Tag archieven: boekrecensie

Dilan Yurdakul – Maskerziel

Dilan Yurdakul Maskerziel. Op 6 februari 2024 verschijnt bij Meridiaan Uitgevers de debuutroman van de Nederlandse actrice Dilan Yurdakul. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Dilan Yurdakul Maskerziel recensie van Tim Donker

Dit boek was me een huwelijk.

Nee.

Wacht.

Begin anders. Begin beter.

De psychiater Mo in Bram de Ridders Een aangenaam zwaar hoofd peinst erover. Over dat er wij-culturen bestaan en ik-culturen. En dat hij, Mo, als achtergrond een wij-cultuur heeft maar dat hij nu leeft in een ik-cultuur. En ik dacht o. En ik dacht hm. En ik dacht ja. Want het spreken over culturen, en scherp onderscheiden tussen culturen, bevalt mij nooit zo. Maar toch. Er zal wel iets van zijn. Er zullen wel culturen bestaan waarin familie, groep, land, afkomst heiliger is dan in andere culturen; zo goed als er culturen zullen bestaan waarin het ik het alles is, een ik dat vrij is, autonoom is, aan niemand rekenschap hoeft af te leggen. En dat het zijn kan, dus, dat je opgevoed bent vanuit het wij maar te leven hebt in het ik.

Misschien geen cultuur. Misschien een tijd.

Zegt Harry Kunneman, inderdaad een humanist, spreekt hij over, praat hij van theemutscultuur naar walkman-ego (maar ach de walkman ook alweer verleden tijd dus denk liever oortjes-ego. of smartphone-ego, kan ook). De zuilen, de klassen, de plaatsen. Ze lagen vast, en iedereen wist ervan. Onder de theemuts was het fijn, onder de theemuts was het warm. Onder de theemuts was je geborgen. Misschien moet je delen van jezelf verzwijgen. Misschien kon je niet spreken zoals je wou. Dat was dan misschien de prijs die je moest betalen voor saamhorigheid. Je moest je laten onderdrukken om erbij te horen, anders pasten we niet allemaal onder de theemuts. Het walkman-ego nee p’don het smarthphone-ego emancipeert: een mens mag zelf uitzoeken wie hij is, wat zijn stijl is, hoe zijn levenswandel eruit moet komen te zien. Je moet de theemuts ervoor inleveren. Je moet de saamhorigheid ervoor gedag zeggen. Je moet kiezen. Wil je eenzaam zijn of wil je onderdrukt worden?

Een dualisme als dit is natuurlijk te eenvoudig: ook in een ik-cultuur bestaan totalitaire neigingen, soms vermomd als kapitalisme; andere keren als solidariteit. We hebben niet per se een opper-fascist als Bennie Jolink nodig om te weten dat ook in geïndividualiseerde, zogenaamd “vrije” samenlevingen het niet altijd op prijs wordt gesteld om een andere mening te zijn toegedaan dan de massa. Botsingen tussen tijden kennen lange naweeën. Misschien juist daarom begon ik met meer dan gemiddelde interesse aan Maskerziel. Om de frictie te kunnen begrijpen vanuit de breuk. Om te zien hoe het eruit zag toen het nog geen gepasseerd station was. Als reflectie op deze tijd, dit land, dit zijn hier. Het zo vaak geroemde individualisme, wat hebben we ervoor moeten inleveren (een theemuts misschien), en wat heeft het ons gebracht (dat je kop door de jolinks van deze wereld wordt afgehakt omdat je wou zien hoe het maaiveld er van boven uit zag)?

Want, dacht ik, een boek over iemand met een wij-cultuur als achtergrond die het moet zien te rooien in een ik-cultuur. En de spanningen die dat meebrengt. Is wat ik dacht. En ik begon te lezen. In een andere tijd, in een elders. Vandaar dat ik huwelijk zeg. Het duurde. En het duurde.

Het begon in een van regen en slijk druipende februari, in Zeeland.

We waren vrij. We wilden naar zee.

En het was daar ook, dat ik lezen wou. Lekker lezen in slijk en modder, dat ging mooi zijn. Met hemelwater voor ogen. En ik dacht aan vijfde merdidiaan, ik dacht aan J. Weverbergh. Daniël Robberechts die tegen het personage ging. Misschien wel de mooiste boeken van Marcel van Maele. Eduard Visser over de homo sapiens en over et cetera. Of. De helm van aarde. Al die keren Jef Geys, misschien wel het enige boek van Walter van den Broeck dat je echt moet lezen. O. Julien Weverbergh. Ook hij nu dood.

En ik dacht aan. Ik dacht aan dingen. Aan een uitgeverij die zich Meridiaan noemt, wat bij mij meteen associaties oproept met de vijfde, en al was dat natuurlijk geen aparte uitgeverij, daarmee meteen alle ruimte biedt aan ideeën over durf, en dat dat toen nog kon, vrij spreken in de vrije ruimte, dat een uitgever zich niet meteen afvroeg of daar wel vraag naar was.

Gaf 5E meridiaan ooit een vrouw uit eigenlijk?

Begint Maskerziel:

“Ik ben tot schaap opgevoed. Ik ben opgevoed om als een schaap te lopen, als een schaap te eten en als een schaap te denken. Ik ben opgevoed om altijd klaar te staan, om de gewoonte te omarmen en om de routine die al eeuwenlang onderhouden wordt niet te doorbreken. De routine waarop we overleven.

Ik ben opgevoed om te denken dat de kudde belangrijker is dan ikzelf. Dat ik hoe dan ook achter de kudde aan moet lopen. Dat ik op een vaste tijd moet denken, moet studeren, moet neuken. Routineus een geliefde vinden. Routineus baren. Routineus met mijn kroost de rest van de kudde opzoeken. Routineus onze zelfgebakken broodjes eten. Routineus klagen, jammeren. Ik moet vooral routineus mijn passie vinden. Mijn passie die binnen de kudde past. Arts, verpleegkundige, mondhygiënist, jurist, kapper. Alles om andere schapen te kunnen helpen, mag mijn passie zijn.”

En dit is hoe het begint.
Dit is hoe het begon. Dit is hoe het huwelijk begon. Het huwelijk begon in Zeeland. Het huwelijk begon met regen op de ruiten. Zand dat striemde.

En ik dacht nog dat dit was hoe ook een vijfdemeridiaanboek had kunnen beginnen, en weer dacht ik aan vijfde meridiaan, en weer aan Marcel van Maele en Eduard Visser en Julien Weverbergh. En weer dacht ik dat het goed was. Wel. Er is vrijwel geen woord denkbaar waaraan ik een grotere hekel heb dan “kroost” maar voor effekt past het in dit stramien. Is wat ik dacht, toen het huwelijk begon.

Maar wie huwelijk zegt zegt sleur, en hoe gauw sleur.

Hoe gauw gedaan met grootste verwachtingen.

Geen exotisme, geen spagaat tussen wij en ik, tussen hier en daar, tussen toen en nu. Geen overpeinzingen over frictie tussen wat je meegegeven wordt, en waarmee je te leven hebt zodra je buiten de deur komt. Nee. Alledaagsheid. Of. Naja. In ieder geval weinig andere dingen dan dat wat ik zelf gekend heb. Mijn ouders komen gewoon maar in Utrecht (al was dat in het kleine dorpje in Brabant waar ik in de zeventiger en tachtiger jaren opgroeide misschien al buitenissig genoeg) maar ik las bij Yurdakul verbazend veel dat opgetekend had kunnen zijn uit mijn eigen leven. Op de kleuterschool durft de ikpersoon uit Maskerziel de Turkse gerechten die ze de avond tevoren gegeten heeft niet te noemen uit angst dat haar klasgenoten het niets zou zeggen waardoor ze nog meer buiten de groep kwam te staan. Ach ja. Mijn moeder. Mijn lieve moeder, zelf opgegroeid op de straten in hartje Utrecht, volksvrouw in hart en nieren maar met een passie voor koken – die zette de hele wereldkeuken op tafel. Wij aten paella, uiensoep, shoarma, ratatouille, quiche lorraine, chili con carne of caldo verde in een tijd in een hoek van Nederland waarin dat allemaal niet bijzonder gebruikelijk was. Ik weet niet meer of ik er op school over vertellen dierf of niet, maar ik weet wel dat ik mijn hart vasthield als vriendjes rond het avondeten nog bij mij waren en door mijn moeder werden uitgenodigd om aan te schuiven aan de dis.

En ze wordt gepest. De ik. Misschien een versie van Dilan Yurdakul zelf. Maar wie is er nooit gepest? Iedereen is gepest. Of. Dat ze als laatste werd gekozen bij gym. Of dat haar moeder nooit aardige dingen tegen haar zegt. Of dat haar ouders niet goed met elkaar overweg kunnen. Of dat ze binnenshuis een ander masker draagt dan daarbuiten. Ja. Ik. Jij. Wij allemaal. Of dat ze gaat studeren, maar het is het niet helemaal voor haar, en misschien zijn andere dingen belangrijker, acteren misschien, maar waarin dan, misschien het toneel, misschien solovoorstellingen, misschien een te acroniemiseren soapserie, misschien ook dat niet, waar is het te vinden, de vervulling, het doel, de passie, zoveel vriendjes komen langs en het gaat met allemaal nogal stroef. Tsja. Ik. Jij. Wij allemaal. Ooit deed je waar je goed in was, of wat in je clan gebruikelijk was, of wat je vader je had geleerd. Je ving vissen want je woonde aan het water, en je had een boot, en zo gingen de dingen. En een ander was goed in hutten bouwen en die bouwde een hut voor je en jij gaf hem wat vissen in ruil, en zo gingen de dingen. En toen moest een stomme idioot zo nodig bedenken dat het beter was om bij transacties iets te gebruiken van vaste waarde, het konden waardepapiertjes zijn ofzo, of plakjes goud van een bepaald gewicht. En een andere idioot (of wie weet dezelfde) bedacht dat je die waardepapiertjes en die goudplakjes niet zomaar kon krijgen, daar moest je iets voor doen. En ineens deed je niet gewoon zomaar wat, ineens had je een baan. En de mensheid bleef maar groeien en groeien en groeien en op een gegeven moment waren de zinnige banen op en toen moesten er onzinbanen komen om ook de mensen die dingen deden waar niemand wat aan had in staat te stellen hun boodschappen te blijven betalen. En misschien groei je op in een gezin waar studeren de norm is, en dan weet je dat je gaat studeren, maar wat ga je studeren, je bent achttien of negentien of twintig, weet jij veel wat je aan moet met alle jaren die je nog voor je hebt, je kiest maar wat, je doet maar wat. En op een dag studeer je af en dan moet je allicht kiezen voor baan die in lijn is met wat je gestudeerd hebt, maar wat als je er al in je eerste studiejaar achter kwam dat dit niks voor jou is en je toch maar doorging, al die jaren lang, omdat je ook niet zo goed wist wat het dan wel moest zijn? En al die mensen van het andere of hetzelfde geslacht, van sommigen kun je houden, van anderen niet, met sommigen krijg je een relatie, met anderen niet, wie kan er een leven lang in je ziel wonen, weet jij veel. Zo kwakkel je door dat ding dat leven heet. Ik. Jij. Wij allemaal. En even denk ik nog dat Maskerziel niet het boek is van het wij versus het ik maar gewoon van het wij allemaal: de roman van iedereen, het verhaal van elke mens op deze aarde. En daar red je even een boek mee. Daar red je even een huwelijk mee. O wat grappig, al die overeenkomsten die we blijken te hebben.

Waarom lees je boeken? Soms vraagt een mens zich af. Waarom lees ik al die boeken, die hele stapels, sommige komen op mijn eigen initiatief hier, andere komen ongevraagd. Waarom blijf ik lezen, waarom blijf ik altijd weer met graagte terug keren naar mijn leesstoel die p’sies in het midden van twee bijna manshoge boekenstapels staat. Mag een boek gevuld zijn met alledaagsheid, ja dat mag, graag zelfs, ik lees liever over wat eigenlijk recht voor mijn deur ligt maar door mij nooit met zoveel aandacht bekeken werd dan over iets spectaculairs dat voor mij toch nooit vlees aan de botten zal krijgen. Wat is dan toch de teleurstelling in dit huwelijk, in Maskerziel? Misschien wilde ik inzicht in waar het ik zich van het wij losmaakte, misschien wilde ik weten waar theemuts walkman werd. Ik ken het wij vooral in negatieve zin, en eigenlijk, eerder dan bij Yurdakul beschreven lijkt te worden, als iets dat voornamelijk buitenshuis zijn rol opeist. Mijn ouders waren individualisten, of toch, tiepes die op hun eigen hippie- of anarchistenmanier niet wilden zwichten voor de massa. Op scholen heerste echter het veelkoppige monster. Wees als wij allemaal zijn, of we slaan je elke dag in elkaar. Ik had er niet zo heel veel zin in om elke dag in elkaar geslagen te worden, maar te zijn zoals zij waren leek me ook niet de aantrekkelijkste optie. Misschien zocht ik naar een minder negatief wij. Het wij dat bergt en troost en er altijd is, en slechts minimale opofferingen vraagt. Het wij dat het schapendom aantrekkelijk kan laten schijnen. Of. Weet ik veel. Iets in Maskerziel. Misschien ook wilde ik alleen maar zwemmen in haar taal.

Dat is wel iets.
Ja.
Dat is iets.

Yurdakul kan schrijven!

“Ik zou hier niet zijn als mijn overgrootvader niet had besloten op een dag mijn opa uit het dorp te verjagen. Waardoor opa besloot van Sivas naar Ankara te gaan om daar een nieuw bestaan op te bouwen met zijn gezin, toen nog bestaande uit mijn oom en vader.
Ik zou hier niet zijn als mijn opa niet naar Nederland was gegaan, om voor de NS te werken.
Om de sporen in de gaten te houden.
Ik zou hier niet zijn als hij mijn oma niet had meegenomen, die in de Nestléfabriek ging werken. Inmiddels waren er drie zonen.
Ik zou hier niet zijn als de drie zonen niet ook overgevlogen waren. Voor het eerst met de KLM. ‘Kalem, kalem,’ gilden ze in het vliegtuig. ‘We vliegen met kalem.’
Ik zou hier niet zijn als mijn opa en oma niet besloten hadden zich uiteindelijk permanent te vestigen in Nederland. Hun drie zonen waren inmiddels eenentwintig, achttien en tien jaar oud en gingen ieder hun eigen weg, in een nieuw land met nieuwe omstandigheden en gewoonten.
Ik zou hier niet zijn als mijn vader niet had besloten te gaan studeren. Sociale academie, politicologie, theaterwetenschap, management en economie. Ook al had zijn vader liever gezien dat hij ging werken. Hij was negenentwintig toen hij mijn moeder ontmoette.”

Stukken als dit, doorheen heel het boek.
Stukken als dit, op de grens van prozagedicht of daar ruim overheen al.
Stukken als dit, met ritme en melodie.
Stukken als dit. Een dans van woorden. Stukken als dit maakten dat ik bleef lezen in Maskerziel. Lieten dit huwelijk duren.

Andere momenten is dit huwelijk in zwaar weer. De platte stukken. Over sex bijvoorbeeld, dat consequent met “neuken” gepaard dient te gaan. Ik ben niet meteen een groot liefhebben van “de liefde bedrijven” maar sex kan wel degelijk liefdevoller zijn dan neuken alleen. De veel te lange passages over therapieën, haar ouders, bipolariteit, haar innerlijke onvrede, de roman moet oppassen niet te verzanden in één groot zelfbeklag. Dan leg ik weg, dan stop ik met lezen, dan ga ik verder in een ander boek van de stapels, dan ben ik allang niet meer in Zeeland.

Dilan Yurdakul beschikt over een vlijmscherpe, een muzikale, een cynische, een humoristiese, een buitengemeen fijne pen. Rake observaties, indringende waarnemingen, poëtische passages tillen Maskerziel bij momenten ver boven de middelmaat uit. Misschien met een boek dunner dan de bijna driehonderd bladzijden die hier gevuld worden. Misschien met alleen maar een wij, of alleen maar een ik. Misschien zonder huwelijk. Maar onmogelijk acht ik het geenszins. Dat Yurdakul nog eens afkomt met boek dat van begin tot einde briljant is.

Dilan Yurdakul boeken en informatie

Dilan Yurdakul is op 12 september 1991 geboren in Amsterdam en is van Turkse afkomst.  Ze studeerde Europese studies en Duitse taal en cultuur. Na haar studie ontwikkelde ze zich tot een veelgeprezen actrice en theatermaakster. Voor het grote publiek kreeg ze bekendheid door haar rol als Aysen Baydar in de soap Goede tijden, slechte tijden.

Maskerziel, de roman waarover je hier alles kunt lezen, is het literaire debuut van Dilan Yurdakul dat begin februari verschijnt bij Meridiaan Uitgevers.

Dilan Yurdakul Maskerziel.

Maskerziel

  • Auteur: Dilan Yurdakul (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Meridiaan Uitgevers
  • Verschijnt: 6 februari 2024
  • Omvang: 300 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Dilan Yurdakul

Al jong ervaart de hoofdpersoon in Maskerziel de tegenstellingen tussen thuis en buiten. Als juf tijdens het kringgesprek vraagt wat ze de avond ervoor gegeten heeft antwoord ze niet ‘patlican’ maar ‘patat’.Op het VWO verpakt ze haar onzekerheid in lef. Die dubbelheid in zichzelf doet haar overal nét buiten vallen. De spanning thuis is om te snijden, maar haar kennismaking met toneelspelen blijft een schot in de roos. Het theater wordt haar anker.Om aan het ouderlijk huis te ontsnappen gaat ze studeren, en al snel komt haar grote droom om actrice te worden uit. Eindelijk wordt ze door iedereen gezien, maar ze voelt zich eenzamer dan ooit. De weg terug wordt ingezet, stukje bij beetje herstelt ze het contact met de familie, de kudde waar ze zich van had afgekeerd. Haar grootvaders dood betekent een kantelpunt, en ze leert langzaam haar maskers af te leggen en met mededogen te kijken naar waar ze vandaan komt, om zo ook zichzelf beter te begrijpen.

Bijpassende boeken en informatie

Simone Atangana Bekono – Marshmallow

Simone Atangana Bekono Marshmallow. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse schrijfster Simone Atangana Bekono. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Marshmallow, de nieuwe dichtbundel van Simone Atangana Bekono.

Simone Atangana Bekono Marshmallow informatie

Simone Atangana Bekono is in 1991 geboren in het Brabantse dorp Dongen. Ze heeft een een Kameroense vader en een Nederlandse moeder. Na de middelbare school studeerde ze Media & Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam. Deze opleiding maakte ze niet af en ze stapte over naar de studie creative writing aan de hogeschool ArtEZ.

Haar debuut, de dichtbundel Hoe de eerste vonken zichtbaar waren, verscheen in 2017, waarna in 2020 haar debuutroman Confrontaties verscheen die alom geprezen en gewaardeerd is en op de shortlist van de Libris Literatuurprijs 2021 stond. Ook werd het boek bekroond met de prijs Beste Boek voor Jongeren 2021 van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB). Ook de Hebban Debuutprijs 2021 en de Anton Wachterprijs 2022. Haar nieuwe dichtbundel, waarover je hier alles kunt lezen, verschijnt eind januari 2024 bij uitgeverij De Arbeiderspers. Ook zijn op deze pagina dan de boekbesprekingen en recensies van de dichtbundel te vinden.

Simone Atangana Bekono Marshmallow recensie van Tim Donker

en wie, en simone atangana bekono gaat straf van start in deze bundel, en wat is wie, en wie is wie in watland, de wattman, de watkern, alle beelden opnieuw, soppige dromen romige roomdromen, boosaardige angstzweet-en-pillendromen, je kent die dromen wel, al die vormen, een ondersteboven boom met de wortels grajend in de lucht bijvoorbeeld, een vliegend paard met hoorns, en een serpent met een engelengezicht, en simone atangana bekono zag het allemaal, en simone atangana bekono zag het allemaal opnieuw, want ik ken het, ik ken de beelden wel, ik ken het allemaal al zo lang maar als het wordt herverteld, en simone atangana bekono weet hoe te vertellen, en opnieuw vertellen, en de hervertelling hervertellen totdat het als nieuw verschijnt, laat het allemaal als nieuw verschijnen, en simone atangana bekono laat het als nieuw verschijnen, en simone atangana bekono laat het allemaal als nieuw verschijnen, en de beelden vliegen, en de beelden vliegen over, voetjevrijen met jezus, een viering zou fijn zijn, als je een knekelhuis nee een monstertruck was, of een mango met schil en al, of een zakelijk contract, en als iemand, als een dichter, als een sjamaan die beelden tot wervelen bracht, in je hoofd of daarbuiten, als het maar eventjes wilden stoppen met regenen, en ging, en simone atangana bekono brengt de beelden tot wervelen, in je hoofd en daarbuiten, en simone atanga bekono laat het heel eventjes stoppen met regenen, in je hoofd en ook daarbuiten, en simone atangana bekono is een sjamaan, ik een hond was, en bitter, en beet, je kunt me vinden in de wereld, je kunt me vinden bij de rotonde, als je me nodig hebt kun je me vinden in de tuin tenzij het weer is gaan regenen, niet in einde, het moet niet te snel gaan, niet in einde, het is een kamer het is geen kamer, (over een meisje / niet over een meisje), en, midst dit alles, midst de wereld en de mensen en de honden en de kaos tot twee geraken, hoe vindt zo’n stel elkaar?, misschien in de gang van een lelijk gerenoveerd concertgebouw, want ook in lelijkheid kan de liefde zingen, ook lelijkheid kan zingen, simone atangana bekono brengt de lelijkheid tot zingen, als liefde een beloning is dan moet het in een doos maar in een doos wil het niet wonen, en het bleef kolken, maar nu, mun god, nu buldert het, en toen kookte het over, breng het kookpunt tot stilstand, breng de stilstand tot het kookpunt, en simone atangana bekono doet dat, simone atangana bekono doet dat allebei, en simone atangana bekono doet het allemaal, en al lezend ga ik zo de hoogte in, al lezend vlieg ik zo de kamer uit, kosmogramma, links miljarden jaren diepe tijd, een glimp, vermoedelijk toch nog zo dicht dat je van het spook kunt maken wat je wilt, perspectieven op tijd en de gaten in de heg, bewegingsloos :: parkeerplaats, en zo veel aan leven verslapen dat je je sterfelijkheid onschadelijk maakt, en simone atangana bekono schaadt wat niet baten kan, droefnis verbergt de zon, weer alles boven, alles weder open, het weerstand biedende eeuwige blauw, vind hem bij de winden, engelssprekende mensen aan de deur, zet het open, alles weder open, en simone atangana bekono laat het gaan, en simone atangana bekono laat het blazen, nieuwe klanken voor de morgen, de morgen ligt te slapen in een hoekje, lichtschakeringen doen de binnenarchitectuur moduleren, je kunt doen, maar intussen is mijn koffie koud geworden, en ik moest nog, en je moet nog, en alles moet nog, en niks nog gezegd, er is nog niks echt gezegd, de vingers op de plekken, en simone atangana bekono legt alle vingers op alle zere plekken, geen warme gerechten alleen koude lichamen, zoals, zei ik dat al?, mijn koffie dus, engelssprekende mensen voor mijn deur en mijn koffie koud en melkkoe kalfje treurlied, de koe het dier de vissen, de vissen uit de hemel, visserslatijn uit de bijbel, en jezus was een zeiler toen hij over het water liep, en dan gewoon naar de bodem zakken, binnen in de aarde is een berg, de terra, het lyrisch ik niet meer toereikend, het tekende bestiaria vol, het alias antroploog, word rivier word oceaan word woestijn, en bij simone atangana bekono alles altijd wordend en bij simone atangana bekono alles altijd zijnd, schilder de beklemming, schilder het geluid in gezangen, de roep van vogels, donker houten tafel praat niet, en simone atangana bekono ontlokt woorden aan alles, je ziet het woord, je ziet het licht, ik zie het licht in elke lamp, alles zonder ballast, of de zon, het liggen en de stralen en het hoger en de honing, om honing gaat het niet, wat knaagt, neerbraak, wat knaagt neerbraak, en simone atangano bekono knaagt de neerbraak en laat zien, laat zien wat binnenin is, wat is waar je het niet denkt te zien, hoewel ze verschijnen, de mens het enige dier dat weet hoe het moet sterven, engelssprekende wetende dieren aan mijn deur en alles daarna, glooiend landschap met putten in de weg, de laatste grote uitdaging in een suffe wereld, ik blijf hier niet, misschien als je verlegen zit om wat allerlaatste kruimels, helderrauw, de avondlijke grasvlakten en het strijklicht, het strijkt over, en simone atangano bekono laat het licht strijken over je gezicht, waar het strijken strelen wordt, het is wat het is, het is nooit wat het is, maar mona lisa is niet teruggekomen, je zit, je leest, je denkt aan de dingen, soms zit ik te denken en soms zit ik gewoon te zitten, en soms moet ik opstaan om de deur te openen voor engelssprekende mensen, de allereerste actie was sensationeel, bracht iets tot kwelen, kweelde iets tot brengen, kweelde tot er iets brak, maar die koffie wordt er niet meer warm van, poelen teerachtig water, waar het begint, waar de verdeling begint, een voor jou en een voor mij, in je handen, alles in mijn handen, taalmuziek, simone atangana bekono maakt taalmuziek, hier zingt het paradijs, hier klit de wijn aan je lippen, hier passen ladders gewoon in je zak, en de trilling van vlak voor de vraag voelde je later pas –

de bladzijden op de trilstand –

en

en simone atangana bekono heeft het sociaal contract nooit ondertekend, en simone atangana bekono zet in mijn kamer levensgroot de ampersand, en simone atangana bekono is wel / geen sexsymbool (doorhalen wat niet van toepassing is), en simone antanga bekono liet de bloemen groeien, en simone atangana bekono werd niet voor niets geprezen in het paard van troje

en simone atangana bekono heeft met Marshmallow een ongekend fantastiese dichtbundel geschreven


Simone Atangana Bekono Marshmallow

Marshmallow

  • Auteur: Simone Atangana Bekono (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 72 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 18,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de dichtbundel van Simone Atangana Bekono

In Marshmallow maken we kennis met een hond, een vrouw en een slaapkamer in ‘een heel normaal appartement’. Alles komt op losse schroeven te staan in deze bundel waarin de poëzie zichzelf constant bevraagt, tegenspreekt en ondermijnt. Met gebruik van verschillende registers brengt Atangana Bekono groteske beelden, erotiek, alledaagsheden en geweld samen in de botsende herinneringen van twee stemmen die eens lieflijk samen moeten hebben geklonken, resulterend in giftige, grappige, en schrijnende poëzie.

Bijpassende boeken en informatie

Jan Lauwereyns – Leer van de orchidee

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee recensie en informatie boek met een keuze uit het werk 1991-2024 van de Vlaamse dichter. Op 9 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik het boek met een keuze uit de gedichten van de uit België afkomstige dichter Jan Lauwereyns. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee Tim Donker recensie

Dat het onherroepelijk verdrijven, dat de dingen gaan, dat paardengelach piano’s naar de oceaan sleurt, dat eerst de koffie, dat langzamer dan men denkt, dat het enige waar, dat het krakelde, dat het zonlicht toen in Dregkes haar en dat ze dat zelf niet wist, dat de gebouwen van glas, dat een lijk wel net zo goed waar dan ook kan composteren, dat de studie van stilte, dat dit niet de enige plek, dat existentialisme, dat altijd weer diezelfde eenden, dat het ook echt overal gevonden kan worden. De woorden. De omschrijvingen. De definities.

Zegt iemand zegt wie zegt Jan Lauwereyns dat “Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart” de kortst mogelijke definitie is van het bijzondere van poëzie. Denk ik hum, een weinig gezocht wel, Lauwereyns (de ongezochte vondst) / (de gezochte onvondst). Altijd weer bijna overal het hart. Waarom geen brein of oog of oor of eender welk lichaamsdeel, en wat is dat met die vorm en smaak en geluid, verduidelijkt het iets of zaait het juist verwarring, ik denk dat laatste, en dan gaat het goed op, voor poëzie int algemeen misschien maar zeker voor die van Jan Lauwereyns.

Want een poëzie, hij, die lichtjes uit het lood slaat. Je loopt. Een straat. Een stad. Je komt binnen op. Een stadswandeling. Het leest, het zegt, het gaat: “Ik had een grootoom die / met pijp en bril en hart / en ziel in een goed boek / in een comfortabele zetel / een verdieping lager viel, negenendertig gedichten geleden. / De schade viel niet mee, / de scherven werden amper opgekeerd. // De herinnering aan de goede lezer / en zijn vliegende bom is nu deze / parking geworden.”,

en je denkt aan, wat heb je gelezen wat je gezien waar ben ik hier getuige van geweest (van de vorm van de smaak van het geluid van het hart misschien?). Het zit ik, het zit daar, het zit daad: “Er zaten ik en nagemaakte wielrenners / in de Ronde van Frankrijk”, bijvoorbeeld, en: “Sommigen hadden vaak / zessen en de Peugeots fietsten met plat- / geslagen schaakborden op hun borsten.”, en dus vliegt het.

Ja het vliegt bij Lauwereyns. Van droom naar wetenschappelijk hyperrealisme, van proza naar poëzie, van de straat naar de hemel, van alles naar terug. Een snuifje oneindigheid erbij om het af te maken. Mooi om dit nu allemaal te hebben, bijeengesprokkeld overheen de tijden. Vanuit verschillende bundels. Waarvan ik sommige, nee alle, nee vele, nee meer dan ik dacht toch nog gemist heb. Zoals Het zwijgen van de dichter, waarin de ikpersoon een ezelin lijkt te zijn. Of een Japans-Amerikaanse vrouw van zevenentwintig jaar. Of dood. Vermoord door de dichter Uwe. Zou kunnen zijn dat het kan zijn maar het zou ook kunnen zijn dat het niet kan zijn. Dat het is. Surrealisme of roadnovel of thriller of politieroman. Of dat überhaupt nog een vraag moet zijn. Nou. Ja. Eentje toch. Misschien had er iets meer informatie bij gemogen over de bundels waaruit deze gedichten komen, zijn zomwijlen hele bundels geïncludeerd misschien, en wat uit welk jaar.

En woensdag was een fijne muziekdag met Diego Cigala, en Wreaths, en Albert Ayler, en Anna Thorvaldsdottir, en Projekt Karpaty Magiczne, en The Microphones, en If Anything Happens To The Cat, en Vera Sola, en b.d. Foxmoor, en Scott Walker, en Circuit des Yeux, en Brother J.T., en Muslimgauze, en Jerusalem In My Heart, en hiss tracts, en Sufjan Stevens, en David Coulter, en Robbie Basho, en My Bloody Valentine, en Kasper van Hoek, en John Zorn, en Yo La Tengo, en Slint, en Maisha,  Alice Coltrane. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Ogen komen veel voor in deze gedichten. Dood komt veel voor in deze gedichten. De blauwe gitaar komt veel voor in deze gedichten. En ook naalden die in hersens worden gestoken. Want zo tesaam valt het oog pas goed op de konseptuele kontinuïteit. Want ook zo de zus, en natuurlijk de orchidee. Het ritme. Het stromen dat soms kabbelt, soms buldert, soms nauw waarneembaar nog, als dingen in de verte, dingen in de mist. De vorm. De smaakt. Het geluid. Het hart.

Of een bemerking die je stil slaat, en met peins. “Slapend zien we meer dan met de ogen open” schrijft Lauwereyns, en: “Vooral slapend met de snelle oogbewegingen”, waardoor ik zat, een wijle, te peinzen aan dromen, en aan hoe mensen vaak geneigd zijn de realiteit van dromen ondergeschikt te maken aan die van de aldag; het is “maar” een droom, en dit is de grond en daar moeten beide voeten op (al te vaak vliegend ook in dromen), maar misschien wellicht mogelijkerwijs (bijwoorden van twijfel) is het raadzaam om dromen te zien als aparte realiteiten, die naast, of misschien wel boven, de aldagsrealiteit geplaatst kunnen / mogen worden, niet in de zin dat we lering zouden moeten trekken uit onze dromen, of dat we ze beter moeten duiden (en al zeker niet freudiaans), maar omdat ze plekken bevatten waar we ook zijn, waar we ook zien, waar we ook leven, vaak in bezit zijn van een beter zelf, of denk aan terugkerende dromen, toen ik in mijn dertigs was droomde ik geregeld hele steden op, buiten mijn dromen bestonden ze niet maar daarbinnen hadden ze samenhang en logica en consistentie, is dat niet ook een soort bouwen misschien?

En donderdag was een fijne muziekdag met Stars of the Lid, en The Master Musicians of Jajouka, en Deathprod, en Spiral Joy Band, en Volcano the Bear, en Peter Kernel, en Idles, en Wreckmeister Harmonies, en Mika Vainio, en Daniel A.I. U. Higgs, en Wöljager, en Heavy Winged, en Madvillain, en Ellen Fullman, en Deathspell Omega, en Laurie Spiegel, en Mia Doi Todd, en The Sad Bastard Book Club, en Super Numeri, Ah Cama-Sotz, en Murcof, en Sum of R, en Teatteri Moderni Kanuuna, en Don Cherry. En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Tijd is niet omkeerbaar, een zandloper wel. Nu is de problematische oorsprong van alles. Haai wist misschien van toeten. Alles vloeit, behalve dat alles vloeit. Slaapkamers met slagroom. J’accuse Ted Hughes. Het bed is een en al geruchtendom. De regel is dat alle levende wezens moeten creperen (niets maal eeuwig is niets), en het punt is punctum alpeh (bizarre ontologie). Alles is de schuld van de perfecte kraanvogel. De beste wijn is de oude. Is verheerlijking van wat voorbij of onbereikbaar is een vorm van pornografie. Doe je mond open. Bega een daad. Stap uit jezelf. Linguïstische theorieën. Verwarring. Twijfel.

Dus. Door ganse universa vliegt het hier, wijst, landt, stipt, loopt, rent, staat stil, gaat dan weer, staat dan weer. Zoveel kanten als het dan opgaat in je kop, en hoe heerlijk dat is. “Verander je ook / maar een beetje hoe je staat / krijg je iets gloednieuws” vond ik heel kschipperiaans (en net als bij K Schippers liggen er bij Lauwereyns in de kleinste snippers werelden besloten), maar bij een rietzanger met een mening of een empathische orchideeënkweker hellen mijn gedachten over naar Dephine Lecompte (maar dan zonder alles wat Delphine Lecompte zo vervelend maakt) (net of ik dit al eens eerder heb gezegd) (in dit of in een ander verband) (?) (zou je zoiets kunnen opzoeken?) (je had behoefte aan iemand die met je meelas). Rekenkunde van de tastzin borrelde ook herhaaldelijk in me omhoog, maar bij Lauwereyns wemelt het van de verwijzingen, sitaten, pseudositaten, halfsitaten, allusies, van naar op, muziek, poëzie, film, ik mis waarschijnlijk meer dan ik vat maar het doet het wel marsjeren onder mijn schedel, hoe dat gaat en hoe mooi dat het is (net of ik dit al eerder heb gezegd) (-)

En dinsdag was een fijne muziekdag met Thomas Ankersmit, en Giacinto Scelsi, en Spooky Attraction From A Distance, en Anarchist Republic of Bzzz, en Art Ensemble of Chicago, en B. Fleischmann, en LaMonte Young, en A Whisper in the Noise, en Ostzonensuppenwürfelmachenkrebs, en Joe McPhee, en Baby Bird, en Wojtek Mazolewski Quintet, en Burmese, en Nordvargr / Prakh, en Botanist, en Glenn Branca, en Brise-Glace, en Swans, en Maurizio Abate, en het fukking licht, en Erdem Helvacioglu . En al die tijd, al die tijd was Lauwereyns erbij.

Hou je Leer van de orchidee in je handen, hou je de hele wereld in je handen. En alles altijd. Misschien geen werkzame definitie van poëzie, maar wel een tamelik exacte omschrijving van deze fantastiese bundelbundeling.

Jan Lauwereyns Leer van de orchidee

Leer van de orchidee

een keuze uit het werk 1991-2024

  • Auteur: Jan Lauwereyns (België)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 7 januari 2025
  • Omvang: 348 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met gedichten van Jan Lauwereyns

‘Het schept betekenis in de vorm van de smaak van het geluid van het hart,’ schreef Jan Lauwereyns in zijn gedichtendagessay in 2011. Dat was voor hem de kortst mogelijke definitie van het bijzondere van poëzie. Daarvoor vertrek je noodzakelijkerwijs bij de werkelijkheid – hier en nu, de dingen rondom, al is dat toevallig in Japan of met de blik van een wetenschapper. 

In Leer van de orchidee biedt Jan Lauwereyns een ruime keuze uit zijn werk, van zijn eerste vingeroefeningen in 1991 tot en met een reeks gloednieuwe gedichten uit 2024. De bloemlezing werkt als een lifehack, al is het meer een hulde dan een handleiding, een uitnodiging om ons te laten verbluffen door het leven, door de schoonheid en de trucs van orchideeën. Dat gaat ook via Japan en de wetenschap, via rangaku, 蘭学, ‘westerse studies’, of met een zijsprong via de kanji: ‘orchideeënleer’. Maar het gaat bovenal via de taal en de liefde.

In deze poëzie leeft de vorm, ongebreideld, ongeremd, in sprankelende tanka’s en barokke sonnetten met perfecte hexameters, in verhalende gedichten die op nachtmerries lijken en in lyrische essays die het denken op subtiele muziek zetten. Gebaseerd op tien heel verschillende dichtbundels geeft deze bloemlezing een uniek caleidoscopisch beeld van een oeuvre dat in alle variëteit juist heel coherent blijkt qua thematiek en toewijding aan de smaak van het geluid van het hart.

Jan Lauwereyns (13 mei 1969, Antwerpen) woont en werkt in Fukuoka, Japan, waar hij cognitieve wetenschap en bio-ethiek doceert aan de Universiteit van Kyushu. Hij debuteerde in 1999 met de dichtbundel Nagelaten sonnetten, en publiceerde tot heden tien dichtbundels in het Nederlands, naast romans, essays en academische monografieën. Zijn poëzie werd bekroond met de Hugues C. Pernathprijs en de VSB poëzieprijs, en genomineerd voor de Herman de Coninckprijs, de Cees Buddingh’-prijs, de Karel van de Woestijneprijs en de Paul Snoekprijs.

Bijpassende boeken en informatie

Barbra Streisand Autobiografie – Mijn naam is Barbra

Barbra Streisand Autobiografie Mijn naam is Barbra. Op 7 november 2023 verschijnt de autobiografie van de wereldberoemde Amerikaanse zangeres en actrice Barbra Streisand. Informatie over de inhoud van het boek kun je hier lezen. Daarnaast is er aandacht voor boekbesprekingen en de recensie van Mijn naam is Barbra, het boek van Barbra Streisand.

Barbra Streisand Autobiografie Mijn naam is Barbra

Barbra Streisand is op 24 april 1942 geboren in Brooklyn, New York. Op vrij jonge leeftijd zong ze een duet met haar moeder die op een bandrecorder is opgenomen. Dit was de eerste aanzet om zangeres te worden. Rond haar twintigste jaar, in 1962, tekende ze haar eerste platencontract. Haar debuutplaat Barbra Streisand Album won gelijk twee Grammy’s in 1963. Een jaar later, in 1964, verscheen haar tweede Album People dat op nummer 1 in de albumlijst kwam. In de jaren erna was ze regelmatig te zien op televisie, zong ze in musicals en speelde ze in haar eerste film Funny Girl uit 1968 onder de regie van William Wyler.

In de jaren erna nam ze enige tientallen albums op en speelde ze in een aantal films waarvan Hello Dolly! uit 1969, A Star Is Born uit 1976 en Yentl uit 1983 waarin de hoofdrol speelde, de regie en productie voor haar rekening nam en The Prince of Tides uit 1991 die ze ook regisseerde, de bekendste zijn. In Mijn naam is Barbra, de vuistdikke autobiografie vertelt over haar leven in haar eigen woorden.

Barbra Streisand Autobiografie Mijn naam is Barbra recensie

Mijn hele leven ben ik al fan van de prachtige zangeres en performer die Barbra Streisand is. Als jong meisje heb ik de film “Funny Girl” wel 20 keer gekeken. Inmiddels is ze in de 80 en ze schreef haar levensverhaal op. Ik was dan ook heel nieuwsgierig naar de autobiografie van deze grote ster. En daar was ze dan. Een mooie hardcover editie van meer dan 1000 pagina’s.

Wat me direct opviel, was de open en eerlijke manier waarop Barbra haar verhaal vertelt. In het boek barst het van de anekdotes, Barbra heeft een prettige, vlot leesbare en humorvolle vertelstijl. Haar levensverhaal doet ze tot in de kleinste details uit de doeken. Dat is heel waardevol natuurlijk, want zoals zij is er maar één. Ze vertelt natuurlijk over haar carrière. Maar ik vond het bijzonder om te lezen hoe zij als arm, Joods meisje opgroeit en hoe ze vanuit die achtergrond toch in slaagt een ster te worden. Ze vertelt ook veel over haar privé leven – ze vertelt over de mannen in haar leven en over vrienden en over de mensen die haar juist hebben tegengewerkt.

Door het hele boek heen staan prachtige foto’s die het verhaal nog meer tot leven laten komen..

Ik heb het boek met plezier gelezen – wel in stukjes, want persoonlijk vond ik ruim 1000 pagina’s wel heel erg veel!

Hoe dan ook: een aanrader voor de Barbra Streisand fans, want het is echt leuk en speciaal om haar levensverhaal in haar eigen woorden te lezen. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Barbra Streisand Autobiografie Mijn naam is Barbra

Mijn naam is Barbra

  • Auteur: Barbra Streisand (Verenigde Staten)
  • Soort boek: autobiografie, muziekboek
  • Origineel: My Name Is Barbra (2023)
  • Nederlandse vertaling: Barbara Lampe, Robert Neugarten, Theo van der Ster
  • Uitgever: VIP
  • Verschijnt: 7 november 2023
  • Omvang: 1036 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 35,00 / € 19,99
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Barbra Streisand

De langverwachte memoires van Barbra Streisand. Het boek waar haar miljoenen fans al jaren op wachten.

Mijn naam is Barbra zijn de langverwachte memoires van Barbra Streisand, een van de meest veelzijdige en succesvolle entertainers aller tijden. In dit boek vertelt ze het verhaal over haar leven en carrière, van haar jeugd in Brooklyn, haar doorbraak in Funny Girl tot haar vele prestaties op het gebied van muziek, film, theater en televisie.

Barbra Streisand is naar elke maatstaf een levende legende, een vrouw die in een carrière van zes decennia heeft uitgeblonken in elk gebied van entertainment. Ze behoort tot de selecte groep van EGOT-winnaars (Emmy, Grammy, Oscar en Tony) en heeft een van de meest herkenbare stemmen in de geschiedenis van de populaire muziek. Met Yentl werd ze de eerste vrouw die een grote speelfilm schreef, produceerde, regisseerde en in speelde.

In Mijn naam is Barbra deelt ze haar ervaringen en inzichten met humor en eerlijkheid. Ze vertelt over haar worstelingen om actrice te worden, de opnames van enkele van haar veelgeprezen albums, de jarenlange inspanning die nodig was om Yentl te maken, haar regie van The Prince of Tides, de vriendschappen met figuren als Marlon Brando en Madeleine Albright, haar politieke activisme en de vervulling die ze heeft gevonden in haar huwelijk met James Brolin.

Bijpassende boeken en informatie

Henk Ester – Kameren van vuur

Henk Ester Kameren van vuur recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel. Op 15 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers het nieuwe boek met gedichten van de de Nederlandse dichter Henk Ester.

Henk Ester Kameren van vuur recensie van Tim Donker

Wat kunst vermag: (kunst is een sietaat).

Omdat ik zo’n Ester helemaal niet ken, en omdat ik Bijgeluiden I t/m LXVII klaarblijkelijk helemaal gemist heb (ik luisterde de andere kant op), stap ik hier in. Bijgeluiden LXVIII t/m LXXXVIII, Kameren van vuur heet het.

En ik sukkel. Ik slenter. Ik strompel en ik stombel. Langsheen wat Ester hier zoal ontbotten laat. In een bos gelijk dit staat slechts hier en daar een zin in volle bloei. Volmaakt hermetiese poëzie, dacht ik eerst – maar bij nadere beschouwing blijken sommige flarden toch heel verteerbaar.

Flarden als: “alleen al door te / kijken duurt de tuin gemiddeld fruit”
(het fruit in de tuin ik trachtte er vorig jaar nog jam van te maken & het pannetje & de hitte & de geleisuiker & hoe ik dacht)

en

flarden als: “hier kameren woorden een balkon”

(zoals een dag als vandaag, de mjoeziek van Ana Roxanne kamert me een huis kamert me een waterig zonnetje doorheen mijn raam kamert me koffie in mijn kop en ik weet wel ik denk wel te weten waarvan die Ester hier plaudeert)

of flarden als

“Poëzie verbijstert door te zien / dat zij een tafel is die schrijft”

(wat misschien niet de allerbeste definisie van poëzie mag heten maar het is een poging een hele goede poging en ook nog zeer sietabel als u het mij vraagt, ik zie mij daar al bezig, op de feesjes, de feesjes van de famielje want andere feesjes zijn er niet, ze komen, ze vragen me wat is poëzie, ik kijk ze aan en zeg – )

Maar dan. Is. Even later. Diezelfde Ester. “Teleurgesteld [in] wat kunst vermag”? Sja. Maar. “Een / plaats. Alomtegenwoordig tot kamer teruggebracht. / Dat is wat kunst vermag.” – en ik denk daar spreekt gij recht en niet krom, Ester. Al is wat ik niet weet: is kunst een plaats? En hoe de alomtegenwoordigheid (en wie door vuur en wie in de meimaand en wie kan ik zeggen dat gebeld heeft)? Misschien alomtegenwoordigheid tot in je kamer teruggebracht, en misschien is dat wat kunst vermag?

(al neigt Ester er denk ik ook wel een beetje teveel toe om kunst te laten samenvallen met beeldende kunst, en hier zijn we: aan het begin van een diskussie over waar kunst begint en waar het eindigt)

En dan dat woord “kameren” van hem. Je kunt het zien als een ouderwetsig meervoud van kamer maar ik denk het te zien als werkwoord. De liefde kamert, de kachel kamerde toen bij Zjeraar (of hoe heette die gast ook alweer, weet jij dat nog?), we kameren, en daar was al wat gekamerd werd. En je kunt kameren denken als beperken, in een kooi plaatsen, scherpe grenzen bepalen. Maar je kunt het ook denken als dat wat een thuis geeft, wat veiligheid en rust en warmte biedt. En dan vind ik kameren mooi. En dat dat passie of temperament of bulderen niet uitsluit; het kameren kan ook een kameren van vuur zijn. En dan vind ik kameren mooi. Mooi in een dichtbundel van 75 bladzijden. Waarin ook, in de beschikbare ruimte. Dat woord. Kameren. Eigenlijk best gaat vervelen na een tijd. En ik denk. Een woord munten, en de waarde van die munt in een tijdsbestek van slechts 75 bladzijden weer laten ontwaarden. Ook dat is wat kunst vermag.

Of.

Willekeurige daden van zinloosheid. De tuin uit lopen. Zeer open asfalt beton. Slagers en componisten. Kan het brein uitzichtzelf breken? Of is dat wat (alleen) kunst vermag?

Later zegt het achthonderdveertig keer, volgens Ester. Daar heb je iets. Vexations. Satie. Speel 840 keer hetzelfde motief. 840 keer want: zijnde het meervoud van drie van vier van zeven en van twaalf. Op de piano en speel, afhankelijk van het gekozen tempo, twaalf tot vierentwintig uur lang. Daar wist John Cage wel raad mee, toen. Dat was zen, dat was spektakulaire mis. Maar het is ook hoe het licht mijn kamervloer raakt – hoe je hart klopt – hoe adem stokt. Meubelmuziek. En ik denk aan een variant daarvan in de dichtkunst. Meubelpoëzie. Ook dat is wat kunst vermag.

Al mikt, toch, Ester, teveel op een teveel. Teveel onmiddellijkheid. Teveel bijvangst. Teveel vuur. Teveel verlaten. Teveel vergeten. Teveel honing en teveel mede.

Wat ik zag als volmaakt hermetiese poëzie is misschien zoveel als volmaakt statiese poëzie. Zoekt Ester met zijn voorliefde voor beeldende kunst zijn poëtica in stilstand? Zulke dingen kunnen. Waar gedichten foto’s worden. Ja. Ook dat is wat kunst vermag.

Henk Ester Kameren van vuur recensie

Kameren van vuur

  • Auteur: Henk Ester (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 15 augustus 2023
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Henk Ester

In deze nieuwe bundel onderzoekt de dichter het vuur van de hartstocht. Met een uitslaande brand is niets te beginnen. Dat weten priesters in Kerala, India, al duizenden jaren. Ieder jaar offeren zij het gekoesterde vuur aan de vuurgod. Ze steken een nagebouwd dorp in brand, terwijl jongens klanken reciteren waarvan de betekenis nog niet is achterhaald. En na afloop nemen ze gloeiende kolen mee terug naar huis, daar moeten zij het weer een jaar mee doen. Om vuur hanteerbaar te maken, dient het gekamerd te worden. Met de hartstocht is het niet anders. Raamsopranen bespelen het plein, schrijft de dichter (LXXXII.I). Poëzie is gekamerd vuur.

Bijpassende boeken en informatie

Margaret Kennedy – Picknick bij maanlicht

Margaret Kennedy Picknick bij maanlicht recensie en informatie over de inhoud van de Engelse roman uit 1949. Op 16 mei 2023 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact de Nederlandse vertaling van de roman The Feast van de Britse schrijfster Margaret Kennedy.

Margaret Kennedy Picknick bij maanlicht recensie en informatie

Picknick bij maanlicht is typische zo’n roman waar Engelse auteurs goed in zijn. Enigszins excentrieke personen bevolken de roman de roman uit 1949 die zich afspeelt op een geïsoleerde locatie waar als vanzelf de spanning opbouwt en toegroeit naar een fijne climax. De roman uit de tweede helft van de jaren veertig van de vorige eeuw wat nog eens extra charme geeft. Bovendien blijkt Margaret Kennedy er ook op prettige wijze in de lezer regelmatig op het verkeerde been te zetten. Al met al een prima Engelse roman die de lezer een flink aantal uren aangenaam leesplezier oplevert. De roman is door de redactie gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Margaret Kennedy Picknick bij maanlicht recensie

Picknick bij maanlicht

  • Schrijfster: Margaret Kennedy (Engeland)
  • Soort boek: Engelse roman
  • Origineel: The Feast (1949)
  • Nederlandse vertaling: Inge Kok
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 16 mei 2023
  • Omvang: 448 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van de roman uit 1949 van Margaret Kennedy

Cornwall, 1947. Op een zomernacht stort een klif neer op een hotel aan zee. Zeven van de bijna twintig gasten komen om; alleen de gelukkigen die weg waren voor een picknick bij maanlicht hebben het overleefd. Maar wie ligt begraven onder het puin en wie niet? In de week voor de aardverschuiving leren we de hotelgasten in al hun excentrieke glorie kennen: onder anderen een heetgebakerde geestelijke, een geldzuchtige weduwe, een matig bekende schrijfster en haar veel jongere metgezel, een stel verwaarloosde kinderen, en uiteraard het personeel. Er worden vriendschappen gesloten, romances bloeien op, zonden komen aan het licht, de sympathieën van de lezer worden gemanipuleerd – en ondertussen worden de scheuren in de klif breder, zonder dat het bonte gezelschap vakantiegangers het doorheeft.

Bijpassende boeken en informatie