Categorie archieven: Vlaamse roman

Louis Paul Boon – De Zwarte Hand / Het jaar 1901

Louis Paul Boon De Zwarte Hand ? Het jaar 1901 recensie en informatie over de inhoud van de roman en non-fictie boek. Op 16 juli 2024 verschijnt deel negentien van het verzameld werk van de Vlaamse schrijver Louis Paul Boon dat de roman De Zwarte Hand uit 1976 en het non-fictieboek uit 1977, Het jaar 1901 bevat. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Louis Paul Boon De Zwarte Hand en Het jaar 1901 recensie

  • “Boons magnum opus Pieter Deans heet met De Zwarte Hand een bewonderenswaardige uitbreiding gekregen.” (Tom van Deel, Trouw)

Louis Paul Boon De Zwarte Hand en Het jaar 1901

De Zwarte Hand / Het jaar 1901

Verzameld werk deel 19

  • Auteur: Louis Paul Boon (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman, non-fictie
  • Eerste editie: 1976, 1977
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 16 juli 2024
  • Omvang: 632 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 32,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van deel 19 van het verzameld werk van Louis Paul Boon

Een façade van burgerfatsoen en conformisme verbergt de poel des verderfs die de laatnegentiende-eeuwse industriestad Aalst is. In de verpeste samenleving gedijt de Zwarte Hand, een ongeregelde bende anarchisten. Ze roven en stelen, om te kunnen overleven, maar ook voor het plezier en om de gevestigde macht uit te dagen. Zij worden belaagd door een ijverige ondercommissaris van politie. Het jaar 1901 is uit authentieke politieverslagen samengesteld, die duidelijk maken dat met het aanbreken van een nieuwe eeuw, de zonden van de vorige nog niet uitgeroeid zijn.

Louis Paul Boon geboren op 15 maart 1912 in Allst, België en overleden op 10 mei 1979 in Erembodegem, geldt als een van de belangrijkste schrijvers uit de Nederlandse literatuur. Vele van zijn boek zijn tot het domein van de wereldliteratuur gaan behoren.

Bijpassende boeken en informatie

Angelo Tijssens – Het einde van de straat

Angelo Tijssens Het einde van de straat recensie en informatie van de inhoud van de tweede roman van de Vlaamse schrijver. Op 9 juli 2024 verschijnt bij uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts de nieuwe roman van de uit België afkomstige scenarist en romanschrijver Angelo Tijssens. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Angelo Tijssens Het einde van de straat recensie

Mochten er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van Het einde van de straat, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Angelo Tijssens, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Angelo Tijssens Het einde van de straat

Het einde van de straat

  • Auteur: Angelo Tijssens (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Borgerhoff & Lamberigts
  • Verschijnt: 9 juli 2024
  • Omvang: 244 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol Libris

Flaptekst van de tweede roman van Angelo Tijssens

Een pasgehuwde man trekt met zijn echtgenoot in het huis van zijn schoonouders, die elders hun geluk opzochten. Hoewel de woning aan het einde van de straat comfort biedt, worstelt de jonge schilder met die nieuwe werkelijkheid. Alsof hij zijn best heeft gedaan om zich aan te passen naar de normen, enkel en alleen om te ontdekken dat die structuren niet voor hem, voor hen, in leven werden geroepen. Het huis en zijn inwoners gaan steeds dieper gebukt onder een verzengende hitte. Terwijl zijn huwelijk dreigt te ontrafelen tracht de jongeman weer grip op het leven te krijgen door zijn wereld in verf te vatten. Tegen het verdwijnen, tegen de idee dat het makkelijker is om ‘normaal’ te zijn.

Bijpassende boeken en informatie

Dimitri Verhulst – Bechamel mucho

Dimitri Verhulst Bechamel mucho recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 20 juni 2024 verschijnt bij Atlas Contact de roman Bechamel mucho. Het boek is geschreven door de Vlaamse schrijver Dimitri Verhulst. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Dimitri Verhulst Bechamel mucho recensie

Alex is een seizoen lang, animator in een Spaans clubhotel. Zijn voorbereiding: voornamelijk uitputtende danstrainingen, die o.a. resulteren in optredens in een pluche penispak en het swingend scheidsrechteren bij cocktailgames.  Maar hij is in meer markten thuis, ook in die van wellust en eenzaam genot.

Er zit vaart in dit boek van Dimitri Verhulst, je moet erbij blijven!  Drukke zinsopbouw, scherpe weerspiegelingen en cynisch beklag over Het -Zijn, de wereld, de liefde en de consumptiemaatschappij. Ook zijn visie op vrouwen is soms bot en plastisch, niet altijd even kies, maar voor mij als vrouw herkenbaar en zeer humoristisch. Hij beschrijft wat hij ziet, hij maakt het niet mooier.

Dan komt er weer ene Clarice voorbij, dan weer Pommelien, Mireille of … Alex verwent ze allemaal, althans verwennen. De vrouwen ontsnappen even aan hun eigen dagelijkse werkelijkheid; ze krijgen lichamelijke aandacht, instand-erkenning en Alex bedient ze allemaal , als een echte animator. Ze zijn minimaal bevredigend in hun zoektocht naar wat liefde, avontuur en doorbreking van hun dagelijkse sleur.

Overigens zou ieder personage een apart boek waard zijn. Het Spaanse clubhotel als decor van een man, een animator zoekend naar wie hij wil en mogelijk kan zijn.

 “Animatoren. Je denkt dat ze besneden zijn, maar in werkelijkheid is hun voorhuid versleten”.

De roman staat vol met dit soort zinnen, heerlijk. Ik heb genoten van dit boek, met als afsluiting van blz. 157 t/m 174  een bevlogen opsomming  van observaties genaamd: Onepisch Gedicht.

Als “toetje” zou ik de film RIMINI willen aanbevelen, een film uit 2022 van Ulrich Seidl. Deze gaat over Ritchie, een uitgerangeerde Oostenrijkse Slagerzanger, die in een hotel zijn grootste, voornamelijk oudere fans vermaakt en als gigolo wat extra geld probeert te verdienen. Dit is een nog mistroostiger decor, winter in het verlaten Rimini, oudere gasten, een zekere verloedering, maar een hoopvol einde. Er zijn zeker vergelijkingen te bespeuren.

De nieuwe roman van Dimitri Verhulst is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Recensie van Fons van Riet

Dimitri Verhulst Bechamel Mucho

Bechamel mucho

  • Auteur: Dimitri Verhulst (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Atlas Contact
  • Verschijnt: 20 juni 2024
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst nieuwe roman van Dimitri Verhulst

In dit ultieme zomerboek volgen we Alex, entertainer bij een clubhotel op Mallorca. Wie zijn we als we niets hóeven? Geestig en ontroerend schetst Verhulst ons onvermogen om de boel de boel te laten.

Als twintiger was Dimitri Verhulst een zomer lang animator in een clubhotel op Mallorca. Hij had maar één taak: zorgen voor vermaak van vakantiegangers. Wat hij daar observeerde maakte een diepe indruk op hem, zozeer dat hij er nu, een kwarteeuw later, uit put voor zijn nieuwe roman Bechamel Mucho. Het verhaal begint als een zonnige diavoorstelling van een zorgeloze zomer. Maar schijn bedriegt, want al snel ontvouwt zich een scherpe en meeslepende schets van de consumptiemaatschappij. Even geestig als ontroerend toont Verhulst ons ieders onvermogen om werkelijk contact te maken. De kersverse weduwe, de alleenstaande moeder met kind, de vrouwelijke helft van een uitgeblust echtpaar, de jonge stewardess op zoek naar ontspanning, de fitte fietser, iedere gast heeft haar eigen verhaal. En allemaal willen ze, al dan niet voor een nacht, Alex. En het is Alex die aan het einde van het seizoen moet beslissen wat hij gaat doen. Of eigenlijk: wie hij wil zijn.

Bijpassende boeken en informatie

Paul Verrept – Het jaagpad

Paul Verrept Het jaagpad recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Vlaamse roman. Op 6 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver en illustrator Paul Verrept. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Paul Verrept Het jaagpad recensie van Tim Donker

(stilte)

Het kan vanuit de stilte. Het kan ineens. Het kan langzaam overheen, of zich rond je optrekken. Het boek. Ineens is het overal. Je bent in het boek. Ineens. Je zag het niet komen, en nu kan je het niet meer wegdenken.

Paul Verrept heeft een meedogenloze schrijfstijl. Hij trekt zijn lezers onherroepelijk mee. Hij bouwt ze langzaamaan in. Totdat er nergens nog een plek is in je wereld waar zijn woorden niet zijn. De onmerkbare manier waarop zijn boeken je besluipen is zalig angstaanjagend.

Misschien omdat er geen verhaal is. Althans geen navertelbaar verhaal. Er zijn personages. Er is Lucas. Een alleenstaande man van zestig jaar, niet onbemiddeld naar het lijkt (een appartement midst ergens een grootstad, een jaguar, een gedistingeerde kleedstijl). Ergens in dit jaar 2024 neemt hij de trein naar het dorpje waar hij is opgegroeid, om nog een keer, om vroeger, of hij weet het zelf eigenlijk niet precies: “Waarom volstaat het niet te denken dat hij even gaat kijken hoe het nu is op de plek waar hij opgroeide. Nieuwsgierigheid en misschien zelfs nostalgie. Nieuwsgierigheid. Nostalgie. Waarom de dagen vullen met overbodige en vergezochte gedachten? Het klopt niet. Denkt hij. Ik ben niet nieuwsgierig. Er is geen nostalgie.”

En er is Claus. Achttien. Enig kind. Verlaat juist het dorp van zijn jeugd om te gaan studeren in de grootstad. Verlaat moeder, verlaat vader, verlaat het dorp. Nog eenmaal een drankje in het tegenover het stasjon gelegen dorpskaffee. En dan gaan.

Er is een raar ding, echter. De lezer nee de kamera nee de pen van de schrijver volgt Claus als hij voor de laatste keer de tocht door zijn ouderlijk huis maakt. Stuit daarbij op een kalender. De tijd bij Claus is anders. Het jaartal. Bij Claus is het nog maar 1981.

In bad lig ik stil. Het boek in handen, zweet op mijn voorhoofd. Ik hou van hete baden. Het is zondag. De middag ligt kalm en rimpelloos als het bad. Ik stop lezen voor een wijle. Er bekruipt mij een vermoeden. Claus. Lucas. Het zijn anagrammen. De een onderneemt de tocht van de ander achterstevoren. Het zal toch niet? Wees stil, ik denk. Kan iemand die in 2024 zestig is, achttien geweest zijn in 1981? Wees stil, ik denk dat het kan. Als hij laat in het jaar jarig is zou het kunnen. Denk ik verder aan het dorpskaffee, dat er nog bleek te staan in 2024 toen Lucas aankwam in het dorp waar hij is opgegroeid. Het dorpskaffee waar een jongen een drankje drinkt aan het tafeltje aan het raam, zodat Lucas net niet zijn ouderlijk huis kan zien. Zou kunnen. Waar gaat dat heen. Denk ik.

Ook denk ik aan dat boek waarin ik ooit bezig was. De schrijver ervan was als ik me het goed herinner een Pool. Op enig moment stopte ik te lezen in het boek en later raakte het in de vergetelheid. Waarom weet ik niet. Niet omdat het slecht was. Het was eigenlijk vrij goed. Maar soms gaan die dingen zo. Komen er nieuwe boeken in, lees je anders, lees je je elders, geraken andere boeken onderop de stapels, en dan. Na een tijd. Zijn er teveel boeken, teveel stapels, hou je zomaar willekeurig een beetje opruiming, bedenk je van sommige boeken dat je er al veel te lang niet meer in gelezen hebt, het moet maar naar boven, naar de kamer waar ik alle boeken bewaar waarin ik me op enig moment vast las. Omdat ze me tegenvielen omdat ik ze slecht geschreven vond omdat het onderwerp me niet boeide omdat er andere boeken te lezen waren omdat ik er meer van had gehoopt omdat ze me na verloop van tientallen bladzijden langzaamaan begonnen te vervelen omdat mijn aandacht zich ervan afkeerde. Ik weet de naam van de schrijver niet meer noch de titel van het boek. Ik zou kunnen gaan naar de kamer waar ik al die boeken bewaar. Maar ik zit in bad. En bovendien. Soms is het mojer om dingen niet meer precies te weten. Soms is het beter om blinde vlekken blind te laten. Ik weet nog wel dat er een scene in zat waarin een oude man de jongen die hij geweest was tegenkwam. Ergens bovenaan een trap nabij een kerk in ergens een dorp. Waarheen het ging vanuit daar weet ik niet. Want ik stopte te lezen. Weetjenogwel. Zei ik net. Let dan toch ook op.

Aan een vergeten titel, een vergeten boek, een vergeten Pool denk ik in bad. En lees verder. In dit Het jaagpad. In dit prachtig Het jaagpad.

Een van de moje dingen.
Een van de hele moje dingen.

Een van de hele moje dingen Het jaagpad is dat Verrept het nergens eksplikeert. Of Lucas nu de oudere Claus is, en Claus de jongere Lucas. Zelfs niet of het wel Lucas en Claus wel zijn wier paden zich herhaaldelijk kruisen. Bij Lucas is er af en toe sprake van een jongen die zomaar Claus zou kunnen zijn. En Claus ziet geregeld een oudere man, en dat is misschien allicht mogelijkerwijs (bijwoorden van twijfel) Lucas. Maar misschien zijn zij het niet, misschien zijn het anderen, misschien zijn het twee heel verschillende steden, twee heel verschillende dorpen, misschien zijn ze niet eens in hetzelfde werelddeel, Verrept suggereert heel veel maar benoemt een pak minder en dingen open laten vereist misschien wel een straffere schrijfkunst dan heel de zaak dicht te schrijven.

De tiepering van beide karakters. Ook dat is een mooi ding. Een van de dingen. Een van de hele hele hele moje dingen. In dit boek. Lucas en Claus zijn uit eender hout getimmerd. Lucas is oud, alleen, misschien een beetje eenzaam, heeft weinig contacten. Pikt af en toe jongens op in het park, of vrouwen, ooit was er een Louiza, ook iemand voor een nacht, of een paar nachten, iets kortstondigs alleszins, maar ze bewoont nog altijd zijn hart. Claus staat nog aan het begin van alles maar bruisen doet hij evenmin. Hij laat zijn ouders achter zich en gaat de volslagen vreemdheid van de grootstad tegemoet. Daar loopt hij in een opwelling een meisje dat naast hem in de trein zat achterna: “Een kuiken kruipt uit het ei en hecht zich aan het eerste wezen dat het ziet. Zo ben ik in de nieuwe stad meteen Maria achternagelopen.”. Hij weet niet eens of het meisje wel Maria heet, het is maar de naam die hij haar gaf, ze hebben geen woord gewisseld. Maar in zijn hoofd is het al liefde. Maria het anker, zijn reddingsboei. Maria zijn Louiza.

Claus en Lucas zijn allebei wat wereldvreemds. Doen dingen die in het schimmige liggen. Mensen middernachtelijk oppikken in parken, mensen achtervolgen, rondhangen in achterbuurten, dralen bij de deur van een prostituee, wat klein en onbetekenend is mythologiseren tot het meer zal zijn dat het ooit nog gaat kunnen zijn in de kleurloosheid van de opeenvolging van hun dagen. Toch zijn Lucas en Claus geen engerds, en ook niet echt sneue gasten. Dat doet Verrept goed, dat doet Verrept heel goed. Hij zet menselijke figuren neer, die veroordeeld zijn tot levens aan de rand. Dolenden. Zoekenden. Verlorenen. Bij Lucas primeert misschien de wanhoop om wat in de mist verdwenen is; bij Claus de angst juist om wat daaruit tevoorschijn zal komen. Het is alles zo voelbaar. Zoals deze roman langzaamaan bezit neemt van haar lezer, zo worden Lucas en Claus overvallen door hun levens.

Is het moje ding.

En ook nog de taal. Is ook een mooi ding. Een van de moje dingen. Een van de hele moje dingen in dit hele moje boek. De taal. Korte, minimale, tot het uiterste teruggeschroefde zinnen. Die druppelen gelijk een miezerbui. Tot je je hoofd volgeregend weet. Veel leegte. Leegte die ademt. Het wit. De regen. Het geruisloze komen. En dan, ineens, voel je het overal. De adembenemende schoonheid.

Alles ijlt verder. Je hebt alleen deze 114 pagina’s om aan vast te houden. Hoe het is. Hoe zeldzaam dit groeit. Je moet het gelezen hebben om het te kunnen geloven.

Paul Verrept Het jaagpad

Het jaagpad

  • Auteur: Paul Verrept (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Koppernik
  • Verschijnt: 6 juni 2024
  • Omvang: 120 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Paul Verrept

De oudere Lucas leeft zijn uitzichtloze dagen op de vijfde verdieping aan een groot kruispunt in de stad. In een onverwachte vlaag van hoop neemt hij de trein naar het verleden. De jonge Claus reist op hetzelfde moment vol verwachting naar de toekomst. In hun kleiner wordende komen hun levens, hun verleden en hun toekomst, in steeds nauwere cirkels almaar nader tot elkaar.

In een nietsontziende stijl verkent Paul Verrept in Het jaagpad de contouren van een in de knop gebroken leven, dat een lange, onontkoombare schaduw voor zich uitwerpt.

Paul Verrept (1963) woont en werkt in Antwerpen. Hij is auteur, illustrator en grafisch ontwerper. Hij schreef en illustreerde meerdere boeken waarvan Het meisje de jongen de rivier is bekroond met de Gouden Uil van de Jonge Lezer. Met Brandingen staat hij op de shortlist van De Bronzen Uil 2022.

Bijpassende boeken

Jeroen Theunissen – Een week

Jeroen Theunissen Een week. Op 8 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jeroen Theunissen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek en de uitgave. Bovendien is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Een week, de nieuwe roman van Jeroen Theunissen.

Jeroen Theunissen Een week recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Een week, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver roen Theunissen dan besteden we er op deze pagina aandacht aan

Jeroen Theunissen is in 1977 geboren in Gent, Oost Vlaanderen. Hij studeerde Germaanse taal- en letterkunde. Hij is docent tekstanalyse aan de afdeling RITCS van de Erasmushogeschool in Brussel.

Naast romanschrijver is Jeroen Theunissen dichter. Hij debuteerde met de roman De onzichtbare in 2004. Zijn poëziedebuut Thuisverlagen verscheen in 2005. Sindsdien verschenen er een kleine tien boeken van de Vlaamse schrijver. Zijn voorlaatste roman Ik = cartograaf werd in 2022 uitgegeven. In mei 2024 verschijnt zijn nieuwe Een week, waarover je hier veel informatie kunt lezen.

Jeroen Theunissen Een week

Een week

  • Auteur: Jeroen Theunissen (Nederland)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 8 mei 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Jeroen Theunissen

Op 25 augustus staan aan het sterfbed van de tweeënzestigjarige Liz haar zoon en zijn vriendin, haar ex-geliefde, een oude vriend en een oude vriendin. En Marthe. Het is de warmste zomer sinds het begin van de metingen. Liz heeft voor euthanasie gekozen. Maar na haar dood staat Liz op, en begint aan de ochtend van wat haar laatste dag wordt. Vervolgens komt haar voorlaatste dag. Dan de dag ervoor. Dan de dag daarvoor. Een week lang komen vrienden en oude bekenden langs.

Met mededogen, liefde en lichtheid schetst Jeroen Theunissen in Een week het portret van een vrouw die de pech heeft te jong te sterven. Dit is geen roman over de dood, maar over het leven, over de levenslust, over de onmogelijkheid van de dood zolang je ademt. Over de dingen die er in het leven echt toe doen, bijvoorbeeld liefde, of bloemen van de buurman, of dat je wint bij Rummikub.

Bijpassende boeken en informatie

Erwin Mortier – Lazuur

Erwin Mortier Lazuur, deel 1 in de reeks kleurboeken van uitgeverij Oevers. Op 28 mei 2024 verschijnt bij Uitgeverij Oevers de novelle Lazuur van de Vlaamse schrijver Erwin Mortier. Je leest hier informatie over de inhoud van het boek. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Lazuur, geschreven door de Vlaamse auteur Erwin Mortier.

Erwin Mortier Lazuur recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Lazuur, de nieuwe novelle van de Vlaamse schrijver Erwin Mortier, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Informatie over de Vlaamse auteur Erwin Mortier

Erwin Mortier is geboren op 28 november 1965 in Nevele in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Hij studeerde kunstgeschiedenis aan de Universiteit van Gent en is bovendien gediplomeerd  psychiatrisch verpleegkundige.

Sinds 1999 toen Erwin Mortier debuteerde met de veel geprezen en bekroonde roman Marcel, leeft hij van de pen. Naast romans, publiceert hij gedichten, non-fictie en werk voor toneel. Bovendien schrijft hij columns voor de krant De Morgen en de klassieke radio zender Klara. Zijn laatste roman De onbevlekte verscheen in 2020 en zijn voorlaatste boek de verhalenbundel Glorie en heerlijkheid verscheen in 2023. Begin mei 2024 verschijnt zijn nieuwste boek Lazuur als eerste deel in de reeks Kleurboeken van Uitgeverij Oevers waarover je op deze pagina uitgebreide informatie kunt lezen.

Erwin Mortier Lazuur

Lazuur

Uitgeverij Oevers Kleurboeken deel 1

  • Auteur: Erwin Mortier (België)
  • Soort boek: novelle
  • Uitgever: Uitgeverij Oevers
  • Verschijnt: 28 mei 2024
  • Omvang: 88 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 17,50
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het boek over Lazuur

‘Het okergele zand, de diepblauwe zee, in Nieuwvliet, Cadzand, hoe oud zal ik geweest zijn, zes of zeven, die dag in de schorren, dat het lazuur van het zwerk in mij viel en ik erin verdronk? Het leek zich te verdichten naar de einder toe, boven de horizontale zee – maar is het wel een herinnering? Hoeveel keren is het moment waarop dat diepe, dichte azuur me voor het allereerst trof door de prisma’s en filters van mijn geheugen gegaan, tot deze herinnering het hier, nog intenser, op mijn netvlies borstelt?

Lazuur is mijn blauwe hoofdkussenboek. Over de inkt van de goden, over de hemelsteen die in de ingewanden van gebergtes knarst. Over mijn moeders ogen de dag voor ze stierf.  Over het gebit van een middeleeuwse non, over de diepblauwe beker in Pablo’s handen, de eerste keer dat ik hem zag. Het is mijn mozaïekboek, mijn lapidarium van kiezeltaal, jaloers op de frequenties van de kleur der kleuren.’

Bijpassende boeken en informatie

Guido van Heulendonk – De kroon met twee pieken

Guido van Heulendonk De kroon met twee pieken. Op 5 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Guido van Heulendonk. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Guido van Heulendonk De kroon met twee pieken recensie

Ook is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie de roman De kroon met twee pieken en eerder werk van Guido van Heulendonk.

  • “Een van onze fijnzinnigste auteurs. Scherp observator, begenadigd stilist. Hij schrijft beknopt en loepzuiver.” (John Vervoort, De Standaard der Letteren)

Guido van Heulendonk boeken en informatie

Guido van Heulendonk is op 17 november 1951 geboren in Eeklo als Guido Beelaert. Hij heeft filologie gestudeerd aan de Universiteit van Gent waarna hij werkte als docent Engels en Nederlands.

In 1985 verscheen de debuutroman van Guido van Heulendonk, Hoogtevrees. Daarna publiceerde hij nog zo’n vijftien romans en verhalenbundels. Voor zijn roman Paarden zijn ook varkens uit 1995 ontving hij de Gouden Uil 1996. Het voorlaatste boek Vrienden van de poëzie dat in 2021 verscheen is een verhalenbundel. Zijn nieuwste roman De kroon met twee pieken waarover je hier uitgebreide informatie leest, verschijnt begin maart bij uitgeverij De Arbeiderspers.

Recensie van Tim Donker

En het gebeurde dat ik mijn ogen sloot in een poging mezelf te zien lopen in een boekhandel. Een boekhandel ja een boekhandel, ik ben verdorie steeds verder van de stad vandaan komen te wonen (niet geheel volgens mijn diepste wensen overigens), het is nog lang geleden dat ik eens slenterde doorheen wat “de betere boekhandel” heten mag. Enige weken geleden liepen mijn zoon en ik nog wel een Bruna-achtig winkeltje in, ieverans in een stadje ieverans in Zeeland. Maar dat was voornamelijk uit ons beider verveling en kon kwa “betere boekhandel” sowieso al niet tellen. Maar ik sluit mijn ogen, nu, en probeer te denken aan, probeer te lopen langs, bomen duister nevelslierten een okkasjonele faun met kille hoorntjes maar neen dat is maar Sylvester Anfang II, een afsplitsing van Silvester Anfang, hun zelfgetitelde debuutplaat ligt op mijn steerjoo, beter konsentreren en ik loop langs rekken kasten uitstaltafels. Uitstaltafels, die herinner ik me. Titels die de boekhandelaar om welke reden dan ook onder de aandacht wilde brengen. Boeken die erom vroegen opgepakt en doorgebladerd  (en in negenennegentig op de honderd gevallen binnen de halve minuut weer teruggelegd) te worden. Ik herinner me lopen. Ik herinner me oppakken. Ik herinner me doorbladeren. Ik herinner me slenteren langs rekken. De poëziekasten, die spitte ik altijd helemaal door. Gewoon elke bundel eruit trekken en bekijken. Halt houden bij mij onbekende dichters. Doorbladeren, altijd even doorbladeren, ook als mijn intuïtie me anders influisterde. Hoeveel dichters heb ik niet op deze manier “ontdekt”?

De prozakasten waren een ander paar mouwen. Die waren te groot, te ver uitgestrekt, vaak ook nog opgedeeld in Nederlandstalig en vertaald, daar was geen beginnen aan, daar slenterde ik altijd gewoon langs om hier of daar iets te grijpen. Puur op basis van rug. Omdat een boek onwaarschijnlijk dik was, omdat het lettertiep me aansprak, omdat de titel maf genoeg was, omdat het een uitgeverij was die ik zo goed als blind vertrouwde.

Ik loop. Ik doe deze exsersisie. Ik denk. Ik stel me voor. Zou, ware het niet via mijn resenseerstapels tot mij gekomen, De kroon met twee pieken een oppakboek geweest kunnen zijn? Daar? In de Betere Boekhandel? Die in mijn kop of waar elders ze nog mogen wezen? Komt dit boek terecht op de uitstaltafels? Of zou het direkt al alles alleen van zijn rug moeten hebben? Eender hoe. Omslag en titel zijn weinig aansprekend en met zijn 276 pagina’s is het wel erg gemiddeld: niet opvallend dun en zeer zeker niet aandachttrekkend dik. De Arbeiderspers is niet per se dominant in mijn boekenkast en Guido van Heulendonk doet alleen een heel vage alarmbel rinkelen. Maar gesteld dat. Verveling, weeral. Maar nu toevallig daar, bij de betere dingens. Of een boekhandel toch waar meer dan alleen thrillers, managementboeken en psychologie van de koude grond de uitstaltafels halen weet. Stel je voor dat het daar zou liggen, op zoon soort tafel. En dat ik echt heel erg veel tijd te doden heb, en daarom maar elk boek oppak om even door te bladeren. Want daar. Want dat. Want dan.

Eenmaal in mijn handen zou ik met de De kroon met twee pieken zeer zeker onverwijld hebben kassawaarts zijn gesneld. De openingszin “En het gebeurde dat 2020 zijn einde naderde, en in de bijlagen de gebruikelijke lijstjes verschenen met het beste boek, de beste film of de belangrijkste gebeurtenis van het jaar.” kan tellen temeer daar het bij zoon eerste doorbladeren almeteens opvalt dat “En het gebeurde dat” terugkerende woorden zijn; meerdere hoofdstukken beginnen hiermee. En ik ben een zuiger voor herhaling. Maar. Meer nog. Veel meer nog.

Zie ik dat de roman bestaat uit vele tektsoorten (waaronder, wow, een opsomming?) (bleek later een afgeraffelde schoolopdracht van Hedda te zijn) (Hedda?) (ach dat komt nog wel, lieve lezer, dat komt nog wel alles komt nog wel), verschillen in opmaak, bladspiegel, perspectief, tijden – exact dus het soort fragmentarisme dat “mijn” soort literatuur is.

Want een klacht kwam binnen hier bij mij. Datteme stapels niet genoeg als “mij” klinken. De stapels die hier binnen komen, meestal via de tuindeur want dan heb ik gewerkt en dan ben ik langs Theo kunnen gaan. De stapels die tegenwoordig goeddeels uitmaken wat ik lees en dus ook wat ik bespreek. Wel. Zo op het oog leek De kroon met twee pieken helemaal “mij” te zijn. Boven aan de stapel gelegd. Kunnen geen klachten van komen. Denkt een mens. Zit een mens. In leesstoel. Met stapels aan elke zijde van hem.

En het gebeurde dat iemand zei dat ze ‘aldus’ ook wat zei. En het gebeurde dat alle wijsjes van aluminium gemaakt waren. En het gebeurde dat ik zat, met benee mij, nee naast mij, nee bovenop de stapel het boek, dit boek, deze kroon met twee pieken. En dat ik dacht dat niemand nu nog wat zeggen kon, aldus of anderszins, omdat dit, dit boek, dit fragmentarisme, deze lappendeken van teksten, ja, dat was “mijn” boek, dat ging helemaal “mij” zijn, dat zag je van hier, dan zat je te zitten, dan kon je niet wachten.

Weet je het zitten nog in de wetenschap dat je iets ging lezen dat mooi ging zijn, dat het mooiste ging zijn, dat fantasties ging zijn, iets waarvan de schoonheid int gelaat zou slaan (& ach wie weet Levinas nog), verweest of tot ver over de heuvel licht gevend (weet je de heuvel nog?), hoe mooi dat zitten was, hoe lang je het duren wilde, daarin wilde je blijven zitten, daaraan mocht geen einde komen.

Maar toch. Eindes komen. Altijd weer die eindes die komen. Hoe lang kun je zitten je leesstoel zonder te lezen? Naja, met The Limiñanas op de steerjoo vermoedelijk best eventjes maar niet eindeloos toch. De leeshonger naar De kroon met twee pieken neemt langzamerhand onstilbare vormen aan. Voila. Daar dan. Uitstel van behoeftebevrediging moge iets goeds zijn maar een mens moet niet overdrijven. Lezen als lezen zich aandient. De lust tot lezen. Van wie is dat ook alweer een boek? Maakt niet uit. Guido van Heulendonk schreef een boek en dat ga ik lezen nu.

Volgt een twede zin na die hoger geciteerde eerste: “Nadat hij in die laatste categorie vergeefs had gezocht naar een top drie zonder corona, legde Werner Vrysoone zijn krant opzij en roerde een extra suikerklontje door zijn thee.”

Ho-hum. Stop. Wacht. Wat voor rotnaam is Werner Vrysoone? Wie heeft er suikerklontjes in huis? Wie roert die door de thee? En mag ik f’dorie ook eens een zich in de van de gele hond gescheten jaren ‘19-‘21 lezen waarin de woorden “vrius”, “pandemie”, “covid” en “corona” niet voorkomen? Maar goed, de twede beet valt altijd tegen. En het is nog vroeg. Vroeg in de dag, vroeg in dit boek. Er is nog tijd genoeg en er zijn nog bladzijden genoeg om dit boek zo “mij” te laten worden als het op eerste gezicht beloofde te zijn.

Twee, drie bladzijden later gaat het goed scheef. Vrijsoone zit bij de kapper. Zijn “licht asmatische kapper” heeft “in plaats van een mondmasker een van die transparante speekselbakjes voor zijn baard […] gebonden, waarover Werner had gehoord dat hun efficiëntiegraad tegen virusuitstoot nul was.” Euh ja, Werner, heb je dan ook gehoord dat de “efficiëntiegraad tegen virusuitstoot” van die “mondmaskers” van het slag waarmede iedereen indertijd supermarkt, kapper en zelfs restaurant (smakelijk eten!) betrad evenzeer “nul” was? Erger nog: omdat iedereen die domme stoffen dingen na gebruik in jas- of broekzak bewaarde, konden bacteriën zich in warmte en donker juist lekker gaan zitten vermeerderen, waardoor je van die dingen eerder nog ziek werd. Misschien niet van “het” virus (en ik weet wel dat er in die jaren niet een andere manier van ziek worden of dood gaan leek te bestaan) maar ziek evengoed. En wanneer het gesprek bij de kapper op Werners geliefdste musicus en diens (pas na zijn vertrek écht groot geworden) band komt en er in dat gesprek dingen worden gezegd die hem, Vrysoone dus, allerminst aanstaan, mengt hij zich, in weerwil van een hevige aanvechting daartoe, niet in het gesprek omdat hij “geen speekselsproeiend” debat wil. Zijn eigen zwijgen zit hem echter wel dwars en “[h]ij stapte in de taxi en nog voor hij zijn masker weer had opgezet, stoomde zijn ogen, en – leek het – de hele wagen vol.”

En ineens wist ik weer waarom die naam Van Heulendonk zoon vage alarmbel had doen afgaan! Ja. Dat was het. Mijn ogen opnieuw, zorgvuldiger nu over het achterplat om het donkerbruine vermoeden bewaarheid te zien: Guido van Heulendonks vorige boek was Vrienden van de poëzie! Ook dat boek was hier via die reeds genoemde tuindeur naar binnen gekomen maar dat was gewoon maar een STAPELboek gebleven, zomaar weer een volgend boek waar ik al lezend en lezend en nog meer lezend een keer op gestuit, in begonnen, doch in dit geval helaas ook danig in vastgelopen was. Te pretentieus, te zeikerig, te aanstellerig, en zeker veel te veel corona.

Het waren vooral de schrijvers, dichters, “denkers”, academici; “intellectuelen” geweest die het vigerende coronaverhaal en de daarop geënte maatregelen kritiekloos accepteerden; die die idiote en totaal mankende vergelijking met oorlog trokken en “niet konden wachten tot de vaccinaties “erin” zaten” (twee keer aanhalingstekens wegens verregaande ergernis om de manier van uitdrukken). Dat hadden “ze” wel goed voor elkaar (welke ze? weet ik niet maar ik begin Abel steeds beter te begrijpen): al snel was het beeld getekend, geschilderd en gelakt (en dus tamelik onwrikbaar inmiddels) dat de volgzamen, de mondmaskerdragers, de vaccinatiebereidwilligen, de regeltjesvolgers voornamelijk onder de sociale, weldenkende, veelal linkse maar in ieder geval solidaire intelligentsia te vinden waren; al wie kritiek had, of slechts maar een paar bedenkingen naar voren wenste te brengen kon geschaard worden onder de obscurantistische, asociale, zich in verdacht rechtse hoek bevindende idioten (die alleen maar luisterden naar ondebuikgevoelens) (alsof die onevenredig grote corona-angst f’domme geen onderbuikgevoel was) (want “de” wetenschap sprak hierover duidelijk met maar één stem en naar die stem hadden we te luisteren, we wilden toch niet terug naar die tijden van voor de verlichting) (dat de honderden wetenschappers die het ook niet eens waren met het zo massaal naar voren gebrachte coronaverhaal voor het gemak maar even stemloos gemaakt werden moest maar even over het hoofd gezien worden) (we moeten de zaak niet onnodig komplieseren hee, het is wel zo overzichtelijk als dat wat juist is op een half aviertje kan worden opgesomd); ja zo wilde niemand gezien worden dus waren mondmaskers en vaccinatiewil  duidelijke sienjalen dat jij tot de goede gasten gerekend mocht worden. Kop neer en zwijgen want het was oorlog en in een oorlog stel je ook geen vragen.

Gadverdamme ja, nu wist ik het weer. Vrienden van de poëzie. Wat had ik de balen gehad van dat boek zeg. Onuitgelezen naar zolder verbannen. Plus daarbij: welke decadente zakkenwasser gaat er nu per taxi (of überhaupt!) naar de kapper?

(en ik zit en zucht en denk aan Dubravka Ugrešić en wat zij gezeid haadt over “intellectuele luiheid”; over wat zij afwisselend een “karaoke”- en een “consensuscultuur” noemde) (allemaal goed en allemaal woke en allemaal braaf en allemaal aan ruttes leiband)

(en ik zit en zucht en wil schrijven: “En het gebeurde dat Dregke en t schrijverken zich nederlegden en Old horse van Asphalt Ribbons daar middengronds was en zij zich eraan overgaven vooral heel veel speeksel uit te wisselen)

(en ik zit. en ik zucht)

Maar. Maar. Maar. Moet de “mijheid” van dit boek dan al na vier bladzijden ontmaskerd zijn (geen intentionele woordgrap)? Zo makkelijk mag dat niet zijn, ik heb nog geen korreltje geproefd van die heerlijke veelheid aan teksten. Dit eerste hoofdstuk was doodgewoon proza, nog wel in die allerordinairste derdepersoonenkelvoudvorm, zo gemakkelijk ga ik mij niet gewonnen geven (en bovendien, wat die tiep zei, wat die Werner Vrysoone (sjeesis!) dacht over Fleetwood Mac (die band) en Peter Green (die musicus), dat snijdt hout, dat eeuwige gemekker over die slappe, overgewaardeerde zeikplaat die Rumours heet altijd, Boeles eerste strafpunten, ofnee, niet zijn eerste, bij lange niet zijn eerste, maar wel veel strafpunten, wel heel erg veel strafpunten die keer).

Het zou nochtans gemakkelijk genoeg geweest zijn. Alles valt altijd tegen, niets is ooit wat je ervan hoopte. Ge moet u niet moejen met de stapels. De dingen gaan toch zoals ze gaan. Dit is nu eens boek waarnaar ik had kunnen gaan als het niet naar mij was gekomen en dan is het niks waarvan je droomde, zie je nu wel. Had gekund. Deed ik niet. Ik zat en las. Andere seedee opleggen, al dat lezen en denken en geërgerd zijn, daar gaat meer tijd in zitten dan je denkt en voor je het weet is het weer stil in uw kamer.

Zwijgt de muziek.

Zwijgt de mjoeziek.

Heb ik al ooit gezegd dat ik een kettingluisteraar ben? Ik steek de ene seedee met de andere aan. Ik zwem in mjoeziek, de mjoeziek zwemt in mij. Dit is gaan. Maar misschien moet ik eerst even gaan douchen. Hoe laat komen de kinderen thuis? Is er nog koffie in de pot?

Maar dan is het weer lezen.
Ooit is het weer lezen.
Altijd is het lezen.
De stapels. De boeken. Wat kome komt.

Te lezen wat leest. Wat een mens leest. De kroon met twee pieken leest een mens. Lees ik. Dit boek dat zijn mijheid overal geschreven had staan. Te lezen. En lezen. En lezen. Totdat dan komt dat er geen pagina’s te lezen meer zijn, het boek uit is, en ik daar zit. En denk. En hmm zeg. En de kamer mij aanstaart en me om een reactie vraagt.

Zeg ik, denk ik, antwoord ik de kamer voorzichtigjesweg dat een lichte teleurstelling mijn deel is nu het laatste woord gelezen is. Dat dit boek rustig geniaal had kunnen zijn. Als. Als d’n Kwiedoo zijn pretentieuze neigingen wat beter had weten te beteugelen, bijvoorbeeld.

Veeltekstig & meerstemmig is dit boek, jammer is dan dat haast alle uitgeworpen lijnen naar het einde toe samenkomen (o mensen komt tesaam), zelfs de bevordering van een aan het PMS verbonden pedagoge (PMS staat hier voor Psycho-medisch-sociaal centrum) (en dus niet wat u waarschijnlijk dacht) (een misogyn grapje van Van Heulendonk?) (natuurlijk verdient alles dat in opstand komt tegen het nazisme dat wij tegenwoordig als WOKE kennen alleen als daad van verzet al alle lof) tot directrice van de school van Vrysoones kinderen of een partijtje schaak dat Vrysoone van zijn (twede) vrouw verliest; kortom ook de kleinere dingen, waar een mens makkelijk overheen zou lezen, blijken later niet van belang gespeend. Velen zullen hierin een proeve van compositorisch vernuft zien ofzoiets (ik zie de kretologie op het achterplat van Van Heulendonks volgende roman al staan!), maar ik heb niet zoveel op met dat soort als-het-personage-in-het-eerste-bedrijf-een-geweer-aan-de-schouw-ziet-hangen-achtige schrijverij; ik hou ook wel van de Godijns van deze wereld waarbij het alle kanten op spat zonder dat elke druppel zich perse tot zindragend hoeft te ontpoppen. Ik weet me als lezer altoos een beetje geërgerd als ik niet onbekommerd in een boek rond kan stappen omdat ik er te zeer op mijn hoede voor moet zijn een detail te missen dat maar zo het ontbrekende puzzelstukje gaat kunnen zijn. In uw leven vallen ook niet alle dagen gebeurtenissen voor die op uw tachtigste nog een staartje zullen krijgen, wel?

En ook: dat einde, nee nog na het einde, wordt De kroon met twee pieken in de laatste drie bladzijden ineens science fiction, waar heb dat voor nodig? Een berg, een berg in Maine, spreekt in 4230 een mythisch wezen toe, zijn die Koyaanisqatsi-achtige beelden die volgen bedoeld als koda? Het ligt me zwaar op de maag, Van Heulendonk. Alsof ik na een overvloedige maaltijd, geëindigd in koffie met bonbons, ook nog een kunstig opgemaakte maar volstrekt oneetbare taart voorgeschoteld krijg. Ontsieren. Ja. Ontsieren is het woord dat in mij opkwam.

En/want mooi geschreven is dit boek. De kroon met twee pieken toont onweerlegbaar aan dat Van Heulendonk gezegend is met een zeer groot taalgevoel. Waarom hij, juist hij, ook gij Brutus, dat moet verloochenen om als een handvol zilverlingen wat modieus Engels doorheen dit boek te werpen is mij dan ook een raadsel. Waarom “[iets] on hold zetten”; “deep down”, “pissed”, “slipstream”, “raid”, “ofcourse”, “wishful thinking”, “wonderboy”, “gedropt”, “cleane”, “sightseeing”, “mindset” (sowieso een vreselijk en overgebruikt rotwoord), “crash”, “meeting” of “bucketlist” (ook zo’n nietszeggend woord dat in veel te veel bakkesen bestorven ligt)? Als kontragewicht treft de lezer ook een dosis oubolligheid aan. “Stappers” voor “schoenen” noem ik, of “het grijze zwerk”, of “strak in het jeugdig vel” of “op wandel met broeder Alzheimer”, of “[iets] op zijn palmares schrijven”, of “op de gevoelige plaat [vastleggen]”, of “zijn liefdesapparaten” (ja meervoud!) zijn niet alleen kliesjees maar ook nog eens vreselijk truttige kliesjees. Oudemannetjespraat. Waar Van Heulendonk toch op zijn best is als hij zich tussendoor deze twee uitersten beweegt, en de taal tot muziek klinken laat.

En van karakters staat het bol hier. Maar waarom is die Werner Vrysoone, toch zoon beetje de hoofdrolspeler, dan zo’n eikel eigenlijk? Die had best wat meer vlees op zijn botten kunnen krijgen. En toch is hij de platste van allen.

Ambtenaar. En vader. Van twee dochters. Hedda en Paulien. Er was ook ooit een moeder maar die is van een berg gevallen. Van een berg in Maine. Stephen King had daar wel iets mee geweten. Maar nu is het de berg, en Werner, en Hedda, en Paulien. Hedda, het “ongelukje” van moeder Conny Bruynzele en een zeer kortstondige jeugdliefde maar reeds als baby onder Werners vleugels genomen, geraakt al vroeg in de ban van de Heere, wordt godsdienstwaanzinnig en drijft af, steeds meer buiten beeld. Paulien blijft dichterbij. Obstinate puber. Daarna theatermaakster. Daarna actievoerder. En Werner? Ach. Dit is zijn verhaal. Van jeugdeling, bij de scouts, tot in het bejaardentehuis, als katatone tachtigjarige. Van lawwezeggûh 1968 tot lawwezeggûh 2026. De vreugd, de liefde, de ellende, het gezin, de ziekte, de ophanden zijnde dood. Een getekend maar niet ongewoon leven.

Om dat leven moet je daarom ook dit boek niet lezen. Wel om de teksten. Al die teksten. Die schone veelheid aan teksten (zeer veelstemmig is het helaas niet, het blijven toch bij hoofdzaak Werner en Paulien die hier de woordvoerders zijn). In brieven, e-mails, interviews, schoolopdrachten, dagboekproza, theatermonoloog, krantenartikels en zelfs -godbetere het- een enkele recensie ontvouwt zich hier iets dat niemand onbekend zal zijn maar waarvan je desondanks steeds meer weten wil. De lezer leest dit begerig, hijgerig en verbazend snel. De lezer lacht, de lezer heeft soms zelfs een echte traan.

De lezer leest dit met honger naar meer.

Dit is schoon, Van Heulendonk. De kroon met twee pieken is een schoon boek. Het had nog beter kunnen zijn. Maar dan weer: is dat niet wat op een ieders grafsteen kan komen te staan? Het had nog beter kunnen zijn.

Guido van Heulendonk De kroon met twee pieken

De kroon met twee pieken

Flaptekst van de nieuwe roman van Guido van Heulendonk

De kroon met twee pieken schetst het grillig verlopen leven van Werner Vrysoone. Hij was ambtenaar bij lokale overheden, tweemaal echtgenoot, weduwnaar en vader van twee dochters – van wie er slechts één zijn eigen kind is. Tussen de meisjes ontstaat een gespannen relatie die te maken heeft met botsende persoonlijkheden en een traumatisch verleden. In dit spanningsveld probeert Werner een goede vader te zijn, onpartijdig en betrokken. Buiten zijn wil om, echter, zal hij tot een bikkelharde keuze komen.

Het is een wervelende kroniek, caleidoscopisch gestructureerd en vol eigenzinnige perspectiefwisselingen.

Bijpassende boeken

Björn Joos – De familietrofee

Björn Joos De familietrofee. Recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman De familietrofee van de Vlaamse schrijver Björn Joos die op 22 februari verschijnt bij uitgeverij Manteau. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Björn Joos De familietrofee recensie

Als er boekbesprekingen en recensies verschijnen in de media van de roman De familietrofee, geschreven door de Belgische schrijver Björn Joos, kun je er hier over lezen.

  • “Niet dat het een slechte roman is, zeker niet, maar toch weet Björn Joos niet voor de volle honderd procent te overtuigen in zijn debuutroman. Ook liggen hier en daar de clichés op de loer. Soms weet hij die vakkundig te omzeilen maar in het beschrijven van de moeizame relatie met zijn schoonouders, lukt het omzeilen niet. Gelukkig heeft de roman een goede mate van lichtvoetigheid waardoor het uiteindelijk geen straf is om de roman uit te lezen. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (goed).

Björn Joos boeken en informatie

Björn Joos is geboren in Vlaanderen. Hij heeft geruime tijd en met succes gewerkt in game-industrie. Daarna was hij mede-oprichter van het succesvolle en vooraanstaande digitale communicatiebureau Prophets.

Met de roman De familietrofee waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen, debuteert Björn Joos als literair schrijver.

Björn Joos De familietrofee

De familietrofee

  • Auteur: Björn Joos (België)
  • Soort boek: Vlaamse debuutroman
  • Uitgever: Manteau
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (goed)

Flaptekst van de debuutroman van Björn Joos

Een wervelende tragikomedie over ontsnappen aan de dagelijkse sleur, het aannemen van een online alter ego en de chaos die ontstaat wanneer de virtuele wereld en de realiteit met elkaar in botsing komen.

Jarenlang hebben David en Melanie vruchteloos geprobeerd om zwanger te worden. Om met de oplopende spanning om te gaan werkt Melanie ’s nachts en brengt David zijn eenzame avonden door met gamen. Daarbij stuit hij op Mundis, een online wereld die een nauwkeurige replica van de werkelijkheid lijkt te zijn.

Nieuwsgierig maakt hij een profiel aan, waarbij hij zijn opvallende neus camoufleert en zijn vastgelopen carrière verbloemt. Niet veel later ontmoet hij Lauren en beginnen ze een online relatie. Maar wanneer ze elkaar elke avond in hun virtuele appartement in Barcelona ontmoeten, raakt hij verstrikt in zijn eigen leugens. Om indruk te maken stemt hij in met online fraude en maakt hij misbruik van zijn positie bij het bankkantoor van zijn schoonvader.

Björn Joos De familietrofee recensie

Als er boekbesprekingen en recensies verschijnen in de media van de roman De familietrofee, geschreven door de Belgische schrijver Björn Joos, kun je er hier over lezen.

  • “Niet dat het een slechte roman is, zeker niet, maar toch weet Björn Joos niet voor de volle honderd procent te overtuigen in zijn debuutroman. Ook liggen hier en daar de clichés op de loer. Soms weet hij die vakkundig te omzeilen maar in het beschrijven van de moeizame relatie met zijn schoonouders, lukt het omzeilen niet. Gelukkig heeft de roman een goede mate van lichtvoetigheid waardoor het uiteindelijk geen straf is om de roman uit te lezen. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (goed).

Björn Joos boeken en informatie

Björn Joos is geboren in Vlaanderen. Hij heeft geruime tijd en met succes gewerkt in game-industrie. Daarna was hij mede-oprichter van het succesvolle en vooraanstaande digitale communicatiebureau Prophets.

Met de roman De familietrofee waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen, debuteert Björn Joos als literair schrijver.

Bijpassende boeken en informatie

Frederik Hautain – Hij komt terug

Frederik Hautain Hij komt terug recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman van Frederik Hautain, Hij komt terug, die zich op het Waddeneiland Vlieland afspeelt die op 21 februari 2024 bij Uitgeverij Vrijdag verschijnt. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Frederik Hautain Hij komt terug recensie

Als er boekbesprekingen en recensies verschijnen in de media van de roman Hij komt terug, geschreven door de Belgische schrijver Frederik Hautain, kun je er hier over lezen.

Frederik Hautain boeken en informatie

Frederik Hautain is geboren in Vlaanderen en groeide op in de stad Aarschot. Hij studeerde Germaanse Talen aan de KU Leuven en richtte daarna de comics culture website Broken Frontier op waarvan hij vijftien jaar lang hoofdredacteur was.

In 2019 debuteerde Frederik Hautain met de graphic novel De walvis, gevolgd in 2020 door deel één van de driedelige cyclus De inbreker. Zijn debuutroman, Hij komt terug, waarover je hier alles leest, verschijnt in februari 2024 bij Uitgeverij Vrijdag.

Frederik Hautain Hij komt terug

Hij komt terug

  • Auteur: Frederik Hautain (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman, Vlieland roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 21 februari 2024
  • Omvang: 352 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 25,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Frederik Hautain

De jonge statisticus Oskar Metsiers wil van de wereld verdwijnen. Meer zelfs: hij moet. Het noodlot heeft hem immers vaak genoeg getroffen. Alleen als hij alles achter zich laat, kan hij uit de klauwen van de dood blijven.

Oskar trekt naar Vlieland, een plaats los van alles, in een ander land, waar weinig mensen wonen, maar waar hij de taal nog steeds machtig is. Hij vindt er onderdak bij Iwan, een taxidermist die gespecialiseerd is in het opzetten van meeuwen, en bouwt in de luwte een nieuw, bescheiden bestaan uit.

Tien jaar lang gaat alles beter, totdat Oskar op een dag gevonden wordt door het thuisfront en de vraag krijgt terug te keren. Oskar beschouwt de uitnodiging als een kans om de banden met het verleden voorgoed door te knippen en gaat erop in. Dat had hij beter niet kunnen doen.

Hij komt terug is een verhaal dat nog lang blijft nazinderen.

Bijpassende boeken en informatie

Lene Beelen – Tussenhuids

Lene Beelen Tussenhuids. Op 16 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de debuutroman van de Vlaamse psycholoog en schrijfster Lene Beelen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Lene Beelen Tussenhuids recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensie van de roman van Lene Beelen verschijnen, kun je er op deze pagina over lezen. Daarnaast is er aandacht voor de waardering van de roman.

Informatie over Lene Beelen

Lene Beelen is geboren in België. Ze is opgeleid als psycholoog en werkzaam als psychoanalytisch psychotherapeut vanuit freudiaans-lacaniaans kader. De roman Tussenhuids die in januari bij uitgeverij Prometheus verschijnt en waarover je hier uitgebreide informatie leest, is haar literaire debuut,

Lene Beelen Tussenhuids

Tussenhuids

  • Auteur: Lene Beelen (België)
  • Soort boek: Belgische debuutroman
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 16 januari 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Lene Beelen

Een confronterend debuut over wat het betekent om door andere mensen geleefd te worden en wat er overblijft wanneer je alleen verder moet.

Jaren na de verdrinkingsdood van haar vader gaat Moia op vakantie met haar schoonfamilie. Haar vriend Seppe, zijn tweelingzus Frêle en hun ouders vormen een warm en stabiel gezin en Moia zweeft daar ergens tussenin. Haar onvermogen om op zichzelf terug te vallen zorgt ervoor dat ze de wereld om haar heen door steeds troebeler water waarneemt. Wanneer ze plots een verloren foto op de zolder van haar moeder terugvindt en haar buikgevoel over de nieuwe collega verwaarloost, wordt Moia geconfronteerd met de impact van verhalen. Hoe wat gezegd wordt niet noodzakelijk waar is, hoe wat waar is niet zomaar wordt geloofd en hoe alles wat niet gezegd wordt, als het erop aankomt, ook niet lijkt te bestaan.

In deze ontroerende coming-of-ageroman staat centraal welke onvermijdelijke invloed ouders hebben op hun kinderen, hoe verwoestend loyaliteiten kunnen zijn en hoe gevaarlijk het is om niet opgemerkt te worden, ook niet door jezelf.

Bijpassende boeken en informatie