladloos gewacht op een man die door kieren naar binnen kan die kijkt en zwijgt en slikt en bevredigt als chocolade.

Hum. Ja. Mannen. Chocolade. Of toch maar liever camembert misschien?

“Camembert heeft de reputatie verslavend te zijn en pijnstillend als morfine” heet het, en “[o]oit waren we romig en vet”.

De pit voor de amaretto weerloos al, en sappig en kozend en zongedroogd liggen in de Povlakte. De mannen, de referenties aan voedsel, de landschappen, het neemt nu nog wat archaïese beroepen en ik kon spreken van een Lecompte hier.

(maar dat is vast niet heel erg woke van mij, om twee vlaamse vrouwen die toevallig al eens dichten over liefde en relaties maar meteen aan elkaar gelijk te stellen) (en wat we nu weer erg moeten vinden) (mai spijkers moeten we nu weer erg vinden) (en die Lecompte dan die sprak van de puriteinse totalitaire nietsontziende dogmatische humorloze Hashtag MeToo-beweging en daar sprak Lecompte recht en niet krom nee maar toch maakte Lecompte één kapitale denkfout. Prometheus geeft helemaal geen “adembenemende roekeloze vernieuwende subversieve recalcitrante” boeken uit; Prometheus geeft middelmatige, publieksvriendelijke, hypegevoelige, risicoloze drab uit van nu net juist die “ten onrechte opgehemelde schrijvers” die Spijkers volgens Lecompte juist géén stroop aan de baard hoefde smeren. Lecomptes eigen De Bezige Bij die volgens de dichteres over een warme genereuze zachtmoedige fijngevoelige redacteur beschikt heeft veel meer “adembenemende” &c. boeken uitgegeven. Je hoeft geen lul te zijn om moje dingen te laten ontstaan. Dat was de denkfout)

Dat over die archaïese beroepen enzo, dat heb ik niet gezegd, ik heb nog niks gezegd, ik lees.

“Niemand vraagt je
het bed al te dragen
waarin je zou zijn doodgegaan
als ik het je niet had verboden”

Je lief simpelweg verbieden dood te gaan, ja, dat vind ik mooi. Dat vind ik heel mooi. En dan dat neem uw bed op en wandel, of, niet vanuit de genezer maar vanuit de zieke gedacht: neem op uw stethoscoop en wandel (toen al was Roger Waters genialer dan Syd Barrett). Het komt uit een gedicht dat Breinaalden blind tikken heet en heel dat gedicht is fantasties. En dan ben ik nog maar op bladzijde achttien hoor, dan moet het titelgedicht nog komen, en het komt, een bladzijde of twee later. Weer gaat het over dood: “We hebben de jaren al, / dus het beste wat / ons nu kan overkomen / is vroegtijdig dood te worden verklaard / in een krant of op een Facebook-status” – en dat is waar het lezen snuiven wordt.

Dat is waar ik snuif, waar ik me snuivend doorheen Krop zet (de bundel) (al begon het met het gedicht). Dat is waar ik de komma’s proeven wil, waar ik het rond en het spits van iedere letter van nabij ervaren wil.

Het neemt een klein beetje krijgen gewend aan / , het neemt een klein beetje krijgen gewend aan (en) (dit is een grotere doch van een geheel andere abcdefghijk) (Steeds wanneer ik mijn auto of mijn machine start, doe ik dat niet met de bedoeling om de aarde te schaden, laat staan dat ik de zesde massa-extinctie in de vierenhalf miljard jaar oude geschiedenis van deze planeet wil veroorzaken) (noemen we een halve vliegenvleugel kra) (leg een kra op de hoorn van de stier) (ze heb voorkeur voor een limousine of nagelboutique) (jouw eenzaamheidsklacht is ons eenzaamheidsverlangen); het neemt een heel klein beetje krijgen gewend aan —

Dit is steeds het grotere (dit is steeds een grotere doch van een geheel andere abcdefghijk) (leg de kra op de hoorn van de stier); dit is hoe het me kneedt, hoe het me kleurt – kleur ik Krop, ben ik niet langer doorschijnend, ben ik Krop. Dat is de grotere hoera. Dat is hartstocht die lekt uit kleppen en kieren.

Ja het nam een klein beetje krijgen gewend aan, ik kende Anne Provoost niet, ik plaatste de eerste paar gedichten slecht of in een andere hoek, en dan vond ik het goed, en Last post vond ik meesterlijk (ik kon zeggen dat ik Last post het beste gedicht van 2022 vind maar ik ben allang niet meer geloofwaardig als ik zulke dingen zeg ik zeg zulke dingen veel te vaak hoeveel heb ik nu al niet het mooiste van het jaar van de maand van de week van mijn leven gevonden ik moet iets anders verzinnen om woorden aan mijn enthousiasme te geven), en dat was waar het snuiven begon ofnee het snuiven begon eerder al. Ik snoof de gedichten nee de zinnen nee de woorden.

Nee het zijn de zinnen eerder nog dan de gedichten.

Zinnen als “Ik leerde staand met hem te praten / klaar voor vertrek / richting bij hem vandaan / omdat ergens op een Facebook-pagina / was gezegd dat je dood kon gaan / als je te veel zat.”

Of zinnen als: “Op dat punt ontmoetten wij elkaar / tussen wacht-ik-ben-nog-niet-klaar / en dag, / ik-ga-al / maakten we drie kinderen / die eerder dan wij praatten / en tot diep in onze dementerende jaren / totaal onweerstaanbaar / om onze pipi-kaka-grappen lachten”

Of. Maar wacht. Hier heb ik al bijna het volledige gedicht Take a seat please.

Ja. Het zijn de gedichten. Het zijn de gedichten veeleer dan de zinnen.

(and if you wait another day, I will wait a day)

Het is de poëzie. “[P]oëzie over wat naar de keel grijpt en wat je staande houdt”, zegt het achterplat en voor één keer zit het achterplat er eens niet faliekant naast.

Al moet je misschien niet benoemen waar poëzie “over” is.

Misschien moet poëzie niet ergens “over” zijn.

Misschien moet poëzie nergens over zijn.

Ja. Soms is het er bovenop. “[H]et nu dat je later pas / naadloos ook past”. Dat is de nagel op de kop niet? Nu is altijd later pas oké want achteraf viel het allemaal toch wel mee. Ik moest de creditcardverstrekker bellen, laatst, want mijn creditcard deed het niet. Dus moest ik bellen. En ik wilde niet bellen want ik hou niet zo van keuzemenu’s en ik hou niet zo van duidelijk in een paar woorden inspreken waarvoor ik bel en ik hou niet zo van in de wacht staan en ik hou niet zo van al onze medewerkers zijn op dit moment in gesprek en ik hou niet zo van de domme vragen die ik moet beantwoorden opdat ze weten dat ik ook echt wel de rechtmatige eigenaar van de creditcard ben en ik hou überhaupt niet zo van bellen, zelfs niet met bekenden. Maar toch. Ik belde. Het was een donderdag en de regen kwam met bakken naar benee en liever luisterde ik nog een andere seedeetje maar ik belde. En wat peinst ge, achteraf bleek het maar vijf minuten geduurd te hebben, en de kaart deed het weer, en ik was opgetogen (zo opgetogen dat ik meteen een boek kocht met de kaart) (een boek gekocht met geld dat ik eigenlijk niet missen kon). Eindelijk paste dat nu van vijf minuten geleden me, en welaan, nog een kopje koffie dan, en welaan toch maar die seedee opleggen dan.

Maar soms is het ook “alleen maar” mooi. Als het erom gaat dat je even vergeet dat je iemand vergeten wou bijvoorbeeld. I forgot to remember to forget. Dat vindt mijn zoon zo’n grappige titel. Vandaag vergat ik te klagen. Vergeten zal het rusten in de naamloze aarde. Je ging zo vroeg weg dat je je lunch vergat. En ik kreeg ook zin om weer eens in Draaisma’s Vergeetboek te bladeren. En dat zijn altoos de mooiste boeken he. Boeken waarvan je trek krijgt in andere boeken. Boeken die boeken uitlokken. Boeken die je voor altijd verloren gelopen laten in je boekenkast.

En Monoloog op de trap vond ik voornamelijk grappig. Ik grinnikte er een beetje bij. Deze zomer las ik gedichten grinnikend. Dat is niet erg, poëzie die doet grinniken, nee, dat is niet erg, zolang het maar niet een of ander achterlijk light verse is ofzo, of deelderiaanse lolligdoenerij let op jongûhs nu gaan we laggûh om spitsvondige spitsvondigheidjes en als jij er ook om moet laggûh dan mag je jezelf op je schoudûh kloppûh want dan ben je een slimme jongûh. Maar anders dan dat is poëzie die me aan het grinniken krijgt lang niet verkeerd (sommige gedichten van Lindsay Hill vind ik ongekend komisch) (de Tabletten van Armand Schwerner vind ik ongekend komisch) (soms is poëzie ongekend komisch zonder dat dat erg is).

Het is niet het grinniken maar het is de poëzie die groter is en me vervult en me soms ineens en zonder waarschuwing luchtwaarts zendt (luchtwegen. nergenswind). Als het spreekt, als het zegt: “Ik vond het geluk / maar bracht het naar het loket voor verloren voorwerpen / voor het geval iemand het liever wilde / Ik woonde toch al voorgoed in september / Daar is alles schoon en compleet” ja, of als het spreekt en zegt, en die dingen spreekt en zegt die ik eerder al noemde. Een enkele keer volstond de titel alleen al. Hoe mijn voormoeder het systeem verkrachtte. Of De man die je doodschiet na een tijd. Dat zijn toch pareltjes (die eerste deed me een beetje aan het oinkbeest denken, dat vond ik zoon moje plaat toen ik nog een kindje was) (mun ouders hadden me een plaat gekocht) (mun ouders hadden me een plaat gekocht, en die gingen we drajen, die gingen we drajen op de platendrajer in de huiskamer, komaan komaan komaan kom allemaal we gaan een plaat drajen in de huiskamer).

Geen nood. Later, of vroeger, maakt het weer zwaar en zendt het u met een rotvaart terug naar de aarde en met uw kop helemaal tot diep in de modder. Want later, of vroeger, gaat het toch weer over de dood, misschien over de dood van iemand die niet erg oud geworden is. “De grootste troost van ons jonge leven was / dat er toch nog een kans bleef bestaan / om niet als een dwaas te sterven // Jij greep die / -ik ben hem kwijtgeraakt”. –

geen nood dus, zulke woorden maken uw kop als vanzelf weer vol en zwaar (maar mooi wel, moje zwaarte, moje volte). Is uw “hersencompost” tot “massa” geworden, zoals dat elders in deze bundel heet. Dat was uit een project met klimaatdichters. Klimaatdichters ja, die heb je dus ook al. Alsof stadsdichters en dichters des vaderlands nog niet debiel genoeg waren.

De eerste dichtbundel dus, en dit mag Anne Provoost vaker doen. Dichtbundels schrijven bedoel ik. Al ken ik haar andere werk inderdaad niet, ik zei dat al, maar Krop is me reeds ruimschoots voldoende. Voor nu. Een nu dat me later pas naadloos passen zal. Maar met zulke dichtbundels op mijn schoot knelt dit nu me zelfs nu al niet al te erg. Aw. Gedichten voor een ruimvallender nu. Hoe vind je die?

Anne Provoost Krop Recensie

Krop

  • Schrijfster: Anne Provoost (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 8 juni 2022
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Anne Provoost

Anne Provoosts generatie is misschien de laatste die nog kan terugkijken op een tijd waarin het stijgende water een hypothese was. In die storm is de geliefde een eiland. Het geruststellende van samen ouder worden is een troost, want ‘er is tussen ons iets enorms aan de gang’. Dit is poëzie over wat naar de keel grijpt en wat je staande houdt.

Maar we streven!
We zullen elkaar alles vergeven
behalve dat de ander de eerste is
die voor de laatste keer ademt

Bijpassende boeken en informatie

Hans Hagen – Bliksemkind

Hans Hagen Bliksemkind recensie en informatie nieuw kinderboek voor lezers van 10+ jaar met tekeningen van Martijn van der Linden. Op 2 juni 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido het nieuwe boek van de Nederlandse kinderboekenschrijver Hans Hagen.

Hans Hagen Bliksemkind recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het kinderboek voor lezers vanaf 10 jaar Bliksemkind. Het boek is geschreven door Hans Hagen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe kinderboek van Hans Hagen met tekeningen van Martijn van der Linden.

Hans Hagen Bliksemkind Recensie

Bliksemkind

  • Schrijver: Hans Hagen (Nederland)
  • Soort boek: kinderboek (10+ jaar)
  • Tekeningen: Martijn van der Linden
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 2 juni 2022
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 16,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Hans Hagen

Een wonder! Yoko wordt tijdens noodweer geraakt door de bliksem. Als ze bijkomt heeft ze een steen in haar hand, een steen waarmee ze mensen kan genezen. Oma’s rugpijn verdwijnt als sneeuw voor de zon, en het been van de buurvrouw geneest eindelijk.

Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje. Zieke mensen stromen toe, en het geld stroomt binnen. Niet alleen Yoko’s familie, maar het hele dorp profiteert mee van de wonderen die Yoko verricht.

Yoko raakt uitgeput van de lange dagen en van alle narigheid die ze ziet. Ze wil weer spelen met haar beste vriendin en terug naar school. Ze zou de steen het liefst weg willen smijten, maar er staan elke dag rijen wanhopige mensen voor de deur.

Niet alleen Yoko komt aan het woord. De bliksem, de steen, en een badkuip bijvoorbeeld hebben ook een stem in dit verhaal. Ze zorgen voor lucht en verrassende wendingen.

Dit meeslepende verhaal van Gouden Griffelwinnaar Hans Hagen is spectaculair in kleur geïllustreerd door Gouden Penseelwinnaar Martijn van der Linden.

Bijpassende boeken en informatie

Charles Baudelaire – Parijse walging

Charles Baudelaire Parijse walging recensie en informatie van het boek met prozagedichten uit 1869, Le Spleen de Paris. Op 25 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling door Hafid Bouazza het boek met prozagedichten van Charles Baudelaire. Bovendien zijn ook het Franse origineel en de Engelse vertaling door Louise Varèse opgenomen.

Charles Baudelaire Parijse walging recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het prozagedicht uit 1869, Le Speen de Paris, Parijse walging, Paris Spleen. Het boek is geschreven door Charles Baudelaire. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het beroemde boek met Franse gedichten van Charles Baudelaire in combinatie met de Nederlandse en Engelse vertaling.

Recensie van Tim Donker

Zegt iemand, zegt wie, zegt Guus Luijters: De moderne Franse poëzie begint bij Baudelaire.

Zegt iemand, zegt wie, zegt Marcel Proust: Baudelaire was de grootste dichter van de negentiende eeuw.

Zegt iemand, zegt wie, zegt Charles Baudelaire: schrijf altijd poëzie, ook als je proza schrijft.

Hoe vaak moet een schrijver in je leven komen voor je besluit hem echt te gaan lezen?

Het was vroeg in de jaren 00 toen Baudelaire voor mij meer dan een naam werd. Ik volgde Bob Geldof nog, zo vroeg in de jaren 00 moet het geweest zijn, en ik sprak Antonio nog wel eens – zo vroeg in de jaren 00 moet het geweest zijn. Ik denk dat Sex, age and death net uit was. Ik herinner me m drajen & ook m om Antonio’s oren slaan, ik herinner m recenseren in het blad dat wij toen maakten. Kraakpen. Zo heette dat blad. Zo vroeg in de jaren 00 was het dus. En Laura was er. Moje Laura. Lieve Laura. Laura die zong, en muziek maakte, iets met toetsen, een accordeon soms. Ze zou iets voor Kraakpen gaan doen, want later, als Antonio en ik groot waren, wilden we een verzamelseedee uitbrengen met daarop alle bands en artisten die wij goed vonden maar die naar onze smaak te weinig aandacht kregen. En Laura ging één van hen zijn. Want die had minstens één prachtig liedje gemaakt, Feel it heette dat liedje en op tot deze dag kan ik het nog niet horen zonder minstens één traan in een oog (het linker of het rechter) te krijgen. Er kwam nooit iets van die seedee, er kwam nooit iets van Kraakpen of althans na zekere tijd niet meer, en Antonio en ik kregen ruzie, en ik studeerde af, zo vroeg in de jaren 00 was het dus, en ik probeerde iets freelancerigs te doen, iets met een tekstbureautje ofzo, ik had zelfs een naam, ik wilde het Stijlbreuk noemen maar mijn vriendin en mijn schoonzus vonden dat te negatief klinken en ik luisterde in die dagen nog naar hen, ja zo vroeg in de jaren 00 was het, en toen was er dus heeltegaar geen naam meer voor dat tekstbureautje maar wat maakte het uit, ik had er toch al niks mee, het was eigenlijk meer een eufemisme voor werkeloos zijn, ik wilde geen zakelijke teksten schrijven en ik wilde geen reclameteksten schrijven en ik wilde geen interne slogans bedenken voor een Rabobank in Naaldwijk om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen, hel, ik wilde niet eens interne slogans bedenken voor een Rabobank in Naaldwijk die alle neuzen een andere kant op zouden krijgen, en heeldurdagen zat ik maar, thuis, en heeldurdagen verveelde ik me daar, thuis. Maar Laura was er nog. De seedee was er nooit gekomen maar Laura was er nog. Antonio en ik waren gebrouilleerd geraakt maar Laura was er nog. Schrijven voor het tekstbureautje wilde ik niet maar Laura schrijven wilde ik wel. Deed ik dus. Schrijven. Of mailen, hoe heet dat. Alle dagen. Heeldurdagen. Ik. Aan Laura. Laura. Aan mij. Wat lees je?, was een vraag die ik haar vaak stelde. Ik lees Baudelaire, zo luidde op een keer het antwoord, en Sex, age and death van Bob Geldof was uit, zei ik dat al?,  een vriendschap en een blad en een tekstbureautje later en nog altijd was die plaat niet oud, of niet echt oud, ik vond t in ieder geval nog steeds een goede plaat, een hele goede plaat  (inmiddels heeft hij al ruim tien jaar mijn seedeespeler niet meer van binnen gezien denk ik), en op die Sex, age and death was een regeltje “She read a poem by Baudelaire / sitting naked in a chair”, ik weet niet meer in welk liedje die regel voorkomt want inmiddels heeft die plaat al in ruim tien jaar mijn seedeespeler niet meer van binnen gezien maar sjeesis aan Laura denken en hoe zij naakt in een stoel gezeten een gedicht van Baudelaire las, was me verre van onaangenaam. Maar me aanzetten tot zelf Baudelaire gaan lezen deed het niet.

Ergens later. In diezelfde vroege 00’s maar dan iets later. Ik was getrouwd, wil je wel geloven? Niet met Laura, dat had ook niet gekund (alhoewel een mens misschien te snel de neiging heeft om onwaarschijnlijkheden als onmogelijkheden te klasseren en dat wat gebeurt als “voorbestemd”, terwijl, misschien, alles anders was geweest als je toen op die moje dag ergens in mei niet linksaf was gegaan maar rechtsaf, ja, misschien had dat iets in gang gezet dat al het onmogelijke mogelijk had gemaakt en al het onvermijdelijk zeer vermijdelijk, ja, wie weet), maar met die vriendin die Stijlbreuk een te negatieve naam had gevonden (had ik er dus ook meteen een hele leuke schoonzus bij, hoezee mij). De huwelijksreis voerde ons tot het zuiden van Portugal. Daar. Ergens een hotel. Een hotel met een bibliotheekje. Of. Naja. Zeg: ze hadden alles dat gasten in hun kamer hadden laten liggen voorzien van een stempel van het hotel en in kasten gezet. De ruimte waar die kasten stonden mocht dan bibliotheek heten. Er stonden boeken in allerlei talen. Engels. Duits. Spaans. Portugees. Nederlands. Ik was vaak in dat bibliotheekje. Mijn vrouw, ja ze was ineens mijn vrouw, lag aan het zwembad misschien maar ik stond in de bibliotheek. Ik pakte. Zeg gerust: ik jatte. Ik pakte jatte daar van alles. Dat boek over de geschiedenis van de reuk van Alain Corbin, bijvoorbeeld. Maar ook Iemand, niemand en honderdduizend van Luigi Pirandello. En Dronken van weemoed, de vertaling van Paris Spleen zoals die in 1993 in pocketversie uitkwam bij het Groningse BoekWerk. Ik las het wel, ik las het niet. Ik las het een beetje. Ik las het soms. Ik las het zo-zo (het was een zo-zo sorry). Het was bij me. Het was het mooiste dat ik ooit had gejat, waarom het dan ook nog helemaal lezen?

Later werd het later en in ergens een winkel in twedehands boeken vond ik Dichters van de avant-garde. De moderne Franse poëzie. Ik kocht het. Ja. Ik kocht het voornamelijk omdat Stéphane Mallarmé, Comte de Lautréamont, Alfred Jarry, Jacques Rigaut, Henri Michaux en Francis Ponge erin stonden (naast vele anderen). Helden. Helden. Helden. (Hoewel: Ponge?) (?) (??) (???) (Bij toegeeflijkheid dan misschien) (dacht ik vandaag) (toen ik lang het stasjon fietste) (mijn zoon had gezegd) (mijn moje lieve wijze grappige fantastiese negenjarige onvergelijkbare zoon) (had gezegd) (dat ik zo moest fietsen) (zo door die straten moest fietsen) (zo door die straten langs wat uiteindelijk het stasjon bleek te zijn moest fietsen) (om te komen) (om bij die supermarkten te komen) (om bij die supermarkten te komen die ooit op loopafstand waren) (& fietsend) (& daar) (dacht ik dat Ponge het soort held is dat je op de koop toe neemt als je bepaalde andere helden omarmd) (& held bij toegeeflijkheid, dat vond ik mooi, daar grijnsde ik even om) (van oor tot oor) (toen ik fietste langs wat f’domme dat goeje ouwe stasjon Vleuten bleek te zijn). Maar daar, in dat boek, die bloemlezing, ontbrak die onvermijdelijke Baudelaire natuurlijk ook niet; het onvermijdelijke ontbreekt nooit – het is p’sies daarom dat we het het onvermijdelijke noemen: omdat het nooit ontbreekt (tenzij iemand, tenzij we toen allemaal, op een moje dag in mei, rechtsaf waren gegaan waar we eigenlijk linksaf wilden). Drie gedichten: Correspondenties, In het voorbijgaan en Om één uur ’s nachts. Die eerste twee vond ik nogal saai (volgens mij rijmden ze zelfs!) maar het prozagedicht Om een uur ’s nachts vond ik fantasties.

Later. Later nog. Dit moest per post komen. Het door Alan Ziegler geredigeerde Short. An International Anthology of Five Centuries of Short-Short Stories, Prose Poems, Brief Essays and Other Short Prose Froms. Ik had het besteld omdat het me in die dagen bezig hield zo veel mogelijk te zeggen in zo weinig mogelijk woorden. Of ik zelf niet. Maar anderen. Hoeveel de anderen veel kunnen zeggen in zo weinig mogelijk woorden. Internationaal, vijf eeuwen omspannend. Daar moesten goeje dingen tussen zitten. Of. Na. Ja. Wie er tussen zat. Ja hoor. Natuurlijk weer Baudelaire. The Stranger, Dog and Flask, The Bad Glazier, Get Drunk. En humzie. Ik was nog altijd niet overtuigd. Ja, Get Drunk vond ik goed. Maar dat kende ik eigenlijk al. Het was een van de teksten die ik wél gelezen had in het door mij uit die Portugese hotelbibliotheek ontvreemde pocketversie van het eigenste boek dat hier nu voor me ligt.

Want ja. Er was Querido voor nodig. Er was hardcover voor nodig. Er was Louise Varèse voor nodig (want de vrouw van, en een elektroniek poëem, een poëem waar je doorheen kon lopen – hoe kan een mens daar niet van opkijken). Er was Hafid Bouazza voor nodig. Er waren drie talen voor nodig. En nu heb ik hem gelezen. Baudelaire. Nog net geen twee eeuwen later. Nu heb ik hem echt gelezen. Voorbij een zo-zo lezen, een hier of daar lezen, een hum en humzie lezen.

Of. Naja. Daar zeg ik wel: drie talen. Maar één taal valt al af. Je kunt er die Baudelaire natuurlijk niet op afrekenen dat hij een Fransoos was. Maar Frans is wel de allerlelijkste taal wereldwijd, en allertijden. Het verslaat zelfs Italiaans in lelijkheid. En dat wil wat zeggen. Het is een taal die ik niet spreek, die ik niet wens te spreken, die ik nooit zou willen spreken, of lezen. Als er één reden is waarom Stefan Themerson niet deugt, dan is het omdat hij de Franse sietaten die hij in zijn filosofiese beschouwingen opneemt onvertaald laat. Een lelijkheid waaraan wel meer filosofen lijden. Hier wil ik een eind aan maken mensen. Ofwel je laat elk sietaat onvertaald, of het nu in het roemeens, japans, swahili, sjienees of etruskies is; ofwel je vertaalt alles dat niet behoort tot de moedertaal van de schrijver of de (vermoedelijke) lezers. Maar stop in elk geval te denken dat ieder “belezen” mens Frans zou kunnen lezen. Ik haat Frans. Ik heb Frans zo snel als het maar kon uit mijn vakkenpakket gegooid. Ik. De talenman. Ik snuif de taal. Ik zou elke taal willen spreken. Behalve Frans. Dus. Naja. Frans lees ik niet.

Een tweetalige bundel dan.

Of. Naja.

Las ik het Engels van Louise Varèse, boeide het me ineens minder. Boeide me minder wat me in het Nederlands wel geboeid had. Zegt iemand Dat komt omdat het niet je moedertaal is. Alleen in je moedertaal vat je elke nuance.

Denk ik ja.
Denk ik hum.
Denk ik misschien.

Zegt iemand, zegt Baudelaire:

“…fiacres attardés et éreintés.”

Zegt Nannie Nieland-Weits (die van die pocket die ik gejat had in Portugal):

“…verlate, afgebeulde huurkoetsjes.”

Zeggen Thérèse Fisscher en Kees Diekstra (die hetzelfde gedicht voor Dichters van de avant-garde mochten vertalen):

“…verlate, afgejakkerde koetsen.”

Zegt Louise Varèse:

“…belated and weary cabs.”

Zegt Hafid Bouazza:

“…verlate en afgematte fiakers.”

Of, in hetzelfde gedicht, Baudelaire zegt: “sauteuse”; wat bij Nieland-Weits een “vlinder” wordt; bij Fisscher en Diekstra een “hoertje”; bij Varèse een “dancer” en bij Bouazza een “acrobate”. In zijn noten (Bouazza heeft noten, Varèse niet) schrijft Bouazza dat sauteuse zowel acrobate als slet, prostituee kan betekenen maar dat Baudelaire-kenner Claude Pichois meent dat de eerste betekenis van sauteuse hier beoogt wordt.

Of neem – nee, wacht.

Wat ik bedoel is: wat is vertalen?

Zegt iemand, zegt wie, zegt Bart Vonck vertalen is verhuizen.
Zegt iemand, zegt wie, zegt Nicolaas Matsier vertalen is verschalen.

De levenswee. De ennui. De weltschmerz. En hoe die in woorden te vatten, de woorden van een andere taal, de woorden van een taal waarin Baudelaire ze niet gevat had. De Bouazza-vertalingen lezend, vroeg ik me af: Zou Baudelaire een duister schrijver geweest zijn? Een moeilijk leesbare schrijver – het soort schrijver dat niet mikt op de betekenissen die direkt achter de woorden liggen, maar verder gelegen betekenissen. Het soort schrijver, u weet, dat het niet over “koetsen” heeft maar over “fiakers”; en met een sauteuse niet de misschien voordehandliggendere “wulpse” betekenis beoogt (een hoertje, een danser, of de fladderende vlinder) maar de -nogmaals: misschien- minder alledaagse zin van “acrobate”. Iemand zei: Baudelaire moet ook voor Fransen een heel leesbare schrijver zijn want anders verdwijnt dat op den duur. Ik weet niet of die redenering hout snijdt. Dan zou alles dat het uit de vergangenheid tot hier redt een zekere mate van toegankelijkheid moeten hebben gehad, gedurende alle era’s die het overleeft heeft. Ik vraag me zeer hard af of dat het geval is.

Het lijkt mij niet ondenkbaar dat Baudelaire een minder toegankelijke schrijver was – met zijn onverhoedse surrealisme (een “gewoon” reisverhaal krijgt zomaar ineens een surrealistiese wending), zijn referensies aan mythen en oude volksverhalen, zijn soms ellenlang meanderende zinnen en zijn voorliefde voor het schimmige en het angstaanjagende. Hij zal in ieder geval niet “makkelijk wegleesproza” hebben willen schrijven. In dat geval heeft Bouazza mogelijk de “meest echte Baudelaire” in zijn vertalingen naar voren gehaald – is hij m in ieder geval dichter op de huid gebleven dan Nieland-Weits wier Dronken van weemoed wél gemakkelijk wegleest.

Uit de noten, waarin Bouazza gloedvol doceert, blijkt ook de passie, de liefde voor de tekst, het geschreven woord, literatuur, geschiedenis; ieder woord ten volle willen vatten. Is dan Baudelaire misschien mogelijkerwijs wellicht (bijwoorden van twijfel) meer recht gedaan met deze soms misschien wat barokke & soms misschien wat “moeilijke” & soms misschien wat duistere, maar in ieder geval altijd intrigerende vertalingen dan met die van vertalers die andere keuzes maakten? De twintig door Bouazza vertaalde teksten vormen voor mij in ieder geval het kloppend hart van dit boek. Ik las ze met smaak, aandacht, rust. Ook al door die prachtige (en ook niet altijd even lieflijke) illustraties van Marlene Dumas.

Maar Le Spleen de Paris bestaat uit meer dan twintig teksten. Baudelaire schreef er vijftig. Bouazza kon dat niet allemaal vertalen, want Bouazza die ging dood. In 1947 was er al een Engelse vertaling (door Louise Varèse) uitgekomen bij New Directions en Querido voegde die vertaling toe aan deze bundel opdat mensen zoals ik -Fransweigeraars- toch nog de dertig overige teksten kunnen lezen. En ik las. De eerste twintig opnieuw (& dacht soms: Bouazza deed dat toch beter) (maar f’ruit, laat ik geloven in die het-is-je-moedertaal-niet tejorie) & dan de andere dertig.

En dacht soms Misschien waren twintig teksten toch wel genoeg geweest, Baudelaire.

En soms een lichte irritatie. Een bepaalde koketheid misschien, iets waaraan het decadentisme natuurlijk sowieso niet vreemd is; het spleen, de Weltschmerz, de ennui de vivre, de gevoelige natuur, het lijden aan het leven, hoe herkenbaar allemaal ook, het kan soms ook een beetje op de zenuwen werken.

Maar dan weer.

The eyes of the poor. Hee. Maar dat ken ik. Van The Cure dan nog. Het Kiss me kiss me kiss me album van die band was één van de eerste niet-metal platen die me trokken. Mijn oudste zus had die plaat, ik had m haar gegeven voor haar verjaardag, rib uit mijn lijf, was nog een dubbelelpee ook en voor het geld dat ik eraan uitgaf kon ik alvast niet de nieuwe D.R.I. kopen en dan nog geld overhouden ook want Crossover was géén dubbelelpee. Afgrijselijk. Een plaat kus me kus me kus me noemen, en dan die hoes, en dan dat haar van die Robert Smith, en dan het feit dat het geen metal was en al helemaal geen D.R.I. En toch. Soms, als ze er niet was, ging ik stiekem naar mijn zus heur kamer om stukjes en beetjes van Kiss me kiss me kiss me te luisteren. How beautiful you are nam ik, al even stiekem, op een bandje op waar het stond tussendoor Slayer, Venom, Kreator, Destruction, Napalm Death en Extreme Noise Terror. Ik weet niet waarom het juist dat liedje werd. Ik kon het al snel meezingen, misschien daarom; meezingen was me met Napalm Death alvast nooit gelukt. You want to know why I hate you, I’ll try and explain, remember that day in Paris, when we wandered through the rain? En eerst nu pas, zoon vijfendertig jaar later, realiseer ik me dat die Smith de tekst van How beautiful you are bijna integraal heeft gejat van Baudelaire. Bij hem heette het The eyes of the poor. En eindelijk begrijp ik die haat, die ik in de versie van Smith altijd een beetje overdreven vond want waarom zou je iemand haten alleen omdat ze het niet fijn vindt dat er mensen naar haar staren? Langs de andere kant vatte “How no-one ever knows or loves another” de boel dan weer goed samen maar dat zijn nu weer zoon beetje de enige woorden die Smith klaarblijkelijk zelf verzon.

Of, pagina’s later, een genereuze duivel tegenkomen; genereus genoeg om hem op te nemen in je gebeden: “O God, laat de duivel zijn belofte houden!”

Of, pagina’s later, het overbekende Enivrez-vous (Get drunk) (Wees altijd dronken) – overbekend ja maar desalniettemin nog altijd magistraal, prachtig, adembenemend, en, na 150 jaar, nog altijd zeer levendig.

Of, pagina’s later, een vrouw in een raam & je hebt haar hele levensgeschiedenis reeds verzonnen. Mogelijkerwijs ga je zeggen: “Hoe weet je dat wat je verzonnen hebt haar ware verhaal is?” En dan die fantastiese repliek: “Wat maakt het uit wat werkelijkheid is buiten mijzelf, zolang het me helpt te leven, te voelen dat ik ben en wat ik ben?”  En ik denk aan een werkelijkheid buiten mijzelf, een werkelijkheid buiten onszelf, een werkelijkheid die “daar is”, wat me onbestaande lijkt. En ik denk aan Stefan Themerson (ge weet, die zeikerd die zijn franse sietaten wel eens had mogen vertalen maar verder een briljant filosoof, dichter en schrijver was), die gezeid haadt: “’Weten’ betekent dat wíj weten.”, en: “Ik weet dat dit voorwerp hier is wat we gewoonlijk ‘een tafel’ noemen maar ik weet ook dat het voor een termiet voedsel zou zijn, voor de vloer eronder is het gewicht, voor onze grootvaders is het wat-is-er-met-die-prachtige-boom-gebeurd?, en voor onze kleinkinderen – een oninteressante episode in verband met de vroegere geschiedenis van enkele anonieme stukjes materie die, over de hele wereld verspreid en zelfs niet langer identificeerbaar als as, deelnemen aan verscheidene processen. Dus ik weet dat deze tafel zonder mij geen tafel is. Ik ben noodzakelijk voor zijn bestaan als tafel. Het is een tafel door de vooringenomenheid van mijn bewustzijn.” En lezend, en denkend, en drinkend, ergens ver na het middernachtelijk uur in een vakantiehuisje in België, ben ik, ook zonder Bouazza, dan toch weer eventjes onder de indruk van de rijkheid van Baudelaire. Al vroeg ik me wel af – ofnee, niet nu, dat komt later.

Of, pagina’s later, de soep en de wolken, dat exact dáár over gaat: soep en wolken, en de laatste vier regels vond ik grappig, ze hadden me gnuivend, ergens op een weesee, ik geloof dat het in Balen was (want ik dacht nog, even, aan groenten en aan Walter van den Broeck).

Dat het dus zo was dat Varèse me, anders dan Bouazza, niet met elke tekst aan mijn stoel nagelde. Maar misschien was het de veelheid. Misschien was het mijn moedertaal niet. Er bleven teksten die me in hun ban hielden. Er bleef, steeds, pracht. En af en toe, toch, de uitroep O Bouazza waarom moest gij dood gaan? Ja, ik weet waarom gij dood moest gaan. Gij hield van een neut en meer nog van twee. Gij dronket uzelf dood. Maar toch: waarom moest gij nu dood gaan?

Maar ondanks die uitroep. Lof voor Louise Varèse. Lof voor Marlene Dumas. Lof voor Querido. Maar vooral: lof voor Baudelaire. De man die eeuwen kan overleven. En minimaal drie talen. En geen spat aan kracht inboeten. Dan ben je de grootste ja. En niet alleen van de negentiende eeuw. Misschien ook van de twintigste en de éénentwintigste.

Charles Baudelaire Parijse walging Recensie

Parijse walging / Paris Spleen

  • Schrijver: Charles Baudelaire (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse prozagedichten
  • Illustraties: Marlene Dumas
  • Origineel: Le Spleen de Paris (1869)
  • Nederlandse vertaling: Hafid Bouazza
  • Engelse vertaling: Louise Varèse
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 25 mei 2022
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 39,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek van Charles Baudelaire

Na hun succesvolle samenwerking in William Shakespeares Venus en Adonis besloten Hafid Bouazza en Marlene Dumas de handen opnieuw ineen te slaan. Ditmaal zou hij de vijftig prozagedichten vertalen die Charles Baudelaire (1821-1867) verzamelde in Le Spleen de Paris, en zij zou zijn vertaling illustreren.

Op 29 april 2021 stierf Hafid Bouazza. Marlene Dumas maakte schilderijen en tekeningen bij de twintig prozagedichten waarvan hij de vertaling voltooide. Ze liet zich inspireren door de sfeer van de tekst en de specifieke klankkleur van Bouazza. Zo werd het boek een postume ode aan hun vriendschap.

Charles Baudelaire wordt beschouwd als de dichter van het spleen, een zwaarmoedigheid, een intense verveling die tot weltschmerz leidt. In Le Spleen de Paris schetst hij portretten van rouwende weduwen, afgewezen minnaars, mensen die vechten tegen het donker om hen heen en in zichzelf. Wie deze magnifieke bundel leest, beseft dat Les Fleurs du mal ten onrechte grotere bekendheid geniet.

Het Franse origineel is in Parijse walging geheel opgenomen, evenals een Engelse vertaling van de hand van Louise Varèse. Het hart van het boek wordt gevormd door de twintig door Marlene Dumas geïllustreerde vertalingen van Hafid Bouazza.

Bijpassende boeken en informatie