Tag archieven: 1982

Vitomil Zupan – Levitan

Vitomil Zupan Levitan recensie en informatie over de inhoud van de roman uit Slovenië. Op 19 augustus 2024 verschijnt bij uitgeverij Guggolz Verlag de Duitse vertaling van de roman uit 1982, Levitan. Roman, koji to i nije van de Sloveense schrijver Vitomil Zupan. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave. Er is geen Nederlandse vertaling van de roman verkrijgbaar.

Vitomil Zupan Levitan recensie en informatie roman uit Slovenië

Als er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnt van de roman uit 1982 Levitan van de uit Slovenië afkomstige schrijver Vitomil Zupan, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Vitomil Zupan Levitan

Levitan

  • Auteur: Vitomil Zupan (Slovenië)
  • Soort boek: Sloveense roman
  • Origineel: Levitan. Roman, koji to i nije (1982)
  • Duitse vertaling: Erwin Köstler
  • Uitgever: Guggolz Verlag
  • Verschijnt: 18 augustus 2024
  • Omvang: 485 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 28,00
  • Boek bestellen bij: Amazon / Bol

Flaptekst van de roman van de Sloveense schrijver Vitomil Zupan

Vitomil Zupan (1914–1987), das Enfant terrible der slowenischen Literatur, erkundete in seinen Werken sein eigenes Leben im Verhältnis zu den gesellschaftlichen Umständen – oder vielmehr in den Widersprüchen dazu. In »Levitan« schreibt Zupan über die Jahre in Haft nach dem Zweiten Weltkrieg, als er wegen Unmoral, Dekadenz und politischer Unberechenbarkeit aus dem Verkehr gezogen wurde. Der brisante, 1970 fertiggestellte Text konnte erst 1982 erscheinen. Derbe Zoten und größenwahnsinnige erotische Phantasien gehen darin in tiefgründige theoretische Reflexionen über; hellsichtige, fast liebevolle Charakterisierungen von Mithäftlingen und deren Lebensgeschichten wechseln sich ab mit wüster Verdammung der Gesellschaft und ihrer Institutionen.

Gleichzeitig ist »Levitan« ein intensiver psychologischer und philosophischer Trip in das beschädigte Bewusstsein eines Inhaftierten, ohne jede falsche Zurückhaltung aus Nettigkeit oder aus Opportunismus. Zupan prahlt, wütet, beschimpft und enthüllt – und erringt auf nahezu jeder Seite überraschende Einsichten, trifft wunde Punkte und stellt überkommene Überzeugungen auf den Kopf. Das Buch ist von umstürzlerischer Kraft und erzählt von der Parallelgesellschaft der Ausgestoßenen, die sich im Gefängnis versammelt. Erwin Köstlers Übersetzung folgt noch dem abwegigsten Gedankengang Zupans und bleibt nicht hinter dessen sprunghafter Genialität zurück: Seiner übersetzerischen Präzision ist es zu verdanken, dass wir dieses fordernde, tiefgründige Werk in seiner ganzen irrlichternden Weisheit und Unwiderstehlichkeit lesen können.

Bijpassende boeken en informatie

Ismail Kadare – Het Dromenpaleis

Ismail Kadare Het Dromenpaleis recensie en informatie over de inhoud van de Albanese historische roman uit 1982. Op 4 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Querido de hernieuwde Nederlandse vertaling van de historische roman van de Albanese schrijver Ismail Kadare. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver, de vertaler en over de uitgave.

Ismail Kadare Het Dromenpaleis recensie

Mochten er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Het Dromenpaleis, de historische roman uit 1982 van de Albanese schrijver Ismail Kadare, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

  • “Het Dromenpaleis, Ismail Kadares beroemdste roman, is ‘een indrukwekkende allegorie van de machinaties van de totalitaire staat.” (de Volkskrant)

Ismail Kadare Het Dromenpaleis

Het Dromenpaleis

  • Auteur: Ismail Kadare (Albanië)
  • Soort boek: Albanese roman, historische roman
  • Origineel: Pallati i ëndërrave (1982)
  • Nederlandse vertaling: Roel Schuyt
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 4 juni 2024
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman uit 1982 van de Albanese schrijver Ismail Kadare

De twintigjarige Mark-Alem, telg van een oud geslacht van hoogwaardigheidsbekleders, krijgt een baan aangeboden bij het Dromenpaleis. In deze kafkaëske instelling beoordelen en interpreteren medewerkers de dromen die men dagelijks in alle delen van het Ottomaanse Rijk verzamelt en noteert. Elke week kiezen ze daar een meesterdroom uit om aan de sultan te presenteren. Die keuze is gebaseerd op de relevantie voor het voortbestaan van het rijk.

Mark-Alem zoekt zijn weg in het bureaucratische labyrint. Wanneer hij verraderlijk snel stijgt op de hiërarchische ladder, wordt hij tegen wil en dank onderdeel van het overheidsapparaat.

In een sprankelende nieuwe vertaling uit het Albanees door Roel Schuyt.

Bijpassende boeken

Roberto Saviano – De eenzaamheid van moed

Roberto Saviano De eenzaamheid van moed recensie en informatie over de inhoud van het boek over de vermoorde rechter Giovanni Falcone. Op 3 juli 2023 verschijnt bij uitgeverij Spectrum de Nederlandse vertaling van Solo è il coraggio, Giovanni Falcone, il romanzo, geschreven door de beroemde Italiaanse journalist en schrijver Roberto Saviono.

Roberto Saviano De eenzaamheid van moed recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van De eenzaamheid van moed, Het verhaal van Giovanni Falcone. Het boek is geschreven door Roberto Saviano. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van nieuwe het true crime boek van de Italiaanse misdaadjournalist en schrijver Roberto Saviano.

Roberto Saviano De eenzaamheid van moed boek over Giovanni Falcone

De eenzaamheid van moed

Het verhaal van Giovanni Falcone

  • Auteur: Roberto Saviano (Italië)
  • Soort boek: portret, true crime boek
  • Origineel: Solo è il coraggio (2022)
  • Uitgever: Spectrum
  • Verschijnt: 3 juli 2023
  • Omvang: 600 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 29,99 / € 19,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Giovanni Falcone van Roberto Saviano

Roberto Saviano vertelt het waanzinnige verhaal van de moord op Giovanni Falcone

Palermo, 1982. Heel Sicilië is in de ban van een plaag die stilletjes ‘de maffia’ genoemd wordt. Onder leiding van Salvatore ‘Totò’ Riina is de onderwereld in de jaren tachtig volledig doorgedrongen tot het openbare leven en er heerst een angstcultuur door heel Italië. Maar terwijl de ongebreidelde macht van de Italiaanse maffia onontkoombaar lijkt te worden, zet één man achter de schermen alles op het spel om de Cosa nostra ten val te brengen. Zijn naam: Giovanni Falcone.

In dit meeslepende boek reconstrueert Roberto Saviano het ijzingwekkende verhaal van onderzoeksrechter Falcone en zijn jarenlange strijd tegen Totò Riina en de Italiaanse onderwereld, een strijd die hij uiteindelijk met zijn leven moest bekopen. Het is het verhaal van een doodgewone man die met zijn team de machtigste criminele organisatie van zijn tijd in kaart wist te brengen, haar ideologie wist te doorgronden en haar code van zwijgen wist te doorbreken. Op basis van een enorm aantal bronnen, procesverslagen en gesprekken met betrokkenen neemt Saviano ons mee naar het historische proces tegen de maffia en de man die het symbool werd voor de eenzaamheid van moed.

Bijpassende boeken en informatie

Mensje van Keulen – Moeder en pen Dagboek 1979-1983

Mensje van Keulen Moeder en pen Dagboek 1979-1983 recensie en informatie over de inhoud van het boek. Op 21 februari 2023 verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact het derde deel van de dagboeken van de Nederlandse schrijfster Mensje van Keulen.

Mensje van Keulen Moeder en pen Dagboek 1979-1983 recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Moeder en pen, Daboek 1979-1983 Het boek is geschreven door Mensje van Keulen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het derde deel van de dagboeken van Mensje van Keulen.

Mensje van Keulen Moeder en pen Dagboek 1979-1983 Recensie

Moeder en pen

Dagboek 1979-1983

  • Schrijfster: Mensje van Keulen (Nederland)
  • Soort boek: dagboek
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 21 februari 2023
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het dagboek

  • Net als in de twee eerdere dagboeken van Mensje van Keulen die zijn verschenen, schrijft ze weer onomwonden en schijnbaar goudeerlijk haar gedachten en ervaringen op. Deze keer ligt de focus op de nasleep van een huwelijk dat is gestrand en het leven als een alleenstaande moeder aan het begin van de roerige jaren tachtig van de vorige eeuw. Teleurstelling, verdriet en korte moment van geluk wisselen elkaar af. Ze legt in haar dagboek genadeloos de voor vrouwen vaak schrijnende tijdgeest bloot van het begin van de jaren tachtig van de vorige en doet dit onomwonden in een mooie stijl die ook haar vorige dagboeken zo kenmerkt. (Allesoverboekenenschrijvers, ∗∗∗∗)

Flaptekst van de dagboeken 1979-183 van Mensje van Keulen

In Moeder en pen, het derde deel in de dagboeken, volgen we Van Keulen in de jaren daarna. Inmiddels is ze meer dan een gevierd schrijver, ze is moeder én ze is gescheiden. Hoe dat alles overeind te houden levert vragen op waar vrouwen, waar schríjvers, ook vandaag de dag mee worstelen. Moeder en pen verduidelijkt de wispelturige nasleep van een falend huwelijk, de strijd om te kunnen blijven schrijven en de keus om als alleenstaande ouder verder te gaan – zoals altijd is Mensje van Keulen immer actueel. In 1976 begon Mensje van Keulen een dagboek bij te houden waarin ze haar beslommeringen, gebeurtenissen en verhalen schokkend openhartig noteerde. Alle dagen laat en Neerslag van een huwelijk (over de periode 1976-1979) gaven dan ook een intrigerend beeld van de huiselijke en literaire sores, vrolijke avonden met collega’s, en niet in de laatste plaats de keerzijde van de vrije huwelijksmoraal uit de voorgaande jaren.

Mensje van Keulen Neerslag van een huwelijk Dagboek 1977-1979 RecensieMensje van Keulen (Nederland) – Neerslag van een huwelijk
dagboek 1977-1979
Uitgever: Atlas Contact
verschijnt: 28 februari 2018
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Schrijnend openhartig verslag van een huwelijk in diepe crisis…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Rachel Ingalls – Mevrouw Caliban

Rachel Ingalls Mevrouw Caliban roman uit 1982 recensie en informatie over de inhoud. Op 6 juli 2022 verschijnt bij Uitgeverij Orlando de Nederlandse vertaling van de Amerikaanse klassieker Mrs. Caliban van schrijfster Rachel Ingalls.

Rachel Ingalls Mevrouw Caliban recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Mavrouw Caliban. Het boek is geschreven door Rachel Ingalls. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de roman uit 1982 van de Amerikaanse schrijfster Racel Ingalls.

Rachel Ingalls Mevrouw Caliban Roman uit 1982

Mevrouw Caliban

Orlando Leesclub Klassieker

  • Schrijfster: Rachel Ingalls (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: Mrs. Caliban (1982)
  • Nederlandse vertaling: Lisette Graswinkel
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 6 juli 2022
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman uit 1982 van Rachel Ingalls

Een slaperige Amerikaanse buitenwijk. Dorothy wijdt zich aan het huishouden en wacht tot haar man thuiskomt. Romantiek is wel het laatste wat ze verwacht. Dan hoort ze een vreemde aankondiging op de radio over een monster dat zojuist is ontsnapt uit het Oceanografisch Onderzoeksinstituut.

Mevrouw Caliban is door recensenten vergeleken met King Kong, de verhalen van Edgar Allen Poe, de films van David Lynch, Beauty and the Beast, The Wizard of Oz, E.T., Richard Yates’ huiselijke realisme, horrorfilms en de sprookjes van Angela Carter. Dat zo’n bescheiden novelle zo’n keur aan elementen kan omvatten, is het bewijs van zijn verrassende en unieke charme.

Rachel Ingalls (1940-2019) werd geboren in Boston, maar woonde vanaf 1965 in Engeland. Haar roman Mrs. Caliban (1982) werd door de British Book Council uitgeroepen tot een van de twintig beste Amerikaanse romans sinds de Tweede Wereldoorlog.

Bijpassende boeken en informatie

Thomas Bernhard – Beton

Thomas Bernhard Beton recensie en informatie over de inhoud van de Oostenrijkse roman uit 1982. Op 25 maart 2022 verschijnt bij uitgeverij Vleugels de Nederlandse vertaling van de roman Beton van de schrijver uit Oostenrijk, Thomas Bernhard.

Thomas Bernhard Beton recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Beton.  Het boek is geschreven door Thomas Bernhard. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman uit 1982 van de Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard.

Thomas Bernhard Beton Recensie

Beton

  • Schrijver: Thomas Bernhard (Oostenrijk)
  • Soort boek: Oostenrijkse roman
  • Origineel: Beton (1982)
  • Nederlandse vertaling: Ria van Hengel
  • Uitgever: Uitgeverij Vleugels
  • Verschijnt: 24 maart 2022
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback

Flaptekst van de roman van Thomas Bernhard

In plaats van het musicologische boek dat hij eigenlijk wil schrijven produceert Rudolph dit duistere en groteske verslag van kleine ellende en grote verschrikkingen, die bijna tot in het oneindige worden gedetailleerd en gerepeteerd. We lezen over zijn zus die hij aantrekt en afstoot, zijn huis dat hij haat, zijn ziekte die hij zorgvuldig koestert, zijn tien jaar durende poging om de perfecte openingszin te schrijven en zijn ontsnapping naar het eiland Mallorca, dat de plek blijkt te zijn van het zeer reële horrorverhaal van iemand anders en dat hem uiteindelijk geen bevrijding brengt.

Beton is een somber en hilarisch relaas van uitstelgedrag en mislukking: Thomas Bernhard op zijn best.

De in Nederland geboren Oostenrijkse schrijver Thomas Bernhard (1931-1989) was een van de bekendste toneelschijvers van zijn tijd. Naast zijn toneelwerken schreef hij onder andere romans en autobiografisch proza die gerekend worden tot het belangrijkste proza in het Duitse taalgebied.

Thomas Bernhard was een buitenechtelijk kind dat aanvankelijk bij zijn grootouders opgroeide, maar naderhand ook in Nationaal Socialistische internaten terechtkwam. Deze jeugd en de gevolgen ervan zijn in veel van zijn werken terug te vinden. Ook zijn zwakke gezondheid speelt in veel van zijn werken een belangrijke rol. Tot zijn dood zal hij een haat-liefde verhouding hebben met Oostenrijk. Zo verbood hij het opvoeren van zijn toneelwerken in Oostenrijk tot 50 jaar na zijn dood.

Bijpassende boeken en informatie

Gerald Murnane – De vlakte

Gerald Murnane De vlakte recensie en informatie over de inhoud van deze Australische roman. Op 11 februari 2020 verschijnt bij Uitgeverij Signatuur de Nederlandse vertaling van de roman The Plains van de Australische schrijver Gerald Murnane.

Gerald Murnane De vlakte Recensie en Informatie

Recensie van: Tim Donker

En dan, lezend (zoals gewoonlijk elke avond). In het boek. Dit boek. Het boek met het blauw en het geel en het groen en het zwart. Dat ik niet zal beweren dat ik er al ver in ben; ik ben, lawwezeggûh, op éénderde ofzo. Voor mij ligt mijn aantekeningenboekje en het is leeg. Of. Naja. Leeg. Het staat mudvol met krabbels, ideeën, invallen, gedachten, overpeinzingen, bevindingen. Maar niet één ervan heeft betrekking op dit boek. Het blaadje waarop ik MURNANE schreef, in kapitalen ja, en met een forse streep eronder. Dat blaadje is nog leeg. Opmerkelijk. Toch enkele tientallen pagina’s gelezen hebben al, en nog niet één mooie zin te hebben genoteerd. Of een stilistische opvallendheid. Iets dat me had doen lachen, huiveren, peinzen. Iets dat me roepen deed “Ja, zo is het!” of “Die slag is jou, Murnane!”. Een term die ik nog eens opzoeken wil. Enkele prikkelende tegenstrijdigheden. Wat losse associaties. Niets. Wit. Leegte. Blanco. Het overkomt me niet vaak dat ik bij het lezen van een boek – of toch: bij een boek dat ik zinnens ben te bespreken – met het halverwege al in zicht – of toch: reeds voorbij halverwege halverwege – klaarblijkelijk nog niet één keer naar mijn pen heb willen grijpen.

Dit is een moeilijk boek. Maar niet omdat het een moeilijk boek is. Het bevat geen wagonladingen personages met verwarbare namen, of ingewikkelde verhaallijnen, duizelingwekkende meerlagigheden, intellectualistische intertekstuele verwijzingen, onvoorziene plotwendingen, ondoorzichtige motieven, onnavolgbare tijdssprongen, onbegrijpelijke dialogen… En een “pil” is De Vlakte ook bepaaldelijk niet. “Dun boekje.” zei de man die het me gaf. Hij woont in een flat, die man. Op het bovenste verdiep dan nog. En van dat allerbovenste verdiep kwam hij afgezakt, met het boek in zijn hand, helemaal naar dat buiten waar ik stond. “Dun boekje.” zei hij op een toon die suggereren wilde dat ik het wel zo gelezen zou hebben. Maar dat had ik niet. Geenszins. Weken. Maanden. Ofzo. Wie houdt dat bij, wie kijkt er op zijn almanack. Hou het op lang. Lang had ik nodig voor dit werkje van Gerald Murnane. Goed, dat ligt niet alleen maar aan De Vlakte zelve. Deels komt het ook door mijn leesgewoontes. Ik lees veel, en vaak. Maar nooit lang achtereen. Vroeger was dat omdat lezen me altijd weer deed willen schrijven. Maar nu ik kinderen heb, zijn zij het meestal die me mijn lezen doen afbreken. Want ze willen dat ik een broodje voor ze smeer. Of ze hebben een tekening gemaakt die ik absoluut NU moet zien. Of ze willen een spelletje met me doen. Of er moet iets uit de schuur gehaald, of van een hoge kast gepakt. Of ik moet bemiddelen in een conflict. Altijd iets dat zich lastig laat combineren met verder lezen. En dan is er nog dat andere ding. Ik lees altijd zo’n honderd boeken door elkaar.

Wat? Eh, ja. Dat is begonnen, ooit, op een dag in de herfst een jaar of dertig geleden (geef of neem een paar jaar). Ik herinner het me graag als een dag in de herfst. Ten eerste omdat dat sfeervoller is. Ten tweede omdat het een donkere dag was, die dag. Maarja. Ik woonde in die dagen in die sombere, grauwe, grijze studentenflat op het onderste verdiep en daar was het altijd donker. Geen licht viel daar naar binnen. Ik las Geschiedenis van de westerse filosofie van Betrand Russel. Het tweede boek. De katholieke filosofie. De kerkvaders. De scholastiek. Goed voor tweehonderd bladzijden. Taai. Droog. Oersaai. Maar ik wilde lezen. Weten. Snappen. Volgen. Hoe het allemaal gelopen kon zijn. Van de zonsverduisteringvoorspellende Thales tot – ja tot wat? Tot nu. Tot lawwezeggûh Foucault of Deleuze of Sloterdijk of Feyerabend of Agamben of Morton ofzo, van daar naar hier. Nee, wacht. Ik wilde de filosofie in haar geheel kunnen begrijpen. Zoals. Misschien. Je af en toe denkt dat je beter begrijpen zult hoe je vader was als je bepaalde gebeurtenissen uit zijn leven weet. Gebeurtenissen waar hij nooit over sprak, en die niet eens per se bijzonder hoeven zijn. En aww, de filosofie, de moeder van het (jouw) denken, wat kon haar geschiedenis je allemaal niet verduidelijken? Maar dan mocht je geen hoekje overslaan. Het moet zijn dat ik toen nog geloofde aan de ongecorrumpeerdheid van historici – dat ik toen nog niet dacht dat alle geschiedschrijven eo ipso een vervalsen inhoudt. Dus het tweede boek eenvoudigweg overslaan was geen optie. Je kon op een lange reis naar het zuiden toch ook niet zomaar ineens driehonderd kilometer verder zijn? (o dus ik dacht me de “geschiedenis” dus ook nog als een ontwikkeling? een rechte lijn? van A naar B? of noord naar zuid?). Maar tussentijds je kamp opslaan: ergens verwijlen, zwemmen, vissen, op je rug naar de sterren kijken en vooral: eventjes niet meer bezig zijn met Thomas van Aquino of Johannes Scotus – dát kon natuurlijk wel. Ik besloot een pauze in te lassen en een tijdje in een ander boek te lezen. Dat werd Wapenbroeders van Louis Paul Boon. Maar. Ja. En tsja.

Ja en tsja. Boontjes intense schrijfstijl kon nauwelijks gelden als een tijdelijke verlichting van de leeslast. Al na enkele bladzijden had ik dringend de behoefte aan een pauzeboek om pauze te kunnen nemen van het pauzeboek. Ik dacht dat dat derde boek TikTak van Suso DeToro was. Maar goed mogelijk dat ik dat mis heb.

Hoe ook. Mensen. Toen is het begonnen. Dan en daar. Die dag, dat kamertje, die flat. Drie boeken werden tien boeken werden vijftig boeken werden honderd boeken. Dat kan hoor. O, wat ik al niet kocht bij alle kringloopwinkels waar ik kwam, alle boekenstalletjes die ik zag, elke De Slegte die er (toen. ooit) maar was in Nederland en België, bij elk tweedehands boekwinkeltje in een tijd dat elk middelgroot dorp er nog wel één had. Natuurlijk lees ik niet in al die boeken even aktief. Het hangt er van af. Van waar ik ben, bijvoorbeeld. Er zijn bovenboeken: een nog altijd groeiende, hoge stapel op mijn nachtkast: daar zal ik eerder naar grijpen als ik in bad ga, zinnens ben de bovenwc te gebruiken of midden op de avond op bed ga liggen niet omdat ik wil slapen maar omdat ik het getetter van rtl4 of sbs6 meer dan zat ben (zoals gewoonlijk elke avond). Wil ik Engels lezen?, beschouwelijk werk?, abstracte poëzie?, absurde kortverhalen?, romans van minimaal achthonderd bladzijden? Heb ik zin in iets herfstachtigs of juist in iets dat me zomers en licht doet voelen (in beide betekenissen van dat woord)? Vervreemding? Surrealisme? Dadaïsme? Beklemming? Naargeestigheid? Woorden die me denkend zetten, woorden die me doen opveren omdat ik ze absoluut in rechtstand tot me wil nemen, woorden als oorden, of woorden die me alleen maar doen lachen? Het is nu eens in de ene hoek, dan weer in de andere gezocht.

(Mijn vrouw moet daar niet zoveel van weten, van al die boeken overal. Stapels. Op de hoek van de eettafel, op het drankencabinet, op de vloer, op het secretaire, op mijn nachtkast, op de schouw. Soms toon ik mijn goede wil en prop ik wat stapels in één of andere la. Dan vergaat de tijd zoals die dat gewoon is te doen, en dan breekt er op een dag weer een dag aan. Een dag waarop ik een boek zoek omdat ik er even iets in wil naslaan, en dan vind ik dat boek niet maar kom ik wel allerlei boeken tegen die ik ooit, weken of maanden geleden in een la had gepropt om mijn goede wil te tonen, boeken waarin ik aan het lezen was, god betere het!, niet heel aktief misschien maar toch, en dan haal ik boek naar boek weer boven tot de volgende keer dat ik me geroepen voel mijn goede wil te tonen)

En dan zwijg ik nog van de boeken waarover ik schrijven wil. De bespreekboeken (zoals deze). Sommige boeken worden bespreekboeken omdat ik me bij hoge uitzondering eens iets heb aangeschaft van nog relatief recente datum; iets waarvan ik al lezende ben gaan denken Hee! Dit zouden meer mensen moeten lezen! Doch negen keer op tien denk ik dan een dertig- of veertigtal pagina’s later alweer Nee, wacht – dit moet niemand lezen. Waarom zit ik hier zelf nog mijn zuurverdiende leestijd aan vuil te maken eigenlijk? Veruit de meeste bespreekboeken worden mij gegeven om ze te bespreken. Die krijg ik dan, bijvoorbeeld van die man die op het bovenste verdiep in ergens een flat woont. Dit boek ook. Hij kwam er mee aan, helemaal naar beneden vanaf zijn verre bovenste verdiep, hij zei Het is maar een dun boekje.

Ja. Het is maar een dun boekje. En toch duurde het lang als ellen vooraleer ik de laatste bladzijde omgeslagen had. Ja, dat met die honderd boeken en die vele vele leesstapels en die danig versnipperde leestijd helpt niet mee om snel door boeken heen te zijn nee. Mijn goesting verandert ook zo vaak. Dan ken ik een schrijfstijl na enkele tientallen pagina’s wel zo’n beetje en dan wil ik weer even een andere toon, een andere thematiek, een andere stem. Maar er zit beslist ook iets in dit boek dat maakt dat je er niet in “wegzinken” kunt. De Vlakte is alles. Maar een soepel boek is het niet.

Allereerst lijkt het niet in Murnane’s bedoeling te hebben gelegen om enige identificatie van de lezer met de hoofdpersoon gemakkelijk te maken. De “ik” blijft tot op de laatste bladzijde een vreemde. “Ik” geeft weinig prijs zodat je aan het einde niet heel veel meer over hem weet dan je wist aan het begin, of alleen al door lezing van het achterplat. Duidelijke gevoelens lijkt hij niet te hebben, we krijgen zo goed als geen informatie over zijn verleden en andere gedachten dan die te maken hebben met het onderwerp (de vlakte), komen niet of nauwelijks aan bod. Navelstaarderij is “ik” vreemd – zelfs zijn naam wordt niet genoemd (overigens krijgt niemand in het boek een naam). Wie niet toevallig een in Australië woonachtige cineast is, heeft weinig gemeen met de hoofdpersoon van DE Vlakte.

Ook het onalledaagse verhaal biedt niet direct een uitgestoken hand. “Ik” is, als gezegd, een filmmaker (een jonge filmmaker, voegt het achterplat daar nog aan toe) die een film wil maken over de vlakte van het Australische binnenland. Dan kun je als filmmaker zomaar van alles doen. Je kunt met een camera op je schouder de vlakte op gaan, en filmen tot je een ons weegt, en het materiaal vervolgens met klein budget monteren tot een min of meer “veelzeggend” of “kunstzinnig”  geheel. Je kunt avond en avond aan je tafel gaan zitten en met bloed en pijn en zweet en tranen schrijven en schrappen en schaven aan een synopsis en een scenario en een draaiboek of hoe heet dat allemaal, en je pas daarna een keer buigen over de vraag “En wat nu?”. Je kunt een stelletje gelijkgestemden om je heen verzamelen en jezelf een groep noemen en die groep een naam geven en drukker bezig gaan met manifesten schrijven dan met films maken. Je kunt tot op hoge leeftijd blijven dromen over een film en op een dag (in, uiteraard, de herfst) schouderophalend zeggen dat je er nu te oud voor bent. Maar de ikfiguur uit De Vlakte gaat naar een hotel.

In dat hotel heeft een aantal grootgrondbezitters een afgelegen lounge afgehuurd. (“if anybody wants you???” “I”LL BE IN THE LOUNGE!”). Ze verlenen audiëntie aan een hele horde kunstenaars, ambachtslieden, wetenschappers, filosofen en geloofsverspreiders (dan wel –stichters) die ondersteuning behoeven bij het ten uitvoer brengen van hun gedroomde project. De sessies duren dagen. De één na de ander verdwijnt in die lounge om zijn idee voor te leggen aan de grootgrondbezitters. De overigen hangen rond in de bar van het hotel. Ze drinken. Ze praten. Ze mijmeren maar wat voor zich uit. Ze staren in het blauwe heenin. Het duurt en het duurt. De ikfiguur wacht, denkt en drinkt. Zegt Teju Cole:  “Murnane, een genie, is een waardige erfgenaam van Beckett”, en het moet zijn dat Signatuur dacht dat Beckettfans dat zou doen brullen van enthousiasme, want ze zetten de uitspraak op het omslag (het deed mij wel brullen van enthousiasme, in zoverre had ulieden gelijk, Signatuur. maar hoeveel Beckett-fans telt Nederland eigenlijk nog?). Maar daar, op éénderde, of naja toch: reeds voorbij halverwege halverwege, leek het me nog niet erg op Beckett te lijken. Zo waren er naar Beckett-maatstaven al veel te veel bijfiguren, en sommige daarvan zeiden dan ook nog wat ook. Maar ineens dacht ik: stel je voor dat de ikfiguur nooit bij de grootgrondbezitters naar binnen geroepen wordt! Dat het hele boek zal gaan over het wachten op een audiëntie die hem uiteindelijk nooit verleend wordt! En hij gans die 158 pagina’s lang (ja het boek zelve is langer maar de rest is gevuld met een niet tot het verhaal behorende briefwisseling tussen Gerald Murnane en de eerder genoemde Teju Cole) alleen maar in de bar van een hotel zal zitten te zitten! Wow! Ja, dat zou behoorlijk beckettiaans zijn ja, en behoorlijk geniaal ook. Geniaal!, ik dacht ja, en schreef het misschien ook nog wel ergens op die angstvallig lege bladzijde in mijn aantekeningenboekje – zodat daar nu één woord stond. Geniaal. En verder niets. Maar dan wordt hij toch tegen zijn verwachting in (of minstens toch tegen de mijne) naar binnen geroepen en kan er zoiets als een “verhaal” in gang komen (en het is altijd oppassen als verhalen in gang komen want niet zelden is het dáár waar het mis gaat).

De scène die dan volgt is even bizar als grappig. Zes landeigenaren ontvangen de ikfiguur, een zevende ligt te slapen op een veldbed in de hoek. De drank heeft rijkelijk gevloeid, zoveel is duidelijk (en zal ook rijkelijk blijven vloeien). In een toneelmatig weergegeven gesprek praten alle zes in eerste instantie volkomen langs elkaar heen. Iedereen houdt het bij zijn eigen obsessies. Later raakt het gesprek meer geïntegreerd; als een dissonant koor dat zich naar een harmonieus refrein toezingt. Niettemin blijft ieder zijn hoogstpersoonlijke accenten leggen. Veel ruimte om zijn idee te presenteren krijgt de ikfiguur niet. Pas als de zevende man opstaat van het bed en zich in het gesprek mengt, kan de ikfiguur gaan praten. En hoewel de zevende landeigenaar veel van wat de ikfiguur zegt schandalig vindt, neemt hij hem toch in dienst: “Ik kon zolang te gast zijn als ik wilde blijven. Maar het zou beter zijn als ik op een mij passend moment een betrekking in zijn huishouden zou aanvaarden. Een naam voor die betrekking kon ik zelf kiezen. Hij stelde ‘directeur filmprojecten’ voor, maar hij verwachtte wel dat ik me daar nog eens voor zou gaan schamen. Mijn salaris zou elk redelijk bedrag inhouden boven de kosten die het uitoefenen van mijn taken eiste. Natuurlijk zou er geen formele lijst van taken zijn om mijn werkterrein te beperken.”

Let op. Het is goed mogelijk dat het mogelijk is & het kan zijn dat het kan zijn. Dat dit misschien mogelijkerwijs allicht (bijwoorden van twijfel) aan de orde van de dag is, daar in dat verre Australië met zijn vlaktes zijn kangoeroes zijn hitte zijn sluitneder zijn razzia’s. Dat grootgrondbezitters alle dagen een volmaakte vreemde voor onbepaalde tijd in hun huis opnemen om tegen een onduidelijk loon niet welomschreven werkzaamheden te verrichten. Maar ik lees dit niet daar in dat verre Australië, ik lees dit in het al te nabije Nederland. Waar de herfst meedogenloos is ingetreden, Rutte, Grapperhaus en De Jonge veel te veel macht gekregen hebben en angst en middelmaat regeren. En de “plot” (zo het er al één is) van De Vlakte komt mij lichtelijk bizar voor, zij het ook weer niet zó bizar dat je van absurdisme, groteske, surrealisme of voor mijn part in gilsiaanse terminologie gevat “paraproza” (“transludiek”, hee) kunt spreken. Te buitengewoon om gewoon te zijn, deze Murnane maar te gewoon om buitengewoon te kunnen zijn. Zoiets. Binnen zijn ongebruikelijkheid blijft De Vlakte steeds realistisch, soms zelfs op het gortdroge af. Wat dan wel weer passend is bij het vlakke Australische binnenland.

Bizar realisme. Bestaat dat? “Bialisme”. (hee!). Mag ik die term dan munten, mensen? Ze lijkt goed van toepassing te zijn op De Vlakte. Het bizar realisme (of toch maar bialisme?) is één van de redenen waarom ik slecht toegang vind tot dit boek. Eénmaal wonend op het landgoed van zijn broodheer (de ikfiguur verwijst naar hem als “mijn beschermheer”) is er van enig beperkt werkterrein zeer zeker geen sprake; het is me eigenlijk volslagen onduidelijk wat “ik” nu alle dagen zit te doen, daar. In plaats van aktief aan zoiets als een film te werken (hoe men dat dan ook doet, aktief aan een film werken), zit hij meestentijds in één van de vele bibliotheken die het landgoed rijk is. Bibliotheken die tot de nokken toe gevuld zijn met kunst, proza, poëzie van en over de vlakte. Daarover zit hij dan te peinzen. Over de vlakte en over wat anderen zoal gepeinsd hebben over de vlakte.

Zulks is moeilijk inkomen ik zei, en zeg nu opnieuw. Iemand wordt volledig voorzien in zijn levensonderhoud in ruil voor gepeins dat zonder fysieke weerslag blijft. Naar vorderingen van het een of andere project wordt nooit gevraagd. Maar goed, leven in abnormale levensomstandigheden is überliterair en elke toetsing aan de realiteit is voor beperkten. Bovendien is voor iedereen die creërend bezig is, het niet totaal onherkenbaar om veel meer bezig te zijn met het denken over, en dan het denken over denken, en dan het verloren lopen in één of andere zijweg van iets dat maar zijdelings te maken had met iets zijdelings van waar het ooit om begonnen was, dan met het werkelijke “creëren” (wat dat dan ook is). Maar “ik” peinst over de vlakte, over de kunst van de vlakte, de religie van de vlakte, de filosofie van de vlakte, de proza en de poëzie van de vlakte, en over wat grootgrondbezitters (kennelijk de grote voorvechters van de vlaktecultuur?) zoal al of niet gevonden hebben van al dat de vlakte aan materiaal heeft opgeleverd, over bepaalde stromingen en substromingen in het denken over (de cultuur van) de vlakte, over hoe dit denken zich ontwikkeld heeft en de “biarealistische” aard van al deze bespiegelingen maken vele tientallen bladzijden van De Vlakte tot taaie kost. Weeral is het goed mogelijk dat het mogelijk is: dat er dus zo’n grootse cultuur bestaat van en over het Australische binnenland, maar als ik het binnen mijn verstaanshorizon tracht te trekken en er bijvoorbeeld Drenthe van maakt krijgt het weeral absurde (maar niet: absurdistische) trekken.

Omdat “ik” voornamelijk over anderen denkt: over een andere cultuur (“ik” lijkt van origine geen vlaktebewoner te zijn) en over wat anderen over die andere cultuur gedacht en gezegd hebben, krijgt hij zelf ook gedurende het verhaal nauwelijks vorm. Dat maakt het lastig met hem te sympathiseren, of zelfs maar hem te begrijpen. Omdat hij nooit op zichzelf reflecteert, komen ook zijn toch al spaarzame handelingen nogal eens uit de lucht vallen. Zo is er een scéne waarin hij maar weer eens tussen de boeken verscholen zit in de bibliotheek en door een raam de dochter van zijn beschermheer ziet lopen. Ze staat stil en kijkt omhoog. Ineens gaat “ik” meubels verslepen en op elkaar zetten. Na enige regels heeft de lezer dat hij dit doet om een manshoge “pop” van zichzelf te maken, op ware grootte. En als hij dan naar buiten gaat, naar de plek waar de dochter van zijn beschermheer stond toen ze omhoog keek, begrijp je dat hij dit gedaan heeft omdat hij wilde weten of en hoe ze hem gezien heeft toen ze daar stond (doch nog niet waarom hij dat zo gaarne weten wil). Maar omdat “ik” nooit in zinnen denkt als “Ik vroeg me af of ze me gezien kon hebben” of “Ik besloot een replica van mezelf te maken om me vanuit haar standpunt te kunnen zien”, wekken zijn handelingen in eerste instantie alleen maar vervreemding op bij de lezer. En toch krijg ik niet de indruk dat Murnane op vervreemding uit is. Waardoor ik de scéne nogmaals wil lezen, nu zonder vervreemding, nu ik weet wat ik eerst niet wist.

En nu net dat. Net dat, beste mensen beste lezers van dit stukje. Net dat is wat het is: Murnane is me altijd één stap voor. Of één stap. Een hele hoop stappen eigenlijk, en ik snel hem achterna en kijk om omdat ik wil zien waar we gelopen hebben en pas dan zie ik dat het best een mooie weg was en wil ik hem nog een keertje gaan. De Vlakte is een herleesboek maar voor iemand die altijd zo’n honderd boeken tegelijk leest, is herlezen van boeken geen evidentie. Plus daarbij, diene mens die op het bovenste verdiep in die flat woont, heeft me uitdrukkelijk gevraagd het boek terug te geven. Dus moet ik het bij deze ene lezing van De Vlakte houden en Murnane heeft het me uiterst lastig gemaakt om er een of ander duidelijk “iets” van te peinzen. Murnane schrijft niet naar me toe. Ik voel niet mee met de ik in dit verhaal. Voelen is sowieso al van ondergeschikt belang in De Vlakte. De vrouw van de beschermheer zit wel eens bij “ik” in één van de bibliotheken en uit een paar regeltjes blijkt dat “ik” haar best heel sympathiek vindt maar ook die gevoelens zijn tamelijk onnavolgbaar en spelen bovendien enkele bladzijden verderop al geen enkele rol meer. Steeds als ik denk aan te voelen welke kant het op zal gaan (eerst dacht ik dat “ik” nooit bij de grootgrondbezitters zou ontboden worden, toen dacht ik dat de dochter van “iks” beschermheer een rol zou krijgen in het verloop, en daarna de vrouw), gaat het een andere (of juist geen enkele) kant op. Alzo gaan ook veel van Murnanes zinnen. Hij componeert graag lange zinnen waarvan het slecht voorspellen is waar we zijn zullen als de punt wordt gezet. Zinnen die nopen tot herlezen. Ook al. Want wat zegt hij nou eigenlijk? Ontkent hij de ontkenning of bevestigt hij de bevestiging? Wat was ook alweer het begin van deze zin? Ik heb geloof ik even niet opgelet.

Tot slot ook het slot. Ook het slot is niet zoals ik slotten dacht te kennen. En ik vind niet eens dat een slot een slot moet zijn, of wat dan ook. Toch neemt mijn ruimdenkendheid ten aanzien van slotten een klein, licht-knagend gevoel van onbevredigdheid bij dit specifieke slot niet helemaal weg. Noem het wrevel. Of zeg verwarring. Mogelijkerwijs zit mijn onbekendheid met Australische literatuur en/of cultuur hier voor een deel tussen? Het Australische denken? Ik had ooit een Australische vriendin, en nu ik eraan denk: haar begreep ik eigenlijk ook nooit helemaal.

Dit is literatuur die niet reproduceert, maar op zichzelf staat: een “konkreet proza” zo men wil (wie weet Sybren Polet nog?). Een puur fictioneel schrijven: van het hoofd van de schrijver naar het hoofd van de lezer zonder dat het iets van een tussenruimte weerspiegelen wil. Hierom prijs ik Murnane. Hij heeft geen rijdende trein geschapen, waar je maar op te springen hebt maar een boek dat je slechts aanvaarden of verwerpen kunt. In deze volstrekte compromisloosheid herken ik inderdaad de geest van Beckett. Ik zie niet Becketts taalwoede, niet zijn duisternis, niet zijn absurdisme, niet zijn humor. In de hermetiek van de vlaktefilosofieën kan ik nog wel de Beckett van zijn betogende teksten herkennen (maar die Beckett moet ik niet zo eigenlijk, al een geluk dat hij nog zo weinig betogende teksten heeft geschreven anders had ik me als completist nog meer dat mij niet lief is moeten aanschaffen dan mij lief is) (?) (of ja, misschien ook wel de hele vroege Beckett, die nog joyceiaans was tot op het bot, de Beckett van Droom van matig tot mooie vrouwen, misschien dat iets van die Beckett ook nog wel rondwaart in De Vlakte) (maar ook die Beckett is best vervelend eigenlijk) (en de Beckett van de wat overschatte trilogie is ook nog niet helemaal wat hij waard kan zijn) (hmm, eigenlijk heb je met Watt wel de essentiële Beckett in huis) (en Hoe het is) (en wat van die losse, dunne boekjes, hoe heten ze allemaal). Maar waar zat ik? Wel, hoe alles opgeofferd wordt aan een totale eigenzinnigheid dat is voorzekers wel beckettiaans (of is het beckettesk?) ja en het is dan ook vandaar dat ik wel meer zou willen lezen van Murnane.

Gerald Murnane De vlakte Recensie001Boek-Bestellen

Muziekliefhebbers spreken wel over een “instapplaat”. Dat is me wat, mensen, zo’n instapplaat. Het is dé plaat die je heeft doen interesseren in een band of artist om vandaaruit kennis te maken met de rest van het oeuvre. Voorwaarde is dan wel dat er een verder oeuvre te ontdekken valt; bands of artisten die het bij een plaat of drie hebben gelaten, kunnen uiteraard geen instapplaat hebben. Homesickness is één van de allerbeste platen ooit gemaakt en o! dat ware een geweldige instapplaat geweest, maarja: You Fantastic! maakte alleen maar die ene vollelengte cd en dan nog twee ep’tjes (waarvan één fantastisch en één ronduit zwak is). De vonk moet ook niet uitdoven vooraleer je het geld of de tijd gehad hebt om je in dat verdere oeuvre te verliezen, zoals mij gebeurde toen ik Golden Sings That Have Been Sung van Ryley Walker hoorde wat ik toen echt een bloedmooie plaat vond. Maar ik hoorde andere liedjes van andere platen en geen enkel liedje leek me aantrekkelijk genoeg om de plaat waar het op stond in aanschaf te doen en toen ik laatst Golden Sings… weer eens draaide, vond ik er eigenlijk niet zoveel meer aan. Een instapplaat kan de debuutplaat zijn maar dat hoeft niet. Al is het meestal wel zo dat het hoogtepunt te vinden is bij het vroege werk. Weinig bands of artisten beginnen pas bij hun tiende plaat interessant te worden. Ten beste weten ze een redelijk geluid te consolideren, en ook daar begint het niet zelden ten lange laatste oninteressant te worden. Zo kan ik me niet meer heugen wanneer het me nog enthousiasmeerde als de nieuwe Swans er was.

Enfin. Ik vraag me af of De Vlakte een handig gekozen instapboek voor het oeuvre van Murnane is. De man schreef al zo’n vijftien boeken, en niet eerder werd er een boek van hem in het Nederlands vertaald. Waarom gekozen voor een boek uit het hele begin van zijn oeuvre, zijn derde boek, een boek dat hij zelf rekent tot een fase die hij inmiddels achter zich gelaten heeft? In de briefwisseling tussen Teju Cole en Gerald Murnane die nota bene achter in dit boek is opgenomen, stelt Murnane dat zijn schrijfstijl zich heeft moeten ontwikkelen in de eerste tien jaar van zijn schrijversbestaan. Daarbij noemt hij De Vlakte zelfs met name: “Hoewel ik trots ben op Tamarisk Row, A Lifetime on Clouds en De Vlakte, kan ik die boeken nooit opnieuw doornemen zonder dat ik er iets in wil verbeteren. Ik denk dat ik, toen ik die boeken schreef, er nog te zeer op gebrand was om de precieze, de meest passende woorden of zinssneden te vinden, alsof bepaalde woorden of woordcombinaties rijker en krachtiger waren dan andere.” (wat misschien het zo cognitieve aspect van dit boek verklaart).

Ook voordat ik Murnanes woorden over De Vlakte had gelezen, proefde dit boek al als niet nog geheel gerijpt. In veel gevallen kan dit tot voordeel strekken. Als ik hierboven zei: bij musici gaat het nogal eens mis als ze volgens critici “hun sound hebben gevonden” want dan begint negen keer op tien het middelmatige, het inwisselbare, het bloedeloze. Ook bij schrijvers kan dit fenomeen op de loer liggen. Jong, onbekend, nog zonder publiek leggen ze een durf en experimenteerdrang aan de dag die in hun latere werk langzaamaan verdwijnt. Maar bij Murnane zou dit –schat ik zo in- nog wel eens andersom kunnen zijn. Misschien is hij wel die schrijver die toen hij jong was nog dacht dat hij / het schrijven aan van alles diende te voldoen, een ballast die hij bij het klimmen der jaren pas overboord wist te gooien? Ik weet het niet want hoewel ik ook zeer veel Engelstalig lees, is dit voor mij ook pas de eerste kennismaking met de Australiër. Ik raad maar zo’n beetje naar de ontwikkeling in Murnanes schriftuur; een raden dat ik doe op grond van het gegeven dat De Vlakte me intrigeerde zonder me helemaal te overtuigen. Ik kan me best voorstellen dat Gerald Murnane in de loop van komende jaren gaat uitgroeien tot één van mijn lievelingsschrijvers. Ik kan me ook voorstellen dat dat voornamelijk zal zijn vanwege elementen die in De Vlakte nog niet of nauwelijks aanwezig zijn. Dat het me over een jaar of vijftien nog zal verbijsteren dat De Vlakte mijn instapboek was.

De vlakte

    • Schrijver: Gerald Murnane (Australië)
    • Soort boek: Australische roman
    • Origineel: The Plains (1982)
    • Nederlandse vertaling: Sander Grasman, Thijs van Nimwegen
    • Uitgever: Signatuur
    • Verschijnt: 11 februari 2020
    • Omvang: 160 pagina’s
    • Uitgave: Paperback / Ebook
    • Recensie van: Tim Donker

Flaptekst van de roman van Gerald Murnane

Speels en dromerig meesterwerk, waarin een man op de Australische vlakte arriveert in de hoop een film te maken over de vreemde cultuur van de bewoners.

Gerald Murnane is tachtig, schreef zo’n vijftien boeken, The New York Times noemde hem “de grootste auteur in het Engelse taalgebied’ en hij lijkt een gedoodverfde Nobelprijswinnaar. Toch hebben veel mensen nog nooit van de Australiër gehoord. Misschien komt dat doordat Murnane in het gehucht Goroke woont, omringd door stapels archieven van zijn eigen schrijfsels. Hij heeft nog nooit in een vliegtuig gezeten, heeft geen tv en geen computer: hij schrijft met één vinger op zijn typemachine. Als hij niet schrijft, staat hij achter de bar van de lokale golfclub.

Zijn roman De vlakte, die in 1982 verscheen, geldt in kleine kring al als een meesterwerk. Nu wordt het hoog tijd dat zijn werk het grote publiek bereikt. Met De vlakte debuteert Murnane op spectaculaire wijze in het Nederlands taalgebied.

In deze roman arriveert een jongeman op de Australische vlakte in de hoop een film te kunnen maken over de vreemde, maar rijke cultuur van haar bewoners. Het resultaat is een minutieuze verkenning van het vlakke Australische binnenland en zijn landeigenaren.

Bijpassende Boeken en Informatie

Alice Walker – De kleur paars

Alice Walker De kleur paars recensie en informatie over de inhoud nieuwe vertaling van deze nieuwe Amerikaanse roman uit 1982. Op 1 september 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de Nederlandse vertaling van The Color Purple, geschreven door Alice Walker.

Alice Walker De kleur paars Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De kleur paars. Het boek is geschreven door de Afro-Amerikaanse schrijfster Alice Walker. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze klassieker uit 1982 van de Amerikaanse schrijfster Alice Walker.

Alice Walker De kleur paars Recensie

De kleur paars

  • Schrijfster: Alice Walker (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman, sociale roman
  • Origineel: The Color Purper (1982)
  • Nederlandse vertaling: Irma van Dam, Robert Dorsman
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 1 september 2020
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe vertaling van De kleur paars

Celie schikt zich in haar lot. In brieven aan God beschrijft ze dagelijks haar realiteit: haar ondermijnende echtgenoot, de uitzichtloze armoede en de afstand van haar zus, haar enige liefde. Maar zich verzetten doet ze niet. Tot ze Shug ontmoet, een verfijnde, vrijgevochten zangeres, die haar lot in eigen handen neemt. Langzaamaan herwint Celie een gevoel van eigenwaarde. Ze maakt zich los van haar verleden en besluit om terug
te vechten.

De kleur paars is het klassieke en ontroerende verhaal van een jonge, zwarte vrouw die opgroeit in armoede en segregatie in de Verenigde Staten aan het begin van de twintigste eeuw.

Bijpassende boeken en informatie

Ken Bugul – The Abandoned Boabab

Ken Bugul The Abandoned Boabab recensie en informatie over de inhoud van deze autobiografie uit Senegal. In 2008 verscheen bij Virginia University Press de Engelse vertaling van Le Baobab Fou de autobiografie uit 1982 van de Senegalese schrijfster Ken Bugul.

Ken Bugul The Abandoned Boabab Boek over Senegal

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de autobiografie The Abandoned Boabad. Het boek is geschreven door Ken Bugul. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de autobiografie uit 1982 van de Senegalese schrijfster Ken Bugul.

Ken Bugul The Abandoned Boabab Boek over Senegal

The Abandoned Boabab

The Autobiography of a Senegalese Woman

  • Schrijfster: Ken Bugul (Senegal)
  • Soort boek: autobiografie
  • Origineel: Le Baobab Fou (1982)
  • Engelse vertaling: Marjolijn de Jager
  • Uitgever: University of Virginia Press
  • Verschenen: 2008
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de autobiografie van Ken Bugul

The subject of intense admiration–and not a little shock, when it was first published–The Abandoned Baobab has consistently captivated readers ever since. The book has been translated into numerous languages and was chosen by QBR Black Book Review as one of Africa’s 100 best books of the twentieth century. No African woman had ever been so frank, in an autobiography, or written so poignantly, about the intimate details of her life–a distinction that, more than two decades later, still holds true.

Abandoned by her mother and sent to live with relatives in Dakar, the author tells of being educated in the French colonial school system, where she comes gradually to feel alienated from her family and Muslim upbringing, growing enamored with the West. Academic success gives her the opportunity to study in Belgium, which she looks upon as a “promised land.” There she is objectified as an exotic creature, however, and she descends into promiscuity, alcohol and drug abuse, and, eventually, prostitution. (It was out of concern on her editor’s part about her candor that the author used the pseudonym Ken Bugul, the Wolof phrase for “the person no one wants.”) Her return to Senegal, which concludes the book, presents her with a past she cannot reenter, a painful but necessary realization as she begins to create a new life there.

As Norman Rush wrote in the New York Times Book Review, “One comes away from The Abandoned Baobab reluctant to take leave of a brave, sympathetic, and resilient woman.” Despite its unflinching look at our darkest impulses, and at the stark facts of being a colonized African, the book is ultimately inspirational, for it exposes us to a remarkable sensibility and a hard-won understanding of one’s place in the world.

Bijpassende boeken en informatie

Harry Mulisch – De aanslag

Harry Mulisch De aanslag recensie en informatie over de inhoud van de beroemde oorlogsroman die voor het eerst werd uitgegeven in 1982. 

Harry Mulisch De aanslag Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de beroemde roman over de Tweede Wereldoorlog uit 1982, De aanlsag. De roman is geschreven door Harry Mulisch. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze oorlogsroman van Harry Mulisch.

Harry Mulisch De aanslag Roman uit 1982

De aanslag

  • Schrijver: Harry Mulisch (Nederland)
  • Soort boek: oorlogsroman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschenen: 1982
  • Omvang; 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)

Inhoud oorlogsroman van Harry Mulisch

Fake Ploeg, een collaborerende inspecteur van politie, berucht om zijn wreedheid, fietst tijdens spertijd door de buitenwijken van Haarlem naar huis. Door de winterse avond klinken plotseling zes scherpe knallen en Ploeg ligt dood op de stoep voor een rijtje van vier huizen, waarvan er een door de familie Steenwijk wordt bewoond. De verschrikkelijke gevolgen van deze gebeurtenis zullen de dan twaalfjarige Anton Steenwijk zijn leven lang blijven achtervolgen. De Aanslag kreeg bij verschijning in september 1982 een juichende ontvangst in de pers, was een groot verkoopsucces en vond snel zijn weg naar een groot lezerspubliek in binnen- en buitenland: wereldwijd zijn meer dan een miljoen exemplaren verkocht.

Bijpassende boeken en informatie