Tag archieven: Poëzie

Paul Demets – De bijendans

Paul Demets De bijendans recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Vlaamse dichtbundel. Op 25 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de bundel met nieuwe poëzie van de Belgische dichter Paul Demets.

Paul Demets De bijendans recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel De bijendans. Het boek is geschreven door Paul Demets. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met nieuwe poëzie van de Vlaamse dichter Paul Demets.

Paul Demets De bijendans Recensie

De bijendans

  • Schrijver: Paul Demets (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 25 januari 2022
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Paul Demets

We leven in een verwarrende tijd. Alt-right probeert online zijn extreme ideeën wit te wassen, om op die manier meer gehoor te vinden. Links zoekt naar een nieuwe adem, lijkt zichzelf kwijt te zijn en neemt soms rechtse standpunten in bij de zoektocht zichzelf terug te vinden. Een impasse, terwijl zich ondertussen rampen voltrekken die hun weerga niet kennen. Het klimaat warmt op en het recht van de mens op zelfbeschikking staat op gespannen voet met de afbladderende privacy. We kijken weg terwijl we zelf dreigen te verdwijnen.

In De bijendans schetst Paul Demets de diepgaande mutatie van onze verhouding tot de wereld en tot onszelf. In zijn zintuiglijke gedichten laat hij stemmen aan het woord die we liever niet horen, maar biedt hij ook een alternatief, waarbij mens en natuur samengaan. Want wie goed naar de dieren kijkt, kan nog een hoop leren.

Bijpassende boeken en informatie

Arjen Duinker – Autobiografie tot op de dag van vandaag

Arjen Duinker Autobiografie tot op de dag van vandaag recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 25 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido het nieuwe boek van de Nederlandse dichter Arjen Duinker.

Arjen Duinker Autobiografie tot op de dag van vandaag recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Autobiografie tot op de dag van vandaag. Het boek is geschreven door Arjen Duinker. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten van dichter Arjen Duinker.

Recensie van Tim Donker

Te zeggen dat ik van poëzie hou zou te weinig zijn. Ik adoreer poëzie. Ik adem het. Ik leef het. Ik zou het misschien zonder romans kunnen stellen. Als dat moest van de dokter (op een dag zal iemand zeggen: teveel literatuur is slecht voor uw hart. want alles wat fijn is, is slecht voor het hart). Maar zonder poëzie? Nooit. Ik kan hier dus gerust van liefde gewagen, van zuurstof en van bloed, van bewogen zijn en bewogen worden. Ik kan zeggen: poëzie is het mooiste dat ik ken, en dan lieg ik niet altijd. Maar poëzie kan ook zo godvergeten verschrikkelijk zijn. Want poëzie kan rijmen, weet je. Poëzie kan rondeel, kan sonnet, kan acrostichon zijn, of haiku, epode, retrogarde. Oja. Poëzie kan zo verschrikkelijk lelijk zijn.

En toch hou ik staande: ik hou van poëzie. Als alles overboord gaat dat ooit nodig was om poëzie poëzie te laten zijn, is poëzie volmaakt. Of misschien is er alleen maar een zeer geniale dichter voor nodig. Dat zou de titel zijn geweest van deze bespreking in de tijd dat ik mijn besprekingen nog titels mee gaf. Een Zeer Geniale Dichter. Het is me meer dan eens overkomen dat ik een dichtbundel met smaak aan het verorberen was en me pas na bladzijden en bladzijden de schellen van de ogen vielen: verrek, deze gedichten rijmen! Djie. Hoe lang staan die gedichten al te rijmen, of is dat alleen maar toeval dat er nu wat rijm doorheen zit? Maarja, je gaat zoon bundel natuurlijk niet helemaal zitten te herlezen alleen maar om te ontdekken dat je eigenlijk niet mooi had moeten vinden wat je mooi vond. Je legt je er bij neer dat de dichter je het onverkoopbare heeft weten te verkopen. Je zwijgt stil. Je erkent je meerdere in de dichter. Je leest verder. Meng de zeedruif met de wijn en geef de dichter ook wat.

Iets anders. Dat ik haat. In poëzie. Is die belachelijke neiging. Om elke regel. Te laten beginnen met een. Hoofdletter. Of de zin nu al was afgelopen. Of niet. O, de horreur. Dat hakkerige, dat hortende, dat stotende. Die overdaad aan hoofdletters (toch al niet perse de mooiste letters die we hebben). Dat Grootse, Dat Deklamerende, Dat Benadrukkende. Als Gode, of de Bijbel. Alsof je in de stoptrein zit en je net als het versnellen begonnen is, je de vertraging weer voelt komen. Iedere keer weer over die heuvel van de Hoofdletter moeten heen klimmen om de remmen te kunnen los laten. Voorwaar, ik zeg u. Het is mij om die reden totaal onmogelijk om de poëzie van Erik Bindervoet te lezen. Ik wil het wel kúnnen lezen: tijdelijk zelfportret met hoofd en plaatsbepaling, oranje; de saaiste jongen ter wereld; de schilder en zijn model; Aap. Ik heb die boeken in mijn kast staan. In mijn bovenboekenkast. De boekenkast in mijn toekomstige werkkamer. Die voor alle ongelezen en half gelezen boeken is (en gek hè maar hij lijkt voller dan mijn benedenboekenkast, waar het volledig gelezene staat). Druppelsgewijs komen de boeken uit mijn bovenboekenkast wel eens in mijn benedenboekenkast terecht. Heb ik er toch ineens weer eentje uit gelezen. Op een herfstochtend in bad. Of een zomernamiddag met mijn voeten uit het raam. Kies maar. Maar met Bindervoet lukt het me maar niet. Ik krijg het niet gedaan. Ik zie wel dat het moje poëzie is. Maar na twee bladzijden. Ben ik doodmoe. Omdat. Elke regel met een. Hoofletter begint. Of de zin nu al is afgelopen. Of niet. Het mat me af. Alsof je Kwik, Kwek en Kwak hoort praten. Het vloeit niet, het loopt niet. En Gode weet dat poëzie vloejen moet. Tot de hele vloer onder staat.

(geniaal zal Bindervoet dan wel niet zijn – hij krijgt me het onverkoopbare niet verkocht)

Dan Duinker. Ja die kende ik natuurlijk wel. Is hij niet één van de meest vertaalde Nederlandse dichters (las ik ergens) (waar?) (f’domme weer eens de bio kwijt) (waarom is het toch ook altijd zo’n troep op mijn secretaire?), won hij geen prijzen, heeft hij geen lezers? Heeft hij geen oeuvre ofzo, bezie dat oeuvre eens. Maar toch ken ik hem voornamelijk van naam; lezen deed ik alleen En dat? Oneindig. Dat schreef hij samen met iemand anders. Ik vond het een moje bundel. Ik wist niet dat hij ook zo’n hoofdlettermaniak was. Begonnen in En dat? Oneindig ook alle regels met een hoofdletter (Of de zin. Nu al was afgelopen. Of niet)? Ik herinner me het niet heel duidelijk meer. En je gaat ook niet je godganselijke benedenboekenkast overhoop halen op zoek naar zo’n bundel alleen maar om te ontdekken dat je eigenlijk niet mooi had moeten vinden wat je mooi vond. Neuh. Ik herinner me dat ik En dat? Oneindig mooi vond, en zo blijf ik het me graag herinneren.

Maar Duinker is er zo één. Zo’n Zeer Geniale Dichter. Zo’n poëet die me het onverkoopbare weet te verkopen. Want ik zag het wel, ik zag het verdorie bij het eerste doorbladeren al. Op een avond was dat. Zo hoort dat. Het eerste doorbladeren moet in de avond. Je leest dan nog niet. Het is puur aftasten. Je zou van voorpret kunnen gewagen, ware het niet dat dat een beetje te achterlijk is. Het moet in de avond, en het liefst met drank. Iedereen moet naar bed zijn, alleen jij zit er nog, want het moet in stilte. Je zou van een ritueel kunnen gewagen, ware het niet dat dat een beetje te achterlijk is. Je kan de klok horen tikken als je zit, en bladert. En ik zag het al. Ja. Ik zag het snel. Ik dacht O God. Dit zou wel eens het werk van een hoofdlettermaniak kunnen zijn.

En later. Lezen.

Zei je dat de zon schijnt
En dat het winter is?

Las ik. En:

Wanneer je van mij
Een wervel neemt
Val ik uit
Elkaar

En dan weet je het wel. Een hoofdlettermaniak. Daar moet je geen bladzijden en bladzijden voor gelezen hebben. Rijm. Dat kan een Zeer Geniale Dichter nog zo handig verstoppen dat hij je het vreten laat zonder dat je het merkt. Kwestie van goed meekoken. Goed kruiden. Smakelijk. Dus dan pas na bladzijden die verontwaardigde uitroep: Gadverdamme! Zit je me hier rijm te voeren?! Rijm??? Mij??? Maar hoofdletters, die lossen niet op. Kan je koken wat je wil. Die proef je boven alles uit. Maar toch wil ik eten. Autobiografie tot op de dag van vandaag wil ik eten. Omdat het zo smakelijk. Omdat het zo goed. Omdat het zo geniaal is.

Dit gedicht. Zei ik al dat het één gedicht is? Een poëem zo je wil. Het is mooi. Het is zo mooi. Ik wil. Ja ik wil. Alles. Helemaal. Hoofdletters of niet.

O. Fantasties dat:

Toen ik een was, wilde ik twee zijn,
Toen ik twee was, werd ik doorzichtig
Toen ik drie was, kwam Kirsten kijken
Toen ik vier was, voetbalde ik in de Palamedesstraat

En dat gaat nog veel langer door, en ik wil alles wel sieteren.

O. Fantasties dat:

De mens is een lepelaar.
Een lepelaar is een varken.
Een varken is een wesp.
Een wesp is een konijn.
Een konijn is een schildpad.
Een schildpad is een vleermuis.
En dat gaat nog veel langer door, en ik wil alles wel sieteren..

O. Fantasties dat:

Ik heb een telefoon.
Ik heb versleten stoelen.
Ik heb schitterende schilderijen.
Ik heb schitterend glaswerk.
Ik heb een fiets.

O. Fantasties dat:

Er zijn er meer dan twee die maan zeggen,
Meer dan twee die straat zeggen,
Meer dan twee die huis zeggen,
Meer dan twee die water zeggen,
Meer dan twee die zon zeggen,

en dat gaat nog veel langer door en ik wil alles wel sieteren.

O. Fantasties dat “Het onbekende van iets bijzonders is minder bekend.”, fantasties dat “vertrouwen is een overschatte bezigheid”, fantasties het telefoongesprek tussen Duinker Wandelvakanties en Zeekapitein, fantasties de peinzerijen over hoe dicht je bij een tafel moet zitten om “aan tafel” te zitten in plaats van “bij een tafel”, fantasties dat over de straat met mooie putdeksels, fantasties hoe ik op wil staan, de straat op, hele stukken biezonder luid voordragen zodat de mensen in hun huizen het zullen horen want de mensen in hun huizen moeten dit weten de mensen in hun huizen moeten dit lezen.

Fantasties dat het nergens over gaat.

Fantasties dat het overal over gaat. Het gaat over loempia’s. Over een paard. Over de fanfare, een tamboer, een stoofpot, lieveheersbeestjes, de aarde, nadenken, accijns, geschiedenis, boterhammen met pindakaas, autorijden, dochters, vrouwen, blauw, wijn, synchroonzwemmen, de waarheid ruilen voor een gammele kano, het neusdiertje dat houdt van Bo Diddley, een tuin zo groot als Nederland, de televisie die zegt dat het morgen kan gaan misten, het neusdiertje dat een glaasje wodka drinkt en zoet luistert naar Oestvolskaja, de tomeloze inzet van voorzetsels, een glas laten vallen voor het effect, de stoel en het raam en de tafel napraten en daarmee goed op schema liggen. En een hele stoet namen komt langs. Obelix, bijvoorbeeld, van wie eerst beweerd wordt dat hij dood is. Maar die enkele bladzijden later bier drinkt en moje opmerkingen maakt over politiek. Josja, die een Koerd had zien fietsen met twee snoekbaarzen onder zijn snelbinders. Oelay, volgens wie ongekookte geitenhersenen de lust opwekkken. Chokchanada, die uit de bridgewereld is gestapt. Sala, een tegelzetter met een aquarium. Markante mensen met markante namen en markante kenmerken.

En het gáát ergens over.

Het gaat over muziek. En als het over muziek gaat, dat gáát het ergens over. Pink Floyd wordt rotmuziek genoemd. Iets waar ik goed in kan komen maar hoewel ik niet meer zo lijp ben van Floyd als toen ik een jaar of zeventien was; nog altijd meen ik dat hun totaalwerk (ik zoek iets om niet oeuvre te hoeven zeggen) (teveel oeuvre in een bespreking is niet goed) net iets te veelkantig is om het over één kam te scheren. Maar de dichter heeft liever Johnny “guitar” Watson. Ik heb een vrouw gekend die beweerde dat ze ooit versierd werd door Johnny “guitar” Watson tijdens één van diens optredens. Het was geen lelijke vrouw maar ook geen moje vrouw en zeker geen vrouw om te kiezen uit een zaal vol bewonderaars (met haar stomme haar en haar grijze gezicht en haar onbeholpen make-up). Ik zeg niet dat dat de reden is waarom ik geen cd heb van Johnny “guitar” Watson, ik zeg slechts dat er best een handvol hele moje liedjes bestaan van Pink Floyd.

Want als het over muziek gaat, gáát het ergens over.

Of het gaat over Theo Verbey en Henri Dutilleux; componisten, kennelijk, om mee te geven aan je dochters.

Namen die vage, hele vage & verre bellen doen rinkelen bij mij.

Toen ik achttien was, begon ik me te interesseren voor wat vaak zo onhandig “modern klassiek” wordt genoemd. Ik bezocht konserten, luisterde radiostations, kocht cd’s, las bladen. Intens. Zonder reserves. Met al mijn aandacht. Toen ik twee- of drieëntwintig was verdween die interesse geleidelijk aan. Ik had in die paar jaar als “arme student” nog verbazend veel cd’s weten aan te schaffen; cd’s die ik inmiddels bijna allemaal heb weggedaan. Moderne komponisten zijn een vage herinnering nu. Ik meen dat Dutilleux zwaar was, pompeus, filmies, verstikkend. Verbey herinner ik me eerder als sluipend om achter je rug ineens een opgeblazen zak met een klap stuk te slaan.

Denk ik Zou ik mijn kinderen van alle muziek die er is vooral Theo Verbey en Henri Dutilleux willen meegeven?

Want als het over muziek gaat –

O. Fantasties dat ik niet precies weet hoe ik Autobiografie tot op de dag van vandaag moet duiden.

Is het melankolia?
Is het autofictie?
Is het even prachtige als totale onzin?
Is het een lied?
Is het een gebed?
Is het een ode aan de schoonheid van de taal?
Is het een lofzang op de pracht van alles?

Soms spreekt het in raadselen, soms spreekt het recht voor de raap, soms spreekt het absurdisties, soms in bezwerende herhaling, soms in onontkoombare poëzie.

Het is een boek om in één adem uit te lezen. Hijgerig. Dorstend naar ieder volgend woord, iedere volgende zin, iedere volgende bladzijde. Voort en vuts en verder tot het eind. En het dan weer opnieuw lezen, en dan nog eens, en dan nog eens, en dan nog eens. Je zou alleen nog dit boek lezen voor de rest van je leven en er genoeg aan hebben. Hoewel. Hum. Een paar weken, toch. Minstens.

Ofnee. Het is een boek om oneindig traag te lezen. Omdat het zo godvergeten mooi is dat je er blijvend in verwijlen wil. In de krankzinnige taal, in de melodie, in het ritme. De wervelwind, de losgeslagen anecdotiek, de pure schoonheid, de uitzinnige vreugde, de zang, het zacht laweid. Je wil nooit meer afscheid nemen van Autobiografie tot op de dag van vandaag, je wil nooit het laatste woord hoeven lezen.

Arjen Duinker Autobiografie tot op de dag van vandaag Recensie

Autobiografie tot op de dag van vandaag

  • Schrijver: Arjen Duinker (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 25 januari 2022
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Prijs: € 15 – € 20
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Arjen Duinker

Autobiografie tot op de dag van vandaag is een lang gedicht dat bestaat uit stoelen en straathoeken, uit winkels en vierkantjes, uit bloemen en spoken en echo’s en handen en voeten. De lezer hoeft van Arjen Duinker geen uitgebreide beschrijvingen van valkuilen en verdriet te verwachten, geen betoog over deze of gene theorie, geen toetreding tot een genootschap. Er zijn weliswaar vele wegen die naar Rome leiden, maar Duinker is er nooit geweest. Zijn autobiografie houdt zich bezig met ritmes en klanken en lettergrepen en hoeveelheden en letters, met ontmoetingen en helderheid. ‘Ik zou graag sterven in de Anna Boogerd,’ zo opent de bundel. Misschien maken de koel- en warmbloedige regels later duidelijk waarom.

Arjen Duinker (1956) ontving in 1993 de Halewijnprijs van de stad Roermond voor zijn gehele oeuvre en in 2001 de Jan Campertprijs voor zijn dichtbundel De geschiedenis van een opsomming. Zijn bundel Misschien vier vergelijkingen werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs, voor De zon en de wereld (2004) ontving hij de VSB Poëzieprijs 2005. Bundels in vertaling verschenen in Italië, Engeland, Frankrijk, Portugal, Australië, Iran en Rusland.

Bijpassende boeken en informatie

Esohe Weyden – Tussentaal

Esohe Weyden Tussentaal recensie en informatie over de inhoud van dichtbundel. Op 14 februari 2022 verschijnt bij uitgeverij Vrijdag het boek met gedichten van de Belgische dichteres Esohe Weyden.

Esohe Weyden Tussentaal recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Tussentaal Het boek is geschreven door Esohe Weyden. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met gedichten van Vlaamse dichteres Esohe Weyden.

Esohe Weyden Tussentaal Recensie

Tussentaal

  • Schrijfster: Esohe Weyden (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 14 februari 2022
  • Omvang: 88 paginma’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het eerste boek van Esohe Weyden

Tussentaal zij maakt van niets iets want zij geeft door zinnen aan zinloosheid betekenis blaast beweging waar het statisch is en warmte rond de ijzigheid In Tussentaal komt spoken word tot leven op papier. Esohe Weyden neemt je op ritmische wijze mee in haar grenzeloze twijfels, openhartige bekentenissen en dansende gedachtenspinsels. Poëzie die schreeuwt om te worden voorgedragen, maar ook smacht om te worden gelezen. Woorden waarop je wil walsen tot je er dronken en draaierig bij neervalt.

Esohe Weyden (1999) is spokenworddichter en presentator. Ze is de campusdichter van Universiteit Antwerpen, waar ze masterstudent Rechten is. Ze bracht haar poëzie al op de meest uiteenlopende planken, van klassieke podia als Arenberg en Vooruit en festivals als de Gentse Feesten en Pukkelpop tot op het burgerlijke defilé van de Nationale Feestdag van België.

Bijpassende boeken en informatie

Siel Verhanneman – Wat nu met het licht dat binnenvalt

Siel Verhanneman Wat nu met het licht dat binnenvalt recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe bundel met gedichten van de Vlaamse dichteres. Op 11 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe dichtbundel van de Belgische dichteres en schrijfster Siel Verhanneman.

Siel Verhanneman Wat nu met het licht dat binnenvalt recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de bundel Wat nu met het licht dat binnenvalt. Het boek is geschreven door Siel Verhanneman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek met gedichten van de Vlaamse dichteres Siel Verhanneman.

Siel Verhanneman Wat nu met het licht dat binnenvalt Recensie

Wat nu met het licht dat binnenvalt

  • Schrijfster: Siel Verhanneman (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 11 januari 2022
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Prijs: € 20 – € 25
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Siel Verhanneman

In een kier liggen blinde vlekken van rouw, het verlies van wie je liefhebt houdt zich erin op en blijft nog jaren stevig woeden. Lijven verworden er tot hout, kunstmatig in elkaar geschroefd, niks voelt nog echt.

Siel Verhanneman belicht de impact die rouw heeft op intimiteit, spontaniteit en de zintuiglijke weergave van het leven. Kunst van Rodin, Vandenberg, Basquiat en Bourgeois activeert haar zintuigen die – zo lang door angst en somberheid uitgedoofd – de massieve constructie die rouw is langzamerhand ontmantelen tot er ruimte is voor nieuw leven. Waar licht weer binnenvalt.

Siel Verhanneman (1989) is schrijver en dichter, en publiceerde de poëziebundel Als ik stil ben heb ik een bos in mijn hoofd (2016) en de roman Of iedereen gaat dood (2019). Als één van de tien interessantste jonge dichters van de Lage Landen stond haar poëzie in de bloemlezing Nu (2020). Peter Verhelst bloemleesde haar werk in Watou (2020).

Bijpassende boeken en informatie

Tsead Bruinja – De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie

Tsead Bruinja De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie recensie en informatie boek met 100 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu.

Tsead Bruinja De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie, 100 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu. Het boek is samengesteld door Tsead Bruinj. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van deze poëziebloemlezing van Tsead Bruinja.

Tsead Bruinja De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie Recensie

De eerste bloemlezing van de Nederlandse poëzie

100 gedichten uit het Koninkrijk van 1945 tot nu

  • Samensteller: Tsead Bruinja (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 7 juni 2022
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de bloemlezing samengesteld door Tsead Bruinja

Als Dichter des Vaderlands (2019-2020) nam Tsead Bruinja zich voor een inclusieve bloemlezing samen te stellen die ruimte bood aan zo veel mogelijk talen, streektalen en dialecten. Zijn selectie begint in 1945 en beperkt zich tot poëzie die geschreven is binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Dat betekent dat er poëzie te lezen is uit Indonesië en Suriname en van de Antillen, maar ook dat
er gedichten in staan van nieuwe Nederlanders uit het Midden-Oosten en Zuid-Amerika. Met deze bloemlezing wil Bruinja een andere blik op de Nederlandse poëzie bieden. In bijna alle belangrijke bloemlezingen tot dusver ontbreken bijvoorbeeld de Friese en de Antilliaanse poëzie, terwijl die poëzie in contact staat met de Nederlandstalige poëzie en de wereldpoëzie.

“Irakezen, Iraniërs, Amerikanen en anderen hebben in Nederland werk gemaakt dat met ons te maken heeft. Dat grotere verhaal ontbreekt tot nu toe in de bloemlezingen. “Onze” literatuur is die van Remco Campert, Tjitske Jansen en Radna Fabias, maar ook die van Tsjêbbe Hettinga, Jan Glas en Nydia Ecury, van Mowaffk Al-Sawad en Mia You.” Tsead Bruinja

Bijpassende boeken en informatie

Jila Mossaed – Ik zing in een andere taal

Jila Mossaed Ik zing in een andere taal recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 1 november 2021 verschijnt bij uitgeverij Wilde Aardbeien de Nederlandse vertaling van de bundel met gedichten van de Iraans-Zweedse schrijfster Jila Mossaed. In de bundel zijn trouwens ook de originele Zweedee gedichten opgenomen.

Jila Mossaed Ik zing in een andere taal recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Ik zing in een andere taal. Het boek is geschreven door Jila Mossaed. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met poëzie van de Iraans-Zweedse schrijfster Jila Mossaed. Zowel de Zweedse originele gedichten als de Nederlandse vertaling zijn in de bundel opgenomen.

Jila Mossaed Ik zing in een andere taal Recensie

Ik zing in een andere taal

  • Schrijfster: Jila Mossaed (Iran, Zweden)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Nederlandse vertaling: Sjoerd-Jeroen Moenandar
  • Uitgever: Wilde Aardbeien
  • Verschijnt: 1 november 2021
  • Omvang: 154 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de dichtbundel van Jila Mossaed

Ik zing in een andere taal is een kennismaking met de Zweedse gedichten van Jila Mossaed (Teheran, 1948). In deze bundel zijn 67 van haar gedichten verzameld, waarbij het origineel en de Nederlandse vertaling naast elkaar worden weergegeven.

Jila Mossaed schreef deze gedichten tussen 1997, het jaar waarin haar Zweedse debuut verscheen, en 2018, toen haar vooralsnog laatste bundel werd gepubliceerd. Zeven bundels zijn in die periode verschenen en Mossaed, voor wie het Zweeds een tweede taal is die ze rond haar veertigste is gaan spreken, neemt inmiddels een centrale positie in de Zweedse dichtwereld in. In 2018 werd ze tot lid verkozen van de Zweedse Academie.

Mossaeds lyrische gedichten gaan over onderdrukking in Iran, over vluchten, het trauma om van cultuur en taal te moeten veranderen en over haar pogingen om in het nieuwe land een plek voor zichzelf te creëren. De unieke stem in deze poëzie is nu voor het eerst in het Nederlands vertaald door Sjoerd-Jeroen Moenandar, die ook het nawoord schreef.

Jila Mossaed schrijft in het Zweeds, voor haar ‘de taal van ijs’, maar ‘het vuur en de woestijn’ van het Perzisch blijven op een fascinerende wijze een uitloop vinden.

Bijpassende boeken en informatie

Tomas Lieske – Het spettert geluk

Tomas Lieske Het spettert geluk recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 7 december 2021 verschijnt bij uitgeverij Querido het boek met nieuwe poëzie van de Nederlandse schrijver en dichter Tomas Lieske.

Tomas Lieske Het spettert geluk recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Het spettert geluk. Het boek is geschreven door Tomas Lieske. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Nederlandse dichter Tomas Lieske.

Recensie van Tim Donker

Stel je een dag voor. Kun je dat? Kun je je een dag voorstellen? Stel je een dag voor, en stel je voor dat dat donderdag was. Dat is een goede dag he? Klinkt al zo mooi. donnn durrr daggg. Spreek langzaam, spreek zacht, beweeg je hand op en neer en stel je de dag voor. Stel je die dag eens voor, en dat ik daar zat. Ja, ik zat op een donderdag. De kinderen waren in de schoelje, de huishoudelijke karwijtjes waren voor even gedaan (maar ik ben snel tevreden), en ik zat. Er was koffie. En er was een poëziebundel. ‘fnee, een poëzieboek misschien veeleer. The book of Frank, CAConrand. Een boek waar ik meer van had verwacht. Zo is de mens. Die verwacht altijd meer. Het was niet onaardig, dat The book of Frank – een weinig te rebellieus misschien. Hoeveel geslachtsdelen en hoeveel masturbatie kan een boek hebben? Hoeveel absurdisme is leuk voordat het “te gezocht” wordt? Maar het gesprek tussen Frank en het varken is monumentaal, en het boek deed me gniffelen, vele malen gniffelen (& ik dacht, zomtijds, een enkele keer, vaak, dit moet ik aan mijn zoon voorlezen, dit moet ik aan mijn zoon voorlezen, wat ik deed, de volgende dag, maar hij had geen tijd, hij moest naar school) en iets wat u deed gniffelen kan nooit slecht zijn, dus, welaan. Er was boek, die dag, en er was mjoeziek, die dag, stel je voor dat er mjoeziek was. the bad plus. U weet wel, dat bandje dat jazzversies maakt van gekende popliedjes. Jezus. the  bad plus, hoe kwam ik nu weer aan een seedee van the bad plus? Al wist ik dat wel, ik wist dat heel goed, het was die dag, het was een andere dag, het was niet eens donderdag toen, of op zijn best een poging tot donderdag (hee dat zou de titel van deze bespreking zijn geweest in de tijd dat ik mijn besprekingen nog titels meegaf: Een Poging Tot Donderdag), en ik was in Zierikzee. De wereld was normaal geworden. Of de wereld. Nederland. Nederland was relatief normaal geworden, een mens kon al eens een snotvalling krijgen ja maar dat hoorde bij het leven dus iedereen mocht weer eten in restaurants en iedereen mocht weer ongekneveld een winkel in. En toen, juist toen, was ik in Zierikzee. Mijn kinderen attendeerden me op een platenzaak & ik zei ja dat is een platenzaak, dat is met recht een platenzaak, daar verkopen ze platen maar hee, men, welke men?, of ze, welke ze?, ja ze hebben me van mijn platenspeler weggetreiterd toen er begin jaren negentig eventjes bijna nergens meer platen te krijgen waren en ik tandenknarsend een seedeespeler kocht en seedee na seedee een seedeeverzameling opbouwde en nu ga ik verdorie nooit meer terug naar een andere geluidsdrager nu ga ik verdorie tegen alles in de seedee trouw blijven zolang als ik leef, zo stond ik dus, fulminerend, ei zo na schuimbekkend, in Zierikzee dan nog, op een dag die niet eens donderdag was, hooguit een poging tot donderdag, toen mijn kinderen, mijn moje lieve prachtige grappige wijze opmerkzame kinderen zeiden Pappa ze hebben ook seedees hoor. En ik ging. Winkel in. Want hee ik hoefde geen knevel meer, en het weer was in orde en ik was frivool dus ik ging. Winkel in. En ik graaide in bakken en ik ging. In winkel. Met seedee. Naar de kassa. Ik had the bad plus gegraaid omdat ik me verbeeldde dat ik wist dat dat goed was, en omdat ik de foto’s in het seedeeboekje mooi vond, en omdat ik kopen wilde, omdat ik eindelijk weer eens, in een echte winkel met echte mensen achter een echte kassa, echt kopen wilde. En de echte mensen achter de echte kassa waren lief en bleven maar praten en praatten me seedees aan en nog meer seedees en steeds meer seedees en misschien had ik the bad plus kunnen laten, als het er alleen maar ging om in een echte winkels echt seedees gekocht te hebben, maar ik liet ze er tussen. the bad plus. Misschien omdat ik meende dat dat goede ochtendmjoeziek ging zijn. Misschien omdat ik meende dat het weer eens tijd was voor een levensechte miskoop. Misschien omdat ik mezelf wijs maakte dat ik een jazzversie van the robots moest horen. Hoe ook. Ik kocht. En daar was. Op dag, die dag, die donderdag, met CAConrad en koffie the bad plus. En dat lied van Yeah Yeah Yeahs dat ging dan nog wel, vooral, misschien, omdat ik het orzjieneel niet kende. En iets van TV on the radio werd in handen van the bad plus nog best heel pruimbaar, vooral, misschien, omdat ik zo’n afgrijselijke teringhekel had aan TV on the radio. En the robots. Ach, the robots. Een jazzversie. Kan staan naast. Wat is? Krautrock? Synthpop? Dark wave? Psych? Kan staan, was best heel mooi gewoon, en ik dacht aan Kees. Aan die goede ouwe Kees. Aan die lieve moje Kees. Alleen daarom al had een plaatje alle recht. Ik kon met dingen gojen, ik kon stampvoeten van boosheid (dat mag niet van mijn vrouw hier in huis, stampvoeten, ze zegt dat de vloerverwarming daardoor kapot kan gaan) doordat die stomme Ethan Iverson met zijn stomme piano op zoon hyperirritante wijs Johnny Cash’s zanglijn naspeelde op I walk the line en Don’t dream it’s over is sowieso één van de vervelendste liedjes ooit gemaakt maar seedeelang viel wat ik hoopte dat goed ging zijn maar vermoedde dat slecht ging zijn me niet eens heel hard tegen. Stel je voor dat het die dag was, dat het zo’n soort dag was, dat het donderdag was, en dat het zonlicht viel op mijn papier.

En hoe zegt Rimbaud dat weer? (iets over de zon die haar gele pasteideeg tegen de papieren ruitjes plet)(dit kon ik ook beter zeggen) (dit kon ik ook poëtischer zeggen) (dit kon ik ook in mijn eigen woorden zeggen)

Misschien was het dus een dag, misschien was het die dag, misschien was het een dag om mijn vooroordelen te vergruizelen. Vergruizel uw vooroordelen op een dag dat gebleken was dat CAConrad niet dat genie was waar je hem voor hield, en dat the bad plus presies die niet gans onaardige ochtendjazz bleek te zijn die je dacht dat het zou zijn terwijl je ergens dacht te weten dat het prut zou zijn. Vergruizel uw vooroordelen op donderdag. Vergruizel uw vooroordelen altijd op donderdag. Stel je die dag voor. Stel je die donderdag voor. Want die dag was het.

Die dag was het dat ik eindelijk eens aan Het spettert geluk begon. Lieske. Ook zo’n vooroordeel. Ik ken vele dichters en daarmee bedoel ik niet dat ze bij mij op de koffie komen (er is nog nooit een dichter bij mij op de koffie geweest) maar dat ik gedichten van hun hand gelezen heb. En daarnaast ken ik nog vele dichters alleen maar van naam. Vaak op die naam gestombeld, maar nooit iets van gelezen. Tomas Lieske is er zo één. En het gekke is, ik had nooit wat van hem gelezen en toch had ik de stelligste overtuiging dat het he-le-maal niks was. En nog een beetje vreselijker misschien. Waarom dacht ik zo? Ik weet het niet. Misschien vond ik het meer een naam voor een soapacteur. Misschien omdat ik een keer een fotootje van hem zag, en ik vond hem een beetje op Paul Witteman lijken. Iemand die een beetje op Paul Witteman lijkt, kan geen fatsoenlijke poëzie schrijven. Kan ook tellen als vooroordeel he? Misschien omdat hij een roman over Beethoven schreef. Misschien vanwege die theaterfascinatie van hem. Ik weet het niet. Maar ik had die Lieske al afgeschreven vooraleer ik ook maar één (1) letter van hem gelezen had. En daar ging vandaag verandering in komen, op donderdag, toen ik zat, na CAConrad gelezen te hebben, na koffie gedronken te hebben, toen de mjoeziek al verstomd was, toen ik zat, nog steeds, dat wel (en zitten is de ergste verslaving zitten is de verslaving die ons allen doden zal) (maar dood moet je toch en zitdood is na ligdood de mooiste dood) (Robert Walser dood in de sneeuw, ook een moje dood) (Robert Walser die zei Je hoeft niet iets bijzonders te zien, je ziet al zo veel), toen ik zat en las. In Lieske. Het spettert geluk.

Ik las. Ik lees.

Wat las ik, wat lees ik?

Wel.

Noem het een poëem; noem het een prozagedicht; noem het een novelle in verzen; noem het een toneeltekst, ook goed. Ja theater kan soms goed zijn. Ik vind theater goed als het niet teveel theater is. Hoe heette ook alweer die Amerikaanse dichteres (of was het een dichter?) die een dichtwerk de vorm van een toneeltekst had gegeven, ik vond dat goed, ooit, ik sprak daarover, ooit, op ze veezboek, maar ik heb allang geen veezboek meer en dat boek gaf ik weg aan iemand die ik nooit meer zie, ik weet dat ik het geweten heb, ooit, die naam, maar ik weet ook dat ik het nooit meer ga weten, terug, die naam. Of geef Het spettert geluk geen naam, dingen worden er niet altijd perse mojer van als zij namen krijgen. Dat het in dit (?) (poëem) (?) (deze toneeltekst?) (?) (ah:) dit boek barst van de weerbarst – zoveel kan ik u al wel vertellen.

Het geeft mensen. In een ark. Of is het een duikboot? Mensen zitten vast op de bodem van de Seine. Ze praten. Soms lijkt het Zuid-Afrikaans, een enkele keer wel jiddisch. Om de tijd te doden dragen ze poëzie voor, voeren ze toneelstukken op. Toneelstukken opvoeren in wat een toneelstuk lijkt te zijn, het Droste effect is ook een band, trouwens. Vanuit de patrijspoorten zien ze rotzooi langs drijven. Pizzadozen. Tuinen. Een kaffee. Een gehoorapparaat. Een sliert kinderen, hand in hand.

Het geeft een kapitein, ook. Keto Stiefcommando. Over wie Lieske naar het schijnt al vaker schreef. En die in zijn schip of ark of onderzeeër meegekregen heeft: “alle klonkies en daklozen, de gammerkoppen en de knorhanen, de trompoppies en die meisies van die nag, de liereman en de wijn-wijn-kropdoffer”, die luisteren naar namen als Arabia Felix, Merci Merci, Sua Vecito, Mosje Hercuul, Imker Graat en Damn Good Memory. Markante namen voor markante personen hee waar, wanneer zei ik dat eerder?

Keto Stiefcommando zoekt en mist zijn dochter. Keto Stiefcommando schrijft brieven aan Susanna Shakespeare. Keto Stiefcommando likt aan zijn beïnkte pen, wat zijn tong en bovenlip kwaadaardig donkert. Soms, tijdens het lezen, dacht ik hem voor me te zien. Dan zag ik Kiefer Sutherland voor me. Heet die zo? Kiefer Sutherland? Dat is toch geen naam? Maar ik zag hem. Met dat rechthoekige brilletje dat hij in die ene film droeg. Was dat Flatliners? Of heeft hij die altijd op, die bril, misschien is dat gewoon de bril van die vent, die dingens, die Kiefer Sutherland ofzo. Dat zal me leren niks te weten van film.

En het bonkt in Het spettert geluk. Het bonkt en het davert en het schroeit en het snijdt en het rijt open -ja!- maar ook kabbelt het en heeft het lief en troost het en drijft het. In Het spettert geluk. Het is licht, en het is duister. En zwaar op de hand, soms. De gesprekken, bijvoorbeeld. Of ze toneelstuk zijn, of tussen de coulissen gevoerd worden; de onderwerpen zijn veelal niet vederlicht. Dat gaat over verkrachting, vermiste dochters, ongewenste zwangerschap, de vervuiling van de Seine. Lieske saust dit dan wel op met hiere of daare scheutjes absurdisme en met razende taalliefde (echte liefde is taalliefde, ik zeg) (de taal zodanig diep liefhebben dat je haar uit haar boeien wil bevrijden), maar niettemin is dit boek diergelijk vulzame kost dat ik mijn leeshonger er snel door gestild wist. Twee of drie bladzijden kon ik hebben – in een enkel geval vier of vijf. Dan moest ik iets anders gaan doen. Het dak dweilen, mijn navel schoonmaken, Sebastiaan ontluizen, de vaat begraven in de achtertuin, ijzer met handen breken, de stilte een nieuw verfje geven – al wat niet lezen in Het spettert geluk was.

En dus lees ik niet, maar lees ik verder, lees ik een andere dag verder. Een dag die geen donderdag is – zelfs geen poging tot donderdag. En ik lees, en ik denk dit is niet het mooiste dat ik ooit las. Ik lees, en ik denk dit is niet het gaafste boek van het decennium. Ik lees, en ik denk Het spettert geluk doet me niet willen naar boven gaan, naar zolder, uit het raam klimmen, het dak op, en daar staan, op mijn dak, mijn pas gedweilde dak, met luide stem voorlezen, schreeuwend voorlezen, brullend, ei zo na schuimbekkend voorlezen, hele passages, hele bladzijden, misschien wel het hele boek. Gewoon. Omdat ik wil dat het gehoord wordt. Omdat het te mooi is om niet gehoord te worden door iedereen. Of. Naja. De mensen in mijn straat dan. Nee. Dat soort boek is het niet.

Het is gewoon – ja wat eigenlijk?

Het is poëem of toneeltekst of novelle in verzen of politiek pamflet of woedende schreeuw of de dans der dollen. Of een boek. Gewoon een mooi boek. Niet minder. Vooral ook niet meer.

Dus ik zit. Op weeral een andere dag. Misschien woensdag. En ik denk Eigenlijk toch geen boek om vooroordelen mee te vergruizelen. Maar het is dan ook geen donderdag vandaag. Mijn vooroordeel tegen Lieske is met Het spettert geluk niet vergruizelt – je zult mij niet in de nabije toekomst brullend naar de boekwinkel zien rennen om alles van Lieske aan te schaffen (met die roman over Beethoven, zeg ik gans bevooroordeeld, mag je van mij almeteens de kachel aansteken). Geen vergruizeling. Zeg liever: traagweg opgelost. Als een suikerklontje in een kopje koffie. De koffie van een dag die geen donderdag is en ook geen poging tot een donderdag. De koffie die ik liever ongezoet drink. De koffie waarvan ik drink, denk Gadverdamme wat zoet, dan drinken, rustig, en zeggen: Die Lieske die deugt wel. Dat spettert dan geen geluk maar op dagen die niet eens pogen donderdag te zijn is het fijn en fijn is goed. Je hoeft niks bijzonders te zien. Je ziet al genoeg.

Tomas Lieske Het spettert geluk Recensie

Het spettert geluk

  • Schrijver: Tomas Lieske (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 7 december 2021
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Prijs: € 15 – € 20
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering van de bundel

  • “Tomas Lieske creëert opnieuw een enerverende wereld in ‘Het spettert geluk’ — hoe aanstekelijk alleen al die titel.” (Trouw)

Flaptekst van de bundel met nieuwe gedichten van Tomas Lieske

Tomas Lieske voert in de magistrale bundel Het spettert geluk opnieuw de op straat levende verschoppelingen in Parijs ten tonele. Ze zijn door Keto Stiefcommando samengebracht in de Arc: een schip dat eerst potsierlijk is opgetuigd en dat daarna tijdens een reis door een achterbakse bemanning veranderd is in een onderzeeboot. Wanneer de Arc vastloopt in de Seine en tot op de bodem zinkt, zien de verbaasde zeeschuimers hoe de achtergebleven Parijse beschaving, van Egyptische beelden tot quinoasalades en van scooters tot corseletten, in de rivier plonst en langs hun onderzeeramen met de stroom meedobbert. Het spettert geluk is een echte Lieske: vol virtuoze taal en spetterende beelden.

Bijpassende boeken en informatie

Iduna Paalman – Bewijs van bewaring

Iduna Paalman Bewijs van bewaring recensie en informatie over de inhoud van de bundel met nieuwe gedichten. Op 3 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido het nieuwe boek van de Nederlandse dichteres Iduna Paalman.

Iduna Paalman Bewijs van bewaring recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Bewijs van bewaring. Het boek is geschreven door Iduna Paalman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten van dichteres Iduna Paalman.

Iduna Paalman Bewijs van bewaring Recensie

Bewijs van bewaring

  • Schrijfster: Iduna Paalman (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 3 mei 2022
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Prijs: € 15 – € 20
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Iduna Paalman

[…]

hoewel alle boeken over jou gaan kun je er helaas niets aan verdienen
er is een constructie waarbij de geldstromen via eendagsmachines
over verschillende sluizen worden verdeeld, je zult je erin moeten verdiepen
zoals in alles waar je uiteindelijk geen recht op hebt

[…]

In haar nieuwe dichtbundel Bewijs van bewaring onderzoekt Iduna Paalman de verhalen van mensen die lang over het hoofd werden gezien, die ver van het grote toneel leefden, die geen plek hadden in geschiedenisles, fotoalbum of canon. Met behulp van archiefmateriaal, interviews en historisch onderzoek maakt ze persoonlijke poëzie van levens die nooit eerder op deze manier werden blootgelegd.

Bijpassende boeken en informatie

Jan Baeke – Het verkeerde hart

Jan Baeke Het verkeerde hart recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 25 januari 2022 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de bundel met nieuwe poëzie van de Nederlandse dichter Jan Baeke.

Jan Baeke Het verkeerde hart recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Het verkeerde hart. Het boek is geschreven door Jan Baeke. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de bundel met nieuwe poëzie van de Nederlandse dichter Jan Baeke.

Jan Baeke Het verkeerde hart Recensie

Het verkeerde hart

  • Schrijver: Jan Baeke (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 25 januari 2022
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Prijs: € 20 – € 25
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Jan Baeke

Aandacht. Alle personages die Jan Baeke opvoert in Het verkeerde hart zoeken naar aandacht, leven bij aandacht, vragen of eisen aandacht. Zo ook de moeder, die een van de centrale figuren is: ‘Mijn moeder was op straat om god te spreken./ Het was warm, de stad was uitgelopen en/ de vuilniszakken, de verkeersopstoppingen/ en het bedelen langs de terrassen groeiden aan.’ De personages kiezen niet zelden voor aandacht van de verkeerde soort, uit onderdanigheid, uit een zwak zelfbeeld. De figuur Eddy is dan weer iemand die op vrij narcistische manier aandacht opeist.

Het verkeerde hart bestaat uit drie afdelingen, en laat zich makkelijk lezen als een roman, waar alle personages door elkaar heen lopen en praten, van elkaar houden, elkaar wantrouwen en onmachtig zijn werkelijk in evenwicht te leven. Het gaat hierbij vooral om het tonen van de verschillende manieren en strategieën waarmee wij een ander ‘inschakelen’ om onze plek in de werkelijkheid te bevestigen of te veroveren.

Bijpassende boeken en informatie

Jan-Paul Rosenberg – Laatste foto van de vrede

Jan-Paul Rosenberg Laatste foto van de vrede recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 22 maart 2022 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers het boek met poëzie van de Nederlandse dichter Jan-Paul Rosenberg.

Jan-Paul Rosenberg Laatste foto van de vrede recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de bundel Laatste foto van de vrede. Het boek is geschreven door Jan-Paul Rosenberg. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek met gedichten van Jan-Paul Rosenberg.

Jan-Paul Rosenberg Laatste foto van de vrede Recensie

Laatste foto van de vrede

  • Schrijver: Jan-Paul Rosenberg (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 22 maart 2022
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Prijs: € 17,50 – € 22,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de dichtbundel van Jan-Paul Rosenberg

In Laatste foto van de vrede voert Jan-Paul Rosenberg ons vanuit onze vertrouwde wereld weg naar een postapocalyptisch bestaan, bevolkt door een soort die speelbal is van een voortschrijdende transformatie en vervreemding. In wat volgt gaat het over gaming en framing; over vloggers, moraal en psychiatrie; over dood en leven; over een computerscherm als ultieme werkelijkheid; over de aloude roep om Heldere Leiders, maar uiteindelijk toch ook weer over de mens, die zijn bestemming vindt in de verbondenheid met de elementen. Rosenberg schetst verontrustende visioenen, maar zijn barokkerige poëzie getuigt desondanks van een intelligent en erudiet soort levenslust.

Bijpassende boeken en informatie