Categorie archieven: Vlaamse roman

Maarten Inghels – Het mirakel van België

Maarten Inghels Het mirakel van België recensie en informatie over de inhoud van het boek over meesteroplichter Piet Van Haut. Op 24 november 2021 verschijnt bij uitgeverij Das Mag het nieuwe boek van de Vlaamse schrijver Maarten Inghels.

Maarten Inghels Het mirakel van België recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van Het mirakel van België. Het boek is geschreven door Maarten Inghels. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Vlaamse schrijver Maarten Inghels over meesteroplichter Piet Van Haut.

Maarten Inghels Het mirakel van België Recensie

Het mirakel van België

  • Schrijver: Maarten Inghels (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Das Mag
  • Verschijnt: 24 november 2021
  • Omvang: 400 pagina’s
  • Uitgave: paperback 
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over Piet Van Haut van Maarten Inghels

Vijf jaar geleden maakte Maarten Inghels kennis met meesteroplichter Piet Van Haut, het zelfbenoemde ‘mirakel van België’ en ‘de man die alles kan’. Sinds de jaren tachtig doet Piet Van Haut zich voor als oliesjeik, farmabaas van Johnson & Johnson, administrateur-generaal van de Belgische Spoorwegen, onderzoeksrechter, koning der Belgen en miljardair. Onder valse namen ontvreemdde hij miljoenen van banken en particulieren over heel Europa. Hij werd veroordeeld voor onder meer financiële oplichting, valsheid in geschrifte en valse naamdracht. In de gevangenis zette hij zijn activiteiten onverminderd verder en nodigde hij honderden advocaten uit. In de loop der jaren werd de mediaverslaafde oplichter aan het woord gelaten in kranten en op televisie, maar nooit werd echt duidelijk wat er waar was en wat niet. Na hun eerste ontmoeting laat Piet Van Haut de schrijver niet meer los. Naarmate hun relatie groeit krijgt Inghels een unieke inkijk in Van Hauts eindeloze fantasiewereld en interne keuken. Aangetrokken tot dit grootse personage – een droom voor iedere schrijver – beseft hij gaandeweg dat ook hij niet immuun is voor de verlokkingen van de misdadiger. Door zijn eigen hebzucht naar een spannend verhaal wordt de auteur meegesleurd in het web van fictie en grootheidswaan dat Van Haut zo meesterlijk kan weven. De vraag die menig gerechtspsychiater zich al stelde dringt zich op: is deze mythomaan een zwakbegaafde, dan wel een geslepen psychopaat — is hij een gek of een genie, een monster of een mirakel? En hoe weet hij steeds te ontkomen?

In zijn roman Het mirakel van België zoekt Inghels naar de man achter de maskers, de kern van waarheid achter de leugens. Maar hoe langer Inghels hem probeert vast te houden, hoe meer hij naar zeepbellen grijpt die in zijn gezicht uit elkaar spatten. Het mirakel van België is het spannende, metafictionele verhaal van een man voor wie het leven een groot theater is en de auteur die meer dan een toeschouwer wil zijn. Een wonderlijk en crimineel haasje-over van feit en fictie.

Maarten Inghels (1988) debuteerde in 2008 met ‘Tumult’ in de Sandwich-reeks onder redactie van Gerrit Komrij en ontwikkelde zich sindsdien tot een originele kunstenaar, dichter en schrijver. Met zijn laatste boek Contact (De Bezige Bij) verbindt Inghels poëzie, beeld en acties. Hij is een meervoudige winnaar van de Vincent Van Meenenprijs. Van 2016 tot 2018 was hij de officiële Stadsdichter van Antwerpen.

Bijpassende boeken en informatie

Virginie Loveling – Een revolverschot

Virginie Loveling Een revolverschot Vlaamse roman uit 1911 recensie en informatie over de inhoud. Op 1 juni 2021 verschijnt als De Geus Salamander de heruitgave van de roman uit 1911 van de Vlaamse schrijfster Virginie Loveling.

Virginie Loveling Een revolverschot recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Een revolverschot. Het boek is geschreven door Virginie Loeveling. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van roman uit 1911 van de Belgische schrijfster Viginie Loveling.

Virginie Loveling Een revolverschot Vlaamse roman uit 1911

Een revolverschot

  • Schrijfster: Virginie Loveling (België)
  • Voorwoord: Annelies Verbeke
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Eerste druk: 1911
  • Uitgever heruitgave: De Geus Salamander
  • Verschijnt: 1 juni 2021
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering voor de roman

  • “Loveling geeft ons een meedogenloze, hartverscheurende inkijk in de gevoelswereld van iemand die in het leven bij herhaling aan het kortste eind trekt.” (Annelies Verbeke)
  • “Een boek waarvan je beseft dat het je een hele tijd heeft ontbroken en dat het nodig is om (veel) ander werk te duiden of erop te kunnen reageren.” (Manon Uphoff, NRC Boeken)

Flaptekst van de roman uit 1911 van Virginie Loveling

De zussen Marie en Georgine Santander wonen na de dood van hun vader en moeder samen in het ouderlijk huis in het dorpje Vroden. Als ze gevoelens opvatten voor dezelfde man nemen hun levens een tumultueuze wending. Gemoderniseerd en van een nawoord voorzien door Annelies Verbeke.

Bijpassende boeken en informatie

Sylvia Broeckaert – Ammiraglio

Sylvia Broeckaert Ammiraglio recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Vlaamse roman. Op 25 mei 2021 verschijnt bij uitgeverij Vrijdag de eerste roman van de Vlaamse zangeres en schrijfster Sylvia Broeckaert.

Sylvia Broeckaert Ammiraglio recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Ammiraglio. Het boek is geschreven door Sylvia Broeckaert. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Vlaamse schrijfster Sylvia Broeckaert.

Sylvia Broeckaert Ammiraglio Recensie

Ammiraglio

Uit het dagboek van een minnares

  • Schrijfster: Sylvia Broeckaert (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 25 mei 2021
  • Omvang: 180 pagina’s
  • Uitgave: paperback 
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe roman van Sylvia Broeckaert

Na een episode van borstkanker en reconstructieve chirurgie vindt Sara, een professionele zangeres, haar vrouwelijkheid terug. Terwijl ze haar dromen verder waarmaakt in de wereld van muziek en theater, komt er een nieuwe man op haar pad. De liefde die Sara met Giulio beleeft, is voor haar een overwinning op het leven. Het wordt ook een oefening in tolerantie en zelfredzaamheid, in loslaten en de essentie blijven zien, want Giulio blijkt een gezin te hebben in het buitenland. Giulio en Sara hebben een passionele, erotisch geladen relatie, waarbij het strakke militaire leven en het woelige artistieke bestaan soms moeilijk samenvloeien. Blijft deze onmogelijke, maar intense en betekenisvolle liefde tussen hen duren?

Sylvia Broeckaert studeerde Musicologie en Zang aan de conservatoria van Brussel en Gent, en aan de Scola Cantorum Basiliensis. Ze was actief als zangeres in de wereld van de oude muziek. Sinds 1992 is ze presentator-muzieksamensteller bij Radio 3 resp. Klara en recenseert ze operapremières. In 2018 publiceerde ze Iedereen Opera.

Bijpassende boeken en informatie

Bruno Vanspauwen – Bubbel

Bruno Vanspauwen Bubbel recensie en informatie over deze nieuwe Vlaamse roman. Op 18 mei 2021 verschijnt bij uitgeverij Manteau de debuutroman van de Belgische schrijver Bruno Vanspauwen.

Bruno Vanspauwen Bubbel recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Bubbel. Het boek is geschreven door Bruno Vanspauwen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de roman van de Vlaamse schrijver Bruno Vanspauwen.

Bruno Vanspauwen Bubbel Recensie

Bubbel

  • Schrijver: Bruno Vanspauwen (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Manteau
  • Verschijnt: 18 mei 2021
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de roman van Bruno Verspauwen

Satire met een vlijmscherp randje die zich afspeelt in de wereld van reclame en media. Bruno Vanspauwen werkte dertig jaar in de reclamewereld, afwisselend als gestreste participant en geamuseerd observator. In dit boek – zijn debuut als romanschrijver – vertelt hij het verhaal van een bedrijf dat kauwgom produceert en de slabakkende verkoop wil aanzwengelen. Het schakelt daarvoor een reclamebureau in dat uitpakt met het nieuwe wonderwapen van de marketing: 360°. In een gonzend universum van ononderbroken reclame, entertainment en digitalisering wordt de kauwgombubbel opgeblazen tot hij uit elkaar dreigt te spatten.

Hoofdpersonage Abel Artman is CEO van een bekend reclamebureau, Frank Lamarck is de nieuwe Vice President Marketing van de kauwgommultinational Chew Inc. Samen zetten ze alle mogelijke reclamekanalen en -technieken in om zo veel mogelijk mensen aan het kauwen te krijgen: van shockerende reclame (shockvertising) over de vermenging van reclame en journalistiek (branded content) tot reality-tv die betaald en bepaald wordt door de kauwgomfabrikant (branded entertainment). Als lezer krijg je een glimp achter de schermen van de media- en reclamewereld en een geestige inkijk in de nieuwste technieken van commerciële verleiding.

Bijpassende boeken en informatie

Kristien De Wolf – Regensoldaten

Kristien De Wolf Regensoldaten recensie en informatie over de nieuwe Vlaamse roman. Op 23 april 2021 verschijnt bij uitgeverij In de Knipscheer de nieuwe roman van de Vlaamse schrijfster Kristien De Wolf.

Kristien De Wolf Regensoldaten recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden de roman Regensoldaten. Het boek is geschreven door Kristien De Wolf. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud de nieuwe roman van de Belgische schrijfster Kristien De Wolf.

Ooit, lang geleden, mijmert Mus, was zij ,Magda Vonck, in het dagelijks leven Mus genoemd, haar moeders oogappel. Wanneer moeder samen met de buurvrouwen en vriendinnen samen kwam, had moeder verhalen. Verhalen over Mus, haar dochter. Ja, het hele huis hing vol met die verhalen. (Nu eerst even een slokje). Overal, door het hele huis hingen foto’s van haar. Mus in de wieg, Mus op de tafel, Mus aan de hand van moeder en ga zo maar door. In de kamer, in de gang, in de wc, langs de trap, in de slaapkamers. En altijd die verhalen, over hoe knap, slim, lief enz. Mus was.  En over hoe zwaar de bevalling. En Waarom Mus, Mus heet. Moeder was verliefd op Mus en Mus op haar verhalen. (En nu eerst maar eens een glaasje).

Vader, notaris van zijn vak, wordt dat zat en vindt dat moeder haar aandacht ergens anders op moet richten. Moeder krijgt de juiste kleren, de juiste houding en wordt vaders assistente. Mus wordt veel alleen gelaten, blijft alleen achter wanneer de hulp naar huis gaat, verveelt zich, blijft zitten waar ze zit, bestudeert de keuken, en vooral wanneer het regent de regenstromen en druppels die sporen maken langs de ramen. En dan wordt het stil in huis, moeder vertelt geen verhalen meer, verdwijnt achter de krant, vader naar zijn werkkamer. Tot op een dag moeder Mus in vertrouwen neemt. Zij is zwanger. En Mus houdt haar hart vast. En ja, Bennie, haar nieuwe broertje wordt moeders held. Haar oogappel, haar beertje. Mus haar foto’s verdwijnen naar de zolder. Bennie is nu de dagelijkse held. En Mus krijgt een rol. (Oh, nu al een aantal slokken voor het werk begint) Zorgen voor haar broertje en natuurlijk ook voor zaken in het huishouden. Was het zo makkelijk, Mus vervangen door een beter exemplaar?

Maar gelukkig heeft Mus een ontsnappingsroute uit haar huis. Tijdens de bevalling van haar broertje moest zij naar de buren. Zij wordt dikke maatjes met haar buurjongen en samen met hem verdwijnen zij in hun eigen wereldje. Andy heet hij.( De drank ligt nu zelfs al in haar bureaulade)

Dan, wanneer Mus op kamers gaat. Wonen in de grote stad, begint haar leven. Feesten en beesten, vrienden, vriendinnen, kroegen, drank, jongens, seksen. Ja, Andy is altijd in de buurt, hoort bij de vriendenclub. Hij is haar vaste gegeven, haar maatje, haar steun en toeverlaat. Maar nooit haar minnaar, nooit haar bedpartner. Zij danst, feest, zuipt, sekst en ja werkt zich door haar studie heen. Maar Mus verbindt zich niet echt aan iemand. Kan zij dat niet? Of wellicht is zij nog niet zover?  Of zit haar leven haar in de weg? De hele wereld al gezien, haar goddelijke gang gegaan. En nu ( ja, elke avond zeker een halve fles sterke drank), Mus, een goed betaalde neurologe, de vrienden en uit haar tijd hebben gezinnen ,zijn over de wereld uitgevlogen,  zijn gescheiden, uit het oog verloren.

Kristien De Wolf Regensoldaten Recensie

Nu, in haar spreekkamer ontvangt zij  wankelend op haar benen, mensen met dementie, hun familie, mantelzorgers. Zij stelt hen gerust. Vergeten gaat met stapjes. Eerst kleine dingen, dan grotere, dan karakterverandering, dan totale lethargie. Medicatie ophogen? Dat laatste, nee, zover zijn zij nu nog niet. Is Mus zelf nog niet. Nee, nu nog niet. En nu na zoveel jaren, een afspraak met Andy? op blz. 149” Zo liep ik daar, met het verleden, het heden en de toekomst gelijktijdig in mijn hoofd, alsof ze heel even samen vielen in dit moment. Een stevige windvlaag deed mijn jas opbollen. Het was alsof ik zelf een vlucht nam en zou opstijgen als een reiger, als honderdduizend spreeuwen tegelijk, vrij en hoog in de lucht, in een prachtige dans, en helemaal synchroon, als duizend regensoldaten.”

Eerst kleine dingen, dan grotere, dan karakterverandering, dan totale lethargie

Kristien de Wolf maakt met deze roman geloofwaardig hoe belangrijk de jongste jeugdjaren zijn om uit te groeien tot een geestelijk gezonde volwassene. Ik miste de gelaagdheid die mij zo trof in haar vorige roman, Ava Miller en ik. Jammer vind ik dat. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Recensie van Mieke Koster

Regensoldaten

  • Schrijfster: Kristien De Wolf (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: In de Knipscheer
  • Verschijnt: 23 april 2021
  • Omvang: 152 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van de nieuwe roman van Kristien De Wolf

Regensoldaten is de tweede roman van Kristien De Wolf. In deze meeslepende vertelling eist de schrijver alle vrijheid op om zich onstuimig te bedienen van verbeelding, humor en tragiek. Meedogenloos, maar met een tomeloze liefde, kijkt ze naar een vrouw die vanuit de eeuwigheid haar spartelend bestaan reconstrueert. Gaandeweg wordt duidelijk dat Mus’ beproevingen onmisbaar zijn geweest om op de valreep van haar leven, in één glorieus moment, een prachtige held te kunnen worden.

Kristien De Wolf Ava Miller en ik Recensie en InformatieKristien De Wolf (België) – Ava Miller en ik
psychologische roman
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Ontroerende en aangrijpende roman over de geboorte en de ondergang van een meisjes-vrouwenvriendschap…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Christophe Vekeman – Carwash

Christophe Vekeman Carwash recensie en informatie over de eerste musical roman. Op 26 mei 2021 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers het nieuwe boek van de Vlaamse schrijver Christophe Vekeman.

Christophe Vekeman Carwash recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Carwash. Het boek is geschreven door Christophe Vekeman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van Christophe Vekeman.

Christophe Vekeman Carwash Recensie musical roman

Carwash

  • Schrijver: Christophe Vekeman (België)
  • Soort boek: Vlaamse musical roman
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 26 mei 2021
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Christophe Vekeman

Het zeventiende boek van Christophe Vekeman is niets minder dan de eerste musical in de geschiedenis van de wereldliteratuur. Carwash vertelt het verhaal van twee jonge geliefden die in een kleine truck een grote lading jeans naar ’t verre Bullet moeten brengen. Of is het toch iets anders dat zij vervoeren? Wie zal het zeggen?

Eén ding staat vast: Carwash is een buitengewoon meeslepend boek dat onweerstaanbaar inviteert tot meeleven, lachen en zelfs meezingen. Een zonovergoten verhaal dat je zult verslinden, handenwrijvend en breed grijnzend, met eenzelfde zorgeloze gretigheid als waarmee je vroeger naar je favoriete jeugdserie op tv keek.

Bijpassende boeken en informatie

Jan Lauwereyns – Gehuwde rotsen

Jan Lauwereyns Gehuwde rotsen recensie en informatie nieuwe Vlaamse roman. Op 18 maart 2021 verschijnt bij Uitgeverij Koppernik de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jan Lauwereyns. 

Jan Lauwereyns Gehuwde rotsen recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Gehuwde rotsenr. Het boek is geschreven door Jan Lauwereyns. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Jan Lauwereyns.

Recensie van Tim Donker

Hier zit ik dan. Of daar, ten opzichte van waar u zit. Hier zit ik, laptop opengeklapt. Kijkend, zittend, peinzend. Naast me ligt een boek dat ik met smaak -veel smaak, zeer, zeer veel smaak- gelezen heb. Gehuwde rotsen, zo heet dat boek. En ik zit achter mijn laptop en ik wil schrijven:

Geniaal!

en dan gedaan. Of:

Iedereen moet dit lezen! Iedereen moet dit lezen! Iedereen moet dit lezen!

en dan gedaan. Of:

Dit is het allermooiste boek dat ik ooit gelezen heb.

en dan gedaan.

Ja. Waarom niet eigenlijk? Waarom altijd afgekomen met die ellenlange recensies waarin ik het gelezene, en hoe ik het gelezene verstaan heb, tracht te spiegelen aan mijn eigen leven – mijn leven van nu, mijn leven van gisteren, mijn leven van dertig jaar geleden. Hoe door en door egosentries eigenlijk dit begrijpen als be-grijpen: pas als het gegrepen en ontvoerd is, en ingelijfd bij het ons bekende is het “begrepen”.  Pas als het helemaal van ons is en niet meer van die stomme schrijver die de tekst alleen maar een beetje heeft zitten oprochelen, is het begrepen. Pas als we lezende voornamelijk onszelf zien verschijnen, is het begrepen. Misschien doen zeeën van wit een boek meer eer aan. Hum. Ja. Zou kunnen. Misschien. Maar toch. Nuance. De kieren. De details. De lagen. De plooien. En dat alles willen benoemen. Of minstens een poging wagen.

Want in een boek is er inhoud. En er is hoe die inhoud vorm krijgt. Ik zei dat eerder. Ik zei dat zopas. In een andere ruimte, en het ging over een ander boek. Er is inhoud, en er is hoe die inhoud tot u komt. Afhankelijk van wie u bent, zult u meer op het ene of juist meer op het andere letten. Ook in een andere ruimte gesproken: verhalen.

We zaten in zijn huis aan de Lessinglaan. Willem en ik. Willem was echt wel een soort van vriend van mij in die dagen. Hij kende mijn voorliefde voor het experimentele proza, en hij liet nooit af die in een kwade reuk te zetten.

“Die experimenten die ken ik nu wel,” zei hij dan, “Vertel me eerst maar eens een boeiend verhaal.”

“Die verhalen die ken ik nu wel,” replikeerde ik, “Vertel me het eerst maar eens op een boeiende manier. Sowieso zijn maar twee verhalen: dat van de liefde en dat van de dood.”

Zei ik, en zweeg ik, en toen dronk ik mijn koffie. Die koffie, dat was een verhaal apart. Ik weet niet welk apparaat die tiep gebruikte maar de koffie was altijd fantastisch bij Willem. Die rook ik al van dat ik voet over de drempel zette en dan kon ik niet wachten tot hij zeggen zou: “Wil je een kopje koffie?”. En dan wilde ik een kopje ja, en een tweede en het liefst nog een derde. Ik weet niet wat voor apparaat die tiep gebruikte maar een vierde kopje zat er klaarblijkelijk nooit in.

Dat Gehuwde rotsen uitblinkt in verhalen op een boeiende manier vertellen, zal bij eerste doorbladeren meteen duidelijk zijn. Ik bedoel: de vorm. Ik bedoel: het afwijken. Ik bedoel: het experiment. Ander proza, of mag je dat niet meer zeggen? Ik zou het Cyrille Offermans eens moeten vragen.

Er zijn hoofdstukken, hier op zijn Antwerps “sjappitters” geheten. Daar kennen de zinnen geen punt. En geen hoofdletter ook. Er zijn er, zo heb ik mij laten vertellen, die menen dat het “voorbij” is om zinnen niet met een hoofdletter te laten beginnen. Alsof dat een “fase” was die de literatuur in de hoogtijdagen van het “andere proza” (ow) doormaken moest, in plaats van een prachtig mooi stijlmiddel. Veel witregels ook. Zinnen, woorden, flarden in het Antwerps.

En er zijn teksten tussendoor deze “sjappitters”. Teksten die op het eerste gezicht gedichten lijken, of ultrakort proza. Teksten die wel aan hoofdletters en punten doen.

En er zijn foto’s. Familiefoto’s zo te zien. Ook al niet heel erg gebruikelijk in de gemiddelde roman. Maar Gehuwde rotsen is wel een roman. Het staat op het omslag. Dus is het zo. Het is een roman, maar wat een maffe roman lijkt het.

Misschien moet dat geen verbazing wekken. We praten immers over Jan Lauwereyns. O, ik ken nog geen fraksie van wat deze veelschrijver allemaal op zijn naam heeft staan. Boventalig, overtalig, hij schreef ook nog in het Engels en in het Frans en in het Japans. Ik ken maar drie titels. Of eigenlijk twee. Anophelia! De mug leeft en Stemvork (dat laatste schreef hij samen met Arnoud van Adrichem). Monkey Business vond ik ooit bij, mind you, de drogisterij hier in het dorp. Het lag in een bak met afgeprijsde boeken. De bak stond voor de winkel, ik liep daar maar wat te lopen, ik keek alleen uit verveling in die bak en niet in de verwachting er iets moois in te vinden. Maar iets moois lag er in, verdomd, een boek van die Lauwereyns die ik wel kende van dat prachtige Stemvork van weleer (ja wanneer was het weer?). Monkey Business – zowel de naam als het omslag spraken me niet direkt aan en doorbladeren kon niet want het zat in plastiek. Maar van Jan Lauwereyns dus ik kocht het, maar ik kwam er nooit toe het te lezen. Ik weet niet waarom. Iets in het boek zette me niet tot lezen aan, denk ik. Zoveel in Gehuwde rotsen zette me wel tot lezen aan.

Het vormexperiment is in dit geval maar één. De inhoud is twee. Ik las niet veel vaker een boek dat me op beide vlakken in de ban hield. Maar Lauwereyns doet dat dus: schone dingen op een boeiende manier vertellen. In de sjappitters ontvouwt zich een autobiografie. Of een deel ervan. Voor zover een autobiografie überhaupt mogelijk is. Woorden vallen nooit geheel samen met waar ze naar verwijzen, en dan zit dat falende geheugen van de mens er ook nog eens tussen. Je kunt het ook een ode noemen. Een ode aan zijn moeder. Yolande. Een ode aan het leven ook, maar daar kom ik later nog over te spreken.

Het gezin van de jonge Jan Lauwereyns. Zijn vader, zijn moeder, zijn broer. Uiteraard gaat veel aandacht uit naar de scheiding van vader en moeder en de zelfmoord van moeder later. Harde, schrijnende verhalen. Pijnlijk, en diepe duisternis. Maar zo leest het niet. Het afzien van de gebruikelijke interpunctie ontneemt de tekst een deel van zijn zwaarte. Het geeft het boek een bedachtzame, zoekende toon. Er mag getwijfeld worden. Want het geheugen stottert. Er is “wie es eigentlich gewesen war” en er is de afdruk daarvan in ons hoofd. En wat in Lauwereyns’ hoofd zit laat hij eruit stromen waar de lezer bij is. En dat is een waar genoegen. De sjappitters hebben een melankolieke ondertoon. In weerwil van wat hij vertelt is het niet tragisch of dramatisch of larmoyant. Slechts de bitterzoetheid van wat niet meer is. Dat wat vergaan is. De dingen. Het is één uur ’s nachts en ik sta af te wassen. Zegt iemand, zegt Femke Ik spreek jou nog wel als je kinderen hebt dan moet er orde zijn dan kun je niet meer om één uur ’s nachts staan af te wassen en nu zijn mijn kinderen zes en zeven en het is één uur ’s nachts en ik sta af te wassen met Simeon ten Holt op de steerjoo en ik mis Femke en ik denk aan toen mijn zoon één jaar oud was en mijn dochter nog niet eens geboren en mijn zoon kon ‘s middags de slaap niet vatten en ik zat daar met hem, op de bank, en Simeon ten Holt op de steerjoo en ik wiegde mijn zoon zachtjes tot hij sliep, en ik mis dat mijn zoon één jaar is en ik mis zijn middagdutjes en ik mis Femke en het is geen verdrietig missen, het is zoet missen en dat is melankolie. En het heeft geen zak met Gehuwde Rotsen te maken maar daar staand, afwassend, de zoete mis, dacht ik wel ineens heel sterk aan dat boek.

De melankolieke toon geeft Gehuwde Rotsen vlees. Het boek is een mens. Een mens om mee op kaffee te gaan. Peinzend in whiskyglazen kijkend verhalen vertellen. Gesprekken met veel witruimtes. Er zijn niet veel mensen bij wie je goed kunt zwijgen. Mooi zwijgen. Bedachtzaam zwijgen. O dit boek zwijgt zo mooi. Dat vele wit. Je kunt de ruimte nemen op te kijken, naar de muur staren en te peinzen over wat je gelezen hebt. Want Lauwereyns kan mooi zwijgen maar ook heel mooi spreken. Zijn Nederlands is poëties, het Antwerps is zangerig. Ergens heet het dat Antwerps het lelijkste dialect is dat er bestaat, en dat is net de reden waarom Lauwereyns het inzet. Hij wil het ontdoen van die lelijkheid en van het xenofobe waarmee het veelal lijkt samen te hangen. Maar stiekem vind ik dat Antwerps gewoon heel erg mooi.

Jan Lauwereyns Gehuwde rotsen Recensie

Doch Gehuwde Rotsen is meer dan vlees alleen. Het is ook geest. Lauwereyns slentert niet allenig maar door het herinneringslaantje – hij reageert duidelijk vanuit zijn huidige leven op het vroegere. Dat huidige leven daar in dat verre Japan van hem waar hij nu woont. Waar hij boeken leest. En ook over die boeken weer dingen denkt die hij – hee, ik ken dat – terugwerpt op zijn eigen bestaan. Veel van die gedachten gaan over The Human Predicament, een zwartgallig boek van anti-natalist David Benatar. Hierin krijgt Gehuwde Rotsen ook een ongemeen filosofisch karakter.

Dat wordt nog sterker in de tekstjes die zich tussen de sjappitters in staan. Wanneer je het boek daadwerkelijk gaat lezen (het is al zo mooi om het alleen maar te bekijken maar het wordt echtwaar nog veel mojer als je het gaat lezen), blijkt het niet louter poëzie te zijn wat in de “tussentekstjes” opblinkt. Het kan ook proza zijn. Een navertelde film misschien. Eveneens aantekeningen over vroeger maar wat uitgepuurder, wat stelliger dan in de sjappitters. Vestzakessays soms. Ik vind niet alle tussentekstjes even sterk, de gedachten van Lauwereyns lijken er wat meer tot stolling gekomen te zijn en de referenties zijn er ook alweer een pakje meer doorsnee. Descartes en Kant en Wittgenstein komen langs bijvoorbeeld, en die hebben we vaker langs zien komen in onze boekenkasten niet?

(van Wittgenstein kun je denken wat je denken kunt -in de Tractatus maar vooral in Filosofische onderzoekingen wordt er voorzekers niet nevens gepeinsd- maar dat g’uw bakkes moet toedoen over de dingen waar je niet over spreken kunt vind ik nog altijd één van de allerslechtste adviezen allertijden en het is als je het mij vraagt dan ook nooit beter beantwoord dan door Dirk von Lowtzow die samen met zijn bandje Tocotronic Wittgenstein op navolgende wijze replikeerde: “doch ich muss reden auch wenn ich schweigen muss”)

(als je het mij vraagt zei ik maar je vraagt het mij niet en daarom zeg ik het toch maar)

Ik vind het echter wel een moje vorm: eerst de sjappitters en dan die andere teksten. Het is alsof de sjappitters het geleefde leven weergeven, en de tussenteksten hoe dat leven tot woord gestold is. Zo legde ik ook het omslag uit: de grote rots het leven, het kleine rotsje de weergave ervan in tekst (of zou het andersom zijn?). Wat niet is zoals het omslag uitgelegd dient te worden. Maar vooruit, de lezer krijgt voldoende speelruimte in Gehuwde rotsen.

Met, of liever tegenin, The Human Predicament en de zelfmoord van zijn moeder, komt Lauwereyns tot moje analyses over het leven en hoe dat lief te hebben. Dat is dan die ode. Een ode, een autobiografie, een filosofie, een roman; recensie, essay, poëzie – dat alles, en meer nog is Gehuwde Rotsen: één van de zachtaardigste, mooiste, wijsgerigste, weerbarstigste, troostrijkste, innemendste, ontroerendste en rijkste boeken die ik ooit gelezen heb. En dat is dan die nuance.

En nu dan echt gedaan.

Gehuwde rotsen

    • Schrijver: Jan Lauwereyns (België)
    • Soort boek: Vlaamse roman
    • Uitgever: Koppernik
    • Verschijnt: 18 maart 2021
    • Omvang: 336 pagina’s
    • Uitgave: paperback
    • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

 

Flaptekst van de nieuwe roman van Jan Lauwereyns

Ontroerend poëtisch onderzoek naar Antwerpse wortels.

De gedachte aan de twee leeft in de rotsen,
verbonden met een dik strooien koord.

Zo luiden de slotregels van een kleine Japanse parabel, over de archetypische Moeder en Vader. Moeder heeft een razende doodsdrift. Vader hunkert minstens zo hard naar meer geboortes. En wat heeft dat koord te betekenen? 

Seg Jan, zoagt tegen oe weurmkes. (Te vertalen als: ‘Zeg Jan, zeur tegen je wormpjes.’) Op dit aangeven van zijn dode moeder gaat de genoemde zoon tien dagen lang wroeten in zijn geheugen, dat misschien ook wel een geweten is. Overigens spookt niet alleen de moeder nog. Ook de dode vader wil niet vergeten worden. 

Alles bij elkaar blijkt de materie door en door menselijk, met gebrekkige liefde, aanlokkelijke zwartgalligheid en tot mislukken gedoemde huwelijken. 

In Gehuwde rotsen laat Jan Lauwereyns het verhaal maar stromen zoals het zich aandient, in de vorm van een nieuwe (en tegelijk superklassieke) kruisbestuiving: Augustinus met Boccaccio. Bekentenissen, met veel aandacht voor vader en moeder, in tien dagen, tien hoofdstukken, geschreven in de moedertaal. Met flarden van een soort Antwerps dat zich liever met het oor dan met het oog laat lezen. 

Tsjak, zoê, en voorts, en verder, wordt er getokkeld. Terwijl er buiten een pandemie woedt, bidt het binnenste tevergeefs om troost. 

Jan Lauwereyns informatie

Jan Lauwereyns (1969) is schrijver, dichter en neurowetenschapper. Zijn dichtbundel Hemelsblauw werd in 2012 bekroond met de VSB Poëzieprijs. In 2003 verscheen zijn roman Monkey business, die binnenkort opnieuw verschijnt. Iets in ons boog diep stond op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2016. Hij woont en werkt in Fukuoka, Japan.

Bijpassende boeken en informatie

Walter van den Broeck – Crossroads

Walter van den Broeck Crossroads recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Vlaamse roman. Op 17 maart 2021 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Walter van den Broeck.

Walter van den Broeck Crossroads recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Crossroads. Het boek is geschreven door Walter van den Broeck. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Walter van den Broeck.

Op 28 maart 2021 vierde de Vlaamse schrijver Walter van den Broeck zijn tachtigste verjaardag. Een dag of tien ervoor verscheen zijn nieuwe roman Crossroads. Zoals vaker blijft de schrijver dicht bij huis. Crossroads speelt zich af in Olen de plaats waar hij zelf geboren is.

Walter van den Broeck Crossroads Recensie

Ogenschijnlijk lichtvoetig vertelt Van den Broeck het aangrijpende levensverhaal van twee Vlaamse zussen die vrijwel hun gehele leven een plaatselijk café uitbaten. Op anekdotische wijze portretteert hij de kleurrijke dames maakt hij  en passant schildert hij een aantal andere bijzondere dorpsgenoten.

Prachtige ode aan een bijna verdwenen dorpsgemeenschap, een waar feest om te lezen

Zo ontstaat een prachtige collage van een bijna verdwenen dorpsgemeenschap. Crossroads is een geslaagde ode aan  de geboortegrond van de schrijver, subtiel, blij vlagen geestig, invoelend en in rijke bewoordingen zonder over de top te gaan. Een waar feest om te lezen dat gewaardeerd is met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Crossroads

  • Schrijver: Walter van den Broeck (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 17 maart 2021
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Boek kopen bij:  Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van de nieuwe roman van Walter van den Broeck

Toen Jos Boeckx van café In de Kroon in 1940 verongelukte, liet hij een vrouw en drie kinderen van om en bij de tien jaar na. Moeder Irma bleef niet bij de pakken zitten. ‘Van trouwen komt hier niets in huis!’ waarschuwde ze.

Na schooltijd ging Gust uit werken, Jen hielp in het café en Maria mocht voor kleuterleidster studeren. De inkomsten gingen naar Irma. Beide zussen bleven hun hele leven ongetrouwd hoewel de aanbidders stonden aan te schuiven. De hardnekkigste was Jos V.D.P. Die had een vaste stek aan de toog, dicht bij Jen.

Op 1 januari 2001 sloten de zussen de zaak en gingen op de bovenverdieping wonen. Het café werd verkocht noch verhuurd. Ze kwamen niet vaak meer buiten, ontvingen geen bezoek, lieten zich door niemand helpen, wilden geen dokter over de vloer. Ze aten een tosti in de Crossroad of een pizza bij nevenbuur Mavili’s.

Jen lichtte driemaal per dag de brievenbus. Maar toen kreeg de postbode argwaan omdat de brievenbus uitpuilde van het reclamedrukwerk.

Bijpassende boeken en informatie

Louis van Dievel & Britt Droog – Madeleine

Louis van Dievel en Britt Droog Madeleine recensie en informatie over de inhoud van het Vlaamse romanfeuilleton. Op 24 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij Vrijdag de nieuwe roman van de Vlaamse schrijvers Louis van Dievel en Britt Droog.

Louis van Dievel & Britt Droog Madeleine recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Madeleine. Het boek is geschreven door Louis van Dievel en Britt Droog. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het Vlaamse romanfeuilleton van Louis van Dievel en Britt Droog.

Recensie van Tim Donker

Wacht. Dievel zeg je? Van Dievel? Ja, die ken ik wel. Van hem las ik immers De onderpastoor. Of lezen. Naja. Dat is. Ik kwam tot bladzijde 84, toch. Maar het boek telt er bijna vierhonderd. Ik las van dat boek dus eigenlijk meer niet dan wel. Wat niet perse aan het boek lag, haast ik me te zeggen (it’s not you, it’s me). Ik weet het niet. Er kwamen andere boeken op mijn pad. Recensie- en andere exemplaren. En De onderpastoor geraakte onderaan een stapel en kwam op eigen kracht niet meer boven. Vreemd. Ik had wat ik ervan gelezen had toch straf schoon gevonden. Zo schoon zelfs, dat ik het had aangeraden aan een bevriende dominee. Hoewel “vriend” hier misschien een beetje sterk uitgedrukt is en dat zeg ik niet alleen maar omdat ik de verdenking van me af wil wentelen als zou de klerus me na zijn. Verre van een onprettige leeservaring hoe dan ook, en toch was het overheen mijn horizon gevallen.

Maar in zwijgen spreekt misschien des te welluidender uw geest, dacht ik dan maar – het ongelezene kon gelden als een versterking van de schoonheid van het gelezene misschien.

(zegt Adam Zagajewski: wat zingt, is wat zwijgt)

(en Adam Zagajewski, die ging dood. en ik, opverend. hij is dood, Adam Zagajewski is dood. maar nadat ik hem de langste tijd verwarde met Adam Zamzeenzad en m zelfs nog eventjes voor een nazaat van Jevgenij Zamjatin had gehouden moest ik tot de konkluzie komen dat ik eigenlijk niet zo goed wist wie Adam Zagajewski eigenlijk meer was dan zo’n naam waaraan te pas en te onpas gerefereerd wordt)

En Britt Droog. Ja. Nee. Die ken ik niet. Ik zou kunnen zeggen dat de naam Britt zelden aan een interessant persoon heeft toebehoord en dat het feit dat heur achternaam bij onmiddellijke associaties oproept met Bart F.M. me ook al niet erg hoopvol stemt…, maar dat zeg ik niet nee ik zwijg. En ik lees. In Madeleine.

Ja. Ik bedoel: ik lees. Hoort het eens uit. Ik lees ik las ik heb gelezen. Terwijl het boek zo weinig voor me mee had, op eerste gezicht dan. Met die Britt en die Droog en die titel en dat omslag dat ik eerlijk gezegd nogal heel erg spuuglelijk vond. En alleen maar die Van Dievel van wie ik ooit es enkele tientallen pagina’s met veel smaak gelezen had om dat alles goed te maken. Ging ik lezen, las ik, heb ik gelezen. Ik las Madeleine in minder dan een halve week uit. En nee, overdreven dik is het boek met zijn (haar?) 253 pagina’s niet nee maar voor mijn doen is dat toch heel erg snel. Eerstens omdat ik altijd mimimaal vijftig boeken tegelijk lees (ofnee niet tegelijk nee maar door elkaar) en twedens omdat ik post moet bezorgen, en koken, en afwassen, en de plee kuisen, en vegen, en mijn kinderen naar school brengen, en voor ze zorgen, en met ze spelen, en ik moet mjoeziek luisteren, zo ongelooflijk veel mjoeziek moet ik luisteren, en daar woordjes over zeggen, hier, daar, op een andere site, en peinzen moet ik, en triest zijn moet ik, en in bad liggen moet ik, en zwijgend in mijn koffie kijken moet ik, wie heeft er tijd om boeken te lezen?, in minder dan een halve week dan nog?

Madeleine léést. Madeleine leest prettig. Ik ken maar weinig boeken die ik met zoveel plezier, zoveel zin, zoveel gedrevenheid heb gelezen als Madeleine. Legde ik het neer, om een van de hoger genoemde dingen te gaan doen bijvoorbeeld, wilde ik het alweer oppakken. Madeleine is (voor het grootste gedeelte althans, maar daar kom ik straks nog over te spreken) warm, fijn, grappig, lieflijk, aangenaam en voelgoed. En dat voor een boek dat zich afspeelt tegen een achtergrond van armoede, mishandeling, verwaarlozing, ziekte, dood, misdaad, alcoholisme, ontrouw, aftakeling, agressie, onnozelheid en algehele gekte. Hoe? Hoe hebben ze’m dat gelapt, die Droog en die Van Dievel om van zulke ellende een boek te smeden dat voor het grootste gedeelte een warm en zacht bedje is waar je maar in wilt blijven liggen en liggen en liggen?

Hoe? Ik ga u zeggen hoe.

Er is inhoud. En er is hoe je die inhoud overbrengt.

Inhoudelijk vertelt Madeleine het weinig boeiende verhaal van de uit een laag milieu afkomstige Madeleine Verboven, een vroegtijdige schoolverlaatster die na de nodige uitzichtloze baantjes terecht is gekomen bij het belachelijk rijke stel Jacques en Elfride waar ze in eerste instantie schoonmaakster is maar het al vrij snel tot een soort van life coach schopt – hetwelk in praktijk betekent dat ze goed betaald wordt om naar haar “werkgevers” te luisteren, waar nodig wat adviezen te geven en vooral de rol te hebben van een gezinslid en dus erbij te zijn op hun exorbitante uitjes en dito etentjes. Klinkt als het scenario voor een hollywoodiaanse vrouwenfilm of het gegeven van een nieuwe serie op NET5 en niet als een boek dat mij voor enkele dagen stevig in zijn ban houden wist.

Dus nogmaals. Hoe?

Voorwaar. Ik zeg u. Er is inhoud. En er is hoe je die inhoud overbrengt.

Dat Van Dievel me kan laten vreten wat ik nooit dacht te vreten, bewees hij met De onderpastoor reeds (al heb ik dat dan ook niet helemaal opgegeten) want intriges in een parochie rondom een veel te progressieve onderpastoor klonk ook al niet als een gegeven dat mij meteen deed opveren uit mijn zetel en dat het “waargebeurd” is, hielp evenmin mee. Toch las ik er graag in totdat die boekenlawine De onderpastoor bedolf. Dat had iets te maken met die volkstaal, meende ik indertijd te detecteren.

Wel. Volkstaal is er in Madeleine genoeg. Het is in plat Vlaams geschreven. Dat is het eerste wat er zo aantrekkelijk aan is. Ik vind dat Vlaams zo prachtig. Zoveel prachtiger dat Nederlands. Zoveel prachtiger ook dan Engels (naar mijn weten werd Louis Paul Boons De kapellekensbaan in het Engels vertaald als Chapel Road maar zeg nu zelf: dat is toch niet hetzelfde? De kapellekensbaan behoort tot de mooiste boeken die ik ken maar een boek dat Chapel Road heet zou ik nooit willen lezen). Wel, aan Madeleine kon ik mij goed laven wat dat Vlaams betreft. Ik heb aardig wat boeken in mijn kast staan waarin Belgische schrijvers het Vlaams niet schuwen, en dan heb ik ook nog -in een andere kast- vele cd’s in één of ander Vlaams dialect. Ik ben er dus niet direct onbekend mee, is wat ik zeggen wil, maar in Madeleine kwamen toch nog wel wat Vlaamse woorden voor die mij (ho, daar had ik bijna gezegd: zelfs mij) niets zeiden. En die ik niet heb opgezocht natuurlijk, omdat in de context meestal wel duidelijk was wat het zeggen wou en zo niet – des te beter. Soms zijn die Vlaamse woordbouwsels zo ongekend geniaal dat je het niet moet willen verpesten door er zoon saai afgezaagd neerlands ekwievalent aan te hangen.

Maar niet aan het Vlaams alleen dankt Madeleine zijn (haar?) lezenswaardigheid. Ikfiguur Madeleine Verboven vertelt haar aan u! Ja. U! De lezer! Ze richt zich tot u, ze praat tegen u. Dat werkt altijd goed he, de lezer direct aanspreken. Doet u voelen alsof u één bent met het boek. Een van de polen die de vertelling in evenwicht houden. De vertelling kan niet zonder verteller, maar ook niet zonder toehoorder. En bladzij na bladzij blijven Droog en Van Dievel de lezer erbij slepen, hem onderdompelend in de zalige waan dat hij in Madeleine volwaardig gesprekspartner is. Een enkele keer drijven ze de illuzie te ver, bijvoorbeeld als Madeleine zogenaamd reageert op iets dat de lezer gezegd zou hebben. Dan wordt het een beetje potsierlijk en op de verkeerde manier lachwekkend. Maar int algemeen slaagt het schrijversduo er griezelig goed in een sfeer te creëren alsof ze daar zit, Madeleine. Bij u thuis. Op de bank. Misschien is ze je poets- of buurvrouw. Misschien is ze een vriendin. Misschien is ze iemand die je vroeger gekend hebt en die je net weer tegenkwam bij de Albert Heijn. Nu zit ze op de bank, jullie drinken koffie en later uiteraard port of wijn, en Madeleine vertelt. En blijft vertellen. Omdat jouw bank zo lekker zit, jouw koffie zo goed smaakt en er geen betere oren zijn dan de jouwe om dit aan te horen.

Louis van Dievel & Britt Droog Madeleine Recensie

Een laatste verteltechniek die voor zoveel vaart zorgt, houdt allicht verband met de oorspronkelijke verschijningswijze van Madeleine. Het was in eerste instansie een feuilleton op internet. Waar op het internet dat weet ik niet; gewoon: “op internet” zeggen ze (heb je wel goed gekeken? óp het internet hè. niet erachter of eronder). Madeleine praat niet vanuit het eitje. Loopt op de zaken vooruit, herneemt eens iets, belooft er later op terug te komen. Veel episodes uit haar leven komt de lezer niet in één keer aan de weet. Het is een gekende truuk, het is misschien een beetje een flauwe truuk maar het is er wel één die er in slaagt de aandacht bij het boek te houden. Want hoe zit dat nou presies, en hoe gaat het verder, en hoe is het zo gekomen? Dat gaat dan ongeveer zo:

“Heb ik al gezegd dat ik afkomstig ben van Okselaar, gelijk okselhaar maar dan zonder h? Grapje! Zijt ge daar al eens geweest? Ik denk het niet. Ge moet het al weten liggen. Als ge in Veerle de baan naar Diest neemt, passeert ge aan uw rechterhand dancing Heideroosje. Dat is in de streek een bekend etablissement. Daar heb ik mij door de Ronny laten doen. Och, ik wil eigenlijk niks over de Ronny zeggen. Later misschien. Ge rijdt voorbij dancing Heideroosje, altijd maar rechtdoor, en als ge coiffeur Mario ziet, of het Dierenparadijs, dan zijt ge in Okselaar. Er is niks te zien. Mijn straat zijt ge voorbij voordat ge het weet. De Molenvijver. Op de hoek van de grote baan en café Den Oxo neemt ge de Tessenderlobaan. Een dikke kilometer rechtdoor blijven rijden, en dan rechtsaf. Daar heb ik dus altijd gewoond. Of bijna altijd, want toen ik nog met de Ronny getrouwd was…

Ik ging over de Ronny zwijgen.”

Niet ongeveer zo. Presies zo. Dat vertrouwelijke taaltje, dat direkte spreken, die licht chaotiese verteltrant die maakt dat Madeleine zich gemakkelijk verliest in zijsporen, en in zijsporen van zijsporen… – dat dus. Dat maakt dat het me zo fijn was, daar in dat eerste deel. Dat ik het zo graag las. En ook dat ik Madeleine me zo sympathiek werd. Ik heb dat niet zo snel bij romanpersonages. Meestal blijven die van papier. Daar. In dat boek. Maar ik liet me met graagte zo schandelijk manipuleren door Droog en Van Dievel dat Madeleine vlees werd, bloed werd, persoon werd. Die ik liefhad. Ofnee, laat ik niet overdrijven. Die ik graag mocht toch. Dat wel.

Maar dan. Met Madeleine is het niet gedaan na pagina 165. Na deel één komt deel twee. Ja. Deel twee heeft anders dan deel één een titel. Madeleine in quarantaine zo luidt die titel. En mijn gevoelens zijn gemengd. Zeer. De -nogal afgezaagde- anticlimax in hoofdstuk 27, naar ik aanneem oorspronkelijk bedoeld als einde, is flauw, gemakzuchtig en laf en in zijn halfhartigheid nogal lauwtjens ook. Het slaat bijna al het voorgaande aan diggelen. Dat kan goed zijn, een bloedmooi stijlmiddel kan dat zijn. Hier echter leek het me niet op zijn plaats. Al goed dus dat het niet het definitieve einde geworden is. Maarja. Wil ik die Madeleine die me vlees geworden was die me bloed geworden was die me sympathiek geworden was wel terugvinden in de hoek der coronafascisten? Of, mocht u dat laatste woord te zwaar vinden: in de hoek van diegenen die zonder enige vorm van protest of kritiek en met hangend hoofd gedwee al hun burgerrechten zijn gaan inleveren bij de alleenheersers die vandaag overheen bijkans heel de wereld de dienst zijn gaan uitmaken. De makke schapen die zich met angst als eeuwige raadgever bijeen hebben laten drijven achter dat hek dat nu en voor altijd hun leefruimte geworden is om van daaruit boos te blaten naar de zwarte schapen die hun vrijheid te lief hadden om alles voor zoete koek te slikken en de euvele moed aan de dag leggen om gewoon door te blijven lopen. Dan misschien toch liever dat zwakke einde en wél gedaan na pagina 165.

En het gaat al vrij rap mis. Dat plaatje bij deel twee, onder die dubieuze titel. De Madeleine van de voorkant maar dan gekneveld met zo’n achterlijke mondkap die niet werkt (& sterker: eerder nog ziek maakt) maar die toch om één of andere rare reden verplicht is geworden (ook hier in dit land, waar nog niet zo gek lang geleden zo’n hetze was tegen “gelaatsbedekkende kledij”). Of dat ten geleide op pagina 169 dat zegt dat “dit boek [eigenlijk] in de herfst van 2020 [had] moeten verschijnen”, maar “[c]orona heeft er anders over beslist”. Feitelijk is het niet corona die zulks beslist, maar de overtrokken coronamaatregelen die maken dat veel anders is gelopen dan gepland. Maar dat is het ergste niet; corona als grote schuldige aanwijzen (en niet de beleidsmakers) is gangbaar geworden in het dagelijks taalgebruik en ik corrigeer mensen er al niet meer op. Alleen bij mijn zoon van zeven en mijn dochter van zes probeer ik het verschil tussen die twee helder te houden. Erger nog is dat het tot op het bot uitgekauwde “ieder nadeel heb zijn voordeel” er maar weer eens bijgehaald wordt, een kliesjee dat ik werkelijk waar niet meer wil horen. Voor zo lang als ik leef niet. En dan die wijd en zijd al te vergoddelijkte Cruijf ook nog een “voetbalfilosoof” noemen (filosoof mun voeten ja). Van dat warm gevoel dat deel één me gaf schoot al bijna niks meer over voor ik een letter in deel twee gelezen had.

En verdorie, al in hoofdstuk 1 van deel 2 toont Madeleine zich het braafste meisje van de klas door als enige niet naar de “lockdownparty” te gaan die op vrijdagavond zou gehouden worden in haar stamkaffee Den Oxo, “vóór alle cafés in het land dicht moesten”. En achteraf prijst ze zich daar gelukkig om, want: “Op maandag lieten al drie feestvierders op Facebook weten dat ze zich maar raar voelden. Op dinsdag lag er al een in het ziekenhuis van Diest. Op de spoed. De Stef. En het was niet voor een snotvalling. Op woensdag begonnen ze op Facebook op Danny van Den Oxo te schelden, dat het allemaal zijn schuld was.” Wat me een tikje aangedikt lijkt, aangezien de incubatietijd van corona volgens mij minimaal vijf dagen is. Als het gaat om ongefundeerde verspreiding van coronahysterie doen al onze overheden al genoeg hun best, laat dat asjeblieft wegblijven uit de schone kunsten. Mijn ergernis is gewekt. Goed. En het einde is al in zicht. Gaat dat nog goedkomen of ga ik op de valreep toch nog een slechte smaak in mijn mond overhouden aan Madeleine?

Het komt goed. Of het komt niet goed. Of een beetje goed. Ik weet het niet. Hoewel corona gelukkig geen hoofdrol opeist in het twede deel, zijn er toch nog wel wat passages, zinnen en opmerkingen die ik liever niet had gelezen. Ik ga die niet allemaal opsommen. Hou het erop dat Madeleine op het einde voor mij niet meer dat heerlijke mens is dat ik in deel één had kennen geleerd.

Al komt dat ook door andere zaken. Het fortuin is haar in deel twee een stuk minder gunstig gezind dan in deel één. Die opmerking is trouwens feitelijk van toepassing op alle verhaalfiguren.

En nu ik u toch in die hoek heb. Het hoofdstuk 9 dat op bladzijde 217 begint is nu het werkelijke slot en van een anticlimax is zeer zeker geen sprake meer. Eerder het tegenovergestelde, hoe dat te noemen? Een superclimax ofzo. Een explosie van gebeurtenissen, de een al theatraler dan de ander. En iedereen die in deel één voorkwam, speelt er een rol(letje) in. Zo vet, zo overdreven, en zo’n krankjorume samenloop van omstandigheden dat het bijna slapstick wordt. Dramatische slapstick, bestaat dat al?

Maar de laatste tien zinnen van de allerlaatste bladzijde ontroeren me buitenmate. Een tranentrekkerige ontroering, een ontroering “ondanks mijzelf”; hoe ik hier tot tranen toe geslagen word daar is Disney niks bij. Maar goed, het effect is hetzelfde: ik sluit het boek met een ferme krop in mijn keel en kippenvel overheen heel mijn lijf. En met het gevoel dat ik eigenlijk twee boeken gelezen heb.

Deel 1 was gelijk ik zei luchtig, lieflijk, komisch, aandoenlijk. Hartverwarmend, zou ik bijna zeggen als ik van dat woord geen slappe knieën kreeg.

Deel 2 is hard, rauw, grimmig, dramatisch, sensationeel en troosteloos. Dus. Wel. Ja. Nee. Hmm. Ik weet nog steeds niet of dat twede deel schrijven wel zo’n goed idee was van Droog en Van Dievel. Je kunt in ieder geval zeggen dat je nu twee boeken krijgt. Voor de prijs van één. Dat moet ons Hollanders toch in ieder geval aanspreken, hè.

Madeleine

  • Schrijvers: Louis van Dievel, Britt Droog (België)
  • Soort boek: romanfeuilleton, Vlaamse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Vrijdag
  • Verschijnt: 24 februari 2021
  • Omvang: 168 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol 

Flaptekst van de feuilletonroman van Louis van Dievel en Britt Droog

Maak kennis met Mrs Madeleine Verboven: een veertiger met wat overgewicht en een rokershoestje, kuisvrouw van beroep maar niet uit roeping. Afkomstig uit Okselaar, zoals okselhaar maar dan zonder h. Veel te jong getrouwd, moeder van een kind dat inmiddels volwassen is en in ‘den bak’ zit. Tegenwoordig een hobbelig liefdesleven en een hondje dat Angèleke heet. Streetwise, met een korst op haar ziel. Leep, maar niet slecht van inborst. Marginaal? Misschien. Maar daar wordt aan gewerkt. Want bij Elfride en Jacques thuis heeft Madeleine het eindelijk getroffen, méér dan getroffen. Bij deze welstellende lieden heeft ze het min of meer tot een soort van gezinslid geschopt. Wat tal van opportuniteiten biedt, om dat modewoord eens te gebruiken.

Bijpassende boeken en informatie

Max Greyson – Een waarschijnlijk toeval

Max Greyson Een waarschijnlijk toeval recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Vlaamse roman. Op 23 februari 2021 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers de debuutroman van de Vlaamse dichter en schrijver Max Greyson.

Max Greyson Een waarschijnlijk toeval Recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Een waarschijnlijk toeval. Het boek is geschreven door Max Greyson. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de eerste roman van de Vlaamse dichter en schrijver Max Greyson.

Max Greyson Een waarschijnlijk toeval Recensie

Een waarschijnlijk toeval

  • Schrijver: Max Greyson (België)
  • Soort boek: Vlaamse roman, debuutroman
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 23 februari 2021
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Recensie en waardering van de roman van Max Greyson

  • “Het boek puilt uit van de welluidende formuleringen over de liefde, steeds met een melancholische ondertoon en op ietwat klassieke wijze. Je voelt ook de mislukkingen zinderen.” (De Morgen)

Flaptekst van de debuutroman van Max Greyson

Een waarschijnlijk toeval is het verhaal van een man die zijn zin in sigaretten verliest omdat hij zijn geloof in de liefde heeft hervonden. In de hogesnelheidstrein naar Keulen, op weg naar werk in de theaterwereld, roept zijn prille verliefdheid onwillekeurig herinneringen op aan vorige liefdes, vooral aan zijn grote liefde Michelle, die hij pas doorgrondde wanneer ze slaapwandelde. Zijn reis en verliefdheid maken gedachten vrij aan een hele stoet andere vrienden en geliefden, net als hijzelf worstelend met het verwerven van een solide plek in het woelige universum. Zelfs zijn nieuwe muze, het betoverende en ongrijpbare orakel Renée, weet zich niet helemaal aan het beeld te onttrekken.

Bijpassende boeken en informatie