Tag archieven: Nederlandse roman

Eva Hofman – Josephine

Eva Hofman Josephine recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman van de Nederlandse journalist en schrijfster. Op 12 september 2024 verschijnt bij Uitgeverij Pluim de eerste roman van de uit Nederland afkomstige schrijfster en journalist Eva Hofman. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Eva Hofman Josephine recensie

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van Josephine, de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster en journaliste Eva Hofman, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Eva Hofman Josephine

Josephine

  • Auteur: Eva Hofman (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 12 september 2024
  • Omvang: 228 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de debuutroman van Eva Hofman

Eva had meer willen zijn. Niet dat ze iets te klagen heeft. Met haar vriend Melle woont ze in een mooi huis in een mooie wijk en sinds kort heeft ze een weinig veeleisende baan. Het leven is even vlekkeloos als frictieloos en om haar heen is het elke dag feest. De grote ambities die ze ooit had heeft ze ingeruild voor comfort.

Van verveling weet ze niet waar ze het zoeken moet. Steeds vaker verdooft ze zich met eindeloos scrollen en komt ze totaal ongevraagd en tot haar gêne oude versies van zichzelf tegen. Ze heeft haar hele leven online vastgelegd en inmiddels kan ze niet meer aan haarzelf ontkomen.

Als haar relatie uit elkaar spat, raakt Eva nog meer verdwaald in haar online versies op het internet. Ze vindt beelden terug van de middelbare school, en van Josephine. Haar uitstraling fascineerde Eva zo dat ze probeerde zichzelf naar haar beeld te vormen. Ze werd eerst een Josephine, later vormde ze zich naar andere aansprekende vrouwen.

Wat gebeurt er als je succesvol iemand anders wordt en betoverd raakt door je eigen spiegelbeeld, en je leven zich alleen nog maar online afspeelt? In een poging zich uit haar verlammende obsessie met haar internetleven los te rukken gaat Eva op zoek naar Josephine, die inmiddels promoveert aan Oxford – een prestigieuze plek die Eva ook ooit begeerde. Ze vraagt zich af of er nog iets te redden valt

Eva Hofman (1995, Amsterdam) werkt als onderzoeksjournalist en technologieverslaggever bij weekblad De Groene Amsterdammer. Daar publiceert ze artikelen, onderzoeken en essays over internetcultuur, feminisme en de macht van big tech.

Bijpassende boeken

Mirthe Frese – Zonder slaap ben ik het noodlot voor

Mirthe Frese Zonder slaap ben ik het noodlot voor recensie en informatie van de inhoud van de Nederlandse debuutroman. Op 12 september 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de eerste roman van performer en programmamaker Mirthe Frese. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Mirthe Frese Zonder slaap ben ik het noodlot voor recensie

Als er een boekbespreking of recensie van Zonder slaap ben ik het noodlot voor, geschreven door Mirthe Frese, in de media verschijnt besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Mirthe Frese Zonder slaap ben ik het noodlot voor

Zonder slaap ben ik het noodlot voor

  • Auteur: Mirthe Frese (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman, debuutroman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 12 september 2024
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Mirthe Frese Zonder slaap ben ik het noodlot voor recensie

Als er een boekbespreking of recensie van Zonder slaap ben ik het noodlot voor, geschreven door Mirthe Frese, in de media verschijnt besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Flaptekst van de eerste roman van Mirthe Frese

Terwijl haar gezin slaapt, houdt een moeder zich wakker om de nacht te overbruggen, uit angst voor een herhaling van het lot. Wat aanvankelijk niet meer is dan het doorwaken van de nacht, verandert in een dwaling door nachtelijk Amsterdam, op zoek naar een geschiedenis die ze minutieus heeft geprobeerd kwijt te raken. Hoe kun je erop vertrouwen dat het verleden zich niet in jou herhaalt en hoeveel zeggenschap heb je in het leven om je eigen keuzes te maken?

Bijpassende boeken

Gerard Koolschijn – Zo oud als de tijd

Gerard Koolschijn Zo oud als de tijd recensie en informatie over de inhoud van het nieuwe boek met literaire fictie van de Nederlandse schrijver en vertaler. Op 16 augustus 2024 verschijnt bij Uitgeverij Van Oorschot het nieuwe boek van de Nederlandse schrijver Gerard Koolschijn. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Gerard Koolschijn Zo oud als de tijd recensie

Mochten er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Zo oud als de tijd, het fictieboek van de Nederlandse vertaler en vertaler Gerard Koolschijn, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Gerard Koolschijn Zo oud als de tijd

Zo oud als de tijd

  • Schrijver: Gerard Koolschijn (Nederland)
  • Soort boek: literaire fictie
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 16 augustus 2024
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het fictieboek van Gerard Koolschijn

In het eerste deel vertelt de schrijver over zijn belevenissen met vrouw en kind, thuis en op reis, afgewisseld met verhalen over de niet bij name genoemde Klytaimestra, een vrouw van dertig eeuwen geleden, die in de wereldliteratuur doorgaans als een monster wordt afgeschilderd.

Als meisje leeft zij in een prachtige vallei, met een vader die haar legendarische verhalen vertelt en als koning zijn volk verbiedt de zee op te gaan. Zij moet haar idyllische leven opgeven voor een huwelijk met een buitenlandse, machtsbeluste vorst, die onder religieuze politieke druk hun dochter opoffert om overzee oorlog te kunnen voeren.

In het tweede deel zijn de oorlogvoerende mannen en hun vrouwelijke slachtoffers aan het woord. De oorlog duurt jarenlang, de verbinding met het thuisfront wordt verbroken. Geleidelijk voelt de vrouw zich vrijer. Wanneer een oude vijand van haar man haar voorzichtig benadert slaagt zij er met zijn hulp in haar man bij zijn triomfantelijke terugkeer te doden.

In het laatste deel spuwt de schrijver, al dicht bij de dood, zijn gal over het botte, grote mensdier, dat blind voor de schoonheid van het kleine leven de greep op zijn daden voorgoed verliest en het onderspit delft tegen de natuur.

Gerard Koolschijn is geboren in 1945. Hij is een Nederlands classicus, vertaler en schrijver. Bovenal legde hij zich toe op de vertaling van klassieke literatuur, met name van de Attische tragedie en de filosoof Plato.

Bijpassende boeken

Willem du Gardijn – Het koor van de 300 moordenaressen

Willem du Gardijn Het koor van de 300 moordenaressen recensie en informatie van de inhoud van de roman over Oost-Berlijn in de DDR. Op 24 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Willem du Gardijn Het koor van de 300 moordenaressen recensie

Als er in de media een boekbespreking, review en recensie van Het koor van de 300 moordenaressen, de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Willem du Gardijn, verschijnen, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Recensies en waardering van de roman het Einde van het lied van Willem du Gardijn.

  • “Een krachtig drieluik over sterven en verlies.” (de Volkskrant, ∗∗∗∗)
  • “Ik las het allemaal ademloos en zonder reserves, bewonderend ook, ik kwam bij dit boek weer toe aan mijn kinderlijk stille lezen van vroeger waar ik zo smartelijk naar terug kan verlangen.” (Kees ’t Hart, De Groene Amsterdammer)

Willem du Gardijn Het koor van de 300 moordenaressen

Het koor van 300 moordenaressen

  • Auteur: Willem du Gardijn (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse DDR roman
  • Uitgever: Uitgeverij Koppernik
  • Verschijnt: 24 oktober 2024
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Willem du Gardijn

De vriendinnen Anna en Maksa, die werken bij Die Fleisch Union Berlin, worden door een functionaris van de partij uitgenodigd voor een gesprek. De intimiderende ontmoetingen zetten een keten van gebeurtenissen in gang die niet anders dan noodlottig lijkt te kunnen eindigen.

In Het koor van de 300 moordenaressen roept Willem du Gardijn, in zijn geroemde stijl, de donkergrauwe wereld van Oost-Berlijn in de jaren tachtig van de vorige eeuw op. Ondanks de grove ernst van de communistische ideologie en het verraad door je naasten schetst hij een intrigerend claustrofobische wereld die toont dat het zelfs in de meest uitzichtloze tijden saamhorigheid een ontsnapping kan bieden.

Willem du Gardijn (1964) studeerde in Utrecht en Berlijn. In 2008 publiceerde hij de roman Monografie van de mond. Daarmee werd hij genomineerd voor de Academica Literatuur Prijs. In 2011 verscheen zijn buitengewoon goed ontvangen verhalenbundel Negen raven. In 2016 volgde de roman Bevrijding. In de herfst van 2018 verscheen de verhalenbundel Het grote vakantiepark. Met deze verhalenbundel stond du Gardijn op de longlist van de Bookspot Literatuurprijs. Zijn laatste roman Het einde van het lied (2021) stond op de longlist van de Libris Literatuur Prijs en de Boekenbon Literatuurprijs 2022.

Willem du Gardijn Het einde van het lied RecensieWillem du Gardijn (Nederland) – Het einde van het lied
Nederlandse roman
Recensie van Tim Donker
Weergaloos mooi. Het nam me mijn adem. Het stolde mijn bloed. Het zette de tijd stil. Dit is literatuur van het allerhoogste nivo…lees verder >

Bijpassende informatie

Herman Koch – Luchtplaats

Herman Koch Luchtplaats recensie, review en informatie over de inhoud van de nieuwe roman die zich in Amsterdam afpseelt. Op 15 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwste roman van de Nederlandse schrijver Herman Koch. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Herman Koch Luchtplaats recensie

Wanneer er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Luchtplaats, de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Herman Koch, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Herman Koch Luchtplaats

Luchtplaats

  • Auteur: Herman Koch (Nederland0
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 15 januari 2025
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Herman Koch

Je zou kunnen zeggen dat ik die verhalen beter had moeten lezen. Ánders had moeten lezen. Dat ik me door de sterke metaforen en de krachtige stijl heb laten verblinden. Dat is allemaal makkelijk gezegd achteraf. Is een moordenaar per definitie een slechte schrijver? Eerder het tegendeel, zou ik zeggen. Na een bezoek aan een leesclub voor gevangenen krijgt Simon Hanson, auteur van internationale bestsellers, verhalen van de zware crimineel Derek L. toegestuurd. Hanson herkent direct diens literaire talent en stuurt de bundel, Luchtplaats, naar een uitgever. En nu heeft de schrijver het voor elkaar gekregen dat Derek L. tijdens zijn weekendverlof aanwezig mag zijn op zijn eigen boekpresentatie in Amsterdam-Oost mits hij gedurende die dagen bij Hanson thuis verblijft. Hanna Hanson, Simons vrouw, is namelijk rechercheur zware en georganiseerde criminaliteit; veiliger kan dus niet. Althans, in theorie. Heden en verleden blijken op een ingenieuze manier met elkaar verstrengeld in Luchtplaats.

Verteld vanuit drie perspectieven Derek L., Simon Hanson en Hanna Hanson ontspinnen zich meerdere spannende en soms zelfs ontluisterende verhaallijnen over familie, vriendschap, ambitie, manipulatie, wraak en verraad.

Bijpassende boeken en informatie

Emma Laura Schouten – Nachtschade

Emma Laura Schouten Nachtschade recensie en informatie over de eerste roman van de Nederlandse schrijfster. Op 3 december 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Emma Laura Schouten. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Emma Laura Schouten Nachtschade recensie

Indien er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Nachtschade, de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Emma Laura Schouten, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Emma Laura Schouten Nachtschade

Nachtschade

  • Auteur: Emma Laura Schouten (Nederland)
  • Soort boek: debuutroman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 3 december 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 22,50 / € 12,50 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Emma Laura Schouten

Wanneer iemand haar vraagt hoe het voelt, migraine, tekent de hoofdpersoon uit Nachtschade een grillige spiraal. Taal kent wetmatigheden, grammatica en ordening, iets waar een fysiek proces zich aan onttrekt. Toch waagt Emma Laura Schouten in Nachtschade precies dat: een taal uitvinden voor ontstellende pijn. De hoofdpersoon van Nachtschade leeft in eindeloze cycli van tijd en tussentijd. Wanneer de migraine toeslaat brengt ze de tussentijd door in een schemerruimte, terwijl vormloze monsters door haar schedel slenteren. In de andere tijd probeert ze een leven op te bouwen ondanks de grilligheid van haar eigen lichaam. Als houvast verzamelt ze de stemmen van vrouwen die haar voorgingen in de tussentijd, op zoek naar soelaas, naar een teken, naar magie. Maar die obsessie brengt een crisis teweeg wanneer blijkt dat de zeventiende-eeuwse filosofe Anne Conway zich niet laat vangen in taal.

In het rijke en erudiete Nachtschade verkent Schouten het niemandsland tussen ziek en gezond. Door een kier in haar hoofd daalt de lezer af naar een hallucinante wereld opgebouwd uit kristalheldere vignetten, scherpe observaties, verwondering en verwantschap met vrouwelijke denkers en schrijvers. Een schemerruimte vol wonderen gegevens

Emma Laura Schouten (1994) schrijft essays, proza en poëzie. Ze is docent Nederlands in Amsterdam en werkte eerder als freelance redacteur. Haar werk verscheen onder meer in Kluger Hans, Het Liegend Konijn en op Hard// hoofd. Nachtschade is haar debuutroman.

Bijpassende boeken

Naomi Rebekka Boekwijt – Stemmen

Naomi Rebekka Boekwijt Stemmen recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 18 juni 2024 verschijnt de nieuwste roman van de Nederlandse schrijfster Naomi Rebekka Boekweit bij uitgeverij Atlas Contact. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Naomi Rebekka Boekwijt Stemmen recensie van Tim Donker

Een roman binnenlopen. Jaja. Je weet het wel. Hoe het zijn kan. Een beetje zoals een eerste werkdag, niet? Je weet nog niet waar het koffiezetapparaat staat, en iedereen daar werkt er al langer dan jij. Je kent hun interactie nog niet, je wil wel meelachen met wat je vermoed dat hun vaste grappen zijn maar je weet niet waar de humor zit. Je stapt onzeker rond, je weet niet waar de gesprekken heen gaan, je kent de toespelingen niet, moet je er al wat van vinden of moet je nog even wachten met er dingen van te vinden?

En je komt Stemmen binnen, en het licht is er diffuus, en er klinkt wat, en het is je vaag bekend, en je weet het niet of je denkt te weten dat je het niet precies weet.

In ieder geval is er een ik. Maar die is er wel vaker in romans. De ik heeft, zo zegt ze, voordat ze binnenkwam haar gezicht binnenstebuiten aangetrokken zodat ene Hanne haar niet kan zien. Mij lijkt het dat je met je gezicht binnenstebuiten Hanne ook niet zou kunnen zien. De Hanne-figuur zal misschien denken dat het angst is, en : “[a]ls angst een kleur had, was het donkerblauw, zoals het uur tussen dag en nacht. Dat onbestemde uur waarin je niet weet of het vroeg of laat is. Alleen dat het tijd is.” Jaja. Je weet het wel. Daar vind je wel wat van. De uren waarin tijd voor even haar dwangneurose aflegt. Soms vertel ik mijn kinderen hoe ik als kind genoot van de momenten dat ik nog maar net in bed lag, mijn ouders hadden licht al uitgedaan, ik alleen in mijn kamer was, alleen in mijn bed, die momenten waren alleen van mij, niemand vroeg iets aan me, niemand wilde iets van me, niemand verwachtte iets van me, ik hoefde niks, alleen maar te liggen, alleen maar te wachten tot de slaap kwam – iets wat ik zelf niet in de hand had. Alle andere uren hadden zo’n dwingende betekenis. Schooltijd, etenstijd, tijd om je huiswerk te maken, tijd voor je favoriete programma op televisie. Bijna tijd voor dit, eigenlijk al te laat voor dat. Maar de uren in bed waren leeg. De meeste uren ervan sliep ik, en dan kon ik niet ten volle genieten van die leegte. Maar de momenten voordat de slaap kwam, waardeerde ik hogelijk. En je denkt al wat, en je begint al wat te vinden van dit boek, en je stapt misschien al wat vaster want je hebt iets wat de schrijfster zei mooi gevonden.

Het gewone zijn.

En dan, toch nog sneller dan verwacht, heb je je door het eerste hoofdstuk heen gewankeld.

“Psychiatrische roman”, zei het omslag. Jaja. Je dacht het wel. Na Eran de madera het twede boek dat je in korte tijd leest over een gehospitaliseerde ziel. Is dat wat Laurens Ham en Sven Vitse “fractievorming” noemden; de neiging alles van een noemer te voorzien, zodat het gepropt kan worden in één of ander (sub)genre’tje om zich reeds bij voorbaat te verzekeren van minstens een deel van het lezerspubliek? Was het daarom dat je niet zo goed wist hoe je deze roman moest binnengaan? Langs de andere kant is de hebbelijkheid om te snel patronen te ontwaren; alles uit te willen leggen als exemplaries voor een grotere beweging misschien wel één van de storendste deformaties van welk soort deskundigen dan ook.

Maar dat “psychiatrische roman” schreeuwde wel erg hard. Ik dacht aan Michel Mestrum, die gezeid haadt: “Schizofrenie is geen promiscue amusementsmachine noch een vaudeville”. P’sies ja. Waarom dan het “psychiatrische” als aandachtstrekker gebruiken? Was het daarom dat je niet zo goed wist hoe je deze roman moest binnengaan? Het had iets obsceens, alsof ik puur voor mijn eigen vermaak een ziekenhuis binnenstapte om me te gaan vergapen aan andermans leed.

Ja. Goed. Het gaat dus over Sis, een persoon die je misschien als psychiatrische patiënt kunt klasseren. Na een zelfmoordpoging komt ze in een soort van begeleidwonen-huis of hoe heet dat, iedereen zijn eigen kamer maar een gedeelde keuken enzo, en er zijn begeleiders, en die hebben namen als Johan en Linea. De bewoners zijn getroebleerd. Het soort van getroebleerdheid dat maakt dat ze zichzelf snijden, of niet uit hun kamer willen komen, of alleen maar daar zitten en niks zeggen, of dagenlang niet douchen. Sis is verdermeer onder behandeling en haar therapeut heet dus Hanne, ja die Hanne van dat begin met dat omgekeerde gezicht ja.

(dat vond ik een beetje toontellegenesk trouwens)

Het blijft tasten.

Want je weet het wel. Je weet psychische problemen wel, je weet pijn wel, je weet wel hoe het is een gemis te dragen. Je weet wel van een dregkevormig gat in de wereld, en ooit vond je het fijn te weten dat Dregke presies in dat gat paste maar toen ging Dregke weg en kwam niet terug en nu komt alle kou door dat gat naar binnen, en soms de duisternis ook, dat vloeit de duisternis over de vloer, over je voeten, kruipt het je lijf in. Je weet het wel. En je kijkt naar die Sis en je probeert haar pijn te peilen, het kleine duistere meisje in het bos waarvan ze spreekt, dat meisje woont in Sis en het bos woont daar ook, je wil het wel snappen, je wil de stemmen wel snappen, en soms snap je het ook. Omdat je pijn en verscheurdheid en leegte en gemis ook kent. Maar er is ook iets dat me vermoeit, zo heel erg sterk vermoeit, als ik lees, als ik kijk naar Sis, als ik het allemaal probeer te snappen – vooral, eigenlijk, in de passages die als uitleg lijken te willen fungeren.

Misschien behoefde het geen uitleg, is dat al het eerste. Niemand vraagt je ooit waarom je gezond bent, of waarom het je goed gaat, tenzij, misschien het extreem goed met je gaat, hoe doe je dat, willen de mensen dan misschien weten, maar malheur schijnt altoos een voetnoot te behoeven. Ziekte. Zo noemt Sis het zelf. Dat ze ziek werd. Oké, ziekte dus. Dingen bestaan. Ziekte bestaat, gaten bestaan, verdriet bestaan, stemmen in hoofden bestaan, meisjes bestaan, donkere bossen bestaan. Het is niet altijd interessant om te weten waarom iets bestaat. Zo’n gat is daar gewoon, en het was alleen maar toeval dat Dregke dat gat hermeties afsluiten kon. Nooit was dat gat een probleem tot er iemand kwam die precies in dat gat paste, en je eigenlijk-heel-kunnen-zijn daar voor je ogen voltrok, om er op een dag weer mee op te houden en toen viel het pas op hoeveel kou en donkerte er eigenlijk door dat gat naar binnen sijpelde. Maar kou bestaat en duisternis bestaat en met de dingen die bestaan heb je maar te leven. Dus. Welaan. Dacht ik. Dacht ik Stemmen te kunnen lezen als een gebruiksaanwijzing voor het leven, meer nog dan die van Perec, die, nog altijd ongelezen, in twee talen zelfs, in mijn boekenkast staat. Ik heb een Engelse versie en een Nederlandse versie en geen van beide heb ik ooit gelezen. Op een of andere manier lijkt de ongelezenheid ervan benadrukt te worden door die twee verschillende versies die ik ervan heb. Alsof je iets ook dubbel niet kan lezen, heronlezen. Maar dat is naast de kwestie gesproken, hier en nu, waar het gaat om Stemmen en hoe ik dacht dat het misschien het verslag kon ween van iemand die te leven had met de dingen die bestaan. Ook als die dingen vaker donker zijn dan licht, want ook dat bestaat: wanverhoudingen in lichtsterkte. Een reis door wanverhoudingen in lichtsterkte: allee, liet Stemmen daar dan over gaan. Maar ja. Nee. Weet je nog wat het omslag zei? En je weet ook het kliesjee over psychiatrie: alles te willen verklaren vanuit een of andere oergrond (wie sprak daar ookalweer ooit zijn wrevel over uit?), zijnde de jeugd. Jeugd zijnde de ouders.

De ouders hebben het altijd gedaan, zei je oudste zus ooit. Enigszins geërgerd. Toen jullie op restaurant zaten, nu alweer een jaar of twee geleden, op één van de eerste dagen van een jaar dat nieuw heette te zijn. Een Spaans restaurant, een goed restaurant wel, jullie zaten daar, even nog dacht je dat dit het soort restaurant was waar je ook best een keer met Dregke had willen zitten, het kwam door zus, die wilde geen fles wijn bestellen, zei ze, want, zei ze, meer dan één glas drink ik toch niet, en dus namen jullie maar allebei een glas, hoe povertjes, dacht je, en Dregke had wel een fles willen bestellen, dacht je.

Ergernis van een oudste zus op mijn bord. Vanwege hoe het gesprek gegaan was. Gesprekken die gingen zoals ze gingen omdat ik dat wel kende, ooit. Die boosheid. Die wrok. Ik meende, ooit, mijn ouders van alles te moeten verwijten, ik wist eigenlijk niet precies wat ik ze moest verwijten maar wel dat het veel was, wel dat het van alles was. Zo gaan die dingen in mensenlevens. Er is duisternis en kou, er is een dregkevormig gat dat alleen maar korte tijd afgesloten kon worden, de dingen gaan steeds weer niet zoals ze hadden moeten gaan, en je weet niet eens hoe de dingen dan wel hadden moeten gaan, ergens is er iets verkeerd gegaan, dat zal dan wel vroeger zijn geweest, dat zullen de ouders dan wel hebben veroorzaakt. En als ze het niet veroorzaakt hebben, dan hebben ze het toch in elk geval niet voorkomen.

Maar nu ben ik zelf ouder en nu weet ik niet meer zo goed hoe eerlijk mijn wijzend vingertje van toen was, en daarover trachtte ik plauderen met mijn zus aan een tafel in een restaurant waar ik misschien liever met Dregke had gezeten.

De vingers die wijzen, wijzen zelden naar de wijzer zelf. Of: hoe getroebleerdheid nogal eens een vrijbrief voor ongebreideld egocentrisme is.

Want dat is.
Dat is iets anders.
Dat is een andere moeilijkheid die ik met Stemmen had.

In Sis bevindt zich een grote weerzin tegen haar ouders. “De ouders hebben het altijd gedaan”, brom ik mijn zus na terwijl ik daar zit, in leesstoel, met een oude van Mercury Rev op de steerjoo, een oude, van toen ze nog goed waren. Maar wat die ouders nou eigenlijk gedaan hebben, wordt niet direkt duidelijk.

Klaarblijkelijk waren ze er vaak niet.
Klaarblijkelijk lieten ze Sis en haar broer Tijn vaak alleen.
Klaarblijkelijk waren er dingen.

Ouders bestaan. Weerzin bestaat. Wasstraathaar bestaat.

Op ongeveer tweederde van het boek komt een “groot verhaal”, een herinnering, iets dat Sis eigenlijk steeds te groot leek voor de spreekkamer van Hanne, en wel, daar komt iets.

De ouders. De broer. Sis. Zij allemaal. In de auto, op weg naar een paar dagen weg, het zal hen voeren naar een plek niet al te ver van huis. Een woonboerderij. Oud en stoffig. Er is een verdiep waar de ouders zullen slapen, daar staat een tweepersoonsbed en ook een eenpersoonsbed, en er is de zolder, waar Tijn en Sis zullen slapen. Daar staan heel veel bedden, en het is er stoffig, en vuil. En eng, het is er een beetje griezelig. Tijn en Sis leggen zich er ’s avonds neer, maar ze voelen zich er niet goed, ze gaan naar beneden, naar waar de ouders slapen, Tijn kaapt al gauw het enige bed dat daar is naast het tweepersoonsbed waarin de ouders liggen, Sis wil daar ook slapen, bij Tijn en de ouders maar er is geen bed meer over en haar moeder stuurt haar terug naar boven, waar ze nu alleen is, op die hele enge zolder.

Dat is het grote verhaal. Het hele grote verhaal. Het verhaal dat Sis te groot voor de spreekkamer van Hanne leek.
Is dat het grote verhaal? Het hele grote verheel? Het verhaal dat Sis te groot voor de spreekkamer van Hanne leek?

Toegegeven: de reactie van de moeder is muy kut. Zo zou ik als ouder nooit gereageerd hebben. Je laat niet één die bang is wel bij je slapen, en de ander die net zo goed bang is niet. Dat die ander ouder is, is geen argument. Niemand mag erover beslissen op welke leeftijd je welke angst ontgroeit zou moeten zijn. Op zijn allerminst had ik beiden weer naar boven gestuurd. Waarschijnlijker nog: ik zou  een matras van boven naar beneden hebben gesleept, met de belofte dat ik de volgende dag wel zou kijken of ik een bed van boven zou kunnen demonteren om het beneden weer in elkaar te zetten. Of, nog iets waarschijnlijker nog: ik had mijn plek in het tweepersoonsbed afgestaan en was zelf op die zolder gaan slapen. Al was Sis in dit verhaal geloof ik dertien; het is maar de vraag of iemand van dertien nog naast een ouder wil slapen.

Zus en broer in de tweepersoons dan en de andere ouder in die eenpersoons?

Tikveel. Ik zou geprobeerd hebben er uit te komen, ik had het iedereen zoveel mogelijk naar de zin willen maken, ik zou nooit één kind alleen naar een enge zolder teruggestuurd hebben.

Dus ja. De moeder reageert zonder een greintje empathie. Maar langs de andere kant. Het zijn ook maar twee ongemakkelijke nachten op een enge zolder, vele, zo heel erg veel vele mensen, hebben op enig moment in hun leven wel eens geslapen in een rottig bed in een rottige kamer, wie kent enge nachten niet, wie kent enge kamers niet, het mag nog niet direkt traumaties heten, het mag nog niet direkt voldoende zijn om jezelf van het leven te willen beroven. Ja, dat kwam niet door deze herinnering alleen, ik weet. Maar het is wel iets dat door Sis zelf “heel erg groot” genoemd wordt en dus acht ik het bepalend in de vorming van de latere Sis. De zieke Sis. Die niet meer wilde leven, die niet voor zichzelf kon zorgen.

Er zijn nog dingen, lange landerige middagen alleen zonder ouders, een zekere striktheid, een bepaald gebrek aan invoelingsvermogen, lullige dingen die gezegd zijn in de auto of waar dan ook, een middagje op het strand en Sis wordt bevangen door een onverklaarbare droefnis en zondert zich af, zit alleen, weg van de broer die in de waterlijn speelt, weg van de moeder die op een handdoek een kruiswoordraadsel aan het invullen is, niemand komt naar haar, geen moeder die op staat en He Sis zegt en Waarom zit je hier? vraagt en weten wil hoe het met je gaat, belangstelling toont. Misschien dacht ze dat je de afzondering wou, Sis, en wou ze je daarin niet storen. Misschien had ze niks in de gaten, bezig met haar kruiswoordraadsel, haar gedachten, haar eigen wereld, dat kan, Sis, ouders zijn mensen en mensen zijn imperfect, zijn er soms niet wanneer je ze nodig hebt of juist weer teveel wanneer je ze net niet gebruiken kan. Of een andere dag, ook naar het strand, de vader heeft vrij en wil per se met zijn dochter een lange strandwandeling maken; het stormt, de vader vindt dat geen beletsel voor het uitje dat hij met zijn dochter gepland heeft, allicht vindt Sis al die wind wel vervelend en misschien ziet de vader dat niet of vindt hij zijn eigen behoefte aan een activiteit met zijn kind belangrijker dan de wil van dat kind zelf, het kan. Mijn dochter, toen nog niet schoolgaand, en ik hadden ooit een picknick in het park in ons hoofd, samen met mijn zoon die haar broer is, de hele ochtend waren we aan het plannen, broodjes kopen bij de bakker, flesjes drinken, wat namen we mee, wat gingen we doen, frisbee mee, ander speelgoed mee, de hele ochtend waren we ons aan het verkneukelen, de hele vrije woensdagmiddag zouden we met ons drieën in het park zijn, toen gingen we mijn zoon  die haar broer is uit school halen, we kregen nog bijna ruzie over wie het mocht vertellen van de picknick, maar de zoon de broer had geen zin, die wilde liever met een vriendje afspreken, teleurstelling allerwege, uiteindelijk gingen we toch picknicken maar het begon al met gehuil en chagrijn, goed bedoeld was het, weten wij veel hoe mijn zoon zich dit later herinneren zal? Als hij in de twintig is en boeken schrijft, en dit voorval tot fragment bombardeert, wie weet gaat het dan wel over een vader die hem tegen wil en dank naar het park sleurde, hij huilend, de vader briesend, wie weet, herinneringen zijn nooit gelijk aan wat er eigenlijk gebeurd is.

Goed bedoeld zei ik net en daarover zegt Sis ook iets: “goede bedoelingen zijn bij ons thuis niet genoeg geweest”, en dat articuleert f’domme p’sies mijn ongemak met dit boek. Dat de vader, in wiens borst de vinger net iets minder hard gepriemd wordt dan in die van de moeder (die wordt zelfs als moeder miskend: voor Sis komt therapeut Hanne nog het dichtste bij een moeder), het eigenlijk allemaal best goed meende, ziet Sis wel in. In veel van haar jeugdherinneringen komt de vader als u het mij vraagt (u vraagt het mij niet en daarom zeg ik het toch maar) als een tamelijk lieve man naar voren. Zo maakte hij een zoekgeraakt puzzelstukje eens zo goed na dat het exact in Sis heur puzzel paste. Dat is toch van ontroerende liefheid, meent u niet? Nu, na alle (onterechte?)(?) boosheid, na de wrokjes die ik als zieke diertjes in me koesterde, ja nu: als ik nu terugkijk op mijn jeugd, zie ik heel veel warmte, heel veel (p’don) gezelligheid, heel veel lol ook (in geen gezin werd er volgens mij zoveel gelachen als in het onze; ik heb nooit meer in mijn hele leven zo vaak zo hard gelachen als in mijn kinder- en tienerjaren met mijn ouders en mijn twee zussen), maar zoiets zouden mijn vader noch mijn moeder gedaan hebben, die zouden gewoon gezegd hebben dat het maar jammer was van dat puzzelstukje dat kwijt was, en dat ik beter op mijn spullen moest letten.

(en ook ik, als vader, zou dit niet zo snel doen; wel, als mijn kinderen er om zouden vragen zou ik het meteen doen, ik doe alles voor ze, misschien wel teveel, maar ik zou uit mezelf nooit op het idee gekomen om het probleem van een missend puzzelstukje op deze manier op te lossen)

Maar al die bedoelingen van haar vader, goed of anderszins, zijn voor Sis nooit genoeg geweest. En daar heb je het. Uiteindelijk vind ik, als lezer, Sis een heel klein beetje onsympathiek. Een malkontent, drammerig, nukkig kind voor wie alles nooit goed genoeg is, en die meent dat elk grasveld een diepere tint van groen aannemen kan dan haar eigen minne veldje. Die omdat ze ziek is, zich klaarblijkelijk lomp en onbenaderbaar mag opstellen tegen alles en iedereen: haar vriendin, haar therapeut, haar ouders, ze hebben allemaal maar begripvol te zijn want hee, Sis is ziek en Sis is zielig en Sis moet met handschoentjes worden aangevat.

En omdat ik mijn oude zelf in haar herken, zie ik misschien het onsympathieke in mijzelf in haar terug en dan is het met terugwerkende kracht nog een toer geweest van Naomi Rebekka Boekwijt. Maar ik heb een donkerbruin vermoeden dat Sis niet bedoeld is als negatief spiegelbeeld; dat, met andere woorden, het ongemakkelijke gevoel waar Stemmen me herhaaldelijk liet zitten niet beoogd werd.

Soms is Stemmen heel erg mooi, en ontroerend, en lief, en zacht. Soms wil je het boek in je armen nemen en wiegen en toezingen, soms wil je het mee op kaffee nemen om tesaam het glas te heffen op de kloterij en de schoonheid die leven heet, soms wil je het in een hoek smijten en het daar voor altijd laten liggen.

Een boek als een eindeloze eerste werkdag en je weet nog altijd niet of je daar wel werken wil.
Ofnee. Een boek tastend doorheen te gaan, ofnee, een boek dat tastend door jou heen gaat.
Ofnee. Een boek om te lezen. En dan weer niet. En dan, toch, weer wel.

Naja. Laat ik er dit van zeggen. Stemmen is niet onopgemerkt door me heen gegaan. Een zeker soort kracht kan de schriftuur van Naomi Rebekka Boekwijt dus zeker niet ontzegd worden.

Naomi Rebekka Boekwijt Stemmen

Stemmen

  • Auteur: Naomi Rebekka Boekwijt (Nederland)
  • Soort boek: psychiatrische roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 18 juni 2024
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Naomi Rebekka Boekwijt

Intense en persoonlijke roman over hoe belangrijk een hulpverlener in de psychiatrie kan zijn. Maar hoever mag je gaan om iemand te laten ontdooien die zich bevroren houdt?

Sis is een jonge vrouw die zich afgesloten voelt van de wereld en mensen hoort en ziet die er niet zijn. Wanneer ze Hanne ontmoet, de eerste zorgverlener in lange tijd met wie ze een vertrouwensband opbouwt, begint Sis’ beklemmende situatie te veranderen. Als ze in een woongroep gaat wonen treft ze eindelijk mensen bij wie ze zich thuis kan voelen. Tegelijkertijd heeft ook Hanne haar redenen waarom Sis voor haar die éne patiënt is. Naomi Rebekka Boekwijt laat in deze intense en persoonlijke roman zien hoe belangrijk een hulpverlener kan zijn. Een warm pleidooi voor medemenselijkheid en het elkaar de hand reiken. Maar hoe ver mag je gaan om iemand te laten ontdooien die zich bevroren houdt?

Bijpassende boeken

Arnon Grunberg – Zevenpoot

Arnon Grunberg Zevenpoot recensie en informatie over het nieuwe boek met een vertelling en geïllustreerd door Thé Tjong-Khing. Op 18 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe vertelling van Arnon Grunberg met tekeningen van Thé Tjong-Khing. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de vertelling, de auteur, de illustrator en over de uitgave.

Arnon Grunberg Zevenpoot recensie van Tim Donker

Kwam de les erna. Iedereen zuchten, hakkelen, hoe goed hoe mooi hoe geniaal het was. Dat waren dan de mensen die geacht werden je medestudenten te zijn. De gast die nogmaals naar voren bracht dat hij had horen zeggen dat Grunberg nu in New York woonde sloeg je (in gedachten natuurlijk) op zijn bakkes.

Eén eigenschap van de jaren negentiennegentig was dat ze eindig waren. Het werd 1999, en toen stopte het de jaren negentiennegentig te zijn, toen stopte het een millennium te zijn, een ander millennium brak aan en zette schreden en toen het zo’n beetje eindjeweegs op streek was kwam ik te wonen waar ik nu niet meer woon naast een mens die nu niet meer mijn buurman is. Sergio, zo noemde ik diene mens al heette hij anders. Gedurende een jaar of drie dacht ik dat hij mijn broer was. Hij was ook postbode. Hij hield ook van muziek en zijn muziekliefde en de mijne wandelden voor een deel gelijkstaps al hield hij naar mijn smaak een beetje teveel van postpunk en deed hij naar mijn smaak een beetje teveel mee aan de niet geheel terechte overwaardering van Joy Division als “meest zwartgallige muziek” ooit (is dat niet ook het maakgeloof vanwege het uiteindelijke zelfverkozen lot van die Curtis, mensen?) (en ook: hoe serieus kun je iemand muzieksmaak eigenlijk nemen als hij Vampire Weekend goed vind?). Hij was ook literatuurliefhebber, wat ik waarderen kon, alleen maar om de literatuur, zelfs al deed zijn smaak in boeken mijn wenkbrauwen vaker wel dan niet fronsen. Ja. Ook hij. Liefhebber van. Die eeuwige Grunberg. Ook weer, ook nu.

Weeral sloten zich de jaren tot een lange rij aaneen, en toen. Een stevige griep woekerde en men zag daarin een goede reden. Men zag aanleiding. Men zag manieren. Om in een virus een totalitaire staat te funderen. Iedereen leek dat goed te vinden. Iedereen meende dat gepast. Arnon Grunberg zei er echter sympathiekere dingen over & iets daarin nam me voor hem in, en ik dacht. Ik moet misschien toch eens. Ik moet misschien eens. Misschien moet ik toch eens meer van die man gaan lezen.

Hoe gaat dat met voornemens. Die steken in je kop, die vormen geen blokkades, die lossen weer op, zijn ineens geen voornemen meer.

Maar de voorzienigheid is er altijd. En de voorzienigheid drukt mij Zevenpoot in de hand.

Zevenpoot?

Ja. Zevenpoot. Een sage, of nee, een groteske over de aan achondroplasie lijdende achtbenige Mom. Hij is klein, erg klein, en hij heeft acht benen. Later zeven, vandaar de titel, het waren de kunstenmakers, de roekeloze kunstenmakers, altijd weer de kunstenmaker. Die Mom iets kostten. In dit geval een been.

Dit door Thé Tjong-Khing geïllustreerde leesboek nee voelboek nee veelboek is misschien zoveel als een kinderboek voor volwassenen, dat heet, een grootboek om zich terug klein te voelen.

Want stel je voor hoe het is. Stel je voor hoe het is als je twee mensen bent. Stel, je bent twee mensen, je bent, lawwezeggûh, wat naïef, je bent, lawwezeggûh, wat wereldvreemd. Maar je bent samen, en samen vorm je iets, je weet niet wat, is dat liefde?, en stel dat daar een kind van komt maar dat kind is niet zoals alle andere kinderen, het is kleiner, veel kleiner, en het heeft acht benen in plaats van twee.

Wat je dan doet.

Overgenomen worden. Is wat je dan doet. Door kunstenmakers, door instanties, door de overheid, door een nogal agressieve ietser.

Daarover gaat dit boek. Over de overgenomenheid van iedereen die niet goed begrijpt waardoor ze nu eigenlijk overgenomen zijn. Grunberg beschrijft dat goed. Grunberg beschrijft dat meesterlijk. Al vanaf het eerste hoofdstuk.

De gynaecoloog. Mevrouw Knoblauch die alleen nog maar zwanger is. Gemeten wordt, bekeken wordt, ingeschaald wordt, de gemeten mens, en dat wat in haar groeit ook. “Een arts is gewoon een mens die met andermans gezondheid speculeert”; sjee, een raker kenschetsing van de godganselijke medische stand las ik nergens; “een sterveling die zich tegen het menselijk noodlot aan bemoeit”, heet het later; een schone, een fijne relativering van het al te lang al te hoog geachte “idee” der dokter.

&. Wie geen dokter is, of geen titel heeft en überhaupt niet heel goed begrijpt wie hij is. “Mevrouw Knoblauch voelde zich niet in topvorm. Ze had een snotneus. De schilfers hingen eraan. Overigens heette ze niet mevrouw Knoblauch, ze heette Hilde Geertruide Sabine Maria Stampielinokovski-Marinowicz, maar aangezien vrijwel niemand de achternaam Stampielinokovski-Marinowicz kon uitspreken, had ze de naam van haar echtgenoot aangenomen. Dat was niet feministisch, maar als je Geertruide Sabine Maria Stampielinokovski-Marinowicz heet moet je soms concessies doen. Haar echtgenoot Maximilian Knoblauch was evenmin in topvorm. Zijn schouder deed pijn en over zijn rechterknie maakte hij zich ook zorgen. Hij had tijdens het voetballen een paar akelige trappen gekregen, zijn rechterknie en het linkerscheenbeen waren beplakt met pleisters. Hij voetbalde al jaren, maar zijn hobby kwam er voornamelijk op neer dat hij elke zondagmiddag getrapt en heel soms ook geslagen werd. Niet alleen door de spelers van de tegenpartij, dat kon hij nog billijken, maar soms ook door zijn teamgenoten. Een enkele keer trapte hij terug, maar dat haalde doorgaans weinig uit. De Knoblauchs hadden gelukkig een buurman met een EHBO-cursus. Zo’n man doet zo’n cursus niet voor niks. Die wil de buren graag een handje helpen met het ontsmetten en verbinden van wonden. De blessures van meneer Knoblauch hadden hem nader tot de buurman gebracht.”;

die. De mensen die altijd concessies moeten doen. De vertrapten. De verdrukten. De mensen die alleen maar wonden hebben om voor hen te spreken. Zulke mensen. Zulke mensen als de Knoblauchs zijn. En de wereld waarin zij wonen.

Zij geven geboorte aan een veel te klein kind dat veel te veel benen heeft.

Zij wonen in een wereld waar de supermarkt een slagveld is; de tram een door voetbalsupporters geteisterd oorlogsgebied is; en zo ongeveer alles en iedereen hen de baas is. Hun kind wordt tot kunstwerk gebombardeerd, de koning is een kat, witte privileges moeten te lijf gegaan worden, en iedereen, zelfs vijfjarigen, kan zonder het te weten een (potentiële) pedofiel zijn.

Grunberg neemt in deze groteske veel op de hak. De vermeende ruimdenkendheid van kunstenaars en intellectuelen; de belachelijkheid van hoogwaardigheidsbekleders; het “engagement” in kunst; de “verhevenheid” van woke; het “begrip” voor alles en nog niks van de intelligentsia – van al de dingen waar je als weldenkend mens graag deel van zou willen uitmaken laat de schrijver weinig heel. Dat maakt Zevenpoot tot een bijzonder humoristies boek. Al lezende lachte ik enkele malen luidop, bulderend – iets wat me niet heel vaak overkomt bij het lezen van een boek. De grijns ja, de gniffel ook, een flukse grinnik misschien maar de onbeschaamde bulderlach? Nee. Niet vaak.

Dus. Ten dele een revanche voor Grunberg. Op dat eertijdse Blauwe maandagen, en mijn eertijdse buurman. Ten dele zeg ik, want naar het einde toe lijken de zottigheden steeds meer te mogen gelden als een vrijbrief. Een vrijbrief voor steeds meer zottigheden, en daar gaat het boek toch een beetje inboeten aan zeggingskracht. Maar ik las een Grunberg en ik vond het leuk. Het was een middag, ergens in een tijd, de jaren negentiennegentig waren langvervlogen, ik las een Grunberg, ik vond het leuk, de zon scheen, de koffie smaakte me, ik had gelachen, en bijna, bijna ja, had ik een bericht naar mijn vroegere buurman gestuurd. Wat meer is dan de meeste boeken met me doen. Niet veel meer, maar toch zeker wel een beetje meer.

Arnon Grunberg Zevenpoot

Zevenpoot

  • Auteur: Arnon Grunberg (Nederland)
  • Tekeningen: Thé Tjong-Khing
  • Soort boek: vertelling
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 18 juni 2024
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Arnon Grunberg

‘Onze liefde overwint alles,’ zeggen mevrouw en meneer Knoblauch wanneer ze een piepklein zoontje met acht beentjes krijgen, ‘we houden van hem zoals hij is.’ Maar de buitenwereld heeft haar bedenkingen. Is de achtbener moderne kunst? Een medisch wonder? Een vreemdeling?

Onder de titel Wit privilege met zeven benen (eentje brak per ongeluk af) wordt hij tentoongesteld in het Stedelijk Museum. Toch wil het met zijn maatschappelijke acceptatie niet vlotten. Nadat de ouders hun spaargeld kwijtraken aan een alternatieve genezer, ervaart de jongen in Ter Apel barmhartigheid, misschien ook dankzij zijn vader, die hem heeft voorgehouden: waarheid is wat de mensen willen horen.

Uiteindelijk overwint de liefde alles, maar altijd anders dan je denkt.

Deze speelse en satirische vertelling, in de geest van Rabelais, is ook een zachtaardig commentaar op kunst, cultuur, ideologie en maatschappij. Wie van mensen wil houden moet de zotheid omarmen.

Bijpassende boeken en informatie

Christine Otten – Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld

Christine Otten Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 11 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij De Geus de roman van de Nederlandse schrijfster Christine Otten. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Christine Otten Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld recensie

Na twaalf jaar gevangen te hebben gezeten voor een geweldadig misdrijf komt Anir Achour weer vrij en moet gaan proberen zijn leven op de rit te krijgen. Daarmee is hij een interessant persoon om door Emma van Koningsbruggen bestudeerd te worden om daarmee haar proefschrift te kunnen afronden.

Het thema van de roman is zeker interessant te noemen. Zeker als de grenzen tussen onderzoek en een relatie lijken te vervagen. Echter om de een of andere reden beklijft de roman net onvoldoende. Gelukkig bezit Christine Otten om voldoende literaire kwaliteiten dat je toch blijft doorlezen. De redactie waardeert de roman met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Christine Otten Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld

Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld

  • Auteur: Christine Otten (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 11 juni 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Christine Otten

Na twaalf jaar detentie probeert Anir Achour ‘buiten’ een nieuw leven op te bouwen. Op het bureau van de reclassering ontmoet hij Emma van Koningsbruggen. Emma vindt in Anir de ervaringsdeskundige die ze nodig heeft voor haar proefschrift over de relatie tussen maatschappelijk isolement en criminaliteit. Anir hoopt dat de gesprekken bevrijdend zullen werken. Wat begint als een gelijkwaardige ‘deal’ tussen twee gelijkgestemden, wordt al snel een intieme en broeierige vriendschap, waarbij de wetenschappelijke context naar de achtergrond lijkt te verdwijnen.

Als ik je eenmaal mijn verhaal heb verteld is een roman over grote thema’s: kun je ontsnappen aan je achtergrond en aan de gemeenschap waarvan je deel uitmaakt? Wat maakt je een goed mens? En wanneer ben je echt vrij?

Bijpassende boeken

Koos van Zomeren – Gevolgen

Koos van Zomeren Gevolgen recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse roman. Op 30 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Koos van Zomeren. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Koos van Zomeren Gevolgen recensie

Bij de meeste van ons is Koos van Zomeren vooral bekend als schrijver van natuurverhalen met een grote voorliefde voor vogels. Helaas sneeuwt zijn kwaliteit als romanschrijver daardoor nogal onder. En dat is ten onrecht want ook in dit genre heeft hij zijn sporen inmiddels ruimschoots verdiend. Zijn nieuwe roman Gevolgen is hiervan het overtuigende bewijs. De 76-jarige Walraven die ook al de hoofdpersoon was in de voorgaande roman Omstandigheden, schittert als hoofdpersoon. Na de coronatijd probeert hij zich staande te houden. Dit wordt nogal bemoeilijkt omdat hij ervan overtuigd is dat er een nieuwe oorlog aanstaande is.

De norsheid van Walraven weet Van Zomeren op een haarfijne en scherpe wijze tot uiting te brengen in een roman waarin hij bovendien het huidige tijdsgewricht op uitstekende wijze door de ogen van een zeventigjarige verbeeldt. Een knap stuk werk van de ervaring schrijver dat door onze redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Koos van Zomeren Gevolgen

Gevolgen

  • Auteur: Koos van Zomeren (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 30 mei 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Koos van Zomeren

Een grimmig en geestig boek over ouderdom in een wereld die blijft kantelen. Waar gaat dat heen?

Hier zijn de gevólgen van de roman Omstandigheden (2020), over het wel en wee van oud-boekhandelaar Ronald Walraven. We zijn weer in Arnhem. Walraven is inmiddels 76, maar hij staat nog met beide benen buiten het graf. Daar faalt de overheid en roeren zich fascisten; er is corona geweest en er komt oorlog. En hij maakt zich zorgen over de geheime brieven in het onderste laatje van zijn bureau.

Bijpassende boeken