Tag archieven: Nederlandse Schrijfster

Dorien Dijkhuis – Dezelfde maan

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Dorien Dijkhuis. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en de uitgave.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan recensie

Als er een boekbespreking of recensie van de roman Dezelfde maan van Dorien Dijkhuis verschijnen dan zal onze redactie er aandacht aan besteden.

Dorien Dijkhuis boeken en informatie

Dorien Dijkhuis is in 1978 geboren in Apeldoorn, maar verhuisde in 1990 naar de Friese stad Sneek. Ze studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht en specialiseerde zich in Latijns-Amerikaanse geschiedenis en cultuur. Na haar studie ging ze aan het werk als journalist en schreef artikelen over gezondheid, psychologie, gastronomie, kunst en literatuur. Vanaf 2013 studeerde ze aan de Schrijversvakschool in Amsterdam waar ze in 2019 afstudeerde.

Als tijdens haar studie aan de Schrijversvakschool publiceerde Dorien Dijkhuis verhalen en gedichten in een aantal literaire tijdschriften zoals Tirade, Extaze en Het liegend Konijn. In 2029 verscheen haar literaire debuut de dichtbundel Waren we dieren. Haar debuutroman Dezelfde maan waarover je hier alles weet verschijn in februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan

Dezelfde maan

  • Auteur: Dorien Dijkhuis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Dorien Dijkhuis

Elk besluit dat we nemen betekent dat talloze andere mogelijkheden verloren gaan. Met dat gegeven in haar achterhoofd zoekt de hoofdpersoon in Dezelfde maan haar toevlucht op een eiland nadat haar leven plotseling een onverwachte wending heeft genomen. Omringd door mist en zee overpeinst ze de keuzes die haar op dit punt in haar leven hebben gebracht. Is niet kiezen ook een keuze? Hoeveel keuze hébben we eigenlijk? Volgen we het verlangen van het hart, ook als het hoofd het beter weet?

Dezelfde maan is een associatieve vertelling in de traditie van onder meer Het hoofdkussenboek (Sei Shōnagon), Bluets (Maggie Nelson) en Dept. of Speculation (Jenny Offill). Een poëtische mozaïekroman over mogelijkheden en onmogelijkheden: over de potentiële versies van onszelf, liefdesverdriet, eenzaamheid, het verlangen naar verbinding en over de kracht en de grenzen van taal.

Bijpassende boeken en informatie

Eva Hoeke – Zandweg 17

Eva Hoeke Zandweg 17. Op 15 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff het boek met verhalen aan de keukentafel, geschreven door Eva Hoeke. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Zandweg 17, het boek van Eva Hoeke.

Eva Hoeke Zandweg 17 recensie en informatie

Eva Hoeke is op 2 februari 1979 geboren in de Noord-Hollandse plaats Krommenie. Ze is de dochter van pianist en zanger Rob Hoeke en studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Na haar studie ging ze aan de slag als journalist. Met regelmaat publiceert ze in kranten en tijdschriften en doet met haar artikelen soms stof opwaaien.

Samen met haar vriend schrijver Marcel van Roosmalen schreef ze een tweetal boeken, De stad, de kroeg en de man uit 2014 en Als het maar niet op ons lijkt in 2017. In haar nieuwe boek dat medio februari 2024 verschijnt, zijn verhalen opgenomen die ze heeft geschreven voor de Volkskrant.

Eva Hoeke Zandweg 17

Zandweg 17

Verhalen aan de keukentafel

  • Auteur: Eva Hoeke (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 15 februari 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 17,50 / € 10,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met verhalen van Eva Hoeke

De mooiste verhalen over het dorpsleven van Volkskrant-columnist Eva Hoeke, die met haar herkenbare, geestige en scherpe observaties elke zaterdag tienduizenden lezers weet te raken

Humoristisch, herkenbaar en een tikje weemoedig – in de wereld die Eva Hoeke observeert gaan de dingen niet altijd van een leien dakje en dat is nou net waar de schoonheid in zit. Een peuter die zich ontpopt tot een kleine Medusa, de bakker die dapper standhoudt in een veryuppende stad, een vriendin die ziek wordt, de barman met tapangst en de buurvrouw die niet koken kan, het zijn de verhalen van mensen wier krachten nooit worden omcirkeld terwijl ze kinderen grootbrengen, palen slaan, bergen verzetten. En dan is er nog de verhuizing naar een dorp, de opvoeding van drie dochters en het leven met hun vader, die ineens doorbrak op z’n vierenvijftigste. Samen vormen ze een kroniek van het moderne Nederland.

Bijpassende boeken en informatie

Ellen Heijmerikx – Broer, moordenaar

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar autobiografische roman, recensie en informatie over de inhoud. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Ellen Heijmerikx.

Ellen Heijmerikx boeken en informatie

Ellen Heijmerikx is op 27 maart 1963 geboren in Beverwijk. Voordat ze schrijver werd, volgde ze lessen bij kreeg les van auteurs als Jan van Mersbergen en Ton Rozema. Haar debuutroman Blinde wereld verscheen in 2009, gevolgd door de roman Wij dansen niet in 2011. In 2015 werd haar derde roman En nooit was iets gelogen is in 2016 uitgegeven.

Veel van haar werk heeft een autobiografisch karakter alhoewel de romanvorm meestal door haar gekozen is. En dat is ook weer het geval met deze nieuwe roman die in januari 2024 zal worden uitgegeven.

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar recensie van Tim Donker

Het is dat ik niet goed weet hoe ik moet schoren met mijn voeten, anders zou ik zeggen dat het niet anders is dan schoorvoetend dat ik hier sta. Schoorvoetend om te spreken, en te zeggen. Te zeggen iets, te spreken over dit hier boek dat Broer, moordenaar heet en dat misschien zoiets als een schuldig pleziertje voor me was. Wat is een schuldig pleziertje?, u vraagt, en Een schuldig pleziertje is een pleziertje dat een mens misplaatst acht, ik zeg. We zijn allen kalvinisten, ommers. Plezier kan ons doen schrikken.

Omdat we onszelf niet het soort persoon achten plezier te beleven aan iets als dit. Omdat we vinden dat plezier hier niet in de haak is. Of omdat het plezier hier om allerlei redenen te schaamtevol aanvoelt om er rond voor uit te durven komen. En zeg nu zelf, plezier is in zichzelf al iets raars. Plezier is niet altijd plezierig hoor.

God, er was al van bij aanvang zoveel mis met dit boek. Dat omslag alleen al. Het is met afstand het lelijkste omslag dat ik in de afgelopen vijf jaar zag. Die getraliede schaduwen waarvan het knooppunt net op haar neus zit. Die ontevreden, verbitterde trek om haar mond. Het onderwerp net náást het midden, zo leer in je in de eerste les op de fotogravenvakschool. Het duister te duister, het licht te uitgekiend. Alles verbeeldend een bedacht soort realisme. Bovenin die titel, ja die titel, wat een rare titel is dat. Broer, moordenaar doet denken aan. Broer Konijn of Grote Broer of broer mongool maar dat laatste is iets van vroeger, iets van het gezin dat we waren maar het kwam van televisie en we waren in die tijd nog niet zo woke en dus waren we vrij want we gingen niet gebukt onder de tirannie van Goede Smaak.

Hoe moet ik zo’n titel duiden? Als introductie van de broerfiguur uit het boek? Is Broer, moordenaar kort voor “Dit is mijn broer, hij is een moordenaar!”? Is zijn moordenaarschap neven- of ondergeschikt aan zijn broerheid? Het blijft toch je broer he maar hij is wel een moordenaar. Hij is een moordenaar, maar ook mijn broer. Hij is mijn broer en bij een van de vele andere aspekten die hem kenmerkt, hoort ook het feit dat hij een paar moorden op zijn geweten heeft. Wie broer zegt zegt moordenaar.

En aan dit, mensen, liggen feiten ten grondslag.

Toen dacht ik aan mijn moeder. Want die hield daarvan. Ik weet nog hoe we samen op de bank zaten en video’s keken. Het was het begin van de jaren negentig, we waren net naar Eindhoven verhuisd en we keken de ene na de andere film op onze nagelnieuwe videorecorder. Er was een videotheek op loopafstand, dit was de grootstad, dit was het ware leven, we kwamen uit een piepklein dorp waar nooit wat te beleven viel, maar hier had je het divertissement voor het oprapen van zodra je één stap over de drempel zette. Videoavonden. De ene keer ging ik de banden halen, de andere keer zij. Degene die de banden ging halen, nam op de terugweg een versnapering mee. Meestal een zakje pistachenoten want daar waren we allebei dol op. De films die mijn moeder uitkoos zaten steevast vol drama. En altijd keek ze me tijdens de heftigste scene van opzij aan en zei dan: Dit is waargebeurd! En dan was het aan mij om Tsss te zeggen of Je houdt het niet voor de waarheid! of tistochgodsgeklaagd.

Ik zou Broer, moordenaar in de videorecorder kunnen steken – het zou me niks verbazen als er beeld verscheen. Vanaf de Midnight express-achtige openingsscene, ademt heel dit boek een hollywoodiaanse orkestratie. Een filmische montage; je ziet dit boek eerder dan je het leest. Terwijl het toch een aanklacht beoogt te zijn, zo is mijn gevoel erbij althans: als een Astrid Holleeder maakt Ellen Heijmerixk in haar Broer, moordenaar geheten Judas hoe verdorven de broer feitelijk is.

Ofnee. Dat laatste is een oneerlijke vergelijking. De Egbert uit dit boek is bij lange geen Willem. Maar hij heeft wel heel echt moorden gepleegd, en Ellen is zijn hele echte zus.

Het verleden dat ze delen is voorwaar niet pijnvrij. Ze groeiden op in een soort sekte, “de Broeders”. Het was er alles jolijt en halleluja en liefde voor God en voor elkaar en wie het niet wist kon het nog eens goed ingestampt krijgen. De ouders van Egbert en Ellen waren niet vies van stevige tuchtigingen. De lezer vangt daar slechts glimpen van op maar het is in ieder geval duidelijk dat er een bankschroef aan te pas kwam. Ja dan ben je niet langer bezig om naar beste eer en geweten, desnoods via krasse weg, eerzame mensen van je kinderen te maken (want wie zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet, hee?); dan ben je gewoon een sadistische eikel. Dat snap ik. Maar waarom blijft zoveel van dit verleden buiten het boek? Waarom krijgt de vader totaal geen gestalte (anders dan een -nogal groot- skelet in de kast), waarom wordt er niet iets dieper ingegaan op wie of wat deze “Broeders” waren, waarom krijgt de lezer niks te weten over andere broers en zussen van Egbert en Ellen? De moeder toont zich niet totaal onmenselijk. In “wel doen en niet omzien” is ze nog niet volleerd: ze wil haar kinderen overduidelijk niet zonder slag of stoot aan die liederlijke buitenwereld prijsgeven, al kiest ze uiteindelijk toch liever voor haar man en voor “de Broeders” dan voor haar kinderen, wat haar als moeder onmiddellijk diskwalificeert – ook daarin kan ik Ellen geen ongelijk geven.

Maar als lezer blijft er net iets teveel te raden over. Raden is goed, maakt een roman sterker, maar bij een (pseudo-?)autobiografisch gewrocht als dit moet ik raden naar dingen waarnaar ik niet raden wil maar die zonder invulling teveel witte plekken overlaten. Wat gebeurde Ellen en Egbert nadat ze “de Broeders” verlieten? Wie is die Douke, Egberts vrouw, en waarom is zij niet bij hem nu Egbert stervende is en hij kennelijk alleen zijn zus nog naar zich toe roepen kon om hem bij te staan? Wat is dat met dat huwelijk van hem, hoe is dat afgelopen en waarom? Welke “droom” die Douke kennelijk had, moet Egbert gaan waarmaken in Belize? Hoe zit het met dat partytentenbedrijfje dat hij had en de manier waarop hij zijn zakenpartner een loer heeft gedraaid? Waarom verlaten Santi en zijn ouders Egbert uiteindelijk en waarom moet Santi, de jongen die de langste tijd toch zo dol op Egbert leek te zijn, hem als laatste woorden zoiets gemeens toefluisteren? Waarom wordt dat allemaal aangestipt, maar niet nader uitgelegd?

Naar Belize, dus, is Egbert gegaan, in een poging zijn huwelijk te redden ofzoiets, mij moet je ook niet aankijken want ik weet er ook niets van. De poging is hoe dan ook niet geslaagd: nu gaat Egbert dood en zus Ellen is de enige stervensbegeleider die hij bedenken kon. Die het ook niet tot het eind toe volhouden kon; haar weerzin tegen broer Egbert en zijn kerfstok (en wat daarop is) wint het toch van haar zusterlijke liefde (en ook zijn er mensen die thuis op haar wachten maar die blijven in dit boek ook maar gezichten in de menigte). Doch omdat Ellen niet het allerganzelijkste achterste van haar tong laat zien, wordt die weerzin voor mij als lezer toch niet volledig invoelbaar. Er vonden gruwelijkheden plaats. Ja. Waar. Moorden. Verkrachting. Alles waar. Maar Egbert werd overvallen, daarbij meedogenloos mishandelt en voor dood achtergelaten. Alles met het kennelijke doel hem weg te jagen uit Belize. Dat Egbert eenmaal weer op de been er als een Charles Bronson voor kiest om wraak te nemen op zijn overvallers, zou niet mijn keuze zijn. Ik zou zonder de minste gene mijn staart tussen mijn benen nemen, en het eerste vliegtuig terug naar Nederland. Maar er is Egbert zoveel aan gelegen om Doukes droom waar te maken, wat die droom ook wezen mogen, dat hij zich als hard en onverzettelijk wenst te tonen. In een door-en-door criminele omgeving als Belize moeten ferme jongens stoere knapen daarvoor kennelijk tot het uiterste gaan, en tot het uiterste ging Egbert. Zijn daden zijn verwerpelijk, maar zijn gevoelens erachter zijn begrijpelijk. Ik zou die corrupte agent die de overval en mishandeling die Egbert komt rapporteren alleen maar met nog een paar extra bedreigingen kan beantwoorden óók het liefste onthoofd willen zien maar ik zou hem niet, zoals Egbert, werkelijk onthoofd willen zien. Dat de praktische bezwaren die tussen droom en werkelijkheid staan voor Egbert in zijn omgeving niet gelden maakt hem misschien hardvochtig; een psychopaat of een monster kan ik echter niet in hem zien: hij heeft zich voor zijn daden willen aangeven bij de politie -waaruit berouw blijkt-; een aangifte die echter niet tot straf leidt maar van hem zelfs, uiteindelijk, een soort dorpsoudste maakt. In die functie moet hij een keer beslissen over het lot van een vooronderstelde crimineel die hem voor de voeten wordt geworpen (onduidelijk waar deze man van verdacht wordt). In plaats van de dorpelingen de lynchpartij te gunnen waar zij zo overduidelijk naar dorsten, roept hij op tot een “eerlijk proces” (voor zover mogelijk in Belize), waaruit een geweten blijkt. Een gewetensvolle berouwling is geen psychopaat, lijkt mij.

De vraag waarrond dit boek gesponnen is, en die Ellen zichzelf ook herhaaldelijk stelt, te weten: is zij, omdat ze dezelfde opvoeding heeft gehad, tot hetzelfde in staat als Egbert; legden “de Broeders” de voedingsbodem voor de geestesgesteldheid die Egbert kon laten doen wat hij deed, vind ik dan ook oninteressant en erg gezocht. Het is niet alleen maar hun vreselijke jeugd, het is ook, het is vooral misschien zelfs, Belize die van “Broer” (zoals Egbert tot gekmakens toe genoemd wordt in dit boek) een “moordenaar” maakte.

Op sommige vlakken vind ik Egbert zelfs redelijker (want, okee, mogelijkerwijs emotielozer)  dan Ellen. Ten opzichte van “de Broeders” maakt zijn weigering in hen waarlijk slechte mensen te zien, hem in mijn ogen een weinig sympathieker dan Ellen die zich aan haar haat wenst vast te klampen. Nee, geen enkele lezer met een beetje verstand in zijn kop (en/of gevoel in zijn lijf) zal Egbert in zijn hart sluiten maar de Ellenfiguur maakt zichzelf ook niet biezonder geliefd (al zijn de passages over de agressie en misogynie in haast elke religie bijzonder raak en heeft zij daar al het gelijk van de wereld aan haar zijde).

Dat alles verwoord wordt in een vettig RTL4-taaltje dat doorspekt is met popularismen als “shaken”, “issues”, “gasten omleggen”, “opzouten”, “kachelen” (god wat haat ik dat woord), “ogen sluiten” (als eufemisme voor dood gaan), “zijn klokkenspel” (zijnde zijn geslachtsdelen), “pensionado” (god wat haat ik dat woord), “locals”, “een plannetje popt op”, “[ergens mee] dealen”, “caretaker”, “kast” (steevast gebruikt voor “borst” en in deze zin al na een paar pagina’s hyperirritant), “community”, “mindfuck”, “property” helpt ook nog eens niet mee.

Of. Naja. Ik zeg.

Vettig, zei ik. De taal als sjuu, of als ve-tsin voor mijn part, die maakt dat je deze hapklare brokken gedachteloos naar binnen blijft lepelen. Broer, moordenaar roept vele vragen op; vragen die Heijmerikx goeddeels onbeantwoord laat maar dat weet de lezer pas als hij het laatste woord gelezen heeft, en bij die laatste zin had ik, zoals Spinvis zou zeggen, “zelfs een echte traan” waardoor ik me er niet eens heel erg rot onder voelde dat het boek me partiëel onbevredigd achter liet. Dit boek lezen was me als een hamburger van een fastfoodketen nuttigen: je had honger en de burger was niet eens zo rotslecht als je hem graag had willen vinden. Daar zit je met je familie, achter het rijdoor-loket op de parkeerplaats, de vettige bakjes overal op je schoot (waarom geven je kinderen hun afval toch altijd aan jou?). Graag had je de hele rommel half opgegeten in het vuilnisvat zien verdwijnen, graag had je een tirade kunnen afsteken die begon met Ja kinderen en daarom moet je nooit fastfood eten (je had iets willen zeggen over slow food, over sommige dingen moeten langzaam, over aandacht, over liefde had je willen praten maar je zit daar maar met je vette bek en je afval en je zwijgen en je milkshake-adem) maar daar was het gewoon niet slecht genoeg voor, daar moet een mens eerlijk in zijn. En je weet dat je voorlopig niet meer zoiets zult eten maar je weet ook dat je jezelf niet beloven kunt dat je nooit meer zoiets zult eten.

Zoiets dus. Dat ik Broer, moordenaar niet zo slecht vond als ik het dacht te moeten gaan vinden. Dat is het niet geheel zonder smaak genuttigd heb. Dat het daarom mijn schuldige pleziertje was. Dat het zoiets is. Maar dat ben ik maar.

Want hamburger en een echte traan: miljoenen mensen zijn daar dol op. En zij hebben geen verdere aansporing meer nodig.


Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar

Broer, moordenaar

  • Auteur: Ellen Heijmerikx (Nederland)
  • Soort boek: autobiografische roman
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Ellen Heijmerikx

Wanneer haar ernstig zieke broer belt vanuit Belize om te vragen of ze hem tijdens zijn laatste dagen gezelschap komt houden, moet Ellen een beslissing nemen. Ze weet dat hij van alles op zijn kerfstok heeft, zelfs een moord. Maar haar loyaliteit wint het van haar afkeer en ze boekt de reis. Ellen en haar broer zijn beiden opgegroeid binnen een religieuze sekte, beiden hebben ze de sekte inmiddels verlaten. Hun band is sterk.

In Broer, moordenaar volgen we haar broer in zijn begindagen in Belize, hoe hij probeert een nieuw leven op te bouwen en hoe hij verzeild raakt in criminaliteit. En we volgen Ellen, die haar zieke broer verzorgt en antwoord probeert te vinden op de vraag: als we dezelfde gewelddadige indoctrinatie hebben meegemaakt, en broer in staat is tot moord; wat zegt dat dan over mij?

Een ijzersterke roman over het onvermijdelijke verband tussen religie en geweld, voor de lezers van De meisjes van Emma Cline en Ik ga leven van Lale Gül. Ellen Heijmerikx baseerde het boek op haar eigen ervaringen.

Bijpassende boeken en informatie

Cindy Zhu Huijgen – Dit is ook China

Cindy Zhu Huijgen Dit is ook China. Recensie en informatie over de inhoud van het eerste boek van de uit China naar Nederland geadopteerde Cindy Zhu Huijgen Dit is ook China dat op 8 maart 2024 verschijnt bij Uitgeverij Pluim. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Cindy Zhu Huijgen Dit is ook China recensie

Als er boekbesprekingen en recensies verschijnen in de media van het boek Dit is ook China, geschreven door Cindy Zhu Huijgen, kun je er hier over lezen.

Cindy Zhu Huijgen boeken en informatie

Cindy Zhu Huijgen werd in 1993 uit China geadopteerd in Nederland. Ze studeerde journalistiek en ging in 2019 aan de slag als correspondent in China. Hierdoor was ze de eerste  Nederlandstalige journalist die in Wuhan verslag deed van de coronapandemie. Ze werkt onder andere voor Trouw en VPRO Bureau Buitenland.

Dit is ook China is het debuut in boekvorm van Cindy Zhu Huijgen. Het boek verschijnt begin maar 2024 bij Uitgeverij Pluim.

Cindy Zhu Huijgen Dit is ook China

Dit is ook China

Hoe zou mijn leven zijn geweest als ik in China was opgegroeid?

  • Auteur: Cindy Zhu Huijgen (Nederland)
  • Soort boek: journalistieke non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 8  maart 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over China van Cindy Zhu Huijgen

Huijgen werd als peuter uit China geadopteerd. Hier in Nederland werd ze aangesproken op haar uiterlijk waardoor ze zich nooit helemaal thuis voelde. Nieuwsgierig naar haar geboorteland studeerde ze zowel Chinees als journalistiek. Niemand in haar omgeving was verrast toen ze als correspondent in China aan de slag ging.

Met het uiterlijk waar ze als kind last van had, weet ze als journalist het vertrouwen van de gewone Chinees te winnen. Huijgen kan daardoor dicht bij het nieuws komen.

Ze gaat in gesprek met activisten, praat met Chinese vrienden over de zorgverlening, homofobie en hun dromen. Met elke conversatie groeit het besef dat zij hun leven had kunnen leiden als zij niet zou zijn geadopteerd, waardoor het verlangen ontstaat om meer te weten te komen over haar eigen adoptiegeschiedenis. In haar geboorteplaats gaat ze op zoek naar antwoorden over haar afkomst.

China blijkt niet het droomland waar ze vroeger over fantaseerde, al is er ook plaats voor maatschappijkritiek, dierenliefde en kunstenaars die grenzen testen en verleggen. Net zoals Huijgen heeft haar geboorteland ook twee gezichten.

Bijpassende boeken en informatie

Marja Pruis – Huiswerk

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 19 september 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marja Pruis.

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie

Marja Pruis is op 26 oktober 1959 geboren in Amsterdam. Ze is redacteur en criticus van De Groene Amsterdammer. Haar romans BloemDe vertrouweling en Atoomgeheimen ontvingen nominaties voor De Gouden Uil, de AKO Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Voor haar essays en columns, gebundeld in Kus me, straf meGenoeg nu over mijOplossingen en Boos meisje, ontving ze de Jan Hanlo Essayprijs, de J. Greshoff-prijs en de Heldringprijs. Haar roman Zachte riten stond op de shortlist van zowel de ECI- als de Libris Literatuurprijs.

Recensies van het nieuwe boek van Marja Pruis

  • “In Huiswerk maakt Pruis gebruik van alles wat haar essays zo aantrekkelijk maakt en voegt daar de kracht van fictie aan toe […] een uitmuntende romancier.” (De Standaard, ∗∗∗∗)
  • “Met soepele zinnen die als een mes door de boter glijden trekt ze de lezer het verhaal in. Heerlijk!.” (Het Parool)
  • “Huiswerk blinkt van het taalvernuft.” (Trouw)
  • “Marja Pruis weet van haar heerlijke slimheid ook iets pijnlijks te maken.” (NRC, ••••)

Marja Pruis Huiswerk recensie

Huiswerk

  • Auteur: Marja Pruis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 19 september 2023
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Marja Pruis

Clara Feij is in het mooiste huis van Amsterdam komen wonen, vindt ze zelf. Schoonmaken laat ze over aan een stoet van werksters, gevlucht uit eigen land. Als Rose bij haar binnen komt, verandert alles. Hoe kun je iemand helpen, als je niets van haar weet? En hoe blijf je iemand vertrouwen, als alles tegen haar pleit?

Huiswerk is een confronterende roman over intiem geluk en huiselijk verraad. Over de baas zijn en dat niet willen zijn. Met grote precisie legt Marja Pruis de verwarring bloot waarin de westerse mens met zijn goede bedoelingen gevangen zit.

Bijpassende boeken en informatie

Hanna Bervoets – Leer me alles wat je weet

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 28 november 2023 verschijnt bij Uitgeverij Pluim de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Hanna Bervoets.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie

Hanna Bervoets is op 14 februari 1984 geboren in Amsterdam. Ze volgde de bacheloropleiding Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, met als specialisatie Televisie en Populaire Cultuur. Als student schreef Hanna Bervoets al filmrecensies en columns in stadsmagazine NL20. Kort daarna schreef ze voor ElsevierNRCde VolkskrantDe Correspondent en Das Magazin. De columns uit deze periode zijn uitgegeven in de boeken Leuk zeg doei (2010)Opstaan, aankleden, niet doodgaan (2013) en En alweer bleven we ongedeerd (2015).

Haar debuutroman Of Hoe Waarom verscheen in 2009, gevolgd in 2011 door de roman Lieve Céline. Haar derde roman Alles wat er was verscheen in 2013, Efter in 2014 en Ivanov in 2016 waarvoor ze de BG Literatuurprijs ontving, Fuzzie in 2017 en Welkom in het Rijk der zieken in 2019. Daarna werd ze gevraagd om het Boekenweekgeschenk voor 2021 te schrijven. Dat werd de roman Wat wij zagen. Ook in 2021 verscheen de verhalenbundel Een modern verlagen. Over de nieuwe en achtste roman van Hanna Bervoets, Leer me alles wat je weet die in november 2023 verschijnt kun je hier alle informatie vinden.

Recensie van Tim Donker

zegt iemand, zegt wie, zegt Paul: O dat boek heeft een hele slechte recensie gekregen in NRC –

ja en toen had hij het voor elkaar. Ik was op bladzijde 150 ofzo, toen hij dat zei. Maar voor elkaar had hij het.

Hij werkt nog niet zo lang bij ons, de Paul, maar de vraag Wat ben je op dit moment aan het lezen? is al een vaste waarde geworden als ik hem tref in het depot. Want hij leest ook, de Paul, hij heeft zelfs een paar boeken geschreven. En altijd als ik hem zie, vraagt hij me wat ik nu weer aan het lezen ben.

Wat ben je aan het lezen, Tim? Wat lees je nu weer, Tim. Ben je nog in iets moois bezig, Tim?

Wel. Ja. Wat lees ik? Ik was Leer me alles wat je weet van Hanna Bervoets aan het lezen en –

Dat boek heeft een hele slechte recensie gehad. In NRC. Niet om door te komen, vond de recensent. Vooral het middenstuk. Rommelig. Modderig. Loopt vast. Twee van de vijf, geloof ik.

Nou. Ja. Zeg. Ik vind het tot nog toe wel aardig, eigenlijk. Maar ik ben nog maar op bladzijde 150 ofzo en het –

Ja het is dik he. Vijfhonderd pagina’s dacht ik?

Eigenlijk bijna zeshonderd. Ja, het is dik dus ik heb nog heel wat te gaan maar vooralsnog vind ik het niet slecht.

De recensent vond vooral het middenstuk heel erg slecht. Dus succes.

Okee. Ja. Ik zal aan je denken als ik het boek uit pure ergernis uit het raam ga keilen.

En dan lachen we en dan gaan we want welaan de post moet ook nog bezorgd worden. Maar hij had het wel voor elkaar, de Paul. Al merkte ik dat pas die avond. Die avond, toen ik zat, en las. Het was pas laat op de avond toen ik genoeg stilte en genoeg duisternis om me heen verzameld had om verder te lezen in Leer me alles wat je weet en ik las niet eens veel; stombelde slechts een weinig voorbij pagina 200 of 220, wie zal het nu nog zeggen, wie nam er nota, wie schreef het op in zijn notitieblok. Maar ik dacht O shit. En dat de verdomde Paul het voor elkaar had. Wat een lichte Bervoetsvermoeienis had toegeslagen. Het zoveelste personage was geïntroduceerd en het was voor het eerst dat ik dacht O nee. Of Moet dat nou, al die mensen. Of gewoon een diepe zucht.

En kwam dat dan door de Paul. Of door die recensent. Wat maal ik immers om ennersee, ik vind ennersee op geen enkele manier gezaghebbender dan welk ander medium dan ook. Zelf lees ik geen kranten. Net daarom misschien, zou ik haast zeggen, lees ik geen kranten. Of spreekt ennersee hier gewoon recht en niet krom, en ben ik gestrand in wat men een “middenstuk” noemen kon, waar begint het midden, waar begint jouw lichaam, een boek heeft wel een kop en ook een staart maar toch is een boek nooit een paard. Ik weet het niet, ik dacht alleen maar, misschien kortstondig, dat ik niet zat te wachten op weer een figuur die een grote wending ging betekenen in het leven van Daniel de Koster.

Wie?

Daniel de Koster. Daarover gaat dit boek, en dat was ook wat ik er in eerste instantie het goede aan vond. Het boek is geschreven in de ik-persoon, maar de ik is niet Daniel de Koster. De ik is de geliefde van Daniel, Jody. En Daniel is trouwens dood. Dat vond ik goed, allemaal. Het deed me denken aan de woorden van Laurie Anderson over de detectiveroman, de enige romansoort waarlijk uitgevonden in de twintigste eeuw, want in de detectiveroman is de held al aan het begin dood.

Ja, een detectiveroman. Dat is ook een manier om Leer me alles wat je weet te benaderen. Want Daniel is dood en Jody onderzoekt hoe dat heeft kunnen gebeuren en daartoe speurt ze. Ze speurt heel Daniels leven af op zoek naar aanwijzingen. En dat is het ook zo’n beetje wat de lezer in deze “bijna zeshonderd” bladzijden krijgt voorgeschoteld: heel Daniels leven.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Een boek dat me doet denken aan woorden van Laurie Anderson kan niet echt slecht zijn. Daniel zelve is alvast ook niet slecht: een mens met een groot hart wordt hier beschreven. Een heldin die opkomt voor de verdrukten. In de jaren tachtig werkte ze met aidspatiënten; daarna zette zich een tijdlang in voor een anti-kwakzalverij-organisatie. Nog weer later: bekommernis om mensen die nog geen juiste diagnose hebben kunnen krijgen van hun arts; veelal vrouwen en veelal omdat artsen hun klachten achteloos weghonen als “psychisch” (ja dat is de medische stand voor u dames en heren) (zei daar iemand: mannelijk sjovinisme?). Dan: medische tuchtraad, de rechtszaken, het aanklagen. Een enkele keer draaft ze een weinig door, die Daniel, en doet ze meer kwaad dan goed. Maar alles gebeurt met een enorme inzet, liefde en een massa goede bedoelingen.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Want Bervoets portretteert Daniel nauwgezet, zo nauwgezet dat ze vlees aan haar botten schrijft, en bloed in haar aderen. Ik zag Daniel voor me, duidelijker dan ik boekpersonages doorgaans voor me zie (ze leek op Suzanne, een meisje dat bij mij in de klas zat toen ik havo 4 en 5 deed) (ik mocht Suzanne) (ik mocht Suzanne graag) (ik mocht Suzanne erg graag) (heel erg graag) (maar Daniel had springeriger, krulleriger haar dan Suzanne, dat wel). En ik ging van Daniel houden. Nu overkomt me dat vaker, zeker de laatste tijd, het zal de ouderdom zijn die me week maakt, maar ik sluit zeker niet elk boekpersonage in mijn hart. En verdomd, ik denk zo af en toe nog aan Daniel. Als een situatie er om vraagt. Ik vond Daniel in elk geval een stuk sympathieker dan ikpersoon Jody – Daniel ging ook sympathieker met de coronahysterie van weleer om (want ook dat komt voorbij in dit boek). Fluisterde een “Dank je” naar Bervoets omdat Daniels dood met nadruk niet corona-gerelateerd bleek te zijn (een vermoeden dat op enig moment wel in Jody’s hoofd opkomt).

Daniel werd me een huisgenoot van het soort waarop je gesteld raakt en waarmee je zo af en toe eens samen eet. Gesprekken aan de keukentafel. Niet al haar wederwaardigheden waren even interessant maar ik vond het wel leuk om ze te vernemen. Want de door de Paul of die recensent aangejaagde impasse bleek van tijdelijke aard: van een modderig of vermoeiend middenstuk heb ik weinig last gehad; ik ben blijven lezen en had het boek op een week tijd uit. Wat voor een bespreker misschien aan de lange kant is maar deze bespreker heeft meer te doen dan lezen alleen (uit het raam kijken bijvoorbeeld, of de gaten in het plafond tellen, of wachten op de dingen die komen gaan). Doorgaans verdwijnen boeken met een omvang als deze bij mij weer op de stapel – voor even of voorgoed – om plaats te maken voor andere boeken, van weeral een andere stapel. Maar dit “detectiveboek” hield me gezeteld. En geboeid. De lezer krijgt niet weinig over zich uitgestrooid. Een heel leven, als gezegd. Maar de “Wat als?”-vraag ligt steeds op de loer. Wat als we dit, wat als we dat. Had Daniel dan nog geleefd? Wat als? is een welbekend spel dat elkendeen weleens speelt. Wat als ik een andere studie was gaan doen, wat als ik die wereldreis had gemaakt, wat als ik betere gesprekken had gevoerd met mijn ouders, wat als ik ja had gezegd toen ik nee zei, wat als links was gegaan toen ik rechts ging, wat als ik vijf minuten later van kantoor was gegaan. Maar het Wat als?-spel is niet vrijblijvend; onder de oppervlakte liggen wezenlijke vragen over dat wat wij bij gebrek aan een beter woord “leven” noemen. Zou ons leven werkelijk anders zijn geweest als we andere keuzes hadden gemaakt? Bestaat vrije wil? Worden we bepaald door omstandigheden buiten onze controle om: biologie, opvoeding, capaciteiten, intelligentie. Is alles een reeks toevalligheden, of is ingrijpen tot op zekere hoogte mogelijk? Moeten we besluiten tot een deterministisch mensbeeld? Met de vraag of Daniel had kunnen blijven leven, werpt Bervoets veel meer, en veel algemenere, vragen op en dat maakt dat het detectiveboek evengoed als filosofisch werk kan worden gelezen.

En meer nog. Want Bervoets legt de loep ook elders. Kijkt met een kritisch oog naar kwakzalvers en anti-kwakzalverij-organisaties. Naar artsen. Naar de medische tuchtraad. Naar de opkomst van sociale media en de hetzes die zij kunnen veroorzaken. Daarbij gaat de schrijfster niet over één nacht ijs, ze confronteert de lezer keer na keer met de veelkantigheden van fenomenen. Want net als je denkt dat het goed is dat er mensen zijn die kwakzalvers aanpakken (ik was in de jaren 00 zelf een fervent anti-kwakzalver en las veel boeken en tijdschriften over dit thema), laat ze zien dat “kwakzalvers” niet perse gewetenloze oplichters zijn die er alleen maar op uit zijn mensen op hun kwetsbaarste momenten met goedkope rommel een poot uit te drajen. Er bestaan ook goede bedoelingen. Eén vrouw laat ze zeggen: “Placebo-werking is ook een werking”, en verdorie, dat had ik een paar weken geleden nog tegen mijn dochter gezegd toen ze toch heil ondervond van een door mij bekritiseerde neusspray. Er zit koren tussen het kaf, en dingen kunnen werken ondanks dat de wetenschap het tegenspreekt. Wetenschap zelf is trouwen niet onaantastbaar. En later, als je als lezer meer en meer overtuigd raakt van het nut, nee de volstrekte noodzaak van de medische tuchtraad, voor het gerecht al die sukkelende klote-artsen!, vind je in het boek steeds weer een oprecht goede arts die zijn werk bijna niet meer kan doen door alle protocollen; de verlammende angst om aangeklaagd te worden gaat een normaal functioneren in de weg zitten.

Dit zijn waardevolle dingen om over na te denken; dat de lezer aan het denken wordt gezet is sowieso al een goed teken. Goed, misschien had het iets minder gekund. Er komt een bonte stoet aan patiënten en kwalen voorbij in dit boek, met allen die voor hulp naar Daniel toe komen. Van een casusje of wat minder was Leer me alles wat je weet zeker niet slechter geworden. Het boek bevat naar mijn smaak ook iets teveel sexscenes; na Ipso facto, het boek waarmee Iegor Gran op meesterlijke wijze al die obligate sex in moderne romans persifleerde (verplichte kost voor iedereen met twee ogen in zijn kop) (één oog mag ook), doet voor mij iedere sexscene een beetje potsierlijk aan en bovendien voegt het zo zelden veel toe aan de loop van het verhaal (net daarom dat die sex bij Gran ook altijd zo totaal willekeurig, ongepast en bizar was). Ook zijn de metaforen bij Bervoets niet allemaal even trefzeker; de stijl had hier en daar een snufje minder wijdlopig mogen zijn. Maar dat zijn spijkers op laag water en voor Leer me alles wat je weet gaat geen zee te hoog. Of je deze hoge zeeën bevaren wil, ligt aan wat voor soort lezer je bent. Ik raad dit boek niet aan voor hypocriete lezers; ik bedoel die vervelende neppers die graag meer zouden willen lezen maar “er geen tijd voor hebben” (het moje aan lezen is juist dat je het overal kunt doen: in de trein in de bus op de plee in bad of gewoon bij jou thuis op de bank – dan laat je dat stomme Netnix eens keer een avondje uit!) en daarom alleen maar op vakantie lezen. Als je maar twee of drie boeken per jaar leest, moet Leer me alles wat je weet daar misschien niet één van zijn. Maar als je toch al tientallen boeken per jaar verstouwt zie ik geen enkele reden om dit boek links te laten liggen. En je kunt er, in tegenstelling tot wat sommigen suggereren, denk ik ook goed weken over doen. Lees andere boeken tussendoor. Keer daarna terug naar Daniel. Keer altijd weer terug naar Daniel. Ik was blij Daniel te leren kennen. Ik was blij na te denken over alle dingen waar Bervoets me over liet denken. Ik was blij Leer me alles wat je weet gelezen te hebben.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet

Leer me alles wat je weet

  • Auteur: Hanna Bervoets (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 28 november 2023
  • Omvang: 600 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Hanna Bervoets

Dit boek gaat over Danielle – ‘Daniel’ – de Koster. Heldin volgens velen, knettergek volgens sommigen; Daniel leidt een bewogen leven. Na een aantal vormende omzwervingen vindt ze haar bestemming: ze gaat patiënten bijstaan, ‘kenniszoekers’ die nog geen medische diagnose hebben. Als een ridder in blinkend harnas zal ze haar zwaard ophouden voor hen die haar hulp nodig hebben. Zij, Daniel, zal onbaatzuchtig het goede doen. Maar hoe onbaatzuchtig is ze werkelijk? En hoe weet je wat het goede is? Wanneer Daniels reputatie verslechtert, voelt ze zich in het nauw gedreven.

En nu is Daniel dood. Jodie, haar grote liefde, wil weten waarom en gaat te rade bij de mensen die haar het beste kenden. Bij Sjoerd, met wie Daniel in de jaren negentig voor de hiv-vereniging werkte. Bij Daniels ex Barbara, die altijd een bepalende rol in haar leven bleef spelen. Voor hen was Daniel een getroebleerde vriend en complexe geliefde, die nooit echt heeft leren omgaan met haar eigen gemankeerde lichaam. Zo reconstrueert Jodie Daniels levensverhaal. Een modern heldenepos.

Leer me alles wat je weet is een diep romantische liefdesgeschiedenis, een familieroman zonder bloedverwanten en het verhaal van een tijdperk.

Bijpassende boeken en informatie

Josephine Rombouts – Opmerkelijke vrouwen

Josephine Rombouts Opmerkelijke vrouwen. Recensie en informatie over de inhoud van het nieuwe boek van Jopsepine Rombouts dat op 21 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido. 

Josephine Rombouts Opmerkelijke vrouwen recensie en informatie

Josephine Rombouts is geboren in 1971. Ze studeerde kunstgeschiedenis en Nederlands. Vijf jaar langs woonde met haar gezin in de Schotse Hooglanden. Ze werkte hier als huishoudster, personal assistant en manager op een kasteel in Schotland.

Over haar verblijf op het kasteel schreef ze een aantal succesvolle boeken. Ze debuteerde in 2018 met Cliffrock Castle (∗∗∗∗), gevolgd door Terug naar Cliffrock Castle in 2029 (∗∗∗∗∗). Het derde boek over haar ervaring in Schotland, De weg naar Cliffrock Castle (∗∗∗∗), waarna in 2022 het vierde boek Het gevaar van Cliffrock Castle (∗∗∗∗) verschijnt.

Recensie van Monique van der Hoeven

Wat een heerlijk boek schreef Jacqueline Rombouts met Opmerkelijke vrouwen. Een boek – wat ze overigens opdraagt aan de opmerkelijkste vrouw in haar leven: haar moeder – vol met verhalen over krachtige vrouwen door de eeuwen heen.

Veel vrouwenverhalen zijn niet bekend – ze zijn vaak bewust, soms onbewust – niet in de geschiedenisboeken beland, waardoor het lijkt alsof vrouwen niet zulke opmerkelijke levens hebben geleid. Jacqueline Rombouts ging op zoek naar die onbekende verhalen.

Ze begint het boek met een hoofdstuk met de titel “Vrouwen en succes”. In dit hoofdstuk vertelt ze een eigen verhaal over een buurvrouw uit de Hooglanden, met een bijzonder tuindersbedrijf. Verderop in het boek lezen we ook haar verhalen over bekendere vrouwen, zoals bijvoorbeeld schilder Artemisia Gentileschi en schrijfster Jane Austen. Maar ook Mary, Queen of Scots krijgt een hoofdstuk, vanwege haar borduurwerk! En we lezen over Emma Jung, jawel “de vrouw van”, die een belangrijke rol gespeeld heeft bij het ontstaan van de moderne psychologie. Ook al weer iets, waar we vermoedelijk nog niet eerder over hoorden.

Aan het begin van elk hoofdstuk vertelt Jacqueline waarom ze deze vrouw als opmerkelijk beschouwt.

Het boek is hardcover en mooi vormgegeven. Het bevat prachtige oude foto’s en illustraties van kunstwerken. Jacqueline is een uitstekende verhalen-vertelster – dat liet ze al eerder zien in haar boeken over Cliffrock Castle – en ze heeft een mooie en bijzondere selectie gemaakt met deze verhalen over opmerkelijke vrouwen. Het is afwisselend en leest heerlijk weg.

Een boek wat ik heel erg aanraad – vrouwengeschiedenis is nog steeds aan een inhaalslag bezig. Een boek als dit is empowering voor vrouwen en brengt de broodnodige balans in de geschiedenis zoals wij die geleerd hebben. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend)

Josephine Rombouts Opmerkelijke vrouwen

Opmerkelijke vrouwen

  • Auteur: Josephine Rombouts (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 21 november 2023
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek over bijzondere vrouwen van Josephine Rombouts

Een talent hebben maar het niet mogen ontwikkelen omdat je een vrouw bent. Het was vele eeuwen de realiteit, maar er waren altijd individuen die het toch lukte hun gaven te ontwikkelen. Opmerkelijke vrouwen die tegen de stroom in hun droom volgden of noodgedwongen hun werkterrein verlegden. Beatrix Potter mocht geen wetenschapper worden, maar bleek een fenomeen als kinderboekenschrijver en illustrator. Hedy Lamarr, de mooiste vrouw van Hollywood, legde de grondslag voor gps en wifi, maar het duurde zeventig jaar voordat ze erkend werd als de uitvinder. Jane Austen liet al haar heldinnen trouwen en goede huisvrouwen worden, maar verstopte tussen de regels haar ideeën en maatschappijkritiek.

In Opmerkelijke vrouwen verdiept Josephine Rombouts zich in de levens van vorstinnen en kokkinnen, wetenschappers en ondernemers die schier onmogelijke hordes moesten nemen om tot hun bijzondere prestaties te komen.

In het boek worden de verhalen verteld van Beatrix Potter, Jane Austen, Hedy Lamarr, Maria van Hongarije, Artemisia Gentileschi, Occa Johanna Ripperda, Wils Huisman, Mary Queen of Scots, Elsbeth Binzenstock, Zheng Yi Sao, Anne Lister en Emma Jung.

Josephine Rombouts Het gevaar van Cliffrock Castle RecensieJosephine Rombouts (Nederland) – Het gevaar van Cliffrock Castle
autobiografische verhalen
Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
Boeiende aaneenschakeling van verwondering, rauwe emoties en een intiem inkijkje in het gevoelsleven van een sterke vrouw…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Karin Sitalsing – Blauwestad ∗∗∗∗

Karin Sitalsing Blauwestad recensie en informatie boek over een dorp in uitvoering en een poging het land naar onze hand te zetten. Op 17 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact het boek over het dorp Blauwestad in de provincie Groningen, geschreven door Karin Sitalsing.

Karin Sitalsing Blauwestad recensie ∗∗∗∗

Karin Sitalsing heeft een boeiend journalistiek boek geschreven over het bijzondere nieuwe Groningse dorp Blauwestad, gelegen ten noorden van Winschoten. Het is een bouwplan dat op de tekentafel tot stand is gekomen en zij het met de nodige aanpassingen tot een zekere realisatie is gekomen.

Om een idee te krijgen wat er gerealiseerd is van de plannen, hoe de bewoners het dorp ervaren, wat de omgeving ervan vindt en hoe betrokken terugkijken op de wordingsgeschiedenis, is Karin Sitalsing er naartoe getrokken. Gelukkig niet voor een kort bezoek maar ze heeft er vele maanden verbleven met als doel een portret te maken van dit bijzondere stuk Groningen.

De weerslag van al haar onderzoek, de gesprekken en verblijf ter plekke is terug te vinden in dit geslaagde boek. Op subtiele wijze heeft Karin Sitalsing de wordingsgeschiedenis van het tekentafeldorp te boek gesteld. Door ruimte te geven aan de verschillende standpunten rondom de Blauwestad en zonder zelf te veel waardeoordelen te geven, is een evenwichtig en uitstekend geschreven en zeer lezenwaardig portret ontstaan dat gewaardeerd is met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Karin Sitalsing Blauwestad recensie

Blauwestad

Een dorp in uitvoering en een poging het land naar onze hand te zetten

  • Auteur: Karin Sitalsing (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 17 november 2023
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek over de Blauwestad

Impuls voor de regio of geldverspilling? Verlies van iets ouds of juist de verwelkoming van iets nieuws? Met de komst van het dorp Blauwestad verdween een groot stuk van Oost- Groningen voorgoed onder water. Boeren werden uitgekocht, villa’s werden gebouwd. Het infrastructurele project moest de regio opstuwen in de vaart der volkeren. Maar kun je zoiets eigenlijk wel afdwingen?

In Blauwestad vertelt journalist Karin Sitalsing de geschiedenis van dit geruchtmakende tekentafeldorp. Ze neemt de lezer mee naar de optimistische begindagen en de diepe dalen ten tijde van de financiële crisis. Ze spreekt met goedgehumeurde projectontwikkelaars en met boze communisten. En ze bezoekt de mensen die in het fonkelnieuwe dorp wonen en zij die hun geboortegrond in het water zagen verdwijnen. Blauwestad is een verhaal over de menselijke strijd voor een betere leefomgeving, de pogingen het land naar onze hand te zetten en de vraag of je je thuis kan voelen op een plek die twintig jaar geleden nog niet bestond.

Bijpassende boeken en informatie

Sytske Frederika van Koeveringe – Meeloper

Sytske Frederika van Koeveringe Meeloper recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 11 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de nieuwe roman van de Nederlandse beeldend kunstenaar en auteur Sytske Frederika van Koeveringe.

Sytske Frederika van Koeveringe Meeloper recensie en informatie

Sytske Frederika van Koeveringe is in 1988 geboren in Heerenveen. Ze studeerde in 2014 af aan de Gerrit Rietveld Academie, richting beeld en taal. Ze publiceerde in tijdschriften en kranten zoals De Groene Amsterdammer, Revisor, Tirade en NRC en bovendien schreef ze voor Theater Frascati toneelstukken.

Haar debuutroman, Het is maandag vandaag, verscheen in 2017. In 2019 kreeg Sytske Frederika van Koeveringen borstkanker waarop ze reflecteert in het boek Dag nacht licht toch dat een jaar later in 2020 verschijnt. Haar tweede roman, Meeloper, waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen verschijnt midden januari 2024.

Sytske Frederika van Koeveringe Meeloper recensie

Meeloper

  • Auteur: Sytske Frederika van Koeveringe (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 11 januari 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Sytske Frederika van Koeveringe

Waarom werken wij? En hoe komt het dat we werk als zoiets vanzelfsprekends zijn gaan zien? Meeloper is een volstrekt authentieke roman die gaat over werk, identiteit, kunstenaars en bullshitjobs.

Nadat Sien is afgestudeerd aan de kunstacademie, krijgt ze herhaaldelijk advies en de vraag wat ze zoal kan worden in de kunst. Terwijl Sien heel goed weet wat ze wil. Zeefdrukken maken. En daarom kiest ze voor een bijbaan in een winkel. Het valt Sien op dat er onder al dat ongevraagde advies een kernvraag schuilt. Want waarom werken wij? En hoe komt het dat we dit als zoiets vanzelfsprekends zijn gaan zien? Sien heeft geen idee en besluit daarom mee te lopen met alle mensen waar ze direct en indirect mee in aanraking komt – een vuilnisman, de leuke kassière bij haar buurtsupermarkt, maar ook haar huisbaas en een ambtenaar. Gaandeweg realiseert Sien zich dat werk met veel meer in verbinding staat – zoals liefde – dan ze in eerste instantie dacht en komen er alleen maar meer verbindingen bij.

Met de langverwachte roman Meeloper laat Van Koeveringe met een volstrekt unieke stem zien hoe werk verweven is met alle aspecten van ons leven en wat de waarde is van werk in onze maatschappij.

Bijpassende boeken en informatie

Renée van Marissing – Gelukkige dagen

Renée van Marissing Gelukkige dagen recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse roman. Op 7 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Renée van Marissing.

Renée van Marissing Gelukkige dagen recensie en informatie

Die eerste zomer was snel voorbij –

Wat zit er in het water?

Mooi vinden, wat dat is, waaruit het bestaat. Waarom is er muziek zo ontzettend veel muziek zo ongekend eindeloos veel muziek die ik zo onvoorstelbaar mooi vind en waarom is er zo ontzettend veel zo ongekend eindeloos muziek ik die zo onvoorstelbaar afschuwelijk vind? Waarom was ik al scholier zo onder de indruk van Dalí waar zijn schilderijen me nu nog maar bitter weinig zeggen? Of literatuur bijvoorbeeld.

Of literatuur bijvoorbeeld. Een jaar of tien, vijftien geleden was het me nog wel duidelijk. Een boek genoot ik als een kunstwerk en ik hield van schrijvers die het maximale halen wisten uit hun materiaal, zijnde papier, woorden en inkt. De schrijver die de taal beukte, sloeg, mepte, tot de taal kromgebogen eindelijk zei wat het recht nooit zeggen kon. De schrijver die de werkelijkheid afbrak en opnieuw in elkaar stak tot er aldus een mojer en misschien zelfs waarachtiger werkelijkheid ontstond. De schrijver die zich aan geen enkel voorschrift iets gelegen liet zijn. De schrijver die speelde met lettertiep, corpsgrootte, zinsbouw, grammatica. Maurice Roche die zijn woorden in alle mogelijke vormen en richten overheen de pagina’s liet denderen; JMH Berckmans die zijn taal liet janken, brullen, zingen: twee schrijvers die het summum voor me waren in die jaren & zo moest schrijven zijn. Vond ik.

Maar dit mooi vinden is aan het veranderen. Of verruimen liever gezegd, want ik zal de experimenterende literatuur altijd een warm hart blijven toedragen. Maar ik kan een boek nu ook mooi vinden om, sja, wat het zegt. De, lawwezegguh, inhoud. Roep het niet te hard, en zeg niet “het verhaal”, niet al te willem, niet “ik ken die experimenten nu zo langzamerhand wel vertel me eerst maar eens een mooi verhaal” nee dat niet, dat nooit.

Maar de inhoud.

En dan nog.

Want de schrijver die zijn huis uit ging en nog geen meter verder bleef staan en om zich heen keek en een steentje opraapte, en daarover schreef: over dat huis, die stoep, die omgeving, dat steentje, het kleine, het al-te-makkelijk-over-het-hoofd-geziene – die schrijver dus, en die boeken. Dergelijke schrijfkunst, en verder niet.  Want het drama wantrouwde ik. Het ding met het drama was dit: het leek me zo gemakzuchtig. Het drama spreekt voor zichzelf. De grote pijn, het diepe leed, het enorme onheil. Oorlog en ziekte en dood hebben geen grote schrijvers nodig om indruk te maken op lezers; dat doen ze uit zichzelf wel. Verre zij het van mij om te beweren dat kunst iets moet zijn dat Heel Erg Moeilijk is maar dit soort vormen van goedkoop effektbejag bezorgden me toch jaren lang de rillingen. Op een verkeerde manier.

Maar wat zit er in het water zeg. Wat een drama kwam er de jongste tijd niet op mijn besprekerstafel terecht. Oorlog, marteling, uithuiszettingen, een jonge jongen die in korte tijd zijn moeder kwijt raakte en zijn vader dood bij de wasmachine aantrof, zelfmoord, een vrouw die verminkt werd door een  berenaanval, de wereld in diepe ellende door een wetenschappelijke theorie… – en ik vond alles mooi of redelijk of goed of zeer goed. Wat zit er in het water dat ik drink, wat zat er in het water dat deze schrijvers dronken.

Of dit Gelukkige dagen hier. Renée van Marissing. Nog een schrijver die ik alleen van naam kende. Nog zo’n schrijver waarvan ik besloten had dat het wel niks voor mij zou zijn. Vooroordelen jaja ik weet het wel. Ik hou van mijn vooroordelen. Ze stellen mij in staat ergens iets van te vinden zonder dat ik moeite hoef te doen er kennis van te nemen (ja enige luiheid is ook mij niet vreemd). Maar alles dat op mijn besprekerstafel terecht komt, neem ik serieus. Dat krijgt minstens 1/3 boek lang de kans om me te overtuigen (maar in een hoogst enkel geval is zelfs dát ondoenlijk). Dus ik zit in mijn leesstoel met Renée van Marissing op mijn schoot en dat ging wel niks zijn; een boek waarvan ik op grond van het achterplat aannam dat het vooral ziekte en dood en ellende had te bieden en dat zou dus wel niks zijn. Allemaal. Dacht ik.

Maar god wat een mooi en bloedwarm en levend en sprekend boek is dit zeg.

Wat heeft het veel te bieden. Wat geeft het genereus veel.

Het geeft Sil. Natuurlijk geeft het Sil, ze is de hoofdpersoon van dit boek. Ze is zesenveertig en ze heeft de ziekte van Alzheimer. Op het moment van de diagnose was ze bioloog en dacht ze overwerkt te zijn. Ze deed moje projekten als bioloog, herbewilderingsprojekten, een manier om als mens de mens uit de natuur terug te dringen; hoewel dat natuurlijk een kontradiksie is, en over zulke dingen dacht ze na: over de menselijke arrogantie, zelfs wanneer die arrogantie goed bedoeld is. Deze kaders bevroeg ze en onderzocht ze, liefst met haar gewaardeerde collega Chris. De lezer gaat met zijn hele hart houden van Sil – zo’n beetje het innemendste boekpersonage allertijden – en ik vind het altijd weer fantasties als een schrijver je dat flikt.

Met Sil is ook de vriendengroep gegeven. De vrienden van vroeger, uit haar studententijd, de meisten bunt theatervolk. Vele ervan ziet ze niet meer, minstens één is al overleden, maar ze heeft er in ieder geval twee trouwe, goede, lieve vrienden aan over gehouden en die spelen in dit boek ook een grote rol. Barbara, is regisseuse en een mens kan zeggen dat het theater ook een personage is in Gelukkige dagen; hee, de titel is zelfs aan een theaterstuk ontleend, een theaterstuk van Beckett. Ik ken het niet, ik, als Beckettliefhebber. Het lijkt me een geweldig stuk, zeer beckettiaans. Ik kreeg zin het te zien. Nee. Te lezen. Goed theater moet je lezen, dan hou je in ieder geval die vervelende en tot overakteren geneigde akteurs erbuiten. Gelukkige dagen gaf me zin theater te lezen.

En er is Lina. Liefdevolle Lina. Sils vrouw. Een heel erg moje manier om de ziekte niet alleen via Sil van binnenuit te beschrijven, maar ook de frustratie, wanhoop en -soms- woede van de naasten. Ik dacht aan mijn moeder, en herkende het bellen van Sil en dan vergeten wie er wie gebeld heeft, of waarom. Ik herkende ook de boosheid van Sil. De boosheid die zo vaak bezit nam van mijn moeder, en die ik niet altijd begreep of liever gezegd niet wilde begrijpen. De boosheid toen ik met haar liep, door de gangen van het tehuis, toen ze al zo ziek was dat ze niet meer thuis kon wonen, ze had zoveel onrust in haar lijf, ze moest altijd maar lopen en als ik op bezoek kwam liep ik met haar mee. Ik wist nooit goed wat te zeggen tijden die dwaaltochten door de gangen van het tehuis, ik meende dat lange verhalen haar verwarden; vragen evenzo. Ik vertelde iets mafs misschien dat me op mijn werk overkomen was, of ik zong zacht wat liedjes, één keer liet ik me er toch toe verleiden haar iets te vragen, omdat ik wilde weten, omdat ik echt wilde weten: “Hoe is het hier nou, mamma?” En ze zei: “O best leuk hoor maar nu wil ik weer naar huis.” En ik wist dat het een vergissing was maar het was eruit voor ik er erg in had: “Maar mamma, dit is nou je huis.” en boos rukte ze zich los, beende ervandoor, in haar eentje nu op de dool door de gangen. En ik snapte die boosheid wel, ik snapte hoe deze boosheid en alle andere boosheden steeds weer voortkwamen uit frustrasie. Maar die boosheid begrijpen was haar ziekte aksepteren. Liever dacht ik dat ze onredelijk was, zoals ze voordat ze ziek werd ook zo vaak onredelijk kon zijn. Liever een onredelijke moeder dan een zieke moeder.

In Lina herkende ik de problemen van mijn vader. Die steeds minder en minder werd, steeds minder van zichzelf overhield omdat de ziekte van mijn moeder steeds meer plaats opeiste. Ik herinner me een keer hem aantreffen, in de laatste maanden dat mijn moeder nog thuis woonde, in een schaars verlicht huis, mijn moeder was al naar bed al was het nog vroeg in de avond (“Ze gaat met de kippen op stok tegenwoordig, jongen”  zei hij altijd), en mijn vader zat op een heel klein kinderstoeltje dat nog van mijn nichtje was geweest en bij mijn ouders in huis was blijven staan van toen mijn zus daar met haar dochter inwonend was, vlakbij de televisie zat hij op dat kinderstoeltje, zodat het geluid op het miniemste volume kon staan en hij toch, zonder de kans mijn moeder te storen, iets van ontspanning bekomen kon.

De Lina. De Sil. De ziekte. De idiotie, ergens, van artsen, om bezig te blijven om de progressie van deze progressieve ziekte een weinig te vertragen. Vertraging waarvoor? Het maximale halen uit wat nog rest. Hoe? “What can you do that’s not wasting it”, als ooit gevraagd in een sitcom – moet je doen wat je het liefste doet of moet je juist dingen gaan doen die je nooit eerder deed?

De Lina de Sil de vrienden het decor. Ja, ook het decor. Voor één keer maakt het niet uit dat het speelde in dat obligate vermaledijde uitgekauwde Amsterdam. Wat me vooral trof was hoe goed ik me de woning van Lina en Sil kon inbeelden. Ik zie de plekken waar boeken spelen altijd maar ruwweg voor me en vaak zonder enige samenhang of logica zodat ik me een bovenverdiep bijvoorbeeld als veel groter voorstel dan een benedenverdiep, maar van het huis van Sil en Lina meende ik op het eind toch wel elke sentimeter te kennen. Zonder dat Van Marissing het nou heel gedetailleerd beschrijft.

Alles zo levend, alles zo echt, alles zo ademend.

En ik vraag me af hoe dat komt. Mooi vinden, waarom je iets mooi vind, waarom ik dit zo mooi vind.

Is het de taal? Hum. Nee. Ja. Ik weet het niet. Van Marissing schrijft mooi en beeldend en soms poëties al vind ik het jammer van dat “cash” want dat kon net zo goed kontant zijn toch (of neemt ze een poster van Johnny Cash mee?) of baar geld, int Duuts één woord (is het niet, Blixa?); al is het jammer van dat “hard to get”; al is het jammer van dat “patat” (dat vind ik toch wel zo godsgruwelijk lomp en lelijk en insufficiënt woord) (als het verwijst naar “friet” in ieder geval) (een patat is een aardappel, zeg ik altijd tegen mijn kinderen) maar de badzeescene (?) (ja ga zelf dat boek lezen man) is van ongeëvenaarde pracht – als zovele andere scenes uit dit boek.

Is het omdat de muziek zich erin mengde? De muziek die door en tussen de woorden kroop, was het Chileense krautrock of was het baskiese postrock, het was Lisabö evenzeer als het Föllakzoid was ja als je dat soms bedoelt.

Is het omdat mijn dochter, mijn moje lieve wijze grappige prachtige achtjarige dochter op een zondagochtend toen ik net begonnen was in Gelukkige dagen op mijn schoot kroop, het boek uit mijn handen trok en drie vier vijf bladzijden achter elkaar aan me ging voorlezen, ik stond versteld van hoe goed ze het lezen kon, alleen uit het woord alzheimer kwam ze niet (ze las de passage voor van net na de diagnose geloof ik) (Alzheimer zei ik) (hee wat raar je schrijft alzheimer maar je zegt altshajmer) (dat komt omdat de dokter die die ziekte voor het eerst beschreef een duitser was en die man heette Alzheimer en in het duits spreek je dingen anders uit dan in het nederlands) (wat is alzheimer?) (dat is zeg maar dat je hersens krimpen en dat je steeds minder weet of kan) (is dat erg?) (ja want daar ga je aan dood, mijn moeder is daar dood aan gegeaan)

Is het omdat mijn moeder Alzheimer had dat Van Marissing haar woorden direkt op mijn ziel etst?

Ik weet het niet. Ik weet alleen dat ik steeds weer opnieuw naar dit boek getrokken werd, dat alles leefde, dat de woorden rechtstreeks mijn lijf instroomden, dat ik las, altijd maar las, steeds wilde blijven lezen. De laatste vijftig pagina’s las ik in bad, ik lag veel langer in bad dan ik eigenlijk wilde, toen was het boek uit en ik kwam overeind, de tranen stonden in mijn ogen. Dat overkomt me niet heel vaak met boeken, hoewel het me sinds, zeg, mijn vijfenveertigste vaker voorkomt dan daarvoor. Ik zat, met natte ogen, gooide het boek in het badmeubel, dacht Wat zit er in dat water?

Recensie van Tim Donker

Renée van Marissing Gelukkige dagen recensie

Gelukkige dagen

  • Auteur: Renée van Marissing (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 7 november 2023
  • Omvang: 356 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Renée van Marissing

Sil is zesenveertig en heeft de ziekte van Alzheimer. Met haar werk als bioloog heeft ze recent moeten stoppen. Ze slijt uren in herinneringen aan de groep vrienden met wie ze in haar jeugd toneelvoorstellingen maakte; dag en nacht brachten ze samen door en de toekomst leek onbegrensd. Tot hun vriend Ruben plotseling overleed. En nu moet Sil zich tot haar eigen kleine, eindige leven verhouden.

Haar geliefde Lina probeert met de hulp van Barbara en Pier, die ook tot de vroegere vriendengroep behoorden, zo goed als ze kan voor haar te zorgen, maar Sil glijdt steeds verder weg in verwarring en eenzaamheid.

Gelukkige dagen geeft een schrijnend en ontroerend beeld van de binnenwereld van een vrouw die al jong lijdt aan dementie, maar is ook een bijzondere roman over de betekenis van vriendschap. Over afbraak, van de geest, van het lichaam, maar ook van de natuur. Over wat de betekenis van taal is wanneer de geest gaat haperen. Waar vind je houvast terwijl je langzaam onomkeerbaar verdwijnt?

Renée van Marissing (1979) studeerde af als dramaschrijver aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Ze schreef muziektheatervoorstellingen en hoorspelen, en voor verschillende literaire tijdschriften korte verhalen en essays. Haar roman Onze kinderen werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs 2022. Gelukkige dagen is haar vijfde roman.

Bijpassende boeken en informatie