César Aira Het literatuurcongres recensie en informatie over de inhoud van de Argentijnse roman. Op 8 september 2022 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de Nederlandse vertaling van El congreso de literatura, geschreven door de Argentijnse schrijver César Aira.
César Aira Het literatuurcongres recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Het literatuurcongres. Het boek is geschreven door César Aira. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de komische sciencefictionfantasie uit 2012 van de Argentijnse schrijver César Aira.
Recensie van Tim Donker
Goed. Dus. Een man, een schrijver en halftijds gestoorde wetenschapper, hij heet, geheel toevallig natuurlijk, César, heeft, naast heel veel andere boeken, Filosofie van de levenservaring van Alexander Bogdanov gelezen, en Faust van Estanislao del Campo, en La Poussière de Soleils van Ramond Roussel en hij is misschien wel de enige mens in de wereld die net deze drie boeken aan zijn referentiekader kan toevoegen. Omdat hij drie maffe boeken gelezen heeft die vrijwel niemand gelezen heeft, en omdat hij het soort levenservaring had dat hij gehad heeft, is hij in het bezit van net dat soort uniciteit dat hem in staat stelde om het eeuwenlang onoplosbaar geachte raadsel van “De Draad van Macuto” op te lossen, daarmee een oude piratenschat op te halen en stinkend rijk te worden. Daarna moet hij op reis voor een literatuurcongres.
En dan.
Ja, dan.
Dan?
Dan wordt de stropdas van Carlos Fuentes gekloond, dan zijn er blauwe reuzenrupsen, dan is er een gedresseerde wesp die in werkelijkheid geen wesp is, dan zijn er nogal liefst twee onmogelijke liefdes en is een derde hard op weg om daaraan toegevoegd te gaan worden, en dan is er sprake van vampirisme en van wereldheerschappij (metaforisch gesproken uiteraard).
Hum.
Ja.
Dus.
Dus?
Dus met dit soort gegevens lijkt Het literatuurcongres eerder op een stripverhaal dan op een “serieuze” roman (“serieuze roman”! hoor mij bezig!); en is het misschien mogelijkerwijs allicht (bijwoorden van twijfel) het ideale boek voor mensen die nooit lezen.
Of. Naja. Als je écht nooit een boek in je leven gelezen hebt valt Het literatuurcongres je ondanks zijn luttele 95 bladzijden misschien toch wel wat rauwtjes op je dak. “Dwaze Doctor” César noemt zichzelf niet voor niks “hersenman”: zijn talrijke gedachtegangen buitelen over elkaar heen en zijn voor mensen met een beperkte woordenschat lang niet altijd binst drie seconden te doorgronden (“De genetica is de genesis van de diversiteit”, bijvoorbeeld); je kon er monsieur Teste doorheen zien schemeren (ja Paul Valéry, ook een dun boekje, dat over meneer Teste, maar daar is dan werkelijk niet doorheen te komen).
Het ideale boek voor mensen die zelden lezen dan.
Of het ideale boek voor welwillende niet-lezers die graag meer tijd zouden hebben voor een boek. Maar er dan ook écht geen tijd voor hebben want mensen die verzuchten dat ze helaas geen tijd hebben om te lezen en vervolgens voor de televisie ploffen, neem ik natuurlijk niet serieus.
Mensen die zich aangetrokken voelen tot literatuur maar de meeste boeken te fantasieloos vinden.
Mensen die misschien inderdaad voornamelijk strips lezen. Maar dan wel het niet onintelligente soort stripverhaal dat (zelf)spot, absurdisme, een lichte vorm van (slimme) idiotie en een filosofische noot hier en daar niet schuwt. Ja, zulke strips bestaan. En nee niet persé de kreffik nofful. Ik zou voorbeelden kunnen noemen, natuurlijk, maar dat doe ik niet want wat ik dan ook noemen zou er zou altijd wel iemand zijn die vindt dat ik met het noemen van juist dat ene voorbeeld mijn hele punt ondergraaf. Hou het voorlopig op dat ik hier een niet geheel onbelezen niet-lezer bedoel. Die dus.
Die in tegenstelling staat tot de hardgekookte, doorgewinterde, volbloedse literatuurlezer die talloze boeken per jaar leest. Want voor hem is Het literatuurcongres eerder een –
een –
ja wat?
Een smakelijk tussendoortje?
Een fijn voorafje?
Een lichte streling van de geest, een kieteling van de hersenen?
Een aangename verpozing? Zoals laatst, of naja de twede zondag van september als je weten wil, toen ik met mijn lieve moje onvergelijkbare zevenjarige dochter ging picknicken in het park & we zaten & praatten & lachten & er oude kaas was, en rauwe ham, en sjokopasta, en motorolie, en ranja, en druiven & ik haar een wolk aanwees die leek op één van haar knuffels & we nog zagen, dingen in wolken & we over touwen en over bruggen liepen & dat goed was, dat mooi was, gewoon een moje dag was, misschien niet eens die geslaagde dag waar Handke het over heeft maar wel een dag die het op elk moment kon opnemen tegen elke andere dag.
Een onderhoudend terzijde? Een terzijde, misschien, onderhoudender dan de hoofdlijn?
Ik bedoel zeggen – ik lees altijd heel veel boeken door elkaar. Want ik lees een boek en dan komt er een moment waarop ik, even, genoeg heb van dat boek en dan begin ik of ga ik verder in een ander boek. Toen ik aan Het literatuurcongres begon was ik ook al bezig in Loutering van Luuk Imhann, Till the wheels fall off van Brad Zellar, Onder asfalt van Maarten van der Graaff, Paviljoen 3 van Bette Howland, Hierheen naar het gas, dames en heren van Tadeusz Borowski, Jaargetijden van Bernard Dewulf, Het blauwe uur van Alexander Lernet-Holenia, Slangen van Dominique De Groen, Leesclubje van Willem Brakman, Twaalf bytes van Jeanette Winterson, Milkman van Anna Burns, Duistere ecologie van Timothy Morton, Ghost Dance van Carole Maso, Geschiedenis van de waanzin van Michel Foucault, Het leven van Quintus Fixlein van Jean Paul, A Girl is A Half-formed Thing van Eimear McBride, Tegen de methode van Paul Feyerabend, Filosofie van de waanzin van Wouter Kusters, Homo sacer van Giorgio Agamben, God, de Staat en andere vormen van dictatuur van Michail Bakoenin, Vanishing Point van David Markson, School voor gekken van Sasja Sokolov, The Tunnel van Russel Edson, De verlossing van Robert Pinget, Lobola voor het leven van André Brink, Miniaturen van Karel Jonckheere, Petersburg van Andrej Bjelyj, Obabakoak van Bernardo Atxaga en De uitvinding van de wereld van Olivier Rolin (om er nu maar een paar te noemen) maar terwijl ik bezig was in Het literatuurcongres begon noch ging ik verder in enig ander boek (wat misschien ook niet zo moeilijk is want mijn “moment waarop ik er even genoeg van heb” ligt meestal zo rond pagina honderd en Aira houdt het als gezegd al na 95 pagina’s voor gezien maar toch: ook dunne boekjes kunnen gaan vervelen voor het slot daar is).
Ik bedoel zeggen – als je leest, als je echt alle dagen leest, als je een rabiaat soort lezer bent, als je literatuur leest, en poëzie, en filosofie, en heel die bliksemse boel, dan zal Het literatuurcongres niet het mooiste boek zijn dat je ooit las. Of zelfs maar dit jaar. Het is misschien een uitnodiging om meer van Aira te gaan lezen. Of een bizar uitstapje. Gewoon een fijn boek, ik zou haast zeggen: een leuk boek. Ja. Ik vond het leuk om dit te lezen. Maar wat een maf woord eigenlijk, leuk. En wat een lelijke klank toch altijd weer, die eu.
Ik bedoel zeggen: als je een boek hebt geschreven dat voor de ongeoefende lezer ideaal heten mag en voor die andere soort zoiets als een korte verademing, kan je maar zo in meer kasten komen te staan dan goed voor je is. Lang leve César!, zei Patti Smith (wie?) en ja, moge de man nog lang en schrijvend leven want dit smaakt in ieder geval naar meer.
Het literatuurcongres
- Schrijver: César Aira (Argentinië)
- Soort boek: Argentijnse roman
- Origineel: El congreso de literatura (2012)
- Nederlandse vertaling: Adri Boon
- Uitgever: Koppernik
- Verschijnt: 8 september 2022
- Omvang: 96 pagina’s
- Uitgave: paperback
- Prijs: € 19,50
- Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
Flaptekst van de roman van César Aira
César is een schrijver die door de wereldwijde economische malaise in financieel zwaar weer verkeert, daarnaast is hij ook nog eens een vermaard wetenschapper die vastbesloten is om heerser van de wereld te worden. Tijdens een bezoek aan het strand lost hij intuïtief een eeuwenoud raadsel op, vindt een piratenschat en wordt een zeer rijk man. Toch blijft zijn droom van wereldheerschappij op de eerste plaats staan. Hij woont een literatuurcongres bij om dicht bij de wereldberoemde Mexicaanse auteur Carlos Fuentes te komen, met hulp van wiens kloon hij hoopt zijn leger naar de overwinning te leiden.
Het literatuurcongres, een doldrieste, komische sciencefictionfantasie, is het perfecte boek om César Aira, de meest absurdistische auteur van de eenentwintigste eeuw, te leren kennen.
César Aira (1949) is geboren in Coronel Pringles, Argentinië. Sinds 1967 woont hij in Buenos Aires. Hij wordt beschouwd als een van de origineelste schrijvers van Zuid-Amerika en heeft meer dan tachtig titels op zijn naam staan. Hij schrijft geregeld voor El País, en zijn werk is vertaald in het Engels, Frans, Duits, Italiaans, Grieks, Portugees, Roemeens en Russisch. In 2020 verscheen Een episode uit het leven van een landschapsschilder van hem bij Koppernik.