Tag archieven: Canadese roman

Kathy Page – Simons alfabet

Kathy Page Simons alfabet recensie en informatie over de inhoud van de roman uit 2004. Op 24 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman Alphabet van de in Engeland geboren Canadese schrijfster Katy Page. Hier is aandacht voor de inhoud van de roman, de schrijfster en de uitgave. Daarnaast kun je de recensie van Kathy Page – Simons Alfabet lezen, geschreven door Tim Donker.

Kathy Page Simons alfabet recensie van Tim Donker

Misschien mogelijkerwijs allicht -bijwoorden van twijfel- zijn er twee soorten schrijvers: zij die woorden geven aan de werkelijkheid, en zij die werkelijkheid geven aan woorden.

De eerste soort schrijver zal altijd schrijven over iets dat hij kent. Het meest voordehandliggend is dan zijn eigen leven. De wereld zoals hij die aantreft. De dagdagelijksheid. Het huis, de straten. Hij heeft de woorden, hij ziet de dingen. Hij heeft de woorden, hij benoemt de dingen. Hij heeft de woorden, hij schrijft over de dingen. De dingen die hij zag, de dingen die hij kent, de dingen die hij weet. Uit zijn leven, zijn dagdagelijksheid. De woorden vatten die dingen niet; de woorden veranderen de dingen. Onder zijn woorden gaan de dingen zingen. Die schrijver vond ik lange tijd de meest waarachtige schrijver: de schrijver die alles in zijn nabijheid tot zingen brengt.

De twede soort schrijver gaat uit van een idee. Een inval, een konsept. Dat hoeft niet iets te zijn dat door zijn direkte omgeving wordt aangeleverd. Is het juist meestal niet. Deze schrijver leent zijn woorden aan wat hem voorheen onbekend was. Hij doet onderzoek, hij gaat te rade. Hij moet eerst doordesemt zijn van zijn onderwerp vooraleer hij zijn woorden kan laten stromen. Tot niet eens zo gek lang geleden wantrouwde ik deze soort schrijver. Een echte schrijver hoort zijn woorden altijd bij zich hebben. Een echte schrijver, schrijft het prachtigst over de steentjes die voor zijn voordeur liggen. De ene keer met een historische roman afkomen, en dan schrijven over een ongelukkige huisvrouw of een ruimtevaarder met een spraakgebrek om daarna weer een politieke thriller te schrijven? Dan was je in mijn ogen geen schrijver. Dan was je een antropoloog ofzo, een antropoloog met een gelukkig pen misschien, en veel fantasie, een antropoloog op mars. Maar geen schrijver. Een schrijver moest wonen in zijn woorden en niet met zijn woorden woningen bouwen waarin allerlei personages kwamen te wonen die hijzelf niet was.

De laatste tijd begint deze mening te veranderen.

Of juister: de laatste tijd begin ik in te zien dat deze mening nooit juist geweest is. Een ongefundeerd vooroordeel. Uiteindelijk laat de schrijver werkelijkheden tot leven komen, of dat nu zijn eigen werkelijkheid is of die van een ander.

Simons alfabet is het soort boek dat ik voorheen zonder meer aan me voorbij had laten gaan. Kathy Page was mij onbekend en dat maakt onbemind, niet? Ze schreef al eens over iemand die betrokken raakt bij een bizarre Finse sekte en over het decennialange huwelijk van twee tegengestelde mensen. En dan nu, dit Simons alfabet. Over een zwaar getatoeëerde gevangene. Ja, dat is nu precies het soort literaire kameleonisme dat ik altijd zo wantrouwde. De schrijver die eerst een idee heeft, en dan pas woorden. Die heeft toch duidelijk geen inkt door zijn aderen vloejen? Toch?

Nee. Fout. Niet toch. Geen toch. Weg toch.

Sedert ik voor deze website schrijf, komt er zomaar van alles op mijn besprekerstafel terecht. Van alles dat ik voorheen negeerde, of simpelweg niet opmerkte. Maar als het op mijn besprekerstafel komt, geef ik het een kans. Dan ga ik zitten, dan ga ik lezen. Dan wil ik weten. Dan moet ik mijn vooroordelen bevestigd zien. Of onderuit gehaald.

Page deed dat laatste. Zij gaf Simon woorden. Zij gaf Simon een alfabet. En daarmee een leven. Een leven dat ik navoelen kon. Dat ik begrijpen kon. Waarmee ik tot op zekere hoogte sympathiseren kon. En dat is vreemd als je bedenkt dat Simon een moordenaar is. Hij vermoordde zijn vriendin en wel om een hele idiote reden: ze weigerde haar lenzen uit te doen.

Page was ooit een jaar lang schrijver in residentie -nog zoiets dat ik lang pure aanstellerij vond- in een penitentiaire inrichting voor zware gevallen. Ze raakte begaan met de mannen die daar vastzaten voor ernstige misdrijven. Ze had ook toegang tot hun dossiers en was soms verbijsterd om te lezen wat diegenen waarvoor zij medeleven voelde op hun geweten bleken te hebben. Die verbijstering heeft ze vorm gegeven in Simon Austin. De moordenaar die een gevaar is voor vrouwen. Die een jong leven beëindigde. Die het niet kan hebben als een vrouw niet als zijn handpop wil fungeren maar als autonoom wezen optreedt. En toch ga je, gaat de lezer, of ging ik in ieder geval toch, ‘m waarderen die Simon. Je gaat ‘m mogen. Je gaat ‘m alle goeds gunnen en je voelt een doffe pijn in je maag als hem iets ellendigs overkomt. Ellende die hij -zo denk je naar verloop van vijftig, honderd of honderdvijftig pagina’s- niet verdiend lijkt te hebben.

Het is niet hierom dat Kathy Page wél de schrijver bleek te zijn die de kameleontisch schrijver in mijn ogen nooit zijn kon. Het is geen toer om van een moordenaar een sympathiek mens te maken. Alleen bij hollywoodiaanse filmmakers en simpele schrijfdocenten zijn moordenaars briesende psikopaten die zelfs al een afstotelijk stemgeluid hebben. Natuurlijk: Simon had die volstrekt maffe reden voor zijn daad waardoor hij al een pak slechter te begrijpen is dan de brave huisvader die één keer in zijn leven helemaal door het lint gaat omdat zijn kinderen iets is aangedaan. Maar toch: wie zich abjekt gedraagt is niet automaties een abjekt mens. Misschien een mens met een karakterfout, een ernstige karakterfout, okee: een zeer ernstige karakterfout. Maar die fout is niet dat hele karakter; dat is ook nog uit andere elementen opgebouwd. En “andere elementen”, die zijn bij Simon overwegend innemend. Hij bekijkt de wereld met een bijna kinderlijke verwondering (waardoor het boek vaak -misschien onbedoeld- biezonder humorvol is). Hij is, hoe gek het ook klinkt, meestentijds zachtaardig, wat verlegen, een beetje onbeholpen zelfs. Hij wil weten en studeert er daarom op los in de gevangenis: literatuurwetenschap, sociologie, filosofie (al heeft hij voor dat laatste minder aanleg). Hij schrijft: brieven, eerst en essays later. Hij ontwikkelt een bijna ontroerende vriendschap met een transgender. Dat alles is ook Simon. Hij heeft een moord gepleegd, maar al dat andere is ook Simon. Dat laat Page ons zien maar dat is niet de toer. En al was het een toer; het is niet omdat iemand met een pen in haar hand een toer uithaalt, zij een schrijver zou zijn.

Er is, vooreerst, haar taal.

De taal is tastend, zoekend, soms aarzelend, soms zeer ter zake. Vrijwel nooit zonder een vleugje poëzie. Het is de taal van iemand die (opnieuw) een wereld opbouwt, zich verwondert, met andere ogen om zich heen kijkt. Het is zijn taal, zijn alfabet waarmee Simon de lezer naast zich trekt; de lezer al haast Simon laat zijn. De moord ga je -naar ik hoop- nooit begrijpen; je leert Simons karakter kennen en je snapt waarom hij door wie hij is gehandeld heeft zoals hij deed. Maar: vrijwel op het einde laat Page Simon iets denken als “vrouwen weten nooit wanneer ze moeten ophouden” en natuurlijk is dat geen moord waard maar verrek, dat kan ik toch wel navoelen – en even voel ik bewondering voor Kathy Page zoals ze vrij terloops een typisch -naar ik aanneem- mannelijke emotie ten opzicht van vrouwelijk gedrag in Simons interieure monologen weet te verweven. Het is me alleszins vaker met vrouwen dan met mannen overkomen dat er op een moment dat de ergernis al het punt bereikt waarop die in woede omslaat, toch nog een opmerking of sneer geplaatst moet worden; alsof de wil juist is dat de vlam in de pan slaat? Of het zwijgen niet opgelegd gekregen mag worden, zeker niet door een man? Of takt in sommige situaties niet het voornaamste is? Ik weet het niet. Misschien komt het ook doordat ik nooit een waarlijk emotionele relatie met een man heb gehad, zodat gemoederen tussen mij en andere mannen ook nooit heel hoog op konden lopen daar het me om te beginnen al nooit iets kon schelen wat een andere man over me dacht of vond. Behalve Patrick misschien, en dat beangstte me dan ook zodanig dat ik er alles aan gedaan heb om die vriendschap te verwoesten (en met succes).

Doch wat ik zeggen wil.

Doch de taal.

Het is de taal zeg ik je. Het is de taal die in de lezer kruipt. Het is de taal die alles wat je dacht te denken op losse schroeven zet. Dat jij niet dat soort man bent, en dat moordenaars niet deugen, en dat het allemaal altijd zwart is of wit.

Het is de taal die aan alles knaagt.

Het is dat knagen dat zo mooi is.

Je ziet de psychiatrie onderuit gaan. Niet dat de psychiatrie veel nodig had bij mij om onderuit te gaan maar toch. Ik vond de behandeling die Simon als zedendelinquent ondergaan moest nogal… primitief (je kunt je afvragen of Simon een zedendelinquent is, de moord was wel sexgerelateerd maar had evengoed kunnen gebeuren zonder dat er van sex sprake was, gewoon omdat het zondag was, en ochtend, en sinaasappelsap in de glazen en croissants in de oven en dan die lenzen, ja die verdomde lenzen ja), en langstwijlen vroeg ik me af in welke tijd Simons alfabet eigenlijk speelt. Totdat, ergens, het drama met Hillsborough genoemd wordt. Ik herinner me dat nog. Jeetje. Ik herinner me dat. Ik herinner me het zien, op ons ouwe zwartwit-tv’tje, of hadden we toen al net die kleurentv van Sony?, we zaten in Stiphout, we zaten aan de Oudartstraat, ik herinner me dat, het is niet eens zo gek lang geleden, de tijden waren al modern en verrek mijn vader was psycholoog en dat was toch een respektabele wetenschap? Later wordt trouwens ook de val van de muur genoemd. Te denken aan psychiatrie en primitiviteit in moderne tijden dacht ik: zou dat nu eigenlijk zoveel beter zijn? Kan een therapie een mens beter maken?

Kan een therapie een mens een ander mens maken?

Kan een mens überhaupt een ander mens worden? Zijn we wie we zijn, door genen, door opvoeding, door jeugd, door ervaringen, en dan, op zeker moment, ligt het vast, geen beweging meer in (en ook: het vermogen je te kunnen aanpassen, het vermogen te veranderen, is ook maar een vermogen dat je naar gelang i.q. of karakter al of niet hebt). Page laat Simon eindigen op een voorzichtige positieve noot maar de lezer is misschien allicht mogelijkerwijs -bijwoorden van twijfel- een oktaaf of twee defaitistischer gestemd.

Simons alfabet is een overweldigende roman van een schrijfster bij wie meer dan ik ooit vermoeden kon de inkt vrijelijk door haar aderen vloeit.


Kathy Page Simons alfabet recensie

Simons alfabet

  • Auteur: Kathy Page (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Alphabet (2005)
  • Nederlandse vertaling: Gerda Baardman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 24 augustus 2023
  • Omvang: 368 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 26,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Kathy Page

Stuk vuil, moordenaar, gevaar voor vrouwen, slim. Deze woorden heeft Simon Austen op zijn lichaam getatoeëerd. Zijn jeugd bracht hij door in pleeggezinnen en tehuizen. Nu zit hij een levenslange gevangenisstraf uit omdat hij zijn vriendin Amanda om het leven heeft gebracht. Simon is charmant en intelligent, maar ook manipulatief en ongrijpbaar. Hij weet wat hij heeft gedaan, maar zijn motief blijft onduidelijk, ook voor hemzelf.

Ondanks het vonnis probeert Simon zich te rehabiliteren. Hij leert lezen en schrijven en gaat heimelijke correspondenties aan met vrouwen om ze beter te begrijpen. Na een openhartig gesprek met een ruimdenkende reclasseringsmedewerker wordt hij overgeplaatst naar een penitentiaire inrichting waar gevangenen worden blootgesteld aan uiteenlopende en soms experimentele therapieën. We volgen Simons ervaringen in de instelling en zijn vriendschap met Charlotte, een transgender vrouw die zijn begrip van vrouwen verder op de proef stelt.

In deze huiveringwekkende psychologische roman put Page uit haar eigen ervaringen tijdens een werkverblijf in een mannengevangenis. Met Simon wekt ze een personage tot leven dat sympathie opwekt bij haar lezers, ongeacht het feit dat hij een verschrikkelijke misdaad heeft gepleegd.

Kathy Page (Londen, 8 april 1958) is een Brits-Canadese schrijver. Ze studeerde Engelstalige literatuur aan de universiteiten van York en East Anglia en werkte in de jaren negentig als psychotherapeute voor drugsverslaafden. Page heeft inmiddels acht romans en vijf non-fictieboeken op haar naam staan. Haar werk is bekroond met vele prijzen. Voor Al onze jaren ontving ze in 2018 de Rogers Writers’ Trust Fiction Prize. Tegenwoordig woont ze met haar familie op Salt Spring Island bij Vancouver, Canada, en geeft ze les aan de Universiteit van Vancouver Island.

Kathy Page Al onze jaren RecensieKathy Page (Canada) – Al onze jaren
Canadese roman
Uitgever: Cossee
Verschijnt: 15 april 2021

Bijpassende boeken en informatie

Sarah Bernstein – Study for Obedience

Sarah Bernstein Study for Obedience recensie en informatie over de inhoud van de roman uit Canada, shortlist Booker Prize 2023. Op 6 juli 2023 verschijnt bij uitgeverij Granta de roman van de Canadese schrijfster Sarah Bernstein. Er is geen Nederlandse vertaling van de roman verkrijgbaar of aangekondigd.

Sarah Bernstein Study for Obedience recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Study for Obedience. Het boek is geschreven door Sarah Bernstein. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Canadese auteur Sarah Bernstein.

Sarah Bernstein Study for Obedience recensie

Study for Obedience

Flaptekst van de roman van Sarah Bernstein

A woman moves from the place of her birth to a remote northern country to be housekeeper to her brother, whose wife has just left him. The youngest child of many siblings – more than she cares to remember – from earliest childhood she has attended to their every desire, smoothed away the slightest discomfort with perfect obedience, with the highest degree of devotion. The country, it transpires, is the country of their family’s ancestors, an obscure though reviled people.

Soon after she arrives, a series of unfortunate events occurs – collective bovine hysteria; the demise of a ewe and her nearly-born lamb; a local dog’s phantom pregnancy; the containment of domestic fowl; a potato blight. She notices that the local suspicion about incomers in general seems to be directed particularly in her case. What is clear is that she is being accused of wrongdoing, but in a language she cannot understand and so cannot address. And however diligently and silently she toils in service of the community, still she feels their hostility growing, pressing at the edges of her brother’s property.

Inside the house, although she tends to her brother and his home with the utmost care and attention, he too begins to fall ill.

Bijpassende boeken en informatie

Miriam Toews – Nachtgevechten

Miriam Toews Nachtgevechten recensie en informatie over de inhoud van de Canadese roman. Op 19 oktober 2023 verschijnt bij uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman Fight Night van de uit Canada afkomstige schrijfster Miriam Toews.

Miriam Toews Nachtgevechten recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen lees , kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Nachtgevechten. Het boek is geschreven door Miriam Toews. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Canadese auteur Miriam Toews.

Miriam Toews Nachtgevechten recensie

Nachtgevechten

  • Auteur: Miriam Toews (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Fight Night (2021)
  • Nederlandse vertaling: Ineke van den Elskamp
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 19 oktober 2023
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Miriam Toews

Swiv zit thuis, geschorst van school, omdat ze een advies van haar oma – ‘je bent een klein ding, je moet leren vechten’ – te letterlijk heeft opgevolgd. Haar moeder is hoogzwanger en een ‘lastige dame’. Oma Elvira neemt de scholing van haar kleindochter over met boeiend onderwijs in een onconventionele stijl.

Oma Elvira vertelt graag grappige verhalen. Ze is streng religieus opgevoed, maar heeft zich altijd verzet tegen degenen die haar haar levensvreugde en haar onafhankelijkheid wilden ontnemen. Ze heeft alle tegenslag in het leven dapper het hoofd geboden. En zelfs nu haar gezondheid achteruitgaat vecht ze voor haar familie: voor haar partnerloze dochter en voor haar pittige negenjarige kleindochter Swiv. Aangemoedigd door de gezinstherapeut schrijft Swiv een brief aan haar afwezige vader. Swiv geeft haar oma en moeder de opdracht een brief te schrijven aan ‘Gord’, haar nog ongeboren zusje. ‘Je bent een klein ding,’ schrijft oma waarheidsgetrouw aan Gord, ‘en je moet leren vechten.’

Met de afwisseling tussen de uitbundige stem van de pientere Swiv en haar onstuitbare, koppige oma is Nachtgevechten een ontroerende liefdesbrief aan moeders en grootmoeders, en aan alle vrouwen die nog steeds vechten om hun leven te leiden zoals zij dat willen.

Miriam Toews Niemand zoals ik RecensieMirian Toews (Canada) – Niemand zoals ik
Canadese roman
Uitgever: Cossee
Verschijnt: 24 februari 2022

Bijpassende boeken en informatie

Anne Carson – Rood

Anne Carson Rood recensie en informatie over de inhoud van de Canadese romans uit 1998 en 2013. Op 20 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlande vertaling van de romans Autobiography of Red (1998) en Red Doc> (2013) van de Canadese schrijfster Anne Carson. Deze vertaling verscheen al eerder bij uitgeverij Meulenhoff in het jaar 2000 met als titel Autobiografie van rood. 

Anne Carson Rood recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Rood, twee romans in verzen. Het boek is geschreven door Anne Carson. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van twee romans van de Canadese schrijfster Anne Carson.

Recensie van Tim Donker

Triste van Oren Ambarchi paste er in ieder geval goed bij
Zaterdagavond paste er in ieder geval goed bij

(& vroeger, toen ik kind was, had zaterdag een kleur. het begon in de ochtend met een heel erg lichte tint van geel en naarmate de dag vorderde werd het donkerder; het eindigde ergens tussen donkergeel en lichtbruin)

O.
Wat wilde ik.
O wat wilde ik dit graag.
O wat wilde ik dit graag lezen toen.

Het orzjieneel bedoel ik. De Engelse versie. Die onder mijn aandacht kwam omdat. Weetikveel. Ik wilde het lezen, ook voor Autobiografie van rood, het eerste van de twee delen waaruit Rood bestaat, voor het eerst in een Nederlandse vertaling verscheen. In 2000. Bij Meulenhoff. Al ging dat even langs me heen moet ik eerlijk zeggen. Meulenhoff vliegt wel vaker onder mijn radar. Weet niet goed waarom, een ganzelijk oninteressante uitgeverij is het toch niet. Maar Carson wilde ik al langer lezen. Of las, ook. Red Doc>, het twede deel las ik ook, toch?, in het Engels, in het orzjieneel, ik las het, denk ik, ik zie het omslag nog voor me, zwart en wit en grijs en hardcover, verdorie, ik las dat toch, waarom kan ik dat nu niet meer terugvinden in mijn boekenkast, is het verloren gegaan tijdens mijn verhuis of leende ik het aan Sergio die ik nu zoals te verwachten viel nooit meer zie, of liet ik het liggen in mijn vorige huis op ergens een richel of een reling of een muurtje of een pilaar of een vensterbank, of zit het nog in een doos, waarom kan ik het toch niet vinden, ik meen vrijwel zeker te weten dat ik het las, of wilde lezen, of las, of wilde lezen, dit wilde ik lezen, dat weet ik zeker.

Ging het verloren in een tussentijd misschien.

In Rood gaat Anne Carson door op iets dat Oud-Grieks zou zijn. Iets met Stesíchoros & een mythisch wezen ofzo, weet jij veel. Alleen dat dit meestentijds niet erg Oud-Grieks aandoet. Maar meer lijkt op de vuiligheid die deze tijd, onze tijd, is (waarmee niet gezegd is dat eerdere tijden minder vuil zouden zijn). De lierdichter Stesíchoros “kwam na Homerps en vóór Gertrude Stein, in een moeilijke tussentijd voor een dichter”, zegt Anne Carson.

Een tussentijd, dus, van een eeuw of dertig.

Dat is de tussentijd.

Dat is de tussentijd van Anne Carson.

De “tussentijd” van Rood: ergens tussen nu, en dertig eeuwen geleden.

De twee romans die Rood vormen – Autobiogrophy of Red en Red Doc>, twee poëtisch vertelde “theatrale” romans – spelen zich af in de ontijd, in de al-tijd, in de tijd tussen nu en dertig eeuwen geleden, een tijd die net zo goed nu kon zijn als toen kon zijn, een tijd die mythisch is evengoed als zij hedendaags is. Twee romans die in elkaars verlengde liggen en daarmee meteen al eeuwig zijn.

Wat zal je zeggen? Er kan een mythisch wezen zijn, een roodgevleugeld rood monster – maar in werkelijkheid is hij misschien een jongen met een broer en een moeder, een jongen die goed materiaal is voor een komen-van-leeftijd roman, met vriendschap, met ontluikende (homo)sexualiteit, met zoektochten, met reizen, met vragen, met armoede, en zien, en ellende. Je kunt de betrokkenen namen geven, zoals Gerion, en Herakles, en Ancash; je kunt, ook, alles weer door elkaar gojen, en dan zou Gerion G worden en hoeder zijn van een kudde muskusossen (hee dat klinkt al wat mythischer of niet?), van Herakles Sad But Great maken en hij kwam thuis van de oorlog met een feestje in zijn hoofd (de feesten van angst en pijn), en Ancash voor Ida vervangen of misschien is Ida een afsplitsing of een alter ego van Ancash en na het reizen en na het zien en na de vragen is er nu ook ruimte voor een oorlogstrauma, voor psychiatrie, en voor stervende moeders.

Er is ruimte steeds is er ruimte. Er is ruimte voor veel.

Er is ruimte voor poëzie voor proza voor theater voor wetenschap voor filosofie voor vragen er is ruimte voor “VROUW VAN BREIN”, is dat iemands moeder is dat de vertelster is dat de schrijfster is dat een zieneres of is dat waar wij louter brein worden en alleen nog maar begrip willen zijn?

Er is ruimte als puur ruimte, het bestrijken van ruimte, ruimte als be-grijpen: altijd maar meer gebieden gezien, geproefd, omarmd, gekend willen hebben. En vliegen dus maar weer, of rijden dus maar weer. Tot voorbij de hoekjes, tot achter een gletsjer waar het in Rood doc> ineens nogal –

(?)

wordt

(absurd?)
(surreëel?)
(hallucinant?)
(koortsig? nachtmerrieachtig? Onwerkelijk onheimelijk onalledaags?)

(onalledaags ja. minstens onalledaags)

Eerder, of later, nee eerder, maar was is tijd in een tussentijd van dertig eeuwen, waren er al mensen in een tunnel, tunnelmensen, mythopoëzie, dan is Alice Notley niet veraf, The Descent of Alette, “Een moeder” “& kind” “stonden beiden in brand, onophoudelijk” “Het vuur” “zat in hen verankerd” “en sloot hen af van anderen” (& denk ik, is het niet eens tijd, Koppernik, om The Descent of Alette een deftige neerlandse vertaling te geven?) (en de wereld die rondgaat ondergronds, ook dat niet direkt alledaags misschien) (iets lijkt hier hetzelfde te zijn, maar wat?) (maar dat is Maggie Nelson, dat is Bluets, dat heeft Atlas Contact allemaal al voor haar schone rekening genomen).

(zou Anne Carson Alice Notley gelezen hebben?) (met haar experimenteerdrift? vast)

The Lighter van Joanne Robertson paste er alvast goed bij.
Dinsdagochtend paste er alvast goed bij.

Wat een genot is het om Rood te lezen nee ik herbegin deze zin en kapitaliseer genot, wat een GENOT is het om Rood te lezen. Het boek bleef me roepen als ik even weglegde, en ik bleef terugkomen, en lezen en lezen en lezen. Ik wilde zo graag in Rood blijven lezen, en anderzijds ook weer niet omdat ik het moment vreesde dat ik het uit zou hebben, en toch bleef ik lezen en zag ik de achterkaft met rasse schreden dichterbij komen, wat zijn rasse schreden?, zag ik de achterkaft angstwekkend snel naderbij komen.

En, even later, Herbarium van Turdus Merula paste er alvast goed bij.
En even later paste er alvast goed bij.

(verbazingwekkend) (maar misschien dat ijselijke) (van Herbarium, bedoel ik) (ik was toen immers al achter een gletsjer beland)

Ik ken weinig boeken die zo gelaagd prachtig zijn, waarvan de pracht zo gelaagd is: Rood is mooi om wat het vertelt. Want het vertelt van verlangen en tekortkomen en liefde en onvermogen, en het vertelt over de verlorenen, de mensen die niet meer meespelen, en in een tunnel wonen, of in een gesticht, of sterven op een zaal in het hospitaal, finaal, totaal, integraal. Het vertelt over trauma en pijn en over hunkeren naar een daar dat altijd voorbij de horizon ligt. Het vertelt over natuur, en dieren, en de lucht. Over water en ijs en vulkanen. Het vertelt hoe het is om in leven te zijn.

Maar Rood is ook mooi vanwege de taal. Er staan talloos veel adembenemend mooje zinnen in dit boek.

Zinnen als “Zes uur ’s avonds ging als een golf door het hotel.”
Of “Een laag dieprood luisteren met hoge tonen in de klank.”
Of “Na glanzende mede dronk je de nacht.”
Of “Wakker worden is oplopend donkere lijnen tot klanken.”
Of “Elke dag weer dit lawaai vergeet ze elke dag.”

Of neem “Zoals wij de wereld nu begrijpen is veel ervan verkeerd benoemd.”, wat me deed denken aan Stefan Themersons woorden over paranomie en aan zijn wantrouwen tegen de zelfstandignaamwoordentalen met hun (foutieve, of minstens onvolledige) etiketteringen (en de logika, en het vlees) (zou Anne Carson Stefan Themerson gelezen hebben?) (met haar taalliefde? vast)

Of “Winter bestaat en winter komt nooit snel genoeg.”, wat me juist weer deed uitwajeren naar Inger Christensen en die prachtige bundel alfabet die zij ooit pende, maar is het wel een bundel is het niet veeleer een boeklang & sterk gefragmenteerd poëem; hoe ook: het hoort bij het mooiste dat de poëzie voortbracht, wereldwijd en allertijden) (zou Anne Carson Inger Christensen gelezen hebben?) (met haar wereldomspannende tijdeloosheid? vast)

(winter komt mij altijd weer veel te snel en februari gaat nooit voorbij)

Of neem een hele reeks zinnen in één keer:

“Tijd gaat snel tijd gaat niet snel. Tijd gaat helemaal niet snel. Tijd gaat meestal snel. Tijd gaat sneller dan jij en staart je aan. Tijd kan niet staren. Tijd als volharding. Tijd als honger. Tijd spreekt vanzelf. Tijd toen je zes was de dag een berg. Bergtijd. Tijd waarvan ik niets meer weet. Tijd voor een hond in een steeg gevangen in het licht van je lantaarn. Tijd is geen video. Tijd als vouwpapier dat op een berg moet lijken. Tijd uitgesmeerd onder de ogen van een mijnwerker die ratelend omlaag de mijn ingaat. Tijd als je bankroet bent. Tijd als je Prometheus bent. Tijd als je alle buisjes aan de wortels van een bremplant bent en groenzwart vocht opzuigt in pas beschreven continenten. Tijd waarin de postbeambte achter in het postkantoor haar lippen kan stiften totdat de baas terugkomt. Tijd waarin een koe omvallen kan. Tijd in de nor. Tijd als jassen in een kast. Tijd voor een toom kalkoenen die uitglijden op ijs. Alle tijd die hier in deze muren is getrokken. Tijd tussen de kleine klikjes. Tijd vergeleken met verbeelde wilde stilte van de sterren. Tijd waarin de man op één been bij de bushalte zijn veters strikken kan. Tijd die Nacht bij de hand neemt en in draf met hem over de weg verdwijnt. Tijd gaat snel en niet zo’n beetje. De tijd was me met sprongen voor.”

Zulke zinnen maken me vrolijk. Gelukkig. Vullen me met gekleurd licht, iets tussen donkergeel en lichtbruin, niet ongelijk aan het licht waarvan vroeger mijn zaterdagavonden gemaakt waren. Niet ongelijk aan het licht dat hier nu door mijn raam valt, en op mijn kladblok en mijn koffie. Of dat licht van eerder. Ik had mijn zoon naar school gebracht. Later dan normaal, want hij ging op kamp. Waar hij geen zin in had. Wat niemand zich beter voor kan stellen dan ik. Ik ben vier keer in mijn leven een midweek op schoolkamp geweest en dat zijn met afstand de vreselijkste weken van mijn leven geweest. Zo moet de hel zijn: een nooit eindigend schoolkamp. Ik probeerde geruststellende woorden te bedenken maar vond er geen, en liep daar maar zoon beetje met mijn arm om hem heen. Hij wilde dat ik bij wat school het “uitzwaaimoment” had genoemd zou zijn, als hij echt zou vertrekken, in een colonne auto’s. Dat gaf me een stief half uurtje. Een half uurtje waarin ik koffie zette, en The three things you can hear van Seamus Cater draaide en dertig pagina’s las in Rood waar ik op de zin “Neem het gezonde verstand van de mensheid in de palm van je hand en je hebt nog plaats voor je lul” stuitte; een zin die me even grinnikend zette (en ha! The three things you can hear van Seamus Cater paste er alvast goed bij) (bij Rood, niet perse bij die zin, of bij grinniken). En toen liep ik terug naar school voor dat vermaledijde “uitzwaaimoment”, en met herfstlicht in mijn haar peinsde ik aan wat ik zou zeggen als hij me zou vragen wat ik in dat stief half uurtje had gedaan: koffie zetten (?), een plaat drajen (?), dertig bladzijden in mijn boek lezen (?), of “Neem het gezonde verstand van de mensheid in de palm van je hand en je hebt nog plaats voor je lul” (?).

(maar waarom zou hij me vragen wat ik gedaan had thuis)

Tot slot is Rood mooi vanwege de vorm.

De vallende zinnen in Autobiografie van rood: breed, wajerend.

En de smalle kolommen van Rood doc> (en godverdrie: ik kén die smalle kolommen maar waar is dat godverlaten Red doc> dan en waarom staat het niet in mijn kast?) (what’s that you’re holding & why is it so bright?) – elke bladzijde in dit 326 bladzijden dikke boek is pure visuele poëzie; elke bladzijde in dit 326 bladzijden dikke boek is een bladzijde die ik eruit zou kunnen rukken en aan mijn muur hangen en naar kijken, elke dag (ofnee dat zou ik helemaal niet kunnen, zoon prachtboek verscheuren) – Rood is om naar te kijken al even mooi als om in te lezen.

(iemand zei me ofnee laat ik hem weer eens bij naam noemen Theo zei dat hij clausterfobies werd van die smalle kolommen of misschien zei hij het anders maar kwam het daar geloof ik wel op neer. en al had ik daar geen last van, toch, lezend, later, kon ik hem wel begrijpen. en al had ik er geen last van dacht ik toch, later, dan Rood doc> misschien ook daar een heel klein beetje over gaat: gepropt zijn in een bestaan dat eigenlijk te smal voor je zijn is) (maar misschien, ook, gaat het daar helemaal niet over)

Word ik, zo, toch, steeds weer, teruggezogen naar dit boek. Tot het dan inderdaad tot mijn afgrijzen uit is. Maar wel nog in mij meegedragen wordt. Als ik, kort daarop, buiten ga. In herfstlicht ben. Weeral herfstlicht ja. Maar dit keer op de fiets en naar de supermarkt. Het is donderdag en Rood is uit.

Anne Carson Rood Recensie

Rood

Twee romans in verzen

  • Schrijfster: Anne Carson (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Autobiography of Red (1998), Red Doc> (2013)
  • Nederlandse vertaling: Marijke Emeis
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 20 oktober 2022
  • Omvang: 336 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 29,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Anne Carson

De roodgevleugelde jongen Gerion is onsterfelijk verliefd op Herakles, die de jongeling niet kan weerstaan. Op het hoogtepunt van hun erotische relatie laat Herakles Gerion vallen en stort deze in het diepste leed. Maar dan reist Gerion op magische wijze uit de antieke oudheid naar de tegenwoordige tijd – en vindt troost in de fotografie.

De dichteres Anne Carson heeft het meest bandeloze en vreemdste verricht wat de literatuur van deze tijd te bieden heeft. Ze plaatst Homerus in een deeltjesversneller om in de versplintering van oude betekenissen een spiegelbeeld van onze huidige tijd te schetsen. Rood is ongehoord erotisch en even boosaardig als de Griekse mythen.

Rood verenigt twee werken in één band: Autobiografie van rood, dat in 1998 verscheen, en het vervolg Rood Doc>, dat in 2013 verscheen. Anne Carson heeft in Rood een nieuw genre uitgevonden; het is zowel roman als poëzie, zowel een onconventionele herschepping van een oude Griekse mythe als een volstrekt origineel coming-of-ageverhaal dat zich in het heden afspeelt.

Bijpassende boeken en informatie

Gabrielle Filteau-Chiba – De wilden

Gabrielle Filteau-Chiba De wilden recensie en informatie over de inhoud van de Canadese roman. Op 14 maart 2022 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de Nederlandse vertaling van de roman Sauvagines, geschreven door Gabrielle Filteau-Chiba.

Gabrielle Filteau-Chiba De wilden recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De wilden. Het boek is geschreven door Gabrielle Filteau-Chiba. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Canadese schrijfster Gabrielle Filteau-Chiba.

Gabrielle Filteau-Chiba De wilden Recensie

De wilden

  • Schrijfster: Gabrielle Filteau-Chiba (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Sauvagines (2022)
  • Nederlandse vertaling: Sanne van der Meij
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 14 maart 2022
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Gabrielle Filteau-Chiba

Raphaëlle leeft als boswachter in het nationale park Kamouraska in Canada. Samen met haar hond Coyote woont ze in een camper midden in het bos, mijlenver van de bewoonde wereld, zonder stromend water, elektriciteit of bereik. In de woeste natuur zit het dagelijks leven vol gevaren. En zonder bereik kan niemand je redden als een roofdier toeslaat.

Op een ochtend ontdekt Raphaëlle verse berensporen voor de deur van haar camper. Een paar dagen later verdwijnt haar hond. Ze vindt haar ernstig gewond terug in een illegaal geplaatste strik. Ze is buiten zinnen en laat een waarschuwingsbericht achter voor de stroper. Als ze dan menselijke voetafdrukken voor haar deur en een coyotehuid op haar bed vindt, begrijpt ze dat zij nu de prooi is geworden. Er ontvouwt zich een schimmige wereld van illegale stroperij en seksueel geweld. Maar Raphaëlle laat zich niet zomaar intimideren. Met hulp van haar oude vriend Lionel en de onverzettelijke Anouk, de mooie kluizenares uit het bos, zint ze op wraak.

In 2013 liet Gabrielle Filteau-Chiba haar baan, haar huis en haar familie in Montreal achter zich. Ze verkocht al haar bezittingen en verhuisde naar de regio Kamouraska in Quebec. Drie jaar lang woonde ze midden in het bos, zonder stromend water, elektriciteit of bereik. Met coyotes als enige gezelschap.

Bijpassende boeken en informatie

Miriam Toews – Niemand zoals ik

Miriam Toews Niemand zoals ik recensie en informatie over de inhoud van deze Canadese roman uit 2014. Op 24 februari 2022 verschijnt bij uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman All My Puny Sorrows van de Canadese schrijfster Mieriam Toews.

Miriam Toews Niemand zoals ik recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen lees , kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Niemand zoals ik. Het boek is geschreven door Miriam Toews. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Canadese schrijfster Miriam Toews.

Miriam Toews Niemand zoals ik Recensie

Niemand zoals ik

  • Schrijfster: Miriam Toews (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: All My Puny Sorrows (2014)
  • Nederlandse vertaling: Josephine Ruitenberg, Claudia Visser
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 24 februari 2022
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Prijs: € 22,50 – € 27,50
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor de roman

  • “Een van de beste Engelstalige romans van het het voorbije decennium (…) Een overweldigend verhaal over de grenzen van liefde.” (De Standaard, ∗∗∗∗∗)

Flaptekst van de roman van Miriam Toews

Wat maakt een leven de moeite waard? Miriam Toews weet op deze bijna onbeantwoordbare vraag in te gaan met bijzonder mensvriendelijke humor. Niemand zoals ik is een persoonlijk verhaal over twee zussen en een liefde die het leven verlicht.

De mennonitische gemeenschap heeft besloten: in het huis van de zusjes Elf en Yoli mag wel een piano staan, maar het mag alleen als instrument voor de Heer worden gebruikt. De oudsten van de gemeenschap houden het gezin goed in de gaten. Wanneer ze langskomen voor controle, klinkt er vanuit een andere kamer plots de Prelude in g-mineur, opus 23 van Rachmaninov. Elf speelt eerst zachtjes, maar wordt daarna steeds luider. De oudsten staan er bedremmeld bij: tegen zoveel talent, hartstocht en beroering is zelfs het geloof niet opgewassen. Het is het begin van Elfs uitbraak uit de gemeenschap, op zoek naar vrijheid, naar revolutie. Jaren later is ze een wereldberoemd pianiste, rijk en in een gelukkige relatie. Toch valt het leven haar zwaar. Haar zus Yoli is gescheiden, blut, duikt – op zoek naar de ware – met de verkeerde mannen in bed en probeert wanhopig haar zus in leven te houden.

Drie weken voordat ze zou beginnen met haar langverwachte wereldtournee doet Elf haar zoveelste zelfmoordpoging en belandt in het ziekenhuis. Zowel Yoli als Elfs partner staat voor een levensgroot dilemma. Kan Elf weer gezond worden? Of moeten ze haar laten gaan?

Miriam Toews Wat ze zeiden RecensieMiriam Toews (Canada) – Wat ze zeiden
Canadese roman
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Toews zet de vrouwen in hun kracht en beschrijft knap en inlevend hun autonome denken in een benarde situatie…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Kathy Page – Al onze jaren

Kathy Page Al onze jaren recensie en informatie over de inhoud van deze liefdesroman. Op 15 april 2021 verschijnt bij Uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman Dear Evelyn van de Brits/Canadese schrijfster Kathy Page.

Kathy Page Al onze jaren recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Al onze jaren. Het boek is geschreven door Kathy Page. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Brits-Canadese schrijfster Kathy Page.

Kathy Page Al onze jaren Recensie

Al onze jaren

  • Schrijfster: Kathy Page (Engeland, Canada)
  • Soort boek: psychologische roman
  • Origineel: Dear Evelyn (2018)
  • Nederlandse vertaling: Gerda Baardman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 15 april 2021
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek / Ebook

Flaptekst van de roman van Kathy Page

Het kan: een liefdes- en huwelijksroman zonder sentimentele kitsch die begint bij de geboorte en eindigt met de dood. Een verhaal van twee doodgewone mensen, Harry en Evelyn, dat laat zien hoe hun gevoelens voor elkaar met de tijdgeest mee veranderen. En hoe sluipend of radicaal hun machtsverhoudingen ondermijnd worden wanneer de levenscirkel bijna rond is.

Ze leren elkaar op een middag in een Londense bibliotheek kennen. Harry, een sensitieve natuur- en literatuurliefhebber, is gefascineerd door de wilskrachtige Evelyn en hij zal dat ook altijd blijven. Maar de ander gelukkig maken blijkt iets wat hen een leven lang veel moeite kost.

Ze doen beiden hun uiterste best. Evelyn probeert van hun eigenwijze dochters fatsoenlijke vrouwen te maken en haar ‘appetijt voor de betere dingen’ voor Harry te verbergen. Harry doet er alles aan om zijn middenstandersdroom van een groot en licht huis met een keuken met een stalen afwasbak waar te maken.

Page is een meester van de tussentonen en laat ons zien hoe Harry in zijn streven naar een fatsoenlijk leven en Evelyn in haar onverzadigbaar perfectionisme langzaam uitgeput raken. Er sluipt een melancholie in het huwelijk, die het enthousiasme voor lange wandelingen en de liefde voor gedichten opvreet, opslokt, vernielt. Waren de wederzijdse teleurstellingen op hun oude dag te vermijden geweest? Wat heeft het evenwicht in hun machts- en liefdesverhoudingen verstoord, en waar hebben ze de verkeerde afslag genomen?

Een huwelijk van zeventig jaar dat leest als een thriller, verteld op het hoogste literaire Gardam-niveau. Voor gehuwden en ongehuwden: dringend lezen!

Kathy Page Simons alfabet recensieKathy Page (Canada) – Simons alfabet
Canadese roman
Uitgever: Cossee
Verschijnt: 24 augustus 2023

Bijpassende boeken en informatie

Marian Engel – Beer

Marian Engel Beer recensie en informatie over de inhoud van deze Canadese roman uit 1976. Op 8 april 2021 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van de roman Bear van de Canadese schrijfster Marian Engel.

Marian Engel Beer recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Beer. Het boek is geschreven door Marian Engel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze bijzondere roman uit 1976 van de Canadese schrijfster Marian Engel.

Recensie van Mieke Koster

Lou, een zich stoffig voelende bibliothecaresse krijgt de kans haar mollenbestaan te ontvluchten. Al een tijd lang zat het leven haar tegen. Het leek erop alsof het leven in het algemeen de pik op haar had. Haar erudiete baan bij de archieven van Het Historisch Instituut verandert voor haar langzaam in een opslagruimte van vergeelde documenten. Zij onderzocht niet het verleden, zij werd het verleden. Dan is het zover. Het Instituut heeft het beheer gekregen over een erfenis van kolonel John William vernoemd naar zijn bezit Cary’s Island. Een onbewoond en ver afgelegen eiland ergens hoog in de Canadese wateren. Het blijkt dat hij een interessante bibliotheek heeft nagelaten. Een zonderlinge man met een brede interesse. En nu gaat Lou zijn bezit in kaart brengen en uitvinden of deze plek en geschikt zou zijn als bijvoorbeeld dependance van het Instituut.

Een achthoekig huis, een kamer vol boeken en een beer

Dan gaat ze op reis, op weg naar het hoge noorden. Haar verouderde wandelspullen en slaapzak ingepakt. Ze is er klaar voor en ze schrijft naar haar directeur dat zij zich als herboren voelt. Laat in de middag komt zij aan bij Homer Campbell, de winkelier aan de overkant van “haar” eiland. En ja, hij kan haar nog brengen en haar rondleiden door het prachtige landhuis , haar tijdelijk onderkomen. Wanneer hij op het punt staat het eiland te verlaten vraagt hij: ”Heeft iemand ook iets gezegd over de beer?” Dit werd haar koninkrijk: een achthoekig huis, een kamer vol boeken en een beer. Haar eerste confrontatie met de beer is meer onderzoekend dan dat er sprake is van een kennismaking. Haar analyse is; ongevaarlijk, onaantrekkelijk, geen bedreiging, meer een verslagen oude vrouw, die nachtenlang op haar echtgenoot ligt te wachten. Ik kan hem wel aan.

Marian Engel Beer Recensie

ze gaat aan het werk. Ze komt erachter dat er altijd al een beer is geweest op dit eiland, bij dit huis, en vind in veel boekwerken die zij catalogiseert briefjes met aantekeningen over de beer, over beren in zijn algemeenheid. Lou is niet echt een dierenliefhebber, en ontmoet bij Homer de oude vrouw die bevriend is met beer. “Praat met hem”, vertelt zij Lou, “en vooral poep met hem, dan vindt hij je aardig”. En zo, beetje bij beetje leert Lou met beer omgaan, geniet ze van hem, schiet in de lach wanneer ze met hem gaat wandelen. Zij krijgt vertrouwen in zichzelf en in beer. En ja, beer ook in haar. En beer hoeft niet meer de hele tijd aan de ketting en zo kan het gebeuren dat terwijl Lou boven hard aan het werk is, beer naar boven komt en zich voor de haard uitrekt en gaat liggen.

Over angst en eenzaamheid en over de troost die boeken kunnen geven. Prachtig!

Kom beer, naar buiten”, zegt Lou wanneer het bedtijd is. En dan loopt hij voor haar uit de trap af en gaat naar buiten. De volgende warme ochtend gaan zij samen zwemmen in het ijskoude water en wanneer zij uit het water stappen begint beer met zijn lange ribbelige tong haar rug te likken. Wat een sensatie. Oh hemel!” Boek, boek. Wanneer zulke dingen gebeuren, pak dan altijd een boek”blz 63. En zo vergeet zij bijna haar opdracht. Wat is zij hier aan het doen? Een romantische en/of seksuele relatie met beer aan het opbouwen of, wat was de opdracht ook al weer? En, is er in al die  boeken van John Cary en de Beer niet ergens een verband te vinden? Een ondefinieerbare intimiteit tussen hen, een schakel tussen verlangen en begeerte wat bereikbaar was? Blz. 92 En beer, hij likte , die roze tong raspte een beetje, warm en prettig en vreemd.” Oh Beer, beer, ik hou van je”

Marian Engel en Beer. Een prachtige roman over een onmogelijkheid en toch oh zo helder en geloofwaardig. Over het grote, bijna dierlijke verlangen, naar geborgenheid, veiligheid, en wellicht niet te dichten kloof tussen dat verlangen en het echte leven. De kloof tussen mannelijke en vrouwelijke seksualiteit, intimiteit. Over angst en eenzaamheid en over de troost die boeken kunnen geven. Prachtig, gewaardeerd met de maximale ∗∗∗∗∗ (uitmuntend).

Beer

  • Schrijfster: Marian Engel (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: Bear (1976)
  • Nederlandse vertaling: Barbara de Lange
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 8 april 2021
  • Omvang: 136 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)

Waardering voor de roman Beer

  • “Een verdomd goed boek; het is zelfs de beste Canadese roman allertijden.” National Post
  • “Beer werkt even eenvoudig als mysterieus als een sprookje. Het is een opmerkelijke tour de force.” New York Times
  • “Een overdonderend levendig verhaal over het verbodene, het ondenkbare, het nauwelijks voorstelbare.” Washington Post
  • “Een meeslepend verhaal … briljant en aangrijpend.” Publishers Weekly

Flaptekst van de roman van de Canadese schrijfster Marian Engel

Lou is een eenzame bibliothecaris die haar dagen doorbrengt in de stoffige archieven van het Historisch Instituut. Wanneer zich de mogelijkheid voordoet, grijpt ze haar kans om naar een afgelegen eiland in Noord-Ontario te reizen, waar ze de zomer zal doorbrengen met het catalogiseren van een bibliotheek die toebehoorde aan een excentrieke negentiende-eeuwse kolonel. In haar ijver om de eigenaardige geschiedenis van het landgoed te onderzoeken, ontdekt ze tot haar schrik dat het eiland één andere bewoner heeft: een beer.

Lou’s verbeelding wordt al snel in beslag genomen door vroegere bewoners van het eiland, wier diepe fascinatie met beren ze geleidelijk overneemt. Lou wordt onweerstaanbaar langs een pad van emotionele en seksuele zelfontplooiing geleid, terwijl ze de grenzen van haar dierlijke natuur opzoekt. Wat ze ontdekt zal haar leven voorgoed veranderen. Beer is nog even provocatief en krachtig als toen het voor het eerst werd gepubliceerd.

Bijpassende boeken en informatie

Ashley Audrain – De duw

Ashley Audrain De duw recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Canadese debuutroman. Op 12 januari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Prometheus de Nederlandse vertaling van The Push, de eerste roman van de Canadese schrijfster Ashley Audrain.

Ashley Audrain De duw Recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De duw. Het boek is geschreven door Ashley Audrain. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de eerste roman van de Canadese schrijfster Ashley Audrain.

Ashley Audrain De duw Recensie Canadese roman

De duw

Moeder. Dochter. Engel. Monster?

  • Schrijfster: Ashley Audrain (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman
  • Origineel: The Push (2021)
  • Nederlandse vertaling: Marja Borg
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 12 januari 2021
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: Paperback 

Flaptekst van de eerste roman van Ashley Audrain

‘De vrouwen uit deze familie… we zijn anders.’

Blythe Connor wil niet dat de geschiedenis zich herhaalt. Violet is haar eerste kind en ze zal haar dochter alle liefde geven die ze verdient. Alle liefde die haar eigen moeder haar niet gaf. Maar eerstgeborenen zijn nooit gemakkelijk. En Violet is veeleisend en onrustig. Ze lacht nooit. Al snel gelooft Blythe dat ze niets goeds kan doen – dat er zelfs iets heel erg mis is. Of met haar dochter, of met haarzelf.

Haar man, Fox, zegt dat ze het zich verbeeldt. Maar Violet gedraagt zich bij hem anders. En hij kan niet begrijpen wat Blythe zelf als kind heeft meegemaakt. Niemand kan dat. Blythe wil een goede moeder zijn. Maar wat als dat niet genoeg is voor Violet? Of voor haar huwelijk? Wat als ze het onheil niet kan zien aankomen?

Moeder en dochter. Engel of monster? We kunnen niet kiezen wie onze kinderen zijn – of wie we zelf zijn… De duw is een verslavende, aangrijpende en onweerstaanbare roman die alles wat je dacht te weten over het moederschap in twijfel weet te trekken. Het is een boek over de vraag wat we zijn verschuldigd aan onze kinderen, en hoe het voelt als je als vrouw niet wordt geloofd.

Ashley Audrain (1982) werkte in het verleden als publiciteitsmanager bij Penguin Books Canada. De duw is haar debuutroman en verschijnt in meer dan dertig landen. Audrain woont met haar man en twee kinderen in Toronto.

Bijpassende boeken en informatie

Miriam Toews – Wat ze zeiden

Miriam Toews Wat ze zeiden recensie en informatie van deze nieuwe roman over mennonitische vrouwen in verzet tegen misbruik. Op 17 september 2020 verschijnt bij Uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de roman Women Talking van de Canadese schrijfster Miriam Toews.

Miriam Toews Wat ze zeiden Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Wat ze zeiden. Het boek is geschreven door Miriam Toews. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Canadese schrijfster Miriam Toews.

Tussen  2005 en 2009 werden veel meisjes, de jongste was drie jaar, en vrouwen uit een afgelegen mennonitische kolonie in Bolivia ’s ochtends vaak versuft wakker. Ze waren bebloed, hadden pijn en zaten vol blauwe plekken. ’s Nachts verkracht door hun eigen sekteleden werd dit geweld toegeschreven aan geesten en demonen. Dat dit komt vanwege de zonden van de vrouwen.

Maar op een nacht  wordt ontdekt zij dat dit verschrikkelijke geweld te danken hebben aan hun eigen mannen en zonen. Blijkbaar is deze kolonie niet helemaal hermetisch afgesloten van de buitenwereld en wordt dit een zaak van de politie. En ja, de mannen worden opgepakt en gevangen gezet. Dit tegen de wens van vele mannelijke kolonisten die gaan proberen deze daders op borgtocht vrij te kopen zodat zij hun opgelegde straf thuis in de kolonie kunnen uitzitten.

Dit horen en de vrouwen en zij besluiten met elkaar een bijeenkomst te beleggen om te besluiten wat nu te doen. Daarvoor hebben zij, voordat de mannen vrijgelaten worden, nog maar 48 uur, dus haast is geboden. Door de ogen van Toews, zij heeft zelf tot haar 18de in zo’n gemeenschap gewoond, verwoord door de vrouwen, krijg je al snel een beeld over de gang van zaken in zo’n mennonitische kolonie, over de hiërarchische structuur, en over de plek hierbinnen van meisjes en vooral vrouwen.

Kiezen uit drie opties

De vrouwen komen bij elkaar en moeten een besluit nemen en zij kunnen kiezen uit drie opties;

1; blijven en niets doen, maar kan dat wel terwijl veel vrouwen nog liever de kop afhakken van degenen die hun dochters en henzelf zoveel leed aan gedaan hebben

2; blijven en vechten, maar moet dan niet eerst duidelijk worden waarvoor zij precies willen vechten. Eén van de vrouwen, Ona, oppert wat ideeën, bijvoorbeeld dat mannen en vrouwen gezamenlijke besluiten gaan nemen over wat goed is voor de kolonie. En dit is één van de belangrijkste punten: vrouwen mogen voor zichzelf denken. Meisjes leren lezen en schrijven, en nieuwe uitgangspunten voor de religie, gebaseerd op liefde als uitgangspunt

3; weggaan. Dit blijkt de enige mogelijke optie omdat bovenstaande twee, met de huidige mannen en de grote baas Peters aan het roer, nooit zullen gebeuren. En uiteindelijk in hun laatste uur hakken zij de knoop door.

Miriam Toews Wat ze zeiden Recensie

Tijdens deze gesprekken van de vrouwen wordt  hen duidelijk, komen zij er achter dat zij zelf kunnen en mogen denken. Er naar hun argumenten wordt geluisterd. Het oneens met elkaar kunnen en mogen zijn en dat daar geen geweld aan te pas komt. Er is veel onzekerheid, veel niet weten van waarheen en waar komen ze terecht, over het vertrek, en wie gaat ermee, en wat te doen met de jongere zonen, maar veel kracht en solidariteit onderling. En samen maken zij een waardig plan gebaseerd op hun eigen geformuleerde geloofsuitgangspunten.

Toews zet de vrouwen in hun kracht en beschrijft knap en inlevend hun autonome denken

Gedurende het lezen van deze roman is mijn adrenaline regelmatig tot onverantwoorde hoogte gestegen denk ik. Hoe is het mogelijk dat dit vandaag de dag nog bestaat en waarom wordt zo’n sekte gebaseerd op onderdrukking en mishandeling van vrouwen en meisjes niet wettelijk, wereldwijd verboden?  Toews zet de vrouwen in hun kracht en beschrijft hun autonome denken wanneer zij met elkaar een theologische discussie voeren over de rigoureuze besluiten die zij met elkaar binnen 48 uur moeten nemen. Knap. Inlevend. Geloofwaardig, maar ook met humor en lichtheid geeft Toews een inkijkje in manier waarop deze vrouwen binnen zo’n korte tijd een godsonmogelijk besluit moeten nemen. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Mieke Koster

Wat ze zeiden

  • Schrijfster: Miriam Toews (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman, feministische roman
  • Origineel: Women Talking (2019)
  • Nederlandse vertaling: Josephine Ruitenberg, Claudia Visser
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 17 september 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de roman over mennonitische vrouwen van Miriam Toews

1. Niets doen.   2. Blijven en vechten.   3. Weggaan

In het geheim klimmen acht mennonitische vrouwen – grootmoeders, moeders en meisjes – een hooizolder op. De afgelopen vier jaar werden zij en meer dan honderd andere vrouwen in de nacht herhaaldelijk aangevallen door, zo werd hen verteld, demonen die hen kwamen straffen voor hun zonden. Nu ze hebben ontdekt te zijn gedrogeerd en verkracht door een groep mannen uit hun eigen gemeenschap,worden de daders tijdelijk vastgezet in de stad voor hun eigen veiligheid. De vrouwen hebben 48 uur de tijd om te beslissen wat ze doen, voordat de mannen op borgtocht vrijkomen en terugkeren.

Als de vrouwen blijven, moeten zij voor zichzelf opkomen of de daders vergeven. Als ze weggaan, moeten zij – die nooit mochten leren lezen of schrijven – een nieuwe start maken in een wereld die hun volledig onbekend is. Op de hooizolder hebben ze een reeks felle discussies. Hoe kunnen ze overleven, hun dochters beschermen, hun zonen opvoeden, hun geloof in de Bijbel behouden en bovenal: liefhebben? Naarmate de laatste ochtend nadert, blijven de meningen van de vrouwen verschillen, vaak op basis van leeftijd, gezondheid en vroomheid. Vrijheid is een exotisch idee en misschien
angstaanjagender dan de duivels die ze kennen, die elk moment terug kunnen keren.

Miriam Toews kruipt in deze ongelooflijke roman in de huid van de enige mannelijke aanwezige, de notulist die alle vragen en woede op papier zet.

Bijpassende boeken en informatie