Cormac McCarthy – De passagier

Cormac McCarthy De passagier recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Amerikaanse roman. Op 25 oktober 2022 verschijnt de Nederlandse vertaling van The Passenger, de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy. In december verschijnt een tweede nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver die als titel Stella Maris heeft gekregen.

Cormac McCarthy De passagier recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De passagier. Het boek is geschreven door Cormac McCarthy. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe roman van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy.

Recensie van Tim Donker

Ai. Daar had McCarthy me even op het verkeerde been zeg. Ik weet niet waarom, maar ik dacht dat hij een schrijver van spionagethrillers was. Met duikboten enzo, en gasten met een Duits aksent. Het slag boeken dat na de eerste druk al snel een zoveelste druk in pocketvorm beleeft. Pockets die dan in zo’n molen worden gezet. Je weet wel. Zo’n molen. Die bij de kassa staat. De kassa van de drogisterij. Je koopt een zonnebril en een flesje antimuggenspray en je staat in de rij en je kijkt in die molen en je ziet een pocket en het is een spionagethriller, iets met duikboten en gasten met een Duits aksent en je denk Hee die pik ik even fijntjes mee. Lekker lezen aan de rand van het zwembad van het all-in resort in Turkije. Ik zeg u één ding. Neem deze goede raad van mij aan. Nee, ik bedoel als je ooit iets van mij aanneemt dan dit. Er zijn mensen die nooit lezen, helemaal goed. Kunnen fantastiese vrienden zijn, die mensen. Prettige gesprekspartners. Misschien kunnen ze goed koken of ze zetten heerlijke koffie. Weetikveel. Er zijn ook mensen die zich helemaal lijp lezen. Snuiven zich door alle boeken. Die nog lezen zelfs al lezen zij niet. Helemaal goed, zullen misschien nog wel betere vrienden zijn. Lenen je al eens een boek uit, of doen je een goede tip aan de hand. Alles goed. Maar mocht u iemand kennen die alleen op vakantie leest, verbreek dan onmiddellijk elk kontakt. Er is geen mens te bedenken waarvan ik een ergere afkeer heb dan de mens die alleen op vakantie leest. Want gedurende het jaar hebben ze het er te druk voor ofzo. Bedenk u. Bedenk u dit. Deze mensen werken niet 24 uur per dag. Deze mensen eten ook, en ze slapen, en ze gaan naar de winkel en tussen al die aktiviteiten door genieten zij ook zomwijlen van wat zij zo domweg “vrije tijd” noemen (in de avond misschien). Ow. Dan kijken zij zeker liever tv? Een leuke serie op Netflix? Goed. Moet je vooral doen. Maar wees dan gewoon een voltijdse niet-lezer. Ook op vakantie. Met dat hypocriete gezeik. Geen tijd. Je houdt van boeken of niet. Hoe kun je geen tijd hebben om niet te houden. Te houden van. Je stomme molenboeken.

Want daar had ik het over. Over Cormac McCarthy als schrijver van spionagethrillers, pockets die eindigen in de molen bij de kassa van de drogist. Dat hij me op dat been gezet had, ik weet niet waarom, ik verwarde hem misschien met een andere McCarthy.

Hoewel. Ik zeg wel “even”. En ik zeg wel “verkeerde been”. Maar verdomd, er komt zowaar wat spionage voor in De passagier. En harde, Charles Bronson-achtige kerels. En intriges of hoe heet dat. En al komen er geen duikboten in voor, gedoken wordt er wel. Maar toch schat ik De passagier niet in op een molenboek, en niet alleen omdat het daar veel te dik voor zou zijn (het past niet in de molen) (er komt trouwens ook nog een molen voor in De passagier). Ook te bizar. Te bizar voor de molen. Te bizar voor de gemiddelde molenboekenlezer.

De passagier is in geen enkele categorie onder te brengen. Het is spannend, ja het is doordesemt van spanning, onheimelijkheid, dreiging, duisternis. De passage waarin de hoofdpersoon alleen is op een nogal absurd booreiland is bloedstollend angstaanjagend. Maar ondanks dat De passagier spannend is, is het geen spannend boek. Als u mij volgt. Het boek is te grillig voor een spannend boek (maar misschien is het alleen maar mijn vooroordeel dat “het spannende boek” doorgaans een zekere eenduidigheid heeft).

Goed. Neem de hoofdpersoon. Bobby Western. Hoogst curieus tiep. Studeerde natuurkunde. Brak die studie af, ging autoracen. Was musicus. Is nu diepzeeduiker. Niet meteen een frekwent voorkomend carrièreverloop. Heeft een zus, een geniaal wiskundige. Helaas ook schizofreen. Zus en Bobby koesteren een innige liefde voor elkaar, een beetje te innig voor een broer en een zus. In de wereld van zus komen vreemde wezens voor. In de wereld van Bobby voornamelijk harde kerels. Om mee te praten. Dialogen. Veel dialogen. Gesprekken over Vietnam, racewagens, vrouwen, drank. Zulke kerels zijn het. Maar evengoed kan een bladzijden- en bladzijdenlang gesprek gaan over de s-matrixtheorie, fotonen, bosonen en quarks; three quarks for Mustar Mark; zo’n gesprek laat McCarthy zonder enige gêne gewoon dertien pagina’s duren; al die natuurkundige praat waarvan de gemiddelde lezer alleen maar een vaag vermoeden zal hebben, of gesprekken over de zin en reikwijdte van wis- en natuurkunde of van wetenschap in haar totaliteit; filosofiese gesprekken, absurde gesprekken. In barren. In restaurants. Verrassend veel eetscènes in De passagier. Veel drinkscènes ook. Maar dat verrast allicht minder. Het rithme van de dialogen deed mij een weinig denken aan A Naked Singularity van Sergio de la Pava (wat een fantasties boek dat ook is trouwens) (ik ben er al jaren in bezig maar sedert het bij mijn verhuis weer onder mijn aandacht is geraakt lees ik er weer wat geregelder in) (maar de laatste maanden is de stapel op mijn recenseertafel (feitelijk een secretaire) zo hoog dat het lezen in mijn privécollectie een beetje voelt als spijbelen) (meestal spijbel ik als ik boven op de weesee zit) (laatst spijbelde ik een keer in bad) maar met de dialogen in De passagier is nog iets anders aan de hand. Aanhalingstekens ontbreken bijvoorbeeld, maar ook het obligate “zei die en die”. Omdat dialogen rap kunnen gaan en als gezegd ook lang kunnen duren, weet je bij vlagen niet meer goed wie wat zegt. Als lezer ben je soms verloren.

Als lezer ben je vaak verloren. Met die verlorenheid speelt McCarthy, en dat doet hij briljant. Briljant. Ik heb de neiging briljant te kapitaliseren, vet en onderstreept. Iets als dit BRILJANT. Ik kende Cormac McCarthy niet (want ik dacht dat hij van die molenboeken was, weet u nog) maar djiezus wat een ongekend plezante kennismaking is dit geweest zeg. De pagina’s smolten gewoon doorheen mijn vingers. McCarthy schrijft geen spannend boek, en ook geen spionagethriller. Omdat hij niet de wetten van fictie volgt. Wie veel leest, of voor mijn part geregeld al eens een film kijkt, kan meestal na enkele tientallen pagina’s wel zo’n beetje inschatten waar het heen gaat. Of in ieder geval waar hij met dit boek aan toe zal zijn. Dat het waarschijnlijk toch wéér de butler gaat zijn die het gedaan heeft, dat de hoofdpersoon uit de gevangenis zal ontsnappen, dat personages met een nadrukkelijke hekel aan elkaar meest waarschijnlijk in elkanders armen eindigen gaan. De passagier volgt geen enkele wet. Cormac McCarthy pleurt zijn lezers ergens in de oceaan (om bij het diepzeeduikthema te blijven) en vanaf daar moeten zij zichzelf maar zien te redden. Je weet op geen enkel moment wat er op de volgende pagina gebeuren kan. Sterker nog: je weet meer dan eens niet goed wat er nu eigenlijk aan de hand is. McCarthy geeft de lezer zo weinig informatie dat je er een beetje paranoïde van wordt. Wat wordt er hier voor me achtergehouden? Personages worden nauwelijks geïntroduceerd, en er trekt nogal een bonte stoet aan markante personages voorbij. Soms kun je alleen maar vermoeden wie iemand is (zal wel een collega van Western zijn). Maar McCarthy leidt sowieso niks in. Ineens zit je in een flashback, zomaar ineens, net zaten ze nog in de kroeg, verrek ze zaten toch in de kroeg, wat is met die racewagens ineens dan? Of in iemands hallucinatie. Soms ben je zonder dat je het wist in een andere stad, in een andere staat, in een ander land. De passagier lezen is zoiets als op een dag gekatapulteerd worden in het leven van iemand anders, iemand met een turbulent leven, en je hebt geen enkele informatie, en iedereen doet tegen je of jij die ander bent en alsof alles maar bekend voor je is, niemand legt iets uit, je moet zelf maar de stukjes bij de beetjes leggen. En alles is duister, alles is groezelig, alles doet ontheemd voelen, ow, sferisch is McCarthy sterk, ijzersterk. Hoe hij dat toch doet. Al die schoonheid, al die pracht, en toch vrees je ellende om elke andere hoek. De passagier spande mijn zenuwen tot het uiterste, en dan draait McCarthy ze nog iets strakker en ik dacht ze bijna te horen springen.

(nou hielp de muziek ook niet mee, ik draaide eerst iets onrustbarends van Can (ik heb het Damo Suzuki nooit helemaal kunnen vergeven dat hij heeft meegespeeld in Hair, jij?) (wie speelt er nu godsamme mee in welke musical dan ook) (musicals zijn het verwerpelijkste dat de entertainmentindustrie heeft opgeleverd) (en dat wil wat zeggen) en daarna iets zelfs-nog-onrustbarenders van Unbehagen, iets rustigs, ja iets zalvends heb ik nodig, Amplifier Machine welja Amplifier Machine waarom dacht ik niet veel eerder aan Amplifier Machine?)

En ik zit hier en dacht te zullen schrijven dat De passagier een tiepies mannenboek is. Maar mogen zulke termen nog wel tegenwoordig? Is vast niet erg woke. Een tiepiese man, wie is er nog een tiepiese man, ik ben zelf de minst tiepiese man die je ooit zag (kom zelf kijken). Maar ik weet de tijd voor het wokeïsme nog wel. Ik weet de trein nog wel. Wanneer kwam Elementaire deeltjes uit? 1998? 1999? Ik liep toen stage bij Roodkoper. Oosterhuis en de zijnen hadden me henen gezonden. Naar de Vers voor de Pers-dag. Bestaat dat nog, Vers voor de Pers? Zal haast wel niet. Bij Roodkoper zullen ze blij zijn geweest eindelijk eens een stagiair te kunnen sturen op dat soort rotklusjes. Doch ik vond het fantasties. Daar rond te lopen als afgezant van een blad, een heus blad, een echt bestaand blad, tussen journalisten, uitgevers en een okkasjonele schrijver. Ik groette iemand die ik dacht te kennen. Hij groette niet terug maar keek me wel aan, lang en indringend, en enigszins spottend. Ik nam een prospectus van haast elke uitgeverij mee (want wist ik eigenlijk veel wat nu tiepiese boeken gingen zijn voor Roodkoper om te bespreken?) en navigeerde de helft van de tijd op mijn eigen voorkeuren. Stond lang stil bij het kraampje van Nijgh en Van Ditmar. In die tijd uitgever van het werk van JHM Berckmans, en van het Uur van lood, en in een verder verlee hadden ze dat prachtige Nieuwe Nijgh Boeken-reeksje gehad. Met dat alles was Nijgh en Van Ditmar verantwoordelijk voor een substantieel deel van mijn toen nog zeer bescheiden bibliotheekje dus ik bestudeerde hun komende uitgaven nauwgezet. Zo nauwgezet, klaarblijkelijk, dat Vic van der Rijt me uiteindelijk aansprak. Er ontstond een geanimeerd gesprek, Van Der Rijt is vermoedelijk de aardigste mens ter wereld. Toen ik Berckmans ter sprake bracht geraakte hij bijkans buiten zichzelf van enthousiasme. Er stond niks nieuws van Berckmans op stapel, zei hij, maar hij ging me wel kunnen helpen mijn Berckmans-collectie aan te zuiveren, hij zou eens kijken in het magazijn, ik moest hem maar eens mailen. Hij gaf me zijn kaartje en ik mailde hem des anderendaags een lijst van alle Berckmans-titels die ik nog zocht (dat was destijds ongeveer 2/3 deel van zijn oeuvre). Na lange tijd liet Van Der Rijt Harold Polis me één boek toesturen. Eén. Ik geloof dat het Vergeet niet wat de zevenslaper zei was.

Bij het kraampje van De Arbeiderspers werd ik toch zeker weer aangesproken. Ik wist niet wie die man was, een lector, een redacteur, een waarnemer, de directeur zelf misschien? Wel leek hij me meer biertjes op te hebben dan ik. Maar dat waren er dan ook maar nul. Hij drukte me een recensie-exemplaar van Elementaire deeltjes in handen. Dit moet je lezen, zei hij. Een hele reeks superlatieven verliet zijn mond. Ik doorbladerde wat, probeerde het achterplat te lezen. Wat me slecht afging, omdat de man maar kreten bleef slaken. Het is wel een echt mannenboek!, zei hij. Dan scheelt het alvast dat ik er één ben, mompelde ik, en liep door, met dat boek in mijn hand. Later, in de trein, midst stapels folders, schuin aangekeken door mijn medetreinreizigers, viel het me in dat die man, die man die ik gegroet had omdat ik hem meende te kennen, dat dat Midas Dekkers geweest was.

In die dagen, 1998 of 1999, was nog helemaal niemand woke maar ik zal lange tenen omzeilen door te zeggen dat De passagier in ieder geval niet is voor mensen met zwakke zenuwen (waarmee ik niet suggereren probeer dat vrouwen zwakkere zenuwen zouden hebben dan mannen). Het is hard, ruw, bonkig, duister, dreigend, huiveringwekkend, kafkaesk, hallucinant, surrealisties, nachtmerrie-achtig, dystopies, onvoorspelbaar, desolaat, ontroerend, ongrijpbaar, filosofies, poëties en bloedmooi.

Soms dacht ik dat sommige dingen niet hadden gehoeven. Een weeral bladzijdenlang gesprek over de moord op Kennedy bijvoorbeeld. Zou de moord op Kennedy wereldwijd gezien niet het meest uitgekauwde thema allertijden kunnen zijn? Of dat laatste hoofdstuk. Dat maf is. Ja heel dat boek is maf maar dat laatste hoofdstuk is nog wel wat maffer. Fietst hij nou echt van een plaats nabij Murcia naar een heuvel nabij Barcelona? Is hij op een eiland? Gaat er een veerboot naar Ibiza? Wie is die man die hij tegenkomt bij een processie? Wil ik me nog wel zoveel vragen moeten stellen op het eind van een boek? Maar dan weer. Zonder dat laatste hoofdstuk had ik misschien wel de mooiste zin uit het boek moeten missen. “Geloof in zichzelf als een man in een land in oorlog voor een zaak die rechtvaardig was voor de mensen van wie hij hield en de vaders van die mensen en hun poëzie en hun pijn en hun God”. Ah. Die zin had ik niet willen missen. Nee. Niets uit De passagier had ik willen missen.


Cormac McCarthy De passagier Recensie

De passagier

  • Schrijver: Cormac McCarthy (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse roman
  • Origineel: The Passenger (2022)
  • Nederlandse vertaling: Arjaan en Thijs van Nimwegen
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 25 oktober 2022
  • Omvang: 384 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs; € 24,99 / € 15,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Cormac McCarthy

1980, Pass Christian, Mississippi. Reddingduiker Bobby Western – gekweld door verlies, bang voor de diepte van de oceaan en verlangend naar een dood die hij niet met God kan verzoenen – is getuige van intriges die hem alleen maar schade berokkenen. Hij wordt fysiek achtervolgd door mannen met insignes, en mentaal door de geest van zijn vader en door zijn zus: de liefde van zijn leven én de verwoester van zijn ziel.

De passagier reist door het zuiden van Amerika, van de praatzieke kroegen van New Orleans tot een verlaten booreiland voor de kust van Florida.

Cormac McCarthy Stella Maris RecensieCormac McCarthy (Verenigde Staten) – Stella Maris
Amerikaanse roman
Uitgever: De Arbeiderspers
Verschijnt: 6 december 2022

Bijpassende boeken en informatie