Tag archieven: gedichten

Jan Lauwereyns – Leer van de orchidee

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee recensie en informatie boek met een keuze uit het werk 1991-2024 van de Vlaamse dichter. Op 9 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik het boek met een keuze uit de gedichten van de uit België afkomstige dichter Jan Lauwereyns. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee Tim Donker recensie

Dat het onherroepelijk verdrijven, dat de dingen gaan, dat paardengelach piano’s naar de oceaan sleurt, dat eerst de koffie, dat langzamer dan men denkt, dat het enige waar, dat het krakelde, dat het zonlicht toen in Dregkes haar en dat ze dat zelf niet wist, dat de gebouwen van glas, dat een lijk wel net zo goed waar dan ook kan composteren, dat de studie van stilte, dat dit niet de enige plek, dat existentialisme, dat altijd weer diezelfde eenden, dat het ook echt overal gevonden kan worden. De woorden. De omschrijvingen. De definities.

Zegt iemand zegt wie zegt Jan Lauwereyns dat “Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart” de kortst mogelijke definitie is van het bijzondere van poëzie. Denk ik hum, een weinig gezocht wel, Lauwereyns (de ongezochte vondst) / (de gezochte onvondst). Altijd weer bijna overal het hart. Waarom geen brein of oog of oor of eender welk lichaamsdeel, en wat is dat met die vorm en smaak en geluid, verduidelijkt het iets of zaait het juist verwarring, ik denk dat laatste, en dan gaat het goed op, voor poëzie int algemeen misschien maar zeker voor die van Jan Lauwereyns.

Want een poëzie, hij, die lichtjes uit het lood slaat. Je loopt. Een straat. Een stad. Je komt binnen op. Een stadswandeling. Het leest, het zegt, het gaat: “Ik had een grootoom die / met pijp en bril en hart / en ziel in een goed boek / in een comfortabele zetel / een verdieping lager viel, negenendertig gedichten geleden. / De schade viel niet mee, / de scherven werden amper opgekeerd. // De herinnering aan de goede lezer / en zijn vliegende bom is nu deze / parking geworden.”,

en je denkt aan, wat heb je gelezen wat je gezien waar ben ik hier getuige van geweest (van de vorm van de smaak van het geluid van het hart misschien?). Het zit ik, het zit daar, het zit daad: “Er zaten ik en nagemaakte wielrenners / in de Ronde van Frankrijk”, bijvoorbeeld, en: “Sommigen hadden vaak / zessen en de Peugeots fietsten met plat- / geslagen schaakborden op hun borsten.”, en dus vliegt het.

Ja het vliegt bij Lauwereyns. Van droom naar wetenschappelijk hyperrealisme, van proza naar poëzie, van de straat naar de hemel, van alles naar terug. Een snuifje oneindigheid erbij om het af te maken. Mooi om dit nu allemaal te hebben, bijeengesprokkeld overheen de tijden. Vanuit verschillende bundels. Waarvan ik sommige, nee alle, nee vele, nee meer dan ik dacht toch nog gemist heb. Zoals Het zwijgen van de dichter, waarin de ikpersoon een ezelin lijkt te zijn. Of een Japans-Amerikaanse vrouw van zevenentwintig jaar. Of dood. Vermoord door de dichter Uwe. Zou kunnen zijn dat het kan zijn maar het zou ook kunnen zijn dat het niet kan zijn. Dat het is. Surrealisme of roadnovel of thriller of politieroman. Of dat überhaupt nog een vraag moet zijn. Nou. Ja. Eentje toch. Misschien had er iets meer informatie bij gemogen over de bundels waaruit deze gedichten komen, zijn zomwijlen hele bundels geïncludeerd misschien, en wat uit welk jaar.

En woensdag was een fijne muziekdag met Diego Cigala, en Wreaths, en Albert Ayler, en Anna Thorvaldsdottir, en Projekt Karpaty Magiczne, en The Microphones, en If Anything Happens To The Cat, en Vera Sola, en b.d. Foxmoor, en Scott Walker, en Circuit des Yeux, en Brother J.T., en Muslimgauze, en Jerusalem In My Heart, en hiss tracts, en Sufjan Stevens, en David Coulter, en Robbie Basho, en My Bloody Valentine, en Kasper van Hoek, en John Zorn, en Yo La Tengo, en Slint, en Maisha,  Alice Coltrane. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Ogen komen veel voor in deze gedichten. Dood komt veel voor in deze gedichten. De blauwe gitaar komt veel voor in deze gedichten. En ook naalden die in hersens worden gestoken. Want zo tesaam valt het oog pas goed op de konseptuele kontinuïteit. Want ook zo de zus, en natuurlijk de orchidee. Het ritme. Het stromen dat soms kabbelt, soms buldert, soms nauw waarneembaar nog, als dingen in de verte, dingen in de mist. De vorm. De smaakt. Het geluid. Het hart.

Of een bemerking die je stil slaat, en met peins. “Slapend zien we meer dan met de ogen open” schrijft Lauwereyns, en: “Vooral slapend met de snelle oogbewegingen”, waardoor ik zat, een wijle, te peinzen aan dromen, en aan hoe mensen vaak geneigd zijn de realiteit van dromen ondergeschikt te maken aan die van de aldag; het is “maar” een droom, en dit is de grond en daar moeten beide voeten op (al te vaak vliegend ook in dromen), maar misschien wellicht mogelijkerwijs (bijwoorden van twijfel) is het raadzaam om dromen te zien als aparte realiteiten, die naast, of misschien wel boven, de aldagsrealiteit geplaatst kunnen / mogen worden, niet in de zin dat we lering zouden moeten trekken uit onze dromen, of dat we ze beter moeten duiden (en al zeker niet freudiaans), maar omdat ze plekken bevatten waar we ook zijn, waar we ook zien, waar we ook leven, vaak in bezit zijn van een beter zelf, of denk aan terugkerende dromen, toen ik in mijn dertigs was droomde ik geregeld hele steden op, buiten mijn dromen bestonden ze niet maar daarbinnen hadden ze samenhang en logica en consistentie, is dat niet ook een soort bouwen misschien?

En donderdag was een fijne muziekdag met Stars of the Lid, en The Master Musicians of Jajouka, en Deathprod, en Spiral Joy Band, en Volcano the Bear, en Peter Kernel, en Idles, en Wreckmeister Harmonies, en Mika Vainio, en Daniel A.I. U. Higgs, en Wöljager, en Heavy Winged, en Madvillain, en Ellen Fullman, en Deathspell Omega, en Laurie Spiegel, en Mia Doi Todd, en The Sad Bastard Book Club, en Super Numeri, Ah Cama-Sotz, en Murcof, en Sum of R, en Teatteri Moderni Kanuuna, en Don Cherry. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Tijd is niet omkeerbaar, een zandloper wel. Nu is de problematische oorsprong van alles. Haai wist misschien van toeten. Alles vloeit, behalve dat alles vloeit. Slaapkamers met slagroom. J’accuse Ted Hughes. Het bed is een en al geruchtendom. De regel is dat alle levende wezens moeten creperen (niets maal eeuwig is niets), en het punt is punctum alpeh (bizarre ontologie). Alles is de schuld van de perfecte kraanvogel. De beste wijn is de oude. Is verheerlijking van wat voorbij of onbereikbaar is een vorm van pornografie. Doe je mond open. Bega een daad. Stap uit jezelf. Linguïstische theorieën. Verwarring. Twijfel.

Dus. Door ganse universa vliegt het hier, wijst, landt, stipt, loopt, rent, staat stil, gaat dan weer, staat dan weer. Zoveel kanten als het dan opgaat in je kop, en hoe heerlijk dat is. “Verander je ook / maar een beetje hoe je staat / krijg je iets gloednieuws” vond ik heel kschipperiaans (en net als bij K Schippers liggen er bij Lauwereyns in de kleinste snippers werelden besloten), maar bij een rietzanger met een mening of een empathische orchideeënkweker hellen mijn gedachten over naar Dephine Lecompte (maar dan zonder alles wat Delphine Lecompte zo vervelend maakt) (net of ik dit al eens eerder heb gezegd) (in dit of in een ander verband) (?) (zou je zoiets kunnen opzoeken?) (je had behoefte aan iemand die met je meelas). Rekenkunde van de tastzin borrelde ook herhaaldelijk in me omhoog, maar bij Lauwereyns wemelt het van de verwijzingen, sitaten, pseudositaten, halfsitaten, allusies, van naar op, muziek, poëzie, film, ik mis waarschijnlijk meer dan ik vat maar het doet het wel marsjeren onder mijn schedel, hoe dat gaat en hoe mooi dat het is (net of ik dit al eerder heb gezegd) (-)

En dinsdag was een fijne muziekdag met Thomas Ankersmit, en Giacinto Scelsi, en Spooky Attraction From A Distance, en Anarchist Republic of Bzzz, en Art Ensemble of Chicago, en B. Fleischmann, en LaMonte Young, en A Whisper in the Noise, en Ostzonensuppenwürfelmachenkrebs, en Joe McPhee, en Baby Bird, en Wojtek Mazolewski Quintet, en Burmese, en Nordvargr / Prakh, en Botanist, en Glenn Branca, en Brise-Glace, en Swans, en Maurizio Abate, en het fukking licht, en Erdem Helvacioglu . En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Hou je Leer van de orchidee in je handen, hou je de hele wereld in je handen. En alles altijd. Misschien geen werkzame definitie van poëzie, maar wel een tamelik exacte omschrijving van deze fantastiese bundelbundeling.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee

Leer van de orchidee

een keuze uit het werk 1991-2024

  • Auteur: Jan Lauwereyns (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 7 januari 2025
  • Omvang: 348 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met gedichten van Jan Lauwereyns

‘Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart,’ schreef Jan Lauwereyns in zijn gedichtendagessay in 2011. Dat was voor hem de kortst mogelijke definitie van het bijzondere van poëzie. Daarvoor vertrek je noodzakelijkerwijs bij de werkelijkheid – hier en nu, de dingen rondom, al is dat toevallig in Japan of met de blik van een wetenschapper. 

In Leer van de orchidee biedt Jan Lauwereyns een ruime keuze uit zijn werk, van zijn eerste vingeroefeningen in 1991 tot en met een reeks gloednieuwe gedichten uit 2024. De bloemlezing werkt als een lifehack, al is het meer een hulde dan een handleiding, een uitnodiging om ons te laten verbluffen door het leven, door de schoonheid en de trucs van orchideeën. Dat gaat ook via Japan en de wetenschap, via rangaku, 蘭学, ‘westerse studies’, of met een zijsprong via de kanji: ‘orchideeënleer’. Maar het gaat bovenal via de taal en de liefde.

In deze poëzie leeft de vorm, ongebreideld, ongeremd, in sprankelende tanka’s en barokke sonnetten met perfecte hexameters, in verhalende gedichten die op nachtmerries lijken en in lyrische essays die het denken op subtiele muziek zetten. Gebaseerd op tien heel verschillende dichtbundels geeft deze bloemlezing een uniek caleidoscopisch beeld van een oeuvre dat in alle variëteit juist heel coherent blijkt qua thematiek en toewijding aan de smaak van het geluid van het hart.

Jan Lauwereyns (13 mei 1969, Antwerpen) woont en werkt in Fukuoka, Japan, waar hij cognitieve wetenschap en bio-ethiek doceert aan de Universiteit van Kyushu. Hij debuteerde in 1999 met de dichtbundel Nagelaten sonnetten, en publiceerde tot heden tien dichtbundels in het Nederlands, naast romans, essays en academische monografieën. Zijn poëzie werd bekroond met de Hugues C. Pernathprijs en de VSB poëzieprijs, en genomineerd voor de Herman de Coninckprijs, de Cees Buddingh’-prijs, de Karel van de Woestijneprijs en de Paul Snoekprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Sasja Janssen – Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica

Sasja Janssen Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 9 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido de nieuwe bundel met gedichten van Sasja Janssen.

Sasja Janssen Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica recensie van Tim Donker

misschien moet je de spinsels met je ogen dicht –

misschien moet je je ogen dicht, en moet je Fovea Hex wat onnadrukkelijker op je hersens laten regenen

misschien moet je dit in de nacht, of ongemerkter misschien, of anders met je ogen dicht. En doe nou je ogen open.

Misschien ken je dit wel. Een seedee drajen in de ochtend en weten hoe mooi je dit ooit vond. En nu. Tsja. Goed. Slecht ist nie. Nee. Maar gewoon. Een niet slechte seedee, en misschien moet je stil zijn, of misschien juist iets doen, misschien kleurt dit anders met een andere aktiviteit, weet je nog wat je deed toen je hem voor het eerst hoorde? Of is het gewoon net iets te makkelijk om te wennen aan schoonheid? Schoonheidsgewenning, is dat iets, bestaat dat, zijn daar boeken over geschreven, is het zoon ding waarvoor mensen naar psychologen gaan, dat dat wat je ooit bezielde je op een dag niet langer bezielt, dat je ooit verstomd stond om iets dat je nu tot een licht schouderophalen beweegt, dat je went aan de pracht van iets, zoals je ogen wennen aan duisternis of je lichaam aan de temperatuur van het badwater, of zoals honger weg kan gaan als je er geen aandacht aan besteedt (of ook: dingen kapot kunnen omdat je er juist teveel aandacht aan besteedt).

En was het dit. Of was het toch weer iets anders.

Kijk. Ik zette mij. Ik zette mij met Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica. Met die bundel zette ik mij daar. In gindse stoel. En ik dacht. Dit ga ik geweldig vinden, dacht ik, dit gaat prachtig zijn. Waarom dacht ik dat dit prachtig ging zijn, ik weet niet waarom ik dacht dat dit prachtig ging zijn, ik geloof dat ik haar vaagweg meende te kennen van een eerdere bundel, maar een nadere inspeksie van mijn poëzieboekenkast loochenstrafte die gedachte, al was het, dat geef ik toe, geen zeer uitputtende inspeksie, de titel, o ja, ook de titel, ik vond de titel niet onaardig, nee, ik vond de titel goed, zulke dingen moeten niet altijd negatief geformuleerd worden, ik dacht dat het wetenschapspoëzie kon ween, ik weet niet of dat bestaat als zjanrûh, heeft niet Mallo er ooit over geëssayeerd?, laat ons zeggen dat het zou kunnen bestaan, of ooit zal bestaan, een poëzie die kunst op filosofiese wijze verbindt met wetenschap, of, er zijn toch poëten die hun inspiratie onder andere uit wetenschappelijke tejorieën putten, interessant in zoverre dat poëzie op eerste gezicht erg ver af staat van wetenschap, ik zou zelfs kunnen betogen dat poëzie het tegendeel is van wetenschap, maar dat ga ik nu niet doen, waarom zou ik dat nu doen, ik heb daar op het moment helemaal geen zin in plus daarbij mijn dochter komt zo thuis.

Waar het om gaat is dus dat ik mij lezend zette.

En ik begon, en ik las. Dingen als “niets deerde ons, de doordraaiende cirkel niet, het kwade vierkant / het rood, blauw, het alomtegenwoordige / zijn wij alomtegenwoordig? / wij zijn altijd alomtegenwoordig / en hoewel regens, ze pikten, en hoewel de vier winden, ze verplaatsen ons / door alle luchten, en hoewel de vermenigvuldigende zonnen / de insecten die ons kramden / wij betekenden niets, wij waren iets”

en ik zeg ja, ik roep uit JA!, ik denk ik zei het toch, ik zei toch dat dit geweldig ging zijn en zie nu, hoe stap je beter een dichtbundel in? (ik smokkel een beetje, het gedicht dat hieraan vooraf gaat, een soort prolooggedicht, vond ik eigenlijk niet zoveel aan, feitelijk was het eerste instappen aan de lauwe kant maar dat ondergraaft wat ik hier zeggen wil en daarom zeg ik het maar niet). Dat zoekende. Wat is, wat niet is, wat het allemaal te betekenen heeft dat zomaar van alles wel of niet het geval is. Het peinst en het zoemt en het gaat op weg en het broeit en het brengt. Dat doet poëzie, of naja, goeje poëzie dan toch: iets achterlaten. Iets in je kamer dat daar eerst nog niet was.

Een spinsel.

Een gedacht.

Iets.

Maar ik lees verder en ik lees te gretig misschien, ik stuit op een wanstaltige zin hier, of daar, een zin als “er slaapt een mes op mijn hart”, dat staat me daar een beetje te overdreven poëzie te zijn zeg, een zin waar Nick Cave zich niet voor geschaamd zou hebben, en dat bedoel ik allesbehalve positief, dertig jaar geleden ofzo zou dat het grootste compliment zijn geweest dat ik geven kon want dertig jaar geleden was Nick Cave zoon beetje het allerbeste wat een mens kon zijn, vond ik toen, achja, toen was Murder ballads er nog niet, laat staan dat afgrijselijke The boatman’s call en dan zwijg ik nog maar van al die shit die daarna nog kwam, ik hoorde laatst iets van die nieuwste van hem, beter stopte hij helemaal denk ik, inmiddels vind ik dat vroegere werk ook wel een beetje te theatraal, maar er zijn, en zullen altijd blijven, momenten dat ik heel veel zin heb in From her to eternity of Henry’s dream, maar een mes slapend op een hart is net dat geforceerde soort van duisternis dat me inmiddels niks meer doet.

En ik lees verder, wat minder gretig al misschien.

Ben je niet langer een teken begint men je te herkennen. De tienduizend dingen. Toen dacht ik aan. Of. Een bad zonder mens is een fragment zee. Het is het kijken naar dingen. Het is haar kijken naar dingen.

Het zijn de dingen. De tienduizend dingen. De dingen die toch gaan zoals ze gaan.

Misschien komt het woord heden te vaak voor in deze bundel, misschien gaat het net iets te vaak over de rand, welke rand, tikveel, een rand, verschillende randen, misschien geraak je gewend aan schoonheid, misschien raak je het stromen soms kwijt, woorden kunnen immers ook niet onafgebroken door je aders blijven stromen, misschien is dit gewoon een wisselvallige bundel, misschien raakt het raken soms verschoven.

Dit ging geweldig zijn.

Wat het misschien (niet) was, maar zolang ik op een zin kan stuiten als deze: “mijn vader zegt entropie mijn moeder logica / mijn vader schaken mijn moeder dammen, krentenmik klöntjesmik” is het alles toch nog goed genoeg om voor geweldig te kunnen doorgaan.

Sasja Janssen Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica recensie

Mijn vader zegt entropie mijn moeder logica

  • Auteur: Sasja Janssen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Sasja Janssen

Hoe betrap je het heden op zichzelf? Is het een freak, een gramarijn, de derde ruimte, a natural blonde? Wat is tijd voor de mens in zijn kleine eeuwigheid? Hoe definiëren we de wereld, met welke taal brengen we orde aan in welke chaos? Of zoals het heden de mens toebijt: ‘Jullie overspelen me graag, kwijlen bij mijn naam, maar als je lijdt / omdat je me niet vat, lijd jezelf maar kapot, medelijden is iets wat het verleden / uitspeelt en voor de toekomst heb ik geen geduld // Ik ben het stuifmeel van mijn eigen tijd’.

Als een archeologe gaat Sasja Janssen in zowel uitwaaierende, lyrische als gecomprimeerde gedichten terug naar de oorsprong om iets van het raadselachtige nu bloot te leggen.

Sasja Janssen (Venlo, Limburg, 6 mei 1968) publiceerde twee romans en vijf dichtbundels, die bijzonder goed werden ontvangen. Haar recentste bundel, Virgula, werd voor vijf prijzen genomineerd en won de prestigieuze Awater Poëzieprijs. Haar eerdere bundel Ik trek mijn species aan werd vertaald in het Engels en Virgula verschijnt in een Engelse en een Spaanse vertaling. Janssen is docente schrijven en treedt op in binnen- en buitenland.

Bijpassende boeken en informatie

Anne Carson – De schoonheid van de echtgenoot

Anne Carson De schoonheid van de echtgenoot recensie en informatie over de inhoud van de dichtbundel. Op 23 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Koppernik deze dichtbundel van Anne Carson. In het boek zijn naast de Nederlandse vertaling de originele Engelse teksten opgenomen.

Anne Carson De schoonheid van de echtgenoot recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel De schoonheid van de echtgenoot. Het boek is geschreven door Anne Carson. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud de bundel met gedichten uit 2001 van de Canadese schrijfster Anne Carson.

Anne Carson De schoonheid van de echtgenoot recensie

De schoonheid van de echtgenoot

Tweetalige uitgave

  • Auteur: Anne Carson (Canada)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Origineel: The Beauty of the Husband (2001)
  • Nederlandse vertaling: Marijke Emeis
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 184 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Anne Carson

Verteld in negenentwintig tango’s – een tango is net als een huwelijk wat je tot het einde moet dansen – is De schoonheid van de echtgenoot een meesterlijke combinatie van het idee van Keats dat schoonheid waarheid is en het verhaal van een huwelijk.

Dat helderziende, brutale, ontroerende, duister grappige boek vertelt met een directe, toegankelijke stem negenentwintig verhalende verzen die ons levendig meevoeren langs erotische, pijnlijke en hartverscheurende scenes uit een huwelijk dat uit elkaar valt.

Alleen de bekroonde dichteres Anne Carson kan een boek schrijven dat het oudste lyrische onderwerp – liefde – zo krachtig, zo fris en zo verwoestend maakt.

Anne Carson Rood RecensieAnne Carson (Canada) – Rood
Twee romans in verzen
Uitgever: Koppernik
Verschijnt: 20 oktober 2022
Recensie van Tim DonkerWord ik, zo, toch, steeds weer, teruggezogen naar dit boek. Tot het dan inderdaad tot mijn afgrijzen uit is. Maar wel nog in mij meegedragen wordt…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Amerikaanse dichteressen

Amerikaanse dichteressen. Welke bekende Amerikaanse dichters zijn er? Wat zijn de dichtbundels die de vrouwelijke dichters uit de Verenigde Staten hebben geschreven? Van welke dichteressen uit Amerika zijn bundels in het Nederlands vertaald? Wanneer zijn de dichteressen geboren wanneer zijn ze overleden?

Amerikaanse dichteressen

Op deze pagina is het overzicht van bekende Amerikaanse dichteressen te vinden. Uiteraard is er beknopte biografische informatie zoals de datum waarop de dichteressen geboren zijn en de eventuele sterfdatum. Bovendien is er aandacht voor de geboorteplaats en de bekendste bundels en gedichten, inclusief de Nederlandse vertalingen.

Overzicht van dichters uit de Verenigde Staten

Anne Bradstreet Brits-Amerikaanse dichteresAnne Bradstreet

Brits-Amerikaanse dichteres
geboren op 8 maart 1612
geboorteplaats: Northampton, Engeland
overleden op 16 september 1672
sterfplaats: North Andover, Massachusetts
leeftijd: 60 jaar

Gwendolyn Brooks

Afro-Amerikaanse dichteres
geboren op 7 juni 1917
geboorteplaats: Topeka, Kansas
overleden op: 3 december 2000
sterfplaats: Chicago, Illinois
leeftijd: 83 jaar
begraafplaats: Lincoln Cemetery, Blue Island, Illinois
winnares Pulitzer Prize for Poetry in 1950

Emily Dickinson

geboren op 10 december 1830
geboorteplaats: Amherst, Massachusetts
overleden op 15 mei 1886
sterfplaats: Amherst, Massachusetts
leeftijd: 55 jaar
doodsoorzaak: nieraandoening
begraafplaats: Amherst West Cemetery, Amherst

Louise Glück

geboren op 22 april 1943
geboorteplaats: New York City
overleden op 13 oktober 2023
sterfplaats: Cambridge, Massachusetts
leeftijd: 80 jaar
doodsoorzaak: kanker
winnares Nobelprijs voor de Literatuur in 2020 voor haar onmiskenbare poëtische stem, die met sobere schoonheid het individuele bestaan ​​universeel maakt.
2022 | Marigold and Rose
Nederlandse vertaling: Marigold en Rose
2021 | Winter Recipes from the Collective
Nederlandse vertaling: Winterrecepten van het collectief
2006 | Averno
Nederlandse vertaling: Averno

Marge Piercy

dichteres, romanschrijfster en feminist
geboren op 31 maart 1936
geboorteplaats: Detroit, Michigan

Sylvia Plath

dichteres en romanschrijftser
geboren op 17 oktober 1932
geboorteplaats: Boston, Massachusetts
overleden op 11 februari 1963
leeftijd: 30 jaar
doodsoorzaak: zelfmoord door gas uit de oven
begraafplaats: Heptonstall’s parish churchyard
1960 | The Colossus (debuut)
1965 | Ariel
Nederlandse vertaling: Ariel
1971 | Crossing the Water (postuum verschenen)
1972 | Winter Trees (postuum verschenen)

Adrienne Rich

dichteres, essayist en feminist
geboren op 16 mei 1929
geboorteplaats: Baltimore, Maryland
overleden op 27 maart 2012
sterfplaats: Santa Cruz, Californië
leeftijd: 82 jaar
doodsoorzaak: reumatoïde artritis


Bijpassende informatie

Han van Wieringen – Homeland Noord-Holland

Han van Wieringen Homeland Noord-Holland. Op 1 december 2023 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie de dichtbundel van de Nederlandse auteur Han van Wieringen (voorheen Hannah van Wieringen). Hier lees je informatie over de uitgave en de inhoud van de dichtbundel. Bovendien is er aandacht voor de de boekbesprekingen en recensie van homeland noordholland van Han van Wieringen.

Han van Wieringen Homeland Noord-Holland informatie

Han van Wieringen is in 1982 geboren in Haarlem. volgde de opleiding Writing for Performance aan de Faculteit Theater van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Hij schrijft zowel voor toneel als romans, non-fictie als gedichten.

In 2012 debuteerde hij met de roman in verhalen, De kermis van Gravezuid waarvoor hij de Academia Literatuurprijs ontving voor debuterende prozaschrijvers ontving. Bovendien stond het boek op de shortlist van De Bronzen Uil. Hij publiceerde toen nog onder de naam Hannah van Wieringen trouwens. Zijn eerste dichtbundel Hier kijken we naar verscheen in 2014. Over de nieuwe dichtbundel die verschijnt onder naam Han van Wieringen kun je op deze pagina veel informatie lezen.

Han van Wieringen Homeland Noord-Holland recensie van Tim Donker

&

&
malaikat

&
iets met wolfsmelk en een heidekever en de saxofoons blijven maar brommen en wat brand en nooit wederkeert en ik denk aan beginnen, ik denk aan een beginnen van geraakt zijn, hoe het gaat met geraakt zijn, ergens moet een begin zijn, ergens moet een eerste geraakt zijn zich manifesteren, waar voel je dat, ik vraag me af; wanneer voel je dat, ik vraag me af, bij woorden als heidekeverigheid misschien, bij die zweem van Beckett die hier door dit homeland waart misschien, soms komt er iets uit de mist tevoorschijn, soms klinkt een stem er bovenuit

&

iets dat wordend is, een tijd die verleden zowel als toekomend kan zijn, maar ook het verleden is wordend immers – als gaand van heden naar gisteren als het is, nu is het nu en straks niet meer

&
susu naga

&

&
de mooi van het niet-weten, de hebben van het niet; een poëzie die alleen vermoedens toelaat, als alle briljante poëzie doet, er alleen maar het raden naar geven

&
waar het worden komend is of het komende wordt – dan dit hier en nu – een proton – leuk dat je erover begint – een deeltje dat zwaarder is dan het hele ding zelf – de ding – de gaan – de naam – de zijn – de zelf

&
als dan later een wolfskers en wat is dat toch met dingen die beginnen met wolf, met een wolf, wat is dat met de dingen, is het dat ze toch maar gaan zoals ze gaan, is het dat ze kruipen waar ze niet kunnen gaan en is dat het ook met dichten, ik bedoel dat het kruipt, ik bedoel dat het gaat, “je kunt niet de hele dag gedichten schrijven” heet het in een gedicht dat maar heet en dat ik bij dezen en tot nader order uitroep tot het beste gedicht van dit desennium (en de woorden kruipen en de woorden lopen en de woorden stampen)

&
kerasukan

&
hoe

&
bij Van Wieringen groeit uit kleine dingen iets groots ja, maar het omgekeerde is ook ontegenzeggelijk waar en zo mogelijk nog mojer

&
als er bijvoorbeeld een paard in de gang staat

&
wat mooi

&
wat dronken van poëzie

&
de mooi / de dronken

&
hoe Beckett het wordt als iemand ineens heel erikofhetkleininsectenboek-achtig een heidekever is; een ander de wolfsmelk, de lieve wolfsmelk dan nog, er nagedacht kan worden over de heidekeverigheid van de heidekever of de euforbiaheid van de wolfsmelk (dat zet iets merkwaardigs in werking) (het intiem raken verschuift een cruciaal moleculair element in de samenhang van de kosmos) (&) (er is altijd iets met de tijd aan de hand)

&
de mooi. de pracht. de lief. de woorddronkenheid

&
alles

Alles wat deze bundel is.

Han van Wieringen Homeland Noord-Holland

homeland noordholland

  • Auteur: Han van Wieringen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 1 december 2023
  • Omvang: 40 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Han van Wieringen

Na bijna tien jaar, vele essays, kritieken, een korte roman en een hele trits toneelstukken, keert Han van Wieringen voor even terug naar de poëzie. De bundel hier kijken we naar werd destijds enthousiast ontvangen en genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs en bekroond met de Liegend Konijn debuutprijs. In homeland noord holland neemt Van Wieringen ons mee in een wordingsverhaal, van oorsprong naar verre toekomst, langs polders, planten, dieren, hdmi-kabels en robots.

Maar uiteindelijk gaat het om verbinding en liefde. Van Wieringens taal is intens en beeldend. homeland noord-holland oogt klein, maar schijn bedriegt.

Bijpassende boeken

Frans Kuipers – Uit hoofde van Jut

Frans Kuipers Uit hoofde van Jut. Op 2 april 2024 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de nieuwe bundel van de Nederlandse dichter Frans Kuipers. Je leest hier de informatie over de dichtbundel. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van Uit hoofde van Jut, de het nieuwe boek van  Frans Kuipers.

Frans Kuipers Uit hoofde van Jut

Frans Kuipers in geboren op 10 mei 1942 geboren in Vught, Noord-Brabant. Hij heeft inmiddels zo’n vijftien dichtbundels geschreven. Wat meer bekendheid dan ervoor kreeg hij doordat in 2004 negen van zijn gedichten werden opgenomen door Gerrit Komrij in de door hem samengestelde Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten.

In 1965 debuteerde Frans Kuipers als dichter met de bundel zoals wij, waarvoor het de aanmoedigingsprijs van de gemeente Eindhoven ontving. Zijn voorlaatste dichtbundel Alles waait verscheen in 2019. Zijn nieuwste boek waarover je hier veel kunt lezen, ligt op begin april 2024 in de boekhandel.

Uit hoofde van Jut

  • Auteur: Frans Kuipers (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 2 april 2024
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Frans Kuipers

‘Begin begon begonnen, is het zo simpel? / Verzin verzon verzonnen, zo simpel is het’. Met deze lichte noot begint Frans Kuipers zijn nieuwe bundel waarin hij speels reflecteert op ouder worden zonder daar somber over te zijn. Want met de tijd komt aandacht; tijd om de sprinkhanenbijbel te lezen en het gemaaide gras van een boerenzwaluwendag te ruiken. Zijn conclusie is dat niets af is. De natuur houdt hem staande; zij houdt hem gaande. Vrij van existentieel getob wordt de lezer meegenomen in de naïeve beleving van het kind, de hevigheid van een puberliefde en de angst om alleen over te blijven. Een voelbaar plezier in taal kenmerkt Frans Kuipers’ precieze en inventieve poëzie.

Bijpassende boeken en informatie

Hester Knibbe – Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe Binnen in de aarde is een berg. Op 9 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe dichtbundel van Hester Knibbe. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van de nieuwe dichtbundel van Hester Knibbe Binnen in de aarde is een berg.

Hester Knibbe Binnen in de aarde is een berg

Hester Knibbe is op 6 januari 1946 geboren in Harderwijk. Ze verhuisde in 1972 naar Rotterdam waar ze nog steeds werkt. Opgeleid als klinisch-farmaceutisch analiste leidde ze jarenlang een ziekenhuisapotheek.

Als dichter debuteerde Heste Knibbe in 1982 met de bundel Tussen gebaren en woorden. Daarna was het tien jaar wachten tot haar tweede bundel Meisje in badpak verscheen. Sindsdien zijn er zo’n vijftien dichtbundels verschenen. Voor de bundel Archaïsch de dieren uit 2014 ontving ze de VSB Poëzieprijs 2015 waarna in 2017 de bundel As, vuur verscheen. Haar voorlaatste dichtbundel Inzake dit huis verscheen in 2020. In januari 2024 verschijnt het boek met nieuwe gedichten van Hester Knibbe waarover je hier veel informatie kunt lezen.

Hester Knibbe Binnen in de aarde is een berg

Binnen in de aarde is een berg

  • Auteur: Hester Knibbe (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Hester Knibbe

De fascinatie van Hester Knibbe voor oude culturen is ook in haar nieuwe bundel Binnen in de aarde is een berg onmiskenbaar. Dit keer neemt ze niet de klassieke oudheid als uitgangspunt, maar een boek uit het oude China: de I Tjing, ofwel Boek der Veranderingen. Aan de hand van vierenzestig hexagrammen wordt daarin verteld hoe je onder bepaalde omstandigheden het beste kunt handelen of je gedragen. Knibbe gebruikt de titels van de hexagrammen voor haar gedichten en plaatst ze in een eigentijdse setting, met als leidmotief de mens als bewoner en zwerver.

Bijpassende boeken en informatie

Richard Akihary – Djam karet / Elastiektijd

Richard Akihary Djam karet / Elastiektijd. Op 4 oktober 2023 verschijnt bij uitgeverij In de Knipscheer het literaire debuut van de Nederlands-Molukse dichter Richard Akihary. Informatie over de inhoud van het boek en schrijver kun je hier lezen. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Djam karet / Elastiektijd, de dichtbundel van Richard Akihary.

Richard Akihary Djam karet / Elastiektijd

Richard Akihary is in 1955 geboren in Nederland. Hij is van Molukse afkomst en woont in Veenendaal waar hij als docent Nederlands en Engels zo’n dertig jaar heeft lesgegeven in het Speciaal Onderwijs. Daarnaast is hij ruim vijftig jaar 50 jaar organist bij de Geredja Indjili Maluku (Moluks Evangelische Kerk). Richard Akihary schreef ook liedteksten voor het Moluks Kerkelijk Liedboek en voor theater, pop en jazzbands waarvoor hij bovendien vaak de muziek componeerde.

De dichtbundel Djam karet / Elastiektijd is het literaire debuut van Riachar Akihary.

Richard Akihary Djam karet / Elastiektijd

Djam karet / Elastiektijd

  • Auteur: Richard Akihary (Molukken, Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: In de Knipscheer
  • Verschijnt: 3 oktober 2023
  • Omvang: 74 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van de Moluks-Nederlandse dichter Richard Akihary

Als een rode draad loopt in deze debuutbundel Djam karet / Elastiektijd een groot verlangen naar vrijheid van het Zuid-Molukse volk. Bijna vier eeuwen gekoloniseerd door Nederland, waardoor de Zuid-Molukse geschiedenis ook Nederlandse geschiedenis is, daarna overheerst door vreemde mogendheden.

Het litteken (fragment)

De ondraaglijke pijn
gevoelloos met de jaren.
Het litteken een aandenken.
De volgende overheerser
overspoelt zijn land met regels
verpakt in een wet.
Het recht van de sterkste.
Hij volgt zijn innerlijke overtuiging
naar het kostbaarst in het leven:
vrijheid

Bijpassende boeken en informatie

Lans Stroeve – Sterkteleer

De nieuwe dichtbundel van Lans Stroeve Sterkteleer verschijnt op 24 oktober 2023 bij uitgeverij De Arbeiderspers. Als de redactie de bundel leest, dan kun je op deze pagina de recensie lezen. Bovendien zullen wordt er ook aandacht besteed aan besprekingen van andere.

Lans Stroeve Sterkteleer

De Nederlandse dichteres en kunstenaar Lans Stroeve is in 1962 geboren in Eindhoven. Ze heeft lange tijd in De Bilt gewoond bij haar grootouders. Daarna verhuisde met het gezin mee naar Teheran en vervolgens weer naar Noord-Brabant. Na haar studie aan de kunstacademie, korte studies geschiedenis en filosofie, richtte zij tentoonstellingen in bij Galerie Maas in Rotterdam. Ook gaf ze les in tekenen en schilderen, schreef beschouwende stukken over kunst voor de Rijksgebouwendienst en werkte ondertussen stug door aan de poëzie.

In 2007 debuteerde ze met de dichtbundel Leerling in de tijd. Na een periode van zeven jaar verscheen in 2014 bij uitgeverij De Arbeiderspers haar tweede bundel Olympisch zwemmer. De liefhebbers van haar werk hebben weer geduld moeten hebben want de nieuwe bundel Sterkteleer die op 24 oktober 2023 verschijnt heeft nog langer op zich laten wachten. Uitgeverij Vleugels gaf in de tussentijd nog wel een aantal bibliofiele uitgaven van haar uit.

Lans Stroeve Sterkteleer recensie van Tim Donker

Soms moeten dichtbundels even rijpen. Dan leg ik ze daar, dan leg ik ze onder de bank, waar ze, in koele duisternis, langzaamaan de realiteit van mijn omgeving kunnen krijgen.

Omdat ik daar zit & omdat ik niet weet wat het zijn zal. Ik kende Lans Stroeve niet. Ik zag schilderijen met een grove penseelstreek. En figuratief, daar dacht ik aan, en wat Anne (ook zij nu dood) daarover gezegd had. Het is het feest der herkenning, had ze gezegd en daar dacht ik aan.

En op de steerjoo klonk Debris van Bad Pritt. De pianoklanken, de electroakoestiek, de geluidsmanipulaties. Het boekje bij die seedee is zo mooi, en September 27th is een heel mooi liedje, en ik zit stil en laat de muziek zachtjes naar binnen golven. En muziek, en schilderkunst, en poëzie.

Rijping. Maar dat was later. Toen het al stil was geworden in mijn huis, en ik las, over het ongedierte uit je dekentje kloppen voordat je het omslaat. De route snappen. Op tijd zwijgen. En dat snap ik. Denk ik. Ik denk dat te snappen. De kleefkracht van het verleden. Ook. Maar “de vogels te spotten”. Nee. Dat niet. Ik hou niet van “spotten” in de betekenis van “zien”. In die betekenis vind ik “spotten” een heel erg lelijk woord. Maar met vogelaars kun je best spotten. Die vogels altijd. En altijd maar hun sierlijkheid, en hun vrijheid, en hoog in de lucht, en de vleugels, en dat ze zo klein, en hun poten en hun ogen, altijd weer die vogels die nesten beginnen. Ja. Goed. Volgende bladzijde.

Op een volgende bladzijde krijgt iedereen een “hug”. Ja. Echt. Een “hug”. Ach. Nee. Ik geef toe dat het woord “knuffel” niet bepaald het mooiste woord is uit de Nederlandse taal, en “omhelzing” dekt het ook niet helemaal. Maar “hug” is onvergeeflijk.

En het gelaat van onze stad is onvergeeflijk.

Ook begin ik iets te vermoeden met een hospitaal en ziek en ellende en dat is misschien niet onvergeeflijk nee maar ik hou niet van doktersromans ik heb nooit van ziekenhuisseries gehouden.

(hoewel, dat laatste is niet helemaal waar, ik weet dat mijn moeder en ik een vaste ziekenhuisserie hadden, op een of andere doordeweekse avond kwam dat, er was nooit iemand thuis, behalve mijn moeder dan natuurlijk, en ik, ik weet niet meer hoe die serie heette maar mijn moeder noemde hem altijd “Sisters” in haar veel te letterlijke vertaling van “zusters”, het speelde zich inderdaad grotendeels af op de zusterpost in een groot Amerikaans ziekenhuis, er hing ook steeds een schoonmaker rond, in een rood uniform, ik herinner me er niet veel meer van behalve dat het een combinatie was van een sitcom en een dramaserie, en we keken dat, “vanavond Sisters kijken?” vroeg mijn moeder dan, al bij het avondeten, “natuurlijk moeder” zei ik dan, en dan keken we, met koffij, en dan lachten we soms, en dat was in de avond, we woonden al in Eindhoven toen, het zou niet meer lang duren vooraleer ik het huis uitging)

Ik stop een wijle met lezen. Ik denk Misschien moet deze dichtbundel nog wat rijpen. Misschien las ik hem niet rijp genoeg. Ik leg Sterkteleer onder de bank. Ik ga door. Ik lees andere dingen. Of ik lees niet. Misschien gewoon eens zitten, en zwijgen, en niks, is ook wel eens fijn.

Werd Lans Stroeve gewoon vergeten. Daar onder de bank.

Viel het me later weer in. De mensen onder de bank.

Las ik verder. Wat in Stroeve met verwoesting dreigt en lang door medici werd weggerelativeerd krijgt als (metaforiese)  bijnadoodervaring gestalte in Buiging en afschuiving: “Toen groef hij een kuil voor mij van één meter breed bij twee meter twintig en van stahoogte diep. Met geweld dwong hij me op de rand te gaan zitten. De benen naar beneden. Daar had ik belastend bewijs van zijn dreiging, een stommiteit zijnerzijds, die kuil was een feit, en hulp kon ik nu eindelijk krijgen. Ik mag als eerste aan boord van een boot naar mijn tijd, meer een vlot dan een schip maar voor mij het er zijn en terwijl hij daar wijzend verkleint en verdwijnt uit het zicht vaar ik en ik vaar en ik vaar en ik vaar” en er is nog steeds ziekte, zelfs met één been reeds in het graf nu, en ik denk, hieraan moet ik me, mijn moeite ermee ten spijt, maar gaan overgeven.

(en ik peins en ik peins en ik peins en ik weet denk ik waar mijn moeite met hospitaal en ziek en dood en oorlog en ellende in poëzie vandaan komt; dat, normaal, of meestal, of vaker dan op grond van toeval verklaard kan worden toch, een dichter zijn laatste woord aan de lezer laat: dan eindigt het gedicht op een voorlaatste woord, en dan is het aan de lezer om het laatste te denken, en dat ik dat, juist dat, zo mooi vind aan poëzie, dat het in je hoofd nog meer kanten op kan dan één – maar de dichter die over zware onderwerpen als bovenstaande dicht laat de lezer die ruimte niet: dood en ziekte en hospitaal en verval en verlies en gemis zeggen doorgaans maar één ding, zeggen vergankelijkheid, zeggen relativiteit van het al, zeggen gedenk te sterven, zeggen o hoe fragiel hoe fragiel hoe fragiel wij zijn, of zeggen andere dingen die dan in laatste instansie toch weer daarop neer komen, en daarmee staat dat soort poëzie al wat vaster, en ik denk weer aan Anne en aan haar “het feest der herkenning”, en dat het misschien niet mijn intensie is om poëzie te lezen – louter en alleen iets te kunnen herkennen)

Maar dat varen varen varen vond ik mooi en ik vaar mee.

Zegt Stroeve verder: “ga hier liggen als op het voorouderlijk schommelbankje / met boven je een raster voor druiven adem helemaal in / en adem vasthouden met de deur open kookt de liefste / en komt af en toe naar buiten voor een dingetje of loopt / naar jou om een kus op je voorhoofd te tintelen adem / maar weer door op de trap komt hij ook boven ziet jou / dag liefje schommelen met je bruine been loom omhoog / op de rugleuning en de arm met infuus boven je hoofd / we gaan nu de contrastvloeistof laten lopen / twee hartslagen adem helemaal in en adem vasthouden / hij beweegt traag richting haar adem maar weer door / het ruikt inmiddels heerlijk u doet het goed hoor / we maken nog één foto contrast twee hartslagen / hij schuifelt weer naar buiten gaat aan tafel zitten / adem helemaal in en adem vasthouden daar komt ze / met het eten de borden worden opgeschept kom aan tafel / adem maar weer door stil te liggen in dit vooruitzicht / zo dat was het hoor halen u tevoorschijn dat viel / toch wel een beetje mee? adem adem adem”

en ja feest der herkenning kun je zeggen en zwaar kun je zeggen en drama kun je zeggen en de lezer het laatste woord ontnemen kun je ook zeggen

kun je allemaal zeggen.

Maar ook lief kan je zeggen en zacht kan je zeggen en als iets dat even vasthoudt – vooruit: knuffelt – en een warmte misschien en allicht doet ziekenhuispoëzie het een weinig beter bij de alreeds gehospitaliseerden. Of gewoon. Een verslag van iets dat iemand, in dit geval een kunstenaar/dichter, overkomt, en hoe de dingen ondertussen ook gewoon doorgaan (want dat doen die rotdingen altijd: gaan zoals ze gaan, en doorgaan zoals ze doorgaan): “de ondersteboven hond die slaapt / in de mand en wakker schrikt omdat ik kijk / naar een kattenfilmpje van ons kind waarbij / hij zijn naam roept en dit gebeurt terwijl / het ziekenhuis afzegt want mijn afspraak / is ziek en hoe dit alles te behandelen anders / dan hier een beetje stil te lachen en verder is het wachten op de winter, de noten geraapt” –

de winter komt (meer is er niet), de wolven van de eeuwigheid (want had die Sergio eigenlijk met die Knausgård?), iemand is ziek en straks misschien weer beter, mensen leven een tijdje en gaan dan dood, muziek door de kamer en dan stilte, mijn koffie is bijna op.

Nooit moeten dichtbundels rijpen. Sommige bundels eet je tegen het overrijpe aan en dat moet je accepteren. De smaak is vol (en een “te” hou je voor je), een mooi woord als “pimpelmeespetjeblauwehemelkoepel” valt aan te treffen (dat is dan de schilder in de dichter), scenes die je niet anders dan lief of ontroerend kunt kenschetsen, in diepe kleuringen (dat is dan de schilder in de dichter), druppels vallen op je shirt, nu moet je naar boven voor een nieuw shirt, je las, er was een lichte aanraking, nu lees je niet meer, niet anders willen. Dan rond tafel en vaas. Wat achterblijft is misschien alleen de wens dat je schilderen kon.

Lans Stroeve Sterkteleer

Sterkteleer

  • Auteur: Lans Stroeve (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 24 oktober 2023
  • Uitgave: paperback
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Lans Stroeve

Sterkteleer, of toegepaste mechanica, onderzoekt de voorwaarden waaraan constructies moeten voldoen om niet te bezwijken. Maar In dit geval is Sterkteleer een literair werk over het construct mens, de door de loop van het leven zwaar belaste mens, zonder religieuze schil of bodem, kracht ontlenend aan de schone kunsten, filosofie en wetenschap. De gedichten in Sterkteleer zijn in essentie existentieel. Het leven zelf staat erin op het spel: ‘Je gaat/ niet zinken, je wordt gedragen. Ogen open:// ze vliegen af en aan, het flinke ziekenhuis in/ en uit, de grootste zwerm goede zielen van de stad.’

Bijpassende boeken en informatie

Kees ’t Hart – Het vogelkerkhof

Kees ’t Hart Het vogelkerkhof. Op 5 december 2023 verschijnt bij uitgeverij Querido de derde dichtbundel van de Nederlandse schrijver Kees ’t Hart. Je kunt hier alle informatie lezen over het boek. Daarnaast besteden we aandacht aan de boekbesprekingen en recensie van Het vogelkerkhof, het nieuwe boek van Kees ’t Hart.

Kees ’t Hart Het vogelkerkhof

Kees ’t Hart is op 12 juli 1944 geboren in Den Haag. Hij studeerde Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie werkte hij als docent aan de lerarenopleiding Ubbo Emmius in Leeuwarden en daarna als studiebegeleider Cultuurwetenschappen bij de Open Universiteit.

In 1988 debuteerde hij als schrijver met de verhalenbundel Vitrines. Een jaar later lag zijn debuutroman Land van genade in de boekhandel. Zijn debuut als dichter Kinderen die leren lezen verscheen in 1998. In totaal heeft Kees ’t Hart inmiddels ruim tien romans, drie dichtbundels, een aantal non-fictieboeken en verhalenbundels op zijn naam staan. In 2021 verscheen de verhalenbundel Victorien, ik hou van je die door onze recensent Tim Donkers besproken is en dat geldt ook voor zijn non-fictieboek uit 2022, Pleidooi voor pulp. Het vogelkerkhof waarover hier veel te lezen valt, is de derde dichtbundel van Kees ’t Hart.

Kees 't Hart Het vogelkerkhof

Het vogelkerkhof

  • Auteur: Kees ’t Hart (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 5 december 2023
  • Omvang: 64 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Kees ’t Hart

Het vogelkerkhof is de derde dichtbundel van Kees ’t Hart. Poëzie is voor hem een lokroep en een ritueel waarbij hij ongegeneerd put uit lage en hoge mythen. Met onder meer een ode aan de werken van Lord Lister, herinneringen aan mensen en dingen, en een wandeling naar het huis van de dichter, waar vogels één keer per jaar bij elkaar komen. Banale en extatische epiek en lyriek vallen samen in zijn gedichten, in een toon van verlangen en geheim.

Hij staat voor de deur en roept
Doe open doe open ik ben het
Ik ben de dichter doe open
Je moet naar me luisteren

Je moet naar me luisteren
Ik vertel je alles over geluk
En liefde en gelukkige dromen
Doe open ik ben het

Bijpassende boeken en informatie