Hanna Bervoets – Leer me alles wat je weet

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 28 november 2023 verschijnt bij Uitgeverij Pluim de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Hanna Bervoets.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie

Hanna Bervoets is op 14 februari 1984 geboren in Amsterdam. Ze volgde de bacheloropleiding Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, met als specialisatie Televisie en Populaire Cultuur. Als student schreef Hanna Bervoets al filmrecensies en columns in stadsmagazine NL20. Kort daarna schreef ze voor ElsevierNRCde VolkskrantDe Correspondent en Das Magazin. De columns uit deze periode zijn uitgegeven in de boeken Leuk zeg doei (2010)Opstaan, aankleden, niet doodgaan (2013) en En alweer bleven we ongedeerd (2015).

Haar debuutroman Of Hoe Waarom verscheen in 2009, gevolgd in 2011 door de roman Lieve Céline. Haar derde roman Alles wat er was verscheen in 2013, Efter in 2014 en Ivanov in 2016 waarvoor ze de BG Literatuurprijs ontving, Fuzzie in 2017 en Welkom in het Rijk der zieken in 2019. Daarna werd ze gevraagd om het Boekenweekgeschenk voor 2021 te schrijven. Dat werd de roman Wat wij zagen. Ook in 2021 verscheen de verhalenbundel Een modern verlagen. Over de nieuwe en achtste roman van Hanna Bervoets, Leer me alles wat je weet die in november 2023 verschijnt kun je hier alle informatie vinden.

Recensie van Tim Donker

zegt iemand, zegt wie, zegt Paul: O dat boek heeft een hele slechte recensie gekregen in NRC –

ja en toen had hij het voor elkaar. Ik was op bladzijde 150 ofzo, toen hij dat zei. Maar voor elkaar had hij het.

Hij werkt nog niet zo lang bij ons, de Paul, maar de vraag Wat ben je op dit moment aan het lezen? is al een vaste waarde geworden als ik hem tref in het depot. Want hij leest ook, de Paul, hij heeft zelfs een paar boeken geschreven. En altijd als ik hem zie, vraagt hij me wat ik nu weer aan het lezen ben.

Wat ben je aan het lezen, Tim? Wat lees je nu weer, Tim. Ben je nog in iets moois bezig, Tim?

Wel. Ja. Wat lees ik? Ik was Leer me alles wat je weet van Hanna Bervoets aan het lezen en –

Dat boek heeft een hele slechte recensie gehad. In NRC. Niet om door te komen, vond de recensent. Vooral het middenstuk. Rommelig. Modderig. Loopt vast. Twee van de vijf, geloof ik.

Nou. Ja. Zeg. Ik vind het tot nog toe wel aardig, eigenlijk. Maar ik ben nog maar op bladzijde 150 ofzo en het –

Ja het is dik he. Vijfhonderd pagina’s dacht ik?

Eigenlijk bijna zeshonderd. Ja, het is dik dus ik heb nog heel wat te gaan maar vooralsnog vind ik het niet slecht.

De recensent vond vooral het middenstuk heel erg slecht. Dus succes.

Okee. Ja. Ik zal aan je denken als ik het boek uit pure ergernis uit het raam ga keilen.

En dan lachen we en dan gaan we want welaan de post moet ook nog bezorgd worden. Maar hij had het wel voor elkaar, de Paul. Al merkte ik dat pas die avond. Die avond, toen ik zat, en las. Het was pas laat op de avond toen ik genoeg stilte en genoeg duisternis om me heen verzameld had om verder te lezen in Leer me alles wat je weet en ik las niet eens veel; stombelde slechts een weinig voorbij pagina 200 of 220, wie zal het nu nog zeggen, wie nam er nota, wie schreef het op in zijn notitieblok. Maar ik dacht O shit. En dat de verdomde Paul het voor elkaar had. Wat een lichte Bervoetsvermoeienis had toegeslagen. Het zoveelste personage was geïntroduceerd en het was voor het eerst dat ik dacht O nee. Of Moet dat nou, al die mensen. Of gewoon een diepe zucht.

En kwam dat dan door de Paul. Of door die recensent. Wat maal ik immers om ennersee, ik vind ennersee op geen enkele manier gezaghebbender dan welk ander medium dan ook. Zelf lees ik geen kranten. Net daarom misschien, zou ik haast zeggen, lees ik geen kranten. Of spreekt ennersee hier gewoon recht en niet krom, en ben ik gestrand in wat men een “middenstuk” noemen kon, waar begint het midden, waar begint jouw lichaam, een boek heeft wel een kop en ook een staart maar toch is een boek nooit een paard. Ik weet het niet, ik dacht alleen maar, misschien kortstondig, dat ik niet zat te wachten op weer een figuur die een grote wending ging betekenen in het leven van Daniel de Koster.

Wie?

Daniel de Koster. Daarover gaat dit boek, en dat was ook wat ik er in eerste instantie het goede aan vond. Het boek is geschreven in de ik-persoon, maar de ik is niet Daniel de Koster. De ik is de geliefde van Daniel, Jody. En Daniel is trouwens dood. Dat vond ik goed, allemaal. Het deed me denken aan de woorden van Laurie Anderson over de detectiveroman, de enige romansoort waarlijk uitgevonden in de twintigste eeuw, want in de detectiveroman is de held al aan het begin dood.

Ja, een detectiveroman. Dat is ook een manier om Leer me alles wat je weet te benaderen. Want Daniel is dood en Jody onderzoekt hoe dat heeft kunnen gebeuren en daartoe speurt ze. Ze speurt heel Daniels leven af op zoek naar aanwijzingen. En dat is het ook zo’n beetje wat de lezer in deze “bijna zeshonderd” bladzijden krijgt voorgeschoteld: heel Daniels leven.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Een boek dat me doet denken aan woorden van Laurie Anderson kan niet echt slecht zijn. Daniel zelve is alvast ook niet slecht: een mens met een groot hart wordt hier beschreven. Een heldin die opkomt voor de verdrukten. In de jaren tachtig werkte ze met aidspatiënten; daarna zette zich een tijdlang in voor een anti-kwakzalverij-organisatie. Nog weer later: bekommernis om mensen die nog geen juiste diagnose hebben kunnen krijgen van hun arts; veelal vrouwen en veelal omdat artsen hun klachten achteloos weghonen als “psychisch” (ja dat is de medische stand voor u dames en heren) (zei daar iemand: mannelijk sjovinisme?). Dan: medische tuchtraad, de rechtszaken, het aanklagen. Een enkele keer draaft ze een weinig door, die Daniel, en doet ze meer kwaad dan goed. Maar alles gebeurt met een enorme inzet, liefde en een massa goede bedoelingen.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Want Bervoets portretteert Daniel nauwgezet, zo nauwgezet dat ze vlees aan haar botten schrijft, en bloed in haar aderen. Ik zag Daniel voor me, duidelijker dan ik boekpersonages doorgaans voor me zie (ze leek op Suzanne, een meisje dat bij mij in de klas zat toen ik havo 4 en 5 deed) (ik mocht Suzanne) (ik mocht Suzanne graag) (ik mocht Suzanne erg graag) (heel erg graag) (maar Daniel had springeriger, krulleriger haar dan Suzanne, dat wel). En ik ging van Daniel houden. Nu overkomt me dat vaker, zeker de laatste tijd, het zal de ouderdom zijn die me week maakt, maar ik sluit zeker niet elk boekpersonage in mijn hart. En verdomd, ik denk zo af en toe nog aan Daniel. Als een situatie er om vraagt. Ik vond Daniel in elk geval een stuk sympathieker dan ikpersoon Jody – Daniel ging ook sympathieker met de coronahysterie van weleer om (want ook dat komt voorbij in dit boek). Fluisterde een “Dank je” naar Bervoets omdat Daniels dood met nadruk niet corona-gerelateerd bleek te zijn (een vermoeden dat op enig moment wel in Jody’s hoofd opkomt).

Daniel werd me een huisgenoot van het soort waarop je gesteld raakt en waarmee je zo af en toe eens samen eet. Gesprekken aan de keukentafel. Niet al haar wederwaardigheden waren even interessant maar ik vond het wel leuk om ze te vernemen. Want de door de Paul of die recensent aangejaagde impasse bleek van tijdelijke aard: van een modderig of vermoeiend middenstuk heb ik weinig last gehad; ik ben blijven lezen en had het boek op een week tijd uit. Wat voor een bespreker misschien aan de lange kant is maar deze bespreker heeft meer te doen dan lezen alleen (uit het raam kijken bijvoorbeeld, of de gaten in het plafond tellen, of wachten op de dingen die komen gaan). Doorgaans verdwijnen boeken met een omvang als deze bij mij weer op de stapel – voor even of voorgoed – om plaats te maken voor andere boeken, van weeral een andere stapel. Maar dit “detectiveboek” hield me gezeteld. En geboeid. De lezer krijgt niet weinig over zich uitgestrooid. Een heel leven, als gezegd. Maar de “Wat als?”-vraag ligt steeds op de loer. Wat als we dit, wat als we dat. Had Daniel dan nog geleefd? Wat als? is een welbekend spel dat elkendeen weleens speelt. Wat als ik een andere studie was gaan doen, wat als ik die wereldreis had gemaakt, wat als ik betere gesprekken had gevoerd met mijn ouders, wat als ik ja had gezegd toen ik nee zei, wat als links was gegaan toen ik rechts ging, wat als ik vijf minuten later van kantoor was gegaan. Maar het Wat als?-spel is niet vrijblijvend; onder de oppervlakte liggen wezenlijke vragen over dat wat wij bij gebrek aan een beter woord “leven” noemen. Zou ons leven werkelijk anders zijn geweest als we andere keuzes hadden gemaakt? Bestaat vrije wil? Worden we bepaald door omstandigheden buiten onze controle om: biologie, opvoeding, capaciteiten, intelligentie. Is alles een reeks toevalligheden, of is ingrijpen tot op zekere hoogte mogelijk? Moeten we besluiten tot een deterministisch mensbeeld? Met de vraag of Daniel had kunnen blijven leven, werpt Bervoets veel meer, en veel algemenere, vragen op en dat maakt dat het detectiveboek evengoed als filosofisch werk kan worden gelezen.

En meer nog. Want Bervoets legt de loep ook elders. Kijkt met een kritisch oog naar kwakzalvers en anti-kwakzalverij-organisaties. Naar artsen. Naar de medische tuchtraad. Naar de opkomst van sociale media en de hetzes die zij kunnen veroorzaken. Daarbij gaat de schrijfster niet over één nacht ijs, ze confronteert de lezer keer na keer met de veelkantigheden van fenomenen. Want net als je denkt dat het goed is dat er mensen zijn die kwakzalvers aanpakken (ik was in de jaren 00 zelf een fervent anti-kwakzalver en las veel boeken en tijdschriften over dit thema), laat ze zien dat “kwakzalvers” niet perse gewetenloze oplichters zijn die er alleen maar op uit zijn mensen op hun kwetsbaarste momenten met goedkope rommel een poot uit te drajen. Er bestaan ook goede bedoelingen. Eén vrouw laat ze zeggen: “Placebo-werking is ook een werking”, en verdorie, dat had ik een paar weken geleden nog tegen mijn dochter gezegd toen ze toch heil ondervond van een door mij bekritiseerde neusspray. Er zit koren tussen het kaf, en dingen kunnen werken ondanks dat de wetenschap het tegenspreekt. Wetenschap zelf is trouwen niet onaantastbaar. En later, als je als lezer meer en meer overtuigd raakt van het nut, nee de volstrekte noodzaak van de medische tuchtraad, voor het gerecht al die sukkelende klote-artsen!, vind je in het boek steeds weer een oprecht goede arts die zijn werk bijna niet meer kan doen door alle protocollen; de verlammende angst om aangeklaagd te worden gaat een normaal functioneren in de weg zitten.

Dit zijn waardevolle dingen om over na te denken; dat de lezer aan het denken wordt gezet is sowieso al een goed teken. Goed, misschien had het iets minder gekund. Er komt een bonte stoet aan patiënten en kwalen voorbij in dit boek, met allen die voor hulp naar Daniel toe komen. Van een casusje of wat minder was Leer me alles wat je weet zeker niet slechter geworden. Het boek bevat naar mijn smaak ook iets teveel sexscenes; na Ipso facto, het boek waarmee Iegor Gran op meesterlijke wijze al die obligate sex in moderne romans persifleerde (verplichte kost voor iedereen met twee ogen in zijn kop) (één oog mag ook), doet voor mij iedere sexscene een beetje potsierlijk aan en bovendien voegt het zo zelden veel toe aan de loop van het verhaal (net daarom dat die sex bij Gran ook altijd zo totaal willekeurig, ongepast en bizar was). Ook zijn de metaforen bij Bervoets niet allemaal even trefzeker; de stijl had hier en daar een snufje minder wijdlopig mogen zijn. Maar dat zijn spijkers op laag water en voor Leer me alles wat je weet gaat geen zee te hoog. Of je deze hoge zeeën bevaren wil, ligt aan wat voor soort lezer je bent. Ik raad dit boek niet aan voor hypocriete lezers; ik bedoel die vervelende neppers die graag meer zouden willen lezen maar “er geen tijd voor hebben” (het moje aan lezen is juist dat je het overal kunt doen: in de trein in de bus op de plee in bad of gewoon bij jou thuis op de bank – dan laat je dat stomme Netnix eens keer een avondje uit!) en daarom alleen maar op vakantie lezen. Als je maar twee of drie boeken per jaar leest, moet Leer me alles wat je weet daar misschien niet één van zijn. Maar als je toch al tientallen boeken per jaar verstouwt zie ik geen enkele reden om dit boek links te laten liggen. En je kunt er, in tegenstelling tot wat sommigen suggereren, denk ik ook goed weken over doen. Lees andere boeken tussendoor. Keer daarna terug naar Daniel. Keer altijd weer terug naar Daniel. Ik was blij Daniel te leren kennen. Ik was blij na te denken over alle dingen waar Bervoets me over liet denken. Ik was blij Leer me alles wat je weet gelezen te hebben.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet

Leer me alles wat je weet

  • Auteur: Hanna Bervoets (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 28 november 2023
  • Omvang: 600 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Hanna Bervoets

Dit boek gaat over Danielle – ‘Daniel’ – de Koster. Heldin volgens velen, knettergek volgens sommigen; Daniel leidt een bewogen leven. Na een aantal vormende omzwervingen vindt ze haar bestemming: ze gaat patiënten bijstaan, ‘kenniszoekers’ die nog geen medische diagnose hebben. Als een ridder in blinkend harnas zal ze haar zwaard ophouden voor hen die haar hulp nodig hebben. Zij, Daniel, zal onbaatzuchtig het goede doen. Maar hoe onbaatzuchtig is ze werkelijk? En hoe weet je wat het goede is? Wanneer Daniels reputatie verslechtert, voelt ze zich in het nauw gedreven.

En nu is Daniel dood. Jodie, haar grote liefde, wil weten waarom en gaat te rade bij de mensen die haar het beste kenden. Bij Sjoerd, met wie Daniel in de jaren negentig voor de hiv-vereniging werkte. Bij Daniels ex Barbara, die altijd een bepalende rol in haar leven bleef spelen. Voor hen was Daniel een getroebleerde vriend en complexe geliefde, die nooit echt heeft leren omgaan met haar eigen gemankeerde lichaam. Zo reconstrueert Jodie Daniels levensverhaal. Een modern heldenepos.

Leer me alles wat je weet is een diep romantische liefdesgeschiedenis, een familieroman zonder bloedverwanten en het verhaal van een tijdperk.

Bijpassende boeken en informatie