Lies Gallez honger, heteronormativiteit & het heelal recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 21 februari 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido het boek met poëzie van de Nederlandse schrijfster Lies Gallez.
Lies Gallez honger, heteronormativiteit & het heelal recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel honger, heteronormativiteit & het heelal. Het boek is geschreven door Lies Gallez Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de eerste dichtbundel van de Vlaamse schrijfster Lies Gallez.
Recensie van Tim Donker
Wat is dat eigenlijk met verwachtingen en hoe hoog ze zijn?
Die vakantie waar je al zo lang naar uit keek.
Die liefde die bij aanvang nog zo enig in zijn soort leek.
Die seedee die je bestelde en die van ver moest komen en waarop het wachten lang was.
Dat biertje dat je gevonden had in ergens een winkel in ergens een stad waar je nooit kwam, dat moje en bijzondere biertje dat je nu al zo lang bewaarde voor een speciale gelegenheid, een speciale gelegenheid die nooit kwam dus wierp je het op zomaar een regenachtige vrijdagavond in je glas na een lange en zware werkdag, je had nog maar net gegeten, iedereen was al naar bed en je zat daar maar alleen en dit moest dan maar die speciale gelegenheid zijn dan.
Wat is dat met verwachtingen dat ze niets anders lijken te kunnen doen dan je teleur te stellen? Speciaal als ze hoog waren, die verwachtingen.
Denk ik: hebben verwachtingen hoogtevrees misschien.
Denk ik: is het in je brein altijd mojer dan daarbuiten misschien.
Denk ik: is dit gods manier om ons te harden voor het leven misschien.
En dan: dan is het zoon vrijdagavond. Het is precies zoon vrijdagavond na een veel te lange en veel te zware werkdag. Het is zoon vrijdagavond waarop je nog maar net je avondeten achter je kiezen hebt als iedereen al naar bed is en je zit daar maar. Je zit daar maar in je leesstoel en verrek in je glas mogelijkerwijs precies zoon biertje dat je eigenlijk bedacht had voor dat soort van speciale gelegenheid dat maar nooit lijkt te komen. Je hebt je eten op, je hebt je koffie op, iedereen is naar bed, je hebt je glas gepakt en dat stomme helemaal niet zo speciale biertje en je hebt het uitgegoten en nu zit je daar. In je hand rust een bundel. In je hand rust een poëziebundel. In je hand rust een poëziebundel van een Lies Gallez die je niet kent en zie daar je speciale gelegenheid. Poëzie is je speciale gelegenheid. Lies Gallez is je speciale gelegenheid. Dat je haar niet kent is je speciale gelegenheid.
Dat doorbladeren. Ja. Dat eerste doorbladeren. Niets in de hele wereld kan vergeleken worden met het eerste doorbladeren van een boek, meer speciaal van een poëziebundel. Likkebaarden aan de bladspiegel. Zo heerlijk gekriebeld worden door een zin. Zwemmen in het paginawit. En weten dat je dit tot je gaat nemen. Weten dat je dit tot je gaat nemen. Niet nu, maar ooit. Niet nu, maar snel.
Net dat is je fout natuurlijk.
Dat je het niet nu gaat lezen, maar ooit, maar snel bedoel ik.
Hoe ik daar zat, zoon als speciale gelegenheid vermomde doodgeslagen vrijdagavond met Lies Gallez op mijn schoot, hoe ik honger, heteronormativiteit & het heelal doorbladerde met een voor een misschien specialer gelegenheid bedoeld biertje onder handbereik (dat wil zeggen dat het stond in de kast naast me), hoe ik bladerde, hoe ik dacht Dit gaat geweldig zijn, hoe ik, na dat eerste doorbladeren dacht Dit gaat de mooiste bundel van 2023 zijn.
Maar mijn fout was dat ik niet meteen begon met lezen.
Het lezen uitstellen, het luisteren naar een nieuwe seedee uitstellen is wat ik voortdurend doe. Ik weet niet, ik denk dat het daar beter van wordt ofzo. Alsof zoon dichtbundel nog even moet rijpen. Alsof alle tintelingen, alle sprankelingen in mijn lijf heen en weer en op en neer moeten gaan en ik pas dan, wanneer de voorpret via mijn oren naar buiten gedrukt wordt, klaar ben om te gaan lezen.
Dan. Dat lezen. Het echte lezen. Niet het voorlezen, het schampende lezen, het vooral-niet-echte lezen. Het lezen dat niet een aanvang neemt op een vrijdag nadat je je afgebeuld hebt, veel te veel, veel te zwaar, onder veel te extreme weersomstandigheden; zoon vrijdag waarop elke streling, elke liefkozing, elk welgemikt woord je weldadig zou zijn – zoon soort vrijdag is het niet als je begint met lezen.
Misschien is het dinsdag als je begint met lezen.
Misschien is het dinsdag en de kinderen zijn naar school en de regen slaat tegen de ruiten en de weesee beneden moet nog opgekuist en de weesee boven moet nog opgekuist en de boodschappen moeten nog gedaan en je weet niet eens wat je je gezin vanavond zal voorzetten en je hebt geen zin om de man te zijn die de boodschappen moet doen de weesees op te kuisen de kinderen uit school te halen het avondmaal te maken maar die man ben je die taken heb je en het is dinsdag en de regen slaat tegen de ruiten en de klok zegt dat je even hebt, nog heel even, nog even om te zitten met je kop koffie en komaan met honger, heteronormativiteit & het heelal.
Ow.
De bundel van de vrijdag, toen iedereen naar bed was en je dat niet geweldige maar toch ook lang niet misse biertje in je glas had.
De bundel die je deed vermoeden.
De bundel die je zo ontzettend vrijdag deed zijn.
Behalve dat het nu geen vrijdag is maar dinsdag, een grauwe dinsdag bovendien, nog vroeg in de ochtend, je kop bevat niets dan koffie en er is nog veel te doen, en dan die bundel, ja die stelt teleur natuurlijk en dat is niet eens de schuld van Lies Gallez.
Of. Toch.
Ja, gedeeltelijk is het toch wel haar schuld. Ze kan ook minder schreeuwwoorden gebruiken. Woorden die staan en schreeuwen en aanwezig staan te zijn en alles behalve toevallig hun plaats in een zin innemen. Woorden als dood en sterven en liefde en hart en neuken misschien. Zulke woorden. Woorden die de taal doen ophouden met stromen. Woorden die de taal tot stilstand brengen. Omdat ze al zo lang zo hard hebben staan schreeuwen dat ze inmiddels hun stem hebben verloren en niets meer zeggen. Een mens moet oppassen met zulke woorden, speesjaal in poëzie en bij Gallez komen ze net iets te vaak voor.
En ook: misschien mag het een tikje minder vaak over gevoelens en therapie en eenzaamheid en psychiaters gaan, mag het een tikje minder vaak preken, mag het een tikje minder vaak deugen.
Zoals. B’voorbeeld. langeafstandsrelatie vs. de pandemie joeg me speciaal de gordijnen in (alleen al dat “de” pandemie) (of misschien meer dat de “pandemie”) (nee toch vooral dat “de”). Alle deugers die zo hard deugden dat ze hun oma’s en hun opa’s lieten verrekken en hun liefdes en verlangens op zolder lieten verdorren om maar de braafste leerling van de klas te zijn die goed begrepen dat de volksgezondheid nu vóór alles ging (volksgezondheid mijn aars!) (en gij geleufde dah?), wat alle ondeugers almeteens tot de raddraaier van de klas maakte: in het schijnsel van de aureooltjes van de deugers leken zij immers nog lelijker: al wie behept was met een iets genuanceerdere blik op de “pandemie” (ja zelfs het gebruik van zulke aanhalingstekens plaatste je onverbiddelijk in een uiterst verdachte politieke hoek) was minimaal een gevaarlijke gek maar eigenlijk gewoon een massamoordenaar; waar het lang een goed ding heette krieties te zijn, en niet alles wat de teevee ons voorkauwt voor zoete koek te slikken, maakte diezelfde krietiese inslag je nu ineens tot een uiterst suspect persoon; ik, kortom, kan weinig ontroering voelen voor aanrakingen die denkbeeldig moeten blijven omdat wat er te lezen valt op de site van het ministerie van buitenlandse zaken volledig ernstig genomen wordt (en dat “vegan” lasagne staat me ook niet aan trouwens) (waarom “vegan”?) (waarom niet vegetaries of voor mijn part veganisties).
Of. De poëzie iets minder nadrukkelijk poëzie laten zijn misschien. “dat je je afvraagt hoe bang sterren zijn als ze sterven”, zoon zin. Gezwollen en lillend staat die zin, en een tikje belachelijk. Draven doe je beter laag, en niet hoog.
Maar dit is het andere:
die hooggespannen verwachtingen die waren niet zomaar. Die waren niet alleen maar ingefluisterd door vrijdag en bier en alleen in de kamer zijn en de stilte die wiegt. Die hadden wel degelijk te maken met wat ik gezien had en gelezen had op een bladzijde hier of een bladzijde daar. Dat is het andere.
Het andee is die hand. Die hand die af en toe uit deze bundel naar omhoog komt en me van mijn sokken mept de hand die zegt lees dan toch beter sukkel de hand die me bijwijlen bij mijn strot grijpt en me versuft achterlaat.
Het andere is de hand.
Het andere is dat Gallez absoluut een poëet van formaat is.
Het andere is dat Gallez in een nabije of een verdere toekomst zomaar eens met een geniale bundel op de proppen gaat kunnen komen.
De hand te ervaren. In een gedicht als rood ik zeg. Of in een gedicht als nooit meer moeder zeggen ik zeg.
Of. de correlatie tussen knikkende hoofden en de norm:
“je zit in het café met bier. over het algemeen ben je gelukkig. iemand werpt een / vraag in je schoot: wanneer wist je eigenlijk dat je ook op vrouwen viel?”; “a. misschien was het donderdag. de vuilniskar schoof langzaam door de straat. / je dronk oploskoffie in de tuin, er zat een merel in de magnolia en toen wist je / het.”; “b. misschien was het zondag. je wilde geen jurkje aan. je wilde in het bos / spelen. je wilde tegen bomen praten onder een helderblauwe lucht en toen wist / je het.”; “d. misschien was het vrijdag en toen wist je het.”; “je wil zeggen: ik word verliefd op de ziel. / je wil zeggen: de ziel, de ziel, de ziel. / en toen wist je het.” –
Toen wist ik het. De hand. De poëzie. De taal. De taal van de vuilkar en de tuin en de oploskoffie en de merel en de magnolia en het jurkje en zelfs de taal van de ziel (al is dat een onbruikbaar konsept). De taal van de dagen die een donderdag een zondag of een vrijdag hadden kunnen zijn. Het weten dat altijd een weten is dat er ineens is, of altijd al geweest is, en wat doet het er verder toe. Toen las ik, toen smolt ik, toen liep ik weg door het afvoerputje (heeft mijn huiskamer een afvoerputje? ik hoop het).
Een fantasties idee ook is een wisselkantoor voor vragen, zoals in wisselkantoor voor vragen (ha!); een idee dat poëties en mooi en pregnant en absurdisties is – wat een prachtige kombinasie van eigenschappen is. Een idee dat een lamp aanzette in mijn brein die uiteindelijk heel mijn lijf verlichtte, mede omdat het me deed denken aan één van de geniaalste passages uit de wereldliteratuur, uiteraard van de hand van JMH Berckmans (een beter schrijver heeft immers nooit geleefd): “Soms zou je wel eens willen binnenstappen bij het Centrum voor Levensvragen om de hoek en er wat van je Levensvragen afvuren op de maatschappelijk werkster van dienst.
Bestaan Zombie’s echt?
Is armoede relatief?
Duurt eerlijk het langst en komt Loontje om z’n Boontje aan het eind van de fabel?
Waar is God?
Is leven erger dan de dood?
Wat zijn zwarte gaten?
Wie schreef het boek der Liefde?
Who put the bomb in the bom-sh-bom and who put the ram in the ding-along-a-ding-dong?
Hoe heette de hond van Napoleon?
Antoinette, wie heeft de bal?
Wat is het teken van de christenmens?
Wat te doen?
Hoe laat is deze potsierlijke vertoning afgelopen?
Quanto costa?
Wat is het nummer van de brandweer?
Zien wat de maatschappelijk werkster zegt.”;
de “potsierlijke vertoning” waar Lies Gallez van dicht is van andere maar daarom niet mindere aard. De mensen staan in een rij voor het loket bij dit wisselkantoor; kennelijk hebben velen zo hun vragen die ze het liefst nooit meer gesteld horen worden:
“het is eindelijk jouw beurt. aan het loket zeg je: ik wil aller heteronormatieve / vragen die me ooit gesteld zijn inruilen: heb je een vriend?, hoe ziet je ideale / man eruit?, wanneer ga je trouwen?, wanneer krijg je kinderen?”
(wacht eens even, stellen mensen elkaar echt dit soort vragen? niemand heeft deze dingen ooit aan mij gevraagd. maarja ik ken dan ook al mijn hele leven lang geen ene mens)
Maar zijn de vragen die Lies Gallez hiervoor terug wil werkelijk veel beter? “wanneer zul je sterven”; “ben je gelukkig?” – als we dan toch onnozel gaan doen, vraag er dan liever “Wat is het nummer van de brandweer?” of “Antoinette, wie heeft de bal?” er voor terug. De hinderlijke neiging zich te verliezen in schreeuwwoorden als geluk en sterven had ik reeds benoemd maar hier wil ik toch nog wel even zeggen dat ik het jammer vind dat zo’n fenomenaal gedicht zo zwak moet eindigen.
Gallez kan zoveel met woorden. Het ongemak dat een mens voelen kan tijdens wat mij een zuigelingenstortbad leek te zijn (ja zuigelingenstortbad want je denkt toch niet dat ik babyshower ga zeggen he) (Gallez zegt het ook niet; Gallez schetst alleen en daar is Gallez op haar best: als ze niet zegt maar schetst). De suffe gesprekken, de taartpunten “op dessertborden met gouden randjes”!), om beurten de baby vasthouden; hoe afgezonderd je je kunt voelen in een gezelschap, ik herken dat wel. Ik herken dat goed. Op het laatste familiefeestje hier in het kot (wat mijn dochter werd acht) (mijn lieve moje grappige geweldige dochter werd acht) ging iedereen, de een na de ander, vertellen op welk uur van de dag ze hun vaatwasmasjien inruimden en op welk uur van de dag ze hem weer leeghaalden (meestal was dat een ander uur dan dat eerste uur); en ook hoe de vaatwasmasjien eruit zag en welke mogelijkheden hij had en ik zat stil en dacht dat ik niets, niet één woord, te zeggen had over een vaatwasmasjien behalve misschien dat ik het het meest overbodige apparaat allertijden vind.
Zo zijn er.
Zo zijn er nog.
Zo zijn er nog gedichten.
Zo zijn er nog wel wat gedichten die me volledig bij de kladden hadden. homophobic ashes; love story; hoe er zo lesbisch mogelijk uit te zien en to cure your sexualitiy from wet pussies zijn niets kort van geniaal of misschien zoveel kort daarvan dat ik de noodzaak niet helemaal inzie van die engelstalige titels maar alleen al die eindzin van dat laatstgenoemde gedicht: “ze voorspellen: als het leven een wit blad papier is, krijg jij de kantlijn waarin je / jezelf mag zijn.” vervuld me met een stille vreugd zoals die van een goede roodwijn ofzo.
Het ronkt en het vonkt bij Gallez; ik hou van haar ritmiek, de herhaling, de vormexperimenten, de vele prachtzinnen die ze me te rapen geeft. Op andere momenten lijkt het me nog een weinig te onvolgroeid. Zegt Dieuwertje Mertens (is dat eigenlijk de Dieuwertje waarmee Gallez trouwen wil?): “Gallez debuteerde met een verhalenbundel, maar door haar beeldende manier van schrijven en de nadruk op stijl vermoed ik dat er ook een dichter in haar schuilgaat, die ieder moment de weg naar buiten kan vinden. Ik kan niet wachten.”
Wel, dat had Dieuwertje goed gezien dan (ik weet niet, ik heb die verhalenbundel nooit gelezen, Gallez vloog tot nog toe onder mijn radar, mogelijkerwijs lag de poëzie er in die verhalen zo duimendik bovenop dat je moeite moest doen om ernaast te kijken). De dichter Gallez is met honger, heteronormativiteit & het heelal naar buiten gekomen. Nou doe ik nog een voorspelling: vanaf hier liggen er twee wegen voor die dichter open.
Op de eerste weg zal ze de schreeuwwoorden achter zich laten, de taal zelf tot poëzie laten bloeien, vindt ze nog meer van die kleine, haast nonchalante zinnen waarin zoon ongekend wonderschone kracht tot uitdrukking komt en speelt ze nog meer met ritmiek, herhaling en vormexperimenten –
Langs die weg zal ik haar volgen. Langs die weg zal ik alles van haar lezen. Langs die weg zal ik haar grootste fan zijn.
De andere weg? De weg van nog meer sex, nog meer preek, nog meer Engels, nog meer grote grote woorden, nog meer geluk, nog meer sterven (en nog meer fans waarschijnlijk). Langs die weg zal ik niet staan. Langs die weg zal ik zitten. Verdiept in mijn zoveelste herlezing van honger, heteronormativiteit & het heelal.
honger, heteronormativiteit & het heelal
- Schrijfster: Lies Gallez (België)
- Soort boek: gedichten, poëzie
- Uitgever: Querido
- Verschijnt: 21 februari 2023
- Omvang: 72 pagina’s
- Uitgave: paperback
- Prijs: 20,00
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van het nieuwe boek met gedichten van Lies Gallez
het geluid van een eenzame hond
uit het huis van je buren horen.
oordoppen op maat laten maken.
een reis naar de dode zee boeken.
nog meer mieren. nu vliegen ze.
altijd niemand blijven.
ben je al bang?
In honger, heteronormativiteit & het heelal maakt Lies Gallez een uitzoomende beweging. De bundel begint bij het kleine ik. Maar al snel plaatst diezelfde ik zich tegenover de ander, die zo verschillend en tegelijkertijd ontzettend gelijkend is. In het laatste deel staat die ik tegenover en midden in de grote, mooie, moeilijke wereld waarin we leven.
honger, heteronormativiteit & het heelal is een verbluffend eerlijk poëziedebuut dat licht en donker samenbrengt. De bundel kruipt in je hart, in je geweten, onder je huid tot een vreemde je op straat vraagt: hoe te eren wat voor altijd boven je hoofd hangt zonder een vogel of wolk te zijn?
en je dan antwoordt: o.
Lies Gallez (België) – Het water vangen
verhalen, debuut
Uitgever: Querido
Verschijnt: 2 maart 2021
Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitstekend)
Bijpassende boeken en informatie