Tag archieven: Poëzie

F. van Dixhoorn – Het doel van de opticien en De kat van de muziekschool

F. van Dixhoorn Het doel van de opticien en De kat van de muziekschool recensie van Tim Donkers en informatie over de inhoud van de dichtbundels.

F. van Dixhoorn Het doel van de opticien en De kat van de muziekschool recensie van Tim Donker

Hoe vaak was poëzie me een revelatie? Ik doel niet op schoonheid. Duizend keer vond ik gedichten prachtig. Ik heb het ook niet over poëzie van de daken willen schreeuwen. Duizend bundels heb ik van de daken willen schreeuwen, opdat ze wisten, de sukkelaars in de straten, opdat ze wisten. Ik spreek ook niet over poëzie die me de adem benam, aan de grond nagelde, me met stomheid sloeg. Duizend gedichten benamen me de adem, nagelden me aan de grond, sloegen me met stomheid.

Nee.

Ik bedoel.

Hier is wat ik bedoel: poëzie die om een uitbouw aan je brein vraagt. Omdat je categorieën blijkbaar net een maat te klein waren. Omdat je niet wist dat ook dit poëzie kon zijn. Dat het dit vermocht. Niet zomaar “experimentele poëzie”, als dat überhaupt al als categorie op zich kan tellen. Niet zomaar experimenterende dichters die ver gingen, en verder nog, maar afkwamen met een eindproduct dat mijn idee van poëzie nog niet al te erg op de proef stelden. Ruben van Gogh met zijn elkaar overwoekerende woorden in Klein Oera Linda; Anselm Berrigan die in Come In Alone afkwam met “gesloten” gedichten; poëzie als een perpetuum mobile, de eeuwige loop, je kon elk gedicht in principe oneindig blijven lezen, of steeds opnieuw maar dan op een andere plek in de ring beginnend; M. NourbeSe Philip met haar langzaamaan uiteenrafelende, dan verdwijnende (desintegrerende?) boeklange poëem Zong!; het gedicht als sudoku waarmee Onno Kosters kwam in zijn De grote verdwijntruc – ik zag het, nam er kennis van, vond het in meer of mindere mate interessant, vermakelijk. Maar een ontregelende schok was het niet.

De sublieme ervaring?

Na. Ja. Zo je wilt.

De openbaring. Kun je ook zeggen. De eerste keer was het in een trein. Ik had int winkeltje in de hogeschool waar ik studeerde Een leeuwerik boven een weiland van K. Schippers gekocht. Het boek had me een dreun verkocht die ik tot op deze dag nog niet te boven ben. Fotoreeksen, een enkele losse inval, een observatie, ogenschijnlijk willekeurige opsommingen, samenklonterende letters. Was dit poëzie? Dit was poëzie. Dit was veel meer poëzie dan welke poëzie ik tot dan toe gelezen had, omdat het taalplezier en -liefde tot uiting bracht. Dit ging uit van taal; niet van een of andere boodschap die op een “dichterlijke” manier voor het voetlicht werd gebracht.

Schippers liet me taal ervaren. Wat meer poëzie doen kon. Ik denk dat ik het boek bijna geheel uit las in die ene treinreis, maar ik was nog wekenlang onder de indruk.

Misschien wel de enige andere keer dat poëzie me in die mate overviel, was toen ik Takken molenwater / Kastanje jo / Hakke tonen / Hakke tonen / Uierton / Molen in de zon las van F. van Dixhoorn. Zo spaarzaam. Zo veel wit. Zo weinig woorden. En dan een zeggingskracht zo groot. Ik wist niet eens hoe ik het moest lezen. Moest ik alle gelijkgenummerde zinnen en zinsflarden na elkaar lezen, in logiese volgorde, dus eerst alle enen, dan alle tweeën, dan alle drieën? Of gewoon alles na elkaar, zoals het op de pagina stond? Ik las en herlas, las en herlas, las en herlas op alle mogelijke manieren. En iedere keer was er schoonheid, muziek, ritme, zuurstof, adem, leven.

In korte tijd verzamelde ik alles wat ik vinden kon van deze dichter. Wat Dixhoorn deed in Groningen vond ik nooit. Wat Dixhoorn deed in Groningen. Dat zou een schone titel geweest zijn. Toen. In de tijd dat ik mijn besprekingen nog titels gaf. Ook niet alle Bezige Bijen; wel die Slibreeks maar die dacht ik al te kennen. Bleef een van mijn favoriete dichters, al leek hij steeds verder onder mijn radar te vliegen (het kan ook zijn dat mijn radar tijdenlang op zwakstroom stond met mijn twee kinderen die er intussen bij waren gekomen). Maar toen ik vernam dat hij werk bij het balanseer zou gaan uitgeven, sprong mijn hart op.

F. van Dixhoorn bij het balanseer, ja dat past als een ei bij een kip. Eén van de interessantste uitgeverijen van de Benelux, samen met Koppernik dan misschien. het doel van de opticien en de kat van de muziekschool. De titels klinken in ieder geval tiepies Van Dixhoorn.

De “bundels”, als je de werken nog zo kunt noemen, komen als losse katernen in een kassette, of, zeg, een foedraal. Het deed me denken aan ongeluksvogels van B.S. Johnson – weet u nog dat de schrijver de lezer opriep om zijn katernen flink te husselen vooraleer hij ten lezen aanving? Van Dixhoorn nummerde zijn katernen: het doel van de opticien in 33, 38, 69, 83 en 88/89; bij de kat van de muziekschool heten de katernen “velden”, onderverdeeld in veld 2, veld 3, veld 4 (verre uittrap), veld 6, veld 7 en veld 8 wat al iets logieser lijkt al vraag ik me af waar veld 1 en veld 5 zijn (of heb ik een inkomplete versie?) (veld 4 heeft een voor Van Dixhoornfans niet onbekende titel).

Maakt het uit in welke volgorde de lezer de katernen leest? Is er uberhaupt een volgorde? De katernen kennen erg veel wit, soms zijn hele pagina’s wit (bij de kat van de muziekschool blijft zelfs het hele vierde veld wit, nota bene nog een van de dikkere katernen!); veelal lopen worden en zinsflarden van de pagina af, zodat er hier en daar niet veel meer dan een leesteken (een puntkomma of een haakje sluiten) overblijft. Van wat leesbaar is, is amper een koherente zin te maken, laat staan zoiets als een “ontroerend” gedicht (of heb ik een misdruk?). Flarden, brokjes, splinters, meestal van kliesjees die uit elk gemiddeld straatgesprek opgetekend zouden kunnen zijn. Daarbij stuit u wel op het mooiste taalfragment van het jaar: “het tumult tot geroezemoes / reikt / tot aan de zomer”; op deze woorden kan ik zuigen tot ver voorbij de zomer!

Intrigeren doet het me weer. Wat moet ik hiervan maken? Cageïaanse “toevalspoëzie”? Stilteverklanking? Witgedicht? Het verslag van een ommetje doorheen de straten, en wat de dichter daarbij zoal opving? Stadspoëzie? Of een dichter die langzaamaan uit zijn eigen werk stapt en de taal laat woekeren, of juist uitdoven?

Zegt u het maar.

het doel van de opticien. de kat van de muziekschool. Twee nieuwe titels van F. van Dixhoorn, en in al zijn spaarzaamheid is het weeral niet niks. Misschien niet het mooiste wat hij ooit schreef. Maar zeker wel het bijzonderste.

F. van Dixhoorn Het doel van de opticien

Het doel van de opticien

  • Auteur: F. van Dixhoorn (Nederland)
  • Soort boek: gedicht
  • Uitgever: Het Balanseer
  • Verschijnt: 24 november 2024
  • Uitgave: vijf katernen met losse composities
  • Prijs: € 25,00
  • Boek bestellen >

F. van Dixhoorn De kat van de muziekschool

De kat van de muziekschool

  • Auteur: F. van Dixhoorn (Nederland)
  • Soort boek: gedicht
  • Uitgever: Het Balanseer
  • Verschijnt: 24 maart 2024
  • Uitgave: Zes velden, zes katernen
  • Prijs: € 25,00
  • Boek bestellen >

Bijpassende boeken en informatie

Jabik Veenbaas – Kamermuziek

Jabik Veenbaas Kamermuziek recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 30 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Wereldbibliotheek de bundel met nieuwe gedichten van Jabik Veenbaas. Hier lees je informatie over de inhoud van de dichtbundel, de dichter en over de uitgave.

Jabik Veenbaas Kamermuziek recensie

Als er een boekbespreking of recensie verschijnt van Kamermuziek het nieuwe boek van van de Nederlandse dichter en schrijver Jabik Veenbaas.

Jabik Veenbaas Kamermuziek

Kamermuziek

  • Auteur: Jabik Veenbaas (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Wereldbibliotheek
  • Verschijnt: 30 mei 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Jabik Veenbaas

De bundel Kamermuziek heeft een intiem karakter. Hij bevat gedichten waarin de dichter zijn jeugd oproept, de wereld van het dorp, van zijn ouderlijk gezin, dat vol liefde was en dat hem kracht voor het leven gaf, ook al zat de oorlog er dagelijks aan tafel, en over zijn oom en tante. In een gedicht vertrouwt hij ons toe waarom hij geen organist geworden is, in een ander gedicht hoe hij gaandeweg van zijn naam leerde houden. Veenbaas borduurt hier verder op de thematiek van zijn bundel Mijn vader bad, maar de dichter geeft ook ruimte aan het heden, aan de liefde, aan aardse ogenblikken van geluk die soms maar heel kort lijken te duren, aan het stervensuur van een laatste vader.

Bijpassende boeken

Daan Doesborgh – Moet het zo

Daan Doesborgh Moet het zo recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel die op 23 februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot verschijnt. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de dichtbundel, de dichter en over de uitgave. 

Daan Doesborgh Moet het zo recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van de dichtbundel Moet het zo, geschreven door Daan Doesborgh in de media verschijnt, zal er op deze pagina aandacht aan besteed worden.

Daan Doesborgh boeken en informatie

Daan Doesborgh is in 1988 geboren in het Limburgse dorp Steyl. Van 2006 tot 2011 was hij stadsdichter van Venlo. Veel van zijn gedichten zijn gepubliceerd in het literaire tijdschrift Tirade. Daarnaast gaf hij een aantal bundels uit bij een kleine uitgeverij. Zijn nieuwste bundel Moet het zo, waarover je hier alles leest, verschijnt in februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Daan Doesborgh Moet het zo

Moet het zo

  • Auteur: Daan Doesborgh (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Daan Doesborgh

Het is voor een dichter het hoogst haalbare: een gedicht dat leest alsof het altijd al heeft bestaan. Maar ook aan zulke, monumentale poëzie moet een hoop twijfel vooraf zijn gegaan. Die gedachte loopt als een rode draad door Moet het zo. In deze bundel verkent en bevraagt Daan Doesborgh de mogelijkheden van het gedicht.

Zijn zoektocht leidt de ene keer tot strakke gedichten en klassieke versvormen, de andere keer waaieren de verzen vrijelijk over de pagina. En ook in zijn thematiek laveert hij wat af: Waarom maken we zo moeizaam contact met de doden? Wat is het rouwproces van bijen? Wat heb je aan een gedicht als er oorlog wordt gevoerd over water? Wat voor twijfel zit er achter een zelfverzekerd gedicht?

Doesborgh dicht nu eens behoedzaam en bevragend, dan weer met de branie van een dichter die weet hoe goed hij het vak beheerst.

Bijpassende informatie

Sara Eelen – Kratermond

Sara Eelen Kratermond recensie en informatie nieuw boek met gedichten van de Nederlandse dichteres. Op 30 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe dichtbundel van Sara Eelen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Sara Eelen Kratermond recensie en informatie

  • “Eelen weet te overtuigen door de trefzekerheid waarmee ze haar gevoels- en denkwereld exploreert.” (Poëziekrant over Het nodige breken)

Sara Eelen Kratermond

Kratermond

  • Auteur: Sara Eelen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poezie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 30 januari 2025
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de tweede dichtbundel van Sara Eelen

ik zie je ranke ledematen
uitbotten in bed, het knipvlies van je ogen

zich als eerste sluiten. Ik wil dichter bij
het hitteschild, de anomalie van
je strelingen in kaart brengen.

Er is geen kind om boven de doopvont te houden
dus de schelp blijft gesloten.

Glassnijders vliegen in tandem boven een krimpend meer, mannen roepen namen, vrouwen bloeden geheimen, landschappen worden bij knieval weggeveegd. In Kratermond verkent Sara Eelen hoe onze gewelddadige omgang met de natuur zich spiegelt in onze onderlinge relaties. In welke mate is zorg een universele taal op zoek naar woorden? Welke intimiteit zit in de plooien van het landschap verborgen?

Sara Eelen is geboren in 1994. Ze is schrijver en videomaker. Haar debuutbundel Het nodige breken (2022) werd bekroond met de Debutantenprijs van de MdNL en genomineerd voor de PrixFintroPrijs. Ze is een van de drijvende krachten achter de Klimaatdichters en ambassadeur van Stop Ecocide NL.

Bijpassende boeken en informatie

Rozalie Hirs – dagtekening van liefdesvormen

Rozalie Hirs dagtekening van liefdesvormen. Op 26 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse dichteres Rozalie Hirs. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van dagtekening van liefdesvormen, het nieuwe boek van Rozalie Hirs.

Rozalie Hirs dagtekening van liefdesvormen

Rozalie Hirs is geboren op 7 april 1965 in Gouda. Ze studeerde ze chemische technologie aan de Universiteit Twente. Tijdens haar studie werd ze gegrepen door de muziek en ging achtereenvolgens studeren aan het Utrechts Conservatorium en Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Na haar studie ontwikkelde ze zich tot een componist van naam en faam die inmiddels heel wat muziekstukken op haar naam heeft staan.

Sinds eind jaren negentig van de vorige eeuw, publiceert Rozalie Hirs ook een dichtbundels. Haar poëziedebuut Locus verscheen in 1998. Inmiddels heeft ze een kleine tiental dichtbundels geschreven. Haar voorlaatste boek met gedichten, Oneindige zin, verscheen in 2021 en haar nieuwste bundel waarover je hier alles kunt lezen, verschijnt begin februari 2024 bij uitgeverij Querido.

Rozalie Hirs dagtekening van liefdesvormen

dagtekening van liefdesvormen

  • Auteur: Rozalie Hirs (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 26 januari 2024
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Rozalie Hirs

dagtekening van liefdesvormen is een autobiografie in gedichten, verhaspelde chronologie tussen mannelijk en vrouwelijk, voelen en denken, in het licht van affectie en liefde. Voor de geliefde natuurlijk. Voor vrienden en onbekenden. Voor de natuur en, in mindere mate, de stad. Bij nacht, dag. Een neuraal netwerk van ervaringen en herinneringen in wording. Een ode aan verandering, aan reizen, leven. Met gedichten als dagtekeningen, vormen van verschijnen en verdwijnen, van geboren worden. Rozalie Hirs keert terug naar een nieuwe eenvoud, de oorsprong van haar liefde voor de taal.

op deze hartgrondigste dag bezingt de roos
hoe we hemelsblauw schutterig liefhebben

en denken zijn trage tijd van naderen vindt
een vrijgevochten toekomst van de roes

Bijpassende boeken en informatie

Trudie Gorman – Trust the Damage

Trudie Gorman Trust the Damage recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 25 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij Dedalus Press het debuut Trust the Damage van de Ierse dichteres Trudie Gorman. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Er is geen Nederlandse vertaling van de dichtbundel verkrijgbaar of aangekondigd.

Trudie Gorman Trust the Damage recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van Trust the Damage, de dichtbundel van Trudie Gorman in de media verschijnt, zal er op deze pagina aandacht aan besteed worden.

  • “In this startling collection Trudie Gorman dares the reader to look at the sicknesses that riddle society, the ones we refuse to acknowledge. These are poems of violence and tenderness, of love and fear, of fury and survival.” (Alice Kinsella)

Trudie Gorman boeken en informatie

Trudie Gorman is in 1993 geboren in Dublin, de hoofdstad van Ierland. Naast gedichten, schrijft ze ook essays en bovendien is ze activiste. Haar debuutbundel Trust the Damage waarover je hier alles leest stond op de shortlist van Patrick Kavanagh Poetry Award.

Trudie Gorman Trust the Damage

Trust the Damage

  • Auteur: Trudie Gorman (Ierland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie, debuut
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Dedalus Press
  • Verschijnt: 25 maart 2024
  • Omvang: 92 pagina’s
  • Uitgave: paperback / gebonden boek
  • Prijs: € 12,50 / € 20,00
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de eerste dichtbundel van de Ierse dichteres Trudie Gorman

In this deeply intimate debut collection Trudie Gorman explores the connection between class, poverty, and illness. Journeying from a council estate in the 90s to the fractured ecosystem of the present day, she contends with the grief of losing her body to illness, whilst also finding hope and connection.

The body in all of its morphisms is the main character here, while memory, legacy, violence against women, healthcare, working-class culture and love ripple through the collection in vibrant coexistence. The poems are at once visceral and unflinching in their depictions, yet always stretch towards the light, capturing what it means for a life to bloom in the dark.

Bijpassende boeken en informatie

Simone Atangana Bekono – Marshmallow

Simone Atangana Bekono Marshmallow. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse schrijfster Simone Atangana Bekono. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Marshmallow, de nieuwe dichtbundel van Simone Atangana Bekono.

Simone Atangana Bekono Marshmallow informatie

Simone Atangana Bekono is in 1991 geboren in het Brabantse dorp Dongen. Ze heeft een een Kameroense vader en een Nederlandse moeder. Na de middelbare school studeerde ze Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Deze opleiding maakte ze niet af en ze stapte over naar de studie creative writing aan de hogeschool ArtEZ.

Haar debuut, de dichtbundel Hoe de eerste vonken zichtbaar waren, verscheen in 2017, waarna in 2020 haar debuutroman Confrontaties verscheen die alom geprezen en gewaardeerd is en op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021 stond. Ook werd het boek bekroond met de prijs Beste Boek voor Jongeren 2021 van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). Ook de Hebban Debuutprijs 2021 en de Anton Wachterprijs 2022. Haar nieuwe dichtbundel, waarover je hier alles kunt lezen, verschijnt eind januari 2024 bij uitgeverij De Arbeiderspers. Ook zijn op deze pagina dan de boekbesprekingen en recensies van de dichtbundel te vinden.

Simone Atangana Bekono Marshmallow recensie van Tim Donker

en wie, en simone atangana bekono gaat straf van start in deze bundel, en wat is wie, en wie is wie in watland, de wattman, de watkern, alle beelden opnieuw, soppige dromen romige roomdromen, boosaardige angstzweet-en-pillendromen, je kent die dromen wel, al die vormen, een ondersteboven boom met de wortels grajend in de lucht bijvoorbeeld, een vliegend paard met hoorns, en een serpent met een engelengezicht, en simone atangana bekono zag het allemaal, en simone atangana bekono zag het allemaal opnieuw, want ik ken het, ik ken de beelden wel, ik ken het allemaal al zo lang maar als het wordt herverteld, en simone atangana bekono weet hoe te vertellen, en opnieuw vertellen, en de hervertelling hervertellen totdat het als nieuw verschijnt, laat het allemaal als nieuw verschijnen, en simone atangana bekono laat het als nieuw verschijnen, en simone atangana bekono laat het allemaal als nieuw verschijnen, en de beelden vliegen, en de beelden vliegen over, voetjevrijen met jezus, een viering zou fijn zijn, als je een knekelhuis nee een monstertruck was, of een mango met schil en al, of een zakelijk contract, en als iemand, als een dichter, als een sjamaan die beelden tot wervelen bracht, in je hoofd of daarbuiten, als het maar eventjes wilden stoppen met regenen, en ging, en simone atangana bekono brengt de beelden tot wervelen, in je hoofd en daarbuiten, en simone atanga bekono laat het heel eventjes stoppen met regenen, in je hoofd en ook daarbuiten, en simone atangana bekono is een sjamaan, ik een hond was, en bitter, en beet, je kunt me vinden in de wereld, je kunt me vinden bij de rotonde, als je me nodig hebt kun je me vinden in de tuin tenzij het weer is gaan regenen, niet in einde, het moet niet te snel gaan, niet in einde, het is een kamer het is geen kamer, (over een meisje / niet over een meisje), en, midst dit alles, midst de wereld en de mensen en de honden en de kaos tot twee geraken, hoe vindt zo’n stel elkaar?, misschien in de gang van een lelijk gerenoveerd concertgebouw, want ook in lelijkheid kan de liefde zingen, ook lelijkheid kan zingen, simone atangana bekono brengt de lelijkheid tot zingen, als liefde een beloning is dan moet het in een doos maar in een doos wil het niet wonen, en het bleef kolken, maar nu, mun god, nu buldert het, en toen kookte het over, breng het kookpunt tot stilstand, breng de stilstand tot het kookpunt, en simone atangana bekono doet dat, simone atangana bekono doet dat allebei, en simone atangana bekono doet het allemaal, en al lezend ga ik zo de hoogte in, al lezend vlieg ik zo de kamer uit, kosmogramma, links miljarden jaren diepe tijd, een glimp, vermoedelijk toch nog zo dicht dat je van het spook kunt maken wat je wilt, perspectieven op tijd en de gaten in de heg, bewegingsloos :: parkeerplaats, en zo veel aan leven verslapen dat je je sterfelijkheid onschadelijk maakt, en simone atangana bekono schaadt wat niet baten kan, droefnis verbergt de zon, weer alles boven, alles weder open, het weerstand biedende eeuwige blauw, vind hem bij de winden, engelssprekende mensen aan de deur, zet het open, alles weder open, en simone atangana bekono laat het gaan, en simone atangana bekono laat het blazen, nieuwe klanken voor de morgen, de morgen ligt te slapen in een hoekje, lichtschakeringen doen de binnenarchitectuur moduleren, je kunt doen, maar intussen is mijn koffie koud geworden, en ik moest nog, en je moet nog, en alles moet nog, en niks nog gezegd, er is nog niks echt gezegd, de vingers op de plekken, en simone atangana bekono legt alle vingers op alle zere plekken, geen warme gerechten alleen koude lichamen, zoals, zei ik dat al?, mijn koffie dus, engelssprekende mensen voor mijn deur en mijn koffie koud en melkkoe kalfje treurlied, de koe het dier de vissen, de vissen uit de hemel, visserslatijn uit de bijbel, en jezus was een zeiler toen hij over het water liep, en dan gewoon naar de bodem zakken, binnen in de aarde is een berg, de terra, het lyrisch ik niet meer toereikend, het tekende bestiaria vol, het alias antroploog, word rivier word oceaan word woestijn, en bij simone atangana bekono alles altijd wordend en bij simone atangana bekono alles altijd zijnd, schilder de beklemming, schilder het geluid in gezangen, de roep van vogels, donker houten tafel praat niet, en simone atangana bekono ontlokt woorden aan alles, je ziet het woord, je ziet het licht, ik zie het licht in elke lamp, alles zonder ballast, of de zon, het liggen en de stralen en het hoger en de honing, om honing gaat het niet, wat knaagt, neerbraak, wat knaagt neerbraak, en simone atangano bekono knaagt de neerbraak en laat zien, laat zien wat binnenin is, wat is waar je het niet denkt te zien, hoewel ze verschijnen, de mens het enige dier dat weet hoe het moet sterven, engelssprekende wetende dieren aan mijn deur en alles daarna, glooiend landschap met putten in de weg, de laatste grote uitdaging in een suffe wereld, ik blijf hier niet, misschien als je verlegen zit om wat allerlaatste kruimels, helderrauw, de avondlijke grasvlakten en het strijklicht, het strijkt over, en simone atangano bekono laat het licht strijken over je gezicht, waar het strijken strelen wordt, het is wat het is, het is nooit wat het is, maar mona lisa is niet teruggekomen, je zit, je leest, je denkt aan de dingen, soms zit ik te denken en soms zit ik gewoon te zitten, en soms moet ik opstaan om de deur te openen voor engelssprekende mensen, de allereerste actie was sensationeel, bracht iets tot kwelen, kweelde iets tot brengen, kweelde tot er iets brak, maar die koffie wordt er niet meer warm van, poelen teerachtig water, waar het begint, waar de verdeling begint, een voor jou en een voor mij, in je handen, alles in mijn handen, taalmuziek, simone atangana bekono maakt taalmuziek, hier zingt het paradijs, hier klit de wijn aan je lippen, hier passen ladders gewoon in je zak, en de trilling van vlak voor de vraag voelde je later pas –

de bladzijden op de trilstand –

en

en simone atangana bekono heeft het sociaal contract nooit ondertekend, en simone atangana bekono zet in mijn kamer levensgroot de ampersand, en simone atangana bekono is wel / geen sexsymbool (doorhalen wat niet van toepassing is), en simone antanga bekono liet de bloemen groeien, en simone atangana bekono werd niet voor niets geprezen in het paard van troje

en simone atangana bekono heeft met Marshmallow een ongekend fantastiese dichtbundel geschreven


Simone Atangana Bekono Marshmallow

Marshmallow

  • Auteur: Simone Atangana Bekono (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Simone Atangana Bekono

In Marshmallow maken we kennis met een hond, een vrouw en een slaapkamer in ‘een heel normaal appartement’. Alles komt op losse schroeven te staan in deze bundel waarin de poëzie zichzelf constant bevraagt, tegenspreekt en ondermijnt. Met gebruik van verschillende registers brengt Atangana Bekono groteske beelden, erotiek, alledaagsheden en geweld samen in de botsende herinneringen van twee stemmen die eens lieflijk samen moeten hebben geklonken, resulterend in giftige, grappige, en schrijnende poëzie.

Bijpassende boeken en informatie

Tonnus Oosterhoff – Mond vol dobbelstenen

Tonnus Oosterhoff Mond vol dobbelstenen. Op 18 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek van de de Nederlandse dichter en schrijver Tonnus Oosterhoff. Hier is informatie over de inhoud van het boek te lezen, over de auteur en over de uitgave.

Tonnus Oosterhoff Mond vol dobbelstenen recensie

Ook is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Mond vol dobbelstenen, de nieuwe dichtbundel van Tonnus Oosterhoff, zodra deze in de media verschijnen.

Tonnus Oosterhof informatie en boeken

Tonnus Oosterhoff is op 18 maart 1953 geboren in Leiden. Het grootste deel van zijn leven woont hij trouwens in de provincie en stad Groningen. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Aan het begin van zijn schrijversloopbaan schreef hij een aantal verhalen voor het tijdschrift Mijn geheim. Hij deed dit trouwens anoniem. Primair is hij dichter maar hij heeft ook verhalen, romans en essays gepubliceerd.

Zijn debuut in boekvorm is de dichtbundel Boerentijger die in 1990 verscheen en waarvoor hij de C. Buddingh’-prijs ontving. Een jaar later in 1991 verscheen de eerste bundel met verhalen die Vogelzaken als titel kreeg. Zijn eerste roman Het dikke hart lag in 1994 voor het eerst in de boekhandel en werd bekroond met de Multatuliprijs. In het jaar 2000 verscheen Ook de schapen dachten na, zijn eerste bundel met essays.

In totaal heeft Tonnus Oosterhoff inmiddels ruim twintig boeken gepubliceerd en in 2012 ontving hij P.C. Hooft-prijs voor het gehele poëtische oeuvre. Zijn nieuwe dichtbundel Mond vol dobbelstenen waarover je hier alle informatie kunt lezen, verschijnt in januari 2024.

Tonnus Oosterhoff Mond vol dobbelstenen

Mond vol dobbelstenen

  • Auteur: Tonnus Oosterhoff (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 18 januari 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Tonnus Oosterhoff

Tonnus Oosterhoff speelt met de oneindige mogelijkheden van de taal en het toeval. Motieven, hele tekstfragmenten soms, komen terug in allerlei schikkingen, alsof elk gedicht een nieuwe worp met dezelfde dobbelsteen is. Zo beproeft Oosterhoff voortdurend de aandacht van de lezer, probeert hem te verleiden tot terugbladeren en alles in een nieuw licht te zien. Mond vol dobbelstenen laat zich lezen als één groot, meerkoppig gedicht, dat voortdurend van gedaante verandert en schittert in zijn volstrekte oorspronkelijkheid.

Op de ijskoude oceaanbodem
werkt een wrakbaars een kleine
haai levend naar binnen.
Even dag in zijn eeuwige nacht.
Voor haai is de wrakbaars een eetbare woning,
een huisje van koek, een sprookje. 

Bijpassende boeken en informatie

Kira Wuck – Koeiendagen

Kira Wuck Koeiendagen. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Geus de nieuwe dichtbundel van Kira Wuck. Hier lees je informatie over de inhoud van de dichtbundel, de schrijfster en over de uitgave.

Kira Wuck Koeiendagen recensie van Tim Donker

Zegt iemand, zegt wie, zegt mijn dochter, zegt mijn moje lieve negenjarige dochter: Dat lijkt me best leuk, wat jij doet. Ik leg weg, ik leg Koeiendagen weg, ik vraag Wat doe ik dan? Boeken lezen, zegt ze, en dan schrijven wat je ervan vond. En dat is mooi, er is in ieder geval iemand die het leuk vindt wat ik doe.

Later die avond, in stilte, in halflicht, vraag ik me andermaal af Maar wat doe ik dan? Boeken lezen. En zeggen wat ik ervan vind. Welke boeken, naja de laatste tijd ook boeken die ik bestel, soms van heinde, soms van ver, maar toch, voornamelijk nog, nog altijd, de boeken van de stapels. En er wordt gezegd, er wordt gewenst dan t schrijverken er stokken in komt steken. Ja. Dat wens ik ook wel. Dat elk boek t schrijverken tot leven wekt. Dat bij elke zin die ik lees Dregke uit heur asse herrijst. Wat zou dat mooi zijn. De jubel te zingen over alles. De glorie te laten neerdalen over elke titel. Het zijn echter niet de stapels die t schrijverken neder en Dregke in heur asse houden. Het is de literatuur. Het zijn de boeken die ik op eigen kosten laat komen, soms van heinde, soms van ver, net zo goed. De jubel  kleeft niet aan elk boek. Dregke woont niet in elke zin. De pracht vlamt op in een enkele hoek, meestal de meest onvermoede.

Je kunt ook zwijgen. Je kunt ook alleen maar lezen. Je kunt ook alleralleenst gelukkig zijn met zo’n onverwachte schittering. Maar dat is niet wat ik doe. Mijn dochter heeft het gezegd. Boeken lezen, en schrijven wat ik ervan vind. Dat doe ik. Zei ze. Is waaraan ik denk als ik zit, in halflicht, stil, met een bundel van Kira Wuck voor me op tafel.

Koeiendagen was me nu precies zo’n boek. En dat begon al bij het omslag. Goed omslag!, noteerde ik in mijn schrijfblok toen ik het de allereerste keer in mijn handen hield. Ergens vroeg in het jaar moet dat zijn geweest want het is geschreven op een wit blaadje; later had ik een geelbladig schrijfblok. Goed omslag met een uitroepteken erachter. Wat ik meestal gebruik als ik vind dat ik de opmerking serieus moet nemen, later, als ik toe ben aan dat “schrijven wat ik ervan vind” waar mijn dochter het over had. Ik weet dat ik de helft van die aantekeningen ongebruikt laat en omdat ik weet dat ik dat weet, gebruik ik leestekens om aan te geven wat er, straks, niet genegeerd gaat mogen worden. Goed omslag uitroepteken, en dan: “behalve dan dat dat mens langs onder aan het vervagen is.”

En ik denk ja.

En ik denk ho.

En ik denk hum.

Is het een goed omslag? Ja. Nee. Misschien. Het heeft iets lulligs, de sfeer van een familiale winterpretfoto uit de jaren zeventig van de vorige eeuw (lekker dat je dat er sedert de millenniumwende erbij kan zetten, dat “uit de vorige eeuw”, dat maakt het nog iets archaïscher). Als dit “lullig” gedacht kan woorden als het tegenovergestelde van “pretentieus”, is het een goed omslag. Dichten over iets wat er ooit was maar nu niet meer kan heel mooi zijn, vooral als het zonder drama gebeurt. Gewoon een dag ooit, niet eens een perfecte dag, gewoon een moje dag, je was nog jong, je ouders waren er nog, je liep door de sneeuw, het was mooi en nu is het er niet meer. Omdat het ongrijpbaar geworden is, is het nu poëzie – toen was het gewoon maar een dag, een dag zoals er nog zouden komen.

Is een goed omslag.

Zou een goed omslag kunnen zijn.

Behalve dan dat mens langs onder vervagende is. Schreef ik ook. Het is niet zomaar een foto, het is een bewerkte foto, en de bewerking moet het geheel een symboliese lading geven. De vrouw is er maar half, dat betekent iets. Als het alleen maar betekent wat ik boven al zei, is de bewerking overbodig. Dat spreekt en zegt de foto onbewerkt ook al. Als het nog iets meer wil zeggen dan dat, ontdoet het de foto van zijn sjarmante lulligheid en steken de pretenties weer de kop op. En ineens is het niet meer zomaar een goed omslag uitroepteken maar een boek dat spreekt en zegt Dit zou wel eens heel mooi kunnen zijn maar het zou net zo goed een draak van een bundel kunnen zijn.

En je wil wel. Je wil wel parelduiker zijn. Je wil wel onderduiken in de letteren en boven komen met de mooiste woorden ooit geschreven, met iets prachtigs dat tot nog toe verborgen is gebleven en nu echt naar daglicht gebracht moet worden. Ja dat zou mooi zijn, Dregke. Maar dat is niet hoe de stapels werken. Dat is niet hoe de boeken die ik bestel, soms van heinde, soms van ver, werken. Dat is niet hoe literatuur, hoe het leven werkt. Je gaat doorheen de dagen met wat is. Wat is, is veelal iets dat tussen pracht en draak in ligt.

En ik ga. En ik loop.

“krulspelden en de dood gaan / om een of andere reden goed samen” is een zin die hier bij past. Een zin die past bij een omslag dat goed was geweest als de vrouw niet vervagende was geweest, een zin die sterker was gewist als dat lidwoord niet voor dood had gestaan, krulspelden en dood, dat is het misschien, weeral sjarmante lulligheid en, naja, pathos.

En dan. Een prozagedicht. Kan ook. Waarom niet. Waarom niet een en dan, waarom niet een prozagedicht. Iets met rijden, iets met een zee die je niet ruikt, iets met koeien vol plastiek. Kan ook. Later. De stad die opzwelt in de zon.

En je wil wel parelduiker zijn en daarom duik je ook. In Koeiendagen kan men zwemmen. De woorden van Kira Wuck geven je iets om in te duiken. Krachtige slagen. Soms een blik. Met open ogen onder water zwemmen. Zien. Af en toe iets dat een lelijke kras op je voeten geeft. Het drama dat er inderdaad af en toe is, en te vet aangezet ook. Er is dood, er is denk ik ook een moeder dood, vandaar die vervagende vrouw op het omslag want die kon je heel best houden voor een moeder met haar kind. Maar dit wordt. Afgewisseld met. Moje beelden misschien. Charles Bukowski in het abattoir. Zonnestralen die overal gratis zijn. De Burger King als de koelste maar ook treurigste plek op aarde. Liefde op ongerijmde plekken.

Of een grappige droogkomiese situatie: “’Vanbinnen ziet het er allemaal heel goed uit / ik heb zelden zo’n mooie baarmoeder gezien,’ zegt de gynaecoloog // ik bedank de dokter / hoewel verder niemand mij vanbinnen zal zien / vind ik het een aardig compliment / als alles tegenzit kan ik nog altijd zeggen / dat het binnen allemaal heel goed zit”, en ik denk aan de gemeten mens, de onder controle staande mens, alles uitgemeten, alles in de gaten gehouden & ik loop ook altijd -even-  iets lichter als de tandarts en de mondhygiëniste hebben gezegd dat het allemaal goed is en ik kan gaan denken aan het volgende halve jaar & waarom eigenlijk,

kan volgen op of voorafgegaan worden door iets dat me alleen maar wrevelig maakte: “Terwij de wereld uiteenviel, aten we onze handgesneden patat.” bijvoorbeeld, maar één bladzijde eerder: het koor van ongelukspapegaaien is wel dikbevolkt genoeg nu, Wuck, het is al zo lang vijf voor twaalf dat je je af gaat vragen of de klok niet stilstaat, het einde van de wereld is al nabij van sinds het begin, en de vermaning dat we gewoon maar blijven voortdoen met onze dagdagelijksheden terwijl “alles” in brand staat, begint ook een beetje oud te worden plus daarbij ik verafschuw het woord “patat” (een patat is een aardappel, zeg ik altijd tegen mijn kinderen, en daarvan kun je bijvoorbeeld heerlijke frietjes snijden); dat ik in de eerste instantie “handgeschreven” las maakte het maar een heel klein beetje erg.

Zo was me Koeiendagen. Ik dook. Kwam boven met handen vol zand. En soms glinsterde daar iets in. En dat is dus klaarblijkelijk wat ik doe. Duiken, en schrijven over de glinsteringen in het zand.

Kira Wuck informatie

Dichteres en schrijfster Kira Wuck is geboren in 1978. Ze is jet kind van een Finse moeder en een Indonesische vader en groeide op in Amsterdam en wordt vooral geïnspireerd door de melancholie uit de noordelijke landen. Haar opleiding volgde ze aan de Hogeschool Utrecht en aan de Schrijversvakschool in Amsterdam.

Kira Wuck debuteerde in 2012 met de poëziebundel Finse meisjes waarvoor ze de C.W. van der Hoogtprijs 2013 gewonnen en nomineerd was voor de C.Buddingh’prijs 2013 en de Jo Peters PoëziePrijs. In 2018 verscheen haar tweede dichtbundel De zee heeft honger, gevolgd door haar debuutroman Knikkerkoning is 2021. Haar nieuwe en derde dichtbundel waarover je hier alles kunt lezen, verschijnt op 23 januari 2024 bij uitgeverij De Geus.

Kira Wuck Koeiendagen

Koeiendagen

  • Auteur: Kira Wuck (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Kira Wuck

In haar onmiskenbaar eigen idioom zoekt én bevecht Kira Wuck de balans tussen lichtheid en gewicht.

Sla je op de vlucht om iemand te vergeten of om diegene juist dicht bij je te houden?

Zul je diens lelijke kopjes ooit terugvinden in de kringloopwinkel?

Hoeveel koeiendagen heb je nodig voor je weet hoe je moet rouwen?

De dood waart in verschillende gedaantes rond door de derde dichtbundel van Kira Wuck. Gelukkig weet zij ook hoe je verdriet kunt verleggen. Troost blijkt onder meer te vinden bij andere lichamen, een heelal boven je bed of in de Bur­ger King. Soms moet je simpelweg weer eens echt goed naar jezelf kijken, om te zien “hoe mijn ledematen zich konden uitvouwen// zodat ze jou zachtjes kon­den raken als het riet.”

Bijpassende boeken en informatie

Jan Lauwereyns – Leer van de orchidee

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee recensie en informatie boek met een keuze uit het werk 1991-2024 van de Vlaamse dichter. Op 9 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik het boek met een keuze uit de gedichten van de uit België afkomstige dichter Jan Lauwereyns. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee Tim Donker recensie

Dat het onherroepelijk verdrijven, dat de dingen gaan, dat paardengelach piano’s naar de oceaan sleurt, dat eerst de koffie, dat langzamer dan men denkt, dat het enige waar, dat het krakelde, dat het zonlicht toen in Dregkes haar en dat ze dat zelf niet wist, dat de gebouwen van glas, dat een lijk wel net zo goed waar dan ook kan composteren, dat de studie van stilte, dat dit niet de enige plek, dat existentialisme, dat altijd weer diezelfde eenden, dat het ook echt overal gevonden kan worden. De woorden. De omschrijvingen. De definities.

Zegt iemand zegt wie zegt Jan Lauwereyns dat “Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart” de kortst mogelijke definitie is van het bijzondere van poëzie. Denk ik hum, een weinig gezocht wel, Lauwereyns (de ongezochte vondst) / (de gezochte onvondst). Altijd weer bijna overal het hart. Waarom geen brein of oog of oor of eender welk lichaamsdeel, en wat is dat met die vorm en smaak en geluid, verduidelijkt het iets of zaait het juist verwarring, ik denk dat laatste, en dan gaat het goed op, voor poëzie int algemeen misschien maar zeker voor die van Jan Lauwereyns.

Want een poëzie, hij, die lichtjes uit het lood slaat. Je loopt. Een straat. Een stad. Je komt binnen op. Een stadswandeling. Het leest, het zegt, het gaat: “Ik had een grootoom die / met pijp en bril en hart / en ziel in een goed boek / in een comfortabele zetel / een verdieping lager viel, negenendertig gedichten geleden. / De schade viel niet mee, / de scherven werden amper opgekeerd. // De herinnering aan de goede lezer / en zijn vliegende bom is nu deze / parking geworden.”,

en je denkt aan, wat heb je gelezen wat je gezien waar ben ik hier getuige van geweest (van de vorm van de smaak van het geluid van het hart misschien?). Het zit ik, het zit daar, het zit daad: “Er zaten ik en nagemaakte wielrenners / in de Ronde van Frankrijk”, bijvoorbeeld, en: “Sommigen hadden vaak / zessen en de Peugeots fietsten met plat- / geslagen schaakborden op hun borsten.”, en dus vliegt het.

Ja het vliegt bij Lauwereyns. Van droom naar wetenschappelijk hyperrealisme, van proza naar poëzie, van de straat naar de hemel, van alles naar terug. Een snuifje oneindigheid erbij om het af te maken. Mooi om dit nu allemaal te hebben, bijeengesprokkeld overheen de tijden. Vanuit verschillende bundels. Waarvan ik sommige, nee alle, nee vele, nee meer dan ik dacht toch nog gemist heb. Zoals Het zwijgen van de dichter, waarin de ikpersoon een ezelin lijkt te zijn. Of een Japans-Amerikaanse vrouw van zevenentwintig jaar. Of dood. Vermoord door de dichter Uwe. Zou kunnen zijn dat het kan zijn maar het zou ook kunnen zijn dat het niet kan zijn. Dat het is. Surrealisme of roadnovel of thriller of politieroman. Of dat überhaupt nog een vraag moet zijn. Nou. Ja. Eentje toch. Misschien had er iets meer informatie bij gemogen over de bundels waaruit deze gedichten komen, zijn zomwijlen hele bundels geïncludeerd misschien, en wat uit welk jaar.

En woensdag was een fijne muziekdag met Diego Cigala, en Wreaths, en Albert Ayler, en Anna Thorvaldsdottir, en Projekt Karpaty Magiczne, en The Microphones, en If Anything Happens To The Cat, en Vera Sola, en b.d. Foxmoor, en Scott Walker, en Circuit des Yeux, en Brother J.T., en Muslimgauze, en Jerusalem In My Heart, en hiss tracts, en Sufjan Stevens, en David Coulter, en Robbie Basho, en My Bloody Valentine, en Kasper van Hoek, en John Zorn, en Yo La Tengo, en Slint, en Maisha,  Alice Coltrane. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Ogen komen veel voor in deze gedichten. Dood komt veel voor in deze gedichten. De blauwe gitaar komt veel voor in deze gedichten. En ook naalden die in hersens worden gestoken. Want zo tesaam valt het oog pas goed op de konseptuele kontinuïteit. Want ook zo de zus, en natuurlijk de orchidee. Het ritme. Het stromen dat soms kabbelt, soms buldert, soms nauw waarneembaar nog, als dingen in de verte, dingen in de mist. De vorm. De smaakt. Het geluid. Het hart.

Of een bemerking die je stil slaat, en met peins. “Slapend zien we meer dan met de ogen open” schrijft Lauwereyns, en: “Vooral slapend met de snelle oogbewegingen”, waardoor ik zat, een wijle, te peinzen aan dromen, en aan hoe mensen vaak geneigd zijn de realiteit van dromen ondergeschikt te maken aan die van de aldag; het is “maar” een droom, en dit is de grond en daar moeten beide voeten op (al te vaak vliegend ook in dromen), maar misschien wellicht mogelijkerwijs (bijwoorden van twijfel) is het raadzaam om dromen te zien als aparte realiteiten, die naast, of misschien wel boven, de aldagsrealiteit geplaatst kunnen / mogen worden, niet in de zin dat we lering zouden moeten trekken uit onze dromen, of dat we ze beter moeten duiden (en al zeker niet freudiaans), maar omdat ze plekken bevatten waar we ook zijn, waar we ook zien, waar we ook leven, vaak in bezit zijn van een beter zelf, of denk aan terugkerende dromen, toen ik in mijn dertigs was droomde ik geregeld hele steden op, buiten mijn dromen bestonden ze niet maar daarbinnen hadden ze samenhang en logica en consistentie, is dat niet ook een soort bouwen misschien?

En donderdag was een fijne muziekdag met Stars of the Lid, en The Master Musicians of Jajouka, en Deathprod, en Spiral Joy Band, en Volcano the Bear, en Peter Kernel, en Idles, en Wreckmeister Harmonies, en Mika Vainio, en Daniel A.I. U. Higgs, en Wöljager, en Heavy Winged, en Madvillain, en Ellen Fullman, en Deathspell Omega, en Laurie Spiegel, en Mia Doi Todd, en The Sad Bastard Book Club, en Super Numeri, Ah Cama-Sotz, en Murcof, en Sum of R, en Teatteri Moderni Kanuuna, en Don Cherry. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Tijd is niet omkeerbaar, een zandloper wel. Nu is de problematische oorsprong van alles. Haai wist misschien van toeten. Alles vloeit, behalve dat alles vloeit. Slaapkamers met slagroom. J’accuse Ted Hughes. Het bed is een en al geruchtendom. De regel is dat alle levende wezens moeten creperen (niets maal eeuwig is niets), en het punt is punctum alpeh (bizarre ontologie). Alles is de schuld van de perfecte kraanvogel. De beste wijn is de oude. Is verheerlijking van wat voorbij of onbereikbaar is een vorm van pornografie. Doe je mond open. Bega een daad. Stap uit jezelf. Linguïstische theorieën. Verwarring. Twijfel.

Dus. Door ganse universa vliegt het hier, wijst, landt, stipt, loopt, rent, staat stil, gaat dan weer, staat dan weer. Zoveel kanten als het dan opgaat in je kop, en hoe heerlijk dat is. “Verander je ook / maar een beetje hoe je staat / krijg je iets gloednieuws” vond ik heel kschipperiaans (en net als bij K Schippers liggen er bij Lauwereyns in de kleinste snippers werelden besloten), maar bij een rietzanger met een mening of een empathische orchideeënkweker hellen mijn gedachten over naar Dephine Lecompte (maar dan zonder alles wat Delphine Lecompte zo vervelend maakt) (net of ik dit al eens eerder heb gezegd) (in dit of in een ander verband) (?) (zou je zoiets kunnen opzoeken?) (je had behoefte aan iemand die met je meelas). Rekenkunde van de tastzin borrelde ook herhaaldelijk in me omhoog, maar bij Lauwereyns wemelt het van de verwijzingen, sitaten, pseudositaten, halfsitaten, allusies, van naar op, muziek, poëzie, film, ik mis waarschijnlijk meer dan ik vat maar het doet het wel marsjeren onder mijn schedel, hoe dat gaat en hoe mooi dat het is (net of ik dit al eerder heb gezegd) (-)

En dinsdag was een fijne muziekdag met Thomas Ankersmit, en Giacinto Scelsi, en Spooky Attraction From A Distance, en Anarchist Republic of Bzzz, en Art Ensemble of Chicago, en B. Fleischmann, en LaMonte Young, en A Whisper in the Noise, en Ostzonensuppenwürfelmachenkrebs, en Joe McPhee, en Baby Bird, en Wojtek Mazolewski Quintet, en Burmese, en Nordvargr / Prakh, en Botanist, en Glenn Branca, en Brise-Glace, en Swans, en Maurizio Abate, en het fukking licht, en Erdem Helvacioglu . En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Hou je Leer van de orchidee in je handen, hou je de hele wereld in je handen. En alles altijd. Misschien geen werkzame definitie van poëzie, maar wel een tamelik exacte omschrijving van deze fantastiese bundelbundeling.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee

Leer van de orchidee

een keuze uit het werk 1991-2024

  • Auteur: Jan Lauwereyns (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 7 januari 2025
  • Omvang: 348 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met gedichten van Jan Lauwereyns

‘Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart,’ schreef Jan Lauwereyns in zijn gedichtendagessay in 2011. Dat was voor hem de kortst mogelijke definitie van het bijzondere van poëzie. Daarvoor vertrek je noodzakelijkerwijs bij de werkelijkheid – hier en nu, de dingen rondom, al is dat toevallig in Japan of met de blik van een wetenschapper. 

In Leer van de orchidee biedt Jan Lauwereyns een ruime keuze uit zijn werk, van zijn eerste vingeroefeningen in 1991 tot en met een reeks gloednieuwe gedichten uit 2024. De bloemlezing werkt als een lifehack, al is het meer een hulde dan een handleiding, een uitnodiging om ons te laten verbluffen door het leven, door de schoonheid en de trucs van orchideeën. Dat gaat ook via Japan en de wetenschap, via rangaku, 蘭学, ‘westerse studies’, of met een zijsprong via de kanji: ‘orchideeënleer’. Maar het gaat bovenal via de taal en de liefde.

In deze poëzie leeft de vorm, ongebreideld, ongeremd, in sprankelende tanka’s en barokke sonnetten met perfecte hexameters, in verhalende gedichten die op nachtmerries lijken en in lyrische essays die het denken op subtiele muziek zetten. Gebaseerd op tien heel verschillende dichtbundels geeft deze bloemlezing een uniek caleidoscopisch beeld van een oeuvre dat in alle variëteit juist heel coherent blijkt qua thematiek en toewijding aan de smaak van het geluid van het hart.

Jan Lauwereyns (13 mei 1969, Antwerpen) woont en werkt in Fukuoka, Japan, waar hij cognitieve wetenschap en bio-ethiek doceert aan de Universiteit van Kyushu. Hij debuteerde in 1999 met de dichtbundel Nagelaten sonnetten, en publiceerde tot heden tien dichtbundels in het Nederlands, naast romans, essays en academische monografieën. Zijn poëzie werd bekroond met de Hugues C. Pernathprijs en de VSB poëzieprijs, en genomineerd voor de Herman de Coninckprijs, de Cees Buddingh’-prijs, de Karel van de Woestijneprijs en de Paul Snoekprijs.

Bijpassende boeken en informatie