Maarten van der Graaff Onder asfalt recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe dystopische roman. Op 5 mei 2022 verschijnt bij Uitgeverij Pluim de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Maarten van der Graaff.
Maarten van der Graaff Onder asfalt recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Onder asfalt. Het boek is geschreven door Maarten van der Graaff. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Maarten van der Graaf.
Recensie van Tim Donker
De raadselaar. De raadselaar staat, en de raadselaar spreekt. De raadselaar spreekt, en de raadselaar staat. Met zijn bloesje. Ofnee. Wacht. Dat bloesje nog niet, dat bloesje komt later pas. Maar staan wel, en spreken. Als de raadselaar spreekt, spreekt de raadselaar in raadsels. Tenminste dat denk ik.
Wat het is met dit boek. Onder asfalt. Maarten van der Graaff. Boeken als deze komen misschien niet met zijn dertienen in een dozijn. Neuh, er zijn twee verschillende tijdslijnen. Maar er zijn zoveel boeken met twee verschillende tijdslijnen. Er is een verleden-lijn. Een vrij nabij verleden, 1999. En er is een heden-lijn. Feitelijk een toekomst-lijn, een tamelijk nabije toekomst dan: 2068. In de verleden-lijn zijn er mensen op een bedrijfsfeest in één of ander deprimeren zalencentrum aan de snelweg. Er zijn ook jongeren die een spel doen. Het zou een computerspel kunnen zijn, ik ken daar niet zoveel van. Of een rollenspel, ik ken daar niet zoveel van. Ik heb wel collega’s die in bizarre uitdossingen op hun whatsapp-profielfoto staan. Is dat iets uit Tolkien ofzo, of Harry Potter, of Narnia, ik weet het niet, ik ken daar niet zoveel van. Alle snelwegen verdwijnen. Ineens. Snelwegen. Allemaal. De lezer krijgt het verhaal door veler ogen en op vele momenten. Dat gaat dan in kleine hoofdstukjes met titels als “Alina, drie uur voor de veranderingen”, “Leon, zes uur voor de veranderingen”, Jeremiël, zeven maanden na de veranderingen”, “Simon, vier dagen na de veranderingen”. Deze krioelende verhalen komen op diverse plekken terug in het boek in delen die “Onder asfalt” heten.
In de heden- dan wel toekomstige lijn (die aan bod komt in de “Dierenriem”-delen) is er maar één hoofdpersoon: de gescheiden moeder Ira. Ze heeft een zoon die Chris heet (waardoor ik, sorry, steeds de Chris uit Family guy voor me zag, met dat petje) en een moeder die Renate heet. Daar is iets mee. Want de wereld in 2068 lijkt schijnbaar niet veel meer op de wereld van 1999 of, zeg, die van 2022. Er zijn geen steden meer, er is slechts nog een grote Randstad hetende superstad. Randstad kent diverse zones zoals Dierenriem, de Verticalen en IJ. Lieden van minder allooi mogen niet, of anders alleen maar voor even, in de welgesteldere zones komen. Verdermeer lijkt het “internet of bodies” gerealiseerd te zijn in 2068: tablets, smartphones en laptops zijn niet langer nodig voor een internetverbinding: mensen kunnen in hun hoofd “bladeren” door “velden” met informatie. Bij Renate zijn die “velden” “ingestort” en zij zit nu katatoon in een rusthuis.
Het is verleidelijk om in een boek Onder asfalt méér te lezen dan kronkelende, elkaar soms rakende verhalen. Ik zei al dat de wereld in de “Dierenriem”-delen schijnbaar niet veel meer op de wereld van vandaag lijkt. Het zal niet zonder reden zijn dat Van Der Graaff voor zijn toekomstvisie (?) 2068 heeft gekozen en niet, bijvoorbeeld, het jaar 2525. De megalopolis, de oneindige stad, het aaneengroeien van alle steden op een continent – het is geen totaal ondenkbare toekomst. Het internet of bodies, een volgende stap in de verdere digitalisering van de mens. Er zijn mensen die dat nu al een goed idee vinden, net als het laten verdwijnen van fysiek geld. Algehele uniformering, iedereen doet mee. Want alle dieren zijn gelijk maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere dieren. En dus is het heel normaal dat sommige dieren mogen komen waar andere dieren niet (gentrificatie, iemand?). En hee, zo gek lang geleden is het niet dat restauranteigenaren mensen mochten -nee: moesten, of ze wilden of niet- hongerigen mochten weigeren op medische gronden. En als die maffe permanente coronawet van ze er komt, kan dat maar zo weer gebeuren als er iets teveel mensen last van een loopneus krijgen.
Ook in de 1999-lijn liggen de paralellen met onze huidige staat van zijn voor het oprapen. Na het verdwijnen van de snelwegen – oja, dat ook. Dat verdwijnen van snelwegen. Dat zou je metaforisch kunnen uitleggen. De snelweg als de ultieme vrijheid: altijd maar kunnen gaan (i got us on a highway, i got us in a car, i got us going faster than we’ve ever gone before); toen in 2020 het totalitarisme zijn intrede deed bleek dat onze overheid met een uiterst zwak excuus onze bewegingsvrijheid ernstig kan inperken (en aangezien angst de grote raadgever werd, vonden “de meeste mensen” het nog allemaal prima ook) (en er is iets aan de hand, politici zijn op hun best -lees slechtst- als er “iets aan de hand is”, niet?, zegt het in Onder asfalt: “…de veranderingen aan te grijpen om steeds meer bestuurlijke macht naar zich toe te trekken. Het is mijn stellige overtuiging dat deze organisatie de democratie binnen een paar jaar zal uithollen, de verzorgingsstaat zal afbreken en elke mogelijkheid zal gebruiken om het land via openlijke of meer verholen dwang in haar macht te houden.”; is dat niet precies wat er sinds 2020 aan de hand is in dit land ofnee zelfs wereldwijd?) (ik kon niet wachten tot de vaccinaties “erin” zaten) (geen seconde getwijfeld, geen seconde getwijfeld): wegen kunnen dus inderdaad zomaar ineens verdwijnen. Maar je kunt het evenzeer uitleggen als het verdwijnen van verbanden, coherentie, zin. In ieder geval ontstaat al rap een nieuwe orde, die bizarre trekjes heeft. Er zijn engelen, de engelen van Wim Kok dan nog, er is een Frits van Egteren (!) die een Partij van de Nieuwe Eeuw heeft, er is ook een gevallen engel: een mengsel van fantasy, religie, fictie, idealisme, sprookje, spionage, gekonkel, agressie en fascisme onder het mom van “politiek”; als dat een commentaar is op het huidige politieke bedrijf in Nederland, is het bijzonder treffend.
En dan zijn er nog de systeemkaarten van Renate van de Burgt. De moeder van de ikfiguur uit de “Dierenriem”-delen. Ooit (in 1999?) schreef zij een hele reeks met nu eens brief- en dan weer dagboek-achtige notities, zomwijlen regelrechte essays die in 2068 door Ira worden gevonden en gelezen. De lezer krijgt de systeemkaarten ook te lezen, zij het niet allemaal. In systeemkaart 16 wordt Marc Augé aan het woord gelaten, over borden langs de snelweg. Dat zou in 2004 al eens in Raster hebben gestaan, en ik denk dat moet in Raster 106 De plek zijn geweest. En ik loop naar boven naar waar ik mijn Rasters bewaar en ik trek Raster 106 uit de kast en inderdaad: Marc Augé, Vrijplaatsen. En ik wil lezen, en ik wil nadenken over snelwegen, je kunt filosoferen over snelwegen, ik heb nog nooit nagedacht of gefilosofeerd over snelwegen, maar ik wil ook verder lezen in Onder asfalt.
Zet systeemkaart 52 me weer heel erg denkend:
“Na het overlijden van Fritz Todt werkte Alwin Seifert onder Albert Speer. Op de Obersalzberg werd vanaf 1937 gekookt met biodynamische producten, verbouwd door een tuinier die Seifert en zijn collega’s voor Hitler hadden geregeld. Ook adviseerde Seifert het regime over hoe tuinen en landbouwgronden in geannexeerde Poolse gebieden ‘Duits’ konden worden, ontdaan van hun Slavische karakter. Himmlers biodynamische kruidentuin, een plantage waar honderden gevangenen uit Dachau zich doodwerkten, werd door Seifert beheerd en regelmatig bezocht. Toch eindigde Alwin Seifert na ’45 als hoogleraar en werd hij in necrologieën geroemd om zijn inzet voor de milieubeweging.”;
het nazisme van de milieubeweging; het fascisme van “woke”, ik herken het wel (waarom zou ik vlees eten?) (visboer, doe mij nog maar een kilo kibbeling!) (al diegenen die er niet net zo over denken als wij, die is fout), waar idealen dogma’s worden ontstaat uit iets moois ineens iets heel engs, is dat het, ik wil denken, maar ik moet ook poffertjes maken voor mijn dochter en haar vriendin, voor mijn zoon en de jongens hiervoor op de bevroren sloot, soms lees ik, lees ik ineens in de 2068-lijn een bemerking die de hele 1999-lijn op losse schroeven zet, ik drink koffie, ik maak poffertjes, ik denk, ik weet het ook niet meer, waarom zitten al mijn kleren onder poffertjesdeeg?
Onder asfalt is ontstellend gelaagd. Je kunt er een ideeënroman in zien. Een sociaal commentaar. Een dystopie. Historische science-fiction. Of dreigt het op de valreep nog even een doodordinaire zombieroman te worden? Ach.
En heb ik het boek uit, sla ik de bijna laatste bladzijde om, zie ik daar de raadselaar zelf staan. Met zijn tot het bovenste knoopje gesloten strepenbloesje. En zijn haar. En zijn licht geamuseerde blik, zo lijkt. Denk ik dat hij, de raadselaar, Maarten van der Graaff denkt: zeg je gaat hier toch niet over zitten nadenken, hè? Denk ik: misschien is Onder asfalt bovenal een boek. Een boek dat je kunt lezen. Dus lees. En zie. En lees. En lees anders dan ik las. Want als de raadselaar spreekt zijn de manieren van verstaan oneindig.
Onder asfalt
- Schrijver: Maarten van der Graaff (Nederland)
- Soort boek: dystopische roman
- Uitgever: Uitgeverij Pluim
- Verschijnt: 5 mei 2022
- Omvang: 224 pagina’s
- Uitgave: paperback / ebook
- Prijs: € 22,99 / € 12,99
- Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
Recensie en waardering van de roman
- “Het boek is van een waanzinnige rijkdom, en al tijdens het lezen krijg je zin in herlezing.” (NRC)
Flaptekst van de nieuwe roman van Maarten de Graaff
Ira woont in Dierenriem, een wijk waar het stil is op straat en alles gekmakend ordelijk verloopt. Maar dan kan haar zoon Chris om onduidelijke redenen de slaap niet meer vatten. Het keurige Nederland krijgt ondertussen te kampen met ‘de veranderingen’: mensen verdwijnen, een technocratische orde genaamd de engelen trekt achter de schermen aan de touwtjes en op parkeerterreinen ontstaan nieuwe allianties. Geesten uit oude verhalen laten zich niet meer verjagen, vage kennissen dwalen door stad en land en verborgen boodschappen in vertrouwde technologie roepen de vraag op hoe het ooit was – of misschien nooit is geweest?
Van der Graaff beschrijft een recent gedeeld verleden en een ongrijpbare toekomst, waar we ons al middenin bevinden. Dit is zijn tweede roman, een volstrekt origineel verhaal en de overdonderende opvolger van zijn veelgeprezen debuut Wormen en engelen.