Jannemieke Caspers Het Heidi-feest recensie

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest recensie

Het Heidi-feest

  • Auteur: Jannemieke Caspers (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 9 april 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Jannemieke Caspers

Tussen hoge heuvels ligt een dorp, met de villa van de dokter, het slechtlopende hotel De Vallei, de apotheek, het café, een boekwinkeltje, en een station met één perron waar de treinen voorbijrazen. Niemand stopt hier, niemand vertrekt. Het dorp kampt met de gevolgen van een vijfdaagse overstroming en het jaarlijkse Heidi-feest is uitgesteld. Op een ochtend ziet BrozebottenGrietje vanuit haar kioskhokje op het perron plots twee vreemdelingen. Niemand anders heeft ze gezien, maar Grietjes observatie is genoeg om het gehele dorp te ontwrichten.

Het Heidi-feest is een grappig en grimmig verhaal over de angst voor de ander en wat de gevolgen kunnen zijn als we die te serieus nemen en ons erdoor laten leiden.

De personages die het debuut van Jannemieke Caspers bevolken doen denken aan de Noorderlingen in de gelijknamige film van Alex van Warmerdam.

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest recensie van Tim Donkers

Bestaat de moetlees?

Het boek waarna je leven nooit meer hetzelfde zal zijn
Het boek dat bij je opvoeding hoort
Het boek dat positieve stimulans geeft aan het geweten

Ofzo. Het boek dat je, kortom, gelezen moet hebben.

De bespreker bespreekt de boeken en iemand vraagt waar ist werk van en je denkt ja. Ja, je denkt want de bespreker is ook parelduiker. De bespreker verspreidt ook het woord. De bespreker wil ook boeken onder neuzen wrijven en lezen! roepen, dit nu lezen! schreeuwen, lees dit allemaal! van daken brullen. Maar het is dat “moeten” waar ik op stuk loop. Waar moeten verschijnt is waar willen verdwijnt. Dierhalve trek ik de kaart van de moetlees liever niet.

Maar. Ja. Dan lees ik dit. Dan lees ik Het Heidi-feest. Een boek dat geschreven lijkt te zijn op het lijf van de huidige paniekmaatschappij. Een heel land zou er beter van worden dit boek te lezen (en goed te verstaan). Een mens zou bijna willen dat Het Heidi-feest verplicht werd gesteld op alle middelbare scholen van dit land.

Plaat van handeling: een piepklein dorpje dat door hoge heuvels van de rest van de wereld is afgesneden. Er is een hotel waar bijna nooit iemand logeert, een café waar alleen dorpelingen een biertje komen drinken, en een zo goed als failliete boekwinkel. En er is een station waar maar één spoor doorheen gaat en waar dientengevolge ook maar één perron is. Op dat perron staat een kioskhokje. Alle dagen wordt brozebottenGrietje door haar overbezorgde en niet geheel normale moeder in een rolstoel gezet (hoewel brozebottenGrietje prima zelf lopen kan) en naar het kioskhokje gereden. Grietje neemt plaats in het hokje, haar moeder doet de deur op slot en daar zit ze dan, Grietje met haar zogezegd broze botten, de hele dag te zitten, in een kiosk waar nooit iemand iets komt kopen omdat er nooit een trein stopt in wat amper een station heten mag.

Om toch wat te doen te hebben, praat Grietje de hele dag in haar radiootje. Op 96,5 megahertz klinkt via de ether haar stem. Heel de dag door vertelt ze verhalen. Vreemde verhalen, sprookjesachtige verhalen, moje verhalen. Gevolgd door vele dorpelingen, waaronder Hank die ook in een rolstoel zit. Hij is de (half)broer van dorpsdokter Harold en hij is een oorlogsinvalide al weet niemand in welke strijd hij eigenlijk zijn verwondingen heeft opgedaan. Goed is hij in ieder geval wel in de archetypische verbitterde oorlogsveteraan uithangen, de man die overal vijanden ziet, die het leven veel beter door denkt te hebben dan al die burgers die nooit hebben hoeven vechten, de man die de verschrikkingen in de ogen gezien heeft (en enigszins rechts is, en wat onaangenaam, en geen tegenspraak duldt – je ziet hem zitten, Hank, op zijn allerbornonthefourthofjuly-achtigst, in zijn rolstoel).

Op een dag slaat Grietje via de radio alarm: ze ziet vreemdelingen liggen op het perron waar haar kioskhokje staat. Voordat iemand poolshoogte kan gaan nemen, zijn de vreemdelingen weer weg. Niemand heeft ze gezien, en er zijn ook geen aanwijzingen dat ze er geweest zijn. Maar het is voer genoeg voor de meest vergezochte speculaties. Niet lang daarvoor is het dorp geteisterd geweest door een overstroming. Die ook al geen overstroming was. Maar smeltend ijs. Of een straf van God. Of nee wacht, “ze” hadden de stuwdam opengezet!

Diverse dorpelingen lijden aan vreemde aandoeningen. Jeuk, koorts, braken; dokter Harold heeft het drukker dan ooit. En dan nu die vreemdelingen weer. Vast terroristen. Of besmettelijke ziekten met zich meedragende ratmensen.  Er is van alles aan de hand, toch? En alles moet wel met alles te maken hebben. Het water is zeker en vast ook al vergiftigd, drink voorlopig maar niet meer uit de kraan.

De meningen over de redenen van overstromingen, ziekte, vreemdelingen lopen misschien uiteen maar de meeste dorpelingen weten één ding zeker: het Heidi-feest moet doorgaan. Het is een soort carnaval maar dan met een militaristiese/sexistiese/ritualistiese/sektariese grondslag. Een overgangsrite naar de volwassenheid: een achttienjarig meisje verstopt zich in het bos en alle jonge mannen moeten, met maskers op, op haar “jagen”. Wie het meisje als eerste “schiet” met zijn paintballgeweer heeft haar “gewonnen”. Vrouwen zijn prooi in dit feest, of slaaf. Want alle andere vrouwen worden geacht de verliezende mannen te vertroetelen in de zweethut. Hoe bizar ook, de dorpelingen zijn trots op dit feest en willen het koste wat het kost behouden.

Dit jaar is brozebottenGrietje de Heidi. Mogelijkerwijs heeft Hank dit echter gemanipuleerd. Emme, de overbezorgde moeder van Grietje en eigenaresse van de boekwinkel die door de overstroming teveel schade heeft geleden, wil om begrijpelijke redenen echter volstrekt niet dat mannen op haar Grietje zullen jagen. Maar omdat zij in het dorp als enigszins gestoord te boek staat, luistert niemand naar haar. Het Heidi-feest gaat door. Voor Hank een moje gelegenheid om af te rekenen met de vreemdelingen: hij wisselt enkele paintballgeweren om voor echte.

Uiteraard gaat het mis, goed mis. Er vallen doden. Geen vreemdelingen. Wie zei er ook dat er vreemdelingen waren? Ja. Grietje. Maar die ziet wel vaker dingen die er niet zijn. Misschien is ze trouwens in werkelijkheid wel een vis.

Het is niet moeilijk om in Het Heidi-feest een metafoor te zien van een wereld die crisis na crisis lijkt mee te maken (een raar effect van de zogeheten mondialisering is trouwens dat de hele wereld stilaan verandert in een met kranten dichtgeplakt gehucht: kosmopolieten zijn feitelijk bekrompen dorpelingen). Niets “gebeurt” gewoon maar, alles is symptomaties voor het op handen zijnde wereldeinde. Want het is toch niet normaal meer dat enkele oudjes het moeten afleggen tegen een griepvirus?, dat het aan het begin van de zomer maar zo enkele weken droog is? (dan hebben we straks weer een droogteprobleem!), dat de dienstplicht is afgeschaft & wat moeten we dan als straks De Russen voor de deur staan en niemand nog een geweer vast kan houden want iedereen rijdt tegenwoordig op elektriese fietsen? (!) (???) (ja ineens blijkt dit land een deur te hebben, dat wist ik ook niet) (en wat geweren met elektriese fietsen te maken hebben weet ik niet ik schrijf ook maar iets op dat ik uit de mond van een kollega heb horen komen) (en dat te bedenken dat die stomme tandenborstelsnor me had uitgenodigd om bij hem thuis koffie te komen drinken en dat ik nog bijna gegaan was ook)(& is de moeilijkheid juist niet precies de omgekeerde: dat het probleem nu net is dat mensen kontinu wapens op elkaar menen te moeten richten?); paniek is de nieuwe religie en de feesten van angst de manier om het te vieren en ieder woord van relativering komt je op totale uitstoting te staan (want je wil toch geen wappie zijn, of erger nog, zo’n foute FvD-stemmer, je wil toch wel bij de goejen horen, bij “ons”, bij het “wij” bij het “samen voor elkaar”?)

Het Heidi-feest (het feest, niet het boek als geheel) kommentaart dan misschien weer op de krampachtigheid waarmee mensen aan feesten vast willen houden puur en alleen omdat het nu eenmaal traditie is (terwijl traditie misschien wel de beste reden is om ergens mee op te houden).

Zijn de vreemdelingen in Het Heidi-feest er geweest?
Waren de ziekteverschijnselen van de dorpelingen meer dan een gevolg van onhygiënische toestanden tijdens en na de overstroming?
Was de overstroming slechts een buiten haar oevers getreden rivier, en als zodanig iets van alle tijden, of was er meer aan de hand?

Wie weet. Zeker is wel dat de enige rampen die zich voltrokken hebben, de dorpelingen zichzelf hebben aangedaan. Dat vond ik een sterk en veelzeggend gegeven.

Maar ook zonder politieke / theoretiserende (conceptualiserende?) lezing blijft dit één van die moje, eigenzinnige, tot nadenken stemmende en charmante boeken waar De Harmonie nu al jarenlang erg goed in is. Hoe poëties het is, bijvoorbeeld. In woord maar ook in beeld. De stamgasten van het café die tijdens de overstroming -zo stelt iemand zich voor- gewoon op hun barkruk zijn blijven zitten, stilletjens dobberend aan de bar. Dat is een poëties beeld. Evenals Grietje, opgesloten in haar kioskhokje. Of de boeken die Emme in haar winkel aan waslijnen te drogen hangt. Mannen met maffe maskers in een bos, en Grietje ergens in een boom. Madeleine die door de vloer van het hotel zakt, en daar zo, een tijdje, blijft hangen vooraleer iemand haar komt redden; Caspers is erg goed in het opdenken van dit soort dromerige, wat verstilde beelden. Je kunt in veel merken dat dit boek van orzjiene een toneelstuk was. Toen heette het WOLF of Het Heidi-feest. Ik weet niet of ik het opgevoerd had willen zien. Dan krijg je natuurlijk weer van die akteurs die tegen elkaar gaan praten enzo, dat zou veel verpest hebben (met hun gedragen theaterstemmen). Als installatie had het betoverend kunnen zijn, misschien.

Of als boek.

Wacht.

Ja. De moetlees. Hum. Honderdéénenveertig prachtige pagina’s. Die een deel filosofie, een deel poëzie, een deel modern (filmies?) sprookje zijn. Pagina’s ook die ontroeren. U in gedachten doen verzinken. En u in het beste geval misschien een heel klein beetje beter maken. Moet u dat lezen? Nee. Maar u moet het wel willen lezen.

Informatie over schrijfster Jannemieke Caspers

Jannemieke Caspers is geboren in 1982. Ze studeerde Theaterwetenschap & Dramaturgie aan de Universiteit Utrecht en Writing for performance (dramaschrijven) aan de HKU. Inmiddels heeft ze een aantal theatervoorstellingen en toneelstukken voor jongeren en volwassenen op haar naam staan. Het Heidi-feest dat in april 2024 verschijnt is haar debuutroman.

Bijpassende boeken