Tag archieven: Ewout Meyster

Wessel te Gussinklo – De uitverkorene

Wessel te Gussinklo De uitverkorene recensie en informatie over de laatste onvoltooide Ewout-Meyster-roman van de Nederlandse schrijver. Op 17 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de laatste roman uit de Ewout Meyster-cyclus van de uit Nederland afkomstige schrijver Wessel te Gussinklo die op 18 oktober 2023 is overleden. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Wessel te Gussinklo De uitverkorene recensie van Tim Donker

Dit kwam als een schok: er zijn veel meer boeken die ik niet gelezen heb dan boeken die ik wel gelezen heb. Don Quichotte, tot mijn onuitsprekelijke schaamte, maar half gelezen, geleend ooit uit de bibliotheek hier ter stede, de vertaalde versie, mijn Spaans zag nooit betere tijden, de enige vertaling die kan tellen is die van Barber van de Pol, ik liep ooit stage bij een blad waarvan de redactrice steeds naar Barber van de Pol verwees als “mijn vriendin”, maar dat terzijde, en tot mijn spijt vloog Er was wat met meneer en mevrouw Maker onder mijn radar door zodat ik dat ook nooit las, maar ook dat terzijde. Of Finnegans wake, onvertaalbaar maar vertaald, niettemin las ik het helaas nooit. Of De god denkbaar denkbaar de god, waar ik, laatst, goede dingen over las, maar sjee ik heb zoon schijthekel, ik weet niet waarom, aan die Hermans, of aan wat of wie dan ook als er anderen zijn die spreken van De Grote Vier, ik heb zoon hekel aan groot, ik heb zoon hekel aan vier, waarom groot, waarom vier, de grote vier, dat waren ooit Slayer en Anthrax en Metallica en nog één, ik vermoed Megadeth maar ik weet dat niet zeker, en die heb ik dan wel weer in mijn kast, alle vier, maar dat, andermaal, terzijde.

Of denk.

De Antonwachterromans, denk dat. Niet één Antonwachterroman las ik ooit (wel ken ik een boek waarin Anton Wachterroman een personage is). Noem welk boek van Vestdijk dan ook, k las het niet. De gelijknamige straat ken ik wel, een treurige straat trouwens, als straten vaak zijn, waarom blijven straten treuren, je weet het niet.

Of naam.

Of noem verder.

Peter Buwalda. Ook hij. Nooit gelezen, maar zijn voorwoord bij dit boek is toch niet halfslecht, misschien moet ik ooit, in een boekhandel, hier of nu, of daar of ooit, eens uitkijken, naar iets van Buwalda, als ik toch al naar Don Quichotte of Finnegans wake of De god denkbaar denkbaar de god aan het uitkijken ben.

Of Te Gussinklo. Wat is er met Te Gussinklo? De Ewout Meyster-sieklus is er met Te Gussinklo.

Wacht. Terug naar wie weet wanneer, ik geloof een paar jaar geleden. De expeditie kwam op mijn recenseertafel terecht, daar gegroeid, hoe vormen zich die stapels die stapels vormen zich zo, t schrijverken zwijgt stil en denkt aan Dregke, aan Dregkes ogen aan Dregkes lijpe oortje aan Dregkes lippen & aan haar woorden haar ademen haar gaan haar komen, aan hoe ze ligt als ze slaapt en aan de ruimte rondom dat slapen van haar, of hoe, ineens daar, De expeditie, en hoe ik begon te lezen maar ik las me vast. Ik meen me een gast te herinneren die op vakantie was met zijn vriendin en de vriendin viel in een afgrond, ze verdween in de diepte en trok bij dat verdwijnen een rare kop, ik meen me te herinneren dat dat de vriend ergerde, die rare kop bij haar vallen, en vallen, en vallen, ik geloof dat hij het verder niet zo erg vond van haar dood, misschien werd het op enig moment een wieheefthetgedaan, ik weet het niet meer zo goed, ik las me vast, ergens in een gesprek tussen de vriend en een politieagent, waarom kan ik zo slecht tegen gesprekken met politieagenten in boeken en waarom stel ik me bij zulke scenes altijd een dikke kale zweterige licht ongure man achter een bureau voor die daar maar zit en ongeïnteresseerd zijn werk doet?, ik denk dat ik me presies daar vast las, niet eens al te ver van het einde van het boek, in het zicht van de haven ofzo, rot op met je kliesjees over havens in zicht, ik las me vast, het idee dat na dit boek, dat me al om zo te zeggen nergens echt vol bij de kladden had gehad (rot op met je kliesjees over kladden man), nog een twede boek zou komen, in dezelfde band, dat Het meesterwerk heette en dat zou gaan over de moeizame tocht die Te Gussinklo had toen hij met De expeditie van uitgever naar uitgever trok en overal werd geweigerd (wat ik voor een keer eens kon snappen van die uitgevers want het boek had mij ook nergens écht uit mijn stoel doen opveren), sloeg me dood, liet me me vast lezen, lezersblokkade, waarom denk ik aan David Markson nu?, en waarom ook dat maar weer eens terzijde dan waarom deed je dat dan en Julio Iglesias dan?

Vaag, deze dingen, als ik aan De uitverkorene begin. Het is een deel uit een cyclus. De Ewout Meyster-cyclus. Ik ken die hele Ewout Meyster niet maar volgens Buwalda zou die dus evenzeer tot de verbeelding moeten spreken als Anton Wachter. Maar die ken ik als gezegd ook al niet. Of. Naja. Van naam. Meyster dat laatste zelfs niet eens. De uitverkorene gaat meteen het laatste deel van de sieklus zijn want Te Gussinklo overleed, in 2023, voor hij De uitverkorene kon voltojen. Zijn vrouw schrijft daar heel mooi over in het nawoord.

En zulke dingen bevallen mij. Niet de dood, of het schrijven van de weduwe, maar wel hoe ik pas op het einde in de sieklus val, in een onvoleindigd boek dat nog. Ik weet niks van die Meyster, en ik ga met hem in midderlucht blijven hangen, en dat is mooi genoeg om me lezend te zetten, hoewel De expeditie me niet direkt had aangespoord om ooit nog meer te lezen van Te Gussinklo.

Maar.

Anders dan bij De expeditie intrigeert de schrijfstijl van De uitverkorene me uitermate. Het hakkelt, het hijgt, het brokkelt, het struikelt, het gaat, het stopt, het herneemt, het kruipt waar het niet gaan kan, ik proef Thomas Bernhard in die regels ik proef Robert Pinget in die regels ik proef Sasja Sokolov in die regels ik proef niks dat ik ken in die regels. Een stuk voor klavecimbel en schrijfmachine. Deze rouwmoedige schoonheid. De figuren glijden hoog & in lijnen op. Wereldsteden. Wandelparken. Wat wordt hier alles mooi geblakerd. Tuimelend zinnen ontvouwen. Onversneden wateren, van het denken vloeien door bloed, de lucht opkijkend naar beelden roepend. Opvang voor zes dwangneuroses.

Hoe ook, die Ewout Meyster dus, die is gekomen, hij, naar De Hartz, een hogeschool, iets met psychologie misschien, geesteswetenschappen sowieso, en hij, Meyster, is er, vooralsnog, te gast, geen volwaardig student, hij is de introducee van Meindert die een vriend van hem is en wel studeert daar, aan De Hartz; daar zijn, op een avond, de opening van het akademies jaar, er zijn toespraken, altijd zijn er toespraken als er iets geopend wordt, en hier spreekt een professor Lucassen, een man die Te Gussinklo werkelijk meesterlijk beschrijft en als ik zeg meesterlijk dan bedoel ik ook MEESTERLIJK, zijn praatje wemelt van de gekende namen de gewoonlijke verdachten, Jung natuurlijk en Heidegger en Nietzsche en Goethe, en Meyster zit daar en wil hem, die Lucassen, van repliek dienen, hij staat op tijdens het vragenuurtje maar schuttert, spreekt ongepeperde woorden, een kleurloos zegje, ik kom hier binnen op ongemak en dat weet ik dat ik iets goeds in handen heb; Meysters woorden voeren hem niettemin dieper in De Hartz door, altijd maar gekender, altijd maar geziener, zelf twijfelt hij, terug naar huis misschien, terug naar zijn moeder misschien, daar in dat huis, dat donker hol, waar hij niet zou kunnen schrijven, nee hij zou er nooit kunnen schrijven, bij een moeder en een duisternis die knagen, dus toch nog maar De Hartz, even, nog een dag, nog heel even, en Te Gussinklo kan het nooit bedoeld hebben maar het zijn een peins, een peins aan wat, ooit, het lijflied was van die schat van een Dregke en heure mens, t schrijverken, if you wait another day i will wait a day, zulke dingen zegt de schrijver niet nee maar is dat niet het moje aan literatuur?, dat het voor iedereen andere dingen zegt & in iedereen andere gedachten omwoelt afhankelijk van de assosjasies en de herinneringen die in elk persoon aanwezig zijn zodat, op die manier geen twee mensen ooit hetzelfde boek lezen, je kunt niet twee keer in dezelfde rivier stappen, deze rivier brengt alleen maar gif, en De uitverkorene borrelt en De uitverkorene bruist.

En er is iets met een Lamberti en er is iets met een Somsen en er is iets met een Sylvia en er is iets met een Thérèse en het zal allemaal wel terug te voeren zijn op eerder geschreven boeken maar ik las die boeken niet dus ik dwaal in duisternis en ik hou van hoe ik dwaal ik hou van het ongemak en de verwarring  en het onbegrip en ik hoop met vurige hoop dat ik het allemaal niet te weten kom nooit te weten kom of in elk geval niet in dit deel.

En ik hou van hoe ik me daar stuit op een prachzin als “Jezus zijn en een sigarenwinkeltje hebben, met een pakje brood op de fiets naar je werk”.

En ik hou van hoe ik soms ook ineens aan Peter Handke moet denken.

Of van het denken tout court, dat door De uitverkorene wordt aangejaagd.

Is Te Gussinklo een romancier of een essayist of een schrijver van gedachten?

En er is daar, op De Hartz, een “Grote Man”, Babinsky, die zich een “Punt Alpha” peinst, het zou een moment zijn, ergens eindsweegs verder in de ontwikkeling der mensheid, waarop allen in harmonie leven met allen, een utopie, maar gijlie weet: de een zijn utopie is de ander zijn dystopie, vraag het anders Trump maar (deze dingen kunnen als een heel werelddeel zich keer na keer zwakbegaafd betoont), het is daar, als punt in de toekomst en iedereen weet ervan, het is daar, voor iedereen, als het jaar wordt geopend of als er feest is, dat is het moment waarop ik begin te peinzen dat het misschien een andere tijd is in De Hartz en in deze sieklus, op het feest draait de platenruiter Stones en Beatles en Presley en Jerry Lee Lewis en Roy Orbinson, die gekenschetst wordt als een Presley-kloon (wat mij niet geheel juist lijkt; Presley baarde met zijn vermaaksmuziek eerder zuivere “pop”; Jackson en Madonna zijn z’n nazaten misschien waar Orbinson denk ik toch wel een tint duisterder dierf gaan, als een voorafschaduwing van -ha!- The Shadows en van psychobilly vooral); later ofzo is er ook Vietnam in de krant, en ik denk het zal niet nu zijn het zal toen zijn het zal ooit zijn waar was het ooit waar gaat het heen er komt zo overduidelijk meer nog, ook na de laatste bladzijde.

Maar voor altijd wit nu voor altijd niks meer niet nu niet ooit nooit meer.

En hoe Te Gussinklo dat altemaal beschrijft: schoksgewijs; een gaan langsheen nieuwe ontwikkelingen en dan, terug, naar wat er in het voorgaande gebeurde, wat overpeinsd wordt; actie, gesprekken, gebeurtenissen en dan het hernemen ervan, het eindeloos hernemen ervan: de lezer komt tegen wat hij al gelezen heeft maar dan via het hoofd van Meyster of ook wat er in voorgaande delen gebeurd is en wat de lezer zelf niet las, of deze lezer niet toch en zo komt de lezer vertrouwd met Meyster en met zijn wederwaardigheden, zo kent hij ook wat hij niet kent.

Wat mij brengt.

Wat mij brengt bij iets vreemds van het onvoleindigde.

Zijnde.

Dit boek.

Of.

Misschien wel alles: het schisma.

Dat is wat Wessel te Gussinklo uiteindelijk met mij deed: hij scheurde me uiteen. Er was dat deel van mij  dat de hele Meystersieklus wilde lezen, al die dingen die je nooit gelezen hebt, alles was je goed wil maken, nu, ja nu meteen. En er was dat deel dat het niet weten zo fantasties vond – het deel dat het hier bij wilde laten: dit ene, laatste, afsluitende, onvoleindigde, halfbegrepen, prachtige, prikkelende, ultieme deeltje geheten De uitverkorene gelezen, genoten, gewaardeerd, en genoeg. Genoeg nu. Genoeg hieraan.

Als iets onvoleindigd je twee mensen maken kan, weet je genoeg: dit is briljant. Dat is het. En dat is alles.

Wessel te Gussinklo De uitverkorene

De uitverkorene

Ewout Meyster-roman

  • Auteur: Wessel te Gussinklo (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman, onvoltooide roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 17 oktober 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de laatste roman van Wessel te Gussinklo

Meesterverteller Wessel te Gussinklo strief op 18 oktober 2023, tot de laatste dag schrijvend aan De uitverkorene, het vervolg op Op weg naar de Harz en tevens de afsluiting van de ongeëvenaarde Ewout Meister-cyclus.

Op De Harz, deze hogeschool vol wonderlijke personages als uit Fallini’s Satyricon, trekken de provocatieve dwarserige en sceptische praatjes die we zo goed van Ewout kennen de aandacht. Ze baren niet alleen opzien, maar oogsten tot zijn eigen verbazing zelfs waardering en respect bij een aantal docenten en medewerkers, en niet in het minste bij Thérèse. Langzaam ontworstelt Eowut zich aan de sombere, onzekere jongeman met een vernietigend zelfbeeld die hij was geworden, en we zien hem zich zelf bij elkaar rapen om uiteindelijke zijn lotsbestemming te omarmen.

De uitverkorene is onmisbaar voor iedereen die Ewout Meyster in zijn hart heeft gesloten en laat zien dat Wessel te Gussinklo een bepalende en unieke stam is en zal blijven in de Nederlandse literatuur.

Wessel te Gussinklo (Utrecht, 9 januari 1941 – Kamperland, Zeeland, 18 oktober 2023) debuteerde in 1986 met de roman De verboden tuin, die bekroond werd met de Anton Wachterprijs. Zijn tweede roman, De opdracht (1995), ontving de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs, de eci-prijs en de F. Bordewijkprijs, en werd genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs en De Gouden Uil. De roman Zeer helder licht (2014) stond op de toplijst van de ako Literatuurprijs. In 2016 ontving Te Gussinklo de C.C.S. Croneprijs voor zijn hele oeuvre en in 2017 verscheen De Weergekeerde Bloem. De roman De hoogstapelaar werd bekroond met de Zeeuwse Boekenprijs en de BookSpot Literatuurprijs 2019 en de roman Op weg naar De Hartz won de Boekenbon Literatuurprijs 2021. In 2023 verscheen bij Koppernik een heruitgave van Aangeraakt door goden. Zijn laatste onvoltooide roman uit de Ewout Meister-cyclus, De uitverkorene, verschijnt in 2024.

Bijpassende boeken

Wessel te Gussinklo – Op weg naar De Hartz

Wessel te Gussinklo Op weg naar De Hartz recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Ewout Meyster roman. Op 24 september 2020 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Wessel te Gussnklo.

Wessel te Gussinklo Op weg naar De Hartz Recensie en Informatie

Ewout Meyster, de opschepper, snoever, wijslip uit de Hoogstapelaar, niets is er van hem over, zo nu op weg naar de Hartz, het landgoed, op weg naar de Grote Man, Babinsky, nog groter dan Somsen, Ewouts gids, leermeester. Daar gaat het gebeuren, dit heeft hij nodig, daar in dat indrukwekkende landhuis zal hij de weg vinden die hij bewandelen moet, nee, dat is te zuinig uitgedrukt, die hij moet afleggen, moet doorgronden, om te worden wie hij moet zijn.

Bijna een omgekeerde houding van Ewout als in de Hoogstapelaar. Daar zeker van zichzelf, boven iedereen uitrijzend, zijn vrienden de maat nemen. En nu, sinds hij Somsen kent, zijn “ meester”, die hij leert kennen wanneer hij zijn roman door hem weer laten lezen. Is zijn schrijverij goed genoeg  om uit te geven? En daar gebeurt het, daar worden Ewouts poten systematisch onder hem vandaan gezaagd want zijn schrijverij is niets meer dan zelfbevrediging. Zijn zelfbeeld berust op zelfbedrog, Niets weet hij, niets van het leven, niets wat nodig is om een echte schrijver te worden. Gevormd moest hij worden, en Somsen, de grote Somsen, hij die regelmatig op de Hartz lezingen gaf, colleges gaf, daar docent was, door heel Europa reisde, Brussel, Straatsburg, de grote denker, die zoveel wist van filosofie, theorieën weerlegde, citaten uit zijn mouw schudde. Ja, die. Die wilde Ewout wel begeleiden op weg naar het zekere, het grote, het echte weten. Een echte man worden, want wat was hij nu?” Allemaal show, buitenkant, Narcistische aanstellerij eigenlijk, omdat je je zwakte, je weerloosheid moet verbergen. Het is eigenlijk alleen maar overcompensatie” ( ja, hij kende het woord)” overcompensatie, omdat je eigenlijk een minderwaardigheidscomplex hebt”.

Ja, hoe erg wil je het hebben. Hij Ewout! Dat dacht hij toch niet. Ja andere jongens, maar hij?

Maar er is redding onderweg. Ewout mag Somsens assistent worden. Zij geweldige lezingen uittypen, mee op reis naar Brussel en Straatsburg, en samen zullen zij naar zijn roman kijken, er meer diepere lagen in aanbrengen, een meesterwerk van maken, Ja, dat kan Ewout nu nog niet alleen, maar Somsen gaat hem begeleiden. En Ewout, ja, hij hangt aan zijn lippen, hij heeft dit nodig Somsen immers wist dit allemaal, doorzag alles. Want ja, Ewout was dan wel een super slimme jongen, Somsen had hem getest, maar kennis of inzicht of begrip? Ja, wat heb je daaraan wanneer je persoonlijkheid nog niet gevormd was. Er nog gesleuteld dient te worden aan je karakter zodat je een glanzende vorm aanneemt tussen de anderen, meer dan zij wordt.

Wessel te Gussinklo Op weg naar de Hartz Recensie

Er is nog veel werk aan de winkel. Ewout heeft nog zoveel sturing nodig. Hij heeft immers been vader, dus hij moet bij de hand genomen worden. Ja, ook in de liefde, hij heeft een vrouw nodig, de ware hoofse liefde, daar moet hij naar streven, als een echte man, een man die weet wat een vrouw nodig heeft, wat zij verlangt en verwacht van een man. Dus voorlopig geen seks met het meisje, de jonge vrouw Sylvia die hij ontmoet in de bibliotheek.

Bijna schreeuwen wil je tegen Ewout. Ja, ga jij maar gewoon schrijver worden en wellicht lukt het je om vertrouwen in jezelf te vinden.

Afwachtend, dienend moet hij zich opstellen. En Ewout stuurt erop aan dat Sylvia kennis maakt met Somsen, zij zal daar veel aan hebben, net als hij, hij weet zoveel die Somsen, hij weet alles, hij is ook een therapeut. En ja, dat heeft Sylvia nodig na die keer dat zij samen iets verder gaan dan kussen en strelen en Sylvia helemaal verkrampt en Ewout naar huis stuurt. Alleen wil zij zijn, maar Somsen kan ook haar redden. En ja…daarin gaat hij ver, veel te ver. En hij maar Ewout de pin op zijn neus met betrekking tot zijn grote Liefde. Immers beschadigd is dit meisje, ernstig beschadigd en Somsen zal helpen, want veel geduld moet Ewout hebben.. Ja hij heeft nu wel tijd, hoeft even niet naar Brussel, Straatsburg. En ja, dit kan niet anders eindigen dan in een grote ramp.

Wat een sublieme roman: een adembenemende reis!

Zo eindigt Ewout, alleen huilend op zijn kamer. Geen liefde meer, geen vrienden, geen plannen of zekerheden. Wat een roman deze weg naar de Hartz. Te Gussinklo pakt je bij de kladde. Meteen verdwijn je als lezer in het hoofd van Ewout. Elke seconde, elke gedachtegang, elke aarzeling, elke overweging, elke (on)zekerheid? Elke twijfel. Bovenop zit je er als lezer, ben je soms als Ewout. Je houdt je hart vast. Ruikt als snel dat er niet veel goeds kan komen van deze reis van Ewout aan de hand van Somsen.  En Ewout zo eenzaam, zo onzeker, zo zijn stinkende best willen doen en Somsen wijst hem keer op keer af, gooit hem keer op keer terug, het diepe in, nee nog steeds niet goed, nog steeds geen echt karakter. Te Gussinklo vraagt veel van mij als lezer. Geen makkelijke weg, niet voor al zijn personages, maar ook niet voor mij als lezer. Soms het boek even weg, te kwaad worden. Somsen al doorzien, maar Ewout nog niet. Bijna schreeuwen wil je dan tegen Ewout. Ja, ga jij maar gewoon schrijver worden en wellicht lukt het je om vertrouwen in jezelf te vinden. Dat is wat je Ewout gunt aan het eind van deze adembenemende reis op weg naar de Hartz. De roman is gewaardeerd met de maximale ∗∗∗∗∗ (uitmuntend).

Recensie van Mieke Koster

Op weg naar De Hartz

Ewout Meyster, deel 4

  • Schrijver: Wessel te Gussinklo (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 24 september 2020
  • Omvang: 472 pagina’s
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)
  • Boekenbon Literatuurprijs 2021
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensies en waardering voor Op weg naar de Hartz

  • “Een sublimering van Te Gussinklo’s dramatische ironie: de personages en hun gedragingen zijn nooit eenduidig te beoordelen. Nooit zijn ze zwart óf wit, geheel betrouwbaar óf geheel bedenkelijk.” Thomas de Veen (NRC, ●●●●)
  • “Maar wat een ongekend genot biedt dit kunststuk. Wessel te Gussinklo lezen is een zoete kluisterende kwelling.” Jeroen Vullings (Elseviers Weekblad, ∗∗∗∗∗)

Flaptekst van de nieuwe Ewout Meyster roman van Wessel te Gussinklo

In dit vierde deel van de Ewout Meyster-cyclus bevindt de drieëntwintigjarige Ewout zich op het landgoed De Hartz. Daar, in het landhuis van de Grote Man, volgt hij colleges en lezingen, gegeven door een internationaal gezelschap van hoogleraren en wetenschappers. Maar vooral is dit deel een terugblik op de periode dat hij als achttien-, negentienjarige bij de door hem hooglijk bewonderde Somsen in de leer was.

Ewout volgt een privéopleiding bij hem – zijn kennismaking met filosofie en psychologie. In die tijd leert hij ook Sylvia kennen, de eerste grote liefde in zijn leven. Van de branie en bluf uit De hoogstapelaar is niets meer terug te vinden. Nee, Ewout oefent zich in discipline, opoffering en totale toewijding aan zowel zijn grote liefde Sylvia als aan zijn leermeester Somsen, die bij hem de vensters opent naar kennis, zelfkennis en geestelijke volwassenheid. Wetenschap en pseudowetenschap, maar ook ontluistering, verraad en bedrog spelen een grote rol in dit verhaal, met dramatische gevolgen.

Bijpassende boeken en informatie