Tag archieven: 2006

Boeken uit 2006

Beste boeken uit 2006 beste romans verhalen kinderboeken en non-fictie Boeken. Wat zijn opvallende boeken voor het eerst uitgegeven in het jaar?  Welke bekende schrijvers en schrijfsters zijn er geboren in 2006? Wie zijn er overleden in 2006? Welke auteur won de Nobelprijs voor de Literatuur?

Boeken uit 2006 beste romans verhalen kinderboeken en non-fictie

Wat waren de meest opvallende romans en verhalenbundels? Welke non-fictie boeken trokken de aandacht. Kortom wat waren de boeken uit 2006 die het meeste opvielen, aandacht trokken en het beste waren. De boeken zijn alfabetisch ingedeeld op naam van de auteur.

< boeken uit 2005 | overzicht | boeken uit 2007 >


Wat zijn de beste boeken uit 2006?

Hieronder vind je een aantal van de beste romans en verhalen die zijn verschenen in het jaar 2006. De boeken uit zijn gealfabetiseerd op naam van de schrijver. Als het om niet-Nederlandstalige boeken gaat, wordt ook vermeld of er een vertaling beschikbaar is.

Susan Abulhawa Ochtend in Jenin recensieThe Scar of David/Mornings in Jenin 

  • Schrijfster: Susan Abulhawa (Palestina)
  • Soort boek: Palestijnse roman
  • Taal: Engels
  • Nederlandse vertaling: Ochtend in Jenin
  • Inhoud roman: Amaal groeit op in een Palestijns vluchtelingenkamp, nadat het dorp van haar familie werd ontruimd door Israëlische soldaten. Een van hen ontvoerde haar broer, baby Isma’iel, die verder onder de naam David door het leven gaat…lees verder >

Gerbrand Bakker - Boven is het stilBoven is het stil

  • Auteur: Gerbrand Bakker (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Taal: Nederlands
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Inhoud roman: Boven is het stil is een loflied op de schoonheid van de natuur, een boek over weilanden, water, vogels, ijs in sloten en meertjes, koeien, schapen, twee aardige ezels, en één bonte kraai. Maar in de uitgestrektheid van deze natuur kan men snel in zijn eenzaamheid verdrinken. Daarom is het verhaal van Helmer, boer tegen wil en dank, ook het verhaal van een knagende hunkering naar het onbekende. Helmer doet zijn vader naar boven; het is tijd om schoon schip te maken. Hij haalt de woonkamer en de voormalige ouderlijke slaapkamer leeg, schildert de boel en koopt nieuwe spullen. Ooit had hij een tweelingbroer, Henk, de lieveling van zijn vader, degene die de boerderij zou overnemen. Maar van de ene op de andere dag werd Helmer tot opvolger gebombardeerd, door vader uit de stad gehaald en onder de koeien gezet. In het drassige laagland, met alleen het snuiven van de koeien en het gemekker van de schapen die de stilte…lees verder >

Anjet Daanje Gezel in marmer RecensieGezel in marmer

  • Schrijfster: Anjet Daanje (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Taal: Nederlands
  • Inhoud roman: Marin Slingerland is beeldhouwster, zij maakt de gipsmodellen voor de sculpturen waarmee zij inmiddels een gevierd en beroemd kunstenares is geworden. Nan Geerings is steenhouwster, zij doet het zware, fysieke werk door Marins ontwerpen in steen uit te hakken. Het kunstminnend publiek heeft geen weet van deze werkverdeling, en is ervan overtuigd dat Marin Slingerland haar beelden helemaal zelf maakt…lees verder >

Virginie Despentes King-Kong theorie recensieKing Kong théorie

  • Auteur: Virginie Despentes (Frankrijk)
  • Soort boek: feministische non-fictie
  • Taal: Frans
  • Nederlandse vertaling: King Kong-theorie
  • Inhoud boek:
  • Inhoud boek: King Kong-theorie verscheen voor het eerst in 2006 en wordt in Frankrijk gezien als manifest van de derde feministische golf. Virginie Despentes schrijft vanuit de marges van de vrouwelijkheid voor haar medelotgenoten – de lelijke vrouwen, de te dikke vrouwen, de te mannelijke vrouwen, vrouwen waar mannen niet van houden – en snijdt thema’s aan die nu nog steeds relevant zijn…lees verder >

Winnaar Nobelprijs voor de Literatuur 2006

De Turkse schrijver Orhan Pamuk, geboren op 7 juni 1953 in Istanboel, ontvangt de Nobelprijs voor de Literatuur in het jaar 2006, die in zijn zoektocht naar de melancholieke ziel van zijn geboortestad nieuwe symbolen voor de botsing en verstrengeling van culturen heeft ontdekt.


Schrijvers en schrijfsters overleden in 2006

Petre M. Andrejevski

Macedonische romanschrijver
overleden op 25 september 2006
sterfplaats: Skopje, Macedonië
leeftijd: 72 jaar
geboren op 25 juni 1934
geboorteplaats: Sloeštica, Macedonië

Peter Benchley

Amerikaanse romanschrijver
overleden op 11 februari 2006
sterfplaats: Princetown, New Jersey
leeftijd: 65 jaar
doodsoorzaak: longziekte
geboren op 8 mei 1940
geboorteplaats: New York
bekendste boek: Jaws (1974)

Paul Biegel

Nederlandse kinderboekenschrijver
overleden op 21 oktober 2006
sterfplaats: Rosa Spier Huis, Laren, Noord-Holland
leeftijd: 81 jaar
begraafplaats: Begraafplaats Zorgvlied, Amsterdam
geboren op 25 maart 1925
geboorteplaats: Bussum, Noord-Holland

Jurij Brězan

Sorbische schrijver
overleden op 12 maart 2006
sterfplaats: Kamenz, Sachsen, Duitsland
leeftijd: 89 jaar
geboren op 9 juni 1916
geboorteplaats: Räckelwitz, Sachsen, Duitsland

Octavia E. Butler

Afro-Amerikaanse sciencefictionschrijfster
overleden op 25 februari 2006
sterfplaats: Lake Forest Park, Washington, Verenigde Staten
leeftijd: 58 jaar
geboren op 22 juni 1947
geboorteplaats: Pasadena, Californië

Mireille Cottenjé

Belgische romanschrijfster en actrice
overleden op 9 januari 2005
sterfplaats: Brugge
leeftijd: 72 jaar
doodsoorzaak: euthanasie i.v.m. kanker
geboren op 18 november 1933
geboorteplaats: Moeskroen, Henegouwen

Oriana Fallaci

Italiaanse schrijfster en journaliste
overleden op 15 september 2006
sterfplaats: Florence, Italië
leeftijd: 77 jaar
geboren op 29 juni 1929
geboorteplaats: Florence, Italië

Leo Henri Ferrier Atman Surinaamse roman uit 1968Leo Henri Ferrier

Surinaamse schrijver
overleden op 30 juli 2006
sterfplaats: Paramaribo, Suriname
leeftijd: 65 jaar
doodsoorzaak: longemfyseem
geboren op 14 september 1940
sterfplaats: Paramaribo
bekendste boek:
1968 | Atman (roman)

Heinrich Harrer

Oostenrijkse bergbeklimmer en schrijver
overleden op 7 januari 2006
sterfplaats: Friesach, Karinthië, Oostenrijk
leeftijd: 93 jaar
geboren op 6 juli 1912
geboorteplaats: Obergossen, Karinthië, Oostenrijk

Marijke Höweler

Nederlandse schrijfster en psychologe
overleden op 5 mei 2006
sterfplaats: Amsterdam
leeftijd: 67 jaar
doodsoorzaak: kanker
begraafplaats: Nieuwe Oosterbegraafplaats,Amsterdam
geboren op 27 juli 1938
geboorteplaats: Koog aan de Zaan, Noord-Holland

Hubert Lampo

Vlaamse romanschrijver
overleden op 12 juli 2006
sterfplaats: Essen, Antwerpen
leeftijd: 85 jaar
doodsoorzaak: ziekte van Alzheimer
geboren op 1 september 1920
geboorteplaats: Antwerpen
bekendste boek:
1960 | De komst van Joachim Stiller (roman)

Stanisław Lem

Poolse sciencefictionschrijver
overleden op 27 maart 2006
sterfplaats: Krakau, Polen
leeftijd: 84 jaar
geboren op 12 september 1921
geboorteplaats: Lwów, Polen (nu: Lviv, Oekraïne)

Nagieb Mahfoez

Egyptische romanschrijver
Nobelprijs voor de Literatuur 1988
overleden op 30 augustus 2006
sterfplaats: Caïro, Egypte
leeftijd: 94 jaar
geboren op 11 december 1911
geboorteplaats: Caïro, Egypte

Tip Marugg

Antilliaans-Curaçaose romanschrijver
overleden op 22 april 2006
sterfplaats: Willemstad, Curaçao
leeftijd:
geboren op 16 december 1923
geboorteplaats: Willemstad, Curaçao
bekendste boek:
1988 | De morgen loeit weer aan (roman)

Gerard Reve overleden op 8 april 2006Gerard Reve

Nederlandse romanschrijver en dichter
overleden op 8 april 2006
sterfplaats: verpleeghuis Sint-Vincentius, Zulte, Oost-Vlaanderen, België
leeftijd:
doodsoorzaak: ziekte van Alzheimer
begraafplaats: Nieuwe Begraafplaats, Machelen-aan-de-Leie
geboren op 14 december 1923
geboorteplaats: Amsterdam

Muriel Spark

Brits-Schotse schrijfster
overleden op 13 april 2006
sterfplaats: Florence, Italië
leeftijd: 88 jaar
geboren op 1 februari 1918
geboorteplaats: Edinburgh, Schotland

Mickey Spillane

Amerikaanse detectiveschrijver
overleden op 17 juli 2006
sterfplaats: Murrells Inlet, South Carolina
leeftijd: 88 jaar
geboren op 9 maart 1918
geboorteplaats: New York

William Styron

Amerikaanse romanschrijver
overleden op 1 november 2006
sterfplaats: Martha’s Vineyard, Massachusetts, Verenigde Staten
leeftijd: 81 jaar
doodsoorzaak: longontsteking
geboren op 11 juni 1925
geboorteplaats: Newport News, Virginia, Verenigde Staten
bekendste boek:
1979 | Sophie’s Choice / Sophie’s keuze (roman)

Pieter Terpstra / Piter Terpstra

Fries-Nederlandse schrijver en journalist
overleden op 26 januari 2006
sterfplaats: Leeuwarden
leeftijd: 86 jaar
geboren op 29 december 1919
geboorteplaats: Leeuwarden
begraafplaats: dorpskerkhof Huizum

Pramoedya Ananta Toer

Indonesische romanschrijver
overleden op 30 april 2006
sterfplaats: Bogor, West-Java, Indonesië
leeftijd:
geboren op 2 februari 1925
geboorteplaats: Blora, Midden-Java, Indonesië
bekendste boeken:
1980 | Aarde der mensen (roman, ∗∗∗∗∗)
1980 | Kind van alle volken (roman, ∗∗∗∗)

Ida Vos

Nederlandse roman- en kinderboekenschrijfster
overleden op 3 april 2006
sterfplaats: Amstelveen
leeftijd: 74 jaar
geboren op 13 december 1931
geboorteplaats: Groningen

Joseph Zobel

Franstalige romanschrijver uit Martinique
overleden op 17 juli 2006
sterfplaats: Alès, Frankrijk
leeftijd:
geboren op 26 april 1915
geboorteplaats: Rivière-Salée, Martinique
bekendste boek: La rue Cases-Nègres (autobiografie, 1950)


Bijpassende boeken en informatie

Nando Boers – Geen plek voor kleine jongens

Nando Boers Geen plek voor kleine jongens recensie en informatie over het boek over het wonderlijke jaar van Spyker in de Formule 1. Op 13 oktober 2022 verschijnt bij uitgeverij Thomas Rap het nieuwe autosportboek over de Formule 1 van Nando Boers.

Nando Boers Geen plek voor kleine jongens recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het autosportboek Geen plek voor kleine jongens. Het boek is geschreven door Nando Boers. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van boek met verhalen van Nando Boers over de het jaar van het Nederlandse merk Spyker in de Formule 1.

Nando Boers Geen plek voor kleine jongens Recensie

Geen plek voor kleine jongens

Het wonderlijke jaar van Spyker in de Formule 1

  • Schrijver: Nando Boers (Nederland)
  • Soort boek: autosportboek, formule 1 boek
  • Uitgever: Thomas Rap
  • Verschijnt: 13 oktober 2022
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Spyker in de Formule 1 van Nando Boers

In de twaalf magere jaren tussen het afscheid van Jos Verstappen in 2003 en het debuut van zijn zoon Max in de Formule 1 wisten een paar Nederlanders een plek te bemachtigen achter een stuur van een F1- bolide. Ze reden altijd achteraan, de rest van de wereld was nauwelijks geïnteresseerd. Dat veranderde in 2006 voor héél even toen een stel bevriende Nederlandse zakenmannen op een avond in Milaan na zenuwslopende onderhandelingen een Formule 1-team kochten van een Russisch-Canadese staalindustrieel. Dat team werd SpykerF1. Hollandse handelsgeest, oliedollars uit Abu Dhabi en motoren van Ferrari. Wie hield ze tegen? De weg omhoog was ingeslagen. Ze zouden gaan meetellen. Alleen liep het allemaal net even anders dan ze hadden gehoopt.

Bijpassende boeken en informatie

Louise Glück – Averno

Louise Glück Averno recensie en informatie dichtbundel uit 2006 van de winnares van de Nobelprijs voor de Literatuur in 2020. Op 7 september 2021 verschijnt de Nederlandse vertaling van Averno de bundel met gedichten van de Amerikaanse dichteres Louise Glück.

Louise Glück Averno recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dichtbundel Averno. Het boek is geschreven door Louise Glück. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van deze dichtbundel uit 2006 van de Amerikaanse dichteres en Nobelprijswinnares Louise Glück.

Recensie van Tim Donker

Wie Louise Glück zegt, zegt Raster. Is wat ik dacht. Is wat ik zei. Want Glück, die stond altijd altijd altijd in Raster. Is wat ik dacht. Is wat ik zei. Dus dan. Loop ik naar boven, naar waar ik mijn Rasters bewaar. Ah, daar staan ze, zie ze staan daar. In die kast. Het doet me goed ze daar te zien staan, ik weet niet waarom, maar het doet me heel erg goed al die Rasters daar broederlijk naast elkaar te zien staan. Ze staan er nog. Ik kan ze nog zien, ik kan hun ruggen nog strelen. Het is nummer 125 dat ik zoek. Die index. Die handzame index. Misschien wel het meest ter hand genomen boek uit mijn verzameling. Glück, Louise. Eén vermelding. Eén vermelding??? Dat kan niet waar zijn. Eén vermelding, het staat er echt. Nummer 107. Opnieuw mijn vinger langs de ruggen. Verrek. 107. Ik heb hem wel. Dat wel ja. Dat ik Glück zo sterk met Raster associëren zou en dat ik dan net het enige nummer waarin iets van haar opgenomen was, niet zou hebben. Ik heb niet alle Rasters immers. Zoals het meestal gaat met mijn obsessies: op enig moment verloor ik al mijn interesse. Verwoed verzamelde ik ze. Ik was een verwoed verzamelaar. Er was een tijd, ooit, in een land, ergens. In die tijd, en in dat land had je antiquariaten. Kun je je dat voorstellen? Een heel pand, niet zelden gewoon in ergens een druk winkelgebied, tot de nok toe gevuld met tweedehands boeken. Die kon je kopen! Echt waar. Niet duur. Soms bestonden die antiquariaten zelfs uit meerdere verdiepingen. Niet louter in hele grote steden kon je die vinden. Ook in kleinere steden. In die dagen, en in dat land, ging ik graag naar andere steden, groot of klein. Een weekendje. Een midweek. Eén dag kon ook. En dan lopen, zelfs in drukke winkelgebieden, want ik wis dat de kans niet nihil was om een antiquariaat tegen te komen, kon je binnen stappen, kon je rond kijken. Vele boeken kocht ik in zulke winkels. Ook veel Rasters. Heel veel Rasters. Ik was een verwoed verzamelaar, zei ik dat al? Zag ik ergens een Rasters, dan kocht ik hem. Mijn verzameling begon vorm te krijgen. Ik had er al meer dan één plank voor nodig in mijn boekenkast. Tot ik op een dag voor die boekenkast stond, en die Rasters bekeek, en ze van de plank trok, doorbladerde, hier en daar iets lezend. En me bedacht dat zoveel van die Rasters die daar stonden gevuld waren met verhalen en artikels die ik nooit zou lezen. Dat het verzamelen in zichzelf een bezigheid was geworden. Misschien moest ik kritischer worden, dacht ik, en niet meer zonder meer elke Raster die ik tegen kwam kopen. Eerst eens doorbladeren. Zien of er dingen in stonden die ik ook echt zou gaan lezen. Proeven. Vier of vijf echt briljante gedichten zou genoeg zijn. En/of één echt geniaal prozastuk. Misschien een goed leesbaar, interessant, inspirerend essay. Het hoefde maar om een paar bladzijden per nummer te gaan, het hoefde maar weinig te zijn om de koop te rechtvaardigen. Ik kocht hoe dan ook nooit een Raster meer.

(en nu, vele jaren later, zou ik misschien het verzamelen wel weer willen oppakken, gewoon omdat het fijn is iets te verzamelen, maar nu bestaan er geen antiquariaten meer)

Maar nummer 107, 2004, die heb ik. Poëzie.  En Louise Glück staat er in, inderdaad. Met twaalf gedichten (tel ik goed?), wat niet meteen een hele bundel is maar wel veel meer dan een mens doorgaans in literaire bladen of in bloemlezingen vindt. Niets frustrerender dan een fantastisch gedicht te hebben gelezen in blad X of bloemlezing Y en brullend van enthousiasme maar meteen achter je peesee (of is dat ook al ouderwets?) te kruipen en een godeganzelijke bundel van de desbetreffende dichter in bestelling te doen om nadat het pakketje op je deurmat is beland te moeten constateren dat dat ene fantastische gedicht in blad X of bloemlezing Y een toevalstreffer was en de dichter subiet naar de mestvaalt van je bewustzijn mag.

Maar dat Glück daar met zo veel gedichten vertegenwoordigd was, maakte niet de verbondenheid met Raster uit die ze in mijn geest had. Misschien zat dit feit er voor iets tussen: dat ze in dat nummer 107 -dus pas in 2004 mensen- in het Nederlands geïntroduceerd werd. Door Erik Menkveld, die de gedichten ook vertaalde en ze vooraf laat gaan door een brief die hij aan haar schreef.

Het kan zijn dat dat het kan zijn. Maar het kan ook zijn dat dat het niet kan zijn.

Het kan ook dit zijn: de poëzie van Glück is monumentalistisch. Nee. Niet monumentaal. Monumentalistisch. Monumentalisme is het tegenovergestelde van versnijselisme. Dat weet u toch wel? Binst het monumentalisme houden gedichten op gedichten te zijn. Monumentalistische gedichten zijn veeleer beeldhouwwerken. Een monumentalistisch gedicht lees je niet, je bekijkt het. Je bekijkt het, je bewondert het, en je wordt er ook een beetje door verpletterd. Ja, monumentalistische gedichten zijn zwaar. Niet omdat zij het perse zoeken zwaar te zijn; ze zijn gewoon zwaar omdat het materiaal waaruit zij gekapt zijn zwaar is. Ik bedoel, die gedichten in Raster 107. Het allereerste gedicht vangt aldus aan:

Aan het eind van mijn lijden
was een poort.

Hoort: wat jullie dood noemen
herinner ik mij.

Welja. Dat gaat daar in regel één al over lijden, en de dood komt reeds ter sprake in regel drie. Die Glück is ook niet bedeesd zeg. It’s gotta be BIG. It’s gotta be theatrical. It should make an impression! Zou Laurie Anderson zeggen.

Het is die zwaarte die massa is. Het is de massa die lichaam is. Glücks gedichten zijn tastbaar, en vullen de ruimte waarin ze zijn. Vulden met gemak heel Raster 107, vulden met terug- en vooruitwerkende kracht alle Rasters ooit verschenen. Het is vandaar dat ik dacht dat Glück in alle Rasters stond.

De toon die de gedichten in Raster zette, wordt opgepakt met dit hier Averno. Het straalt al van de vormgeving af. Het boek alleen al is een beeldhouwwerk, en dan heb je nog geen letter gelezen. De vormgever moet deze gedichten gegeten, gedronken, geademd en geleefd hebben want zelden zag ik het uiterlijk van een dichtbundel zo sterk in overeenstemming met de inhoud. Die harde kaft. Die maakt dat je iets in handen hebt, dat je voelt dat je iets in handen hebt. Die tekening op de voorkant, die iets moderns en ook iets klassieks heeft. Die tekening, die rust ademt en ook een lichte dreiging. Die je in één oogopslag denkt gevat te kunnen hebben – en dan toch weer niet.

De zwaarte. Het monumentalisme. Het zit daar allemaal al in vervat.

Het gaat zo vaak over de seizoenen, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de sterren, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de lucht, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de nacht, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over de dood, in deze gedichten. Het gaat zo vaak over Persephone, Hades, Orpheus en Eurydice, in deze gedichten. Alle klassieke thema’s van het monumentalisme zijn aanwezig.

 

En.

Toch.

Maar.

Eigenlijk hou ik niet zo van monumentalisme.

Eigenlijk hou ik meer van het versnijsel.

Eigenlijk hou ik meer van het gruis op de vloer rondom het beeld dan van het beeld zelve.

Eigenlijk meen ik dat in dat wat vergeten, niet gezien, vertrapt wordt veel meer poëzie schuilt dan in dat wat onmiddellijk een ieders aandacht trekt.

Eigenlijk mag je volgens mij geen eigenlijk zeggen van Kees ‘t Hart.

Em.

Maar.

Toch.

Toch is er iets.

Toch is er iets wat maakt dat Louise Glück wegkomt met haar “eigenlijk” veel te zware veel te klassieke veel te monumentalistische poëzie. Het is hierom. Het is omdat Glück meester is (meesteres is?) in de paradox. Haar monumentalisme heeft iets achteloos. Met zorg gekapte beeldhouwwerken? Ja. Maar deze gedichten zijn niet alleen het beeldhouwwerk; ze zijn ook de omgeving waarin het beeldhouwwerk wordt aangetroffen. En dat is bij Louise Glück niet het belangrijkste plein in het centrum van een grote stad.

Je loopt. Je hebt al een tijd gelopen, en je blijft maar lopen, al heb je geen doel. Misschien ben je alleen, misschien ben je met iemand maar als je met iemand bent laat het dan iemand zijn die de stilte beheerst. Iemand die weet dat niet elke halve meter van de wandeling dichtgesmeerd moet met koetjes en met kalfjes. Een licht regentje zou prima zijn. Ik heb mijn bril afgezet. Ik heb mijn bril in de koker gedaan, die met die gouden plaat op de knop. Of los in mijn vestzak kan ook wel.

Al die tijd lopen doorheen de velden, de landerijen. Hoe heet dat. Misschien staan hier of daar wat groepjes bomen, zonder dat er sprake is van een bos. Er zou een watertje kunnen zijn, daar ergens aan je linkerhand. Nergens bebouwing. Dat s belangrijk. Nergens bebouwing. Er zijn vogels, zowel op de grond als in de lucht. Gelukkig weet je van geen enkele vogel tot welke soort die behoort. Mensen die weten tot welke soort een vogel behoort zijn de meest fantasieloze mensen op aarde. Het zou mooi zijn als het landschap licht gloorde zodat je nog niet weet wat er over honderd stappen komen gaat.

En dan ineens dat beeld dus.

Dat zou de titel geweest zijn in de tijd dat ik mijn besprekingen nog titels gaf: En dan ineens dat beeld dus.

Dan ineens dat beeld dus. Ik bedoel dat daar dus ineens een beeld staat. Het is groen van het mos. Het zou een cherubijntje kunnen voorstellen. Of een faun met kille hoorntjes. Het is al half vergaan. Het zegt dat het hier altijd al heeft gestaan. Het zegt dat de aarde nooit iets anders heeft gekend dan dit half vergane beeld hier. Een beeld zonder maker. Een beeld zonder begin. Een beeld zonder eind.

Zoiets dus.

Zoiets is de poëzie van Louise Glück. Beelden die er altijd al zijn geweest. Beelden die alleen maar worden aangetroffen in een landschap zonder nadruk. Beelden als voorhanden zijnden. Ofnee. Laat Heidegger er maar buiten deze keer.

Louise Glück dicht de aarde jonger. En leger. Een elementairder aarde, waar nog niet zoveel is.

Ergens in de negentiger jaren (ik was student toen, ik woonde in de allerlelijkste flat allertijden) viel ik hard voor wat bij gebrek aan beter met de term “generatie nix” ontsierd werd (o, dat niks en dan nog met die achterlijke x op het eind). Dat kwam vooral door Ray Loriga. Die drie boeken had geschreven die ik prachtig vond, toen (ik weet niet wat er nu bij herlezing van over zal blijven en ik ga het niet proberen want sommige dingen moeten overeind blijven). En die ergens, weetikveel waar, in een intervjoe had gezeid: “Waarom mag ik niet schrijven over wat ik zie als ik uit mijn raam kijk?” Dat ging over het traditionele proza, dat toen, en waarschijnlijk altijd, ver af stond, staat, zal staan, van wat wij mensen die mensen van alledag zijn, zien, horen, beleven, meemaken, als we lopen overheen onze dagdagelijkse straten naar onze dagdagelijkse banen en onze dagdagelijkse winkels en onze dagdagelijkse kaffees. Of kijken. Doorheen. Onze dagdagelijkse ramen. Want waarom zou literatuur altijd zoveel mijlen verwijderd moeten zijn van wat sommigen van ons misschien “het leven zelve” plegen te noemen?

Iets diergelijks bedoel ik met dat achteloze. Glück dicht niet, Glück kapt ook niet uit steen. Glück treft aan. In ergens een hoekje van de wereld (en zulke hoekjes bestaan in Amerika zeker en vast) waar misschien ook niet zo heel erg veel meer is dan seizoenen, sterren, lucht, nacht, dood, en wat je ooit geleerd had over mythen en over sagen in de langstverlee tijd dat je nog in de schoelje varen moest.

(en zulke hoekjes bestaan in Amerika zeker en vast) (kun je zeggen) (maar Louise Glück vernoemde deze bundel naar een klein kratermeer in Zuid-Italië) (kun je ook zeggen) (maar ook in Zuid-Italië zullen zulke hoekjes bestaan) (zeker in de nabijheid van kratermeren die door de Romeinen werden beschouwd als de toegang tot de onderwereld)

Werelden. Wind. Oppervlakten.

Het gaat om lopen. Om lopen waar de wereld zich tijdlozer toont. Waarom mag ik niet schrijven over wat ik zie als ik uit mijn raam kijk? (als ik uit mijn raam kijk zie ik een sloot) (als ik uit mijn raam kijk zie ik water) (lucht, als ik hoger kijk) (elementen, elementen) Waarom schrijf je je raam niet. Waarom schrijf je elementen niet. Je raam een venster. Het gaat om lopen. Om lopen op plekken waar niet veel meer is. Traagweg lopen. Averno is lopen. Nee. Averno is slenteren. Deze bundel moet traag. Kleine stappen. Stilstaan. Zwijgen. Kijken.

En proeven.

Proef:

“Als je verliefd wordt, zei mijn zus,
is het alsof je door de bliksem wordt getroffen.

Ze sprak hoopvol,
om de aandacht van de bliksem te trekken.

Ik herinnerde haar eraan dat ze precies
de formulering van onze moeder herhaalde, die zij en ik

in onze jeugd hadden besproken, omdat we beiden voelden
dat wat we bij de volwassenen zagen

niet de effecten van de bliksem waren,
maar van de elektrische stoel.”

Of proef:

“Je sterft als je geest sterft.
Anders leef je.
Je doet het misschien niet goed, maar je gaat door –
dat is geen keuze.

Als ik dit aan mijn kinderen vertel
gaan ze er niet op in.
De oude mensen, denken ze –
dit is wat ze altijd doen:
praten over dingen die niemand kan zien
om af te leiden van alle hersencellen die ze verliezen.
Ze knipogen naar elkaar;
luister naar het oudje, pratend over de geest
omdat hij het woord voor stoel niet meer weet.”

Je proeft het terwijl je, langzaam, langzaam, door Averno slentert. En het misleidt je, en dat is waarom je langzaam moet slenteren. De snelloper zou te gemakkelijk denken dat het in deze sietaten alleen maar te lachen geeft. Iets over ouderen die zwaar op de hand zijn en alleen maar met misplaatste adviezen aankomen, en jongeren die alles maar weghonen en bespotten in de onbesuisde arrogantie van de jeugd. Maar er zit ook tragiek in, en wanhoop, en ook dat ene – dat van die dingen die toch altijd maar weer gaan zoals ze gaan en hoe verdomde weinig invloed je daar op hebt. In het achteloze monumentalisme waardoor je loopt als je door Averno loopt, word je steeds weer uitgenodigd goed te proeven en beter te proeven en nog eens te proeven. Een bundel die, vermoed ik, goed is voor menige herlezing.

En dan zijn wij Nederlanders nog harder gezegend dan de Amerikanen waren. Want. Wij. Hebben. Radna Fabias. Ja. Ons Averno heeft niet één maar twee dichters. Glück en Fabias. Die in eerste beschouwing misschien niet verder uiteen hadden kunnen liggen. Of naja. Dat zeg ik maar gebaseerd op één gedicht. Van Fabias ken ik maar één gedicht. Ja, daar ga je dus weer, bloemlezing. Neem liever twaalf gedichten van een dichter op, dan ken je tenminste een beetje de hoek waar je het zoeken moet. Ik ken maar één gedicht van Fabias en dat heeft niets monumentalistisch. Wel iets geniaals. Wel iets briljants. Dat wel. En ik weet dat Radna Fabias een kat heeft. Mensen met een kat deugen. Of in ieder geval kun je zeggen: mensen met een kat deugen bovengemiddeld vaak. En dat kun  over mensen met een hond alvast niet zeggen.

Wat u hoger las waren de (v)/(h)ertalingen van Radna Fabias (Radna met de kat, Radna met dat ene geniale gedicht); ik laat u nu dezelfde fragmenten proeven maar dan in het oorspronkelijke Engels:

“When you fall in love, my sister said,
it’s like being struck by lightning.

She was speaking hopefully,
to draw the attention of the lightning.

I reminded her that she was repeating exactly
our mother’s formula, which she and I

had discussed in childhood, because we both felt
that what we were looking at in the adults

were the effects not of lightning
but of the electric chair.”

En:

“You die when your spirit dies.
Otherwise, you live.
You may not do a good job of it, but you go on –
something you have no choice about.

When I tell this to my children
they pay no attention.
The old people, they think –
this is what they always do:
talk about things no one can see
to cover up all the brain cells they’re losing.
They wink at each other;
listen to the old one, talking about the spirit
because he can’t remember anymore the word for chair.”

Zie je? Ofnee, proef je? Dat Nederlands van Fabias, dat smaakt anders dan het Engels van Glück. Soms smaakt het Engels zilt, en het Nederlands licht bitter. Soms sloeg waar ik in het Engels een lichte vorm van humor had menen te ontwaren, het Nederlands een serieuzere toon aan. Vaak vond ik het Nederlands mojer. Ja. Vaak vond ik het Nederlands mojer.

“Dat komt omdat je in je moerstaal ook de kleinste nuances aanvoelt,” zei Theo, “die je in een tweede taal, hoe goed je die ook beheerst, misschien mist. In je eigen taal begrijp je het toch altijd net iets beter.”

Is dat zo Theo?

Nee, dat is niet zo Theo.

Dacht ik later. Dacht ik toen al op de fiets zat, en een lichte regen begon te vallen (mijn bril had ik afgezet. mijn bril had ik in de koker gedaan, die met die gouden plaat op de knop. of in de zak van mijn postjas, dat kan ook wel). Ik moest denken aan iets wat ik ooit gelezen had in een Amerikaanse klantrecensie. Het ging over een gedicht dat de schrijver van die recensie erg mooi vond. Hij had het gedicht voorgelezen aan een vriend maar die had gezegd “Ik begrijp hem niet.” Waarop de reactie van de eerste was geweest: “Het is geen mop.”

Het is geen mop inderdaad (ja poëzie is geen grapje hoor mensen!). Het is geen mop in de zin van iets dat begrepen moet worden om het te kunnen smaken. Soms is poëzie zelfs mojer als het een beetje in het vage blijft. Ik las vaker tweetalige bundels en meestal vond ik het Engels sterker. Vertalers maakten expliciet wat het Engels naar mijn idee slechts vermoeden liet. In het expliciete zit geen poëzie. Of minder toch dan in het vermoeden.

Er is iets anders aan de hand met dat Nederlands van Radna Fabias. Het is niet dat zij er hele andere gedichten van maakt; het is alsof ze in het voorbijgaan heel lichtjes tegen de lamp stootte waardoor de schaduw een paar millimeter verschoven is.

Het Nederlands van Radna Fabias is raar.

Raar als in vreemd.

Vreemd als in curieus.

Curieus als in prikkelend.

Ik denk aan de vrouw die de module Engels gaf tijdens mijn studie. Globalisme stond toen nog in de kinderschoenen – je kon nog onbekommerd anti zijn toen! Maar niettemin, studenten die zich bezighielden met communicatie, zo moet men gedacht hebben, moeten in deze dagen het Engels toch wel een beetje machtig zijn. Er was een vrouw gevonden die hoorbaar het grootste deel van haar leven in Engeland had gewoond. Ze sprak wel Nederlands maar dat was niet het normale Nederlands, het Nederlands van diegenen van wie het de eerste taal is. Haar Nederlands was echter  niet gebrekkig of onjuist. Het was voornamelijk raar. Soms gebruikte ze woorden die in het Nederlands weliswaar bestaan, maar allang verouderd zijn. Soms gebruikte ze woorden die in het Nederlands bestaan en ook niet perse verouderd zijn, maar alsnog door bijna niemand gebruikt worden. Soms maakte haar woordvolgorde een triviale mededeling bijna plechtig. Bovenal klonk het alsof ze alles zong. Glück draagt voor. Fabias zingt. Zoiets? Hum. Nee. Ja. Misschien. Ik weet het niet. Het kan zijn dat dat kan zijn maar het kan ook zijn dat het niet kan zijn. Je kunt niet twee keer door dezelfde regen lopen. Je proeft niet twee keer hetzelfde gedicht. Het licht raakt je ogen net een fractie anders.

Niet alleen moet je langzaam lopen in deze bundel, je moet terugkeren ook. Om de parallelle gangen uit te lopen. Hoe leest u een tweetalige bundel?

Ik las elke bladzijde twee keer: eerst het Engels, daarna het Nederlands.

Maar ik had het ook zin voor zin kunnen doen. Of gedicht voor gedicht. Of één keer de hele bundel in het Engels en later dan nog een keer de hele bundel in het Nederlands Wellicht doe ik dat alsnog. Bij tweede bij derde bij vierde of bij honderdste herlezing. Want de bundel biedt nog genoeg regentjes om doorheen te lopen, denk ik.

Vulde Glück in haar eentje al alle Rasters; samen met Fabias vult ze mijn hele boekenkast.

 

Louise Glück Averno Recensie

Averno

  • Schrijfster: Louise Glück (Verenigde Staten)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Origineel: Averno (2006)
  • Nederlandse vertaling: Radna Fabias
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 7 september 2021
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Prijs: € 20 – € 25
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor het werk van Louise Glück

  • “De beste typering van Glücks poëzie is dat “alles wat ze aanraakt, verandert in muziek en legende”. Inderdaad, Glück hoort bij die club van dichters van wie het werk uit zichzelf zingt, waar de nadrukken liggen waar zij ze heeft bedacht en een verhaal te vertellen heeft: van compassie, verwondering, afkeer, en soms ook van lyrische woede.” (Philip Huff, De Groene Amsterdammer)

Flaptekst van de dichtbundel van de Amerikaanse dichteres Louise Glück

Glück noemde Averno (2006) naar een klein kratermeer in Zuid-Italië, dat de Romeinen beschouwden als de toegang tot de onderwereld. Averno is als een lange, rusteloze klaagzang vol spitsvondigheid en schrijnende beelden.

Louise Glück Winterrecepten van het collectief RecensieLouise Glück (Verenigde Staten) – Winterrecepten van het collectief
gedichten, poezie
Uitgever: De Arbeiderspers
Verschijnt: 5 april 2022

Bijpassende boeken en informatie

Anjet Daanje – Gezel in marmer

Anjet Daanje Gezel in marmer recensie en informatie Nederlandse roman uit 2006. Op 17 juni 2021 verschijnt bij uitgeverij Pluim de heruitgave van deze roman van de Nederlandse schrijfster Anjet Daanje die bekend is geworden met haar roman De herinnerde soldaat.

Anjet Daanje Gezel in marmer recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman gezel in mermar. Het boek is geschreven door Anjet Daanje. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze roman uit 2006 van de Nederlandse schrijfster Anjet Daanje.

Anjet Daanje Gezel in marmer Recensie

Gezel in marmer

  • Schrijfster: Anjet Daanje (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Eerste uitgave: 2006
  • Uitgever heruitgave: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 17 juni 2021
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Anjet Daanje

Marin Slingerland is beeldhouwster, zij maakt de gipsmodellen voor de sculpturen waarmee zij inmiddels een gevierd en beroemd kunstenares is geworden. Nan Geerings is steenhouwster, zij doet het zware, fysieke werk door Marins ontwerpen in steen uit te hakken. Het kunstminnend publiek heeft geen weet van deze werkverdeling, en is ervan overtuigd dat Marin Slingerland haar beelden helemaal zelf maakt. Zij krijgt alle waardering voor de beelden en voor het vakmanschap waarmee ze zijn gehouwen. Nan houdt Marin al die jaren trouw de hand boven het hoofd, zonder ooit naar de erkenning te verlangen die haar toekomt, want voor haar is de kunst belangrijker dan de roem. Het lijkt de ideale samenwerking, totdat Nan ernstig teleurgesteld raakt in Marin, en voor een dilemma komt te staan.

Gezel in marmer is een beeldend geschreven, op ingehouden toon vertelde roman, over de gecompliceerde vriendschap tussen twee vrouwen, over commercie en roem die de kunst verdringen, en over de onmogelijkheid om illusies in stand te houden.

Bijpassende boeken en informatie