Tag archieven: Louis van Dievel

De Vlaamse schrijver en journalist Louis Van Dievel is op 24 april 1953 geboren in de stad Mechelen in de provincie Antwerpen. Met recht kan gezegd worden dat hij Vlaamse romans schrijft wat met name blijkt uit zijn taalgebruik maar ook door zijn onderwerpkeuze. Dat zal ook de reden zijn waarom Louis Van Dievel in Nederland, volkomen onterecht trouwens, een vrijwel onbekende schrijver is.

https://www.allesoverboekenenschrijvers.nl/recommends/gerard-janssen-hackers-bestellen/Witte oren

  • Schrijver: Louis Van Dievel (België)
  • Louis Van Dievel Witte oren RecensieSoort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 1 oktober 2021
  • Omvang: 308 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Inhoud roman: Tegen roddels en verdachtmakingen is geen kruid gewassen. In Kerkevoort weten ze daar alles van. Wanneer Lucienne Stassen, die haar hele leven iedereen heeft beloerd en bespioneerd, op sterven ligt, hangt ze met pervers genoegen de vuile was van het dorp uit. Maar wat is er waar van de beschuldigingen van overspel, verkrachting en zelfs pedofilie? Stond Bart werkelijk met Dirk te kussen achter de glascontainer?…lees verder >

Madeleine

  • Schrijvers: Louis van DievelBritt Droog (België)
  • Louis van Dievel & Britt Droog Madeleine RecensieSoort boek: romanfeuilleton, Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 24 februari 2021
  • Omvang: 168 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol 
  • Recensie Tim DonkerWacht. Dievel zeg je? Van Dievel? Ja, die ken ik wel. Van hem las ik immers De onderpastoor. Of lezen. Naja. Dat is. Ik kwam tot bladzijde 84, toch. Maar het boek telt er bijna vierhonderd. Ik las van dat boek dus eigenlijk meer niet dan wel. Wat niet perse aan het boek lag, haast ik me te zeggen (it’s not you, it’s me). Ik weet het niet. Er kwamen andere boeken op mijn pad. Recensie- en andere exemplaren. En De onderpastoor geraakte onderaan een stapel en kwam op eigen kracht niet meer boven. Vreemd. Ik had wat ik ervan gelezen had toch straf schoon gevonden…lees verder >

Alle romans en andere boeken van Louis Van Dievel

Dit is het overzicht te vinden van alle romans en andere boeken die Louis Van Dievel heeft geschreven. De links verwijzen naar uitgebreide informatie en bestelmogelijkheden van elk boek.

2021 | Witte oren (roman)
2021 | Madeleine (roman) samen met Britt Droog
2020 | De dokter is uw kameraad niet (roman)
2019 | De onderpastoor (roman)
2017 | De laatste ronde (roman, ∗∗∗∗)
2016 | Landlopersblues (roman)
2015 | Vicky & John (roman)
2015 | De onderbroek (novelle)
2013 | Het gewemel (roman)
2011 | Hof van Assisen (roman)
2010 | Ik noem Roger (novelle)
2010 | Het leven van Albert (non-fictie)
2008 | Een familiegeschiedenis
2006 | De Pruimelaarstraat (non-fictie)
2004 | De man die naast zijn schoenen liep (roman)
2003 | Ik ben de vuilnisman (roman)
2002 | Happy Days (misdaadroman)

Louis Van Dievel – Witte oren

Louis Van Dievel Witte oren recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Vlaamse roman. Op 1 oktober 2021 verschijnt bij uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel Witte oren recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Witte oren. Het boek is geschreven door Louis Van Dievel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Belgische schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel Witte oren Recensiehttps://www.allesoverboekenenschrijvers.nl/recommends/gerard-janssen-hackers-bestellen/

Witte oren

  • Schrijver: Louis Van Dievel (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 1 oktober 2021
  • Omvang: 308 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Louis Van Dievel

Tegen roddels en verdachtmakingen is geen kruid gewassen. In Kerkevoort weten ze daar alles van. Wanneer Lucienne Stassen, die haar hele leven iedereen heeft beloerd en bespioneerd, op sterven ligt, hangt ze met pervers genoegen de vuile was van het dorp uit. Maar wat is er waar van de beschuldigingen van overspel, verkrachting en zelfs pedofilie? Stond Bart werkelijk met Dirk te kussen achter de glascontainer? Wilde Marina haar liefdesrivale echt met een mes vermoorden? Aan de cafétoog wordt iedere nieuwe roddel druk becommentarieerd. Niemand vertrouwt elkaar nog. Er wordt gedreigd, op wraak gezonnen.

Intussen gaat het gewone leven wel voort. Maar wat is gewoon in Kerkevoort waar een pornobaas een duistere held is, een loodgieter vijf keer daags moet ejaculeren en in de kerk gevochten wordt voor de micro? Waar de rijkste man van het dorp iedere zondag de parking van de Carrefour afspeurt naar verloren kleingeld? En waarom heeft Lucienne Stassen in hemelsnaam witte oren?

Bijpassende boeken en informatie

Louis van Dievel & Britt Droog – Madeleine

Louis van Dievel en Britt Droog Madeleine recensie en informatie over de inhoud van het Vlaamse romanfeuilleton. Op 24 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijvers Louis van Dievel en Britt Droog.

Louis van Dievel & Britt Droog Madeleine recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Madeleine. Het boek is geschreven door Louis van Dievel en Britt Droog. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het Vlaamse romanfeuilleton van Louis van Dievel en Britt Droog.

Recensie van Tim Donker

Wacht. Dievel zeg je? Van Dievel? Ja, die ken ik wel. Van hem las ik immers De onderpastoor. Of lezen. Naja. Dat is. Ik kwam tot bladzijde 84, toch. Maar het boek telt er bijna vierhonderd. Ik las van dat boek dus eigenlijk meer niet dan wel. Wat niet perse aan het boek lag, haast ik me te zeggen (it’s not you, it’s me). Ik weet het niet. Er kwamen andere boeken op mijn pad. Recensie- en andere exemplaren. En De onderpastoor geraakte onderaan een stapel en kwam op eigen kracht niet meer boven. Vreemd. Ik had wat ik ervan gelezen had toch straf schoon gevonden. Zo schoon zelfs, dat ik het had aangeraden aan een bevriende dominee. Hoewel “vriend” hier misschien een beetje sterk uitgedrukt is en dat zeg ik niet alleen maar omdat ik de verdenking van me af wil wentelen als zou de klerus me na zijn. Verre van een onprettige leeservaring hoe dan ook, en toch was het overheen mijn horizon gevallen.

Maar in zwijgen spreekt misschien des te welluidender uw geest, dacht ik dan maar – het ongelezene kon gelden als een versterking van de schoonheid van het gelezene misschien.

(zegt Adam Zagajewski: wat zingt, is wat zwijgt)

(en Adam Zagajewski, die ging dood. en ik, opverend. hij is dood, Adam Zagajewski is dood. maar nadat ik hem de langste tijd verwarde met Adam Zamzeenzad en m zelfs nog eventjes voor een nazaat van Jevgenij Zamjatin had gehouden moest ik tot de konkluzie komen dat ik eigenlijk niet zo goed wist wie Adam Zagajewski eigenlijk meer was dan zo’n naam waaraan te pas en te onpas gerefereerd wordt)

En Britt Droog. Ja. Nee. Die ken ik niet. Ik zou kunnen zeggen dat de naam Britt zelden aan een interessant persoon heeft toebehoord en dat het feit dat heur achternaam bij onmiddellijke associaties oproept met Bart F.M. me ook al niet erg hoopvol stemt…, maar dat zeg ik niet nee ik zwijg. En ik lees. In Madeleine.

Ja. Ik bedoel: ik lees. Hoort het eens uit. Ik lees ik las ik heb gelezen. Terwijl het boek zo weinig voor me mee had, op eerste gezicht dan. Met die Britt en die Droog en die titel en dat omslag dat ik eerlijk gezegd nogal heel erg spuuglelijk vond. En alleen maar die Van Dievel van wie ik ooit es enkele tientallen pagina’s met veel smaak gelezen had om dat alles goed te maken. Ging ik lezen, las ik, heb ik gelezen. Ik las Madeleine in minder dan een halve week uit. En nee, overdreven dik is het boek met zijn (haar?) 253 pagina’s niet nee maar voor mijn doen is dat toch heel erg snel. Eerstens omdat ik altijd mimimaal vijftig boeken tegelijk lees (ofnee niet tegelijk nee maar door elkaar) en twedens omdat ik post moet bezorgen, en koken, en afwassen, en de plee kuisen, en vegen, en mijn kinderen naar school brengen, en voor ze zorgen, en met ze spelen, en ik moet mjoeziek luisteren, zo ongelooflijk veel mjoeziek moet ik luisteren, en daar woordjes over zeggen, hier, daar, op een andere site, en peinzen moet ik, en triest zijn moet ik, en in bad liggen moet ik, en zwijgend in mijn koffie kijken moet ik, wie heeft er tijd om boeken te lezen?, in minder dan een halve week dan nog?

Madeleine léést. Madeleine leest prettig. Ik ken maar weinig boeken die ik met zoveel plezier, zoveel zin, zoveel gedrevenheid heb gelezen als Madeleine. Legde ik het neer, om een van de hoger genoemde dingen te gaan doen bijvoorbeeld, wilde ik het alweer oppakken. Madeleine is (voor het grootste gedeelte althans, maar daar kom ik straks nog over te spreken) warm, fijn, grappig, lieflijk, aangenaam en voelgoed. En dat voor een boek dat zich afspeelt tegen een achtergrond van armoede, mishandeling, verwaarlozing, ziekte, dood, misdaad, alcoholisme, ontrouw, aftakeling, agressie, onnozelheid en algehele gekte. Hoe? Hoe hebben ze’m dat gelapt, die Droog en die Van Dievel om van zulke ellende een boek te smeden dat voor het grootste gedeelte een warm en zacht bedje is waar je maar in wilt blijven liggen en liggen en liggen?

Hoe? Ik ga u zeggen hoe.

Er is inhoud. En er is hoe je die inhoud overbrengt.

Inhoudelijk vertelt Madeleine het weinig boeiende verhaal van de uit een laag milieu afkomstige Madeleine Verboven, een vroegtijdige schoolverlaatster die na de nodige uitzichtloze baantjes terecht is gekomen bij het belachelijk rijke stel Jacques en Elfride waar ze in eerste instantie schoonmaakster is maar het al vrij snel tot een soort van life coach schopt – hetwelk in praktijk betekent dat ze goed betaald wordt om naar haar “werkgevers” te luisteren, waar nodig wat adviezen te geven en vooral de rol te hebben van een gezinslid en dus erbij te zijn op hun exorbitante uitjes en dito etentjes. Klinkt als het scenario voor een hollywoodiaanse vrouwenfilm of het gegeven van een nieuwe serie op NET5 en niet als een boek dat mij voor enkele dagen stevig in zijn ban houden wist.

Dus nogmaals. Hoe?

Voorwaar. Ik zeg u. Er is inhoud. En er is hoe je die inhoud overbrengt.

Dat Van Dievel me kan laten vreten wat ik nooit dacht te vreten, bewees hij met De onderpastoor reeds (al heb ik dat dan ook niet helemaal opgegeten) want intriges in een parochie rondom een veel te progressieve onderpastoor klonk ook al niet als een gegeven dat mij meteen deed opveren uit mijn zetel en dat het “waargebeurd” is, hielp evenmin mee. Toch las ik er graag in totdat die boekenlawine De onderpastoor bedolf. Dat had iets te maken met die volkstaal, meende ik indertijd te detecteren.

Wel. Volkstaal is er in Madeleine genoeg. Het is in plat Vlaams geschreven. Dat is het eerste wat er zo aantrekkelijk aan is. Ik vind dat Vlaams zo prachtig. Zoveel prachtiger dat Nederlands. Zoveel prachtiger ook dan Engels (naar mijn weten werd Louis Paul Boons De kapellekensbaan in het Engels vertaald als Chapel Road maar zeg nu zelf: dat is toch niet hetzelfde? De kapellekensbaan behoort tot de mooiste boeken die ik ken maar een boek dat Chapel Road heet zou ik nooit willen lezen). Wel, aan Madeleine kon ik mij goed laven wat dat Vlaams betreft. Ik heb aardig wat boeken in mijn kast staan waarin Belgische schrijvers het Vlaams niet schuwen, en dan heb ik ook nog -in een andere kast- vele cd’s in één of ander Vlaams dialect. Ik ben er dus niet direct onbekend mee, is wat ik zeggen wil, maar in Madeleine kwamen toch nog wel wat Vlaamse woorden voor die mij (ho, daar had ik bijna gezegd: zelfs mij) niets zeiden. En die ik niet heb opgezocht natuurlijk, omdat in de context meestal wel duidelijk was wat het zeggen wou en zo niet – des te beter. Soms zijn die Vlaamse woordbouwsels zo ongekend geniaal dat je het niet moet willen verpesten door er zoon saai afgezaagd neerlands ekwievalent aan te hangen.

Maar niet aan het Vlaams alleen dankt Madeleine zijn (haar?) lezenswaardigheid. Ikfiguur Madeleine Verboven vertelt haar aan u! Ja. U! De lezer! Ze richt zich tot u, ze praat tegen u. Dat werkt altijd goed he, de lezer direct aanspreken. Doet u voelen alsof u één bent met het boek. Een van de polen die de vertelling in evenwicht houden. De vertelling kan niet zonder verteller, maar ook niet zonder toehoorder. En bladzij na bladzij blijven Droog en Van Dievel de lezer erbij slepen, hem onderdompelend in de zalige waan dat hij in Madeleine volwaardig gesprekspartner is. Een enkele keer drijven ze de illuzie te ver, bijvoorbeeld als Madeleine zogenaamd reageert op iets dat de lezer gezegd zou hebben. Dan wordt het een beetje potsierlijk en op de verkeerde manier lachwekkend. Maar int algemeen slaagt het schrijversduo er griezelig goed in een sfeer te creëren alsof ze daar zit, Madeleine. Bij u thuis. Op de bank. Misschien is ze je poets- of buurvrouw. Misschien is ze een vriendin. Misschien is ze iemand die je vroeger gekend hebt en die je net weer tegenkwam bij de Albert Heijn. Nu zit ze op de bank, jullie drinken koffie en later uiteraard port of wijn, en Madeleine vertelt. En blijft vertellen. Omdat jouw bank zo lekker zit, jouw koffie zo goed smaakt en er geen betere oren zijn dan de jouwe om dit aan te horen.

Louis van Dievel & Britt Droog Madeleine Recensie

Een laatste verteltechniek die voor zoveel vaart zorgt, houdt allicht verband met de oorspronkelijke verschijningswijze van Madeleine. Het was in eerste instansie een feuilleton op internet. Waar op het internet dat weet ik niet; gewoon: “op internet” zeggen ze (heb je wel goed gekeken? óp het internet hè. niet erachter of eronder). Madeleine praat niet vanuit het eitje. Loopt op de zaken vooruit, herneemt eens iets, belooft er later op terug te komen. Veel episodes uit haar leven komt de lezer niet in één keer aan de weet. Het is een gekende truuk, het is misschien een beetje een flauwe truuk maar het is er wel één die er in slaagt de aandacht bij het boek te houden. Want hoe zit dat nou presies, en hoe gaat het verder, en hoe is het zo gekomen? Dat gaat dan ongeveer zo:

“Heb ik al gezegd dat ik afkomstig ben van Okselaar, gelijk okselhaar maar dan zonder h? Grapje! Zijt ge daar al eens geweest? Ik denk het niet. Ge moet het al weten liggen. Als ge in Veerle de baan naar Diest neemt, passeert ge aan uw rechterhand dancing Heideroosje. Dat is in de streek een bekend etablissement. Daar heb ik mij door de Ronny laten doen. Och, ik wil eigenlijk niks over de Ronny zeggen. Later misschien. Ge rijdt voorbij dancing Heideroosje, altijd maar rechtdoor, en als ge coiffeur Mario ziet, of het Dierenparadijs, dan zijt ge in Okselaar. Er is niks te zien. Mijn straat zijt ge voorbij voordat ge het weet. De Molenvijver. Op de hoek van de grote baan en café Den Oxo neemt ge de Tessenderlobaan. Een dikke kilometer rechtdoor blijven rijden, en dan rechtsaf. Daar heb ik dus altijd gewoond. Of bijna altijd, want toen ik nog met de Ronny getrouwd was…

Ik ging over de Ronny zwijgen.”

Niet ongeveer zo. Presies zo. Dat vertrouwelijke taaltje, dat direkte spreken, die licht chaotiese verteltrant die maakt dat Madeleine zich gemakkelijk verliest in zijsporen, en in zijsporen van zijsporen… – dat dus. Dat maakt dat het me zo fijn was, daar in dat eerste deel. Dat ik het zo graag las. En ook dat ik Madeleine me zo sympathiek werd. Ik heb dat niet zo snel bij romanpersonages. Meestal blijven die van papier. Daar. In dat boek. Maar ik liet me met graagte zo schandelijk manipuleren door Droog en Van Dievel dat Madeleine vlees werd, bloed werd, persoon werd. Die ik liefhad. Ofnee, laat ik niet overdrijven. Die ik graag mocht toch. Dat wel.

Maar dan. Met Madeleine is het niet gedaan na pagina 165. Na deel één komt deel twee. Ja. Deel twee heeft anders dan deel één een titel. Madeleine in quarantaine zo luidt die titel. En mijn gevoelens zijn gemengd. Zeer. De -nogal afgezaagde- anticlimax in hoofdstuk 27, naar ik aanneem oorspronkelijk bedoeld als einde, is flauw, gemakzuchtig en laf en in zijn halfhartigheid nogal lauwtjens ook. Het slaat bijna al het voorgaande aan diggelen. Dat kan goed zijn, een bloedmooi stijlmiddel kan dat zijn. Hier echter leek het me niet op zijn plaats. Al goed dus dat het niet het definitieve einde geworden is. Maarja. Wil ik die Madeleine die me vlees geworden was die me bloed geworden was die me sympathiek geworden was wel terugvinden in de hoek der coronafascisten? Of, mocht u dat laatste woord te zwaar vinden: in de hoek van diegenen die zonder enige vorm van protest of kritiek en met hangend hoofd gedwee al hun burgerrechten zijn gaan inleveren bij de alleenheersers die vandaag overheen bijkans heel de wereld de dienst zijn gaan uitmaken. De makke schapen die zich met angst als eeuwige raadgever bijeen hebben laten drijven achter dat hek dat nu en voor altijd hun leefruimte geworden is om van daaruit boos te blaten naar de zwarte schapen die hun vrijheid te lief hadden om alles voor zoete koek te slikken en de euvele moed aan de dag leggen om gewoon door te blijven lopen. Dan misschien toch liever dat zwakke einde en wél gedaan na pagina 165.

En het gaat al vrij rap mis. Dat plaatje bij deel twee, onder die dubieuze titel. De Madeleine van de voorkant maar dan gekneveld met zo’n achterlijke mondkap die niet werkt (& sterker: eerder nog ziek maakt) maar die toch om één of andere rare reden verplicht is geworden (ook hier in dit land, waar nog niet zo gek lang geleden zo’n hetze was tegen “gelaatsbedekkende kledij”). Of dat ten geleide op pagina 169 dat zegt dat “dit boek [eigenlijk] in de herfst van 2020 [had] moeten verschijnen”, maar “[c]orona heeft er anders over beslist”. Feitelijk is het niet corona die zulks beslist, maar de overtrokken coronamaatregelen die maken dat veel anders is gelopen dan gepland. Maar dat is het ergste niet; corona als grote schuldige aanwijzen (en niet de beleidsmakers) is gangbaar geworden in het dagelijks taalgebruik en ik corrigeer mensen er al niet meer op. Alleen bij mijn zoon van zeven en mijn dochter van zes probeer ik het verschil tussen die twee helder te houden. Erger nog is dat het tot op het bot uitgekauwde “ieder nadeel heb zijn voordeel” er maar weer eens bijgehaald wordt, een kliesjee dat ik werkelijk waar niet meer wil horen. Voor zo lang als ik leef niet. En dan die wijd en zijd al te vergoddelijkte Cruijf ook nog een “voetbalfilosoof” noemen (filosoof mun voeten ja). Van dat warm gevoel dat deel één me gaf schoot al bijna niks meer over voor ik een letter in deel twee gelezen had.

En verdorie, al in hoofdstuk 1 van deel 2 toont Madeleine zich het braafste meisje van de klas door als enige niet naar de “lockdownparty” te gaan die op vrijdagavond zou gehouden worden in haar stamkaffee Den Oxo, “vóór alle cafés in het land dicht moesten”. En achteraf prijst ze zich daar gelukkig om, want: “Op maandag lieten al drie feestvierders op Facebook weten dat ze zich maar raar voelden. Op dinsdag lag er al een in het ziekenhuis van Diest. Op de spoed. De Stef. En het was niet voor een snotvalling. Op woensdag begonnen ze op Facebook op Danny van Den Oxo te schelden, dat het allemaal zijn schuld was.” Wat me een tikje aangedikt lijkt, aangezien de incubatietijd van corona volgens mij minimaal vijf dagen is. Als het gaat om ongefundeerde verspreiding van coronahysterie doen al onze overheden al genoeg hun best, laat dat asjeblieft wegblijven uit de schone kunsten. Mijn ergernis is gewekt. Goed. En het einde is al in zicht. Gaat dat nog goedkomen of ga ik op de valreep toch nog een slechte smaak in mijn mond overhouden aan Madeleine?

Het komt goed. Of het komt niet goed. Of een beetje goed. Ik weet het niet. Hoewel corona gelukkig geen hoofdrol opeist in het twede deel, zijn er toch nog wel wat passages, zinnen en opmerkingen die ik liever niet had gelezen. Ik ga die niet allemaal opsommen. Hou het erop dat Madeleine op het einde voor mij niet meer dat heerlijke mens is dat ik in deel één had kennen geleerd.

Al komt dat ook door andere zaken. Het fortuin is haar in deel twee een stuk minder gunstig gezind dan in deel één. Die opmerking is trouwens feitelijk van toepassing op alle verhaalfiguren.

En nu ik u toch in die hoek heb. Het hoofdstuk 9 dat op bladzijde 217 begint is nu het werkelijke slot en van een anticlimax is zeer zeker geen sprake meer. Eerder het tegenovergestelde, hoe dat te noemen? Een superclimax ofzo. Een explosie van gebeurtenissen, de een al theatraler dan de ander. En iedereen die in deel één voorkwam, speelt er een rol(letje) in. Zo vet, zo overdreven, en zo’n krankjorume samenloop van omstandigheden dat het bijna slapstick wordt. Dramatische slapstick, bestaat dat al?

Maar de laatste tien zinnen van de allerlaatste bladzijde ontroeren me buitenmate. Een tranentrekkerige ontroering, een ontroering “ondanks mijzelf”; hoe ik hier tot tranen toe geslagen word daar is Disney niks bij. Maar goed, het effect is hetzelfde: ik sluit het boek met een ferme krop in mijn keel en kippenvel overheen heel mijn lijf. En met het gevoel dat ik eigenlijk twee boeken gelezen heb.

Deel 1 was gelijk ik zei luchtig, lieflijk, komisch, aandoenlijk. Hartverwarmend, zou ik bijna zeggen als ik van dat woord geen slappe knieën kreeg.

Deel 2 is hard, rauw, grimmig, dramatisch, sensationeel en troosteloos. Dus. Wel. Ja. Nee. Hmm. Ik weet nog steeds niet of dat twede deel schrijven wel zo’n goed idee was van Droog en Van Dievel. Je kunt in ieder geval zeggen dat je nu twee boeken krijgt. Voor de prijs van één. Dat moet ons Hollanders toch in ieder geval aanspreken, hè.

Madeleine

  • Schrijvers: Louis van Dievel, Britt Droog (België)
  • Soort boek: romanfeuilleton, Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 24 februari 2021
  • Omvang: 168 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol 

Flaptekst van de feuilletonroman van Louis van Dievel en Britt Droog

Maak kennis met Mrs Madeleine Verboven: een veertiger met wat overgewicht en een rokershoestje, kuisvrouw van beroep maar niet uit roeping. Afkomstig uit Okselaar, zoals okselhaar maar dan zonder h. Veel te jong getrouwd, moeder van een kind dat inmiddels volwassen is en in ‘den bak’ zit. Tegenwoordig een hobbelig liefdesleven en een hondje dat Angèleke heet. Streetwise, met een korst op haar ziel. Leep, maar niet slecht van inborst. Marginaal? Misschien. Maar daar wordt aan gewerkt. Want bij Elfride en Jacques thuis heeft Madeleine het eindelijk getroffen, méér dan getroffen. Bij deze welstellende lieden heeft ze het min of meer tot een soort van gezinslid geschopt. Wat tal van opportuniteiten biedt, om dat modewoord eens te gebruiken.

Bijpassende boeken en informatie

Louis Van Dievel – De dokter is uw kameraad niet

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet recensie en informatie over de inhoud deze nieuwe roman. Op 29 mei 2020 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De dokter is uw kameraad niet, Uit het leven van Guust Van Mol. Het boek is geschreven doorLouis Van Dievel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe roman van de Belgische schrijver Louis Van Dievel.

Louis Van Dievel De dokter is uw kameraad niet Recensie

De dokter is uw kameraad niet

Uit het leven van Guust Van Mol

  • Schrijver: Louis Van Dievel (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman, biografische roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 29 mei 2020
  • Omvang:
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de nieuwe roman van Louis Van Dievel

Guust Van Mol – een pseudoniem – is al op jonge leeftijd een fanatieke maoïst bij Amada, de voorloper van de PVDA. Op aanraden van de enig zaligmakende marxistisch-leninistische partij breekt hij zijn universitaire studies af om in een fabriek te gaan werken. “Proletariseren’ heet dat in het begin van de jaren zeventig. Guust werkt in een asbestbedrijf, delft naar kolen en rijdt met de tram. Elke vrije minuut steekt hij in de opbouw van de revolutionaire partij. Zeer tegen de zin van zijn kameraden gaat hij op latere leeftijd geneeskunde studeren. Hij breekt met de partij na een ontnuchterende studiereis naar China. Van Mol wordt huisarts in Turnhout en veroorzaakt daar reuring. Hij wordt actief bij de Sp.a, schopt het zelfs tot Vlaams parlementslid, maar verlaat uiteindelijk ontgoocheld de partijpolitiek. Hij zoekt asiel in Rotterdam, waar hij tien jaar lang huisarts is in een achterstandswijk. Hij maakt er kennis met de boeken van de oerconservatieve arts en denker Theodore Dalrymple. Alles waar Guust ooit in geloofde, besluit hij, berust op een leugen. Je helpt mensen niet door solidair te zijn.

Bijpassende boeken en informatie

Louis van Dievel De onderpastoor

Louis van Dievel De onderpastoor recensie boekbespreking waardering en informatie over de inhoud van deze Vlaamse roman. Op 20 februari 2019 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Louis van Dievel De onderpastoor.

Louis van Dievel De onderpastoor Recensie

Louis van Dievel De onderpastoor Recensie

Zodra het boek gelezen is door de redactie, kun je op deze pagina de Louis van Dievel De onderpastoor recensie boekbespreking en waardering lezen. Ook besteden we aandacht aan de recensie en waardering van de roman door anderen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de nieuwe roman van Louis van Dievel De onderpastoor lezen.

Louis van Dievel – De onderpastoor

  • Titel: De onderpastoor
  • Schrijver: Louis van Dievel (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschenen: 20 februari 2019
  • Omvang: 352 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Tags: 1969, jaren 60, katholieke kerk, Vlaanderen
  • Waardering:

Inhoud Louis van Dievel De onderpastoor

Maart 1969: in de parochie van Sint-Gillis-Dendermonde breekt een opstand uit. Het aartsconservatieve bisdom Gent is niet opgezet met het werk van onderpastoor Gilbert Verhaeghen en beslist om hem over te plaatsen. Verhaeghen neemt de besluiten van het Tweede Vaticaans Concilie veel te serieus, vindt bisschop Van Peteghem. De mis in de volkstaal en het altaar naar de gelovigen gekeerd, tot daaraan toe, maar gelovigen moeten vooral luisteren en volgen. De kerk is geen democratie.

De gelovige gemeenschap van Sint-Gillis-Dendermonde denkt daar helemaal anders over en voert drie maanden lang actie voor het behoud van hun populaire en progressieve onderpastoor. Pamfletten bestoken elkaar, misvieringen worden verstoord, er wordt massaal betoogd, het komt zelfs bijna tot een lynchpartij wanneer de hulpbisschop De Kesel naar de rebellerende parochie wordt uitgestuurd.

De onderpastoor is het pakkende relaas van het drama van de katholieke kerk uit die tijd op parochiaal niveau, met onderpastoor Gilbert Verhaeghen als machteloze getuige.


advertentie





Bijpassende Boeken en Informatie