Tag archieven: Kunstboeken

De schilders van Volendam

De schilders van Volendam recensie en informatie boek van diverse schrijvers en met een voorwoord van Jan Dulles. Op 29 september 2021 verschijnt bij Uitgeverij WBOOKS het nieuwe boek in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland.

De schilders van Volendam recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van Volendam. Het boek is geschreven door diverse auteurs. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over Volendam.

De schilders van Volendam Recensie boek

De schilders van Volendam

  • Schrijver: Diverse auteurs
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 29 september 2021
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 24,95
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗(uitstekend)

Recensie en waardering van het boek over Volendam

  • De serie boeken die uitgeverij WBOOKS publiceert over plaatsen die als inspiratie dienden en dienen voor het kunstenaarschap is uitgebreid met een mooi nieuw deel. Deze keer staat het Noord-Hollandse Volendam centraal. Het vissersdorp blijkt geruime tijd zeer geliefd te zijn bij schilders uit binnen en buitenland. Aangewakkerd door de eigenaren van Hotel Spaander verblijven vele honderden schilders met regelmaat in Volendam waar ze het vissers- en dorpsleven in al de schakeringen vastleggen voor het nageslacht waardoor het uitgroeit tot het drukstbezochte kunstenaarsdorp van Europa. Bijzonder is dat de Volendammers vaak de kunstenaars met open armen ontvangen en graag meewerken en poseren. In deze uitstekend gedocumenteerde en prima geschreven monografie is uitgebreid aandacht voor een aantal van de belangrijkste kunstenaars die zich door het dorp hebben laten inspireren. Bovendien is het zeer rijk geïllustreerde boek weer op zeer mooie wijze uitgegeven door WBOOKS. Het boek is een echte aanrader. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het boek over de Volendamse kunstenaars

Wanneer we aan Volendam denken, denken we aan muziek en aan toerisme. De klederdracht van Volendam staat inmiddels symbool voor Nederland. Dat alles is te danken aan de kunstenaars – want Volendam was tot de Tweede Wereldoorlog een kunstenaarsdorp van formaat. Sinds de ‘ontdekking’ van Volendam in 1873 door Henry Havard (1838– 1921) kwamen er kunstenaars van over de hele wereld naar het vissersdorp. Volendam zag er exotisch uit met zijn groene huisjes aan de dijk, een haven vol vissersschuiten met roodbruine zeilen, hurkende mannen met bontmutsen en meisjes met witte kanten mutsjes op hun hoofd. 1.800 kunstenaars uit de hele wereld bezochten het dorp.

Volendam werd het grootste kunstenaarsdorp van Europa. Middelpunt van het kunstenaarsdorp werd vanaf 1881 Hotel Spaander. Leendert en Aaltje Spaander en hun 7 mooie dochters wisten hun hotel goed te verkopen. Zo gingen ze in klederdracht naar openingen van tentoonstellingen onder meer in London. Ze stuurden gericht ansichtkaarten van hun hotel en van het pittoreske Volendam naar kunstacademies over de hele wereld. Leendert liet een schilderij maken door Carl Windels (1869–1954) met de tekst ‘Artist Kom Binne’ – duidelijker kon niet. Leendert Spaander (1855–1955) wilde graag een werkje aan de muur in ruil voor logies. Dat was het begin van de internationale schilderijencollectie van Hotel Spaander. De schilderijen en tekeningen sieren ook vandaag de dag nog de wanden in de oude herberg, de lounge en de gangen van het hotel. In 2021 bestaat Hotel Spaander 140 jaar.

De schilders van Egmond boek van Peter J.H. van den Berg recensiePeter J.H. van den Berg (Nederland) – De schilders van Egmond
kunstboek
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Plaatst het werk en de kunstenaars mooi in de tijd en geeft korte en bondige informatie over de achtergronden en is bovendien prachtig uitgegeven…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Oek de Jong – De magie van het beeld

Oek de Jong De magie van het beeld recensie en informatie boek met essays over kunst. Op 12 juli 2021 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS dit nieuwe boek van Oek de Jong met mini-essays over beeldende kunst.

Oek de Jong De magie van het beeld recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van De magie van het beeld. Het boek is geschreven door Oek de Jong. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit boek met essays over kunst van de Nederlandse schrijver Oek de Jong.

Oek de Jong De magie van het beeld Recensie

De magie van het beeld

  • Schrijver: Oek de Jong (Nederland)
  • Soort boek: essays over kunst
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 12 juli 2021
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering boek: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het boek

  • “Oek de Jong schrijft met regelmaat korte artikelen over kunst voor het Museumtijdschrift. Op stijlvolle wijze in zijn kenmerkende heldere stijl weet hij kort en bondig duidelijk te maken waarom een kunstwerk hem raakt. Hij heeft opvallend weinig woorden nodig om de lezer mee te nemen in zijn persoonlijke overwegingen van waardering. Hij schrijft zowel over beeldende kunst, architectuur, fotografie als over film. Bovendien meandert hij probleemloos door de tijd en heeft zowel aandacht voor moderne kunstuitingen als voor werk dat al eeuwen de tand des tijds heeft doorstaan. Omdat het Museumtijdschrift slechts  een beperkt lezerspubliek bereikt, heeft Uitgeverij WBOOKS er goed aan gedaan om de artikelen te bundelen in dit mooie en en rijk geïllustreerd uitgegeven boek uit te geven.” (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het boek met essays over kunt van Oek de Jong

Oek de Jong kijkt naar kunst en zoekt het ongrijpbare, om het vervolgens voor ons allemaal onder te woorden te brengen. Negen jaar lang schreef Oek de Jong voor Museumtijdschrift over beeldende kunst, fotografie, film, architectuur en design. Hij koos steeds een kunstwerk en schreef er een mini-essay bij: persoonlijk, beeldend en in de heldere stijl die hem ook kenmerkt als romanschrijver.

Over een intieme ets van Rembrandt, de bekende foto van Marilyn Monroe op het luchtrooster van de metro, de Land Art van Richard Long en Hamish Fulton, de Hagia Sophia in Istanbul, foto’s van Nan Goldin, Koos Breukel, Weegee, Saul Leiter en Ad Windig, de ondergang van Jackson Pollock, Matisse en het licht, Picasso en de vrouwen, een schilderij van Co Westerik, Paris, Texas en cameraman Robby Müller, het sign system in de New Yorkse metro, het schokkende werk van Ronald Ophuis en de berg van Cézanne, die de schrijver in ijzige kou en een razende mistral beklom.

Die mini-essays samen vormen een waaier van onderwerpen, die De Jongs brede belangstelling weerspiegelt. Dit boek biedt met een selectie van ruim veertig stukken – tekst én beeld – ook een unieke kijk op zijn persoonlijke wereld. Dit zijn de kunstenaars, de beelden en de plekken die deze gelauwerde romanschrijver al vele jaren fascineren, betoveren, ontroeren en inspireren.

Bijpassende boeken en informatie

Francis Bacon Biografie

Francis Bacon Biografie van Mark Stevens en Annalyn Swan recensie en informatie. Op 1 juli 2021 verschijnt bij uitgeverij Spectrum de Nederlandse vertaling van de omvangrijke biografie van Francis Bacon: Revelations, geschreven van Mark Stevens en Annalyn Swan.

Francis Bacon Biografie recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de biografie Francis Bacon: openbaringen. Het boek is geschreven door Mark Stevens en Annalyn Swan. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze omvangrijke biografie van de beroemde beeldend kunstenaar Francis Bacon.

Francis Bacon Biografie Recensie

Francis Bacon: openbaringen

De biografie

Recensie en waardering boek over Francis Bacon

  • “Deze grandioze biografie toont de essentie van Bacon als artiest en als mens. Een betoverende triomf.” (The Guardian)
  • “Mark Stevens en Annalyn Swan hebben een biografie geschreven die geen enkele Bacon-fan over het hoofd kan zien. […] Een facsinerend portret.” (The Times)
  • “Stevens en Swan zijn erin geslaagd een ongeëvenaarde informatiebron te produceren voor kunsthistorici, curatoren en verzamelaars.” (The Financial Times)

Flaptekst van de biografie van schilder Francis Bacon

De alomvattende, definitieve en onmisbare biografie van Francis Bacon: na meer dan tien jaar onderzoek komen Pulitzerprijswinnaars Annalyn Swan en Mark Stevens met een monumentale biografie over een van de meest iconische kunstenaars van de twintigste eeuw: Francis Bacon.

Bacon creëerde een onuitwisbaar beeld van de mens in de moderne tijd en speelde een cruciale rol in de twintigsteeeuwse kunst. In deze biografie schetsen de auteurs een compleet en diepgaand portret van de Iers-Britse kunstenaar, zijn tot de verbeelding sprekende werk, zijn moeilijke en ziekelijke jeugd, zijn openlijke homoseksualiteit, de belangrijkste mensen in zijn leven en zijn nalatenschap in de kunstwereld. Een ware mijlpaal in de kunstgeschiedenis.

Bijpassende boeken en informatie

De schilders van Egmond boek

De schilders van Egmond boek van Peter J.H. van den Berg recensie en informatie over de inhoud van het kunstboek. Op 26 maart 2021 verschijnt bij Uitgeverij WBOOKS het nieuwe boek van Peter J.H. van den Berg in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland.

De schilders van Egmond recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van Egmond. Het boek is geschreven door Peter J.H. van den Berg. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over Egmond.

De schilders van Egmond boek van Peter J.H. van den Berg recensie

De schilders van Egmond

Kunstenaarskolonies in Nederland

  • Schrijver: Peter J.H. van den Berg (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek, monografie
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 26 maart 2021
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol 
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering voor het kunstboek

  • De reeks boeken die uitgeverij WBOOKS uitgeeft over kunstenaarskolonies, plaatsen en regio’s waar een concentratie van schilders zich liet inspireren breidt zich gestaag uit. In het nieuwe deel staan de dorpen die gezamenlijk Egmond vormen centraal. De kustplaats inspireerde een flink aantal bekende en minder bekende kunstenaars tot mooi werk. Schrijver Peter J.H. van den Berg plaats het werk en de kunstenaars mooi in de tijd en geeft korte en bondige informatie over de achtergronden. Bovendien is het boek zoals altijd prachtig vormgegeven en mooi en zeer verzorgd uitgegeven. Een echte aanrader. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het boek van Peter J.H. van den Berg over de schilders van Egmond

Wat hebben we reikhalzend uitgekeken naar dit nieuwe deel in de succesvolle reeks Kunstenaarskolonies in Nederland! Want vanaf het moment dat kunstenaars Egmond begonnen te bezoeken is het vissersdorp onophoudelijk in verf en foto gevangen. En niet door de minsten. Cornelis Buys, Jacob van Ruisdeal en Willem Kool maakten zeegezichten waar de Egmondse wind doorheen waaide. Tegenwoordig hangen hun werken in musea over de hele wereld.

George Hitchcock en Gari Melchers maakten Egmond tot een internationale kunstkolonie. Ook ontstond The Art Summer School, die in de zomer door kunstschilders uit heel Europa en Amerika werd bezocht. Daaruit ontwikkelde zich de Egmondse School, een stijl van schilderen die van 1890 tot en met 1905 in Egmond bestond.

Bijna vierhonderd jaar aan spectaculaire schilderijen leverde Egmond op. De Schilders van Egmond bewijst waarom de kolonie zich terecht met weerhaken in de kunstgeschiedenis bevindt.

Met de unieke reeks Kunstenaarskolonies in Nederland stapt u in de rijke kunsthistorie van verrassende plaatsen. Geschreven door experts en boordevol prachtige afbeeldingen van werken in museale en particuliere collecties. Met informatieve inleidingen en bijschriften voor de kunsthistorische en historische context. Ieder afzonderlijk deel is ook los te lezen en een waar cadeau voor de liefhebber van de betreffende streek. Maak uw collectie compleet met De schilders van Egmond!

Bijpassende boeken en informatie

De schilders van de Duin- en Bollenstreek boek

De schilders van de Duin- en Bollenstreek boek van recensie en informatie kunstboek van Werner van den Belt en Bob Hardus. Op 26 maart 2021 verschijnt bij Uitgeverij WBOOKS het nieuwe boek van Werner van den Belt en Bob Hardus in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland.

De schilders van de Duin- en Bollenstreek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van de Duin- en Bollenstreek. Het boek is geschreven door Werner van den Belt en Bob Hardus. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over de Duin- en Bollenstreek.

De schilders van de Duin- en Bollenstreek boek recensie

De schilders van de Duin- en Bollenstreek

Kunstenaarskolonies in Nederland

  • Schrijver: Werner van den Belt, Bob Hardus (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek, monografie
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 26 maart 2021
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het boek

  • De steeds verder uitdijende reeks die uitgeverij WBOOKS uitgeeft over kunstenaarskolonies in Nederland heeft er weer een nieuw en boeiend deel bij. Deze keer staan de Duin- en bollenstreek centraal. Vooral de bloembollenvelden inspireren tot op de dag van vandaag schilders en tekenaars. De hoge mate van abstractie, de rechte lijnen en de kleurenrijkdom is zelfs in het werk van moderne kunstenaars aanwezig. Dit boek van Werner van den Belt en Bob Hardus biedt een mooi en gevarieerd overzicht van de schilderijen en tekeningen die het gebied heeft opgeleverd. Bovendien geven de korte en bondige teksten goede informatie om de achtergronden van de kunstwerken en kunstenaars nog beter te begrijpen. Natuurlijk heeft uitgeverij WBOOKS weer voor een mooie en onberispelijke uitgave gezorgd wat het lees- en kijkplezier nog meer vergroot. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst van het boek over de schilders van de duin- en bollenstreek

We hebben het voorjaar in onze bol! Want er verschijnt bij WBOOKS nog een nieuw deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland: De schilders van de Duin-en Bollenstreek.

Ze hebben een bijna magische aantrekkingskracht: de bloembollenvelden. Jaarlijks bezoeken meer dan een miljoen toeristen de Keukenhof in Lisse, het landschapspark waar sinds 1950 op initiatief van kwekers en exporteurs voorjaarsbloeiende bloembollen worden getoond. De bloembollenvelden behoren tot de meest karakteristieke landschappen van Nederland. De felle kleuren, het lijnenspel en de belofte van een nieuwe lente inspireerden kunstenaars tot werk van grote schoonheid.

Claude Monet was er dol op. Hij beklaagde zich erover dat zijn palet niet toereikend was om de bollen goed te kunnen schilderen. Vincent van Gogh ging hem voor, Ferdinand Hart Nibbrig en de Amerikaanse kunstenaar George Hitchcock (geïnspireerd door de bollenvelden bij Egmond) volgden snel daarna. De Nederlandse kunstschilder Anton Koster maakte er zelfs zijn specialiteit van en werd door zijn vrienden Anton Tulp genoemd.

Dit boek beschrijft voor het eerst de geschiedenis van het bollenveld in de kunst tot aan de dag van vandaag. Nog niet eerder werd zo uitgebreid en inhoudelijk over dit onderwerp geschreven. De schilders van de Duin- en Bollenstreek markeert 500 jaar kunstgeschiedenis. Het rijk geïllustreerde boek is voorzien van een grote diversiteit aan schilderijen. Recent werk van Daniel Buren en Andreas Gursky laat zien dat de belangstelling voor het bollenlandschap nog steeds springlevend is.

Bijpassende boeken en informatie

Paul van Ostaijen – Bezette stad

Paul van Ostaijen Bezette stad recensie en informatie dichtbundel uit 1921. Op deze pagina is de recensie te lezen van Tim Donker van de dichtbundel Bezette stad van Paul van Ostaijen. Bovendien besteedt hij aandacht aan twee door dit boek geïnspireerde boeken van Matthijs de Ridder – Boem Paukeslag en Matthijs de Ridder en Willem Bongers-Dek – Besmette stad.

Paul van Ostaijen Bezette stad recensie en informatie

Recensie van Tim Donker

Paul van Ostaijen Bezette stad Recensie boek uit 1921

Bezette stad

  • Schrijver: Paul van Ostaijen (Belgie)
  • Soort boek: gedichten
  • Eerste druk: 1921
  • Uitgever heruitgave: Boom Uitgevers
  • Verschijnt: 25 maart 2021
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Laten we zeggen dat dat honderd jaar geleden is. Laten we dat zeggen want het is ook honderd jaar geleden. Laten we het daarom klassiek noemen. Zegt iemand: klassiek is wat levenskrachtig is. Ofnee. Komen we af met een term als historisch. De historische avantgarde noemt sij dat. Goeje term enerzijds wel. Zeg nu zelf. Hoe strijdbaar Van Ostaijen was, en hoe idealistisch – en hoe hij dat in zijn werk wilde laten meeklinken. Zegt Hector-Jan Loreis: nieuwe roman is nieuwe filosofie. Dat ging dan misschien over de nouveau roman maar voor het werk van Van Ostaijen (alsmede van vele anderen van de “historische” avantgarde) is het er evenmin naast. Nieuwe gedachten vroegen om nieuwe vormen. Nieuwe vormen om oude tijden op te blazen en zo de weg vrij te krijgen voor nieuwe tijden. Zegt iemand: God geve dat wij staatsgevaarlijk weze. Goed dat het een militaire term is. Niet goed dat het een militaire term is. Kan Buelens zeggen: wij verkennen nu hier deze plek, opdat anderen hier later ook zouden kunnen komen. Humja. Maar stel je voor dat je jazzer bent. Je bent niet zo’n hele interessante jazzer misschien. Maar je blaast al eens een trashmetalliedje op je sax. En je laat je sax al eens op je kin balanseren. En dan blijkt dat de sax op de kin of Angel of Death uit de sax toch niet goed is om schokgolven teweeg te brengen. Dan kun je nog altijd lachen met avantgarde. En heel bueleniaans zeggen dat die avantgardisten maar een stel sukkelaars was dat misschien maar een fractie eerder rondhing waar later velen rondhingen te hangen. Of stel je voor dat je Kundera bent. Je kunt nog altijd Kundera zijn. Je kunt nog altijd Kundera worden. Je bent Kundera en je zegt dat avantgardisten vuile lafaards waren omdat ze laaghartig flirtten met een zekere overwinnaar: de toekomst. En dit hier is mijn probleem. Dit is mijn probleem met de militaire achtergrond van het begrip avantgarde. Ik peins mij een avantgarde zonder ruimtelijke en temporele invulling. Ik peins me dit.

Dat misschien niet elke avantgardist school heeft willen maken. Dat misschien niet elke avantgardist zonodig volgelingen behoefde. Dat er misschien ook avantgardisten waren zonder glazen bol. Dat misschien niet elke avantgardist de toekomst had gezien; gezien had welke stijlen in de toekomst gevierd zouden worden om het dan alvast nú te gaan maken opdat zij later als Ziener gezien zouden worden. Ergens wordt het hier totaal infantiel. Ik stel mij de mogelijkheid tot experimenteren voor, zonder de ballast van de militaire term. Een zoeken naar nieuwe vormen, misschien, omdat je in de oude vormen niet gezegd krijgt wat je zeggen wou. Er zit altijd iets politieks in de grensoverschrijding. Experimenteren is altijd een daad. Maar het kan ook een puur individuele daad zijn. De avantgardist als eenling die er niet om malen zal dat hij geen volgelingen hebben zal. Die op zijn eigen individuele manier spreken wil, zonder de ketenen van de tradisie en zonder de verantwoordelijkheid dat hij een pad effenen moet voor anderen.

(de simplistiese idee dat er een garde is en een avantgarde, p’sies gelijk ons toen we in de schoelje moesten varen gaan werd verteld dat er leiders en volgers waren & anders niets, en ik zat, zat aan, zat aan tafeltje en keek en ik zag volgers en ik zag leiders en ik zag ook figuren die geen van beiden waren maar zich naast of onder of boven de groep bevonden, niet per se alleen, niet per se geïsoleerd maar wel buiten de groepsdynamiek; misschien plauderen wij beter van een voor de garde en een naast de garde en een terzijde de garde en een onder de garde en een boven de garde en een lichtjaren van de garde vandaan en niks met heel de garde te maken hebbende)

Neem het onderhavige werk. Bezette stad. Het is nog altijd een uniek werk, en ook honderd jaar later zullen er nog veel lezers zijn die het niet snappen of het misschien zelfs geen poëzie vinden. Het spreekt een zo krachtige taal dat het nu nog altijd van de bladzijden spat. Poëzie is woordkunst, zei Van Ostaijen ooit. In Bezette stad lijkt vooral het woord tot kunst verheven te zijn. Ik wil, voor ik lezen ga, eerst en vooral kijken naar Bezette stad. Kijken naar de bladzijden. Kijken naar de typografie. Kijken naar de wisseling in corpsgrootte, kijken naar de verschillende lettertypes. Hoeveel boeken kent u die u veel, zeer veel kijkgenot verschaffen nog vóór het (te verwachten) leesgenot? En dan is er nóg een komponent: muzikaliteit! Bezette stad oogt ritmies, oogt muzikaal. Wow. Ja. Je kunt het boek ook horen voor je het leest. Ik dacht een flard Stravinsky te horen, ik lieg niet (nog zoiets trouwens, ik ken iemand die Le Sacre du Printemps nog steeds als onbeluisterbare herrie ziet).

Laat het beginnen met laweit. (zacht lawijd). Laat het beginnen op een punt in de geschiedenis. Laat het iets historisch zijn, een zeppelin boven Antwerpen bijvoorbeeld. Laten we beginnen op een punt in de geschiedenis, laat het iets groots zijn, waarom niet iets groots. Iets als de eerste wereldoorlog misschien. Iets als een zeppelin boven Antwerpen misschien. Iets als een bom misschien. Zodat het begint met laweit. (zacht lawijd). Altijd begint alles met laweit, altijd begint alles met een bom.

De eerste wereldoorlog is in Nederland denkelijk niet de bekendste der wereldoorlogen. Hier voor u beschreven, hier voor u door Van Ostaijen beschreven, direkt, levend. Of niet meteen direkt en niet meteen levend: Van Ostaijen schreef Bezette stad toen hij in Berlijn woonde, en de eerste wereldoorlog al afgelopen was. En ik lees het, op een punt in de geschiedenis, ik lees dit in Vleuten op het punt in de geschiedenis dat het ausradieren der oningeënten niet meer ver af is (geen seconde getwijfeld!) (opdat ik er geen meer kan aansteken die daar minder goed tegen kan) (die daar minder goed tegen kan) (want we doen het voor elkaar) (voor elkaar voor elkaar) (er is geen punt in de geschiedenis waarop we zo ontzettend solidair met elkaar zijn geweest) (we doen het samen) (en wie anders denkt kan henen gaan) (wees niet die eigenwijze Nederlander) (geen seconde getwijfeld) (iemand anders die daar minder goed tegen kan).

De eerste wereldoorlog. En jazz. En film. En sex. En ellende. En explosies. En dans. Een dans in explosieve poëzie. Zegt Paul Neuhuys: Tussen het statigen en de boulevards schitteren de cinema’s, en de cinema’s die had Van Ostaijen ook zien schitteren. Bezette stad barst van de filmverwijzingen. De wijze waarop film, jazz, dans en het uiterst beweeglijke taalgebruik van Van Ostaijen samenkomen maakt dat het oorlogsgeweld in eerste instantie bijna orgastisch aandoet. Er is sprake van “kanoncoïtus” en van “knal knal kneppert klettert knepperen klettert knallen / muziek luchtverplaatsing in Zut majeur / en contrapunt / Vluchtverplaatsing in Zut mineur / bommen knallen / en de obus bust zich in een huis / (record spoedbestelling) / gaat huis in vlam / flakkeren van vlam vóór maan / maan voor de Vlam / vlam / maan / VLAM / de STad STaat STil”.

Of misschien is de sexualisering een manier om de perversiteit van de situatie te benadrukken? “EUROPA volgens EROTISCHE BEDDINGEN / wij kennen Europa zó lang zó lang / gerekt uitgestrekt vlak en in de hoogte / geologies / stroombekken / politiek / commerciëel / en dat alles en dat alles / naar / deze EROTIESE KAART is een noodzakelijkheid”.

De noodwendigheid der dingen in een groots, onontkoombaar SAMEN. (zie het ziekelijke coronopaspoort) (het ausradieren der oningeënten kan een aanvang nemen) (geen seconde getwijfeld) (een ander die daar minder goed tegen kan) (darf ich ihnen ausweis sehen?)

Misschien verwachtte de flamingant Van Ostaijen wel dat er  een ander soort SAMEN zou voortkomen uit deze oorlog. Vernieling om een nieuwe opbouw mogelijk te maken. Als we hem volgen van een “bedreigde stad” over een “bezette stad” naar “de aftocht” (inval – bezetting -aftocht) lijkt verwoesting echter voornamelijk verwoesting te hebben gebracht. “de overwinning is aan diegene die het meest mizerie kan lijden” heet het, en “de bezetting houdt op / de bezetting begint”; “alles is zonder zin / nu”; “leve de gekrepeerden”.

Bezette stad is het indringende verslag van een oorlog; het is ook Van Ostaijens verslag van een oorlog. Dat geeft de nodige ruimte bij het lezen. Het is mogelijk om die boek puur historisch te lezen. Een jongeman maakt een oorlog mee. Ofnee. Een jongeman maakt de eerste wereldoorlog mee, in Nederland -als ik zei- niet meteen de bekendste van de twee wereldoorlogen. Je kunt iets leren over de eerste wereldoorlog; je kunt iets leren over hoe een jongmens -een activistisch jongmens- als Van Ostaijen de eerste wereldoorlog (en in het bijzonder de bezetting van Antwerpen) beleefd heeft. Je gaat dat in je eentje niet allemaal kunnen vatten; je gaat niet alle (film)verwijzingen en alle historische subtiliteiten vatten. Maar er is hoop. Matthijs de Ridder schreef Boem Paukeslag. Daarin pluist hij Bezette stad grondig uit, en verklaart het onverklaarbare. Ik kom nog te spreken over De Ridder en over Boem Paukeslag; ik kom er nog over te spreken.

Misschien ben je geen historicus. Misschien maakte je geen oorlog mee (zegt Herman Brusselmans: iedereen heeft een oorlog meegemaakt). Misschien lees je dit op een punt in de geschiedenis waarop het ausradieren van de oningeënten (geen seconde getwijfeld) niet meer veraf is, en herken je toch iets in de onvrijheden die Van Ostaijen hier beschrijft. Dan is er Besmette stad, waarin f’domme diezelfde Matthijs de Ridder samen met Willem Bongers-Dek vijfenzestig kunstenaars vanuit hun tijd heeft laten reageren op Bezette stad. Of je leest gewoon het werk van Van Ostaijen nog een keer, maar dan met je ogen van nu. Want ook dat is mogelijk: in woorden van toen, het gebeuren van nu ontmoeten.

Tot slot vind ik het geenszins van oppervlakkigheid of denkluiheid getuigen om Bezette stad puur als (experimenteel) kunstwerk te benaderen. Het grote formaat dat Boom dit boek gegund heeft komt hier van pas: ik kende Bezette stad eigenlijk alleen op klein formaat in de Verzamelde poëzie uit 1963, waar het toch minder tot spreken komt. Het gaat hier om een grootse taal ommers; een taal die uit zijn voegen barst, woorden die overheen heel de pagina lopen, woorden die zich opblazen, woorden die leeglopen, slagvaardige woorden en moegestreden woorden: ook nu is het nog opwindend om te lezen (zien?). Ook nu is het nog “nieuw”; ook nu is het nog een avontuur; ook nu nog kent het zijn gelijke niet; ook nu nog in staat om hoogstpersoonlijke assoosjasies bij de lezer te evokeren. Dadaïstische wortkunst, w’rom niet; “sprachskepsis”: de wereld is niet in woorden te vatten, dierhalve zijn woorden alleen maar interessant als “associatieruimte”; in nieuwe -eventueel ongrammaticale- samenhangen nieuwe betekenissen genereren (nieuwe roman is nieuwe filosofie); Paul van Ostaijen zelve zou hier misschien gruwelen maar we hoeven niet te lezen met de ogen van de schrijver en zelfs niet met diens goedvinden (of de schrijver nu nog in leven is of niet). Ik dacht aan August Stramm en ik denk heus niet dagelijks aan August Stramm.

Mogelijk dat het mogelijk is dat alle drie de leesniveaus tegelijk kunnen opgaan (de historische, de hedendaagse en de kunstzinnige) of anders wel na elkaar: Bezette stad is een boek dat uitnodigt tot herlezen. En iedere keer dat je het leest, zul je een ander boek lezen (ja ik weet wel je kunt ook niet twee keer in dezelfde rivier stappen maar dit is toch anders).

Besmette stad Recensie

Besmette Stad

Vijfenzestig kunstenaars antwoorden op Bezette stad van Paul van Ostaijen

  • Redactie: Matthijs de Ridder, Willem Bongers-Dek
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: Pelckmans Uitgevers
  • Verschijnt: 15 februari 2021
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback 
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

En dit is ook veel. Is ook veel bijvoorbeeld Jeroen Olyslaegers (hee ik dacht dat die al dood was trouwens?) (wie is er dan dood dan?), is ook veel waarbij, hoe noem je dat?, dada, cut-up, kollaazje, praat van radio of op straat of op facebook (bestaat dat nog dan?) of whatsapp, is ook veel van wat een moderne dag Paul van Ostaijen gedaan zou hebben (maar kon die verschrikkelijke engerd van een Marc van Ranst er niet nog wat erg van langs krijgen, Jeroen?, er was van langser misschien). En is ook veel, is Betül Sefika en Maarten van der Graaff (nee niet die van die generator) (die was zonder r) (ach Peter Hammil) (een luis is geen thuis) (ach Nick Pearne) (ook hij nu dood) & bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Yves Coussement zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Ruben van Gogh zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Dean Bowen zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Xavier Roelens zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Onno Kosters zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Nick Swarth zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Peter Smink zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Peter van Lier zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Veva Leye zijn. nee. bij eerste doorbladeren (let wel, ik keek niet goed) dacht ik ha! dat zal Joshua Clover zijn (waarom niet? die schreef al eens over Antwerpen, toch?). Want ik bedoel zoals het spat. Ik bedoel zoals het loopt. Overheen de pagina. Nee. Van de pagina af. Want dat is een ander ding met poëzie: het wil helemaal niet op een stomme pagina staan te staan, het wil daar van af. Het wil bij u zijn. Poëzie wil alleen bij u zijn. U die de lezer is. En het is waar dat het uit zijn voegen barst. En hoe het barst. Deze vierkante decimeter (te verleggen) (o & het is raden naar).

Deze volte. Deze volheid. Dit volle. Hoe het beweegt overheen en ook buiten pagina’s. Soms is het misschien een beetje vanostaijentje spelen, dan denkt een mens bijna Maar Bezette stad is beter (het oude werk is beter) (vroeger was het beter) (ik vind de vroege Angelique beter dan de latere Angelique) (ik hield van de Angelique van vroeger maar zulk een trezebees als die Angelique van nu is) (vooral toen ze begon te zagen dat ze zich zo schaamde dat ze de coronaregels eerst niet serieus nam & toen kreeg ze corona) (en nu schaamt ze zich dat ze ooit een collega in zijn gezicht uitlachte omdat hij haar verweet dat ze zich niet aan de 1,5 m regel hield). Maar. Neen. Vaak is het echt, en echt mooi.

Zoals. Lisa Weeda (ik ken haar niet) met het lichtelijk vervreemdende 1914, 16 over een van een kopje afgebroken oortje dat door een soldaat tot ring vermaakt is – alles gezien vanuit het standpunt van het kopje dan oortje dan ring.

Of Nele Eeckhout en Pete Wu (ik ken hen niet) wier Rauwstad helaas wel hier en daar ontsierd wordt door een afgrijselijk, werkelijk afzichtelijke zin als “De geur van gemorste whiskey penseelde zich uit zijn baard en zwelde in zijn aan als een vals strijkkwartet”, of, erger nog (ja het kan nog erger): “Nacht maakte langzaam plaats voor dageraad, terwijl hij wachtte tot het verleden hem bedolf als een vallende pudding.” (als een vallende pudding? als een vallende pudding?? is dat een poging tot absurdisme ofzo, of moeten we er gewoon maar mee lachen misschien) (mijn zesjarige dochter lacht denkelijk wel met vallende puddings) (maar het is nog niet eens de allerlelijkste zin uit dit boek. de allerlelijkste zin uit dit boek, en het moet zijn dat ze er een prijsvraag over hebben gehouden, het moet zijn dat het expres gedaan is, want de allerlelijkste zin uit het boek (op naam van Benno Barnard) luidt: “Dada heeft mijn gedicht geneukt.”. echt waar. dat durft die Benno Barnard na zijn zestiende nog met droge ogen schrijven) (ik heb het dada gevraagd trouwens en dada weet van niets).

Of De miniatuur van Hester van Gent (ik ken haar niet), wat een soort mengeling is van Kafka, Karin Boye en Toon Tellegen met hinten Tomaka Shibasaki en Kobo Abe; een wonderlijke dystopie, even sprookjesachtig en lief als het grauw, troosteloos en beklemmend is; bol staand van de allermooiste beelden die een menselijk wezen ooit opgedacht heeft sinds het ontstaan van de aarde ja WOW!, De miniatuur alleen al maakt Besmette Stad het aanschaffen meer dan waard.

Of Opdracht aan Mevrouw Weetikveel van Sanneke van Hassel en Annelies Verbeke (ik ken hen niet).

Of Woe-Han van Jeroen Olyslaegers ofnee wacht die noemde ik al.

(het is ook zoveel. dit boek is ook zoveel)

Of dat zelfs Besmette stad/Bedreigde stad van Lucky Fonz III niet half slecht is (zelfs?) (wat heb jij tegen Lucky Fonz III) (ik weet het niet iets in die gast staat me gewoon niet aan) (maar ik heb wel een cd van hem in mijn cdkast en die cd vind ik geeneens half slecht ofzo) (maar ik weet ook niet altijd goed genoeg zeggen waarom mensen me wél aanstaan eigenlijk).

Of Essentiële verplaatsing van Betül Sefika en Maarten van der Graaff ofnee wacht die noemde ik al.

(het is ook zoveel. dit boek is ook zoveel)

Of . deze vakantie er zelf eentje in elkaar knutselen van Tsead Bruinja.

Of Slipstream van Maxime Garcia Diaz (die ken ik niet).

Of Holle haven van Gaea Schoeters (die ken ik niet).

Of Morgen gaan we in lockdown van Aya Sabi (die ken ik niet).

Of Projectieve meetkunde van Iduna Paalman (die ken ik niet) (veel mensen hier ken ik niet) (ik ken hier niemand) (nee) (de meerderheid hier ken ik niet) (nee) (ik ken de helft niet) (nee) (veel mensen hier ken ik niet).

Of Plons van Mandula van den Berg (die ken ik niet).

Of Nietsomhanden van Babs Gons (die ken ik niet).

Of Nietsomhanden van Maud Vanhauwaert (die ken ik niet).

Of Drop-D van Asha Karami (die ken ik niet).

Of drie gesprekken aan een plein in een stad in lockdown van Leen Verheyen (die ken ik niet).

Of Het ge______sprek van Andy Kipple (hee maar die kennen we toch) (hee maar die gesprek kennen we toch) (hee maar Andy Kipple is toch Chiel Zwinkels en Jeroen van Rooij) (toen ik het las toen bij Het Balanseer toen had ik de Van Ostaijen-relatie niet direkt geraden eigenlijk) (ik raad nooit iets) (naar het schijnt bestaat er ook nog een op muziek gezette versie van dit gesprek) (silencio) (MJOEZIEK) (keer terug naar het elixer) (ontmoet de mentor) (en geef de dichter ook wat) (en de tijd in crescendo) (swoesj!) (elixer gietend gorgelend) (en de tijd in crescendo en Ornette Coleman op de stereo) (see op beeld) (see laat een plaat vallen) (don’t let the beat drop)

De brieven van Jozef Otten aan “Pol” van Ostaijen waar Koen Peeters mee afkomt, zijn ontroerend, innemend en schoon. Zijn die brieven authentiek? (op internet vind ik enkel een slager die Jozef Otten heet) (in Lanaken zit die) (op de Henri Dunantstraat) (nummer 10) (en Jo Otten, die ken ik wel) (van Bed en wereld weet u nog wel?) (uit 1932) (zouden de brieven mojer zijn als ze echt zijn?) (zou het jammer zijn als blijken zou dat Koen Peeters ze gefingeerd heeft) (ik weet het niet) (en het doet er ook niet toe).

Besmette Stad is een vol, een groot, een mooi boek. Een boek dat raakt, een boek dat krachtig spreken kan. Een boek dat ik bij vlagen nóg mojer vind (maar vertel het niet door) dan Bezette stad.

Matthijs De Ridder BOEM Paukeslag Recensie

BOEM Paukeslag

Op strooptocht door Paul van Ostaijens Bezette stad

  • Schrijver: Matthijs de Ridder (België)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Pelckmans Uitgevers
  • Verschijnt: 15 februari 2021
  • Omvang: 324 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Doch eigenlijk hou ik hier niet zo van. De man die het ons allemaal eens vertellen zou. Hoe het zit. Hoe het allemaal zit met dit boek of deze film of dat schilderij. Hoe we ernaar kijken moeten, hoe we het lezen moeten, wat we hadden moet oppikken, wat we waarschijnlijk allemaal gemist hebben. Deze verwijzing. Dat detail. Die ene zin of die andere, op die ene pagina. Of die andere.

Zei Ray Loriga ooit (ik sieteer uit mijn hoofd want hij zei het in een interview in een blad dat ik niet meer heb of nooit gehad heb om mee te beginnen) dat iedereen die denkt een ander iets bij te kunnen brengen per definitie niet deugt. Dat ging over onderwijzers geloof ik. En inderdaad: iedereen die van verre of nabij betrokken is bij een onderwijsinstelling deugt niet maar zo straf als Loriga het uitdrukte zou ik het niet willen stellen. Maar snappen doe ik hem wel. Het gaat om werelden uit iemand halen om er je eigen wereld voor in de plaats te stellen.

Hoe mooi kunst is. Is dat het open is. Is dat het in elk hoofd andere dingen doet. Is dat het verbindingen aangaat met wat er in het hoofd is, en in elk hoofd zit weer wat anders. Moet je dat kapot maken? Moet je dat er allemaal uitgooien om ervoor in de plaats te zetten: de van nu af aan enige juiste manier om Bezette stad te lezen? Ik weet het niet. Ik wil denk ik met mijn eigen ogen Bezette stad lezen; niet met die van Matthijs de Ridder. Ik hoef niet perse te weten waarover al die liedjes gaan die Van Ostaijen noemt; ik hoef niet perse te weten waarom de N in het zeppelin-vormige woord zeppelin omgedraaid is; ik hoef niet zo nodig opmerkzaam te zijn op de vele boogvormen in Bezette stad. Wat meer is: ik hoef niet alles te begrijpen. Onbegrip is goed, vooral in poëzie. Een dichter hoeft natuurlijk helemaal niks, maar als ik ooit na een slag van de molen zou gaan roepen dat “De poëzie maar één taak heeft” dan zou “in verwarring brengen” het minst erge vervolg van die zin zijn.

Boem Paukeslag is dikker dan het werk waar het over gaat. De Ridder neemt de tijd. Hij begint “een kleine maand voordat Paul van Ostaijen aan Bezette stad begon”. Wie dit boek leest als achtergrondinformatie bij Bezette stad of als naslagwerk raadpleegt om een bepaalde voor hem onheldere passage uit dit uit zijn voegen barstende poëem, moet over lange adem beschikken. Een index of register mankeert, dus iets opzoeken of iets teruglezen is lastig. Er is eigenlijk maar één weg doorheen Boem Paukeslag en dat is van begin naar eind.

Misschien moet je het werk van Matthijs de Ridder zelfs wel los zien van het werk van Paul van Ostaijen. Sterker nog: misschien moet je Bezette stad niet gelezen hebben om Boem Paukeslag ten volle te kunnen smaken. De Ridder schetst op onnavolgbare wijze -want dat hij onderhoudend kan schrijven bewees hij al in nY- een tijdsbeeld. Van een kapotte metropool in een kapotte tijd. Van vroege avantgarde. Van dada, kubisme, futurisme. Van een uitgeweken revolutionair, een zoekend jongmens dat zich niet wilde “neerleggen bij het nieuwe […] normaal”, zoals De Ridder dat ergens noemt (en zoiets kan, dat weet elkendeen die mij ook maar een beetje kent, meteen op mijn volle sympathie rekenen).

Bovenal is het de ontstaansgeschiedenis van een boek. Een boek dat ik mooi vind, een boek dat ik heel erg mooi vind. Maar je hoeft het boek niet mooi te vinden om de ontstaansgeschiedenis mooi te vinden. Meer dan driehonderd pagina’s pende De Ridder en het leest rap. En het goede is, ik denk dat ik niet eens heel anders over Bezette stad of Paul van Ostaijen ben gaan denken. Boem Paukeslag is gewoon een lezenswaardig boek voor iedereen die zich interesseert voor geschiedenis, literatuur, oorlog, sociologie of de aloude menselijke zoektocht naar verlossing.

Bijpassende boeken en informatie

Georgien Overwater – Berlage en een boef in het museum

Georgien Overwater Berlage en een boef in het museum recensie en informatie nieuw kunst prentenboek.  Op 19 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Leopold het nieuwe kinderboek van Georgien Overwater over de architect Berlage.

Georgien Overwater Berlage en een boef in het museum recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden het prentenboek Berlage en een boef in het muzeum. Het boek is gemaakt door Georgien Overwater. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over het nieuwe prentenboek over de architect Berlage van Georgien Overwater.

Georgien Overwater Berlage en een boef in het museum Recensie

Berlage en een boef in het museum

Kunstprentenboek van het Kunstmuseum Den Haag

  • Schrijfster: Georgien Overwater (Nederland)
  • Soort boek: prentenboek, kunstboek voor kinderen
  • Leeftijd: -12 jaar
  • Uitgever: Uitgeverij Leopold
  • Verschijnt: 19 februari 2021
  • Omvang: 32 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Prentboek

Flaptekst van het prentenboek over de  architect Berlage

Berlage en een boef in het museum is het nieuwste deel in een geliefde reeks kunstprentenboeken, in samenwerking met Kunstmuseum Den Haag. Het prentenboek sluit aan bij de tentoonstelling Het gedroomde museum – Berlages meesterwerk. Een selectie van de originele illustraties uit het kunstprentenboek zal ook worden opgenomen in deze tentoonstelling.

Vos wil zijn hol in de duinen gezellig maken. In het kunstmuseum in de stad kan hij vast wel iets leuks vinden. Binnenkomen is alleen nog niet zo makkelijk. Vos bedenkt een list. ‘s Nachts is hij alleen in het museum. Hij verzamelt de mooiste dingen. Tot er iemand wakker wordt.

Tentoonstelling in het Kunstmuseum Den Haag

Lang voordat museumarchitectuur populair werd als toeristische trekpleister, dromen architect Hendrik Petrus Berlage (1856–1934) en museumdirecteur Hendrik Enno van Gelder (1876–1960) van een vooruitstrevend museumgebouw. Een gebouw waar bezoekers zich thuis voelen en waar de kunst ultiem tot z’n recht komt. Samen schiepen ze een voorbeeld voor vele musea die later ontstonden. De tentoonstelling Het gedroomde museum – Berlages meesterwerk neemt de oorspronkelijke ideeën van architect en directeur als uitgangspunt en laat zien hoe ze tot op de dag van vandaag een belangrijke rol spelen in de beleving van Kunstmuseum Den Haag. Te zien vanaf 20 februari 2021 t/m 7 november 2021.

Bijpassende boeken en informatie

Nola Hatterman Boek

Nola Hatterman boek recensie en informatie kunstboek.  Op 15 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Waanders & de kunst dit boek over de Nederlands-Surinaamse kunstenares Nola Hatterman.

Nola Hatterman boek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van Nola Hatterman, Geen kunst zonder kunnen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze monografie van kunstenares Nola Hatterman

Nola Hatterman Boek Recensie

Nola Hatterman

Geen kunst zonder kunnen

  • Schrijvers: Diverse auteurs
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: Waanders & de Kunst
  • Verschijnt: 16 februari 2021
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst de monografie van kunstenares Nola Hatterman

Nola Hatterman was afkomstig uit een koloniaal milieu. Ze maakte in de jaren ’30 kennis met zwarte, Surinaamse communistisch gezinde activisten als Anton de Kom en Otto Huiswoud en sloot een bondgenootschap met jonge Surinaamse studenten als Eddy Bruma, Eugène Gessel, Hein Eersel en Jules Sedney die na de Tweede Wereldoorlog de oceaan overstaken om in Amsterdam te komen studeren. Haar meesterstuk – Louis Richard Drenthe / Op het terras (1930, Stedelijk Museum Amsterdam) – heeft een vaste plaats in de kunstcanon veroverd, maar ander werk van Nola Hatterman (1899-1984) is nagenoeg onbekend.

In 1953 verhuisde ze naar Suriname, het land van haar hart, om er les te gaan geven en haar vierluik over slavernij en marronage (vluchten uit en verzet tegen slavernij) te voltooien. Haar engagement en gedurfde thematiek spreken tot de verbeelding. Welke plaats verdient de Hollandse Hatterman in de kunstgeschiedenis van Nederland en Suriname? Daarover gaat dit boek.

Met een voorwoord van Ronald Venetiaan en Rein Wolfs; bijdragen van Bart Krieger, Lizzy van Leeuwen, Stephan Sanders, Esther Schreuder, Priscilla Tosari, Marieke Visser, Ellen de Vries (samensteller), Myra Winter en Kitty Zijlmans.

Bijpassende boeken en informatie

De grote Van Eyck Atlas

De grote Van Eyck Atlas recensie en informatie van deze thematische atlas van Gunter Hauspie over  de beroemde Vlaamse schilder Jan van Eyck. Op 18 december 2020 verschijnt deze atlas, geschreven door de Vlaamse historicus Gunter Hauspie.

De grote Van Eyck Atlas recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van De grote Van Eyck atlas. Het boek is geschreven door Gunter Hauspie. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze bijzondere atlas van de Vlaamse kunstschilder Jan van Eyck, geschreven door de Belgische historicus Gunter Hauspie.

De grote Van Eyck Atlas Recensie boek van Gunter Hauspie

De grote Van Eyck Atlas

  • Schrijver: Gunter Hauspie (België)
  • Soort boek: atlas, kunstboek
  • Uitgever: Lannoo
  • Verschijnt: 18 december 2020
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van het boek over de schilder Jan van Eyck

Verrassende wandelroutes in het spoor van de Vlaamse meester Jan van Eyck.

Het belang van Jan van Eyck voor de kunst in de 15de eeuw en daarna kan niet overschat worden. Met zijn oog voor detail en technische onderlegdheid zet hij een standaard die nooit geëvenaard zal worden. Dankzij dat uitzonderlijke talent komt de meester algauw in de gunst van vorsten en mecenassen.

Over het levenspad van Jan van Eyck is niet veel bekend, maar dat hij veel onderweg is, staat buiten kijf. De schilder woont en werkt in het bruisende Brugge. Hij verblijft ook in Den Haag, Rijsel, Doornik en Gent. In opdracht van de Bourgondische hertog Filips de Goede reist hij mogelijk naar het Heilig Land en gaat hij in Portugal de toekomstige echtgenote van Filips portretteren.

De twintig schilderijen die Jan van Eyck nalaat, zijn evenveel puzzelstukken waarmee het boek dat nomadische bestaan van de Vlaamse meester wil reconstrueren. In het spoor van Jan van Eyck voeren verrassende wandelroutes je zo naar zijn 15de-eeuwse wereld. De Grote Van Eyck Atlas is rijkelijk geïllustreerd met foto’s en kunstreproducties.

Bijpassende boeken en informatie

Jan Cremer – Storm

Jan Cremer Storm recensie en informatie over de inhoud van dit boek over zijn jonge jaren. Op 28 februari 2020 verschijnt bij Uitgeverij Waarders het boek over de jeugd van de Nederlandse schilder en schrijver Jan Cremer.

Jan Cremer Storm Recensie en Informatie

Op 24 april 2020 is schilder en schrijver Jan Cremer tachtig jaar oud geworden. Naar aanleiding hiervan heeft Waanders Uitgevers dit rijk geïllustreerde boek Storm uitgegeven. Het boek focust zich in beeld en tekst op de jonge jaren van de beroemde en beruchte schilder en schrijver.

Jan Cremer Storm Recensie boek over de jonge jaren

Door de vele foto’s waarop Jan Cremer, vaak met zijn geliefden van dat moment figureert, wordt een mooi tijdsbeeld geschetst van de wilde jonge jaren. Bovendien zijn afbeeldingen van vroege tekeningen en schilderijen opgenomen. Leuk zijn ook het grote aantallen afbeeldingen van documenten van Jan Cremer waaruit blijkt dat de kunstenaar vrijwel alles heeft bewaard.

De bij alle afbeeldingen toegevoegde autobiografische teksten verrijken het boek verder. Uit alles blijkt  dat de bravoure en onaangepastheid van Cremer altijd al aanwezig was. Het boek schetst een mooi beeld van een kunstenaar die zich door niets en niemand liet tegenhouden, ook al had hij, zeker in zijn jonge jaren, vaak wind tegen.

Schetst een mooi beeld van de jonge onstuimige Jan Cremer en kringen waarin hij verkeerde

Overtuigd van zichzelf en zijn eigen kunnen was Cremer er zeker van dat hij de wereld zou veroveren. En zoals wij nu weten is daaraan niets overdreven en veel uitgekomen. Storm is een met zorg vormgegeven en rijk geïllustreerd boek dat niet alleen een goed beeld schetst van de jonge onstuimige Jan Cremer maar ook een mooi tijdsbeeld schetst van de kringen waarin hij verkeerde. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Storm

De jonge jaren

  • Schrijver: Jan Cremer (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Waanders Uitgevers
  • Verschijnt: 28 februari 2020
  • Omvang: 174 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek over de jonge jaren van Jan Cremer

24 April 2020 werd Jan Cremer 80. Een moment voor een terugblik. Over zijn jeugd in Enschede, over zijn kunst, over zijn ouders. Dit boek kijkt terug in beelden: uit kranten en tijdschriften en vooral veel foto’s uit het privé-archief van Jan Cremer.

Jan schreef in een van zijn boeken: “Nu weet ik dat ik dat onrustige van hem [zijn vader] heb, hè. Altijd verder willen, over de grenzen. Op zoek naar een nieuwe horizon. Waarom ik nu pas over hem schrijf? Omdat ik altijd met mezelf bezig was. Ik moest zelf de wereld veroveren, snap je? Mezelf vinden.’

Het grote succes van Jan Cremer kwam in 1964 met ‘Ik Jan Cremer’. Centraal daarbij is de bevrijding van de idealen van de jaren 50. Het is een voorbode van de vrije seks en wilde jaren 60. Dit leverde kritiek op. Over het boek werden Kamervragen gesteld, het werd fascistisch genoemd en voetbalvandalen werden beschuldigd van ”Jan Cremerisme”. Cremer zelf werkte hier flink aan mee, omdat hij er de commerciële mogelijkheden van zag. Toen een ijverige politieman in Hengelo begin 1964 exemplaren van Ik Jan Cremer in beslag nam, verschenen in enkele dagbladen steunbetuigingen van bezorgde ouders. Ze bleken alle te zijn geschreven door Jan Cremer.

Bijpassende boeken en informatie