Tag archieven: Nederlandse roman

Murat Isik – In de mist van Golden Gate Park

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 27 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver van Turkse afkomst Murati Isik.

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie en informatie

Op 11 september 1977 werd Murat Isik geboren in Izmir, een stad in het westen van Turkije. Zijn ouders maakten deel uit van een alevitische Zaza-gemeenschap. Wat een van de redenen was waarom het gezin kort na de geboorte van Murat naar Nederland emigreerde. Zijn vader die atheïst en communist was, ging toch weer in Izmir wonen, maar overleed l vijf maanden na zijn terugkeer in Turkije.

Murat die in Nederland bleef, studeerde al eerder rechtsgeleerdheid aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn debuutroman Verloren grond waarvoor hij de Bronzen Uil ontving verscheen in 2012. Wees onzichtbaar, zijn tweede roman uit 2017, bracht hem de Libris Literatuurprijs 2018. De redactie waardeerde het m=boek met ∗∗∗∗ (uitstekend). Voor de Boekenweek 2019 schreef hij het Boekenweekessay Mijn moeders strijd, gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Begin 2024 verschijnt zijn nieuwe roman In de mist van Golden Gate Park bij uitgeverij Ambo | Anthos.

Murat Isik In de mist van Golden Gate Park recensie

In de mist van Golden Gate Park

  • Schrijver: Murat Isik (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 27 februari 2024
  • Omvang: 704 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 34,95 / € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Murat Isik

In de mist van Golden Gate Park is de schitterende nieuwe roman van Murat Isik, een epische vertelling over het zoeken naar vrijheid en autonomie, het vinden van een grote liefde, de wording van een schrijver en de onoverkomelijke banden met je familie.

Zomer 2001. Metin Mutlu gaat studeren in San Francisco. Met het betreden van deze nieuwe wereld is hij vastbesloten zijn oude zelf achter zich te laten: in plaats van een verlegen toehoorder wil hij in Amerika een zelfverzekerde en daadkrachtige man worden. Een paar weken na zijn aankomst, op Metins vierentwintigste verjaardag, vinden de aanslagen van 11 september plaats.

Metin studeert internationaal strafrecht, maar het idee dat hij zijn leven zal slijten als jurist benauwt hem. Hij stort zich daarom vol op het keuzevak Creative Writing, waar hij de mysterieuze Joan Springfield ontmoet, een briljante doch getroebleerde studente voor wie hij als een blok valt. Zijn nieuwe vrije leven lijkt Metin goed af te gaan. Totdat onaangename ontwikkelingen in San Francisco én op het familiefront zijn verblijf in een heel ander licht stellen.

Murat Isik Wees onzichtbaar Recensie Roman over de BijlmerLibris Literatuurprijs 2018 Winnaar

De jury onder leiding van Abdelkader Benali heeft de roman van Murat Isik – Wees onzichtbaar die is verschenen bij Uitgeverij Ambo | Anthos uitgeroepen tot winnaar van de Libris Literatuurprijs 2018. De redactie heeft Wees onzichtbaar als eerder gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend). Een uitgebreide recensie kun je lezen op de pagina…Murat Isik Wees voorzichtig recensie >

Bijpassende boeken en informatie

Frouke Arns – Vonkie

Frouke Arns Vonkie recensie en informatie van de roman over Schotland van de Nederlandse schrijfster. Op 25 februari 2025 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van de uit Nederland afkomstige schrijfster Frouke Arns. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Frouke Arns Vonkie recensie en informatie

  • “Frouke Arns pakt je bij je lurven.” (de Volkskrant)

Frouke Arns Vonkie

Vonkie

  • Auteur: Frouke Arns (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman over Schotland
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 25 februari 2025
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst roman over Schotland van Frouke Arns

Vonkie is een sfeervol en diepmenselijk coming-to-terms-with-ageverhaal over zelfontdekking en de moed om opnieuw te beginnen, tegen de achtergrond van een van de indrukwekkendste wandelroutes ter wereld.

Met haar rode krullen en vurige karakter kreeg Fenna als kind de koosnaam Vonkie van haar vader. Ook als ze allang volwassen is blijft ze zijn Vonkie, totdat hij haar op een dag door zijn dementie niet meer herkent. Fenna besluit daarop in een opwelling hun gezamenlijke droom in haar eentje te verwezenlijken: bepakt met een rugzak vol kampeerspullen vertrekt ze naar Schotland om de West Highland Way te lopen. De uitdagende wandelroute van 157 kilometer is precies wat ze nodig heeft nu ze op een kruispunt in haar leven staat.

Fenna’s huwelijk is voorbij, haar dochter leidt haar eigen leven en in haar werk als kunstenaar en galeriehoudster voelt ze zich niet meer gezien. Nu ook haar geliefde vader haar niet meer herkent is het tijd voor bezinning. Terwijl ze het ruige Schotse landschap doorkruist en andere wandelaars ontmoet maakt ze ook een innerlijke reis door haar herinneringen, en met elke wandeletappe komt ze tot nieuwe inzichten en meer acceptatie.

Frouke Arns is geboren in 1964. Ze is dichter, schrijver en redacteur. Haar prozadebuut De gelijktijdigheid der dingen (2021) werd lovend ontvangen, genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en bekroond met De Bronzen Uil Publieksprijs. Frouke was stadsdichter van Nijmegen.

Bijpassende boeken en informatie

Marijke Schermer – In het oog

Marijke Schermer In het oog. Op 23 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marijke Schermer. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van In het oog, de nieuwe roman van Marijke Schermer.

Marijke Schermer In het oog recensie en informatie

  • “Een roman die, bij wijze van spreken, een prachtige stoel bouwt en tegelijkertijd zaagt aan zijn eigen poten. Een begrip van de werkelijkheid is mogelijk, zowel door een wetenschappelijke of politieke lens, als door middel van zelfinzicht en een aandacht voor de mensen om je heen.” (Willem Pije, De Reactor)

Marijke Schermer In het oog

In het oog

  • Auteur: Marijke Schermer (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 februari 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 23,50 / € 12,99 / € 14,99
  • Shortlist Libris Literatuur Prijs 2025
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Marijke Schermer

Op een dag krijgt Nicola geen geld meer voor haar bacterie-onderzoek, terwijl ze iets groots op het spoor denkt te zijn. Op min of meer hetzelfde moment wordt ze volkomen onverwacht verlaten door haar geliefde. Dat verlies brengt eerdere verliezen naar de oppervlakte en brengt tevens verloren verlangens bij haar terug. Op drift geraakt hervindt ze de vrijheid. Ze gaat onverstoorbaar door met het kweken van haar bacteriën in een hoek van het laboratorium, en onttrekt zich aan de blik van anderen. Het onderzoek kan een duwtje in de rug gebruiken, en dat duwtje geeft ze dan ook. Ze ontmoet Louis, een man van wie ze volkomen in de ban raakt. Ze bespioneert hem en dringt buiten zijn medeweten zijn huis binnen – een relatie ontluikt. Zowel met Louis als met de leptotrichia animalis in haar laboratorium gaat Nicola haar goddelijke gang en lapt ze regels en normen aan haar laars.

In het oog is een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft. Het is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid – in relaties en in het werkzame leven. En, bovenal, over de helende kracht van de liefde.

Marijke Schermer is geboren in 1975. Ze is actief als toneel- en romanschrijfster. In 2013 verscheen de roman Mensen in de zon, gevolgd door Noodweer in 2016. Haar definitieve doorbraak kwam met de roman Liefde, als dat het is uit 2019, die op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2020 stond. In de reeks wandelboekjes Terloops verscheen in 2021 het verhaal Gods wegen van haar hand. Haar nieuwste roman In het oog, waarover je hier alles kunt lezen verschijnt eind februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Bijpassende boeken en informatie

Rosanna ten Have – Badje 3

Rosanna ten Have Badje 3. Op 22 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Cossee de debuutroman van Rosanna ten Have. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Informatie over schrijfster Rosanna ten Have

Rosanna ten Have is in 1989 geboren in Amsterdam. Ze studeerde creative writing aan het ArtEZ in Arnhem en publiceerde artikelen en verhalen in Vice en Notulen van het onzichtbare. Eind februari verschijnt haar debuutroman Badje 3, waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen bij Uitgeverij Cossee

Rosanna ten Have Badje 3

Badje 3

  • Auteur: Rosanna ten Have (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 170 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Rosanna ten Have

Suzanne is het enige kind dat ooit zakte voor haar zwemdiploma. Twintig jaar later ziet haar life coach dat als een aanleiding voor haar passieve levensinstelling en sociale isolement. De coach dringt aan om weer te gaan zwemmen, om zo in contact met haar emoties en met anderen en te komen. ʻEn gebruik dan LSD,ʼ zegt ze. En dus staat Suzanne twintig jaar na haar laatste zwemles weer op de badrand, en herhaalt ze in haar hoofd: LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen.

Ze komt terecht in badje 3, bij een bonte groep aspirant-zwemmers, onder leiding van de schreeuwende Amsterdamse juf Fab. LSD blijkt moeilijk te werken bij deze vrouwen, die veel ouder zijn dan zijzelf. Bovendien ziet ze tijdens de eerste les al meer naakt dan haar lief is, terwijl ze haar eigen lichaam niet eens durft te bekijken of aan te raken. Het liefst zou ze zich thuis op de bank bezighouden met de knufels uit haar kinderconceptstore, daarmee is het veel makkelijker vertoeven.

Met een nietsontziend oog voor sociaal en lichamelijk ongemak beschrijft Rosanna ten Have hoe Suzanne langzaam uit haar schulp kruipt. Badje 3 is een hartverwarmende en komische roman over een vrouw die de sprong in het diepe waagt.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Bijpassende boeken

Lena Kurzen – Schuilhuisje

Lena Kurzen Schuilhuisje. Op 20 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de debuutroman van Lena Kurzen. Hier lees je informatie over de uitgave en inhoud van de roman. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Schuilhuisje, de eerste roman van Lena Kurzen.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Lena Kurzen is in 1982 geboren in Duitsland en kwam naar Nederland om logica te studeren. Kurzen begeleide als logicus projecten in de scheepsbouw voor Critical Minds.

Daarnaast is Lena Kurzen al een tijd bezig met het schrijven van verhalen die gepubliceerd werden in Papieren Helden en op Shortreads.nl. Schuilhuisje is diens eerste literaire werk dat in boekvorm verschijnt. Het verschijnt naar verwachting in februari 2024 en op deze pagina kun je informatie lezen over de inhoud en uitgave van de roman.

Lena Kurzen Schuilhuisje recensie van Tim Donker

Een onevenwichtige roman.

Denk je. Schrijf je.

&

en dat je het daarbij kunt laten. “Een onevenwichtige roman”, dat zegt eigenlijk alles wat je te zeggen hebt. Je zou het eens bij één zin kunnen laten, waarom niet.

Maar. Nah. Ja. Hum. Waarom niet? Omdat je een besprekerken bent, dat is waarom niet. Een piepklein besprekerken weliswaar, één die zo goed als niks voorstelt maar een besprekerken niettemin. En een besprekerken wil spreken. Spreken over deze roman. Zeggen hoe dat gaat, hoe dat stombelt, hoe dat valt. Hoe het gaan is, en hoe het uit evenwicht geraken is.

Dat het zo goed begint. Dat de eerste bladzijde bloedmooi is, dat je nog denken kon dat je de roman van het jaar ging lezen. Of. Van deze maand toch minstens. Rekenend hoeveel boeken je in een maand leest voorwaar een oordeel dat geen kattendrek is.

Schuilhuisje gaat over een stel. Een stel dat al even samen is, de belangstelling voor elkaar, of vooral de belangstelling van hem voor haar, is al wat verflauwende. U weet. De eerste hitte is er een beetje vanaf, de hele grote lust getemperd, en aan de volumeknop van de verliefdheid van weleer lijkt gedraaid te zijn: ze spreekt minder luid dan ze eerst deed. De kriewelbeestjes kriewelen zachter, of bijna helemaal niet meer. Dat moment. U kent, u weet, u was daar. Kurzen typeert het aldus:

“Ik kijk naar mijn weerspiegeling in je leesbril en ik wil zeggen dat ik van je hou. Ik strek mijn benen onder de keukentafel zodat mijn voeten in de buurt van de jouwe komen. Mijn tenen vinden je pantoffels. Ik wou dat we kinderen hadden. Of een hond. Dan hadden we iets om over te praten omdat er van alles geregeld zou moeten worden. Zijn de poepzakjes alweer op? Heb jij het knuffelkonijn gezien? Ja, we hebben je bonsai, maar die heb jij vanochtend al water gegeven, dat heb ik zelf gezien en jij zag dat ik het zag, dus daar hoeven we het niet meer over te hebben. Ik wil je vragen of je nog koffie wilt, maar je hebt je tweede al op en je mok afgewassen en in het afdruiprek gezet. Je hebt niet door dat ik continu tegen je praat in mijn hoofd. Wanneer ik er precies mee ben begonnen weet ik niet meer. Het moet zijn geweest toen ik me voor het eerst afvroeg of je liever de was doet of een natuurdocumentaire kijkt dan seks te hebben met mij.”

Het zijn de eerste regels van Schuilhuisje en ik vond ze in al hun gewoonheid wonderschoon. Ja, wonderschoon omdat zich hier in een halve bladzijde bijkans een heel leven, of in ieder geval een halve relatie, ontrolt. Kurzen zet met een paar minimale streken twee mensen neer over wie je alles wat je niet al denkt te weten, snel zou kunnen raden. Dat van die hond. Dat van die kinderen. Inderdaad. Er komt een tijd in een relatie, in een huwelijk, dat de kinderen je voornaamste gespreksonderwerp gaat zijn. Dat je met angst en beven denkt aan de tijd dat die ooit het huis uit gaan, want waar moet je het dan nog over hebben. Maar hopen dat ze in de buurt zullen blijven, of anders vaak contact opnemen via welk communicatiemiddel dan ook dat dan populair zal zijn zodat ze nog genoeg stof opleveren: dat je nog praten kunt over hun banen, hun nieuwe huizen, hun auto’s, hun wederzijdse partners waar je dit of dat van kunt vinden.

En dan dat “ik” en “jij”. Dat vond ik ook mooi. Heel het boek is feitelijk een monoloog van haar, die de “ik” is, aan hem, die de “jij” is. Sterk. Zij denkt alles op, richt het aan hem, en de lezer die tussen die denkgolven in komt en het opvangt. Het geeft het boek een intieme, sterke kracht. De lezer als getuige van iets wat eigenlijk niet aan hem gericht is, sterker kan een schrijver je niet bij de verhaalfiguren betrekken.

Dat is waar het boek (sterk) staat, waar het gaat, waar het marsjeert. Maar al gauw gaat het mis. De val komt al snel.

Want wat de grote kracht was, in weinig woorden toch veel zeggen, raakt verloren. Veel te snel krijgt de lezer -ineens- veel te veel informatie. Hoe de relatie begonnen is. Hoe braaf en gezapig het nu is. Veel te veel gezeur over heel erg weinig: al die supermarktbezoekjes, waarbij ze zich dan ook nog eens netjes aan alle coronaregeltjes houden. En dat met die slagroomspuit, dat is dan natuurlijk een of andere sexuele toespeling, het gaat ook veel te vaak over sex in dit boek. Alsof dat de enige graadmeter is waaraan je kunt aflezen hoe goed of hoe slecht het zit in een relatie.

Na dat subtiele begin wordt “de ingedutte relatie” juist op bijzonder stereotype wijze neergezet. Over alles wat er in huis gebeurt, wordt in de eerste persoon meervoud gedacht. Dit doen wij altijd zo, dit zetten wij altijd daar neer, dit gaat altijd zus: gans het leven, gans het samenzijn ingericht volgens een oneindig aantal regeltjes en gewoontetjes; alsof er in een (vastgegroeide) relatie geen enkele individualiteit meer kan bestaan. Maar ook de twee hoofdfiguren blinken uit in kleurloosheid. Bij gebrek aan kinderen (of een hond) hebben ze hamsters, en een bonsai (het kind en de bonsai, waar kennen we dat ook alweer van?). Ze houden zich ook binnenshuis strikt aan de coronaregeltjes (bestond dat echt?), ze kijken steeds op de RIVM-site om te weten wat er nu weer (niet) mag. Hij heeft zij hele leven al de meest suffe hobby’s, interesses en voorkeuren, maar hoewel zij nog de meest bruisende van de twee zou moeten zijn, kun je haar evenmin op een krachtige persoonlijkheid betrappen. Als hij over zijn ex (waarover later meer) iets positiefs zegt, één of ander lullig compliment dat eigenlijk nauwelijks die naam mag hebben omdat het iets is wat je ook over duizend andere mensen kunt zeggen, peinst zij:

“Ik vraag me af wat mijn goede eigenschappen zijn waarover je anderen wel eens vertelt. ‘Ze kan cadeaus inpakken met cadeaupapier waarvan je denkt dat het te klein is, dan legt ze het papier schuin en dan past het ineens.’ Of: ‘Ze weet van elke emoji precies wat die betekent, dat is soms iets heel anders dan je zou denken.’ Of: ‘Ze kan in elke situatie een selfie maken, zonder dat het heel lang duurt of er onhandig uitziet, zelfs met een hele groep mensen erop en die passen dan allemaal in het beeld.’”

Als dit het soort “kwaliteiten” is waarop je jezelf wilt laten voorstaan, of -erger nog- als je voorstelt dat je lief vooral trots is omdat je deze duffe eigenschappen hebt, dan kun je toch nauwelijks nog aanspraak maken op het predikaat “mens”, dan ben je eerder een vormloos wezen, een lichtloos, existerend samenraapsel van toevallige stupiditeiten. Kurzen zal zo haar redenen hebben gehad om twee hoofdfiguren op te denken die bijna perfect zijn in hun gebrek aan eigenheid (ik vermoed dat het vervolg van het boek, waarover later meer, daar alles mee te maken heeft) maar ze maakt het de lezer wel zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, zich in te leven in deze mensen, in hun liefde, in hun lust. Vooral vraag je je af waar ze de euvele moed vandaan denken te halen een ander belachelijk te maken om haar nietszeggendheid, waarover later – ach laat ook maar.

De schoonheid  van het minimale werd bedolven onder de lelijkheid van het veel te vele. Vooral omdat het vele dient om het weinige dat er is te benadrukken.

Iets diergelijks gebeurt er met het leeftijdsverschil tussen hem en haar. Er zit nog een heel leven achter hem. Hij is getrouwd geweest; samen met ex  Femke heeft hij zoon Joris. Als het gaat over een bokswedstrijd die hij ooit zag in de beginjaren van zijn huwelijk met Femke, realiseert zij zich dat zij toen in groep drie zat. Bijna achteloos, in een terzijde, komt de lezer te weten dat zij dus jonger is dan hij; veel jonger! Daar toont Kurzen weer haar kracht: twee streken en nog een leven, een levensgroot verleden staat op het doek. Totdat het leeftijdsverschil keer na keer, tot vervelens toe, weer benoemd moet worden. De schoonheid van het minimale, en dan meteen weer de lelijkheid van het teveel.

Femke wordt een courgette genoemd, omdat, zo redeneert hij, een courgette zo smaakloos is dat de groente zich onmiddellijk aanpast aan het gerecht waaraan het wordt toegevoegd. Daarom past een courgette in haast alles, zelfs in zoete gerechten. Zo zegt hij. Nu behoort courgette toevallig tot mijn favoriete groenten, en doe ik het inderdaad in bijna alles wat ik maak (tot groot verdriet van mijn zoon). Veel smaak heeft het niet nee, maar smaakloos zou ik het toch niet noemen. Complementair misschien eerder. De courgette is in hun hoogstpersoonlijke taal symbool voor alles dat laf is en geen stelling durft te nemen, of nog, vooral eigenlijk voor Femke. Dat niemand ooit iets lelijks zou mogen zeggen over iemand met de naam Femke is mijn hoogstpersoonlijke mening, daar hoeft Kurzen niks mee, maar op een meer algemeen niveau is het toch weinig kies om honend te spreken over de moeder van je zoon. Zeker als zowel jij zelf alsook je nieuwe lief nu ook niet echt volslagen unieke personen genoemd kunnen worden.

De laatste keer dat Schuilhuisje staat & loopt & marsjeert & valt, is tegen het einde van het boek. Zoals steeds begint het geweldig. Hij leidt een dubbelleven; Kurzen neemt de lezer hier onontkoombaar in mee. Er worden zaadjes geplant, vermoedens, ideeën, onderbuikgevoelens. Er zijn rare brieven, er zijn dingen die niet kloppen, er zijn verklaringen die rammelen. Kurzen zet dit op geslepen wijze uit; al vroeg in de roman ruikt de lezer onraad en begint er van alles te borrelen in brein en in lagere regionen. Hij zal wel dit, hij zal wel dat. Met al haar verdenkingen achtervolgt zij hem, de lezer volgt mee, hij gaat niet naar zijn werk zoals hij zei dat hij zou, misschien gaat het in de richting van het Amsterdamse bos en de lezer denkt, of, naja, deze lezer dan toch, zie je nou wel dat had ik meteen al vermoed met die gast, maar dan, ineens, toch, een onverwachte afslag.

Hij blijkt iets of zijn kerfstok te hebben. Mag ik dat zeggen? Kan ik dat verklappen? Hij blijkt een strafblad te hebben.

De Onverwachte Wending!

En hee, hoe goed doet Kurzen dat. Het is iets dat ik niet had verwacht, nee, ik dacht al vrij zeker te weten welk dubbelleven zij kon ontdekken van hem maar dan is het toch iets dat ik niet bedacht had.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan is de lezer geprikkeld.

En dan duurt het nog een bladzijde of wat voordat alles bekend is. En daar is dan het vallen. Daar was dan het lopen, daar was dan het gaan, daar was dan het vallen.

Een crimineel, nee, dat had de lezer niet in hem gezien. Maar de aard van het vergrijp verwondert dan weer niet. Ja. Zoon vent die heftig knikt bij alles wat de pseudo-fascist tijdens de persconferenties afkondigt als het als “nieuwe normaal” verexcuseerde totalitarisme, zoon nette burgerman, zoon klootloze levende dode – ja, het is niet verwonderlijk dat een tiep als hij de katjes in het donker knijpt.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan gaat het -weeral!- veel te lang door.

De Onverwachte Wending schudde me wakker. Ademloos las ik enkele sleutelpassages. Dat deed Kurzen goed, dat deed Kurzen fantasties. Maar als de roman eigenlijk al “af” is, en niks nieuws meer te bieden heeft, zijn er nog net iets teveel pagina’s te gaan. En omdat de hoofdfiguren me nergens sympathiek werden, is het einde onbegrijpelijk voor mij. Zij gooit hem het huis uit, vergeeft hem niet veel later om god weet welke redenen, zoekt hem op om de relatie te continueren. Want hij was misschien een beetje saai eerst, maar nu blijkt hij “stout”, en dat maakt hem interessant. (?). Sja. Ik geloof niet dat ranzig hetzelfde is als “stout”. Dus. Het sleept. En het sleept. En als het stopt te slepen weet je niet goed waarom we gekomen zijn waar we gekomen zijn.

In Schuilhuisje schuilt heel veel. Een opmerkelijke vertelinstantie, een sterke penseel, een Onverwachte Wending die -ten dele- daadwerkelijk onverwacht is. Maar meer schuilt er daar, iets teveel schuilt daar ook. Dat is dat onevenwichtige. Dat is wat maakt dat dit boek loopt, en gaat, en valt. Maat dit maar een debuut. Een debuut is nog geen oeuvre. Er kan nog meer. Er kan nog meer bij. Volgende boeken. Die misschien gans de tijd in evenwicht zullen zijn. Of, beter nog, vallen. Ja. Boeken die altijd maar struikelen en vallen en ter aarde storten. Dat is precies het oeuvre dat je Kurzen gunnen zou.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Schuilhuisje

  • Auteur: Lena Kurzen
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 20 februari 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Lena Kurzen

Amsterdam, 2020. Een stel werkt vanuit huis aan een kleine keukentafel. Zij droomt van een kind met hem, hij mist zijn zoon. Hoewel de twee de dagen samen doorbrengen lukt het hun niet om werkelijk contact te maken. Ergernissen kunnen niet uitblijven. Wanneer zij niet goed voor zijn bonsaiboompje zorgt en hun cavia’s door zijn toedoen in de prullenbak belanden, dreigt de situatie te escaleren. Dan komt ze erachter dat hij een dubbelleven leidt, hoe meer ze daarover te weten komt hoe meer ze heen en weer geslingerd wordt tussen ontkenning en nieuwsgierigheid. Hoe lang kunnen ze nog doen alsof er niets aan de hand is?

Op onderkoelde toon en in een volstrekt eigen stijl neemt Kurzen de lezer mee in de geest van een vrouw die haar gedachten niet hardop uitspreekt. Schuilhuisje is een pijnlijk grappige roman over misverstanden, onvolkomenheden en verlangens.

Bijpassende boeken

Pepijn Lanen – Gezeik

Pepijn Lanen Gezeik. Op 19 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van Pepijn Lanen, Faberyayo. Hier lees je informatie over de uitgave en inhoud van de nieuwe roman. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Gezeik, de nieuwe roman van Pepijn Lanen.

Pepijn Lanen Gezeik recensie en informatie

Pepijn Lanen is geboren op 4 augustus 1982 in de stad Utrecht. Hij is vooral bekend als rapper Faberyayo van de groep De Jeugd van Tegenwoordig. Na zijn middelbareschooltijd aan het Christelijk Gymnasium Utrecht verhuisde hij naar Amsterdam om Europese studies te volgen aan de Universiteit van Amsterdam. Naast rapper en tekstschrijver is hij ook actief als roman- en verhalenschrijver.

In 2013 debuteerde Pepijn Lanen met de verhalenbundel Sjeumig gevolgd in 2016 door zijn debuutroman Naamloos. De graphic novel Hotel Dorado uit 2018 die hij samen met Floor van het Nederend maakte, was zijn volgende boek. In 2019 verscheen zijn voorlaatste boek de avonturenroman Het wapen van Sjeng, door de onze redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed). Zijn nieuwste roman waarover je hier veel kunt lezen, verschijnt in maart 2024.

Pepijn Lanen Gezeik

Gezeik

  • Auteur: Pepijn Lanen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 19 maart 2024
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 10,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Pepijn Lanen

In Gezeik, de nieuwe roman van Pepijn Lanen, vergeet ex-rapper en eindeloos struggelende midlifer Aad een belangrijk familieweekend. Hij zet alles op alles om zijn vrouw, internationaal vermaard fitnessgoeroe, en wereldwijze kinderen te bewijzen dat hij hun bestemming heus zal bereiken, probleemloos en op tijd.

Haperende techniek, kaasninja’s, zijn eigen warrige hoofd, pretenties en frustraties zitten hem hierbij danig in de weg. Naarmate de slapstickachtige road-, sky- en watertrip vordert, wordt duidelijk dat behalve het laatste restje van Aads eer ook het voortbestaan van de samenleving op het spel staat.

Gezeik is een odyssee waarvan het doel lang ongewis blijft. Onzinnig gezeik, existentiële crises en keiharde actie wisselen elkaar in rap tempo af, en te midden van de chaos tekent de ware bestemming van antiheld Aad zich steeds duidelijker af.

Pepijn Lanen Het wapen van Sjeng RecensiePepijn Lanen (Nederland) – Het wapen van Sjeng
avonturenroman
Waardering redactie∗∗∗∗∗ (zeer goed)
Originele en spannende avonturenroman gesproten uit het brein van een creatieve geest…lees verder >

Bijpassende boeken

Aisha Dutrieux – Wat wij verzwijgen

Aisha Dutrieux Wat wij verzwijgen recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe autobiografische roman. Op 13 februari verschijnt bij uitgeverij Spectrum de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Aisha Dutrieux. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave. 

Aisha Dutrieux Wat wij verzwijgen recensie

  • “De sobere stijl, de kalme, niet woedende toon dragen bij aan de werking, de impact van dit verhaal over een schraal en aangevreten leven op een emotioneel rantsoen.” (Manon Uphoff)
  • “Een parel met een scherpe rand. […] Dutrieux schreef dit heftige verhaal sober op, waardoor het hard binnenkomt.” (Mezza)

Aisha Dutrieux boeken en informatie

Aisha Dutrieux is geboren in 1983. Voordat ze aan de slag ging als schrijfster, was ze rechter. Met enige regelmaat verschenen er columns van haar hand in de Volkskrant. Ze debuteerde in 2021 met de roman Het leven noemen waarvoor ze een aantal lovende kritieken ontving. Slechts een jaar later, in 2022 verscheen Wees niet bang, haar tweede roman. En nu is er haar derde roman Wat wij verzwijgen, waarover je hier alles leest en die in februari 2024 in de boekhandel liogt.

Aisha Dutrieux Wat wij verzwijgen

Wat wij verzwijgen

  • Auteur: Aisha Dutrieux (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse autobiografische roman
  • Uitgever: Spectrum
  • Verschijnt: 13 februari 2024
  • Omvang: 230 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Aisha Dutrieux

Een adembenemende autobiografische roman over het overschrijden van grenzen en de Nederlands-Indische zwijgcultuur.

‘Wat als je jezelf te veel verhalen vertelt? Wat als ze verschillen, niet naast elkaar kunnen bestaan omdat ze onderling onverenigbaar zijn? Een lieve suikeroom, beste maatje. Twee-handen-op-een-buik, zoals jij ons altijd noemde. En tegelijk: schender van vertrouwen, van grenzen tussen wat van jou is en wat van mij.’

Na het overlijden van haar oom gaat Mia naar zijn appartement. Het is er leeg, vies en schimmelig. Vijfentwintig jaar geleden zagen ze elkaar voor het laatst. De dag dat ze haar ouders vertelde wat zich tussen hen had afgespeeld, viel haar Indische familie uiteen.

In een opwelling begint ze de woning leeg te halen en schoon te maken. Ondertussen praat ze tegen haar oom, vertelt hem hoe haar leven is verlopen en vraagt zich af welk leven hij heeft geleid. En ze ontrafelt welk aandeel het Indische zwijgen heeft gehad in de geschiedenis van haar familie, en in haar eigen verleden. Het resultaat is een ontroerend, schrijnend en kwetsbaar verhaal dat onder je huid kruipt.

Bijpassende boeken

Sebastiaan Chabot – Olifantenpaadjes

Sebastiaan Chabot Olifantenpaadjes. Op 13 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de tweede roman van de Nederlandse schrijver Sebastiaan Chabot. Hier kun je uitgebreide informatie over de roman lezen. Daarnaast besteden we aandacht aan de boekbesprekingen en recensie van Olifantenpaadjes, de roman van Sebastiaan Chabot.

Sebastiaan Chabot Olifantenpaadjes recensie

De debuutroman van Sebastian Chabot, De slaap die geen uren kent verscheen in 2020. Over het algemeen werd het boek goed ontvangen en onze redactie waardeerde de roman met ∗∗∗∗ (uitstekend). Naar verwachting verschijnt zijn tweede roman waarover hier uitgebreide informatie te lezen is in februari 2024.

Sebastiaan Chabot boeken en informatie

Sebastiaan Chabot is geboren in 1989 in Den Haag. Hij is de oudste zoon van schrijver Bart Chabot en broer van Maurits, Splinter en Storm Chabot. Na de studie geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Daarna volgde hij de de tweejarige opleiding Creative Writing aan de New York-universiteit. Bijzonder is dat hij een van de weinige gelukkigen was die werd toegelaten. Van de ongever 2400 aanmeldingen werden er twaalf toegelaten. Hij volgde er colleges van van de auteurs Zadie Smith, Martin Amis en Joyce Carol Oates. Als meest beloftevolle student van zijn jaar, kreeg hij ook alle studiokosten vergoed.

Sebastiaan Chabot Olifantenpaadjes

Olifantenpaadjes

  • Auteur: Sebastiaan Chabot (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 13 februari 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de tweede roman van Sebastiaan Chabot

In Olifantenpaadjes huurt een gelukkig gescheiden gezin eens per jaar een villa aan de Zuid-Franse kust om het leven van voor de scheiding na te bootsen. Ieder gezinslid denkt dat ze het voor een ander gezinslid doen, maar alleen professor Raad weet dat hij het voor zichzelf doet. Die paar dagen aan de Zuid-Franse kust behoren elke zomer weer tot de gelukkigste dagen in zijn jaar.

Maak kennis met Rachel, Raads ex-vrouw, die haar nieuwe man heeft beloofd dat dit de laatste keer is dat ze met haar vorige gezin op vakantie gaat. Ontmoet hun kinderen, Sara en Gabriël, van wie het lijkt alsof de toekomst hen gemakkelijk afgaat. En volg het alleenstaande leven van Grant, Rachels moeder, die kibbeling eet met een poncho aan om te voorkomen dat haar nette zomerkleding onder de vetvlekken komt. Olifantenpaadjes is een tragikomische roman over een familie die tegen beter weten in vasthoudt aan oud en beproefd geluk, ook al zijn de barstjes in het firmament duidelijk zichtbaar.

Sebastiaan Chabot De slaap die geen uren kent RecensieSebastiaan Chabot (Nederland) – De slaap die geen uren kent
debuutroman, familieroman
Uitgever: Atlas Contact
Verschijnt: 3 maart 2020
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)

Bijpassende boeken en informatie

Dilan Yurdakul – Maskerziel

Dilan Yurdakul Maskerziel. Op 6 februari 2024 verschijnt bij Meridiaan Uitgevers de debuutroman van de Nederlandse actrice Dilan Yurdakul. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Dilan Yurdakul Maskerziel recensie van Tim Donker

Dit boek was me een huwelijk.

Nee.

Wacht.

Begin anders. Begin beter.

De psychiater Mo in Bram de Ridders Een aangenaam zwaar hoofd peinst erover. Over dat er wij-culturen bestaan en ik-culturen. En dat hij, Mo, als achtergrond een wij-cultuur heeft maar dat hij nu leeft in een ik-cultuur. En ik dacht o. En ik dacht hm. En ik dacht ja. Want het spreken over culturen, en scherp onderscheiden tussen culturen, bevalt mij nooit zo. Maar toch. Er zal wel iets van zijn. Er zullen wel culturen bestaan waarin familie, groep, land, afkomst heiliger is dan in andere culturen; zo goed als er culturen zullen bestaan waarin het ik het alles is, een ik dat vrij is, autonoom is, aan niemand rekenschap hoeft af te leggen. En dat het zijn kan, dus, dat je opgevoed bent vanuit het wij maar te leven hebt in het ik.

Misschien geen cultuur. Misschien een tijd.

Zegt Harry Kunneman, inderdaad een humanist, spreekt hij over, praat hij van theemutscultuur naar walkman-ego (maar ach de walkman ook alweer verleden tijd dus denk liever oortjes-ego. of smartphone-ego, kan ook). De zuilen, de klassen, de plaatsen. Ze lagen vast, en iedereen wist ervan. Onder de theemuts was het fijn, onder de theemuts was het warm. Onder de theemuts was je geborgen. Misschien moet je delen van jezelf verzwijgen. Misschien kon je niet spreken zoals je wou. Dat was dan misschien de prijs die je moest betalen voor saamhorigheid. Je moest je laten onderdrukken om erbij te horen, anders pasten we niet allemaal onder de theemuts. Het walkman-ego nee p’don het smarthphone-ego emancipeert: een mens mag zelf uitzoeken wie hij is, wat zijn stijl is, hoe zijn levenswandel eruit moet komen te zien. Je moet de theemuts ervoor inleveren. Je moet de saamhorigheid ervoor gedag zeggen. Je moet kiezen. Wil je eenzaam zijn of wil je onderdrukt worden?

Een dualisme als dit is natuurlijk te eenvoudig: ook in een ik-cultuur bestaan totalitaire neigingen, soms vermomd als kapitalisme; andere keren als solidariteit. We hebben niet per se een opper-fascist als Bennie Jolink nodig om te weten dat ook in geïndividualiseerde, zogenaamd “vrije” samenlevingen het niet altijd op prijs wordt gesteld om een andere mening te zijn toegedaan dan de massa. Botsingen tussen tijden kennen lange naweeën. Misschien juist daarom begon ik met meer dan gemiddelde interesse aan Maskerziel. Om de frictie te kunnen begrijpen vanuit de breuk. Om te zien hoe het eruit zag toen het nog geen gepasseerd station was. Als reflectie op deze tijd, dit land, dit zijn hier. Het zo vaak geroemde individualisme, wat hebben we ervoor moeten inleveren (een theemuts misschien), en wat heeft het ons gebracht (dat je kop door de jolinks van deze wereld wordt afgehakt omdat je wou zien hoe het maaiveld er van boven uit zag)?

Want, dacht ik, een boek over iemand met een wij-cultuur als achtergrond die het moet zien te rooien in een ik-cultuur. En de spanningen die dat meebrengt. Is wat ik dacht. En ik begon te lezen. In een andere tijd, in een elders. Vandaar dat ik huwelijk zeg. Het duurde. En het duurde.

Het begon in een van regen en slijk druipende februari, in Zeeland.

We waren vrij. We wilden naar zee.

En het was daar ook, dat ik lezen wou. Lekker lezen in slijk en modder, dat ging mooi zijn. Met hemelwater voor ogen. En ik dacht aan vijfde merdidiaan, ik dacht aan J. Weverbergh. Daniël Robberechts die tegen het personage ging. Misschien wel de mooiste boeken van Marcel van Maele. Eduard Visser over de homo sapiens en over et cetera. Of. De helm van aarde. Al die keren Jef Geys, misschien wel het enige boek van Walter van den Broeck dat je echt moet lezen. O. Julien Weverbergh. Ook hij nu dood.

En ik dacht aan. Ik dacht aan dingen. Aan een uitgeverij die zich Meridiaan noemt, wat bij mij meteen associaties oproept met de vijfde, en al was dat natuurlijk geen aparte uitgeverij, daarmee meteen alle ruimte biedt aan ideeën over durf, en dat dat toen nog kon, vrij spreken in de vrije ruimte, dat een uitgever zich niet meteen afvroeg of daar wel vraag naar was.

Gaf 5E meridiaan ooit een vrouw uit eigenlijk?

Begint Maskerziel:

“Ik ben tot schaap opgevoed. Ik ben opgevoed om als een schaap te lopen, als een schaap te eten en als een schaap te denken. Ik ben opgevoed om altijd klaar te staan, om de gewoonte te omarmen en om de routine die al eeuwenlang onderhouden wordt niet te doorbreken. De routine waarop we overleven.

Ik ben opgevoed om te denken dat de kudde belangrijker is dan ikzelf. Dat ik hoe dan ook achter de kudde aan moet lopen. Dat ik op een vaste tijd moet denken, moet studeren, moet neuken. Routineus een geliefde vinden. Routineus baren. Routineus met mijn kroost de rest van de kudde opzoeken. Routineus onze zelfgebakken broodjes eten. Routineus klagen, jammeren. Ik moet vooral routineus mijn passie vinden. Mijn passie die binnen de kudde past. Arts, verpleegkundige, mondhygiënist, jurist, kapper. Alles om andere schapen te kunnen helpen, mag mijn passie zijn.”

En dit is hoe het begint.
Dit is hoe het begon. Dit is hoe het huwelijk begon. Het huwelijk begon in Zeeland. Het huwelijk begon met regen op de ruiten. Zand dat striemde.

En ik dacht nog dat dit was hoe ook een vijfdemeridiaanboek had kunnen beginnen, en weer dacht ik aan vijfde meridiaan, en weer aan Marcel van Maele en Eduard Visser en Julien Weverbergh. En weer dacht ik dat het goed was. Wel. Er is vrijwel geen woord denkbaar waaraan ik een grotere hekel heb dan “kroost” maar voor effekt past het in dit stramien. Is wat ik dacht, toen het huwelijk begon.

Maar wie huwelijk zegt zegt sleur, en hoe gauw sleur.

Hoe gauw gedaan met grootste verwachtingen.

Geen exotisme, geen spagaat tussen wij en ik, tussen hier en daar, tussen toen en nu. Geen overpeinzingen over frictie tussen wat je meegegeven wordt, en waarmee je te leven hebt zodra je buiten de deur komt. Nee. Alledaagsheid. Of. Naja. In ieder geval weinig andere dingen dan dat wat ik zelf gekend heb. Mijn ouders komen gewoon maar in Utrecht (al was dat in het kleine dorpje in Brabant waar ik in de zeventiger en tachtiger jaren opgroeide misschien al buitenissig genoeg) maar ik las bij Yurdakul verbazend veel dat opgetekend had kunnen zijn uit mijn eigen leven. Op de kleuterschool durft de ikpersoon uit Maskerziel de Turkse gerechten die ze de avond tevoren gegeten heeft niet te noemen uit angst dat haar klasgenoten het niets zou zeggen waardoor ze nog meer buiten de groep kwam te staan. Ach ja. Mijn moeder. Mijn lieve moeder, zelf opgegroeid op de straten in hartje Utrecht, volksvrouw in hart en nieren maar met een passie voor koken – die zette de hele wereldkeuken op tafel. Wij aten paella, uiensoep, shoarma, ratatouille, quiche lorraine, chili con carne of caldo verde in een tijd in een hoek van Nederland waarin dat allemaal niet bijzonder gebruikelijk was. Ik weet niet meer of ik er op school over vertellen dierf of niet, maar ik weet wel dat ik mijn hart vasthield als vriendjes rond het avondeten nog bij mij waren en door mijn moeder werden uitgenodigd om aan te schuiven aan de dis.

En ze wordt gepest. De ik. Misschien een versie van Dilan Yurdakul zelf. Maar wie is er nooit gepest? Iedereen is gepest. Of. Dat ze als laatste werd gekozen bij gym. Of dat haar moeder nooit aardige dingen tegen haar zegt. Of dat haar ouders niet goed met elkaar overweg kunnen. Of dat ze binnenshuis een ander masker draagt dan daarbuiten. Ja. Ik. Jij. Wij allemaal. Of dat ze gaat studeren, maar het is het niet helemaal voor haar, en misschien zijn andere dingen belangrijker, acteren misschien, maar waarin dan, misschien het toneel, misschien solovoorstellingen, misschien een te acroniemiseren soapserie, misschien ook dat niet, waar is het te vinden, de vervulling, het doel, de passie, zoveel vriendjes komen langs en het gaat met allemaal nogal stroef. Tsja. Ik. Jij. Wij allemaal. Ooit deed je waar je goed in was, of wat in je clan gebruikelijk was, of wat je vader je had geleerd. Je ving vissen want je woonde aan het water, en je had een boot, en zo gingen de dingen. En een ander was goed in hutten bouwen en die bouwde een hut voor je en jij gaf hem wat vissen in ruil, en zo gingen de dingen. En toen moest een stomme idioot zo nodig bedenken dat het beter was om bij transacties iets te gebruiken van vaste waarde, het konden waardepapiertjes zijn ofzo, of plakjes goud van een bepaald gewicht. En een andere idioot (of wie weet dezelfde) bedacht dat je die waardepapiertjes en die goudplakjes niet zomaar kon krijgen, daar moest je iets voor doen. En ineens deed je niet gewoon zomaar wat, ineens had je een baan. En de mensheid bleef maar groeien en groeien en groeien en op een gegeven moment waren de zinnige banen op en toen moesten er onzinbanen komen om ook de mensen die dingen deden waar niemand wat aan had in staat te stellen hun boodschappen te blijven betalen. En misschien groei je op in een gezin waar studeren de norm is, en dan weet je dat je gaat studeren, maar wat ga je studeren, je bent achttien of negentien of twintig, weet jij veel wat je aan moet met alle jaren die je nog voor je hebt, je kiest maar wat, je doet maar wat. En op een dag studeer je af en dan moet je allicht kiezen voor baan die in lijn is met wat je gestudeerd hebt, maar wat als je er al in je eerste studiejaar achter kwam dat dit niks voor jou is en je toch maar doorging, al die jaren lang, omdat je ook niet zo goed wist wat het dan wel moest zijn? En al die mensen van het andere of hetzelfde geslacht, van sommigen kun je houden, van anderen niet, met sommigen krijg je een relatie, met anderen niet, wie kan er een leven lang in je ziel wonen, weet jij veel. Zo kwakkel je door dat ding dat leven heet. Ik. Jij. Wij allemaal. En even denk ik nog dat Maskerziel niet het boek is van het wij versus het ik maar gewoon van het wij allemaal: de roman van iedereen, het verhaal van elke mens op deze aarde. En daar red je even een boek mee. Daar red je even een huwelijk mee. O wat grappig, al die overeenkomsten die we blijken te hebben.

Waarom lees je boeken? Soms vraagt een mens zich af. Waarom lees ik al die boeken, die hele stapels, sommige komen op mijn eigen initiatief hier, andere komen ongevraagd. Waarom blijf ik lezen, waarom blijf ik altijd weer met graagte terug keren naar mijn leesstoel die p’sies in het midden van twee bijna manshoge boekenstapels staat. Mag een boek gevuld zijn met alledaagsheid, ja dat mag, graag zelfs, ik lees liever over wat eigenlijk recht voor mijn deur ligt maar door mij nooit met zoveel aandacht bekeken werd dan over iets spectaculairs dat voor mij toch nooit vlees aan de botten zal krijgen. Wat is dan toch de teleurstelling in dit huwelijk, in Maskerziel? Misschien wilde ik inzicht in waar het ik zich van het wij losmaakte, misschien wilde ik weten waar theemuts walkman werd. Ik ken het wij vooral in negatieve zin, en eigenlijk, eerder dan bij Yurdakul beschreven lijkt te worden, als iets dat voornamelijk buitenshuis zijn rol opeist. Mijn ouders waren individualisten, of toch, tiepes die op hun eigen hippie- of anarchistenmanier niet wilden zwichten voor de massa. Op scholen heerste echter het veelkoppige monster. Wees als wij allemaal zijn, of we slaan je elke dag in elkaar. Ik had er niet zo heel veel zin in om elke dag in elkaar geslagen te worden, maar te zijn zoals zij waren leek me ook niet de aantrekkelijkste optie. Misschien zocht ik naar een minder negatief wij. Het wij dat bergt en troost en er altijd is, en slechts minimale opofferingen vraagt. Het wij dat het schapendom aantrekkelijk kan laten schijnen. Of. Weet ik veel. Iets in Maskerziel. Misschien ook wilde ik alleen maar zwemmen in haar taal.

Dat is wel iets.
Ja.
Dat is iets.

Yurdakul kan schrijven!

“Ik zou hier niet zijn als mijn overgrootvader niet had besloten op een dag mijn opa uit het dorp te verjagen. Waardoor opa besloot van Sivas naar Ankara te gaan om daar een nieuw bestaan op te bouwen met zijn gezin, toen nog bestaande uit mijn oom en vader.
Ik zou hier niet zijn als mijn opa niet naar Nederland was gegaan, om voor de NS te werken.
Om de sporen in de gaten te houden.
Ik zou hier niet zijn als hij mijn oma niet had meegenomen, die in de Nestléfabriek ging werken. Inmiddels waren er drie zonen.
Ik zou hier niet zijn als de drie zonen niet ook overgevlogen waren. Voor het eerst met de KLM. ‘Kalem, kalem,’ gilden ze in het vliegtuig. ‘We vliegen met kalem.’
Ik zou hier niet zijn als mijn opa en oma niet besloten hadden zich uiteindelijk permanent te vestigen in Nederland. Hun drie zonen waren inmiddels eenentwintig, achttien en tien jaar oud en gingen ieder hun eigen weg, in een nieuw land met nieuwe omstandigheden en gewoonten.
Ik zou hier niet zijn als mijn vader niet had besloten te gaan studeren. Sociale academie, politicologie, theaterwetenschap, management en economie. Ook al had zijn vader liever gezien dat hij ging werken. Hij was negenentwintig toen hij mijn moeder ontmoette.”

Stukken als dit, doorheen heel het boek.
Stukken als dit, op de grens van prozagedicht of daar ruim overheen al.
Stukken als dit, met ritme en melodie.
Stukken als dit. Een dans van woorden. Stukken als dit maakten dat ik bleef lezen in Maskerziel. Lieten dit huwelijk duren.

Andere momenten is dit huwelijk in zwaar weer. De platte stukken. Over sex bijvoorbeeld, dat consequent met “neuken” gepaard dient te gaan. Ik ben niet meteen een groot liefhebben van “de liefde bedrijven” maar sex kan wel degelijk liefdevoller zijn dan neuken alleen. De veel te lange passages over therapieën, haar ouders, bipolariteit, haar innerlijke onvrede, de roman moet oppassen niet te verzanden in één groot zelfbeklag. Dan leg ik weg, dan stop ik met lezen, dan ga ik verder in een ander boek van de stapels, dan ben ik allang niet meer in Zeeland.

Dilan Yurdakul beschikt over een vlijmscherpe, een muzikale, een cynische, een humoristiese, een buitengemeen fijne pen. Rake observaties, indringende waarnemingen, poëtische passages tillen Maskerziel bij momenten ver boven de middelmaat uit. Misschien met een boek dunner dan de bijna driehonderd bladzijden die hier gevuld worden. Misschien met alleen maar een wij, of alleen maar een ik. Misschien zonder huwelijk. Maar onmogelijk acht ik het geenszins. Dat Yurdakul nog eens afkomt met boek dat van begin tot einde briljant is.

Dilan Yurdakul boeken en informatie

Dilan Yurdakul is op 12 september 1991 geboren in Amsterdam en is van Turkse afkomst.  Ze studeerde Europese studies en Duitse taal en cultuur. Na haar studie ontwikkelde ze zich tot een veelgeprezen actrice en theatermaakster. Voor het grote publiek kreeg ze bekendheid door haar rol als Aysen Baydar in de soap Goede tijden, slechte tijden.

Maskerziel, de roman waarover je hier alles kunt lezen, is het literaire debuut van Dilan Yurdakul dat begin februari verschijnt bij Meridiaan Uitgevers.

Dilan Yurdakul Maskerziel.

Maskerziel

  • Auteur: Dilan Yurdakul (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Meridiaan Uitgevers
  • Verschijnt: 6 februari 2024
  • Omvang: 300 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Dilan Yurdakul

Al jong ervaart de hoofdpersoon in Maskerziel de tegenstellingen tussen thuis en buiten. Als juf tijdens het kringgesprek vraagt wat ze de avond ervoor gegeten heeft antwoord ze niet ‘patlican’ maar ‘patat’.Op het VWO verpakt ze haar onzekerheid in lef. Die dubbelheid in zichzelf doet haar overal nét buiten vallen. De spanning thuis is om te snijden, maar haar kennismaking met toneelspelen blijft een schot in de roos. Het theater wordt haar anker.Om aan het ouderlijk huis te ontsnappen gaat ze studeren, en al snel komt haar grote droom om actrice te worden uit. Eindelijk wordt ze door iedereen gezien, maar ze voelt zich eenzamer dan ooit. De weg terug wordt ingezet, stukje bij beetje herstelt ze het contact met de familie, de kudde waar ze zich van had afgekeerd. Haar grootvaders dood betekent een kantelpunt, en ze leert langzaam haar maskers af te leggen en met mededogen te kijken naar waar ze vandaan komt, om zo ook zichzelf beter te begrijpen.

Bijpassende boeken en informatie

Maria Dermoût – De tienduizend dingen roman uit 1955

Maria Dermoût De tienduizend dingen roman uit 1955. Op 6 februari 2024 verschijnt de heruitgave van de roman van de Nederlandse schrijfster Maria Dermoût. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van De tienduizend dingen van Maria Dermoût.

Maria Dermoût De tienduizend dingen roman uit 1955 informatie

Maria Dermoût is geboren op 15 juni 1888 in Pekalongan, Java in Indonesië. Van 1900 tot 1905 bracht ze haar schooljaren door Nederland. Terug in Nederlands-Indië ontmoette ze in 1906 Isaac Johannes Dermoût, met wie ze in 1907 trouwde. Samen met haar man verbleef ze van 1910 tot 1914 op de Molukken. Het verblijf viel haar tegen maar desondanks maakte het grote indruk op haar.

Alhoewel ze al wel verhalen schreef verscheen haar debuutroman Nog pas gisteren pas in 1951. De tienduizend dingen, waarover je hier alles leest, werd in 1955 uitgegeven. Daarnaast verschenen er een een aantal verhalenbundels van Maria Dermoût, gedeeltelijk postuum.

Maria Dermoût De tienduizend dingen recensie van Tim Donker

Deze bespreking nam geen ticket naar de tropen

Deze bespreking ging links waar hij rechts had moeten gaan

Deze bespreking heeft nog niet genoeg koffie op

Voor deze bespreking heb ik me eerst gedoucht

Deze bespreking heeft nog nooit een monnik vergiftigd

Deze bespreking is geschreven met The Suicidal Bird hard op de steerjoo (harder dan de buren waarschijnlijk leuk zullen vinden) (deze bespreking heeft bij volle verstand het risico gelopen op een fikse burenruzie) (deze bespreking wil een drumstel voor zijn verjaardag)

Deze bespreking landt kalm en zacht op rimpelloos water en peinst over, nee, zuigt lang op een van de eerste zinnen uit De tienduizend dingen: “drie golfjes achter elkaar, elkaar, elkaar”, en peinst dan, wel, aan hoe woorden een watertje zijn, hoe het klotst, hoe het stroomt (en de posthouder is verdronken) (tenzij hij is vermoord)

Deze bespreking vraagt zich af wat er te zeggen valt over De tienduizend dingen en gaat daarvoor te rade bij weer een andere zin uit de roman (want de zinnen groeien, de zinnen woekeren, de zinnen zijn overal): “Al deze dingen, en nog andere, en de hemel erbij, waren het eiland” en ja, denkt deze bespreking, al deze dingen zijn ook het boek – de dingen die samen de wereld maken, alles wat het geval is, daarover gaat het hier, en misschien ook over wat pleegt te resideren tussen de dingen en de hemel, over het leven in niet-levende dingen (dit niet per se in strikt animalistiese zin), waar het, misschien, een diepere tint van ziel aanneemt

Deze bespreking ziet nu eindelijk de zon in de tuin schijnen

Deze bespreking vond het beter om The Suicidal Birds te vervangen door Arvo Pärt

Deze bespreking heeft geen rekenmachine gebruikt om honderd keer honderd uit te rekenen. Deze bespreking vindt de idee dat er honderd dingen zijn waaraan een dode herinnert wel wat baud. En dat er dan honderd doden moeten zijn, elk verbonden met hun honderd dingen om bij de tienduizend dingen uit te komen. Wat misschien zou kunnen, er gaan erg veel mensen dood in dit boek, nee er worden erg veel mensen vermoord in dit boek, mevrouw van Kleyntjes vindt dat niet hetzelfde maar de vermoorden denken daar zelf anders over

Deze bespreking koestert als twede gedachte dat de titel is afgeleid van een regel van de zevende-eeuwse sjienese dichter Ts’ên Shên:  “Wanneer de tienduizend dingen gezien zijn in hun eenheid keren wij terug tot in het begin en blijven waar wij altijd geweest zijn”

Deze bespreking noemt het kolonialisme, en de trots, en de moed, zwijgt dan even

Deze bespreking wil het niet zwaarder maken dan het hoeft te zijn

Maar dan, toch, komt deze bespreking met Nietzsche op de proppen, de eeuwige wederkeer, een radja wordt huisbediende want er was een familie die de familie van de radja verdreef want die andere familie was talrijker en sterker en jonger “en de jongen overwinnen de ouden, de sterken de zwakken, de velen de weinigen – dat is nu eenmaal zo en dat is niet erg: in het eind zijn de jongen weer de ouden, de sterken de zwakken, de velen de weinigen” en de kring op wereldschaal ook de kring in je familie ook de kring in je eigen leven, en altijd, en steeds opnieuw

Deze bespreking waagt het niet om de belangrijkste personages in dit boek aan te wijzen want er zijn veel belangrijkste personages in dit boek en verschillende perspectiefwisselingen en een mens zou dit boek dan ook net zo goed als verhalenbundel kunnen lezen, of ook, gewoon, als de roman die het is

Deze bespreking zegt ook prozagedichten (omwille van het poëtiese gehalte van het boek)

Deze bespreking was nog nergens toen in 1955 de eerste druk van dit boek verscheen

Deze bespreking ontstond in een huisje in Zeeland in februari van het jaar 2024, en de regen sloeg tegen de ruiten, en de duisternis was bijna tastbaar

Deze bespreking wil taal geven aan de zielen die in Allerzielen hun opwachting maken: de vermoorden komen tesaam, hebben het eigenlijk goed naar hun zin, in het huis, in die tuin aan de binnenbaai, al was het misschien alleen maar een hallucinatie van mevrouw van Kleyntjes

Deze bespreking kwam geheel nuchter tot stand

Deze bespreking wil benadrukken hoe het zindert in De tienduizend dingen, hoe het broeit, hoe het is, het verstikkende, het desolate, het zinnelijke, de poëzie der dingen, de poëzie van het gaan, al die dingen – of misschien gewoon nog een kop koffie en proberen te leven

Deze bespreking ziet in deze bladzijden een ode aan het leven (& misschien een viering van de dood)

Deze bespreking heeft nog meer te doen vandaag

Deze bespreking richt zich langzaam op

Deze bespreking heeft de wind in de zeilen

Deze bespreking gaat nu pas goed beginnen

Maria Dermoût De tienduizend dingen roman uit 1955

De tienduizend dingen

  • Auteur: Maria Dermoût (Nederland)
  • Soort boek: Nederlands-Indische roman uit 1955
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 6 februari 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van De tienduizend dingen, de roman uit 1955 van Maria Dermoût

Een Moluks eiland in de nadagen van de Nederlandse kolonisatie. Felicia, ‘mevrouw van Kleyntjes’, woont alleen met haar bedienden op een afgelegen plantage aan een baai. Met weemoed maar berustend in haar lot herinnert ze zich de doden en de levenden, en ziet ze een veelvoud van dingen aan zich voorbijgaan. Het is een Moluks gebruik om bij iemands overlijden honderd dingen te noemen die hem of haar aan het leven binden: van de kleinste voorwerpen, de schelpjes van het strand, tot de omringende mensen. Niet voor niets nam Maria Dermoût deze zin van de achtste-eeuwse dichter Ts’ên Shên als motto op: ‘Wanneer de “tienduizend dingen” gezien zijn in hun eenheid, keren wij terug tot in het begin en blijven waar wij altijd geweest zijn.’

Meer dan alleen een levendig portret van een voorbije tijd is deze roman een tijdloze verkenning van de menselijke conditie.

Bijpassende boeken en informatie