Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie over de inhoud van de Portugese roman uit 1966. Op 17 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de Nederlandse vertaling van de roman Os Armários Vazios van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.
Maria Judite de Carvalho Lege kasten recensie en informatie
Zodra de roman gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina recensie en waardering vinden van de roman Lege kasten. Het boek is geschreven door Maria Judite de Carvalho. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien bevat deze pagina informatie over de inhoud van de roman uit 1966 van de Portugese schrijfster Maria Judite de Carvalho.
Recensie van Tim Donker
De dingen dus maar weer. En hoe die gaan. Toch zoals ze gaan, namelijk.
Ik hoorde voor het eerst van de dingen in een auto. Het was een warme nee zeg maar snikhete dag en we waren op weg naar het strand. Iemand zat aan het stuur en zei De dingen gaan toch zoals ze gaan. Dat had ze van haar moeder, geloof ik. En ik, ik wist dat niet. Van die dingen. En hun gaan. Ik denk dat het vooral dat “toch” was dat me trof.
Ik dacht weer aan de dingen toen ik Lege kasten las. Misschien kwam het ook door het achterplat. “Lege kasten […] is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen.” En: “vrouwen […] moeten […] overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.” En bovenaan, een sietaat uit The New York Review of Books: “[Carvalho] laat geen spaan heel van opschepperige mannen en hun afhankelijke vrouwen.”
Ik las dit niet toen ik Lege kasten las.
Ik las geen aanklacht.
Ik las geen kraakhelder. Ik las geen genadeloosheid.
Ik las van geen identiteiten die in hun geheel bepaald waren.
Ik las geen miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen. Of. Naja.
Wel – in het boek komen eigenlijk maar twee mannen voor en één daarvan is al dood op de eerste bladzijde. Dus ja. Die twede is wel een behoorlijke eikel. Dat wel. Ja.
Maar toch snap ik niet zo goed waarom je het boek vanuit deze hoek zou belichten. Dit is de tijd. Dit is de tijd van wokeïsme en van MeToo en van “grensoverschrijdend gedrag” (en al diegenen die grenzen overschrijden mogen nooit meer terug bij de mensen komen, die hebben hun menselijkheid moeten opgeven). Dit is de tijd waarin alles duidelijk is. Dit is de tijd waarin de vijanden gekend zijn: de ongevaccineerden zijn de vijanden. En de Russen zijn de vijanden. En mannen. Omdat ze man zijn. Ging daar zelfs niet een keer een heel nummer van nY over (en wordt nY zeer tot mijn ergernis niet meer en meer het politiek korrekste jongetje van de klas?). Dit is de tijd waarin je niet meer met elkaar van mening mag verschillen. Omdat alles duidelijk is. Wie de daders zijn, en wie de slachtoffers. In de tijd “vermarkt” je boeken misschien best door met kraakhelder en genadeloos en aanklacht en miskleunende mannen op de proppen te komen. Maar waarom moet alles “vermarkt” worden?
Ik las een nu eens warmbloedige, dan weer wat verstilde, een bij vlagen zeer poëtiese, een opmerkelijke, een heel erg moje, een gloedvolle, een aangrijpende roman.
De vertelinstantie vond ik al mooi. Het boek gaat over de weduwe Dora, maar Dora is niet de verteller. De verteller is Manuela, en die heeft maar zijdelings iets met het hele verhaal te maken: “Ik maak geen deel uit van dit verhaal -als je het zo kunt noemen-, ik ben een simpel nevenpersonage van het soort dat de aftiteling niet haalt, zelfs niet de aftiteling van andere verhalen die er een vervolg op zijn, en wel vanwege een totaal gebrek aan dramatische roeping.”, zegt ze, zegt Manuela, zegt de ikverteller. Die dus het verhaal vertelt van een ander, van Dora.
Die Dora was ooit getrouwd met Duarte. Dat zal dan wel een van die “miskleunende mannen” zijn. Duarte ging dood, zoals mensen wel vaker plegen te doen. Hij was een wat ambitieloze man, die genoegen nam met een eenvoudig bestaan. Dierhalve liet hij Dora en Lisa (hun dochter) geen schatten na, geen hopen geld voor een onbekommerd leven. Zou dat bedoeld worden met dat “geen enkele verantwoordelijkheid dragen”? Dat zou dan wel erg sexisties zijn (& zou je als man wel arm en berooid mogen sterven als je alleen gebleven bent?). Daarenboven zijn ambitieloosheid en eenvoud prijzenswaardige eigenschappen; prijzenswaardiger alleszins dan een onbegrensde hang naar geld, status, aanzien, meer. Er moeten einden aan elkaar geknoopt worden, en aldus komt Dora te werk in een antiekwinkel. Een bestaan in de schaduw, ook al omdat ze haar rouw haar laat overheersen. Aan die rouw komt pas een eind als de moeder van Duarte, de wat vileine Ana, een schokkende bekentenis doet over haar zoon waardoor Dora haar huwelijk anders gaat bezien. Ze stopt met rouwen en begint met leven. Of: ze stapt uit de schaduw, en in het licht.
Daar, in dat licht, wordt ze gezien door Ernesto. De enige andere man in Lege kasten. En inderdaad wel een behoorlijke opschepper. Er is iets, Ernesto komt naar de antiekwinkel, hij ziet, hij handelt, er gebeuren dingen, ook bij hem thuis, later is er een ongeluk, ja dat was wel een behoorlijke miskleun ja, en het wordt erger nog als Ernesto bij Dora thuis komt en Lisa ziet – de ontwikkeling die dan volgt is te walgelijk voor woorden maar wordt wel aangemoedigd door Ana en dat is toch duidelijk geen man. En Lisa, ook geen man, gaat er om de meest opportunistische redenen nog in mee ook.
Niet de identiteitsbepalende en onverantwoordelijke mannen vormen volgens mij het wezen van dit boek. Evenzogoed zou je iets kunnen beweren over schoonmoeders: Ana speelt hier echt geen moje rol. Of mompel “generatiekloof” en wijs op het herhaaldelijke onbegrip tussen Dora en de soms net iets te wijsneuzerige Lisa. Of zeg dat het gewoon weer die dingen zijn, die gaan zoals ze gaan. De dingen die levens uitmaken. De dingen die zijn wat leven heet. En ineens ben je tien jaar weduwe en weet je niet wat het geweest is allemaal.
Maar de aksenten die je op de inhoud kunt leggen zijn één ding. Of het de miskleunende mannen waren, of de harteloze schoonmoeder, of toch maar weer de jeugd zonder scrupules of moraal, of misschien alleen maar de dingen die gaan zoals ze gaan – je leest met wat er in je eigen hoofd zit dus onontkoombaar leest iedereen een ander boek (het grootste gedeelte van dit boek, het is niet dik, las ik op een avond nadat ik de hele dag met mijn kinderen in een zwembad was geweest (er zat dacht ik nog wat water in mijn oor), het was zo laat in de avond dat je het misschien vroeg in de nacht kon noemen, er schoot nog een fruitbom over en daar was ik blij mee -dank gode voor de moersleutel dan maar weer-, op de steerjoo speelde zachtkens The conference of the birds van Saddar Bazaar, en met een ander glas, met een andere seedee, met een andere dag had ik misschien al een ander boek gelezen, wie weet). Het zijn ook niet de mannen of de aanklacht of de spanen die niet heel gelaten zouden worden die Lege kasten maken tot wat het is. Het is de taal.
God, wat een wonderschoon boek is dit. De opening alleen al: “Het was een voorjaarsdag die begon en eindigde als alle andere, althans in schijn, zou ze hebben gezegd, of eerder gedacht, want ze was nooit een vrouw van veel woorden geweest. Ze zei het noodzakelijke, maar beperkt tot het absolute minimum, en soms begon die noodzaak halverwege moe te worden en te haperen, alsof ze ineens besefte dat doorgaan zinloos zou zijn, want verspilde moeite. Dan zat ze stil, bewegingloos, te aarzelen aan de rand van haar gedachtepuntjes als iemand aan de rand van een water in de winter, en op zulke momenten verloor ze alle glans uit haar ogen, als was die geabsorbeerd door een vel vloeipapier. Misschien is dat nog steeds zo, dat weet ik niet, ik heb haar nooit meer gezien.” Of de herhaling op het eind: “Het bleef maar regenen, een zachte, gelijkmatige, bijna trage regen die lusteloos omlaagviel, als het ware passief neerdroop uit een zieke, oude, huilerige lucht die het bestaan moe was. Het was een dag als zovele andere, nu ik alleen was.” Of de scene waarin Ana Dora de confidentie doet over Duarte, prachtig hijgerig, stamelend, ijlend, repetitief geschreven – dáár ligt Carvalho’s kracht. Niet aanklagen. Maar zingen. Niet genadeloos maar genadelozer zelfs. Krassend in je huid. Zoals het leven zelve doet.
Daarin leeft ook het boek. Een boek over miskleunende mensen, miskleunende levens. En over de dingen. Die gaan zoals ze gaan. Op al hun ontelbaar miskleunende manieren.
Lege kasten
- Schrijfster: Maria Judite de Carvalho (Portugal)
- Soort boek: Portugese roman
- Origineel: Os Armários Vazios (1966)
- Nederlandse vertaling: Kitty Pouwels
- Uitgave: De Bezige Bij
- Verschijnt: 17 januari 2023
- Omvang: 128 pagina’s
- Uitgave: gebonden boek / ebook
- Prijs: € 22,99 / € 12,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van de roman van Maria Judite de Carvalho
Dora is al tien jaar lang weduwe. Haar geliefde man leefde op zeer bescheiden voet en voor Dora en haar dochter blijkt er na zijn dood geen erfenis te zijn. Dora klampt zich heel traditioneel vast aan haar rouw, maar dat verstokte ritueel maakt haar afhankelijk van de hulp van vrienden en bekenden. Pas als haar schoonmoeder een ongelooflijk geheim over haar huwelijk onthult zal Dora moeten inzien dat ze haar jaren als weduwe heeft verkwist. Drie generaties vrouwen – Dora, haar dochter en haar schoonmoeder – moeten nu overleven in een wereld waarin hun hele identiteit is bepaald door miskleunende mannen die geen enkele verantwoordelijkheid dragen.
Lege kasten verscheen voor het eerst in 1966 en is een kraakheldere en genadeloze aanklacht tegen een door mannen gedomineerde wereld waarin vrouwen alleen maar een rol mogen spelen. Het boek is recent herontdekt en maakt nu wereldwijd furore.