Tag archieven: Filosofie

Gabriël van den Brink – De actualiteit van het archaïsche

Gabriël van den Brink De actualiteit van het archaïsche recensie en informatie boek tegen de moedeloosheid van de moderne tijd. Op 22 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Prometheus het nieuwe boek van hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde Gabriël van den Brink. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Gabriël van den Brink De actualiteit van het archaïsche

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De actualiteit van het archaïsche, tegen de moedeloosheid van de moderne tijd, geschreven door Gabriël van den Brink, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Gabriël van den Brink De actualiteit van het archaïsche

De actualiteit van het archaïsche

tegen de moedeloosheid van de moderne tijd

  • Auteur: Gabriël van den Brink (Nederland)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 22 januari 2025
  • Omvang: 744 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 44,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek Gabriël van den Brink

Hoe verwarrender onze wereld wordt, des te groter het verlangen naar richting. En dat is precies wat Gabriël van den Brink in zijn nieuwe duiding van de menselijke evolutie beoogt. Met een magistrale blik overziet hij vele vormen van menselijk handelen, te beginnen bij lichamelijke, zoals voeden, vechten en zich voortplanten, die we met andere primaten gemeen hebben, tot meer geestelijke, zoals spreken, geloven en schilderen, die alleen bij mensen voorkomen.

De actualiteit van het archaïsche geeft een filosofisch doordacht beeld van ons bestaan waarbij niet alleen duidelijk wordt hoe we van andere dieren verschillen, maar ook wat we ondanks alle spanningen met elkaar delen. Dat biedt houvast en hoop, door te laten zien dat de wereld ons niet slechts overkomt – ze hangt mede af van de manier waarop wij zelf al dan niet handelen. Veel problemen waarmee wij worstelen vloeien voort uit onze evolutionaire voorgeschiedenis. Aan ons de uitdaging om te komen tot een betere balans tussen datgene wat het moderne leven van ons vraagt en datgene wat we in het verre verleden ooit geworden zijn.

Gabriël van den Brink is geboren in 1950. Hij was hoogleraar maatschappelijke bestuurskunde aan Tilburg University en werkte daarna als gasthoogleraar wijsbegeerte aan de Vrije Universiteit. Eerder verscheen van hem bij Prometheus Ruw ontwaken uit een neoliberale droom (2020).

Bijpassende boeken

Frits de Lange – In alles tot het uiterste

Frits de Lange In alles tot het uiterste recensie en informatie boek over leven en denken van Simone Weil. Op 12 december 2024 verschijnt bij uitgeverij Ten Have het boek van Frits de Lange over de Frans-Joodse filosofe Simone Weil. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Frits de Lange In alles tot het uiterste recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van In alles tot het uiterste, leven en denken van Simone Weil, geschreven door Frits de Lange, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Frits de Lange In alles tot het uiterste

In alles tot het uiterste

Leven en denken van Simone Weil

  • Auteur: Frits de Lange (Nederland)
  • Soort boek: filosofieboek, portret
  • Uitgever: Ten Have
  • Verschijnt: 12 december 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Simone Weil van Frits de Lange

Simone Weil (1909-1943) was een van de belangrijkste filosofen van de 20ste eeuw, een religieuze mysticus en een politiek activist ineen. In dit boek portretteert Frits de Lange een radicale vrouw die in amper 34 jaar meerdere levens tegelijk leefde.

Een hoogbegaafde intellectueel die uit solidariteit een jaar lang loodzwaar werk verrichtte in een fabriek. Een pacifist die haar Spaanse geestverwanten gewapend te hulp komt als de burgeroorlog uitbreekt. Een Joodse vluchteling die zich in Londen aansluit bij het Franse verzet. In deze tour de force brengt De Lange al deze identiteiten en Weils denkbeelden samen in een toegankelijk geheel.

Frits de Lange is geboren in 1955. Hij is hoogleraar ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit (Groningen). Daarnaast doceert hij o.a. aan de filosofische Academie op Kreta. Regelmatig schrijft hij voor het dagblad Trouw en op zijn naam staan verschillende boeken.

Bijpassende boeken en informatie

Tommy Wieringa – Optimisme zonder hoop

Tommy Wieringa Optimisme zonder hoop recensie en informatie non-fictie boek van de Nederlandse schrijver over hoe gelukkig te zijn in een ongelukkige wereld. Op 26 maart 2025 verschijnt in het kader van de Maand van de Filosofie in april 2025 bij Uitgeverij pluim het nieuwe boek van Tommy Wieringa. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de auteur en over de uitgave.

Tommy Wieringa Optimisme zonder hoop recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Optimisme zonder hoop, het literaire essay van Tommy Wieringa in het kader van de Maand van de Filosofie, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Tommy Wieringa Optimisme zonder hoop

Optimisme zonder hoop

Hoe gelukkig te zijn in een ongelukkige wereld

  • Auteur: Tommy Wieringa (Nederland)
  • Soort boek: literair essay
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 26 maart 2025
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Prijs: € 8,00
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het essay van Tommy Wieringa voor de Maand van de Filosofie

In Optimisme zonder hoop laat Wieringa zien hoe de wereld een onherbergzame plaats is geworden, waarin veel mensen hun vertrouwen in de toekomst hebben verloren. Terwijl het van wijsheid getuigt om je daden af te stemmen op de generaties na jou, handelen onze politieke leiders vooral in de geest van opportunisme en kortetermijndenken. Nu de gevolgen van de klimaatcrisis steeds zichtbaarder worden en de maatschappelijke onrust toeneemt, staan we er grotendeels alleen voor. Hoe in zo’n wereld kinderen groot te brengen en de moed te vinden de goede dingen te blijven doen, vormt het hart van Wieringa’s betoog.

Tommy Wieringa (20 mei 1967, Goor, Overijssel) is een van de meest gelauwerde schrijvers van deze tijd. Voor zijn werk ontving hij talloze literaire onderscheidingen. Zijn laatste roman, Nirwana, verscheen in 2023. Zijn tweewekelijkse column in de Volkskrant geeft een indringende analyse van de ontregelingen van onze tijd en zet daarmee aan tot verder denken en het zoeken naar oplossingen.

Bijpassende boeken en informatie

Graham Harman Objectgeoriënteerde ontologie recensie

Graham Harman Objectgeoriënteerde ontologie recensie van Tim Donker en informatie over de inhoud van het filosofieboek met een nieuwe theorie van alles.

Graham Harman Objectgeoriënteerde ontologie recensie van Tim Donker

En erbij zijn. Staan en leven en kijken en zien hoe het groeit.

De revoluties in het denken. Die altijd plaatsvinden als je net even de andere kant op kijkt. Of, vaker nog, voor je geboren werd. De omwentelingen. Maar nu kan je het zien gebeuren. Nu kan je erbij zijn. Nu kan je zien hoe het wentelt.

Een paleisrevolutie: welaan. Zo kenschetst filosoof Arjen Kleinherenbrink de “Object-Oriented Ontology”(OOO) waar het in dit boek van Graham Harman om gaat. Een relatief nieuwe stroming waarvan Harman een van de grondleggers is. Het is nieuw. Het is aan het ontstaan. Het groeit waar je bij staat. En ik lees dat. Ik hou het boek in trillende handen. Trillend van opwinding. De geboorte van een gedachte. Een nieuwe theorie van alles.

Nu ben ik nooit zo verzot geweest op unificerende theorieën. Al te makkelijk loopt het uit op een onbuigzaam totalitarisme waaraan alles moet opgeofferd worden. En filosofie had ik eigenlijk ook al bijna achter me gelaten. Ooit wilde ik het studeren. Dertig jaar geleden ofzo. Maar een huisgenoot raadde het me af. Hij stak een lang verhaal af over hoe saai die studie feitelijk was, hetgeen hij illustreerde door de uitputtende, bijna mathematische analyses van subject-object relaties te vermelden die je volgens hem ging moeten maken. Hij propte daarmee zoveel slechts in één zin dat hij me almeteens genas van een ambitie. Geen idee waar hij het vandaan had, hij studeerde zelf geen filosofie, hij studeerde niks, een blauwe maandag theaterwetenschappen maar daar was hij tegen dat ik daar kwam wonen allang mee opgehouden. Maar wat me aan filosofie aantrok, was de liefde voor het denken. Het denken buitenom modellen en rasters. Een denken dat niet kon samen gaan met wiskunde, leek me. Wiskunde was geen denken, wiskunde was volgen. Ook twijfelde ik er toen al aan of een object altijd een subject moet hebben om door waarneming in zijn zijn bevestigd te worden. Ik ging geen filosofie studeren. Ik bleef het wel lezen, al nam ook die interesse in de loop de jaren af. Pas in de voorbije jaren hebben denkers met durf, zoals Slavoj Žižek, Giorgio Agamben (die met name gedurende de coronahysterie als een van de weinige academici helder bleef denken) en Timothy Morton de inmiddels wat sluimerende liefde voor filosofie weer wakker geschud.

Harmans boek komt in mijn persoonlijke leven dus precies op tijd. Dit wilde ik lezen. Hier wilde ik bij zijn. Deze revolutie moest ik meemaken.

Is Object georiënteerde ontologie een revolutie? Ik zou denken van wel, vandaar mijn opwinding.

Zeer bevrijdend is het gegeven dat OOO een “platte ontologie” is. Ontologie is in de manier waarop zich het bezig houdt met al het zijnde, al te lang gericht geweest op een tweedeling. Tijden waren, ooit, dat theologie en filosofie zozeer verknoopt waren dat God nodig was om elk denken sluitend te maken. Er was God, en er was al het andere. Maar toen geraakte de mens verlicht, en God ging dood, en een meer wetenschappelijk wereldbeeld was daar. Dat verloste de filosofie nog niet van de tweedeling: de mens nam de plaats in van God. Er was de wereld, en die had de mens nodig om gezien, begrepen en uitgelegd te worden. Er waren wel dingen-op-zichzelf maar daar had geen mens toegang toe en waarover men niet spreken kan daarover moet men zwijgen. Het waargenomene kon het niet buiten waarnemers stellen en dus nam de mens tot op bijna dit eigenste moment “de helft van de ontologie in beslag” zoals Graham Harman dat uitdrukt. OOO vindt dat, begrijpelijkerwijs, een beetje teveel eer voor de mens die maar een zijnde is naast talloze andere zijnden. De platte ontologie die OOO voor staat houdt in dat alle zijnden in gelijke mate substanties zijn, hoe groot de onderlinge verschillen ook mogen zijn. Niemand meer het subject met wiens waarneming alles staat of valt, maar allemaal evenzeer object. Het objectbegript van OOO is daarenboven erg ruim: niet alleen mensen, dieren en planten worden als object gezien maar ook gebeurtenissen, huwelijken, oorlogen en festivals. Alleen dit allereerste gegeven al, nam me zeer voor OOO in. Ik heb nooit de logica begrepen achter een vraag als “Als in een bos midden in de nacht een boom omvalt en er is niemand om het te zien of te horen, maakt die boom dan nog geluid?”; alsof het geluid van een omvallende boom een schreeuw om hulp zou zijn, gericht aan ons, de mens, en, meer nog, alsof de hele wereld een voorstelling is ter ere van die mens, die zogenaamde verrekte kroon op de schepping, onder wiens ogen en oren alles pas echt wordt.

Weg met het subject, sorry Immanuel, alleen nog objecten, de emancipatie van al het niet-menselijke, waren daar nu zoveel duizenden jaren filosofie voor nodig? OO redt meer, en beschermt objecten tegen wat Harman “ondermijnende” en “overmijnende” methoden noemt. In de ondermijnende zienswijze wordt elk object gereduceerd tot waaruit het is samengesteld. Naar een gedacht van Heidegger moet er iets “hamerachtigs” zijn aan een hamer met een gebroken steel waardoor we het tuig nog steeds als hamer herkennen, zij het een kapotte. Hoeveel delen van een object kun je wegnemen tot het object ophoudt zichzelf te zijn? Ook kan wijn niet herleidt worden, zoals Daniel Dennett volgens Harman lijkt te denken, tot een chemische analyse. Objecten zijn simpelweg nooit “slechts” hun gebundelde eigenschappen.

Overmijnende zienswijzen daarentegen benaderen objecten door te kijken naar de effecten en uitwerkingen die het op andere objecten heeft. Een huisgenoot, diezelfde die me filosofie afraadde ja, zei me ooit dat “je” (hij bedoelde de/een mens) slechts bestaat in relatie tot anderen. Wat je bent, komt dus pas tot uitdrukking in wat je voor anderen bent. Indertijd vond ik dat een hele rake, diepe uitspraak, ik heb hem zelfs nog -letterlijk- een tijdje aan mijn muur gehangen. Inmiddels vind ik het de grootste lulkoek die er maar bestaat. Wie zijn we dan op de momenten dat we alleen zijn, wie zijn we als we ervoor kiezen kluizenaar te zijn, wie zijn we als dat wat anderen in ons zien volgens onszelf totaal niet klopt bij hoe we onszelf zien? Elk object is ook iets autonooms, iets dat op zichzelf staat.

Zodus definiëert OOO “object” als volgt: alles wat meer is dan zijn delen en minder dan zijn effecten. Objecten kunnen nooit naar onder of naar boven gereduceerd worden. Dat dat geen keihard uitgangspunt is zodat er gevallen zullen zijn, misschien wel veel gevallen ook, waarin de objectheid van iets open is voor discussie, zelfs binnen OOO zelve, is misschien net de bedoeling. De stroming wijst ook het bestaan of misschien zelfs wel de wenselijkheid van kennis als het juiste verstaan van het reële af. Dit hangt samen met hun afkeer van letterlijk taalgebruik, omdat volgens OOO een indirecte beschrijving veel nader kan komen tot wat een object op zichzelf genomen -zonder menselijke waarneming- is. Er zijn volgens OOO maar twee fundamentele vormen van kennis: waar een ding van gemaakt is en wat het doet, en dat is nu net dat “ondermijnen” en “overmijnen” waartegen OOO zo fel gekant is.

Tot zover was ik aan boord. Tot zover was ik helemaal aan boord, en wilde ik allen die nog niet aan boord waren ferm naar binnen trekken. Wie kan zeggen wat “leven” is? Een wetenschapper die je alles haarfijn en tot achter de komma zal vertellen, of een prachtplaat die je laat zinderen tot in je tenen? De esthetica beschouwen als het fundament van alle filosofie – als Graham Harman indertijd mijn huisgenoot was geweest, was ik het wel gaan studeren. Want in wat OOO afwijst zit alles wat mij weerhield van natuurwetenschappen en uiteindelijk dus ook (in de beschrijving van die huisgenoot) filosofie: de idee dat alles wat bestaat uit fysieke materie moet bestaan (zodat er nooit gesproken kan worden over dromen, zielen, jungiaanse archetypen, niet aan aanwijsbare plekken of personen gebonden verenigingen); dat alles wat bestaat fundamenteel en enkelvoudig moet zijn (“ondermijnen”, geen plek laten voor emergentie); dat alles wat bestaat echt moet zijn (waarmee films en boeken worden uitgesloten, of de ficties van Hans Vaihinger) (die gek genoeg nergens in dit boek genoemd wordt); dat alles wat bestaat in letterlijke taal gevat moet kunnen worden (waar letterlijkheid, zoals OOO zeer terecht opmerkt, altijd simplificaties met zich meebrengt); verlost van deze struikelblokken zou de universiteit zeker gelonkt hebben voor mij.

Het venijn zit hem hier in de pretentie een theorie van alles te zijn. Hoe prachtig ik het ook vind als alles vanaf nu op een OOO-manier benaderd zou gaan worden, het is ook waar Objectgeoriënteerde ontologie begint te manken. Het gaat mis bij een kwadrant. Waarom gaat alles altijd mis bij een kwadrant? Objecten zijn volgens OOO altijd viervoudig: ze zijn een reëel object (RO) met reële eigenschappen (RE) en tevens een sensueel object (SO) met sensuele eigenschappen (SE). Reële objecten met hun eigenschappen bestaan op zichzelf (Kants Ding-an-sich); sensuele objecten en hun eigenschappen bestaan alleen -ah daar hebben we de huisgenoot van vroeger weer!- in relatie tot een ander reëel object (Harman noemt dat een correlaat). In het spanningsveld tussen deze vier gegevens (dat een sensueel object klaarblijkelijk reële eigenschappen kan hebben maakt alles nog een slagje onnavolgbaarder) ontstaan volgens OOO ruimte en tijd; de oorsprong van alle beweging en stilstand in de wereld. En ineens las ik geen filosofie meer, ineens zat ik een ontstaansmythe te lezen.

Hoe objecten ontstaan.

Een gedachte: alles wat bestaat moet ooit ontstaan zijn, en alles wat ooit ontstaan is moet een keer weer vergaan. Dan lijkt het plausibel dat OOO komt met de idee van de geboorte van een object. Elk object -en beer in geest hoe ruim het objectbegrip van OOO is!- wordt geboren, komt tot volwassenheid, rijpt, vervalt, sterft. Ook dat leek aanvankelijk een prikkelende gedachte. Vroeg in het boek noemt Harman in een terzijde The Beatles. Dat ik samen met dominee Kees (die ik hierbij broederlijk groet) (hai Kees!) van mening ben dat The Beatles een van de meest overschatte bands allertijden is, doet hier niet terzake. “[E]lk van de vier leden van de band [was] een object voordat hij bij de band kwam,” zegt Harman, “en de groep als geheel [is] ook een object (een object dat het verlies van ten minste twee leden kon doorstaan voordat Ringo erbij kwam).” – en dan gaat het me met name om wat  daar eventjes tussen haakjes wegemoffelt staat. Er zijn bands die een ontzettend groot verloop kennen, zoveel ledenwisselingen dat er op het laatst misschien geen enkel oorspronkelijk lid meer in zit. Er zijn bands die ook, door het verloop of door andere redenen, in de loop der jaren heel anders zijn gaan klinken om uiteindelijk misschien zelfs wel uit te komen bij een compleet andere muziekstijl. Wat is de geboorte van het object “band”? De oprichting? Het eerste succes? Het vinden van hun “definitieve”  geluid? Waar zit de volwassenheid van dit object, waar het verval, waar de dood? Is de objectheid van een band verankerd in de naam, zodat dit object het ook wel zonder elk oprichtend lid kan stellen? Is een band die eerst -zeg- punk speelde en enkele platen later suikerzoete radiopop maakt allang dood, of gereïncarneerd misschien? En gesproken over dat laatste: kan een object zijn eigen dood doorstaan?

Ik was vervuld met vragen.

Ik was vervuld van enthousiasme.

Ik zat te wippen op mijn leesstoel.

Maar het eindigde in een deceptie.

Om de idee van de geboorte, de volwassenheid, de rijping, het verval en de dood van een object te illustreren grijpt Graham Harman naar de Amerikaanse burgeroorlog. Een “object” (ja) waar ik niets van weet en totaal niet in geïnteresseerd ben (hoewel ik na lezing van deze pagina’s in Objectgeoriënteerde ontologie wel achterbleef met een zekere goesting om toch iets meer te weten over deze burgeroorlog dan dat “het iets met slavernij te maken had”). Dit beslaat een groot gedeelte van het derde hoofdstuk, Samenleving en politiek. Niet alleen werd OOO me daar in plaats van een filosofie iets als krijgskunde – dat zou nog tot daar aan toe geweest zijn, men kan zich ommers altijd verdiepen in nieuwe terreinen. Een groter probleem is dat door mijn afstand tot het onderwerp, de functie die het had als illustratie teloor ging. In mijn ogen roept Harman compleet willekeurige momenten in de burgeroorlog uit tot beslissende punten in de geboorte, de volwassenheid, de rijping, het verval en de dood van de burgeroorlog. Hiermee oogst hij bij mijn geen gelijk – slechts verveling (wel vraag ik me af of deze analyse van OOO slechts in retrospect werkt of dat er een OOO-geïnspireerde krijgskunst mogelijk is die in staat is te voorspellen op welk moment van zijn ontwikkeling het object oorlog zich nu bevindt; zou, met andere woorden, OOO kunnen zeggen of de oorlog in de Oekraïne op dit moment reeds “volwassen” of al “in verval” is?, en zouden deze voorspelling ook pro-actief ingezet kunnen worden? Zou een generaal via OOO een oorlog doelbewust op haar dood kunnen aansturen? In dat geval is Graham Harman natuurlijk alsnog nobelprijswaardig).

Uiteraard komt de keuze -naast, ongetwijfeld, persoonlijke interesse- voort uit een vooronderstelde bekendheid van het Amerikaanse lezerspubliek met dit onderwerp, maar voor mij, als Europeaan en in het bezit van een grote aversie van alles wat met oorlog te maken heeft, is het waar OOO me ineens wat potsierlijk werd. De geboorte, de volwassenheid, de rijping, het verval en de dood van een oorlog? Een dood die Harman lijkt te willen situeren voor het werkelijke einde? Inderdaad leven dingen soms alleen in naam nog voort; relaties kennen soms een nasleep; dingen kunnen afgelopen zijn nog voor iedereen zich daar bewust van is: het zou, met elk ander onderwerp als voorbeeld, een belangwekkend punt kunnen zijn maar nu genereerde het bij mij alleen een zekere dosis scepsis. Objectgeoriënteerde ontologie weet op meer momenten niet te overtuigen op punten waarbij ik haast op voorhand al overtuigd leek.

Niet alleen over krijgskunde of het ontstaan van ruimte en tijd heeft OOO wat te zeggen, ook op gebieden als politiek en ethiek acht de beweging zichzelf toepasbaar. Aanvankelijk leek me de politieke visie van OOO me baanbrekend. Leunend op een idee van Noortje Marres, gaat OOO uit van politieke kwesties die zij zien als ketens van gegevens waarin ook niet-menselijke objecten een belangrijke plaats dienen te krijgen. Als ik dat goed begrijp, rekent OOO af met links en rechts, of met een andere, volgens Harman links en rechts doorkruisende, tweedeling te weten waarheidspolitiek en machtspolitiek. In Nederland zouden de uitgangspunten van OOO het einde van politieke partijen kunnen betekenen in zoverre dat elke kwestie op basis van zijn specifieke “keten” om een nieuwe plaatsbepaling vraagt en standpunten a priori, voortkomend uit de door politieke kleur bepaalde verworven kennis, niet wenselijk lijkt. Wat spreken moet, is wat in elk geval raadzaam is, niet wat het beste bij de grondslagen van de partij past. Wat mij geen verkeerde gedachtegang leek. Dat alles wat bij toeval géén mens is hierbij ook in ogenschouw genomen moet worden, is in het antropoceen zeer wenselijk. Als het tenminste de bedoeling is dat planeet aarde het ook overleeft.

Maar milieuproblematiek is misschien niet eens het eerste wat OOO op het oog heeft: “[P]olitiek [gaat] niet primair over mensen”, heet het. “[D]e menselijke samenleving [overstijgt] de bavianensamenleving […] door het […] gebruik van stabilisatoren. In tegenstelling tot bavianen hoeven wij mensen niet elke dag opnieuw te onderhandelen over onze sociale posities, maar zijn deze posities vastgelegd in de vorm van geboorteaktes, rijbewijzen, bankrekeningen, functieomschrijvingen, vaste woonadressen enzovoorts.” Hieruit blijkt volgens Harman dat niet-menselijke factoren ook een groot belang zouden moeten hebben in het politieke denken (elders noemt hij in een gelijkaardig verband nog gebouwen en autowegen en, godbetere het, trouwringen (!) als het soort objecten “waaraan wij oneindig veel verschuldigd zijn”).

En ik lees dat.
En ik denk ho.
En ik lees dat.
En ik denk hum.
En ik lees dat.
En ik denk ho-hum.

Ruiterlijk zal ik toegeven dat ik geen bioloog ben, maar toch twijfel ik eraan of bavianen echt wel dagelijks moeten onderhandelen over hun positie. Maar zelfs al zou dat waar zijn, en omwille van de diskussie wil ik dat als niet-bioloog best aannemen, dan nog kan een mens zich afvragen of dat in zekere zin niet eerlijker is dan te rusten op de niet altijd via onmiskenbare kwaliteiten verkregen lauweren. Daarnaast zijn alle genoemde objecten gemaakt door mensen en, meer dan dat, ook alleen waardevol voor mensen. Meer specifiek: in menselijke relaties. Nog specifieker: in menselijke relaties binnen zeer specifieke menselijke samenlevingen. Wat me reden genoeg om objecten als deze, hoewel strikt genomen niet-menselijk, toch tot het menselijke te rekenen.

En ook in “geciviliseerde” samenleving (mogen wij even lachen?) hebben deze objecten overigens slechts waarde “tot de voordeur”. Ik denk aan de hoofdpersoon in het geniale Ipso facto van Iegor Gran (verplichte kost voor iedereen met twee ogen in zijn kop) (één oog mag ook) die bij een promotie zijn eindexamendiploma moet kunnen voorleggen wat hij niet kan omdat hij het niet kan vinden. Daardoor raakt hij baan, huis, vrouw en alle aanzien kwijt – onze “sociale posities” berusten, meer nog dan bij bavianen misschien, op los zand. Maar we hoeven ons niet per se tot fictie te wenden om dit punt te maken: de coronahysterie met zijn overtrokken maatregelen heeft duidelijk genoeg laten zien hoezeer iets dat voorheen volslagen onbelangrijk en in elk geval geheel privé leek, namelijk een mens z’n medische dossier, vanuit het niet ineens het toelatingsdocument werd tot het publieke domein. Het woonadres, de functieomschrijving, de bankrekening; het maakte allemaal niet zoveel meer uit niet? Als je maar bereid was je te laten inspuiten met een experimenteel serum waarvan niemand wist -of weet- wat het op langere termijn in een menselijk lichaam gaat aanrichten. Ook lichamelijke integriteit heeft klaarblijkelijk een houdbaarheidsdatum.

Maar wat me het meest dwars zat was dat de mens, WIJ mensen, volgens Harman de bavianensamenleving zouden hebben “overstegen”. We hebben met onze mensenbreintjes dingetjes bedacht en die hebben ons “verder” gebracht waar bavianen zijn achtergebleven. En ik die me zo aangetrokken voelde tot de platte ontologie van OOO. Die de emancipatorische en hiërarchieloze werking daarvan zo verfrissend vond. En nu is die hiërarchie via de achterdeur weer terug. De mens is dan toch “de kroon op de schepping”? Of in ieder geval toch een soort die met godverdomde trouwringen iets heeft “overstegen” dat andere objecten niet hebben kunnen “overstijgen”?

Een bepaalde zin voor hiërarchie zag ik al in Harmans kritische bespreking van de onder andere door Bruno Latour (voor de eerder genoemde Marres geen onbekende!) (hoe krijg je dat voor elkaar, Noortje, Bruno Latour als co-promotor voor je academisch proefschrift?) ontwikkelde actor-netwerktheorie (ANT). Een theorie waarin sociale fenomenen worden geanalyseerd op eenzelfde manier als OOO doet; de theorie gaat ervan uit dat de “actoren” binnen elk gegeven netwerk net zo goed menselijk als niet-menselijk kunnen zijn. Evenals bij OOO zou ANT middels hun uitgangspunten “alles” kunnen verklaren (of in elk geval analyseren). Volgens Latour blijft zelfs een lang netwerk op alle punten lokaal: er is dus geen goede reden om binnen een door ANT geanalyseerd geheel het ene gegeven als belangrijker te zien dan het andere. Harman past dit toe op het “object” Napoleon en komt enigszins lacherig tot de conclusie dat volgens ANT dus een haar die van Napoleons hoofd valt een even grote gebeurtenis zou zijn als de Slag bij Jena (wat heeft die Harman met oorlogsvoering?). Maar ook hier geldt dat het verschil in gewicht tussen beide gebeurtenissen alleen voor mensen bestaat, en dan, weeral, alleen voor specifieke mensen in specifieke samenlevingen. Hier aan mijn keukentafel, waar ik deze woorden tiep, hebben beide gebeurtenissen inderdaad een soortgelijk gewicht en voor de kat van de buren zal dat ook wel gelden. Dat Harman toch hard wil maken dat de ene gebeurtenis “groter” is dan de andere doet, zeker binnen de uitgangspunten van OOO zoals ik die in Objectgeoriënteerde ontologie meen te leren hebben kennen, vreemd aan. Ook de diverse schimpscheuten aan het adres van Donald Trump maken Graham Harman niet perse mojer. Het boek is geschreven onder diens ambtsperiode, oké, maar hij blijft een net iets te makkelijk slachtoffer gezien de consensus onder weldenkenden, intellectuelen, academici, hogeropgeleiden, hoe je zo ook wil noemen, dat die man -evenals Wilders en Baudet bij ons- slechts hoon verdient. Maar ook dwazen kunnen soms rake dingen zeggen. Dan vind ik het een spannendere onderneming om het -zoals Slavoj Žižek – proberen op te nemen voor Trump. Dat de -inmiddels voormalig- president een potsierlijke mafkees was, kon iedereen zonder hulp ook wel inzien. Naar voren  brengen wat misschien voor hem pleit, vereist meer denkkracht.

Misschien is OOO ondanks de platheid van hun ontologie toch een beetje elitair? Ook de poging om ethiek zodanig te verbreden dat het niet-menselijke objecten omvat, zag ik, ondanks -weeral weeral- mijn aanvankelijke enthousiasme stranden op een raar soort snobisme. “[D]e filosoof Alphonso Lingis betoogt dat […] onbezielde objecten van ons eisen dat we ze op een bepaalde gepaste manier behandelen, zodat het of een of andere manier ethisch gezien slecht is om dure chocolade te eten terwijl je Coca-Cola drinkt en het evenzo slecht is om met je koptelefoon naar popmuziek te luisteren tijdens prachtige sneeuwval bij een tempel in Kyoto.” Goed, Harman vervolgt: “Maar laten we het voorlopig eens zijn met Kant dat ethiek alleen gaat over hoe we andere mensen behandelen, en dat er helemaal geen ethische dimensie is aan hoe we louter dingen behandelen.”, maar hoe zou ethiek er volgens OOO er eigenlijk uit komen te zien?

Lingis’ voorbeelden tonen meteen het problematiese van een “ethiek der louter dingen” aan. Die dure chocola bijvoorbeeld? Moet een ethiek der dingen gegrondvest worden in prijs? Mag je wel Coca-Cola drinken als je goedkope chocola eet? En waarom eigenlijk chocola? Welk object verdraagt welk andere object? Persoonlijk vind ik Coca-Cola en chocola allebei rotzooi, duur of goedkoop. Hoe zit het met macademianoten, cabrales, vijgenbrood, curry, olijven? Wat is ethisch gezien verenigbaar met Coca-Cola en wat niet? En hoe zit het met bier, en maakt het dat nog uit of het “pils” is of een of ander speciaalbier, dat soms ook op kan lopen tot twintig of dertig euro voor een flesje (als prijs klaarblijkelijk een reden is om iets hoger te achten dan het andere)? Of wijn? Supermarktwijn? Andere wijn? En die sneeuwval, en die tempel, en die popmuziek? Goed, ik neem aan dat het iets is als gokspelletjes doen op je telefoon terwijl je in een hele moje grot bent. Het gaat, in een ethiek der dingen, waarschijnlijk om de dingen je volle aandacht te schenken. Maar wat verdient alle aandacht, en wat kan wel met zo’n beetje verdeelde aandacht toe? Valt de sneeuw mojer in Kyoto dan hier in mijn achtertuin in Vleuten? En wat verstaat een mens, verstaat een Alphonso Lingis, onder popmuziek? Mag “klassieke muziek” wel samen met “prachtige sneeuwval bij een tempel in Kyoto”? En als popmuziek alles is wat geen klassieke muziek is, en het dus country, blues, jazz, folk, techno, hiphop, soul, rock en alle subgenres hiervan omvat dan zit daar heel veel tussen dat mijns inziens de sneeuw in Kyoto alleen maar mojer zou laten vallen. Naar aanleiding van Snowy in F# minor van Tindersticks hadden een toenmalige vriendin en ik het vaak over sneeuwen in f mineur. Sneeuw en muziek zijn tamelijk complementair hoor Alphonso Lingis.

Kun je je überhaupt op ethische wijze verhouden tot een object dat zelf geen ethiek kent? Het antwoord kan geen onomwonden “neen” zijn, want anders zou dierenrechtenactivisme nergens op slaan. Maar morele objecten kunnen immorele of a-morele objecten niet hetzelfde behandelen als morele objecten: tegenover “iets” dat “niet beter weet” gedraag je je anders dan tegenover “iets” dat “beter had moeten weten”. Goed misschien ben ik onder invloed van Alphonso Lingis hier zijwegen ingeslagen die Graham Harman noch OOO ooit bedoeld hebben maar een op een platte ontologie gegrondveste “theorie van alles” zal zich vroeger of later toch over vragen als deze moeten buigen.

En ik lees dat.
En ik denk.
Ik denk over die dingen na.
Ik denk na over dingen.

Walter Lippman, ja de man die het woord stereotype muntte, zei dat het (Amerikaanse) onderwijssysteem opleidt tot robotachtige idioten. Inderdaad is het doel van elk schools leren om reproductiemachines te maken van mensen, niet in staat tot zelfstandig nadenken maar slechts tot het zo ongeschonden mogelijk oprochelen van voorgekauwde kennis. Het is niet gek dat OOO kennis wantrouwt, en esthetica in het sentrum van het denken plaatst. De objectgerichte ontologie vereist een nieuwe manier van kijken, en een nieuwe manier van denken. Eindelijk weer een echte filosofie, zou ik bijna zeggen, en niet een verkapte poging tot harde wetenschap. Dat OOO met dit boek nog niet helemaal op punt lijkt te staan, is niet verrassend. Het is nieuw, en nu zijn we erbij. Je kunt het zien groejen, zelfs binnen het boek. De “relaties” die niet-menselijke objecten volgens OOO met elkaar aangaan, vervulden me in eerste ook met wantrouwen. Hoe “kennen” rails en trein elkaar? Maar op het eind, waar Harman werk van de grondleggers en enkele sympathisanten van OOO bespreekt, haalt hij prachtige woorden van Timothy Morton aan die elke reserve in één keer stuk slaan: “Het bamboebos is een gigantisch windklokkenspel, die de wind moduleert naar “bamboeaans”. Het bamboebos “bamboe-morft” de wind meedogenloos en vertaalt de druk van de wind naar beweging en geluid. Het is een afgrond van bamboe-wind.” Hier wordt het wezen van een platte ontologie verwoord. Geen mens komt er aan te pas en het spreekt in alle talen. Stap terug mens en word object onder zoveel andere objecten.

Dat Objectgerichte ontologie me tegenspraak ontlokte, wil alleen maar zeggen wat een mooi en krachtig boek dit is. Het is een bescheiden overzicht waar filosofie ons tot nog toe gebracht heeft. En een glorieuze blik op waar het ons nog brengen zal. Voor wie nog denken wil.

Graham Harman Objectgeoriënteerde ontologie recensie

Objectgeoriënteerde ontologie

  • Auteur: Graham Harman (Verenigde Staten)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Origineel: Object-Oriented Ontologie (2018)
  • Nederlandse vertaling: Niels Hexspoor, Michiel Poorthuis
  • Uitgever: Boom
  • Verschijnt: 14 april 2024
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 24,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Objectgeoriënteerde ontologie

Als de mens nu eens niet de maat is van alle dingen, maar slechts een ‘object’, niet meer of minder belangrijk dan alle andere objecten? De nieuwe filosofische stroming van de objectgeoriënteerde ontologie (OOO) presenteert een radicale herziening van de manier waarop we de werkelijkheid begrijpen. OOO maakt een einde aan de bevoorrechte positie van de mens binnen de filosofie, zoals die tot zelfs in het denken van postmoderne filosofen als Michel Foucault, Jacques Derrida en Judith Butler heeft doorgewerkt.

Objectgeoriënteerde ontologie biedt een omvattend en fascinerend overzicht van deze nieuwe filosofische stroming. In heldere, toegankelijke taal verbindt Graham Harman, de belangrijkste vertegenwoordiger van OOO, zijn opvatting van esthetica aan een nieuwe fundering van de wetenschappen. Hij pleit voor een grondige herziening van ons begrip van kunst en architectuur, en ontwikkelt een grensverleggende visie op ethiek. Met zijn radicaal nieuwe opvatting van objecten plaatst hij OOO tegenover de grote filosofische tradities van de twintigste eeuw. OOO kan dan ook met recht een nieuwe theorie van alles genoemd worden.

Voor deze Nederlandse editie verzorgde filosoof Arjen Kleinherenbrink een nawoord.

Graham Harman (Iowa City, Verenigde Staten, 9 mei 1968) is de bekendste vertegenwoordiger van het speculatief realisme, een filosofische stroming die rond de millenniumwisseling opkwam. Speculatief realisten proberen met innovatieve metafysische systemen nieuwe perspectieven op de realiteit te genereren. Harmans versie daarvan, de objectgeoriënteerde ontologie, is sinds haar ontstaan mateloos populair.

Bijpassende boeken en informatie

Marcus Willaschek – Kant

Marcus Willaschek Kant recensie en informatie boek over de revolutie van het denken. Op 18 april 2024 verschijnt bij uitgeverij Athenaeum dit boek over de revolutie van het denken van de Duitse filosoof Immanuel Kant. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Marcus Willaschek Kant recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van het boek Kant, De revolutie van het denken, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

  • “Man muss bewundern, wie sehr sich Willascheks Darstellung einem durch jahrzehntelange Forschung ausgebildeten Expertentum verdankt, wobei der Detailreichtum und die erreichte Reflexionstiefe an keiner Stelle einer eleganten Darstellung im Weg stehen. Der gebotene Panoramablick auf das umfangreiche und thematisch weitverzweigte Werk Kants ist eine Glanzleistung, von der auch jene profitieren werden, die mit Kants Werk nicht ganz unvertraut sind.“ (Jürgen Goldstein, Frankfurter Allgemeine Zeitung)
  • “Der Frankfurter Professor Marcus Willaschek hat eine glänzende Biografie über den Philosophen Immanuel Kant geschrieben. … Das nun vorgelegte Kant-Buch setzt noch einmal Maßstäbe…. der bestmögliche Auftakt für das Kant-Jahr 2024”. (Michael Hesse, Frankfurter Rundschau)

Marcus Willaschek Kant

Kant

De revolutie van het denken

  • Auteur: Marcus Willaschek (Duitsland)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Origineel: Kant, Die Revolution des Denkens (2024)
  • Nederlandse vertaling: Mark Wildschut
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 18 april 2024
  • Omvang: 440 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 32,50 / € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Immanuel Kant van Marcus Willaschek

Immanuel Kant, de belangrijkste filosoof van de moderne tijd, werd driehonderd jaar geleden geboren maar zijn revolutionaire denken is nog steeds actueel. Kant verklaarde de oorsprong van ons planetenstelsel, kwam tot een nieuw fundament voor de metafysica en formuleerde de categorische imperatief. Hij was een pionier op het gebied van kosmopolitisme en het idee van menselijke waardigheid. Zijn denken heeft niet alleen de filosofie en de wetenschap gevormd, maar ook de Duitse grondwet en de Verenigde Naties.

In dertig korte hoofdstukken beschrijft Marcus Willaschek de vele facetten van Kants revolutie in het denken, die de mens in het middelpunt van de wereld plaatst. Zijn beschrijvingen zijn doorweven met biografische en historische miniaturen, zodat ook een beeld ontstaat van Kant in zijn tijd. Tegelijkertijd wordt de huidige relevantie – en soms ook de problematische aard – van zijn filosofie duidelijk.

Bijpassende boeken

Désanne van Brederode – Hoe het vuur te redden

Désanne van Brederode Hoe het vuur te redden. Op 27 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Querido het nieuwe boek met filosofische non-fictie van de Nederlandse schrijfster en filosofe Désanne van Brederode. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Désanne van Brederode Hoe het vuur te redden recensie

Hier kun je lezen over de boekbesprekingen en recensie van het nieuwste boek van Désanne van Brederode Hoe het vuur te redden als deze verschijnen.

Informatie over Désanne van Brederode

Désanne van Brederode is op 2 november 1970 geboren in de stad Utrecht. Ze studeerde filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze schrijft zowel romans, als non-fictie, vaak met een filosofische inhoud,

In 1994 verscheen haar debuutroman Ave verum corpus waarna in de jaren die volgen meerdere romans en non-fictieboeken door haar geschreven worden. In 2021 verschijnt van haar hand de roman De tas die door onze redactie met ∗∗∗∗∗ (zeer goed) wordt gewaardeerd, gevolgd in 2022 door haar laatste roman Zielland, Haar nieuwste filosofische non-fictieboek waarover je hier leest verschijnt eind februari 2024 bij uitgeverij Querido.

Désanne van Brederode Hoe het vuur te redden

Hoe het vuur te redden

Een filosofische zoektocht

  • Auteur: Désanne van Brederode (Nederland)
  • Soort boek: filosofische non-fictie
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 27 februari 2024
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Désanne van Brederode

Kennen we het vuur nog? Het open haardvuur op televisie biedt veilige vlammen, urenlang – zonder rook, roetdeeltjes en rotzooi. Daarmee is het precies het soort vuur dat we nog dulden: fel flakkerend maar koud en geurloos. De vlammen op het scherm doen denken aan het vuur waarmee we vandaag de dag leven. Flitsend, assertief en brandend van ambitie, maar tegelijkertijd zijn er meer mensen dan ooit depressief – opgebrand.

Désanne van Brederode zoekt het vuur waar het nog brandt. Van midzomernachtvuren, zwart beroete kerken en vurige, flamboyante en cholerische zielen tot het vuur van liefde en erotiek en de vlammen van de zon en de sterrenhemel. Het komt erop aan de innerlijke vlam aan te wakkeren. De vonk van de verbeelding is het enige wat je daarbij nodig hebt.

Bijpassende boeken en informatie

Constantin Brunner – Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd

Constantin Brunner Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd. Op 14 december 2023 verschijnt bij uitgeverij Ten Have de eerste Nederlandse vertaling van werken van de Duits-Joodse filosoof Constantin Brunner. Hier leest je informatie over de inhoud en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd en voor de filosoof Constantin Brunner.

Constantin Brunner Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd

Constantin Brunner is op 27 augustus 1872 geboren als Arjeh Yehuda Wertheimer in de Duitse stad Altona, tegenwoordig het meest westelijke deel van Hamburg en is afkomstig van een vooraanstaande Joods-Duitse familie. Hij studeerde filosofie maar maakte de studie niet af en ging aan de slag als literair criticus waardoor hij naam en faam kreeg. Aan het einde van de negentiende eeuw trok hij zich grotendeels terug uit het publieke leven om zich volledig aan de filosofie te gaan weiden.

Tot 1933 bleef hij in Duitsland wonen en werken, echter de opkomst van de Nazi’s noodzaakte hem als joodse man te vluchten. Hij vestigde zich in Den Haag waar hij op 27 augustus 1937 op 75-jarige verjaardag overleed. Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd is het eerste boek van Constantin Brunner dat in Nederlandse vertaling verschijnt.

Constantin Brunner Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd

Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd

  • Auteur: Constantin Brunner Duitsland)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Uitgever: Ten Have, De nieuwe wereld
  • Verschijnt: 14 december 2023
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van filosoof Constantin Brunner

De filosofie van Constantin Brunner, een Joods-Duitse filosoof, legt de nadruk op menselijke vrijheid, waarheid en zelfontdekking. Hij geloofde dat ware wijsheid niet kan worden verkregen door dogmatische overtuigingen, maar alleen door voortdurende zelfreflectie en persoonlijke groei. Bij de ontwikkeling van zijn filosofie is Brunner sterk beïnvloed door Spinoza.

Brunner ontwikkelde vanaf 1900 in een veelheid van boeken en publicaties een diepgaande visie op de wereld en de toenemende problemen van antisemitisme. In Verkeerd gedacht, verkeerd geleefd, de eerste Nederlandse uitgave van zijn werk, verkent Brunner alle grote thema’s die zijn leven hebben beïnvloed: filosofie, religie, cultuur en met name het opkomende antisemitisme in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw. Dit boek biedt een uitstekende kans om inzicht te krijgen in zijn gedachtegoed en zijn betekenis voor onze tijd.

Bijpassende boeken

Duitse filosofen boeken

Duitse filosofen boeken en informatie. Welke beroemde filosofen heeft Duitsland voorgebracht? Wat zijn de bekende en meest invloedrijke boeken en werken van de Duitse filosofen? Wanneer en waar is de filosoof geboren en waar overleden? Welke boeken zijn er in Nederlandse vertaling verkrijgbaar?

Duitse filosofen boeken en informatie

In onderstaand overzicht is informatie te vinden van een aantal van de bekendste filosofen uit Duitsland. Uiteraard is er aandacht voor de meest invloedrijke boeken die ze geschreven hebben. Bovendien zijn persoonlijke gegevens als geboortedatum, geboorteplaats, sterfdatum, sterfplaats en begraafplaats opgenomen. De indeling is alfabetisch op naam van de Duitse filosofen.

Hans Albert

Duitse filosoof van het kritisch rationalisme
geboren op 8 februari 1921
geboorteplaats:  Keulen, Duitsland
overleden op 24 oktober 2023
sterfplaats: Heidelberg
leeftijd: 102 jaar

Boeken van Hans Albert

Hannah Arendt

Duits-Amerikaanse Joodse filosofe
geboren op 14 oktober 1906
geboorteplaats: Linden, Hannover, Duitsland
overleden op 4 december 1975
sterfplaats: New York City, Verenigde Staten
leeftijd: 69 jaar
doodsoorzaak: beroerte

Boeken van Hannah Arendt
Hannah Arendt biografie

Constantin Brunner

Duits-Joodse filosoof
echte naam: Arjeh Yehuda Wertheimer
geboren op 27 augustus 1872
geboorteplaats: Altona, Hamburg, Duitsland
overleden op 27 augustus 1937
sterfplaats: Den Haag, Nederland
leeftijd: 75 jaar

Boeken van Constantin Brunner

Immanuel Kant Duitse filosoofImmanuel Kant

Duitse filosoof van de Verlichting
geboren op 22 april 1724
geboorteplaats: Königsberg, Pruisen
overleden op 12 februari 1804
sterfplaats: Königsberg, Pruisen
leeftijd: 80 jaar
begraafplaats: Königsberger Dom

Boeken van Immanuel Kant

Friedrich Nietzsche Duitse filosoofFriedrich Nietzsche

Duitse filosoof, schrijver en filoloog
geboren op 15 oktober 1844
geboorteplaats: Röcken, Duitsland
overleden op 25 augustus 1900
sterfplaats: Weimar, Duitsland
leeftijd: 55 jaar
begraafplaats: Lützen, Duitsland

Boeken van Friedrich Nietzsche

Rüdiger Safranski

Duitse filosoof,  schrijver en biograaf
geboren op 1 januari 1945
geboorteplaats: Rotweil, Baden-Württemberg


Bijpassende boeken en informatie

Afbeelding bovenzijde: M. Zaric (Unsplash)

Hanna Vandenbussche – Noch engel, noch beest

Hanna Vandenbussche Noch engel, noch beest. Op 20 november 2023 verschijnt bij uitgeverij Houtekiet het nieuwe boek van de Vlaamse filosofe en schrijfster Hanna Vandenbussche over Blaise Pascal. Hier is informatie over de inhoud van het boek te lezen en besteden we aandacht aan de eventuele boekbespreking en recensie van Noch engel, nog beest, het nieuwe boek van Hanna Vandenbussche.

Hanna Vandenbussche Noch engel, noch beest

Hanna Vandenbussche is geboren op 3 juli 1987 in België. Ze behaalde een doctoraat filosofie aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven. Daarnaast is ze een verdienstelijk hardloopster op de lange afstand. Ze werd in 2011 Belgisch kampioen 10 kilometer en in 2017 in het veldlopen.

Het eerste boek van Hamma Vandenbussche, Het lot van atalanta, Een filosofische verkenning van het langeafstandslopen. Ze combineerde hierin haar twee passies, hardlopen en filosofie. Haar tweede boek waarover hier uitgebreide informatie te lezen is verschijnt op 20 november 2023.

Hanna Vandenbussche Noch engel, noch beest.

Noch engel, noch beest

Het bittere mensbeeld van Blaise Pascal als pleidooi voor mildheid

  • Auteur: Hanna Vandenbussche (België)
  • Soort boek: filosofieboek
  • Uitgever: Houtekiet
  • Verschijnt: 20 november 2023
  • Omvang: 260 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / €17,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Blaise Pascal van Hanna Vandenbussche

Gnothi sauton, ken uzelf: zo stond het op de Apollotempel van Delphi. Kennis over de mens en over jezelf blijft de hoeksteen van de filosofie. De Franse filosoof en wetenschapper Blaise Pascal (1623-1662) was het daarmee eens, maar hij haalde de traditionele filosofische vraag naar het ‘mens-zijn’ op radicale wijze onderuit. De mens verschijnt in Pascals denken als een onbegrijpelijk monster vol tegenstrijdige verlangens en instincten. Pascal wijst de mens op zijn ellende en beperkingen, maar beklemtoont tegelijk de grootsheid van zijn denken. Met vlijmscherpe inzichten en sardonische humor confronteert Pascal de lezer met herkenbare problemen zoals zelfbedrog, leugens, hypocrisie, onrechtvaardigheid en onrust. Wie zijn oeuvre doorkruist, komt terecht in een wirwar aan thema’s, verhalen en beelden die nu eens grappig, dan weer angstaanjagend zijn. De filosofie van Pascal is een roller coaster ride van humor en venijn, om te eindigen in een pleidooi voor mildheid. Filosofe Hanna Vandenbussche brengt Blaise Pascal naar de 21ste eeuw. Ze confronteert zijn denken over wetenschap met onze ambivalente houding ten opzichte van coaches en experts. Ze gebruikt Pascals fascinatie voor de menselijke misère om een nieuw licht te werpen op maakbaarheid en slachtofferschap. En onze tijd van fake news en complottheorieën sméékt om een filosoof die de oorzaak van leugens en (zelf)bedrog op minutieuze wijze weet te ontrafelen.

Bijpassende boeken

Isolde Charim – Narcisme

Isolde Charim Narcisme recensie en informatie over de inhoud van het boek over vrijwillige onderwerping. Op 10 oktober 2023 verschijnt bij uitgeverij Athenaeum de Nederlandse vertaling van Die Qualen des Narzissmus van de uit Oostenrijks afkomstige filosoof en schrijfster Isolde Charim.

Isolde Charim Narcisme recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden Narcisme, Over vrijwillige onderwerping. Het boek is geschreven door Isolde Charim. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het boek van de Oostenrijkse filosofe en schrijfster Isolde Charim.

Isolde Charim Narcisme recensie

Narcisme

Over vrijwillige onderwerping

  • Auteur: Isolde Charim (Oostenrijk)
  • Soort boek: filosofische non-fictie
  • Origineel: Die Qualen des Narzissmus (2022)
  • Nederlandse vertaling: Huub Stegeman
  • Uitgever: Athenaeum
  • Verschijnt: 10 oktober 2023
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek over het narcisme van Isolde Charim

Hoe komt het dat we onszelf ondergeschikt maken aan de omstandigheden? Of om het met Spinoza te zeggen: hoe komt het dat ‘mensen vechten voor hun knechting als vechten ze voor hun redding’? Die vraag moet telkens opnieuw worden gesteld, en des te meer in tijden van crisis en onzekerheid. Het antwoord moet zijn: het is narcisme, als maatschappelijke eis aan ieder individu. Je moet meer worden dan je bent, je moet samenvallen met je ideaal.

Maar wat betekent het voor de samenleving als dat antimaatschappelijke principe de heersende ideologie wordt? Indrukwekkend helder legt filosofe Isolde Charim uit wat ervoor zorgt dat we ons vrijwillig onderwerpen aan deze kwellingen van het narcisme.

Bijpassende boeken en informatie