Tag archieven: Nederlandse roman

Cobi van Baars – De onbedoelden

Cobi van Baars De onbedoelden recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 11 mei 2023 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster en schilder Cobi van Baars. De roman is opgenomen op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2024.

Cobi van Baars De onbedoelden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De onbedoelden. Het boek is geschreven door Cobi van Baars. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Cobi van Baars.

Cobi van Baars De onbedoelden recensie

De onbedoelden

Recensie en waardering van de roman

  • “Dit boek heeft me compleet overrompeld. Wat een verhaal! Wat een vertelkracht! Laat De onbedoelden niet ongelezen.” (Stefan Brijs)

Flaptekst van de nieuwe roman van Cobi van Baars

Aangrijpende roman over een tweeling die bij de geboorte is gescheiden.

Het katholieke Limburg, de jaren zestig. Een tijd waarin adoptie nog in de kinderschoenen staat en de moederkerk de lakens uitdeelt. De tweeling Aaf en Annemarieke wordt onbedoeld geboren en tegen de zin van hun moeder ter adoptie afgestaan. De meisjes groeien op in twee verschillende gezinnen, onwetend van elkaar. Pas op de drempel naar volwassenheid wordt dit geheim ontmanteld en begint hun zoektocht. Eerst naar elkaar, dan naar het gemiste verleden. De onbedoelden is een indringend verhaal over beloftes, missers en hiaten, over de weerbarstigheid van de waarheid en haar eigen instrument: het toeval.

Bijpassende boeken en informatie

Susannah Stracer – Minerva’s oorsprong recensie

Susannah Stracer Minerva’s oorsprong recensie van Tim Donker  en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman.

Susannah Stracer Minerva’s oorsprong recensie van Tim Donker

En dan, op een dag, jij.

De jij, de ware jij, de echte jij, de allerliefste jij bestaat bij voorkeur in een vacuüm. Of, liever misschien, in een wolk. In een geheel eigen universum. Of een dorp genaamd Llanera. Waar alleen u en de enige echte jij kunnen bestaan, zoals zij daar was, die jij: gewoon, op een dag. In Llanera, in het vacuüm, in de wolk zijn voorgeschiedenissen niet van tel. Dat is te zeggen, uw eigen voorgeschiedenis is onuitwisbaar. In al uw zijn wordt alles wat u was steeds meegedragen. Al uw kijken, denken, voelen is opgebouwd uit al uw voorgaande kijken, denken, voelen. Waar u vandaan komt kan u niet ongeweten laten; waar de liefste jij vandaan komt wel.

Het is niet direct jaloezie waarom de voorgeschiedenis van uw lief eerder een ballast dan een verrijking zou kunnen zijn (al is er geen reden waarom u niet jaloers zou zijn op al die jaren dat de liefste jij er al was zonder dat gij daarbij waart maar zovele anderen wel); het is misschien veeleer zo dat “aardse” verhalen uw toch haast “goddelijke” lief alleen maar kunnen banaliseren. Want ja, ook zij werd geboren. In ergens een plaats, ergens in Nederland ofzo, een lullige, grauwe, nietszeggende plaats misschien wel: daar werd zij aardgebonden. Daar ging zij naar een lagere school die mogelijkerwijs als twee druppels jenever leek op uw lagere school. Daar had zij een problematiese puberteit, en iedereen heeft een problematiese puberteit, met gedoe op school, experimenteren met drank en roken, en met -gruwel-  vriendjes. Daar had ze suffe bijbaantjes, daar deed ze een saje studie, daar besloot ze een paar maanden te gaan werken en leven in Mallorca. Daar ontvouwde zich het verhaal dat er één is van dertien in een dozijn. Uw moje, uw volstrekt unieke, uw allerenige jij kan niet aardgebonden zijn en zeker niet met een verhaal dat het verhaal van velen is. Dat is waarom u uw lief het liefst verhaalloos wenst. Alleen het verhaal dat u samen maakt, in de wolk, in Llanera, in het vacuüm, alleen dat verhaal doet ertoe. Het is zelfs het enige verhaal, er zijn geen andere verhalen meer.

Zou het een gedacht zijn langs lijnen als deze dat Susannah Stracer de inspirasie gaf voor Minerva’s oorsprong? Is het daarom dat het meisje dat dominee Starhem zijn leven teruggaf stem-, naam- en leeftijdsloos blijft? Een meisje zonder achtergrond, zonder familie, zonder vrienden, een meisje dat alleen maar haarzelf is, haar eigenste meisjeszelf alleen voor dominee Starhem en voor verder niemand anders?

Wacht? Dominee? Meisje? Ja, p’sies, daar had ik in het begin ook moeite mee. Meisje klinkt wel erg minderjarig, en dominees en minderjarigen dat is voorwaar geen fijne kombinasie. Maar het zit een beetje anders. Luister.

Ooit was dominee Starhem geen dominee maar gewoon Richard Starhem, een androgyne jonge man die een beetje onbeschaamd de tijd van zijn leven liep te hebben in Rome. Een jobstijding bracht daar verandering in. “Vader is verdwenen, met het geld”, meldde Starhems moeder vanuit Nederland. Daarmee verdwenen ook Starhems middelen van bestaan daar in Rome. Een tante wilde hem wel ondersteunen, maar wel onder een aantal voorwaarden. Starhem moest zijn  bandeloze bestaan in Rome opgeven, terugkomen naar Nederland en theologie gaan studeren. En Starhem, hij kapituleerde. Hij kwam. Hij ging. Naar Nederland, naar Utrecht. Theologie studeren. Hij was, hij deed. Studeerde af. Hij dreef, hij werd. Dreef af en werd dominee te Stronkerheem. Een dorpje nabij Zwolle (verzonnen, in een eerder boek al geloof ik, door Stracer) (Stronkerheem dan he, Zwolle dat bestaat) (Zwolle bestaat, Utrecht bestaat, Nederland bestaat, dominee zijn bestaat).

Daar leeft loopt en ademt Stracer zijn sleurgeheten routinebestaan. Voor de zondagse preek recycleert hij zonder al teveel enthousiasme teksten van Nicolaas Beets; hij eet, kijkt tv en slaapt aan de zijde van zijn vrouw voor wie hij niet meteen overloopt van liefde; een vrouw die luistert naar de onmogelijke naam Magda (nee, daar stel je je niet direkt een wereldvrouw bij voor nee) (vroeger, toen ik nog een heel klein kinderken waart, kwam er in Sesamstraat een Magda voor. Piet was verliefd op haar, geloof ik. In mijn hoofd zit nog een bijna tot doorzichtigheid vervaagd beeld van Magda en Piet die samen taartjes eten. Allicht waren Tommie en Pino ook daarbij. Ieniemienie niet, die is van later, dan vond ik maar een vervelende, aandachtsverslaafde, egocentriese gilmuis, die heb ik nooit helemaal vertrouwd).

En dan, op een dag, zij.

Want Starhems moeder, die van die jobstijding, is levend en wel. In Amersfoort; er zijn mindere steden om te vegeteren. Wanneer Starhem op een keer zijn moeder bezoekt, en zij hem uit wandelen stuurt om een boodschap, ziet hij, daar, in een Amersfoortse supermarkt, in het pad van de koekjes, een meisje staan.

Een meisje?

Nee. “Het meisje”. Ze kijken elkaar aan, er is liefde, duizend violijnen beginnen te spelen. Hoe lang kan zo een liefde duren, hoe lang kan een mens in het koekjespad in een supermarkt blijven? Starhem loopt door, gaat terug naar zijn moeder, die ineens besloten heeft niet langer in het Amersfoortse verzorgingstehuis te willen blijven, want de moeder is op het krankzinnige af onredelijk, wat Stracer de vrijheid biedt alle kanten met haar op te gaan, en dus gaan ze, Richard Starhem en zijn moeder, die laatste in het bezit van een biezonder dildoëske massagestaaf, naar het station, station Amersfoort, ook ik heb daar wel gestaan totdat ik Schothorst ontdekte, kaartje kopen want moeder gaat ineens mee terug naar Stronkerheem, vermoedelijk voorgoed, waarom niet, en dan, watdoejijweten, wie zien ze daar?, op een perron nee het perron van station Amersfoort?, ja toch wel het koekpadmeisje zeker!

Dan kunnen dingen.

Dan kunnen ineens allemaal dingen.

Welja: het koekpadmeisje heeft klaarblijkelijk geen woonst geen mens geen kraai geen verplichtingen of niets nee zoon meisje kan van het ene op het andere moment gebombardeerd worden tot de persoonlijke verzorgster van Richard Starhems moeder en in die hoedanigheid meereizen naar Stronkerheem (nog een kaartje kopen). Oja. Het koekpadmeisje is stom. Zij spreekt niet. Niemand weet haar naam, haar afkomst, haar achtergrond. Heel het boek lang zal zij “het meisje” heten.

Even dacht ik: Minerva’s oorsprong is een absurdistiese roman. Een moeder met een pseudo-dildo in de trein, en dominee Starhem met zijn stemloze meisje. Een satire; een felle aanval op het christendom; hoe het allemaal samenkomt: het fallussymbool, de dominee, de stemloos gemaakte jeugd. Totdat het meisje ergens in het boek tussen de 28 en 33 wordt geschat door Starhem. Tsja. Hoe lang kun je een vrouw een meisje blijven noemen? Als koosnaampje kan het altijd; ik heb mijn moeder op haar sterfbed nog aangesproken met “meisje”. Maar in een meer algemeen spraakgebruik zullen vrouwen zo rond de twintig wel ophouden een meisje te zijn. Of ze ook ophouden een meisje te zijn als ze een pik blijken te hebben, is een vraag waarover niet alleen zangeres Anouk zich buigt: het is ook een belangrijk tema in Minerva’s oorsprong.

Met “realisme” op een twede of nog lager plan (en terecht), wekt de komst van “het meisje” in de woonst van Starhem misschien wel enige verbazing maar totaal onmogelijk blijkt het niet om er ineens twee gezinsleden bij te hebben. Aan de routine aldaar doet het voor Magda in ieder geval weinig afbreuk; Richard blijft het echter uiteraard in beroering brengen. Mocht bij mij nog even het idee postvatten dat “het meisje” symbool stond voor iets als “zuivere liefde”, misschien wel een theologiese bespiegeling, dan smijt Stracer daar al snel een baksteen in als het tussen Richard en “het meisje” tot sex komt. Dan blijkt ze dus een pik in haar onderbroek te hebben wat Richard niet in het minst verbaast; haar geslachtelijke onbepaaldheid maakt haar alleen maar nog goddelijker in zijn ogen. Dat Starhem haar ook hierna steeds “het meisje” blijft noemen, wijst op een uitgesproken idee over genderfluïditeit. Menig een peins wijt Starhem daar dan ook aan.

 

De tot “verhouding” geworden “zuivere liefde” komt aan het licht als Starhems moeder alsmede twee van zijn kerkelijke kollega’s de schrijfkamer van de dominee komen binnengelopen op het moment dat Starhem daar op zijn knieën zit met de pik van “het meisje” in zijn mond. Van de konsternasie die daarop volgt maken de twee gebruik om het huis te ontvluchten; Stronkerheem te ontvluchten; Nederland te ontvluchten. Naar Italië gaat het, naar het Rome waar Richard zijn gelukkigste jaren heeft gekend.

Ook daar is “praktiese haalbaarheid”, wat dat dan ook moge zijn, niet Stracers voornaamste zorg (het woord “praktijk” schrijft zij overigens ergens in het boek als “praktijd” – is dat een verschrijving of een zeer slechte woordgrap?) (mijn zoon had zijn kamer opgeruimd en al zijn hoeden op zijn tiepmasjiene die mijn ouwe tiepmasjiene is gelegd, ik zei: “Dan ben je in ieder geval altijd op je hoede als je gaat tiepen”, mijn zoon zei: “Slechte woordgrap!”, ik zei: “Alle woordgrappen zijn slecht.”) want binnen de kortste keren beschikken de twee daar over een appartementje waar zij hun idyllische leven leiden onder bezielende leiding van Richard Starhem die heel het boek doorheen maar vooral in Rome monoloog na monoloog houdt, tegen het meisje of in zichzelf, over van alles en nog wat, van letterkundige, theologiese of filosofiese oorsprong (niet alles is even interessant maar het siert Stracer wel dat zij het lef heeft bladzijden lang door te gaan met dit soort betogen), door “het meisje” natuurlijk nooit onderbroken met tegenwerpingen; een verdere “eenwording”, een verder “samenvallen” daar in Rome (het “arcadië” waar in het boek al menigmaal op gezinspeeld werd) totdat Magda hen daar weet te vinden. Wederom komt slecht nieuws naar Rome, en wederom heeft het met de ouders van Richard te maken: onder de voormalige woning van de moeder zou het lijk van zijn vader gevonden zijn. Moeder heeft alle schuld op de naar Rome gevluchte Richard gestoken, en er zou in Nederland nu een hetze gaande zijn tegen “gruweldominee” Starhem. “Het meisje” (over wie Magda overigens ook nog wat weet te vertellen, ineens krijgt “het meisje” een identiteit en een reden om te zwijgen, maar later twijfelt Richard weer aan de juistheid van Magda’s verhalen over haar) lacht alle aantijgingen weg, maar Richard is er niet gerust op en neemt de trein terug in Nederland waar het verhaal eindigt, bij het zien van een Magda-achtige vrouw in nota bene diezelfde Amersfoortse supermarkt waar alles begon, ja je mag best over de top zijn in verhalen zoals een docent mij ooit zei & als het Stracer ook gezegd is, ooit, heeft ze dat ter harte genomen.

en toen was het uit en toen had ik een boek gelezen van een onbekende schrijfster een boek van bijna driehonderd bladzijden dat nu uit was en waar ik nu iets van moest vinden

en het is uit en het is geen boek dat ik zelf gevonden heb of ooit zou vinden het is een boek geweest dat de stapels me brachten

de stapels de stapels & sorry

en het is nacht, en ik zit, en de kompjoetur zoemt, en het scherm, en mijn gezicht, en ergens voorbij de glazen binnendeuren speelt zachtekens Górecki’s Lerchenmusik, en het kon Sofia Gubaidulina ween waarom niet, punten lijnen en zigzag waarom niet, en het kon Širom ween waarom niet, Svet, ki speče konju svet waarom niet, ergens zachtekens, ergens voorbij, en ik zit en drink en zoek, ik struin, zogezegd, de innernet af, ik zit en drink en zoek, ik zoek t werk van nachtschrijvende debutanten door obscure noodlijdende Amerikaanse pressers onder een peertje licht gezet, ik zoek en ik zoek want ik wil geen teleurstelling zijn (omdat het groot) (omdat het buigt maar nooit barst), ik zoek maar vind niet, ergens een verfomfaaid papiertje met “Lucille Clifton – Blessing the boats” erop wat wil dat zeggen?, het blaadje is al oud zo te zien vast al geen debutant meer dus ik zoek verder, ik zoek, ik vind niks, ik wil geen teleurstelling zijn (omdat het buigt), Blake Butler deed ieverans in 2022 nog iets redelijk interessants, iets dat de getoonzette noise zou zijn, iets dat uit zijn voegen zou barsten, iets dat de meeste besprekers niet goed begrepen indertijd, maar Blake Butler is ook al geen debutant en Apocalypse Party kan best noodlijdend zijn, ik weet het niet, wat ken ik van hun inkomsten, ze menen dat literatuur een hallucinogeen kan zijn en dat deugt dan weer wel maar ze geven mij veel te veel van die horror-achtige rotzooi uit, en Butler en Butler en Butler, ik vond die There is no year best heel erg mooi eigenlijk al kan ik me er nu zo’n twaalf jaar later niet veel meer van herinneren dan iets met een huis iets met een etenslift iets met een televisie en van kanaal naar kanaal gaan, ik vond dat wel goed toen, ik las het zoon twaalf jaar geleden, ach die Blake ach die Butler zijn vrouw is dood zijn vrouw pleegde zelfmoord, Molly Brodak, zelf ook een dichter, over haar en over haar zelfmoord schreef hij ook een boek, van later datum nog, maar ik weet niet of ik wil lezen over iemand die meedeed aan the great american baking show en ik weet niet of mijn hart kan bloeden over de zelfmoord van iemand die meedeed aan the great american baking show of zeg ik nu iets heel ergs, en het is laat, het is nacht, ik zoek, ik wil geen teleurstelling zijn (omdat het groot), ik ga nog niet naar bed, ik vind niks, ten slotte keer ik toch maar weer terug naar de stapels, de stapels de stapels & sorry echtwaar, naar Minverva’s oorsprong, het is al er is en in deze nacht volstaat het.

Ik verbaas me over dit boek. Het is zo krankjorum veelgelaagd. Het werpt een ander licht op genderfluïditeit, en op gender als geheel, dat blijkens dit geen kwestie van geslacht zou zijn (en een mens moet oppassen in deze tijden, in deze tijden staat vragen of een geslachtsdeel je geslacht uitmaakt gelijk aan zeggen dat Hitler toch wel een toffe gast was, althans dat menen al die rottige bekende Nederlanders die saavonts samendrommen op de buis om andere bekende Nederlanders af te slachten, want de slachters zijn woke, de slachters zijn heel woke, en als je woke bent moet iedereen die niet woke is de gaskamer in, want de woken zijn de nazi’s van deze tijd aangezien het de vrijheid van ideeën is wat de mens beschaafd maakt)(& het is ook daarom dat ik meestal de kamer uitga als de televisie aangaat, wat dat aangaat snap ik Richard Starhem heel goed, maar ik was aan het dollen met mijn zoon en mijn dochter en het was geheel momenteelderlijk te gezellig om al weg te gaan). Minerva’s oorsprong stelt verdermeer de benepenheid en bekrompenheid van de kerk aan de kaak, de katjes-in-het-donker knijperij, de hipocrisie, de hele vuilheid van dat christendom. Het zegt dingen over sleur, en vastzitten daarin. Mensen lopen en mensen leven, en ineens zijn de mensen vastgelopen in hun baan in hun status in hun huis in hun huwelijk, ineens is daar het leven zoals het is maar zoals je het nooit had voorgesteld toen je nog jonger was en het nog alle kanten op leek te kunnen gaan; dat “is-dit-het-nu?”-gevoel dat iedereen vroeger of later doormaakt (ja dit is het nu). En denk je zoon leven en denk je hoe het is, en hoe het altijd zal zijn, en stel je de flits voor, de flits van iets anders, misschien een “liefde van je leven”, misschien de enige echte ware jij, het zou daar kunnen zijn, op een heuvel, in Llanera of misschien gewoon maar in een supermarkt in Amersfoort, al een heel leven heeft je ingekapseld, kun je, mag je die flits grijpen? Goed, deze laatste vraag stelt Stracer niet expliciet maar op het einde staat Starhem toch maar mooi in die allesveranderende supermarkt in Amersfoort en denkt hij aan Magda en is er de als wanhoop vormgegeven twijfel; de lezer kan dit uitleggen als een vraag naar wat het zwaarste weegt: zijn Magda, het domineeschap, Stronkerheem, het leven dat hij niet gewild maar wel gekregen en zelfs mede gebouwd heeft – is dat alles niet dwingender dan “het meisje”, Rome, de droom? Het lijkt erop dat Minerva’s oorsprong ook over dit soort levensvragen gaat. Het is een reisboek, het is een filosofische roman, en helemaal op het eind wordt het nog eventjes een -weliswaar enigszins gemankeerde- misdaadroman. Dit zou het boeiendste boek allertijden moeten zijn. Maar dat is het niet. Dat is het bijlange niet. Hoe dat komt, is wat ik vraag, waarover ik nadenk, in een nacht, vlak voor het ter bedde neigen, in een nacht dat ik zocht maar niet vond.

Vooreerst heeft Stracer de “goddelijkheid” van “het meisje” te absoluut gemaakt: ze is te hemels. De schrijfster heeft verzuimd wat vlees te sprankelen omheen de botten van “het meisje”. Ze heeft geen stem, geen verleden, geen naam, en voor zover het dit besprekerken aanging ook geen gezicht. Dat ik haar nergens voor me zie, nog geen haartje van haar (terwijl haar haarkleur nog geregeld benoemd wordt!) is veelzeggend; doorgaans heb je toch wel enig beeld bij de verhaalfiguren waarover je leest, hoe weinig konkreet ook (meestal zijn het trouwens gewoon versies van mensen die je in je leven gekend hebt). Doordat ze niks zegt, alleen maar -niet zelden lachend!- knikkend bevestigd wat Richard Starhem zoal vindt en meent en zegt, blijft ze toch, helaas, een beetje zijn buikspreekpop, die alleen bij gratie van de meester tot leven komt. Het is ook steeds haar pik die in de mond genomen wordt; te vaak is ze de lijdende partij, degene die het ondergaat. Er zijn wel momenten waarop haar passiviteit doorbroken wordt maar dan gedraagt ze zich wel helemaal des Starhems. Als “twee zielen één gedachte” of “één ziel in twee lichamen” overtuigen deze passages nauwelijks. Wanneer Richard en ”het meisje” in een Zwolse platenzaak een seedee aanschaffen die “het meisje” mag uitkiezen komt ze aanzetten met de liederen Richard Strauss, een seedee die Starhem ook zonder “het meisje” wel had kunnen uitkiezen. Ze komt minder over als zijn gelijke dan als zijn gedachtenlezende dienares. Ware muziekliefde -muziek voelen tot in de toppen van je tenen- is ook heel goed mogelijk zonder uit te komen bij klassieke muziek. Stracer zou moeten weten dat toch, Stracer speelt een gemene guitaar (ze altijd at in de biefstukbar), als heks in de spiegel (spiegel in spiegel). Ware het niet veel mojer, Stracer, ware het niet veel “vleselijker” (als gebonden aan en voortkomend uit het vlees, de botten, het menszijn) (dat het karakter heeft van het erzijn) als “het meisje” daar in die Zwolse platenzaak was afgekomen met Horses in the sky van Thee Silver Mount Zion Memorial Orchestra & Tra-la-la Band, of Vivadixiesubmarinetransmissionplot van Sparklehorse of Ptah, the el daoud van Alice Coltrane of The shape of jazz to come van Ornette Coleman of Voices from the distant steppe van Shu-De of Sunspotted van Heavy Winged of Madvillainy van Madvillain of Body music van Ellen Fullman of The expanding universe van Laurie Spiegel of Come out of your mine van Mia Doi Todd of The collected short stories of Anne Crowe van The Sad Bastard Book Club of The welcome table van Super Numerii of Tellurium van String Theory of Solve et coagula van The Secret of Visual van Carmine of la procesión de la sangre van Ah Cama-Sotz of The versaille sessions van Murcof of Lahbryce van Sum of R of Murheenkapselista galleriaan ja asemalle van Teatteri Moderni Kanuuna of Vulture prince van Arooi Aftad of Hold onto ld van The Shadow Ring of It was hot, we stayed in the water van The Microphones of Forgotten foundation van Smog of Wat als van Hannelore Bedert of Interiors van Ativin of Sjunga slutet nu van Hans Appelqvist of How I loved you van The Angels of Light of Know by heart van The American Analog Set of Soundtracks for the blind van Swans of Mass III van Amenra of Tabula rasa van Arvo Pärt of Los pájaros no pueden vivir en el agua porque no son peces van Frank T of deathconsiousness van Have A Nice Life of Sample and hold van Sharon Stoned of Bes van The Dwarfs of East Agouza of Stuporstar van Steve Westfield of Trilogie de la mort van Eliane Radigue of Schindler house van Steve Roden of Aurora van Alchimia of Käärmelautakunta van Alamaailman Vasarat of Answering machine music van Casiotone for the Painfully Alone of The new world van A Death Cinematic of Ghettoville van Actress of The shape volumes, repeat van Esther Venrooy of Musique de France van Acid Arab of Blue camel van Rabih Abou-Khalil of the voice of the taniwha van Seht of Hiddensee van Ceeys (ik denk dat Dregke en t schrijverken graag op bed zouden liggen, luisterend naar Hiddensee van Ceeys), of alles alles alles behalve Richard Strauss; zielsverwantschap is niet hetzelfde als een kloon van de ander zijn en hem alleen maar laten zien wat hij zelf ook al zag – nee, zielsverwantschap is iemands universum van binnenuit uitbouwen en de ander dingen laten zien en dingen laten denken die hij zelf had kunnen zien en kunnen denken maar niet zag of dacht zodat hij zoekt, in de avond, naar het werk nacht- of dagschrijvende debutanten en Amerikaanse pressers onder kale peertjes (wat weet gij eigenlijk van dat kale peertje op die ene tekening van mij, mijn befaamde tekening, bekend bij enkelingen en bij eigenlijk niemand, van de bijna lege kamer met alleen een tafel en een stoel in, en een whiskeyfles op die tafel, en een glas daarnaast, en dat alles beschenen door, ja, een kaal peertje; in diverse varianten verschenen in diverse nummers van Kraakpen en Leve Kraakpen!). “Het meisje” lijkt weinig nieuws toe te voegen aan de wereld van Richard Starhem; hooguit brengt ze hem in kontakt met vergeten gevoelens die hij in de loop der jaren had  bedolven onder televisieavonden en zondagochtendpreken. Ze klatst hem breed lachend bijval en ze hoort aan zijn ellenlange monologen. Een zeker gebrek aan eigenheid dat haar iets vluchtigs geeft; ze is geen mens ze is een entiteit. De Onbewogen Beweger, de Onveroorzaakte Oorzaak, de Niet In Gang Gezette Ingangzetter. Of nog: de godheid die uw gebeden aanhoort maar nimmer antwoordt. Pas helemaal op het eind toont “het meisje” zich onverzettelijk; blijkt haar wil onafhankelijk van die van Richard – als hij de reis terug naar Nederland wil maken geeft ze hem te verstaan dat ze nooit nog een voet “ten noorden van Antwerpen” zal zetten (best knap om iemand zonder woorden zoiets gedetailleerds mede te delen), maar dan heeft de lezer al bijna een ganzelijk boek geen grip kunnen krijgen op “het meisje” en dierhalve ook niet op de liefde tussen haar en Starhem.

Want waar “het meisje” te ijl is, is dominee Starhem weer te massief. Ik noem hem niet voor niets met nadruk dominee nu, want hij is lang niet zo ver van zijn gristendom en zijn domineeschap gedwindeld als hij zelf wenst te denken. Nee hoor, vanaf zijn kansel staat hij keer na keer te spuwen op het gepeupel. Zalig zijn alleen hij, en “het meisje” en alles wat klassiek is (klassiek is wat levenskrachtig is). Rome, natuurlijk (waarom gingen ze niet naar Llanera?). En die eeuwige Goethe, natuurlijk. En over zijn muziekkeuze heb ik het al gehad. En dan Shelley; de noodzaak van atheïsme; de vrije liefde; androgyn (en gesproken hierover: de interesse voor Heliogobalus vergeef ik hem dan maar gezien het gendertema); aan omnipotente macht denkt Starhem, en aan Robert Falcon Scott en Roald Amundsen (en dan gaat “het meisje” maar weer eens “zomaar ineens” de antarctische symfonie van Ralph Williams neuriën?) (overigens niet perse een slecht werk, die zevende van Vaughan (niet Steve Ray)), want ook toen koos het gepeupel verkeerde helden. Het gepeupel: de “harige apen”, de “hoeren” – zij zijn in alles laag, dom, verloederd, bespottelijk. Starhems gal treft hen allemaal en van alles wat zij doen, die Gewone Mensen, of van alles waarvan hij alleen maar denkt dat de Gewone Mensen het doen, wenst hij zich verre te houden. Zelfs eten. De harige apen en de hoeren eten te veel en bovendien eten zij slecht bereid voedsel en het enige antwoord daarop is zo af en toe al lopende een appel te verorberen, zoon ascetische levensstijl past die vieze calvinist wel ja. Een man uit één stuk en daarom wil ook hij maar niet tot leven komen. Slechts in een flits zag ik hem soms lopen: Kees. En dan alleen maar omdat Kees de enige dominee is die ik ooit van nabij gekend heb. Maar Kees zou nooit alles in de steek laten voor een meisje met een pik (ook niet voor een meisje zonder pik trouwens), en Kees had een vele, vele, vele betere muzieksmaak dan Richard Starhem. Dat die vullak wél dat smerige kola gedoogt in zijn bekrompen universumpje, terwijl kola zo ongeveer samenvalt met alles wat konsumentisties, plat en vuil is, is een inkonsekwensie -zijn enige!- die de zaak ook niet redt (& dat terwijl ik zo ontzettend veel van mijzelf in hem herken – tot zijn reden om niet te willen vliegen aan toe) – ook Starhem blijft van papier, blijft van woorden.

Woorden die bij Stracer feitelijk statig als zwanen schreiden; Stracer schrijft zoals de oude meesters schilderden. Het licht valt mooi op pagina’s waar een naar het archaïsche neigende taal er haar tijd voor neemt; alles ontvouwt zich slechts langzaamaan (het lelijke, modernistiese, overbodige Engels ontsieren haar “arcadië” echter lelijk; waarom dingen zeggen als “sentimental journey” en “point of no return” en “cover” voor “platenhoes”, of, het allerergste “sightseeën”? Stracers taal is trefzeker en soepel genoeg om het te kunnen stellen zonder dit hipsterjargon) en dus is het des te verbazingwekkender dat ze haar personages met zulke lompe streken neerzet. Zijn de hoofdpersonages al nauwelijks overtuigend te noemen – de bijpersonages zijn ronduit karikaturaal. De Stronkerhemers, en vooral die van verre of nabij met de kerk te maken hebben, zijn stompzinnig en bekrompen en vies en eng (in meer dan één zin); de moeder is geestesziek en Magda is op en top de betuttelende maar verder totaal ingedutte echtgenote. Starhems echtelijke ergernissen zijn helaas niet totaal onbekend te noemen (maar zo werkt dat immers met kliesjees) maar dat neemt niet weg dat Magda wat veelkantiger had gemogen. Pas op het einde, in Italië, lijkt ze iets meer mens te worden; iets minder de bemoeizuchtige helleveeg van een echtgenote en iets meer een goedbedoelende, liefhebbende, tot inkeer gekomen vriendin. Maar als dan een paar bladzijden later de mogelijkheid naar voren komt dat de hele geschiedenis met het lijk misschien wel verzonnen is en de daarop gestoelde raadgevingen waarschijnlijk louter manipulaties waren, is ze toch weer terug het achterbakse, onhebbelijke rotmens.

Er zijn wel meer momenten waarop Stracer haar fijne penseel verruilt voor een grove boerenkwast. Het is bepaaldelijk amateuristies om een personage in de eerste zin al met naam en toenaam genoemd te hebben, en hem bovendien te laten ontwaken uit een droom. Dat is het dikke hout waarvan men in dit geval geen planken maar kwasten zaagt. Ook het einde is wankelmoedig te noemen. Wordt Minerva’s oorsprong in de finale ineens een wieheefthetgedaan? Krijgen we hier een rechtbankdrama op onze handen gedeponeerd, net nu we dachten dat Richard en “het meisje” in veilige haven waren? Of is er toch van een misdaad geen sprake? Starhem neemt de trein terug naar Nederland, is het om uit te zoeken wat er waar is van de geschiedenis met het lijk en zijn zogezegde aandeel daarin of wil hij zijn ouwe spullen terug? Of is de reis nodig om zich te bezinnen op zijn liefde voor “het meisje”? Elke kilometer van zijn reis is Starhem in een ander humeur, en steeds wordt hij bevangen door weer andere twijfels. Gaat hij nog terug geraken in Rome, heeft het allemaal nog wel zin? Komt de dominee in hem boven, is hij in verplichtingen en moraal teveel gebonden aan Nederland? De lezer weet het niet. Het is alsof Stracer alle opties in een hoge hoed gooit, en gij moogt daar dan in grabbelen. Dit is geen open einde, dit is een groot gapend gat in de weg. Iets subtieler was ook een mogelijkheid geweest, Stracer.

Als misdaadroman is Minerva’s oorsprong ronduit zwak.
Als reisboek heeft het zijn tekortkomingen.
Als liefdesgeschiedenis is het net aan voldoende.
Als ideeënroman kent het verbeterpunten.

Als filosofische roman is het redelijk, niet alle monologen van Starhem (interieur dan wel exterieur) zijn even interessant maar dat is tekenend voor filosofie – dat een mens zich langsheen minder boeiende pagina’s moet worstelen om op één vorstelijk idee te stuiten.

Als boek dat al het bovenstaande in zich heeft is het, …tamelijk intrigerend. Ik bleef lezen. Bijna driehonderd pagina’s lang, in Vleuten, in Spanje, in Zeeland, overal waarheen ik dit boek sleepte bleef ik er in lezen. Het leek wel hekserij, Stracer. Het leek wel hekserij.

Susannah Stracer Minerva's oorsprong recensie

Minerva’s oorsprong

  • Auteur: Susannah Stracer (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Brave New Books
  • Verschijnt: 20 juli 2023
  • Omvang: 295 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,95
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Susannah Stracer

‘Uitkijkend over de weilanden met de verre rij populieren en daarachter de spoorlijn naar Ommen, vroeg hij zich af wat er in hem was overgebleven van de Romeinse Richard Starhem. Voor de buitenwereld misschien niet veel, maar hij had sterk het gevoel dat het meisje hem gezien had zoals hij toén was geweest – per slot van rekening had hij even tevoren nog op de Janiculus gestaan; tenger, mooi en optimistisch, vervuld van een vanzelfsprekende hoop dat zijn leven zich onafgebroken zou blijven ontwikkelen zoals het gedaan had: in een voortdurende verrijking en uitdijing van het geestelijk bezit, het meest eigen en onvervreemdbare Arcadië; een gestadig bouwen aan wat Goethe genoemd had die Pyramide meines Daseins. Dié Richard Starhem was nooit ouder geworden maar in de bloei van zijn bestaan levend begraven; dié Richard Starhem had de vorige dag voor het eerst sinds jaren het daglicht weer aanschouwd…’

Bijpassende boeken en informatie

Max Hermens – Het verdwijnen van Ferdi Heijen

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse debuutroman. Op 11 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos de eerste roman van Max Hermens. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, over de schrijver en over de uitgave.

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van Het verdwijnen van Ferdi Heijen, de eerste roman van Max Hermens, in de media verschijnen zal onze redactie er hier aandacht aanbesteden.

  • “Als je wilt weten hoe de mensen praten en denken, echte mensen, moet je bij Max Hermens wezen.” (Joost Oomen)

Informatie over Max Hermens

Max Hermens (1991) is schrijver en docent Creative Writing. Hij publiceerde eerder werk in onder meer De Gids, Das Magazin en De Optimist. Met zijn chapbook Toch zonken ze niet oogstte hij veel lof. Het verdwijnen van Ferdi Heijen is zijn debuutroman. Hij groeide op in een klein Limburgs dorp.

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen

Het verdwijnen van Ferdi Heijen

  • Auteur: Max Hermens (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 11 juni 2024
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Max Hermens

Als een verwaarloosd kind plotseling verdwijnt staat alles op scherp in dit beklemmende debuut over het wegkwijnende boerenbestaan.

Op een hete zomerdag verdwijnt de twaalfjarige Ferdi Heijen tussen het mais. Niemand uit de boerengemeenschap lijkt zich om zijn lot te bekommeren, en het waarom van zijn verdwijning is onduidelijk. Dorpsbewoners vertellen een voor een wat ze die dag hebben gezien en gehoord. Hun caleidoscopische verslaglegging toont een gesloten wereld die langzaam in verval is geraakt. Ondanks de sociale controle lijkt werkelijke verbinding tussen de dorpsbewoners te ontbreken. Hoe kan een kind zomaar ongezien verdwijnen?

Het verdwijnen van Ferdi Heijen is een indringende vertelling waarin het kwijnende plattelandsleven in al zijn facetten invoelbaar wordt gemaakt. Een boer moet noodgedwongen zijn land verpachten, een Poolse arbeidsmigrant knapt de rotklussen op, kinderen hebben weinig toekomstperspectief en de buitenstaanders die iets voor hen willen betekenen komen er nauwelijks tussen. Samen vormen ze een zieltogende gemeenschap die zich staande probeert te houden in een snel veranderende wereld.

Bijpassende boeken en informatie

Daan Borrel – De dragers

Daan Borrel De dragers recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman. Op 6 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de eerste roman van de Nederlandse schrijfster en theatermaker Daan Borrel. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Daan Borrel De dragers recensie

Als er een boekbespreking of recensie van de debuutroman De dragers van Daan Borrel in de media verschijnt, besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Daan Borrel De dragers

De dragers

  • Auteur: Daan Borrel (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 6 juni 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Daan Borrel

1996, een jonge Marokkaanse vrouw overlijdt tijdens haar bevalling. Maria, advocaat en onlangs zelf moeder geworden, probeert de achtergebleven familie bij de aangespannen tuchtzaak te helpen. In 2023 zoekt rijschooleigenaar Sanae een manier om het verleden, dat zich na de geboorte van haar eerste kind opdringt, te kunnen dragen. Vita, een nuchtere bakker en intimiteitsactiviste bij Wombs For All, draagt in 2035 een kind voor een homostel.

In dit verrassende romandebuut van Daan Borrel zoeken de unieke en intieme stemmen van Maria, Sanae en Vita naar wat dragen betekent: kinderen en het moederschap, maar ook de tijd waarin je leeft, het verleden en de toekomst. Met lichte toets en geheel
eigen observaties creëert Borrel personages om van te houden.

Bijpassende boeken

Harmen van Liemt – Lentekind

Harmen van Liemt Lentekind recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman. Op 4 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff de eerste roman van de Nederlandse schrijver Harmen van Liemt. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Harmen van Liemt Lentekind recensie en informatie

Nadat er in de media een boekbespreking of recensie van de roman Lentekind van Harmen van Liemt verschijnt, zal de redactie er op deze pagina aandacht aan besteden.

Harmen van Liemt Lentekind

Lentekind

  • Auteur: Harmen van Liemt (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 4 juni 2024
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Harmen van Liemt

Harmen van Liemt debuteert met een krachtige, liefdevolle roman waarin een jongen, op weg naar volwassenheid, geconfronteerd wordt met zijn seksualiteit en een ernstig zieke zus

Woody groeit op als jongste van drie in een liefdevol gezin in een dorp aan de IJssel. Hij is een vrij en onbevangen kind. Met zijn zus Lara heeft Woody een hechte band die zich moeilijk aan anderen laat uitleggen.

Naarmate Woody ouder wordt maakt zijn onbeschroomdheid plaats voor een knellend zelfbewustzijn. Als zijn zus erg ziek wordt, kiest Woody noodgedwongen voor een positie op de achtergrond. Hij moet zich in één klap volwassen gedragen, maar blijft zitten met onbeantwoorde vragen en puberale hartstocht. Op zoek naar een uitweg ontdekt Woody een eigen recept voor vrijheid.

Harmen van Liemt schreef met Lentekind een opvallend krachtige, rauwe en ontwapenende coming-of-ageroman over verbeelding, seksualiteit en verlies, over het verlangen gezien en gekend te worden en tegelijk trouw aan jezelf te blijven.

Bijpassende boeken

Robert van Gulik – Een gegeven dag

Robert van Gulik Een gegeven dag recensie en informatie over de inhoud van de roman uit 1963 waarvan de heruitgave op 29 februari 2024 verschijnt bij Uitgeverij Hollands Diep. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave. 

Robert van Gulik Een gegeven dag recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van Een gegeven dag, de roman uit 1963, geschreven door de Nederlandse schrijver en Sinoloog Robert van Gulik, in de media verschijnt, zal er op deze pagina aandacht aan besteed worden.

Robert van Gulik boeken en informatie

Robert van Gulik is op 9 augustus 1910 geboren in Zutphen. Een flink gedeelte van zijn jeugd bracht hij door in Soerabaja en Batavia in het voormalige Nederlands-Indië. Aan de Universiteit Leiden en later aan de Universiteit Utrecht studeerde hij Chinees, Japans en Sanskriet. Vanaf 1935 werkte hij als diplomaat in dienst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij was onder andere ambassadeur voor Nederland in Kuala Lumpur, Maleisië en in Tokio, Japan, Op 24 september 1957 overleed Robert van Gulik in Den Haag aan de gevolgen van longkanker. Hij werd 57 jaar oud.

Als schrijver is Robert van Gulik vooral bekend geworden door de rechter Tie misdaadromans die ook in het buitenland een succes werden. Daarnaast schreef hij een aantal wetenschappelijke werken en de roman Een gegeven dag waarvan op 29 februari 2024 de heruitgave verschijnt.

Robert van Gulik Een gegeven dag roman uit 1963

Een gegeven dag

Met een kort verhaal van Arthur Japin

  • Auteur: Robert van Gulik (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman uit 1963
  • Uitgever: Hollands Diep
  • Verschijnt: 29 februari 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 21,99 / € 9,99 / € 9,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1963 van Robert van Gulik

Amsterdam, de nacht van 28 op 29 februari. De laatste dag van deze schrikkelmaand brengt een aantal mensen onverwacht met elkaar in contact. Johan Hendriks dwaalt langs bevroren grachten, zijn hoofd vol spookbeelden uit zijn tijd in Nederlands-Indië. De dood van zijn vrouw, de martelingen in een kamp.

Bij toeval raakt betrokken bij een overval op een jonge vrouw. Het is het begin van een caleidoscopische samenzwering met wereldwijde vertakkingen. Of lijkt dat in zijn vertroebelde geest maar zo?

Bijpassende boeken

Jan van Aken – Het xoanon

Jan van Aken Het xoanon. Op 29 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe historische roman van Jan van Aken die zich in Constantinopel afspeelt. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Jan van Aken Het xoanon recensie

We besteden aandacht aan de boekbesprekingen en recensie van de nieuwe roman van Jan van Aken, Het xoanon, zodra deze in de media verschijnen.

Jan van Aken informatie en boeken

Jan van Aken is op 9 augustus 1961 geboren in het dorp Herwen in de provincie Gelderland. Na in de cultuursector en de automatisering te hebben gewerkt werd hij fulltime schrijver en geeft hij les aan de Schrijversvakschool in Amsterdam

Het debuut van Jan van Aken, Het oog van de basilisk, verscheen in 2000. Daarna schreef hij vijf andere historische romans waarmee hij een groot lezerspubliek aan zich bond. In 2018 verscheen zijn voorlaatste roman De ommegang waarmee hij direct veel aandacht kreeg en positieve recensies. ontving. Zijn nieuwste historische roman waarover je hier alles leest, Het xoanon, verschijnt begin maart bij uitgever Querido.

Jan van Aken Het xoanon

Het xoanon

  • Auteur: Jan van Aken (Nederland)
  • Soort boek: historische roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 29 maart 2024
  • Omvang: 608 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 29,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Jan van Aken

Als de Grote Oorlog voorbij is, en het Ottomaanse Rijk verslagen, bezetten de grootmachten Constantinopel. Terwijl Wit-Russische vluchtelingen de stad overspoelen en in het oosten van het land een nieuwe oorlog oplaait, begint zich in de chique wijken al de geest van de vrolijke jaren twintig te roeren. Beaujon, een vrijbuiter met een neutraal paspoort, leidt in dit Constantinopel een comfortabel leven. Te comfortabel, naar zijn zin. Dat verandert als hij betrokken raakt bij een aanslag op een antiek monument, waarbij een onschatbaar voorwerp uit de oudheid zou zijn buitgemaakt.

In dit explosieve krachtenveld menen veel groepen en individuen hun voordeel te kunnen doen met dit geheimzinnige xoanon. Ook de neutrale Beaujon kan zich niet langer afzijdig houden. Maar hij heeft veel hogere ambities dan wat hij ziet als de jacht op een hersenschim.

Bijpassende boeken en informatie

Murat Isik – In de mist van Golden Gate Park

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 27 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver van Turkse afkomst Murati Isik.

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie en informatie

Op 11 september 1977 werd Murat Isik geboren in Izmir, een stad in het westen van Turkije. Zijn ouders maakten deel uit van een alevitische Zaza-gemeenschap. Wat een van de redenen was waarom het gezin kort na de geboorte van Murat naar Nederland emigreerde. Zijn vader die atheïst en communist was, ging toch weer in Izmir wonen, maar overleed l vijf maanden na zijn terugkeer in Turkije.

Murat die in Nederland bleef, studeerde al eerder rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn debuutroman Verloren grond waarvoor hij de Bronzen Uil ontving verscheen in 2012. Wees onzichtbaar, zijn tweede roman uit 2017, bracht hem de Libris Literatuurprijs 2018. De redactie waardeerde het m=boek met ∗∗∗∗ (uitstekend). Voor de Boekenweek 2019 schreef hij het Boekenweekessay Mijn moeders strijd, gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Begin 2024 verschijnt zijn nieuwe roman In de mist van Golden Gate Park bij uitgeverij Ambo | Anthos.

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie

In de mist van Golden Gate Park

  • Schrijver: Murat Isik (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 27 februari 2024
  • Omvang: 704 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 34,95 / € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Murat Isik

In de mist van Golden Gate Park is de schitterende nieuwe roman van Murat Isik, een epische vertelling over het zoeken naar vrijheid en autonomie, het vinden van een grote liefde, de wording van een schrijver en de onoverkomelijke banden met je familie.

Zomer 2001. Metin Mutlu gaat studeren in San Francisco. Met het betreden van deze nieuwe wereld is hij vastbesloten zijn oude zelf achter zich te laten: in plaats van een verlegen toehoorder wil hij in Amerika een zelfverzekerde en daadkrachtige man worden. Een paar weken na zijn aankomst, op Metins vierentwintigste verjaardag, vinden de aanslagen van 11 september plaats.

Metin studeert internationaal strafrecht, maar het idee dat hij zijn leven zal slijten als jurist benauwt hem. Hij stort zich daarom vol op het keuzevak Creative Writing, waar hij de mysterieuze Joan Springfield ontmoet, een briljante doch getroebleerde studente voor wie hij als een blok valt. Zijn nieuwe vrije leven lijkt Metin goed af te gaan. Totdat onaangename ontwikkelingen in San Francisco én op het familiefront zijn verblijf in een heel ander licht stellen.

Murat Isik Wees onzichtbaar Recensie Roman over de BijlmerLibris Literatuurprijs 2018 Winnaar

De jury onder leiding van Abdelkader Benali heeft de roman van Murat Isik – Wees onzichtbaar die is verschenen bij Uitgeverij Ambo | Anthos uitgeroepen tot winnaar van de Libris Literatuurprijs 2018. De redactie heeft Wees onzichtbaar als eerder gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend). Een uitgebreide recensie kun je lezen op de pagina…Murat Isik Wees voorzichtig recensie >

Bijpassende boeken en informatie

Rosanna ten Have – Badje 3

Rosanna ten Have Badje 3. Op 22 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Cossee de debuutroman van Rosanna ten Have. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Informatie over schrijfster Rosanna ten Have

Rosanna ten Have is in 1989 geboren in Amsterdam. Ze studeerde creative writing aan het ArtEZ in Arnhem en publiceerde artikelen en verhalen in Vice en Notulen van het onzichtbare. Eind februari verschijnt haar debuutroman Badje 3, waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen bij Uitgeverij Cossee

Rosanna ten Have Badje 3

Badje 3

  • Auteur: Rosanna ten Have (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 170 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Rosanna ten Have

Suzanne is het enige kind dat ooit zakte voor haar zwemdiploma. Twintig jaar later ziet haar life coach dat als een aanleiding voor haar passieve levensinstelling en sociale isolement. De coach dringt aan om weer te gaan zwemmen, om zo in contact met haar emoties en met anderen en te komen. ʻEn gebruik dan LSD,ʼ zegt ze. En dus staat Suzanne twintig jaar na haar laatste zwemles weer op de badrand, en herhaalt ze in haar hoofd: LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen.

Ze komt terecht in badje 3, bij een bonte groep aspirant-zwemmers, onder leiding van de schreeuwende Amsterdamse juf Fab. LSD blijkt moeilijk te werken bij deze vrouwen, die veel ouder zijn dan zijzelf. Bovendien ziet ze tijdens de eerste les al meer naakt dan haar lief is, terwijl ze haar eigen lichaam niet eens durft te bekijken of aan te raken. Het liefst zou ze zich thuis op de bank bezighouden met de knufels uit haar kinderconceptstore, daarmee is het veel makkelijker vertoeven.

Met een nietsontziend oog voor sociaal en lichamelijk ongemak beschrijft Rosanna ten Have hoe Suzanne langzaam uit haar schulp kruipt. Badje 3 is een hartverwarmende en komische roman over een vrouw die de sprong in het diepe waagt.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Bijpassende boeken

Lena Kurzen – Schuilhuisje

Lena Kurzen Schuilhuisje. Op 20 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de debuutroman van Lena Kurzen. Hier lees je informatie over de uitgave en inhoud van de roman. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Schuilhuisje, de eerste roman van Lena Kurzen.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Lena Kurzen is in 1982 geboren in Duitsland en kwam naar Nederland om logica te studeren. Kurzen begeleide als logicus projecten in de scheepsbouw voor Critical Minds.

Daarnaast is Lena Kurzen al een tijd bezig met het schrijven van verhalen die gepubliceerd werden in Papieren Helden en op Shortreads.nl. Schuilhuisje is diens eerste literaire werk dat in boekvorm verschijnt. Het verschijnt naar verwachting in februari 2024 en op deze pagina kun je informatie lezen over de inhoud en uitgave van de roman.

Lena Kurzen Schuilhuisje recensie van Tim Donker

Een onevenwichtige roman.

Denk je. Schrijf je.

&

en dat je het daarbij kunt laten. “Een onevenwichtige roman”, dat zegt eigenlijk alles wat je te zeggen hebt. Je zou het eens bij één zin kunnen laten, waarom niet.

Maar. Nah. Ja. Hum. Waarom niet? Omdat je een besprekerken bent, dat is waarom niet. Een piepklein besprekerken weliswaar, één die zo goed als niks voorstelt maar een besprekerken niettemin. En een besprekerken wil spreken. Spreken over deze roman. Zeggen hoe dat gaat, hoe dat stombelt, hoe dat valt. Hoe het gaan is, en hoe het uit evenwicht geraken is.

Dat het zo goed begint. Dat de eerste bladzijde bloedmooi is, dat je nog denken kon dat je de roman van het jaar ging lezen. Of. Van deze maand toch minstens. Rekenend hoeveel boeken je in een maand leest voorwaar een oordeel dat geen kattendrek is.

Schuilhuisje gaat over een stel. Een stel dat al even samen is, de belangstelling voor elkaar, of vooral de belangstelling van hem voor haar, is al wat verflauwende. U weet. De eerste hitte is er een beetje vanaf, de hele grote lust getemperd, en aan de volumeknop van de verliefdheid van weleer lijkt gedraaid te zijn: ze spreekt minder luid dan ze eerst deed. De kriewelbeestjes kriewelen zachter, of bijna helemaal niet meer. Dat moment. U kent, u weet, u was daar. Kurzen typeert het aldus:

“Ik kijk naar mijn weerspiegeling in je leesbril en ik wil zeggen dat ik van je hou. Ik strek mijn benen onder de keukentafel zodat mijn voeten in de buurt van de jouwe komen. Mijn tenen vinden je pantoffels. Ik wou dat we kinderen hadden. Of een hond. Dan hadden we iets om over te praten omdat er van alles geregeld zou moeten worden. Zijn de poepzakjes alweer op? Heb jij het knuffelkonijn gezien? Ja, we hebben je bonsai, maar die heb jij vanochtend al water gegeven, dat heb ik zelf gezien en jij zag dat ik het zag, dus daar hoeven we het niet meer over te hebben. Ik wil je vragen of je nog koffie wilt, maar je hebt je tweede al op en je mok afgewassen en in het afdruiprek gezet. Je hebt niet door dat ik continu tegen je praat in mijn hoofd. Wanneer ik er precies mee ben begonnen weet ik niet meer. Het moet zijn geweest toen ik me voor het eerst afvroeg of je liever de was doet of een natuurdocumentaire kijkt dan seks te hebben met mij.”

Het zijn de eerste regels van Schuilhuisje en ik vond ze in al hun gewoonheid wonderschoon. Ja, wonderschoon omdat zich hier in een halve bladzijde bijkans een heel leven, of in ieder geval een halve relatie, ontrolt. Kurzen zet met een paar minimale streken twee mensen neer over wie je alles wat je niet al denkt te weten, snel zou kunnen raden. Dat van die hond. Dat van die kinderen. Inderdaad. Er komt een tijd in een relatie, in een huwelijk, dat de kinderen je voornaamste gespreksonderwerp gaat zijn. Dat je met angst en beven denkt aan de tijd dat die ooit het huis uit gaan, want waar moet je het dan nog over hebben. Maar hopen dat ze in de buurt zullen blijven, of anders vaak contact opnemen via welk communicatiemiddel dan ook dat dan populair zal zijn zodat ze nog genoeg stof opleveren: dat je nog praten kunt over hun banen, hun nieuwe huizen, hun auto’s, hun wederzijdse partners waar je dit of dat van kunt vinden.

En dan dat “ik” en “jij”. Dat vond ik ook mooi. Heel het boek is feitelijk een monoloog van haar, die de “ik” is, aan hem, die de “jij” is. Sterk. Zij denkt alles op, richt het aan hem, en de lezer die tussen die denkgolven in komt en het opvangt. Het geeft het boek een intieme, sterke kracht. De lezer als getuige van iets wat eigenlijk niet aan hem gericht is, sterker kan een schrijver je niet bij de verhaalfiguren betrekken.

Dat is waar het boek (sterk) staat, waar het gaat, waar het marsjeert. Maar al gauw gaat het mis. De val komt al snel.

Want wat de grote kracht was, in weinig woorden toch veel zeggen, raakt verloren. Veel te snel krijgt de lezer -ineens- veel te veel informatie. Hoe de relatie begonnen is. Hoe braaf en gezapig het nu is. Veel te veel gezeur over heel erg weinig: al die supermarktbezoekjes, waarbij ze zich dan ook nog eens netjes aan alle coronaregeltjes houden. En dat met die slagroomspuit, dat is dan natuurlijk een of andere sexuele toespeling, het gaat ook veel te vaak over sex in dit boek. Alsof dat de enige graadmeter is waaraan je kunt aflezen hoe goed of hoe slecht het zit in een relatie.

Na dat subtiele begin wordt “de ingedutte relatie” juist op bijzonder stereotype wijze neergezet. Over alles wat er in huis gebeurt, wordt in de eerste persoon meervoud gedacht. Dit doen wij altijd zo, dit zetten wij altijd daar neer, dit gaat altijd zus: gans het leven, gans het samenzijn ingericht volgens een oneindig aantal regeltjes en gewoontetjes; alsof er in een (vastgegroeide) relatie geen enkele individualiteit meer kan bestaan. Maar ook de twee hoofdfiguren blinken uit in kleurloosheid. Bij gebrek aan kinderen (of een hond) hebben ze hamsters, en een bonsai (het kind en de bonsai, waar kennen we dat ook alweer van?). Ze houden zich ook binnenshuis strikt aan de coronaregeltjes (bestond dat echt?), ze kijken steeds op de RIVM-site om te weten wat er nu weer (niet) mag. Hij heeft zij hele leven al de meest suffe hobby’s, interesses en voorkeuren, maar hoewel zij nog de meest bruisende van de twee zou moeten zijn, kun je haar evenmin op een krachtige persoonlijkheid betrappen. Als hij over zijn ex (waarover later meer) iets positiefs zegt, één of ander lullig compliment dat eigenlijk nauwelijks die naam mag hebben omdat het iets is wat je ook over duizend andere mensen kunt zeggen, peinst zij:

“Ik vraag me af wat mijn goede eigenschappen zijn waarover je anderen wel eens vertelt. ‘Ze kan cadeaus inpakken met cadeaupapier waarvan je denkt dat het te klein is, dan legt ze het papier schuin en dan past het ineens.’ Of: ‘Ze weet van elke emoji precies wat die betekent, dat is soms iets heel anders dan je zou denken.’ Of: ‘Ze kan in elke situatie een selfie maken, zonder dat het heel lang duurt of er onhandig uitziet, zelfs met een hele groep mensen erop en die passen dan allemaal in het beeld.’”

Als dit het soort “kwaliteiten” is waarop je jezelf wilt laten voorstaan, of -erger nog- als je voorstelt dat je lief vooral trots is omdat je deze duffe eigenschappen hebt, dan kun je toch nauwelijks nog aanspraak maken op het predikaat “mens”, dan ben je eerder een vormloos wezen, een lichtloos, existerend samenraapsel van toevallige stupiditeiten. Kurzen zal zo haar redenen hebben gehad om twee hoofdfiguren op te denken die bijna perfect zijn in hun gebrek aan eigenheid (ik vermoed dat het vervolg van het boek, waarover later meer, daar alles mee te maken heeft) maar ze maakt het de lezer wel zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, zich in te leven in deze mensen, in hun liefde, in hun lust. Vooral vraag je je af waar ze de euvele moed vandaan denken te halen een ander belachelijk te maken om haar nietszeggendheid, waarover later – ach laat ook maar.

De schoonheid  van het minimale werd bedolven onder de lelijkheid van het veel te vele. Vooral omdat het vele dient om het weinige dat er is te benadrukken.

Iets diergelijks gebeurt er met het leeftijdsverschil tussen hem en haar. Er zit nog een heel leven achter hem. Hij is getrouwd geweest; samen met ex  Femke heeft hij zoon Joris. Als het gaat over een bokswedstrijd die hij ooit zag in de beginjaren van zijn huwelijk met Femke, realiseert zij zich dat zij toen in groep drie zat. Bijna achteloos, in een terzijde, komt de lezer te weten dat zij dus jonger is dan hij; veel jonger! Daar toont Kurzen weer haar kracht: twee streken en nog een leven, een levensgroot verleden staat op het doek. Totdat het leeftijdsverschil keer na keer, tot vervelens toe, weer benoemd moet worden. De schoonheid van het minimale, en dan meteen weer de lelijkheid van het teveel.

Femke wordt een courgette genoemd, omdat, zo redeneert hij, een courgette zo smaakloos is dat de groente zich onmiddellijk aanpast aan het gerecht waaraan het wordt toegevoegd. Daarom past een courgette in haast alles, zelfs in zoete gerechten. Zo zegt hij. Nu behoort courgette toevallig tot mijn favoriete groenten, en doe ik het inderdaad in bijna alles wat ik maak (tot groot verdriet van mijn zoon). Veel smaak heeft het niet nee, maar smaakloos zou ik het toch niet noemen. Complementair misschien eerder. De courgette is in hun hoogstpersoonlijke taal symbool voor alles dat laf is en geen stelling durft te nemen, of nog, vooral eigenlijk voor Femke. Dat niemand ooit iets lelijks zou mogen zeggen over iemand met de naam Femke is mijn hoogstpersoonlijke mening, daar hoeft Kurzen niks mee, maar op een meer algemeen niveau is het toch weinig kies om honend te spreken over de moeder van je zoon. Zeker als zowel jij zelf alsook je nieuwe lief nu ook niet echt volslagen unieke personen genoemd kunnen worden.

De laatste keer dat Schuilhuisje staat & loopt & marsjeert & valt, is tegen het einde van het boek. Zoals steeds begint het geweldig. Hij leidt een dubbelleven; Kurzen neemt de lezer hier onontkoombaar in mee. Er worden zaadjes geplant, vermoedens, ideeën, onderbuikgevoelens. Er zijn rare brieven, er zijn dingen die niet kloppen, er zijn verklaringen die rammelen. Kurzen zet dit op geslepen wijze uit; al vroeg in de roman ruikt de lezer onraad en begint er van alles te borrelen in brein en in lagere regionen. Hij zal wel dit, hij zal wel dat. Met al haar verdenkingen achtervolgt zij hem, de lezer volgt mee, hij gaat niet naar zijn werk zoals hij zei dat hij zou, misschien gaat het in de richting van het Amsterdamse bos en de lezer denkt, of, naja, deze lezer dan toch, zie je nou wel dat had ik meteen al vermoed met die gast, maar dan, ineens, toch, een onverwachte afslag.

Hij blijkt iets of zijn kerfstok te hebben. Mag ik dat zeggen? Kan ik dat verklappen? Hij blijkt een strafblad te hebben.

De Onverwachte Wending!

En hee, hoe goed doet Kurzen dat. Het is iets dat ik niet had verwacht, nee, ik dacht al vrij zeker te weten welk dubbelleven zij kon ontdekken van hem maar dan is het toch iets dat ik niet bedacht had.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan is de lezer geprikkeld.

En dan duurt het nog een bladzijde of wat voordat alles bekend is. En daar is dan het vallen. Daar was dan het lopen, daar was dan het gaan, daar was dan het vallen.

Een crimineel, nee, dat had de lezer niet in hem gezien. Maar de aard van het vergrijp verwondert dan weer niet. Ja. Zoon vent die heftig knikt bij alles wat de pseudo-fascist tijdens de persconferenties afkondigt als het als “nieuwe normaal” verexcuseerde totalitarisme, zoon nette burgerman, zoon klootloze levende dode – ja, het is niet verwonderlijk dat een tiep als hij de katjes in het donker knijpt.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan gaat het -weeral!- veel te lang door.

De Onverwachte Wending schudde me wakker. Ademloos las ik enkele sleutelpassages. Dat deed Kurzen goed, dat deed Kurzen fantasties. Maar als de roman eigenlijk al “af” is, en niks nieuws meer te bieden heeft, zijn er nog net iets teveel pagina’s te gaan. En omdat de hoofdfiguren me nergens sympathiek werden, is het einde onbegrijpelijk voor mij. Zij gooit hem het huis uit, vergeeft hem niet veel later om god weet welke redenen, zoekt hem op om de relatie te continueren. Want hij was misschien een beetje saai eerst, maar nu blijkt hij “stout”, en dat maakt hem interessant. (?). Sja. Ik geloof niet dat ranzig hetzelfde is als “stout”. Dus. Het sleept. En het sleept. En als het stopt te slepen weet je niet goed waarom we gekomen zijn waar we gekomen zijn.

In Schuilhuisje schuilt heel veel. Een opmerkelijke vertelinstantie, een sterke penseel, een Onverwachte Wending die -ten dele- daadwerkelijk onverwacht is. Maar meer schuilt er daar, iets teveel schuilt daar ook. Dat is dat onevenwichtige. Dat is wat maakt dat dit boek loopt, en gaat, en valt. Maat dit maar een debuut. Een debuut is nog geen oeuvre. Er kan nog meer. Er kan nog meer bij. Volgende boeken. Die misschien gans de tijd in evenwicht zullen zijn. Of, beter nog, vallen. Ja. Boeken die altijd maar struikelen en vallen en ter aarde storten. Dat is precies het oeuvre dat je Kurzen gunnen zou.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Schuilhuisje

  • Auteur: Lena Kurzen
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 20 februari 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Lena Kurzen

Amsterdam, 2020. Een stel werkt vanuit huis aan een kleine keukentafel. Zij droomt van een kind met hem, hij mist zijn zoon. Hoewel de twee de dagen samen doorbrengen lukt het hun niet om werkelijk contact te maken. Ergernissen kunnen niet uitblijven. Wanneer zij niet goed voor zijn bonsaiboompje zorgt en hun cavia’s door zijn toedoen in de prullenbak belanden, dreigt de situatie te escaleren. Dan komt ze erachter dat hij een dubbelleven leidt, hoe meer ze daarover te weten komt hoe meer ze heen en weer geslingerd wordt tussen ontkenning en nieuwsgierigheid. Hoe lang kunnen ze nog doen alsof er niets aan de hand is?

Op onderkoelde toon en in een volstrekt eigen stijl neemt Kurzen de lezer mee in de geest van een vrouw die haar gedachten niet hardop uitspreekt. Schuilhuisje is een pijnlijk grappige roman over misverstanden, onvolkomenheden en verlangens.

Bijpassende boeken