Vlucht over de Pyreneeën
Mijn tocht met Walter Benjamin
- Schrijfster: Lisa Fittko (Oostenrijk-Hongarije)
- Soort boek: memoir, reisverhaal
- Origineel: Mein Weg über die Pyrenäen: Erinnerungen 1940/41 (1989)
- Nederlandse vertaling: Michel Bolwerk
- Uitgever: Cossee Century
- Verschijnt: 11 mei 2023
- Omvang: 288 pagina’s
- Uitgave: gebonden boek / ebook
- Prijs: € 26,99 / € 14,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van het boek van Lisa Fittko
Voor antinazi’s die dreigden door de Franse politie aan Duitsland uitgeleverd te worden, was de ‘F-route’ in 1940 een geheime vluchtweg door de onbegaanbare Pyreneeën naar Spanje. Lange tijd wist niemand wat ‘F’ betekende, totdat de Amerikaanse journalist Varian Fry, eveneens een vluchthelper, het geheim onthulde en Fittko’s moedige onderneming in zijn herinneringen (Varians oorlog, Cossee 2024) noemde.
Lisa Fittko beschrijft haar tochten, met voornamelijk Duitse vluchtelingen, uiterst aanschouwelijk. Bijzonder indrukwekkend is haar reis met de kortademige filosoof Walter Benjamin, ook omdat zij zijn zware aktetas droeg met daarin het enige manuscript van zijn Passagenwerk, dat sinds zijn zelfmoord spoorloos is. Als het om standvastigheid, solidariteit, politieke intelligentie en onafhankelijkheid van geest in tijden van verzet gaat, is Lisa Fittko’s boek net zo uniek als deze Joodse socialiste zelf.
Lisa Fittko, geboren Elizabeth Eckstein (Oezjhorod, Oostenrijk-Hongarije, 23 augustus 1909 – Chicago, 12 maart 2005) kwam uit een Duitssprekend Joods gezin. Ze bracht haar jeugd door in Wenen en in Berlijn. Als toegewijde antinazi moest ze als jonge student in 1933 vluchten. In Praag ontmoette ze Hans Fittko, een Duitse journalist, met wie ze trouwde. Na korte perioden in Zwitserland en Nederland arriveerde het paar in 1939 in Parijs. Op 15 mei 1940 werd Lisa Fittko opgepakt en als ‘ongewenste buitenlander’ naar het beruchte vrouwenkamp van Gurs (Pyreneeën) gestuurd, waar zij haar vriendin Hannah Arendt kon helpen. Ze ontsnapte uit Gurs, ging naar Marseille, vluchtte in 1942 op een kolenschip naar Cuba en had geluk: in 1948 kreeg zij een visum voor de Verenigde Staten.