Tag archieven: Nijgh & Van Ditmar

Sylvia Witteman – Klein huiselijk leed

Sylvia Witteman Klein huiselijk leed recensie en informatie over de inhoud van het boek met columns uit Libelle. Op 14 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het eerste boek met columns uit Libelle, geschreven door Sylvia Witteman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en de uitgave.

Sylvia Witteman Klein huiselijk leed recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van Klein huislijk leed, het nieuwe boek met columns, geschreven door Sylvia Witteman in de media verschijnt, zal er op deze pagina aandacht aan besteed worden.

Sylvia Witteman columns en informatie

Op 9 oktober 1965 is Sylvia Witteman geboren in Bloemendaal en groeide op in Overveen. Ze studeerde Nederlands maar brak de studie af om met haar man Philippe Remarque die journalist en correspondent was mee te reizen naar verschillende standplaatsen. Sinds 2005 schrijft ze columns voor de Volkskrant die in diverse boeken gebundeld zijn. Daarnaast publiceerde ze ook kookboeken. Maandelijks schrijft Sylvia Witteman ook een column voor het tijdschrift Libelle die in dit boek voor het eerst in boekvorm verschijnen.

Sylvia Witteman Klein huiselijk leed

Klein huiselijk leed

Columns uit Libelle

  • Auteur: Sylvia Witteman (Nederland)
  • Soort boek: columns
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 14 mei 2024
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / luisterboek
  • Prijs: € 22,50 / € 7,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met de Libellecolumns van Sylvia Witteman

Naast haar Volkskrant-stukjes, die al jaren trouw in de herfst gebundeld worden, schrijft Sylvia Witteman reeds tien jaar columns voor Libelle. Een gulle selectie verschijnt nu voor het eerst in boekvorm. In Klein huiselijk leed deelt Witteman behartenswaardige adviezen uit als: ‘Neem nooit een kat met lang haar. Echt niet. Ook niet wanneer hij/zij gratis is, zoals indertijd onze Lola.’ Ze deelt bespiegelingen over interieurinrichting, waarbij de term ‘bohemanian chic’ een goed inzetbare mantel der liefde lijkt voor schoorsteenmantels vol rommel, souvenirs van reizen, een opgezette fret in gevecht met een slang, en een goudkleurig bord met daarop de fraaie spreuk ‘De schoonste naam op ’t wereldrond/Het schoonste woord uit menschen mond/Is Moeder’.

Er zijn drie kinderen met eeuwig weerwoord, en, naarmate diezelfde kinderen steeds uithuiziger worden, de intiemere band met spullen. Zo is er sprake van broodrooster-overspel, rouw om de dood van een pepermolen en gesprekken met huisraad. ‘Zoek ik een vervanging voor het drukke gezinsleven dat in wat kalmer vaarwater komt? Zeg ik dáárom tegen een zak met een half gesneden volkoren erin: “Wat ben jij slordig opengescheurd”?’

Dit alles en veel meer, gelardeerd met herinneringen aan haar eigen gecompliceerde jeugd en het gezinsleven van weleer.

Bijpassende boeken en informatie

Sylvia Witteman – Een visgraatjas met haaiengrijns

F. Bordewijk – Rood paleis roman uit 1936

F. Bordewijk Rood paleis roman uit 1936. Op 27 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgj & Van Ditmar de heruitgave van de roman Rood paleijs van F. Bordewijk. Hier lees je informatie over de uitgave en inhoud van de roman. Bovendien is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Rood paleis, de roman van F. Bordewijk.

F. Bordewijk Rood paleis roman uit 1936 recensie

  • “De humor is hier diep verborgen, maar reëel en onweerstaanbaar aanwezig.”  (Simon Vestdijk)

F. Bordewijk boeken en informatie

Ferdinand Bordewijk (schrijversnaam F. Bordewijk) is op 10 oktober 1884 geboren in de  in de Jan Steenstraat te Amsterdam. Hij kreeg maar liefst zes voornamen; Ferdinand Johan Wilhelm Christiaan Karel Emil die hij trouwens op 13 maart 1919 bij beschikking van de arrondissementsrechtbank in Den Haag wijzigen in één voornaam, Ferdinand. Hij studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden waar hij op 3 mei 1912 promoveerde. Het jaar erop, in 1912 werd hij als advocaat beëindigd en ging werken in een Rotterdams advocatenkantoor.

Zijn literaire debuut, de dichtbundel Paddestoelen verscheen in 1916 onder het pseudoniem Ton Ven. Hij schreef enige tientallen romans, verhalen- en dichtbundels waarvan sommige tot op de dag van vandaag gelezen en gewaardeerd worden. De bekendste romans zijn Blokken uit 1931, Knorrende beesten uit 1933, Bint uit 1934, Rood paleis uit 1936 waarover je hier veel informatie kunt lezen en Karakter uit 1938.

Ferdinand Bordewijk overlijdt op 28 april 1965 op tachtigjarige leeftijd aan de gevolgen van een longontsteking. Hij is begraven op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag.

F. Bordewijk Rood paleis roman uit 1936

Rood paleis

  • Auteur: F. Bordewijk (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman uit 1936
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt 27 februari 2024
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van Rood paleis de roman uit 1936

In Bordewijks roman Rood Paleis (1936) staat een bordeel aan de Passeerdersgracht te Amsterdam centraal, vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Het bordeel, die typerende en decadente instelling van het negentiende-eeuwse fin de siècle, is een zwaar bakstenen pand, bruin-rood geverfd en met neergelaten jaloezieën. Een oord van somberheid en verschrikking dat beheerst wordt door de ‘madam’, mevrouw Doom, een overweldigende, sombere verschijning, die het vleesgeworden Noodlot lijkt. In het verval van het Rood Paleis schildert Bordewijk niet alleen de ondergang van een instituut, bevolkt door gevreesden en geminachten, maar tevens het einde van de eeuw der bourgeoisie.

Bijpassende boeken en informatie

Leslie Jamison – Splinters

Leslie Jamison Splinters. Op 22 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het nieuwe boek van de Amerikaanse schrijfster Leslie Jamison. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Splinters, de memoir over de scheiding van Leslie Jamison.

Leslie Jamison Splinters recensie en informatie

Leslie Jamison is op 21 juni 1983 geboren in Washington, D.C. in de Verenigde Staten, maar groeide op in Pacific Palisades, een wijk in de stad Los Angeles. Ze studeerde Engels aan het Harvard College in Cambridge, Massachusetts.

In 2010 debuteerde Leslie Jamison met de roman The Gin Closet (De gin-kast), tot nu toe haar enige roman. Wel schreef ze erna non-fictieboeken The Empathy Exams (Examens in empathie), The Recovering (De ontwenning) en haar voorlaatste boek Make It Scream, Make It Burn (Laat het schreeuwen, laat het branden). De Nederlandse vertaling van het nieuwste boek Leslie Jamison waarover je hier uitgebreide informatie leest, verschijnt ongeveer tegelijkertijd met het origineel.

Leslie Jamison Splinters

Splinters

  • Auteur: Leslie Jamison (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse memoir
  • Origineel: Splinters (2024)
  • Nederlandse vertaling: Janine van der Kooij
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de memoir van Leslie Jamison

Kort nadat Leslie Jamison moeder is geworden van een dochter komt er abrupt een einde aan haar huwelijk. Wat betekent het om verscheurd te worden door de vreugde van een nieuwe liefde en de rouw om het afscheid van een oude? Even scherp als onverschrokken legt Jamison haar eigen gevoelens, twijfels, angsten en falen bloot en zoekt ze naar antwoorden op enkele van de meest kwellende levensvragen: Hoe gaan we om met verlies? Durven we voor onszelf te kiezen na de pijn die we anderen hebben aangedaan? Hoe gaat een vrouw om met de benauwende verwachting alles tegelijk te moeten zijn: moeder, schrijver, docent, dochter en geliefde? En hoe laat je nieuwe liefde en hoop toe op de scherven van een huwelijk dat ooit van liefde en hoop vervuld was?

Bijpassende boeken en informatie

Tiya Miles – Alles wat ze dragen kon

Tiya Miles Alles wat ze dragen kon. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar deze slavernijgeschiedenis. Je leest hier alle informatie over de inhoud van het boek. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van Alles wat ze dragen kan, de familiegeschiedenis van de Afro-Amerikaanse schrijfster Tiya Miles.

Tiya Miles Alles wat ze dragen kon

Tiya Miles is geboren op 17 januari 1970  in Cincinnati, Ohio in de Verenigde Staten. Ze is afgestudeerd als historicus en is aangesteld als Michael Garvey Professor of History at Harvard University in Cambridge, Massachusetts.

Alles wat ze dragen kan is het eerste boek van Tiya Miles dat in Nederlandse vertaling verschijnt. Echter ze heeft meer boeken op haar naam staan. Zo verscheen in 2005 haar historische studie Ties That Bind: The Story of an Afro-Cherokee Family in Slavery and Freedom, gevolgd in 2006 doorCrossing Waters, Crossing Worlds: The African Diaspora in Indian Country. In 2010 verscheen The House on Diamond Hill: A Cherokee Plantation Story gevolgd door Tales from the Haunted South: Dark Tourism and Memories of Slavery from the Civil War Era in 2015 en The Dawn of Detroit: A Chronicle of Slavery and Freedom in the City of the Straits in 2017. Haar laatste boek Wild Girls: How the Outdoors Shaped the Women Who Challenged a Nation verscheen in 2023.

Recensie en waardering voor het boek

  • “Een historisch verhaal dat even briljant als teder en moedig wordt vertelt.” (Jill Lepore)

Tiya Miles Alles wat ze dragen kon

Alles wat ze dragen kon

De reis van Ashleys tas, het aandenken van een zwarte familie

  • Auteur: Tiya Miles (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Afro-Amerikaanse familiegeschiedenis
  • Origineel: All That She Carried (2022)
  • Nederlandse vertaling: Robert Dorsman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 352 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Tiya Miles

In het South-Carolina van de jaren vijftig van de negentiende eeuw verkeert de tot slaaf gemaakte Rose in een crisis: haar dochter Ashley staat op het punt ‘verkocht’ te worden. Ze aarzelt geen moment en pakt een paar dierbare spullen in een katoenen tas, als teken van liefde en om Ashley te helpen overleven. Kort daarop wordt de negenjarige van haar moeder gescheiden en verkocht.

In dit veel geprezen, aangrijpende en heilzame boek onderzoekt de vermaarde historica Tiya Miles de lange weg van die katoenen tas, hoe deze drie generaties lang onder zwarte vrouwen van hand tot hand ging, en pakt ze die tas in figuurlijke zin uit. Ze vergaart een keur aan vrouwen- en familieverhalen en vult zo de beperkte officiële bronnen en archieven aan tot een afgerond geheel. Het resultaat is een bijzonder getuigenis, een onthullend verhaal over slavernij en de periode daarna in de Verenigde Staten.

Bijpassende boeken

 

Marja Pruis – Huiswerk

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 19 september 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marja Pruis.

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie

Marja Pruis is op 26 oktober 1959 geboren in Amsterdam. Ze is redacteur en criticus van De Groene Amsterdammer. Haar romans BloemDe vertrouweling en Atoomgeheimen ontvingen nominaties voor De Gouden Uil, de AKO Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Voor haar essays en columns, gebundeld in Kus me, straf meGenoeg nu over mijOplossingen en Boos meisje, ontving ze de Jan Hanlo Essayprijs, de J. Greshoff-prijs en de Heldringprijs. Haar roman Zachte riten stond op de shortlist van zowel de ECI- als de Libris Literatuurprijs.

Recensies van het nieuwe boek van Marja Pruis

  • “In Huiswerk maakt Pruis gebruik van alles wat haar essays zo aantrekkelijk maakt en voegt daar de kracht van fictie aan toe […] een uitmuntende romancier.” (De Standaard, ∗∗∗∗)
  • “Met soepele zinnen die als een mes door de boter glijden trekt ze de lezer het verhaal in. Heerlijk!.” (Het Parool)
  • “Huiswerk blinkt van het taalvernuft.” (Trouw)
  • “Marja Pruis weet van haar heerlijke slimheid ook iets pijnlijks te maken.” (NRC, ••••)

Marja Pruis Huiswerk recensie

Huiswerk

  • Auteur: Marja Pruis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 19 september 2023
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Marja Pruis

Clara Feij is in het mooiste huis van Amsterdam komen wonen, vindt ze zelf. Schoonmaken laat ze over aan een stoet van werksters, gevlucht uit eigen land. Als Rose bij haar binnen komt, verandert alles. Hoe kun je iemand helpen, als je niets van haar weet? En hoe blijf je iemand vertrouwen, als alles tegen haar pleit?

Huiswerk is een confronterende roman over intiem geluk en huiselijk verraad. Over de baas zijn en dat niet willen zijn. Met grote precisie legt Marja Pruis de verwarring bloot waarin de westerse mens met zijn goede bedoelingen gevangen zit.

Bijpassende boeken en informatie

Guadalupe Nettel – Het enige kind

Guadalupe Nettel Het enige kind. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de Nederlandse vertaling van de roman van de Mexicaanse schrijfster Guadelupe Nettel. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van Het enige kind, de roman van Guadalupe Nettel.

Guadalupe Nettel Het enige kind recensie en informatie

Guadalupe Nettel is geboren in 1973 in Mexico-Stad. Ze bracht een deel van haar kindertijd door in Zuid-Frankrijk en studeerde linguïstiek aan de École des Hautes Études en Sciences Sociales in Parijs. Ze schrijft voor verschillende vooraanstaande kranten en tijdschriften zoals Granta, El País, The New York Times, La Repubblica and La Stampa. Haar werk is in zo’n zeventien talen uitgebracht.

De debuutroman van Gaudalupe Nettel, El huésped, verscheen in 2006. Haar tweede roman El cuerpo en que nací (De gast) kwam uit in 2011. Voor de roman uit 2014, Después del invierno (Na de winter), ontving ze de Premio Herralde. Haar vierde roman waarvan begin januari 2024 de Nederlandse vertaling verschijnt, stamt uit 2020.

Guadalupe Nettel Het enige kind.

Het enige kind

  • Auteur: Guadalupe Nettel (Mexico)
  • Soort boek: Mexicaanse roman
  • Origineel: La hija única (2020)
  • Nederlandse vertaling: Hendrik Hutter
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Guadalupe Nettel

Laura is een dertiger, promovenda en strijdster voor vrouwenrechten. Alina, haar beste vriendin, deelt haar activisme – althans voor een paar jaar. Uiteindelijk verandert ze van gedachten en probeert ze een kind te krijgen, al gaat dat gepaard met een reeks pijnlijke behandelingen waar Laura fel op tegen is. Alina raakt zwanger, maar de aanvankelijke vreugde maakt al snel plaats voor somberheid als haar dokter haar vertelt dat het kind aan een zeldzame genetische ziekte lijdt.

Ondertussen hoort Laura door de muren van haar appartement de driftbuien van de achtjarige zoon van haar buurvrouw. Gedreven door sympathie voor zijn moeder – alleenstaand en duidelijk overspoeld door het huiselijke leven – en door haar nieuwsgierigheid naar de belevingswereld van een kind, knoopt Laura een relatie met het jongetje aan die veel verder gaat dan ze zich ooit had kunnen voorstellen.

Het enige kind speelt zich af in het hedendaagse Mexico City en is een indringende kijk op het hedendaagse moederschap, de verschillende manieren waarop moederinstincten zich manifesteren.

Bijpassende boeken en informatie

Will Hermes – Lou Reed biografie

Will Hermes Lou Reed biografie, De koning van New York. Op 1 december 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de biografie van de Amerikaanse rockmuzikant en -zanger Lou Reed. Alle informatie over het boek kun je hier lezen. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van de Lou Reed biografie, geschreven door Will Hermes.

Will Hermes Lou Reed biografie recensie en informatie

Lou Reed is op 2 maart 1942 geboren in het Beth El ziekenhuis in Brooklyn, New York. In 1953 verhuisde het gezin naar het stadje Freeport op Long Island. Hij ging hier naar de Freeport Junior High school waar hij in aanraking kwam met rock-‘n-roll en rhythm-and-blues en hij in een aantal bandjes speelde.

In 1959-1960 kreeg hij in opdracht van zijn ouders elektroshocktherapie om hem van zijn homoseksuele neigingen en stemmingswisselingen af te laten komen. Hij ging in 1960 naar de universiteit van Syracuse, waar hij journalistiek, filmregie en creatief schrijven studeerde. Vooral het onderwijs in literatuur, muziektheorie en filosofie boeide hem. Vanaf deze tijd ging Lou Reed zich echt serieus met muziek bezighouden. Vooral het concert dat Bob Dylan in november 1963 in Syracuse gaf, was het laatste zetje om zich volledig op de muziek te storten. Nadat hij een klein succes had met het nummer The Ostrich in 1964, werd er een begeleidingsgroep samengesteld door de platenmaatschappij waarvan John Cale deel uitmaakte, wat zeer bepalend was voor de rest van zijn muzikale carrière.

Sterker nog in 1964 huurden Reed en Cale een appartement in de Lower East Side en richtten samen met Sterling Morrison en Maureen Tucker de band The Velvet Underground op die na de contacten met kunstenaar Andy Warhol zou uitgroeien tot de invloedrijkste undergroundgroep uit de rockgeschiedenis.

In 1970 verliet Lou Reed de band en ging solowerk maken. Een deel van de albums die hij zou maken als solo-artiest en singer songwriter groeide ook uit tot klassiekers in popmuziek, alhoewel niet elke plaat van hoog niveau was.

Lou Reed die lange periodes veel drank en drugs gebruikte moest in mei 2013 levertransplantatie ondergaan. Echter een aantal maanden later, om precies te zijn op 27 oktober 2013 overleed hij toch aan de gevolgen van de leveraandoening. Hij werd 71 jaar oud.

Will Hermes is op 27 december 1960 geboren in Jamaica, Queens, in de stad New York. Als journalist en schrijver heeft hij veel geschreven over popmuziek. Naast de biografie van Lou Reed is zijn bekendste boek over popmuziek Love Goes to Buildings on Fire: Five Years in New York that Changed Music Forever dat in 2011 verscheen.

Recensie van Tim Donker

Helden vallen snel, of vallen tergen traag, of vallen gaar niet. Het was in mijn late tienerjaren. Ik was zeventien, of achttien. Ik schreef gedichten (eigenlijk lang voor ik ze, aktief, begon te lezen), ik wist me aangetrokken door filosofie, ik dacht schaduwzijden te kennen. Ik dacht dat dat laatste ook erg goed was, ik dacht dat een goed mens doordrongen moest zijn van het feit dat het leven niet aldertijd allerjolijtigst was, ik dacht dat het een goed ding was om somberte te kennen, ik dacht dat zoiets gestalte gaf aan een mens. Het was in die jaren dat ik de muziek van Lou Reed leerde kennen. Misschien gewoon maar door mijn vader, die had de cd New York gekocht bij de Bijenkorf. Maar het was niet New York dat als eerste indruk op me maakte. Dat was Between thought and expression, een verzamelaar van drie seedees die ik leende bij de bibliotheek en teepte op evenzovele kassettes. Reed voorzag in iets. Hij voorzag in de dingen die leidend voor me waren in die dagen. Er zat poëzie in zijn liederen. Er dreigde duisterheid in die tonen. En hij leek onontkoombare maar onaangename waarheden in het gezicht van zijn luisteraars te smijten. Maar nergens, ook niet op zijn Metal Machine Music (waar op die verzamelaar echter maar een scherfje van te beluisteren viel), werd het echt moeilijk. Metal machine music is niet de extreemste noiseplaat ook gemaakt – dat was het waarschijnlijk bij zijn verschijnen al niet. En Reed trommelt in zijn teksten uitschot, mafkezen, onaangepasten en gedrochten op maar de pijn snijdt niet – of niet diep toch. Met Reed kon je dwepen met een soort van gevaarloos gevaar, zijn liedjes bleven gewoon rock, je hoefde er niet aan te verwonden. Je kon er zelfs op dansen als je dat wilde (niet dat ik dat deed, ik keek wel link uit). De zelfkant in een doosje. Je kon het bijhouden, iets ervan op je afstralen, maar het hoefde je niet te verpletteren (toen ik, niet veel later, Swans leerde kennen, werd ik wel verpletterd – die muziek deed pijn, de zwartgal was er niet leuk meer). In 1992 kwam Lou Reed met Magic and loss. Een hele plaat over de dood. Dat was mooi. Leven is sterven, die plaat moest ik hebben. Patrick vond Magic and loss een aanstellerige plaat. Dat toonde meteen wie Patrick was, oppervlakkige losbol die hij er hing. Wie Magic and loss niet waardeerde, wist niets van het leven (“Die plaat die jouw vader heeft, New York, die vind ik wel goed.”, zei hij, zei Patrick, en ergens vond ik dat mooi, dat een klasgenoot van mij een plaat die mijn vader in zijn bezit had prees, dat zei iets, dat zei iets goeds, dat zei op zijn minst dat mijn ouwelui niet totaal suf waren; ik kon me, alleszins, niet voorstellen dat ik een plaat die zijn vader had goed zou vinden).

Toen ik me ergens tussen de twintig en de dertig bevond, ergens halverwege, begon mijn voorliefde voor de muziek van Lou Reed te verschrompelen. Het begon met één van zijn platen. The blue mask. Die ik kocht. Zomaar. Ik had zin in een plaat van Lou Reed, ik had wat geld, dit was één van de goedkopere, ik kon hem betalen, ik ging, ik kocht. Hij viel me tegen. Ik vond hem – naja, een beetje saai. Het dreutelde wat, niets raakte me, en toen was de plaat afgelopen. Het was voor het eerst dat muziek van Lou Reed me tegengevallen was, en het viel me tegen dat hij me kon tegenvallen. Een studiegenoot bracht de volgende slag toe. Ook een Reedfanaat, hij had iets over hem gelezen, een biografie of weet ik veel wat, een artikel of misschien een biografie van een andere artist waar Reed alleen maar in voor kwam. Maar het verhaal dat hij me vertelde, waar hij het ook vandaan had, ging in ieder geval over Lou Reed: dat Lou Reed bij een vriend thuis was geweest, en moest plassen, en toen “gewoon in de hoek van de kamer ging staan pissen!”; hard lachend werd dit me verteld maar ik vond het niet grappig. Ik vond het weerzinwekkend. En het stelde me teleur dat Lou Reed weerzin kon wekken bij me.

Daarna kwamen andere verhalen. Hij had zich laatdunkend uitgelaten over Frank Zappa, en over Ian Dury. Andere musici die ik hoog achtte in die dagen. Hoger misschien dan Lou Reed, dat kan, hiërarchie in heldenstatus, het is mogelijk. De man die twijfels had bij de capaciteiten van Dury en Zappa – sja. Zo goed ben jij zelf nu ook weer niet, Reed.

&

En zulke dingen denkt men niet over zijn helden. Men twijfelt niet aan helden. Helden houden op helden te zijn zodra ze aan je twijfels worden blootgesteld. En inderdaad. Verdomme. Die Patrick had toch geen ongelijk gehad. Magic and loss was inderdaad wel een beetje een aanstellerige zeikplaat. En The blue mask had ik van bij aanvang al geen goede plaat gevonden. De enige twee platen van Reed die ik had vond ik nu allebei niet meer goed. Ja. Between thought and expression. Die had ik nog. Op kassette. Maar ik had allang geen afspeelapparatuur voor kassettes meer. En alles ging het raam uit.

Met de velvets was het net zo met de velvets ging het helemaal anders met de velvets ging het precies eender. Maar dan anders. Interesse in de muziek van The Velvet Underground kwam later en ging eerder, er was maar enige overlap met de tijd dat ik luisterde naar Lou Reed. Voor mij stond de band ook los van Lou Reed, ja die had er wel deel van uitgemaakt en dat was te horen ook (bijvoorbeeld aan de zang &zo), maar zijn rol in de band leek me iets toevalligs. Zoiets als op vakantie gaan naar een plek waar een bekende van je onlangs nog geweest is. In het begin denk je nog wel Oja dingetje is hier laatst nog geweest, zou dingetje ook voor dit monument hebben gestaan, dingetje zei dat je beslist moest gaan eten in dit of dat restaurant. En je neemt je voor later die week een keer te gaan eten in dit of dat restaurant, maar uiteindelijk ga je er nooit eten omdat gaande de tijd dat je daar bent het steeds meer de plek wordt waar je nu bent en steeds minder de plek waar dingetje ooit was. Of zoals bij een optreden zijn en dan later horen dat dingetje er ook was, je beleeft het optreden er achteraf niet anders om. Ofzo. In ieder geval kon de idee van The Velvet Underground heel goed zonder de idee Lou Reed. En ik leek het aan mijn eigen muzieksmaak verplicht te zijn minstens één velvetundergroundseedee in mijn verzameling te hebben. En ja. Venus in furs. Inderdaad een prachtliedje. Maar de bananenelpee mocht het niet worden. Veel te veel mensen met een overigens zeer twijfelachtige muzieksmaak hadden ‘em, Heroin leek me iets voor poseurs en ik had een ingebakken schijthekel aan die Warhol, ik wist niet waarom en ik deed ook geen moeite om mezelf daarin te begrijpen, het was me genoeg dat ik het wist. Dus een andere titel aanschaffen. Dat werd VU. Gewoon. Hij stond in het bakje in de platenzaak, hij was betaalbaar, en er stond een liedje op dat She’s my best friend heette en dat leek me te passen bij Iris, inderdaad mijn beste vriend in die dagen, ik maakte geregeld mixtapes voor haar en een liedje met zo een titel moest gewoon op de volgende editie komen. Dus daarom. Daarom VU. En god. Wat viel die plaat tegen. Sja. Eigenlijk ronduit saai. She’s my best friend had dan nog wel iets, iets theatraals, ik voelde daar iets Berlijns bij, een lang vervlogen Berlijn, iets als Die Dreigroschenoper, die mijn vader ooit eens voor mij op kassette had gezet, een kassetje dat ik vaker draaide dan ik dacht te zullen doen. Maar verder. Daar kwam nog bij dat muziekhistories gezien verondersteld leek te worden dat The Velvet Underground een geluid hadden uitgevonden dat er eerst nog niet was, en dat daarna altijd alleen maar naar The Velvet Underground kon verwijzen zodat veel van de bands die ik erg goed vond, zoals The Jesus and Mary Chain of Mazzy Star altijd maar weer verbonden werd aan die eeuwige Underground-lui. Dat stelletje poseurs met minimaal één oersaje plaat en veel te veel eer. Dus. Ja. Ook dat het raam weer uit. Nog voor het goed en wel binnen was.

En toen werd ik dertig, en toen werd ik veertig, en toen werd ik vijftig en dan, net dan, als Lou Reed een allang gepasseerd station is, niet meer dan een eikel uit het verleden, net dan, dus, bereikt mij zijn biografie. En iemand zegt nee Theo zegt dat je juist zo’n biografie moet lezen als de weerstand het grootst is en daar kon ik inkomen, dat vond ik een goed argument (zijn eerste argument vond ik niks: dat Lou Reed dan weliswaar een eikel was geweest maar wel een boeiende eikel. dat vond ik niet eens waar. wás hij maar een boeiende eikel geweest; boeiende mensen, écht boeiende mensen mogen best een beetje eikelig zijn. maar aan Lou Reed vond ik inmiddels niets meer boeiend, eikel wel, en overgewaardeerd); het leek me ook een uitdaging voor Will Hermes: ging diene mens Lou Reed tot leven kunnen wekken voor mij? In theorie immers niet gans onmogelijk: ik had zijn muziek ooit goed gevonden, dus diep in mij verscholen zou best nog eens een laatste restje sympathie voor de man kunnen huizen. En in zijn latere jaren was hij bovendien getrouwd geweest met Laurie Anderson en Laurie Anderson – ach, Laurie Anderson…

Mijn liefde voor de muziek van Laurie Anderson is oud, gaat veel verder terug dan de tijd dat ik naar Lou Reed luisterde, en de waardering voor eerstgenoemde is bovendien duurzamer gebleken – zij het niet onproblematisch. Het begon met O Superman. Natuurlijk, Voor iedereen begon het met O Superman. Mijn moeder vond dat een mooi liedje. Toen ik het voor het eerst hoorde, ik was denk ik een jaar of negen, vond ik het maar raar; later, in mijn puberjaren -wat mijn metaljaren waren- had ik er zelfs een beetje een hekel aan. Maar. Het intrigeerde. Ergens. Ook. Zo pas rond mijn zeventiende begon ik als een blok te vallen voor de muziek van Laurie Anderson. Het was psychedelisch, vervreemdend, verstikkend, desolaat, poëties en bloedmooi. Het ging over eenzaamheid, melankolie, onvermogen. Het kon appelleren aan een ontmenselijkte technocratie maar evengoed aan een op een tropies eiland aangespoelde drenkeling. Het was bedachtzaam, filosofies, konfronterend. Het bestreek ganste nog te exploreren universa. Tot ook universa op grenzen stuiten. Alles heeft grenzen altijd weer. Strange angels heette de eerste grens. Wat een slappe plaat vond ik dat (nu vind ik het één van haar mooiste). Roma Baran had achter de produksietafel gezeten, niet anders dan bij Big science, maar als je me had verteld dat het een aalgladde popproducer was die daar de knoppen had bediend, had ik je onmiddellijk geloofd. Bright red vond ik dan wel weer goed, maar een beetje te lang duren waardoor het tegen het einde wat gelijkvormig en misschien zelfs saai werd (dat vind ik nog steeds wel een beetje waar). The ugly one with the jewels and other stories vond ik bijna onbeluisterbaar bloedeloos (ook dat acht ik nog altijd een niet geheel onterecht oordeel). Komen. Komen er barsten. Komen er barsten in de heldenstatus, breekt naar verloop van tijd het hele beeld. Vond ik Mister heartbreak ook ineens wat verflauwen, en na een tijd ging ook Home of the brave eraan. Riep ik een tijdlang dat je alleen maar Big science en United States Live I – IV hoefde te hebben als het om Laurie Anderson ging, en nog weer later alleen nog maar die laatste. Maar ook daarna, zonder al die schoonheid in mijn leven, bleven dagen na dagen aan mij voorbij trekken. Gedurende een periode of wat had ik Facebook. Eén van mijn facebookvrienden postte Only an expert van Homeland en ik was geraakt. Geraakt, u weet. Diep geraakt. God, wat was dit een mooi liedje. En dan die tekst! Het was nog een jaar of tien voor de coronahysterie maar ook toen leek het waar dat alleen dat het geval is wat de deskundige zegt dat het geval is. Misschien is dat van alle tijden geweest; ik herinner me nog het spottende “de deskundige” onder in beeld bij J.J. de Bom (maar was dat wel J.J. de Bom?).

Ik schafte me Homeland aan en Laurie Anderson krabbelde stukje bij beetje terug mijn verzameling in. Haar seedees kwam uit hoeken en gaten, uit dozen & van zolder, waar had ik het allemaal gelaten, het moest allemaal terug, naja behalve The ugly one with the jewels dan misschien.

Werd me dus. Op een dag. In de herfst. Een biografie in handen gedrukt. Over een man die in zijn latere jaren getrouwd was geweest met deze vrouw. Deze fascinerende vrouw. Deze Laurie Anderson. Liefgehad, zij. Ooit. Door de man wiens biografie nou in mijn stuurtas zat. En ik fietste. En wind waaide. En regen viel. En ik dacht ja. Ja, dacht ik. Gaat die Will Hermes het kunnen. Gaat hij Lou Reed tot leven wekken. Dwars door mijn weerzin heen. Gaat hij dat kunnen, die Hermes. Ik dacht hum. Ik dacht tsja. Ik dacht misschien. De ondertitel viel niet mee. De godvergeten koning van New York? Naja.

En dan al deze woorden om de bespreking nu pas te laten beginnen? Het is niet anders. Maar meteen ter zake kan nu wel: nee. Het lukt Will Hermes niet. Geen nieuwe Lou Reed voor mij. Niet tot leven gewekt. Niet sympathieker gemaakt. Hooguit een beetje minder onsympathiek.

Ik heb de biografie lang met me meegesleept. Vanuit een herfst, ooit, naar een op herfst lijkende zomer, nu. Ik las er steeds in, bij vlagen, en wierp het dan weer terzijde, enige tijd. Het was bij me op een hotelkamer in Heelsum. Eén januari, mijn dochter en ik, op een hotelkamer in Heelsum. Mijn lieve moje grappige betoverende negenjarige dochter. En ik. Eén januari en we zaten om god weet welke reden op een hotelkamer in Heelsum. Vlakbij hadden we koekjes gekocht. Voor op de hotelkamer. De koekjes kwamen niet uit Heelsum, maar uit Renkum. Een Albert Heijn in Renkum en ik dacht O, dus dit is nu een Albert Heijn in Renkum. En het regende en ik dacht O, dus dit is nu regen in Renkum. En we liepen over de parkeerplaats van een Albert Heijn en in Renkum en ik dacht O, dus dit is nu een parkeerplaats in Renkum. En nergens een Mazda Demio te zien.

En we zaten, en we praatten, en we lachten, en soms lazen we. Ik in de biografie van Lou Reed. En al die tijd wilde Lou Reed maar niet tot leven komen.

En later werd het lente, en ik zat, en ik las, en ik dronk koffie. Of was het laat op de avond en dronk ik wijn. Of zat ik maar en dronk ik niets, en was er muziek, en las ik. En al die tijd wilde Lou Reed maar niet tot leven komen. En ik weet wel. En ik weet wel een beetje. Ik denk wel een beetje te weten hoe dat komt.

Lou Reed. De koning van New York is om te beginnen, en nu zeg ik het heel lief, nogal rommelig vertaald. Het boek staat vol met woorden als “venues”, “upstate”, “content”, “fun”, “random”, “hot boys”, “to the point”, “sophisticated”, “sound”, “back to basics”, “channel”, “plenty”, “big deal”, “counterpart”, “on the road”, “safe space”. Is dit een poging om ook jongeren aan te spreken of is het gewoon onversneden luiheid? Dirk-Jan Arensman, Petra C. van der Eerden, Auke Leistra en Jan Willem Reitsma: jullie waren verdomme met zijn vieren en nog waren jullie te beroerd om goede Nederlandse equivalenten voor woorden als de bovenstaande te zoeken. Wat toch wel min of meer de kern is van vertalen: Nederlands maken van wat oorspronkelijk een andere taal was (in dit geval Engels). In plaats van de helft maar zo’n beetje onvertaald te laten, omdat dat wel kan, omdat dat toch populair is, onder jongeren, ouder oud-hippies, onder muziekliefhebbers, ach zo praten ze allemaal, laten we maar de helft vertalen, daar komen we wel mee weg. Met als walgelijke klap op de weerzinwekkende vuurpijl zinnen als “mannen cruiseden op zoek naar een blowjob” en “een perfecte song, hoewel de mannen er niet helemaal in slagen het in één take te nailen” (mijn cursiveringen, om mijn grenzeloze ergernis uit te drukken); jongens, leveren jullie ook een teiltje bij het boek? Hoe kun je jezelf als vertaler nog in de spiegel aankijken als je onbeschaamd met dit soort gedrochten durft af te komen?

Daarnaast, en nu vloek ik allicht in vele kerken, is Will Hermes volgens mij gewoon niet zo’n heel erg kundig schrijver. “Iemand aan introduceren” kan nog wel in de schoenen van dat suffe vertalersclubje geschoven worden, maar heel het boek doorheen kunnen vele zinnen opgetekend worden die niet lekker lopen, ongrammaticaal zijn of taalkundig minstens zeer onbeholpen; het wemelt van onjuiste samentrekkingen, verkeerde verwijswoorden, clichés of gemakzuchtige bijvoeglijke naamwoorden (zo is alles steeds maar “baanbrekend”, zelfs een verdomde sexwinkel is baanbrekend, of een alleenstaandenbar). Tel daar nog eens de redactionele slordigheid bij op (Reed wordt een keer gespeld als “Red”; Lester Bangs als “Bang”; “Michal Jackson”; “can” waar het “van” moet zijn, etc.) en dan weet je al voor de helft waarom dit nergens echt wil gaan sprankelen.

De andere helft slaat Hermes op eigen kracht wel dood. Voor deze muziekjournalist bestaat in de eerste plaats New York, en vooral alles in New York wat homosexueel, transgender, non-binair, alles wat valt binnen die bijna heel het alfabet bestrijkende afkoring (ik weiger mordicus dat acroniem te gebruiken) (want als we ons niet in de bestaande hokjes kunnen herkennen, timmeren we er wel zoveel hokjes bij dat er voor ieder mens één is) (en nog is er geen begrip voor elkaar) (nee, gek he) (iedereen zit daar immers maar in zijn hoogsteigen hokje te zitten, vier muren rondom hem) en ook nog een of andere, liefst hippe, kunstvorm beoefent – alles wat buiten dat ene brandpunt valt, ziet Hermes almeteens een pak minder scherp. Zo valt de animositeit tussen Frank Zappa en Lou Reed aan wel iets meer toe te schrijven dan afgunst (hetgeen Hermes hier min of meer lijkt te suggereren). The Velvet Underground en Zappa’s gedeeltelijk gelijktijdig opererende vroege band The Mothers of Invention vielen allebei niet onder gemakkelijk luisterbare radiopop maar deelden daarmee nog niet eenzelfde muzikale spectrum. Waar de Velvets meer in het verlengde lagen van oude elektronische en minimale muziek, als Stockhausen, Terry Riley, Morton Subotnick, LaMonte Young (uiteraard) (wat dacht je anders van een band die begon met poëet en ziener Angus MacLise op drum) (ja op drum dan nog), met hier en daar allicht wat Alban Berg of John Cage erdoorheen, leunden de Mothers veel meer op freejazz, dada en musique concrete (okee misschien was John Cage bij hun ook nooit ver af) – in zekere zin kun je zeggen dat Reed, Cale, Tucker, Morrison en wie er verder de ene keer wel en de andere keer niet bij hoorde een lichte tunnelvisie hadden gericht op een specifiek New Yorks soort avantgarde waar Zappa en zijn mannen een veel opener blik hadden op alles wat er in Amerika en in Europa “ondergronds” aan het gebeuren was; allicht deelden de bands niet eens hetzelfde publiek. De weerzin van Frank Zappa tegen The Velvet Underground kwam veeleer voort uit Zappa’s intense hekel aan drugs en de manier waarop de Velvets daar juist mee koketteerden. Maarja. Frank Zappa was geboren in Maryland, overleden in Californië en had afgezien van één cd geheten Zappa in New York niet overdreven veel met de stad die volgens Hermes het centrum van het universum moet zijn. En alleen als het New York was zou Will Hermes beter kijken. Of: de jaren zeventig laten inluiden door The New York Dolls? Kom op zeg. Los van de vraag hoe serieus men een band kan nemen die zich kan laten “voorstaan” op het feit dat Steven Duren er ooit gitaar speelde, is het toch wel erg eenzijdig om de jaren zeventig te laten domineren door zoiets als glamrock. Ik geloof dat er in dat decennium wel iets meer gebeurde dan alleen dat ene verkleed- annex dansfeestje, hoor. Maar Lou Reed en de onvermijdelijke David Bowie waren te gast op het feest en meer hoeft Will Hermes dan niet te weten. En als je de hoes van Take no prisoners dan zo uitgebreid meent te moeten bespreken (wat is überhaupt deze overvloedige aandacht voor uiterlijkheden in dit boek?), waarom noem je Nazario dan niet? Of wacht. Nee. Nazario is een Spanjaard. En Spanje ligt niet in New York. Sorry.

Of ook. Tot slot dan. Hoe lang Hermes zich op één onderwerp kan concentreren. Wat misschien een halve minuut is. Ofzo. Hij schrijft zoals hij ongetwijfeld praat. Van de ene associatie in de andere vallend. Van de hak op de tak. Dat doet hij heel het boek doorheen, en soms stoorde het me, soms niet. Soms viel het me anderhalve bladzijde later eigenlijk pas op. Hee. Hadden we het niet ergens anders over? Zo gaat dat dus in gesprekken. Heb je lekker even staan ouwenelen met Jan of met een andere man op die straathoek of de volgende, loop je door, realiseer je je dat je eigenlijk helemaal niet hebt kunnen vertellen wat je aan het vertellen was. Geen erg. Behalve dan dat een boek geen dialoog is, en de enige door wie Hermes onderbroken wordt is Hermes zelve. Ook al niet erg. Totdat het dan eindelijk -eindelijk, eindelijk- over Laurie Anderson zou gaan gaan. Mijn heldin. Ooit. En toen een tijdje niet meer. En nu weer wel, of een klein beetje toch (ik ben te oud om nog echte helden te hebben). Komt ze daar eindelijk. In dit boek. Over Lou Reed. Begint hij, begint me die Hermes, met een soort minibiografietje en realiseer ik me hoe weinig ik eigenlijk over haar weet. Laurie Anderson als kind, de moeder van Laurie Anderson, het gezin waarin Laurie Anderson opgroeide, ik wist het allemaal niet, later, het leven in New York (welja), een spontaan besluit om te gaan liften naar de noordpool (ja dat is dus echt gebeurd mensen, ik kende dat alleen maar als één van haar performanceteksten), de lokroep van de muziek, hoe O Superman ontstond (in eerste instansie als b-kantje, echtwaar, als b-kantje van Walk the dog wat ook een mooi liedje is maar toch niet kan tippen aan het meesterschap van O Superman) & dat het John Peel was, weer maar eens John Peel (zijn -gedeeltelijke- autobiografie heb ik ook nog ergens liggen), die het lied tot een succes maakte zodat Warner Brothers Anderson een contract aanbood, en dan begint het, denk je, vanaf daar ken ik het een beetje, denk je, maar neen, dan is het opeens 1992 bij Will Hermes, slaan we dus al gauw een jaar of vijftien over, maar goed, okee, dit is niet de biografie van Laurie Anderson, dit is de biografie van Lou Reed dus misschien is het te billijken dat Andersons leven na een korte introduksie weer wordt opgepakt bij de eerste ontmoeting met Lou Reed, moje ontmoeting moet dat geweest zijn want weet je wie erbij waren? Ornette met de pet en John Zorn en o gode Arto Lindsay ook (o! O corpo sutil!) (o! Anarchist Republic of Bzzz!) (o! The Golden Palominos!) (ik vind vooral dead inside erg mooi) (maar toegegeven, toen zat Lindsay al niet meer in de band) – maar dan kan het ook al heel snel ineens niet langer meer over die ontmoeting gaan, dan moet het verder gaan aan wat Lou Reed zoal verdiend heeft aan het gebruik van zijn liedjes in reclames. Dus. Vraagteken. ?. Ja. Vraagteken. Begrijp ik ineens wat die onbenoembare wrevel was die al die tijd al ergens in me woekerde. Hermes’ onvermogen om een gedachte af te maken.

Vandaar dus. Sleepte ik Lou Reed. De koning van New York doorheen een herfst, sleepte ik het naar de prachtige eerste dag van het nieuwe jaar met mijn dochter op een hotelkamer in Heelsum, sleepte ik het dwars doorheen een als lente niet te tellen lente en geen moment kwam Lou Reed tot me om aan te raken wat daar ooit gezeten heeft. Maar ook: ik sleepte het doorheen herfst, eerste dag van het jaar, lente, tot prutzomer. En nergens liet ik het liggen. Kennelijk strooide Will Hermes toch ergens een kleefpasta uit waarmee hij me vast hield.

Ik denk dat het misschien wel een voordeel geweest is dat ik allang geen “fan” meer ben van Lou Reed. Bijna de helft van dit boek gaat over The Velvet Underground. Wat kronologies niet echt klopt. Lou Reed heeft maar een paar jaar in The Velvet Underground gezeten, waar zijn solowerk zo’n vier decennia omspant. Ik kan me voorstellen dat er hardekern Lou Reed fanaten zijn die bitter weinig op hebben met The Velvet Underground. Die zullen misschien teleurgesteld zijn dat ongeveer de helft van de biografie van hun held over die vervelende, die eeuwige, die hardnekkige Velvet Underground moet gaan.

Evengoed kan ik me liefhebbers van The Velvet Underground voorstellen die het solowerk van Lou Reed helemaal niks vinden. Misschien was Hermes opportuun genoeg om beide groepen te willen bedienen, ze allebei minstens een halve biografie te geven. Maar misschien moet je dit niet lezen als je houdt van de muziek van Lou Reed of die van The Velvet Underground. Ik hou niet (meer) van beide, en ook niet echt van de denkwereld van Will Hermes en toch heeft dit boek me een half jaar lang achtervolgd.

Misschien moet je hier een roman in zien. Het zou kunnen. Met Will Hermes als vertellend personage, als het vage maar niet gans ongeletterde personage dat alles gezien heeft. Misschien moet je dit zien als een boek over een al of niet fascinerende subcultuur. Misschien moet je het zien als muziekboek. Vele decennia muziek komen voorbij, elke rechtgeaarde muziekliefhebber gaat minstens één van zijn favoriete bands of artisten aan zijn oog voorbij zien trekken.

Misschien een boek over de tijd, de tijden en hoe die veranderen.

Misschien een boek over de liefde. Het laatste stuk, de liefde voor Laurie Anderson (die ik me zo goed in kan denken) (andersom iets minder), de dood van Lou Reed en de dagen erna, dat is mooi, gloedvol, met compassie geschreven. Dat optreden van Laurie Anderson in Amsterdam, ergens na de dood van Lou Reed, waarom heb ik dat gemist? (misschien omdat ik bij toen al te druk was met vader zijn) (ik heb Anderson wel een keer zien optreden in Amsterdam maar dat was int bovenzaaltje van Paradiso en klaarblijkelijk niet bijzonder gedenkwaardig want ik herinner me niets, alleen een beukende violijnstrijk ergens aan het begin & ik dacht, wat is dit hard!).

Misschien ook is Lou Reed. De koning van New York gewoon maar vermaak. Vermaak dat een half jaar duurt, dat is ook wat. Zes maanden toch in ieder geval.

Meer recensies van de Lou Reed biografie

  • “De enige biografie over Lou Reed die je hoeft te lezen.” (The Washington Post)
  • “Hermes onderzoekt scherp Reeds complexe persoonlijke en professionele leven […] zijn kracht ligt in het identificeren en verwoorden van de transformerende genialiteit van Reeds songwriting en optredens binnen de context van de muziek- scene uit de jaren ’60 en ’70. […] Een boeiend, vol- ledig dimensionaal portret van een invloedrijke maar mysterieuze artiest.” (Kirkus Review)
  • “Hermes plaatst Reeds muziek in de context van een scala aan kunstbewegingen, waarbij hij hem neer- zet als een pionierend, relatief ongekroond LHBTI-icoon.” (The Los Angeles)

Will Hermes Lou Reed biografie

Lou Reed

De koning van New York

  • Auteur: Will Hermes (Verenigde Staten)
  • Soort boek: biografie, muziekboek
  • Origineel: Lou Reed: A New York Life (2023)
  • Nederlandse vertaling: Dirk-Jan Arensman, Petra C. van der Eerden, Auke Leistra, Jan Willem Reitsma
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 1 december 2023
  • Omvang: 568 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 29,99 / € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de biografie van Lou Reed

In deze biografie duikt muziekjournalist Will Hermes in het leven van de in 2013 overleden Lou Reed. De New Yorker werd bekend als zanger van The Velvet Underground, maar ook als soloartiest was hij succesvol. Met zijn poëtische liedteksten steeg Reed tot grote hoogten, maar ware erkenning kreeg hij niet. Reed hield de pers daarom op afstand.

In Lou Reed – De koning van New York schetst Hermes een persoonlijk portret van de zanger die zich losmaakte van gender en geaardheid. Het resultaat is een verrassende, wervelende en alomvattende biografie van een artiest die zijn tijd ver vooruit was.

Bijpassende boeken en informatie

Alain de Botton – De kunst van het helen

Alain de Botton De kunst van het helen. Op 14 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het nieuwe boek van de Britse filosoof en schrijver Alain de Botton. Hier is informatie over de uitgave en inhoud van het boek te vinden. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van De kunts van het helen, het nieuwe boek van Alain de Botton.

Alain de Botton De kunst van het helen

Alain de Botton is op 20 december 1969 in de Zwitserse stad Zürich geboren. Op achtjarige leeftijd ging hij naar exclusieve kostschool, de Dragon School in Oxford, Engeland. Van 1988 tot 1990 studeerde geschiedenis aan het Gonville and Caius College van de Universiteit van Cambridge en aansluitend  filosofie aan het King’s College ook van de Universiteit van Cambridge. Volgens eigen zeggen is emotioneel verwaarloosd tijdens zijn jeugd en was zijn vader wreed en dominant.

Inmiddels heeft Alain de Botton ruim vijftien boeken gepubliceerd waarvan de meeste een Nederlandse vertaling hebben gekregen. Meestal hebben zijn boeken een filosofische inslag en zijn geschreven voor een groot publiek. Zijn debuut Essays in Love (Proeven van liefde). Zijn voorlaatste boek, The Course of Love (Weg van liefde) verscheen al weer zo’n acht jaar geleden in 2016. Zijn nieuwe boek waarover je op deze pagina veel in formatie kunt lezen verschijnt in mei 2024 in Nederlandse vertaling.

Alain de Botton De kunst van het helen

De kunst van het helen

Een therapeutische reis

  • Auteur: Alain de Botton (Engeland)
  • Soort boek: filosofische non-fictie, levenskunst
  • Origineel: Therapeutic Journey (2023)
  • Nederlandse vertaling: Joris Vermeulen
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 14 mei 2024
  • Omvang: 352 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Alain de Botton

Dit is een boek over ziek worden. Over de weg kwijtraken en alle hoop verliezen. Over het gevoel dat we onszelf en iedereen teleurgesteld hebben. Maar het is ook een boek over beter worden. Over de draad weer oppakken, nieuwe vormen van zingeving ontdekken en de terugweg naar verbinding en vreugde vinden.

Alain de Botton neemt ons mee op zijn reis naar een gezonde geest; van crisis tot herstel, van de momenten waarop we beseffen dat het allemaal te veel wordt tot de dagen dat we eindelijk het gevoel hebben weer in balans te zijn. De kunst van het helen is zowel een bron van kameraadschap op onze eenzaamste momenten – of het nu gaat om een relatiebreuk, een tegenslag in onze carrière of om alledaagse zorgen – als een praktische gids om wanhoop om te zetten in hoop. We volgen allemaal onze eigen route naar herstel. Dit boek is voor iedereen die grip op de zijne wil krijgen.

Bijpassende boeken

Pieter Waterdrinker – Citroenkip op zondag

Pieter Waterdrinker Citroenkip op zondag nieuw autobiografisch boek. Op 2 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het nieuwe boek van Pieter Waterdrinker. Als de redactie het boek leest kun je hier onze recensie en waardering vinden. Ook besteden we aandacht aan de boekbesprekingen die elders zijn verschenen.

Pieter Waterdrinker Citroenkip op zondag

Op 17 oktober 1961 is Pieter Waterdrinker geboren in Haarlem. Zijn jeugd bracht hij grotendeels door in het familiehotel in Zandvoort. De achternaam Waterdrinker is trouwens afkomstig van zijn moeder die hij aannam. Aan de Universiteit van Amsterdam studeerde Russisch, Frans en Nederlands Recht. Daarna ging hij aan de slag als journalist voor onder meer De Telegraaf, de VPRO en Vrij Nederland. In 1996 emigreerde Waterdrinker naar Rusland waar zijn vrouw vandaan komt. Sinds de start van de Oekraïne-oorlog moesten ze Rusland ontvluchten.

Vanaf de negentiger jaren van de vorige eeuw publiceert Pieter Waterdrinker romans en andere boeken waarvan een aantal uitgroeide tot bestsellers. Bovendien is hij een commentator die met grote regelmaat gebeurtenissen in Rusland duidt.

Pieter Waterdrinker Citroenkip op zondag

Citroenkip op zondag

  • Auteur: Pieter Waterdrinker (Nederland)
  • Soort boek: memoir
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 2 november 2023
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 12,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de memoir van Pieter Waterdrinker

In het Franse huis waar ze voor het tweede jaar ‘tijdelijk’ verblijven, ver weg van hun appartement in Sint-Petersburg, komt Pieter Waterdrinker op een middag het manuscript tegen van een kookboek waaraan zijn vrouw Julia ooit was begonnen: Koken in de Tsjaikovskistraat, met onder andere recepten van haar Russische grootmoeder. Direct na de inval van Rusland in Oekraïne was Julia met het schrijven van het boek gestopt. Want wie wil er nu nog – tegen de achtergrond van de gruwelijke oorlog in Oekraïne – een kookboek lezen van een Russin?

Terwijl Waterdrinker herinneringen ophaalt aan zijn lagere school- en studietijd, probeert hij zijn vrouw tijdens tal van omzwervingen aan te sporen om toch met het kookboek door te gaan. Als baken van hoop. Opdat de oorlog snel stopt en ze weer naar Sint-Petersburg kunnen terugkeren. De vrede van de mens gaat immers ook door de maag.

Pieter Waterdrinker Van huis en haard recensiePieter Waterdrinker (Nederland) – Van huis en haard
Dagboek van een jaar op drift
Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
Verschijnt: 2 mei 2023

Bijpassende boeken en informatie

Rick Rubin – Creatief zijn

Rick Rubin Creatief zijn: een manier van leven. Op 7 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het boek over kunst van muziekproducer Rick Rubin. Hier is informatie over het boek te lezen. Bovendien is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Creatief zijn, het boek van Rick Rubin.

Rick Rubin Creatief zijn

Rick Rubin is op 10 maart 1963 geboren in Long Beach, in de staat New York, Verenigde Staten en is geboren in een joodse familie. Na eerste in een punkband te hebben gespeeld werd een van de bekendste muziekproducers en labeleigenaren in de Verenigde Staten. Hij is oprichter van twee invloedrijke platenlabels Def Jam Recordings en American Recordings.

Hij heeft gewerkt met een groot aantal beroemde muzikanten en bands. Om er een aantal te noemen:  Red Hot Chili Peppers, The Cult, Johnny Cash, Run-D.M.C., The Beastie Boys, Metallica, ZZ Top, Eminem, Slipknot, Aerosmith,  Ed Sheeran en Justin Bieber.

Creatief zijn, een manier van leven is zijn eerste boek. Over de inhoud ervan is op deze pagina uitgebreide informatie te lezen.

Rick Rubin Creatief zijn

Creatief zijn

Een manier van leven

  • Auteur: Rick Rubin (Verenigde Staten)
  • Soort boek: kunstboek
  • Origineel: The Creative Act (2023)
  • Nederlandse vertaling: Petra C. van der Eerden
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar, Nijgh Atelier
  • Verschijnt: 7 november 2023
  • Omvang: 392 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek van Rick Rubin over creativiteit

Veel beroemde muziekproducenten zijn herkenbaar aan hun eigen sound. Bij Rick Rubin is dat anders. Hij creëerde een studio waar artiesten, uit allerlei verschillende genres en tradities, zich vrij kunnen voelen om te zijn (en te ontdekken) wie ze zijn en te onderzoeken wat ze de wereld werkelijk creatief te bieden hebben.

Rubin heeft in de loop der jaren diep nagedacht over waar creativiteit vandaan komt en heeft geconcludeerd dat kunstenaarschap niet zozeer gaat over je specifieke output, maar veel meer over je relatie tot de wereld. Creativiteit heeft een plaats in ieders leven, maar wie dat wil, kan er meer ruimte voor maken. Eigenlijk zijn er weinig belangrijkere taken in het leven.

Creatief zijn is een prachtige en genereuze studie die het pad van de kunstenaar belicht als een weg die we allemaal kunnen volgen. Rubin distilleert de wijsheid van een leven lang werken tot een heldere leeservaring die het ons allemaal mogelijk maakt de kracht om momenten van opwinding en transcendentie te creëren.

Bijpassende boeken