Martin MacInnes Overgave recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Schotse roman. Op 15 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij Lebowski de Nederlandse vertaling van de filosofische roman In Ascension van de Schotse schrijver Martin MacInnes. De roman is opgenomen op de Longlist van de Booker Prize 2023.
Martin MacInnes Overgave recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Overgave. Het boek is geschreven door Martin MacInnes. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de uit Schotland afkomstige auteur Martin MacInnes.
Leigh groeit op in Rotterdam en zwemt vaak in de Maas; de waterkant is een schuilplaats voor haar. Daar ontstaat haar fascinatie voor de onderwaterwereld en ze wordt zeebioloog. Ze stort zich in de onderzoekswereld en steekt weinig tijd in haar familie, terwijl haar moeder dementeert en haar zus smeekt om meer contact.
Wanneer er een mysterieuze geul op de mid-Atlantische oceaanbodem verschijnt, voegt Leigh zich bij het onderzoeksteam. Wat ze daar vindt, zal haar leven voor altijd veranderen. Haar diepzeeontdekking leidt Leigh naar de Mojave-woestijn en een ambitieus nieuw ruimtevaartprogramma. Als ze dieper in het werk van het ruimteagentschap wordt getrokken, ontdekt ze dat de oceaanopening zich op een uitzonderlijke manier verhoudt tot het ruimteprogramma.
Leigh weet dat als ze bij het bureau wil blijven werken, ze haar stervende moeder en haar jongere zus moet achterlaten. Ze staat voor een onmogelijke keuze: bij haar familie blijven of op reis gaan naar een plek ver buiten ons zonnestelsel.
Martin MacInnes (1983) is een Schotse auteur. Eerder schreef hij Infinite Ground en Gathering Evidence. Hij won de Somerset Maugham Award, de Scottish Book Trust New Writers Award en de Manchester Fiction Prize. In 2021 werd hij door The Guardian/British Council uitgeroepen tot een van de tien schrijvers die de toekomst van het VK vormgeven. Overgave is zijn derde roman. Hij woont in Edinburgh.
Giuseppe Minervini Krank recensie en informatie over de inhoud van de Vlaamse debuutroman. Op 8 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij De Geus de eerste roman van de Belgische filosoof en schrijver Giuseppe Minervini.
Giuseppe Minervini Krank recensie van Tim Donker
…en dat het nieuwjaarsdag was, en een veel te korte nacht, en dat je daar stond, ongewassen ongekleed ongekamd, en dat je het nog één keer uitlegde…
Bestaat dat: uitgedachte nonchalance? Zorgvuldig geregisseerde chaos? Tot in de puntjes georganiseerde rotzooi? Of: berekende spontaniteit?
De dag dat Krank me overhandigd werd, en ik zag: dat tekeningetje, dat vele wit, die schrijfletters – dat was een andere dag (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken eindelijk hadden geleerd te schoorvoeten) (dat was de dag dat de zon scheen) (dat was de dag dat de tijd terug in de grond kroop) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar Claypipe hadden zitten luisteren)
;
en nu: veel te veel grijs in de lucht
en nu: straffe koffie
en nu: een laatste zichtbare hond
en nu: The Dwarfs of East Agouza op de steerjoo
Nu zit dat omslag vol koffie- en bierkringen. Nu ziet Krank er danig gelezen uit, ja veel gelezener dan de meeste van mijn boeken. Nu is dit niet langer een boek waar ik dingen van verwachten kan, nu is dit een boek waar ik dingen van vind. Nu is een andere dag.
Maar dan die eerste dag (die andere dag) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar Pekko Käppi hadden zitten luisteren) (dat was de dag dat het zilverde) (dat was de dag dat de roodwijn dat de schapenkaas & de roosmarijn dat was de dag dat de stoofpot) (dat was de dag dat we dachten aan deze dingen) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar The Blithe Sons hadden zitten luisteren), een dag, meen ik, net voor, of net na de zomer, dat Krank me overhandigd werd en ik het tekeningetje het vele wit en de schrijfletters zag, maar ook de foto op de achterkant.
(in de spiegel neem ik soms alvast de pose aan voor de foto op de achterkant)
Over die foto wil ik het hebben. Bah neen besprekerken, u zegt, waarom moet wij stil staan bij een foto, waarom moet wij het in een boekbespreking over uiterlijkheden plauderen, laat die foto zitten, die foto heeft met de inhoud toch geen zaken?
Zegt u. Zegt u allemaal. En ik volg u. Ik volg u best. In elk ander geval zou u al het gelijk van de wereld aan uw zijde hebben. En dat is een hele hoop gelijk om aan uw zijde te hebben, zoveel gelijk past vast niet in uw huis. Al een geluk dus dat uw redenering deze keer niet op gaat. In dit hoogst eigen geval. Het geval zijnde: het geval Krank. Het geval Giuseppe Minervini.
Dus. Die foto. Zie die foto. Wat is dat voor foto? Een mens peinst dat het een foto is die genomen is toen de schrijver net uit bed kwam, ongekleed, ongewassen, ongeschoren, ongekamd, en, lichtelijk vermoeid maar niettemin welwillend -zie dat handgebaar!- nog één keer gaat uitleggen Hoe Het Allemaal Zit (Met De Dingen Des Levens ofzo). Het is misschien nieuwjaarsdag; in ieder geval het soort van dag waarop elk normaal mens niet al om zes uur soggus in driedelig grijs & met vlijmscherpe scheiding in het haar klaar zit voor weeral een andere enerverende dag op kantoor. Al is het een schrijver misschien passend om alle dagen er zo bij te lopen als op die daar op de foto, of in ieder geval toch minstens tot twee uur in de middag dan.
Wie zou op zo’n moment een foto maken? Goed. Ja. Dit is vroeger niet. Het vroeger van de fotocamera’s die niet digitaal waren; het vroeger van de fotorolletjes; het vroeger van de specialist. Dat je naar een winkel moest, Van Mierlo op de Dorpsstraat b’voorbeeld (die was het bij ons in Stiphout), en die ging de foto’s op je rolletje ontwikkelen en dan kon je je foto’s een paar dagen later ophalen. Je kon op één rolletje maar een bepaald aantal foto’s schieten dus je nam meestal alleen foto’s op bijzondere momenten. Met kerst op vakantie verjaardagen, of, voor mijn part, op nieuwjaarsdag. Opeens vond mijn moeder het stom om alleen op de geijkte momenten foto’s te nemen. “Dan denken jullie later als jullie je fotoboeken doorbladeren dat het vroeger alle dagen kerst of feest of vakantie was, dan weten jullie niks meer van hoe het er op de gewone dagen aan toe ging.” Dus begon ze op de meest willekeurige momenten foto’s te nemen. Wij inderdaad op ons allerongewassenst, allervroegst, alleronflatteust. Rare foto’s waren dat. Toen. Tegenwoordig, met die telefoons die slim heten te zijn en waarmee mensen alles doen (gans uw leven teruggebracht naar één handzaam apparaat), neemt het foto’s maken geen einde meer. Van elkaar. En zelfs van zichzelf. Zelfjes, noemen ze dat dan. Een onvoordelige foto op een ongelukkig moment, dat is al lang niet raar meer nee. Maar dan: wie zou zo’n foto publiek willen maken?
Ik kan me slechts één situatie voorstellen: De Geus zeurt je aan je kop om een foto voor op de achterkant, een publiciteitsfoto of hoe heet dat, en je zucht, en je drinkt koffie, en je zit een moje plaat te luisteren, en je hebt geen zin om met die stomme foto bezig te zijn, kan jou die stomme foto rotten, vermoeid open je je telefoon, je zoekt naar de eerste de beste foto waar je alleen op staat, en god, laat dat nou net die maffe foto zijn van nieuwjaarsdag toen je ongeschoren ongewassen ongekamd en ongekleed in de keuken nog één keer stond uit te leggen hoe het zat (niet met De Dingen Des Levens maar gewoon hoe dat nieuwe koffiezetapparaat werkt).
Maar zo is het zeer waarschijnlijk niet gegaan. Zeer waarschijnlijk is deze foto moedwillig gekozen. Of erger nog: een geposeerde foto – hij kwam helemaal niet net uit zijn nest, hij liep in driedelig grijs en met een vlijmscherpe scheiding in het haar het kantoor van De Geus binnen want het was tijd voor de publiciteitsfoto’s. En er was een hele boel haarproduct en een hele boel grime nodig om hem er zo ongewassen ongekleed ongeschoren en ongekamd uit te laten zien maar eindelijk zag hij er midden op de dag zo nonchalant uit als hij er zelfs niet uit ziet als hij echt net uit zijn bed komt.
Maakt het uit, besprekerken?, u zegt. Nou gaat ge toch maar door en door over die foto, maakt het echt heel veel uit hoe authentiek die foto is?
Ja, dat maakt het uit want hetzelfde ongemak dat me bekruipt bij het zien van die foto bekruipt me bij het lezen van Krank. Niet aanvankelijk nee. Toen, die dag, net voor of vlak na de zomer, die andere dag, toen ik het inmiddels vol bier- en koffiekringen zittende omslag voor het eerst zag, schoon nog, de allereerste keer, daar, in een flatportiek, dat ik het boek omdraaide en die foto zag, dacht ik Wat goed. Wat goed dat iemand eens een keer gewoon zomaar een foto heeft genomen, de eerste de beste foto die hij vond, een onvoordelige foto, een ongeposeerde foto om op de achterkant te laten zetten. Wat goed, dacht ik, wat een sterk sinjaal. Maar toen ik wegfietste daar, bij die flat, dacht ik al – Maar wacht eens: als iemand de uitgever of de lezer duidelijk wil maken dat hij de foto op de achterkant niet belangrijk vindt, kan hij natuurlijk ook zeggen dat hij geen foto op de achterkant wil. Niet elk boek heeft dat ommers.
En, een paar straten verder, de eerste brief nog niet eens bezorgd: Tenzij iemand de hele foto-op-de-achterkant idee belachelijk wil maken natuurlijk. Een soort van milde spot. Hier zie. Dit is wat ik doe. Niet: de schrijver met sombermansblik, de schrijver die kontemplatief staart naar een punt in de verte, de schrijver als enigmatikus, de schrijver als ouwe grijze weetal – of noem al die soorten koppen maar op die meestal de achterkant sieren, nee de schrijver die net uit bed komt en zijn vrouw vermoeid diets maakt hoe ze een goeje cappuccino maakt met die nieuwe koffiezetter; de schrijver op zijn onschrijverachtigst, de schrijver die ook maar een mens is.
Naja. Goed ding wel: Minvervini had me al flink peinzend nog voor ik een letter in Krank gelezen had.
Letters zijn om te lezen. De letters maken de woorden, de woorden maken de zinnen, de zinnen maken het verhaal. Nah. Zo eenduidig, echter, is het in Krank’s geval niet. Krank is een filosofisch geschrift net zo goed als een (politieke) thriller; een dystopische roman alsook een science fiction boek; een aanklacht, een gevangenisboek, een analyse van de huidige maatschappij, een egodocument, een spotschrift, een exempel, het psychologische dossier van een tijdsgeest; Krank Minervini plus een omgevallen boekenkast.
Welke omgevallen boekenkast? Was het die eerste januari, had je je vrouw eindelijk met veel omhaal van woorden aan het verstand gepeuterd welke knoppen op dat nieuwe koffieautomaat ertoe deden en welke niet, ging je, geërgerd, vermoeid, met grote stappen, terug, benend, naar je bed, gooide je, godverdegodver, in al je ergernis je boekenkast om en zag je ze daar liggen: al je boeken, alles, proza, non-fictie, beschouwelijk, poëzie, filosofie, alles alles alles door elkaar, de boeken opengevallen en dacht je Hee maar daar zit verdomme een boek in!, voor dat je, eindelijk, weer terug in je bed lag voor nog drie of vier uurtjes broodnodige slaap?, of is Krank het resultaat van een moeizaam bijeen gezochte, zorgvuldige geconstrueerde en bedachtzaam omgegooide boekenkast?
En ja, dat maakt uit. Als Minervini Krank al schrijvend deed ontstaan, in enkele weken, of enkele maanden tijd (ik wil hem nog een jaar maar geven niet veel langer), daarbij puttend uit zijn hoofd, zijn hart, zijn darmen, sommige dagen misschien opstaan en naar de boekenkast lopen en bladeren en lezen, dan is het briljant; als Krank slechts met de grootste moeite tot stand kwam: denkarbeid, research, schrijven om te schrappen en schrappen om te schrijven – dan is het… povertjes.
Het verhaal staat op drie voorname pijlers:
er is een bedrijf dat GCF heet en dat “glazen” produceert voor zo goed als werkelijke ervaringen op “het fundament”
er is een “organisatie Liefgenezen”, zich zorgen makend over de macht van GCF en de invloed van de “glazen” en “het fundament” op het welzijn van de maatschappij; deze organisatie beraadt zich op acties tegen GCF
er is een ik-figuur, die misschien Ix heet, of misschien wel Isaak Vlek (mogelijkerwijs een afsplitsing van Giuseppe Minvervini), betrokken bij “organisatie Liefgenezen”, misschien een staatsgevaarlijk individu, in analyse bij dokter Kangoeroe (een goeroe die springen kan?) en later, heel charmsiaans, vergeten in een dodencel –
pijlers die Minevini alle gelegenheid bieden voor den stevig porsie maatschappijkritiek. In de “glazen” en “het fundament” herkennen wij natuurlijk virtuele realiteit en, vooral, the internet of bodies; de volgende stap waarmee alle kapitalisten van deze wereld (ik noem geen namen) de menselijkheid uit deze wereld willen weren; mensen zijn namelijk een te onzekere factor als het gaat om glashard geld verdienen en blijven verdienen. Dat dit nauwelijks een of ander vergezocht toekomstvisioen is, hebben de afgelopen jaren wel duidelijk gemaakt: uw kompjoetur, en, meer nog, uw telefoon die heet slim te zijn, is niet langer een apparaat dat tegemoet komt aan uw gemakzucht – het representeert u; het staat voor u want zonder het, bent u u niet. Dat het in tijden van “pandemie” uw hele medische doopceel moest lichten vooraleer u voet over drempel in een restaurant zetten kon, vond u niet erg want u had honger. Dat er anderen waren, die niet konden of niet wilden, maakte u niet uit want hee “bepaalde keuzes hebben bepaalde gevolgen” (nicht wahr, Cedric?), zo ver reiken uw inclusiviteitsidealen wel.
Niemand heeft een Minvervini nodig om de schaduwzijden van deze ontwikkelingen te belichten nee –
maar:
de “Organisatie Liefgenezen” die tegen GCF, de “glazen” en “het fundament” in het geweer heet te komen, is innerlijk verdeeld. Er verzamelt zich rond Nelson Liefgenezen, de Heiland van de tegenbeweging, een bonte stoet aan ontevredenen, uitgestotenen, onreguleerbaren, demonstranten, progressieven – naja, mensen die vinden dat de toekomst anders moet. In een woodstock-achtige sfeer klitten zij samen op één terrein. Al gauw meent men tussen deze vele nieuwlichters “schijnnomaden” te mogen ontwaren; mensen die “de ware zaak” niet in hun hart sluiten maar er slechts op uit zijn om hun dagen zoek te maken met ludieke protestactietjes. Mensen, misschien, als al die vervelende A12-toeristen die zich graag aan de Goede Kant voelen staan zonder dat het hen méér inspanning kost dan “een dagje uit”, desnoods met de hele familie; ja, kinderen erbij (toen de waterkanonnen aan gingen, wou ze blijven) (dan heb je je wat mij betreft almeteens gediskwalificeerd: als actievoerder, als ouder, als “op de toekomst gerichte” “voorbeeld”mens) (& dan is de doodstraf ineens zo’n slecht idee niet meer; als je zo erg faalt in al je zelfopgelegde rollen; als je het niet-deugen tot zulke ongekende hoogte hebt opgestuwd, dan is de aarde misschien niet de beste plek voor jou), ja zij verdienen wel een pijl of twee in hun donder maar wat meer is, is dat Nelson Liefgenezen net zo fascitoïde en totalitair is als het GCF dat hij wenst te attaqueren: inderdaad: ook links georiënteerde, “inclusiviteit” hoog in het vaandel dragende, erg woke zijnde idealisten zijn niet vies van uitsluiting en van hiërarchieën; iedereen is gelijk maar sommige zijn gelijker. De neuzen moeten wel in dezelfde richting wijzen, en een afdwalende neus is een foute neus.
Daar is Krank op zijn sterkst. Daar hield Krank me stoelgenageld. Maar helaas houdt Minervini dit niet vol voor de bijna zeshonderd bladzijden die dit boek telt. Afvragen of tweehonderd bladzijden ook wel genoeg waren geweest doe ik me niet want ik begrijp dat je met het projekt dat Miniverini hiermee voor ogen moet hebben gestaan een “lijvig” werk de enige mogelijkheid is die je hebt. Doch zijn terzijdes volg ik niet altijd even goed. Waar is die episode met die amateurschilder goed voor? Een man met schildersapirasies die maar wat moddert in de marzje (& meent diene mens nu zereneus dat het objektief vaststelbaar zou zijn of beeldende kunst goed of slecht is?) (hoor dat besprekerken daar nu eens vloeken in zijn eigen kerk), en die door Ix dan wel Isaak Vlek eventjes op het goede spoor gementord moet worden (“he’s my protégé!”) (“Ovaltine, why do they call it Ovaltine?”) (dat was een andere dag) (dat was de dag met Pharmakon op de steerjoo), wat hij (Vlek) doet door hem (de amateurschilder) losjes op het werk van Francis Bacon te wijzen! Neemt u een loopje met de lezer, Minvervini? Francis Bacon dan nog! Kom op, dat is een naam die elke willekeurige passant op lepelen kan; hoe kan dat ooit een revelatie zijn voor iemand die schildert? En dan is er nog Kraspunt, waar Ix/Vlek een boontje voor heeft en die door moet gaan voor zoiets als een intellectueel ofzo, in ieder geval een zeer belezen persoon. Regelmatig grasduint Ix/Vlek in haar rijke boekenkast. Minervini neemt een goede bladzijde om namen op te sommen, misschien om de lezer duidelijk te maken hoe breed Kraspunts bibliotheek is, misschien om een andere, minder doorgrondelijke reden. Mij viel echter op dat die boekenkast alleen de meest afgezaagde en voordehandliggende namen bevatte. Namen als Rimbaud, Man, Musil, Kafka, Márquez, Sontag, Duras, Descartes, Hume, Kant, Wittgenstein, Nietzsche, Schopenhauer, Heidegger – en dan te weten dat Minvervini filosofie en westerse literatuur studeerde: in zijn brein zouden toch ook wat onbekendere namen moeten ronddobberen. Is hij op het “onttronen” van het intellectuelendom uit; studie brengt een mens niet veel verder dan wat elke willekeurige passant al weet en kent? Of is Krank zozeer in één ruk geschreven dat Minvervini genoegen nam met alles wat hij ter plaatse oprochelen wist; geen zin om op te staan en naar de boekenkast te lopen ter inspiratie voor wat minder afgesleten namen en bezijden die boekenkast is de voorbije 1 januari omgegooid en nog altijd niet opgeruimd en laat het nu maar zo.
Ook de Kangoeroe-episoden hadden meer in zich gehad; als nazaat van die kwakzalver uit Wenen had Kangoeroe een toegangspoort kunnen wezen tot een wat onbarmhartiger licht op psychologie als geheel en psychotherapie in het biezonder, maar naar mijn gevoel laat Minvervini dat (on)gewild liggen. En de essayistisch getinte passages (onder andere in het laatste, minst interessante deel) stellen om gelijkaardige redenen teleur. Of de taal.
Ja. De taal. Er wordt wel erg veel “gemonsterd” in dit boek, en het woord “debiet” komt me ook net iets te vaak voor. En werkwoorden als “focussen” en “spotten” (in de betekenis van “zien” dan he) zijn zo ontzettend lelijk! Terwijl op zoveel andere momenten het zo duidelijk wordt dat Minervini prachtig en gloedvol schrijven kan.
Daarom dus. Daarom mensen. Doet het ertoe. Of Minervini die foto op de achterkant uit desinteresse of spotzucht of om een andere reden koos. Of Krank in zeven haasten, min of meer “spontaan” (want dat kan denk ik ook best een kleine zeshonderd pagina’s lang) op papier werd gesmeten of dat het toch zo pretentieus is als ik vrees dat het is.
Krank laat veel zien. Dat Miniverni over een geweldig taalgevoel beschikt, en een intelligent, eigenzinnig en humoristisch man is met een intrigerende visie op zaken. En dat hij misschien nog wel eens met een briljant boek afkomt. Krank laat echter ook zien dat Krank nog niet dat boek is. Het zal een andere dag zijn. Met ander licht, andere koffie, en een ander boek.
“Krank is een overweldigende leeservaring en verveelt geen moment […] Denk Kafka, Beckett, Bolaño met een magnifieke, opwindende taal.” (HUMO)
Flaptekst van de eerste roman van Giuseppe Minervini
In zijn dodencel richt Ix een document aan de rechter waarin hij zijn vrijspraak bepleit. Hij onthult het bizarre verloop van zijn betrokkenheid bij de terroristische Organisatie Liefgenezen die — met de verteller als een van de vele offers — een revolutie uitstippelt tegen de mistige tirannie van een samenleving georkestreerd door algoritmes.
‘Ik beloof alles te zullen doen wat in mijn mogelijkheden ligt om me zo helder, efficiënt en Nobelprijswaardig mogelijk uit te drukken, binnen de kern van de zaak, namelijk: waarom ik hier ben, wat ik hier doe, wat ik hier denk en wat er met mij moet gebeuren.’
Giuseppe Minervini is filosoof, muzikant, regisseur, redacteur en schrijver. Hij publiceerde non-fictie, poëzie en proza in onder meer DW B, De Gids, humo. In 2017 werd hij geselecteerd voor de Parijsresidentie van Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren. Krank is zijn debuutroman.
Paulo Coelho De weg van de boog recensie en informatie over de inhoud van deze filosofische roman. Op 23 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers de Nederlandse vertaling van O caminho do arco het nieuwe boek van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho.
Paulo Coelho De weg van de boog recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van De weg van de boog. Het boek is geschreven door Paulo Coelho. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Braziliaanse schrijver Paulo Coelho.
Als je nooit een risico neemt, dan zul je nooit weten welke veranderingen je in je leven moet aanbrengen.
Tsetsuya, de beste boogschutter van Japan, woont in een afgelegen vallei. Aan de hand van de kunst van het boogschieten vertelt hij een jongen uit het dorp over de beginselen van een betekenisvol leven, zoals hard werken, een verschil willen maken en bereid zijn om te falen.
Hij toont hem hoe handeling en de ziel onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, en dat een leven beperkt door angst voor afwijzing of falen het niet waard is om te leven. Met moed en geduld kun je onverwachte wendingen van het lot omarmen.
Els Moors Mijn nachten met Spinoza recensie en informatie nieuwe Vlaamse roman. Op 18 mei 2021 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe roman van de Vlaamse schrijfster Els Moors.
Els Moors Mijn nachten met Spinoza recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Mijn nachten met Spinoza. Het boek is geschreven door Els Moors. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Belgische schrijfster Els Moors.
In Mijn nachten met Spinoza brengt Els Moors gedurende exact 48 dagen aan de hand van de 48 door Spinoza gedefinieerde affecten (impulsen tot handelen, zoals begeerte, hoop, afgunst, medeleven, wellust) getrouw verslag uit van alle gebeurtenissen in haar eigen leven. Het resultaat is een rauw en openhartig zelfonderzoek, het verslag van een zomer vol oude en nieuwe liefde, verwachtingen, ontgoochelingen, dagdromen en onverwachte ontmoetingen. De realiteit in deze roman overtreft moeiteloos de fictie. Wat beklijft is het verlangen om de essentie van het mens zijn in woorden te vatten.
Peter Drehmanns Het wezen recensie en informatie over de inhoud van deze filosofische roman. Op 1 september 2020 verschijnt bij Uitgeverij In de Knipscheer de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Peter Drehmanns.
Peter Drehmanns Het wezen Recensie en Informatie
Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman Het wezen. Het boek is geschreven door Peter Drehmanns. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de dertiende roman van de Nederlandse schrijver Peter Drehmanns.
Waardering voor Peter Drehmans bij radioprogramma Nieuwsweekend
Op zaterdag 19 december wordt er in het radioprogramma Nieuwsweekend aandacht besteed aan de nieuwe roman van Peter Drehmans.
Flaptekst van de nieuwe roman van Peter Drehmanns
Hoofdpersoon van Het Wezen is Koen Grondijs, een uitgebluste kunstgeschiedenisdocent die zich gedesillusioneerd afkeert van de westerse cultuur en zijn leven omgooit door als een hedendaagse Rousseau zijn heil te zoeken in de Natuur. Om dit ideaal te verwezenlijken reist hij af naar een ver eilandenrijk, de Archipel, waar hij op zoek gaat naar het Wezen, een endemisch en mythisch dier dat door de wetenschap als uitgestorven wordt beschouwd, maar volgens enkele Archipelliaanse stammen nog leeft.
Met de verhoopte ontdekking van het Wezen wil Grondijs ook zichzelf weer op de kaart zetten. Als hij Dino Drogo ontmoet, een Italiaanse preparateur, raakt zijn queeste ernstig ontregeld en vindt hij steeds meer struikelblokken op zijn weg, waaronder een geheimzinnige Epidemie. Zal natuurapostel Grondijs het object van zijn obsessies en verlangens nog weten te vinden? Het Wezen is Drehmanns’ dertiende roman, en ook zijn meest ambitieuze.
De lezer krijgt een satirisch, spannend, filosofisch en prikkelend verhaal voorgeschoteld waarin cultuurkritiek niet geschuwd wordt. Tegelijkertijd stelt Het Wezen scherpe vragen over de verstoorde relatie tussen mens en natuur en onderzoekt de roman het grensgebied tussen het kunstmatige en het natuurlijke. In flamboyant proza wordt een even genadeloos als hilarisch portret geschilderd van een op drift geraakte westerse man op zoek naar houvast en morele legitimering.
Genki Kawamura Als katten van de wereld verdwijnen recensie en informatie over de inhoud van deze Japanse roman. Op 21 augustus 2019 verschijnt bij Uitgeverij Meulenhoff de roman van Genki Kawamura – Als katten van de wereld.
Genki Kawamura Als katten van de wereld verdwijnen Recensie
In Japan is Genki Kawamura een zeer veel gelezen schrijver. Bijvoorbeeld deze roman Sekai kara neko ga kieta nara. in het Nederland vertaald als Als katten van de wereld verdwijnen is inmiddels ruim een miljoen keer verkocht. De licht moralistische en filosofische roman raakt dus een gevoelige snaar bij het Japanse lezerspubliek. Maar is dit ook het geval bij de Nederlandse lezer?
Hoe kun je met jezelf in het reine komen als je nog maar een paar dagen te leven hebt?
Dat lijkt mij wel. Kawamura schrijft lichtvoetig over universele thema’s als de liefde, verlies en de lusten en lasten van het gezinsleven. Als de verteller van het verhaal te horen krijgt dat ten dode opgeschreven staat nadat voor een onderzoek over vage klachten in het ziekenhuis is geweest, staat zijn leven op de kop. Sterker nog hij heeft nog maar zeer kort te leven. Hoe moet hij zijn laatste dagen doorbrengen en wat staat hem te doen?
Nadat hij zijn gedachten een beetje heeft kunnen ordenen krijgt hij bezoek van een man die sprekend op hem lijkt maar gekleed is in een afzichtelijk hawaiihemd. Het blijkt de duivel te zijn die hem een voorstel doet waarmee hij zijn leven kan verlengen. Voor elke dag die de verteller langer leeft moet hij iets compleet van de aarde laten verdwijnen.
Na enige aarzeling gaat de verteller op het voorstel in. Maar vrijwel direct zorgt dit voor een dillema. En elke dag dat hij langer leeft, is het dillemma lastiger en moeilijker om mee om te gaan. Wel raakt de verteller aan het reflecteren over het leven dat hij tot dan toe geleefd heeft. Hoe hij is omgegaan met het lijden en sterven van zijn moeder. Waarom zijn enige liefdesrelatie tot een einde is gekomen. Wat de redenen zijn dat hij gebroken heeft met zijn vader.
Unieke, fascinerende, liefdevolle en hoopgevende roman
Terugkijkend op zijn leven en de keuzes die hij gemaakt heeft, komt hij tot de conclusie dat hij te weinig zijn hart heeft gevolgd. Een liefdevol leven lijkt aan hem voorbij te zijn gegaan. Echter in de dagen die hem nog resten probeert hij met zichzelf in het reine te komen. Genki Kawamura heeft een unieke, fascinerende, liefdevolle en hoopgevende roman geschreven. Een roman die een moraliserend karakter heeft maar dit staat het verhaal en het leesplezier op geen enkele wijze in de weg en dat is wellicht zelfs de grootste kwaliteit van deze bijzondere Japanse roman die gewaardeerd is met ∗∗∗∗∗ (uitstekend).
De dagen van de verteller zijn geteld. Hij is vervreemd van zijn familie, alleenstaand en heeft alleen zijn kat Cabbage als gezelschap. Een bezoek aan de dokter zet zijn leven op zijn kop: hij blijkt ernstig ziek te zijn en mag blij zijn als hij het einde van de week nog haalt. Maar voordat hij kan beginnen met het uitvoeren van zijn bucketlist, krijgt hij een bijzonder aanbod: in ruil voor het laten verdwijnen van één ding uit de wereld, kan hij steeds een extra dag te leven krijgen. En zo begint een wel heel opmerkelijke week.
Want hoe bepaal je wat het leven de moeite waard maakt? Hoe kun je iets wat je eigenlijk niet nodig hebt onderscheiden van wat je dierbaar is? Als katten van de wereld verdwijnen is een verhaal over verlies en verzoening, over de reis van een man die ontdekt wat er echt toe doet in het moderne leven.
Hannah van Binsbergen Harpie recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe roman. Op 20 februari 2020 verschijnt bij Uitgeverij Pluim deze nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Hannah van Binsbergen.
Hannah van Binsbergen Harpie Recensie en Informatie
Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Harpie, de roman van Hannah van Binsbergen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van Hannah van Binsbergen.
Harpie
Schrijfster: Hannah van Binsbergen (Nederland)
Soort boek: filosofische roman, psychologische roman
Harpie is een veel te slimme jonge vrouw die geïsoleerd leeft. Haar vriend heeft haar verlaten voor een ander en Harpie is radeloos. Ze mist zijn aandacht en de seks. Haar enige metgezel is de duivel, die haar uitdaagt het gewone leven op zijn kop te zetten en gedragsregels te overschrijden. Al snel ontstaat een bont plan: waarom niet de fundamenten van de wereld, de Liefde en de Dood, samenbrengen om er samen rijk van te worden. Kun je de gevestigde orde omverwerpen en er zonder kleerscheuren vanaf komen? Wanneer ben je niet onschuldig meer?
Talloze mannelijke schrijvers schreven succesvolle, door de critici bejubelde boeken over hun seksuele ontplooiing – denk aan klassiekers als ‘Ik, Jan Cremer’, de boeken van Henry Miller en Jan Wolkers – maar vrouwelijke tegenhangers ontbreken in Nederland. Tot op dit moment. Hannah van Binsbergen voert een jonge vrouw op die onbevreesd en schaamteloos haar seksualiteit viert en grenzen opzoekt of nonchalant overschrijdt. Waarom mogen mannen wel waar Harpie scheef op wordt aangekeken?
‘Harpie’ is een roman vol filosofische vragen, over ethiek en moraliteit.