Sylvia Witteman Klein huiselijk leed recensie en informatie over de inhoud van het boek met columns uit Libelle. Op 14 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar het eerste boek met columns uit Libelle, geschreven door Sylvia Witteman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en de uitgave.
Sylvia Witteman Klein huiselijk leed recensie
Zodra er een boekbespreking of recensie van Klein huislijk leed, het nieuwe boek met columns, geschreven door Sylvia Witteman in de media verschijnt, zal er op deze pagina aandacht aan besteed worden.
Sylvia Witteman columns en informatie
Op 9 oktober 1965 is Sylvia Witteman geboren in Bloemendaal en groeide op in Overveen. Ze studeerde Nederlands maar brak de studie af om met haar man Philippe Remarque die journalist en correspondent was mee te reizen naar verschillende standplaatsen. Sinds 2005 schrijft ze columns voor de Volkskrant die in diverse boeken gebundeld zijn. Daarnaast publiceerde ze ook kookboeken. Maandelijks schrijft Sylvia Witteman ook een column voor het tijdschrift Libelle die in dit boek voor het eerst in boekvorm verschijnen.
Klein huiselijk leed
Columns uit Libelle
- Auteur: Sylvia Witteman (Nederland)
- Soort boek: columns
- Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
- Verschijnt: 14 mei 2024
- Omvang: 288 pagina’s
- Uitgave: paperback / luisterboek
- Prijs: € 22,50 / € 7,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van het boek met de Libellecolumns van Sylvia Witteman
Naast haar Volkskrant-stukjes, die al jaren trouw in de herfst gebundeld worden, schrijft Sylvia Witteman reeds tien jaar columns voor Libelle. Een gulle selectie verschijnt nu voor het eerst in boekvorm. In Klein huiselijk leed deelt Witteman behartenswaardige adviezen uit als: ‘Neem nooit een kat met lang haar. Echt niet. Ook niet wanneer hij/zij gratis is, zoals indertijd onze Lola.’ Ze deelt bespiegelingen over interieurinrichting, waarbij de term ‘bohemanian chic’ een goed inzetbare mantel der liefde lijkt voor schoorsteenmantels vol rommel, souvenirs van reizen, een opgezette fret in gevecht met een slang, en een goudkleurig bord met daarop de fraaie spreuk ‘De schoonste naam op ’t wereldrond/Het schoonste woord uit menschen mond/Is Moeder’.
Er zijn drie kinderen met eeuwig weerwoord, en, naarmate diezelfde kinderen steeds uithuiziger worden, de intiemere band met spullen. Zo is er sprake van broodrooster-overspel, rouw om de dood van een pepermolen en gesprekken met huisraad. ‘Zoek ik een vervanging voor het drukke gezinsleven dat in wat kalmer vaarwater komt? Zeg ik dáárom tegen een zak met een half gesneden volkoren erin: “Wat ben jij slordig opengescheurd”?’
Dit alles en veel meer, gelardeerd met herinneringen aan haar eigen gecompliceerde jeugd en het gezinsleven van weleer.