Hard zijn
- Schrijver: Chris Reinewald (Nederland)
- Soort boek: familieroman, oorlogsroman
- Uitgever: Uitgeverij Voetnoot
- Verschijnt: 23 september 2019
- Omvang: 320 pagina’s
- Uitgave: Paperback
Flaptekst van de roman
In zijn zwarte, op historische feiten gebaseerde roman Hard zijn vertelt auteur Chris Reinewald in 51 korte hoofdstukken het relaas van het Amsterdamse NSB-gezin Waldeneck. Geïntrigeerd door zijn eigen incomplete familiegeschiedenis gaat de schrijver op onderzoek uit en reconstrueert in fictievorm wat gebeurd zou kunnen zijn.
Het is begin juli 1940. De 51-jarige, naïeve hoofdpersoon Leen Waldeneck schikt zich willig naar haar man Frits, een postbode,
uniformgek en gehard NSB’er in de Amsterdamse wijk De Pijp. Vanwege zijn woedeuitbarstingen en politiek fanatisme noemt de buurt hem ‘de Hitler van de Rustenburgerstraat’. Zoon Frits junior droomt van een loopbaan als NSB-burgemeester. Als op 5 september 1944, Dolle Dinsdag, het gerucht gaat dat de geallieerden op het punt staan Nederland te bevrijden en alle NSB’ers als collaborateurs zullen worden opgepakt, vluchten Leen en andere NSB-vrouwen en kinderen in speciale treinen naar nazi-Duitsland. In een opvangcentrum in Lüneburg verblijft ze tussen lotgenoten: fanatiekelingen, misleide idealisten, apolitieke meelopers, sukkelaars, avonturiers.
Ondertussen misdraagt Frits zich in Nederland als landwachter. Leens smeekbede haar in Duitsland te komen bezoeken in het pension op de Lüneburger Heide waarheen ze inmiddels is overgebracht, wimpelt hij resoluut af: ‘Ze moet niet huilen maar hard zijn. Net als hijzelf.’ Na een inval van de nazi’s worden Leen en de overige pensiongasten in KdF-Stadt (het huidige Wolfsburg) te werk gesteld in de oorlogsindustrie. In april 1945 wordt ze teruggevoerd naar het bevrijde Nederland en als landverraadster geïnterneerd in een gevangenkamp bij Bakkum. Kort na de Bevrijding pakken de Canadezen Frits en Frits junior op in Amsterdam: zij moeten een lange gevangenisstraf uitzitten. Leen, beschouwd als meeloopster, komt als eerste vrij. Thuis in De Pijp wacht ze op de terugkeer van man en zoon. Pas in 1948 is het gezin Waldeneck herenigd. Tot hun dood zal hun verzwegen ‘foute’ verleden hen parten blijven spelen. De roman eindigt in 1978.