Categorie archieven: Poëzie

Luis García Montero – Almudena

Luis García Montero Almudena recensie en informatie over de inhoud van deze bundel met gedichten. Op 4 februari 2020 verscheen bij Uitgeverij Artenon de Nederlandse vertaling van de bundel met liefdesgedichten, Almudena, van de Spaanse dichter Luis García Montero.

Luis García Montero Almudena Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de poeziebundel, Almudena, geschreven door Luis García Montero. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit boek van de Spaanse dichter Luis García Montero.

Luis García Montero Almudena Recensie001Boek-Bestellen

Almudena

  • Schrijver: Luis García Montero (Spanje)
  • Soort boek: liefdesgedichten, poëzie
  • Origineel: Almudena (2015)
  • Nederlandse vertaling: Tineke van Roozendaal
  • Uitgever: Uitgeverij Artenon
  • Verschenen: 4 februari 2020
  • Omvang: 97 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de bundel met gedichten van Luis García Montero

De dichtbundel Almudena (2015) is het eerste werk van Montero dat in het Nederlands is vertaald. De gedichten in deze bundel zijn geschreven tussen 1994 en 2014, liefdesgedichten opgedragen aan zijn vrouw, de schrijfster Almudena Grandes, in Nederland bekend door haar roman Het IJzig Hart. Montero beschrijft het leven van alle dag in ogenschijnlijk simpele zinnen. De liefde verbindt heden, verleden en toekomst; kritiek en politiek zijn nooit ver weg.

Mocht het leven je ooit pijn doen, weet dat ik er ben
Ik blijf op je wachten, altijd en ik blijf naar je kijken, altijd

Luis García Montero Informatie

  • Geboren op 4 december 1958
  • Geboorteplaats: Granada, Spanje
  • Discipline: dichter, essayschrijver, vertaler
  • Soort boeken: gedichten, essaybundels
  • Professor aan de Universidad de Granada
  • Bijzonderheden: hij is getrouwd met de Spaanse schrijfster Almudena Grandes
  • Boeken van Luis García Montero >

Bijpassende Boeken en Informatie

Antjie Krog – Broze aarde

Antjie Krog Broze aarde recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe tweetalige bundel met gedichten. Op 21 januari 2020 verscheen bij Uitgeverij Podium de nieuwe poëziebundel van de Zuid-Afrikaanse dichteres Antjie Krog.

Antjie Krog Broze aarde Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de gedichtenbundel Broze aarde, geschreven door Antjie Krog. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe boek van de Afrikaanse schrijfster Antjie Krog.

Antjie Krog Broze aarde Recensie001Boek-Bestellen

Broze aarde / O Brose Aarde

  • Schrijfster: Antjie Krog (Zuid-Afrika)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Bijzonderheden: tweetalige uitgave (Afrikaans-Nederlands)
  • Nederlandse vertaling: Robert Dorsman, Jan van der Haar
  • Uitgever: Uitgeverij Podium
  • Verschenen: 22 januari 2020
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de nieuwe gedichten van Antjie Krog

De ster genaamd Antjie Krog steekt steeds helderder af tegen het firmament van de wereldliteratuur. Niet voor niets wordt haar naam vaak (maar fluisterend) in verband gebracht met de Nobelprijs voor Literatuur. Maar nergens is haar werk zo geliefd als in het Nederlandse taalgebied. Ze treedt veelvuldig op tijdens festivals in Nederland en Vlaanderen, en geldt in onze boekhandels al vele jaren als een van de groten van de hedendaagse literatuur. Die goede naam en faam dwingt zij af  met haar fonkelende, virtuoze gedichtenbundels. Maar ook met haar non-fictie, waaruit ze een persoonlijke keuze samenstelde ter gelegenheid van de haar als eerste niet-Nederlandse auteur toegekende Gouden Ganzenveer 2018: Hoe alles hier verandert.

Krog zou Krog niet zijn als ze zich niet voortdurend vernieuwde. Deze tweetalige uitgave, een wereldprimeur, bevat haar jongste creatie: een mis over de breekbare aarde. Een mis die ons allen aangaat. Een hoogmis voor het universum.

Bijpassende Boeken en Informatie

Maarten van der Graaff – Nederland in stukken

Maarten van der Graaff Nederland in stukken recensie en informatie over deze nieuwe bundel met gedichten. Op 16 januari 2020 verschijnt bij Uitgeverij Pluim deze poëziebundel van de Nederlandse dichter Maarten van der Graaff.

Maarten van der Graaff Nederland in stukken Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering lezen van Nederland in stukken, de poëziebundel geschreven door Maarten van der Graaf. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van deze  bundel met nieuwe gedichten van Maarten van der Graaff.

Maarten van der Graaff Nederland in stukken Recensie001Boek-Bestellen

Nederland in stukken

  • Schrijver: Maarten van der Graaff (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 16 januari 2020
  • Omvang:
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Maarten van der Graaff

Wat is Nederland? Hoe omschrijf je een land? Het is meer dan alleen zijn inwoners en geschiedenis, maar bestaat ook uit afspraken, wetten, en documenten. En elke dag ontstaat er nieuwe geschiedenis. Maarten van der Graaff heeft de lades en archiefkasten waarin Nederland zit opgeborgen doorzocht. Zo ontstond deze dichtbundel, vol verhalen over inwoners uit het verleden of de toekomst, vermengd met flarden van overheidsdocumenten, YouTube-video’s, levensliederen, jaarverslagen, sciencefiction en slogans. Het loopt allemaal in elkaar over. ‘Nederland in stukken’ is niet het eindresultaat van Van der Graaffs onderzoek, maar een werkboek, zodat je ook je eigen onderzoek kunt beginnen. Je mag in de kantlijn schrijven.

Bijpassende Boeken en Informatie

Remco Campert – Mijn dood en ik

Remco Campert Mijn dood en ik recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe bundel met gedichten. Op 12 december 2019 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij de nieuwe poëziebundel van Remco Campert.

Remco Campert Mijn dood en ik Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van Mij dood en ik, de nieuwe bundel met gedichten van Remco Campert. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van schrijver en dichter Remco Campert.

Remco Campert Mijn dood en ik Recensie001Boek-Bestellen

Mijn dood en ik

  • Schrijver: Remco Campert (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschenen: 12 december 2019
  • Omvang: 48 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van de nieuwe poëziebundel van Remco Campert

Binnenkort kun je hier informatie lezen over de inhoud van het boek met nieuwe gedichten van Remco Campert.

Bijpassende Boeken en Informatie

Remco Campert Open ogen RecensieOpen ogen

  • Schrijver: Remco Campert (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschenen: 15 januari 2018
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Recensie boekRemco Campert stond niet echt bekend als een dichter die de dagelijkse actualiteit in zijn poëzie te verwerken. In ieder geval niet overduidelijk. Toch heeft het leed en geweld waarmee vluchtelingen worden geconfronteerd een belangrijke rol in zijn laatste bundel Open open. En het kan wellicht zijn laatste bundel zijn omdat Remco Campert in de aanloop naar de boekenweek heeft aangegeven te stoppen met schrijven…lees verder >

 

William Wordsworth – Prelude

William Wordsworth Prelude recensie en informatie over de inhoud van dit grote gedicht dat pas na de dood van de dichter verscheen. Op 14 april 2020 verschijnt voor het eerst de Nederlandse vertaling van het monumental gedicht The Prelude van de Engelse romantische dichter William Wordsworth. De vertaling is gemaakt door Jan Kuijper.

William Wordsworth Prelude Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het gedicht Prelude van de Engelse dichter William Wordsworth. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit boek met de eerste Nederlandse vertaling van het beroemde gedicht van William Wordsworth.

William Wordsworth Prelude Recensie Nederlandse Vertaling001Boek-Bestellen

Prelude

  • Schrijver: William Wordsworth (Engeland)
  • Soort boek: gedicht
  • Origineel: The Prelude (1850)
  • Nederlandse vertaling: Jan Kuijper
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 14 april 2020
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van de Nederlandse vertaling van Prelude

William Wordsworth (1770-1850) is de oudste dichter van de romantiek: met de bundel Lyrische balladen, waarin ook een aantal gedichten van zijn iets jongere vriend Coleridge is opgenomen, begint een nieuw tijdperk.

Na het verschijnen van die bundel begint hij aan een revolutionair en megalomaan project: zijn hele wereld wil hij vatten in een reusachtig gedicht in blanke (niet-rijmende maar wel metrische) verzen. Als inleiding geeft hij een beschrijving van zijn eigen jeugd, met name hoe het dichterschap zich in zijn geest gevormd heeft. In 1805 is hij daarmee klaar, en realiseert zich niet dat hij zijn kruit verschoten heeft.

De “prelude’ publiceert hij niet: hij vindt het aanmatigend zichzelf op de voorgrond te stellen zonder dat daar een magnum opus op volgt. Zijn zuster en zijn vrouw denken er anders over: hij is nog niet dood of The Prelude verschijnt.

Ze hadden helemaal gelijk: Wordsworth heeft nooit beseft dat zijn prelude zelf al het grote werk was.

Bijpassende Boeken en Informatie

Michael Earl Craig – Woods and Clouds Interchangeable

Michael Earl Craig Woods and Clouds Interchangeable recensie van Tim Donker en informatie over de inhoud van deze nieuwe bundel met Amerikaanse poëzie. Op 2 april 2019 verscheen bij Uitgeverij Wave Books deze bundel Woods and Clouds Interchangeable met gedichten van de Amerikaanse dichter Michael Earl Craig.

Michael Earl Craig Woods and Clouds Interchangeable Recensie

Recensie van Tim Donker

Wat is poëzie?

Poëzie is wat je overkomt als je bezig bent andere plannen te maken.

Nee.

Poëzie is eens levenshouding. Nee. Poëzie is de twijfel. Nee. Poëzie zijn de kruimels… Nee. Poëzie is de nederigheid… Rot op.

Of nee. Wacht.

Donkere kamers, dát maakt altijd poëzie:

The room was dark.
He played roughly with his ice cream,
making quite a racket with his spoon.
We were trying to watch Harold and Maude
and he kept mumbling about brevity,
saying brevity was the soul of mental capability
and pragmatic resourcefulness, saying
brevity was the soul of astuteness of perception
and judgement, and that brevity was
the soul of that talent for banter and persiflage

Now it’s later,
and in a different room it is dark.
He is sleeping near me as a horse might,
on his cot. I switch a light on and
watch him. A horse cannot breathe
through its mouth. As children we’d
test this, blocking the nostrils
and waiting. A horse we all knew
would stand there looking down
his long face at us, blinking.
It was a simpler time, woods and clouds
interchangeable.

Wat is poëzie? Poëzie zet hekken. Bijvoorbeeld omheen iets alledaags. Zeg een putdeksel, of een wijnvlek in het tafelkleed. Omheen absurdistische ongelijksoortige ongelijksoortigheden kan de poëet hekken zetten (het is wijdverbreid misverstand dat poëzie hekken zou slechten, ik denk dat poëzie altijd hekken zet; net zoals een foto niet bestaat zonder kader): dat wat niemand ooit bijeen had kunnen bedenken, dat drijft hij bijeen achter zijn hekken. Harold & Maude & een donkere kamer & lawaaierig ijs eten & beknoptheid (zijnde, dan nog, de ziel van talent voor scherts en persiflage) & jeugdherinneringen waarin we paarden probeerden te laten stikken, wie denkt het bijeen? Wie denkt het bijeen en maakt er een gedicht van? Of is het bijeen denken in zichzelf al poëzie?

Wat is poëzie? Een konijn zonder oren, waarom is dat geen poëzie? Michael Earl Craig herinnert zich nog de lente dat het konijn zonder oren opdaagde. Bloedden de oren? Waren ze eraf getrokken of eraf geknaagd? Eerst was het verontrustend, dan amusant, dan gewoon. Want ook een oorloos konijn blijft uiteindelijk gewoon een konijn dat ook gewoon van gras houdt. En voor wie het zich afvroeg: geen konijn is gewond geraakt bij het schrijven van Woods and clouds interchangeable.

En nu we het toch over het wrede lot van dieren hebben: ook in het vervangen van een gebroken vlindervleugel schuilt poëzie: “Alice I thought you’d want to see this. / It’s over nine minutes long but worth it. / I am your uncle and not a butterfly expert / but still it looks legit. // Ten items are needed: // -old towel / -wire hanger / -toothpicks / -Q-tips / -new wings / -tweezers / -baby powder / -scissors / -contact adhesive / -cardstock”. En een behulpzame vlinder zou ook van pas komen. Maar: “Near the end comes a somber warning: / DO NOT BURDEN YOUR FRIEND / WITH LARGE ADDITIONS. / PRACTICE BEFORE IF POSSIBLE.” Maar, zo spreekt de oom tegen zijn nicht: “Om te oefenen heb je toch echt een vlinder nodig”. Ik weet niet of dit gedicht geïnspireerd is door een echt youtube-filmpje en er zal ook geen vlinder gewond geraakt zijn bij het schrijven van Woods and clouds interchangeable maar het gedicht brengt een prettig soort kortsluiting teweeg in mijn kop.

Wat is poëzie? Poëzie is een knikker die heuvelop rolt. Lees het gedicht You should be hearing the sound that a marble makes uit deze bundel maar eens. Het is een kort gedicht. Het is mooi. Het is kleinstpoëzie & er zijn dagen dat ik denk Er is geen poëzie dan kleinstpoëzie.

Wat is poëzie? Poëzie is hoe het licht valt: “The light had chocolate notes with hints of salted peanuts and banana bread” of, met hetzelfde soort van vinologie-pastiche: “Of caramel and geraniums, a little tobacco, and white pepper”.

Wat is poëzie? Poëzie is niks zeker weten: “The other idiot sat in a chair in the meadow. No, he sat on the ground, hugging his knees and rocking. No, he sat in chair.”

Wat is poëzie? Poëzie is slapstick. Wat is slapstick? (zegt iemand: slapstick is het hoogste). Slapstick is a slap and a stick. Poëzie is de stok die je vindt als je een hond wil slaan. Poëzie is de wreedheid tegen het bestaan. Poëzie moet gevaarlijk zijn of zij is geen poëzie. Wie zei dat ook alweer? (oké, ik weet best wel wie dat zei).

Wat is poëzie? De zon is poëzie. Of liever: wie de zon was voordat hij de zon werd: “Before the Sun / was the Sun / the Sun was / other things. / Used-car salesman. / Bible salesman. / Door-to-door / gourd salesman. / Circus employee. / Early orthodontist. / Warrior. Witch. / Black hole. / Wind in the grass. / Snake in the grass. / Then car salesman / again. That was / eons ago.”

Wat is poëzie? De tijd is poëzie, en dat met name de acht of negen minuten die het duurt voordat de “she” uit het maffe, rare, absurde, grappige, magistrale gedicht The Couple al haar Thomas Bernhard-boeken naar “him” gegooid heeft. En ik peins dat het poëtisch is dat het acht of negen minuten duurt en dat het Thomas Bernhard-boeken zijn; ik peins dat het voor zeker de helft minder poëtisch was geweest als het twintig minuten had geduurd en het Stephen King-boeken waren. Niet omdat Thomas Bernhard een betere schrijver zou zijn dan Stephen King (wat hij wel is maar daar gaat het nu niet om) maar vanwege de kortsluiting die prettig is, ik had het er al eerder over. Twintig minuten, ik noem maar wat, en Stephen King-boeken – dat was proza geweest.

Wat is poëzie? Dat gezegd is dat als er een boek geheten Wat is poëzie? met een klap op de tafel voor je valt, je het niet moeten openen. (en dit is poëzie, mensen, soms is de uiteindelijke vorm van een recensie er al tijdens het noteren van de eerste leesaantekeningen. En ik zat dus al, een flink tijdje al mijn eerste bevindingen over Woods and clouds interchangeable te noteren in antwoord op de terugkerende vraag “Wat is poëzie?” toen ik het gedicht Giant Hotel Fern las waarin dus echt gewag gemaakt wordt van een boek dat Wat is poëzie zou heten, en dan de kort, en dan de sluiting, en dan po, en dan ë, en dan zie).

Wat is poëzie? Heel hard lachen is poëzie. En heel hard lachen moest ik om Don Cheadle Poem.

I’ve been working on my Don Cheadle poem
for hours now and nothing’s happening.
I am at home, working on my Don Cheadle poem.
My Don Cheadle poem seemed like a good idea
earlier, but not so much now. Nothing interests me
in my Don Cheadle poem. If I knew how to get
my Don Cheadle poem off the ground I
would do that.

zonder eigenlijk maar het flauwste vermoeden te hebben wie Don Cheadle is. En misschien is het ook wel grappiger –of in ieder geval poëtischer- doordat ik niet weet wie Don Cheadle is. Een mens kan zo’n naam makkelijk invoeren op een zoeksite als Google, ik kan dat zo doen, straks, als de plaat is afgelopen, als ik terugkom van de WC, vlak voor ik boodschappen ga doen, na het volgende kopje koffie, kan ik even, even internet & even Google, zoeken Wie toch is deze Don Cheadle maar neen. Ik Doe Dat Niet) (en, bedenk ik me nu, ik hoop ergens dan dit Don Cheadle-gedicht Michael Earl Craigs énige gedicht is over Don Cheadle; dat ik er niet ooit achter hoef te komen dat hij eerder al een lang prozagedicht (ik noem nu maar wat) schreef over Don Cheadle en dat dit gedicht gaat over de moeite en de twijfels die hij had bij het schrijven van dat gedicht maar dat het gedicht juist dat is: het niet kunnen komen tot het gedicht) (en, bedenk ik me nu, nu ik mijn kladjes, mijn vodjes, mijn aantekeningen aan het ordenen en overtypen ben: heel hard lachen moet ik nu niet (meer) om dit gedicht al vind ik het nog wel steeds grappig en misschien ik ook dat poëzie: wat de tijd doet met grappig, wat de tijd doet met lachen).

Wat is poëzie? De umlaut is poëzie. Kijk maar naar de e, in poëzie of als je mij niet gelooft: lees dan het gedicht Findings maar en dan ook jij zal zeggen: de umlaut is poëzie.

Wat is poëzie? Je puppy voorstellen aan de bruine stoel, dat is poëzie. Je puppy voorstellen aan de lamp is poëzie. Aan de lampenkap. De oude klok. De slippers. De amaryllis. De kaas. IJs. Salade. Handschoenen.

Wat is poëzie? Mentale sneeuw op je schoenen is poëzie. Echte sneeuw op je schoenen, en dat die smelt en een plasje maakt op de vloer van de bus. Ja. Maar mentale sneeuw? Oh.

Wat is poëzie? De verhalen zijn poëzie. Er zijn maar twee verhalen: dat van de liefde en dat van de dood. Over welk van de twee het huiveringwekkend mooie 28 april 2016 gaat, mag u zelf beoordelen:

When you were dying
people talked about you
in the past tense which
I found annoying.

Now that you have died
people refer to you in
the present tense which
I also am struggling with.

Over allebei allicht, u zegt, over liefde en over dood. En over misverstaan en wegkijken: toen de dood er nog niet was, was hij al geweest, en toen hij geweest was, moest hij nog komen. In elk geval lijkt het moeilijk de dood recht in de ogen te kijken, als iets tegenwoordigs te zien. De dood is nooit tegenwoordig. En verrek, aan I can’t believe you actually died van The Microphones dacht ik ook.

Michael Earl Craig Woods and Clouds Interchangeable Recensie001Boek-Bestellen

Maar dan weer: niets is ooit echt helemaal tegenwoordig, want daarvoor werkt ons brein te traag. 1967 is poëzie, en 1968 vermoedelijk zelfs nog een beetje meer. De zomer dat je voor het eerst whisky dronk is poëzie. Een dode olifant is poëzie (geen olifant is gewond geraakt bij het schrijven van Woods and clouds interchangeable). Het gebeuren niet kunnen scheiden van het praten over het gebeuren is poëzie. De jongen zijn of de ik zijn die de jongen ziet is poëzie. Geen flauw benul hebben wie Janis Joplin is – dát is poëzie. Natgeregende maïschips zijn poëzie, net als gepocheerde eieren & beëdigde verklaringen en spek. Misschien een man die zichzelf tracht op te hangen met een schotelvod. Wetend wat je weet kun je moeilijk doen of je minder weet. Of meer.

Misschien had het Waits moeten zijn maar in plaats daarvan was het een of ander Pools en raar mengsel van blackmetal, prog, funk en shoegaze. Maar mogelijkerwijs was juist dat poëzie. Ik kon trouwens niet bepalen of ik het goed vond, of rotslecht, of op zijn allerminst intrigerend, of uiteindelijk toch maar ondermaats. Maar dit is niet de recensie van die cd.

Dat was een andere keer, en daarna kwam pas de keer erna.

Ik las de laatste paar bladzijden van Woods and clouds interchangeable terwijl ik luisterde naar Seven Angels van Earth, en dat is poëzie. Het verbaasde me een beetje dat dat liedje Seven Angels maar een kwartiertje duurde (is verbazing poëzie?, poëzie is een ontwrichting van het denken (poëzie is een geestesfractuur), poëzie is wat anders is dan je dacht), en het was midden op de dag en ik was bijna te laat om de kinderen uit school te halen en ik haastte me de tuin in is poëzie en op het hoekje van het hof kwam ik bijna in botsing met de buurvrouw is poëzie en fietsend en zoevend denkend aan wolken en bossen onderling verwisselbaar is poëzie op je rug in de lucht liggen starend naar het gras is poëzie en bij school aankomen en naast je fiets staan hijgen is ook poëzie.

Wat is poëzie? Woods and clouds interchangeable is poëzie. De bundel zelf is poëzie en het te lezen is ook poëzie. Het is bijna teveel. Nee. Het is precies genoeg. Lees het. Nu. Of straks. Of morgen misschien. Of ooit. Maar lees het. Omdat. Nouja. Omdat het. Omdat het poëzie is, en mooi is, en bijna teveel nee precies genoeg is.

Recensie van Tim Donker

Woods and Clouds Interchangeable

    • Schrijver: Michael Earl Craig (Verenigde Staten)
    • Soort: Amerikaanse poëzie, gedichten
    • Taal: Engels
    • Uitgever: Wave Books
    • Verschenen: 2 april 2019
    • Omvang: 122 pagina’s
    • Uitgave: Gebonden Boek

 

Bijpassende Boeken en Informatie

Mary Ruefle Dunce Recensie van Tim DonkerMary Ruefle (Verenigde Staten) – Dunce
gedichten, Amerikaanse poëzie
Recensie van Tim Donker
De stilte. Wat hou ik van de stilte in de gedichten van Mary Ruefle…lees verder >

Mary Ruefle – Dunce

Mary Ruefle Dunce recensie van Tim Donker en informatie over de inhoud van deze nieuwe poëziebundel. Op 10 september 2019 verscheen bij Uitgeverij Wave Books de nieuwe bundel met gedichten van Mary Ruefle.

Mary Ruefle Dunce Recensie van Tim Donker

Recensie: Tim Donker

Poëzie schuilt in een klein hoekje. Het is ook daarom, dat poëzie zelden aan de reikhalzers gegeven is: veel vaker ligt het gedicht gewoon voor uw voeten dan dáár waar het alleen gezien kan worden door wie op de schouders van giganten mag staan.

De stilte. Wat hou ik van de stilte in de gedichten van Mary Ruefle. Het wit is voor al jaren niet meer. Ofnee. Het wit is voor de stilte. Veel van haar gedichten lijken zich af te spelen in een pre-poëticaal domein. En net daarin zit dan de poëzie.

Of.

Zwemmen. Echt zwemmen. Flink rechtdoor, eindsweegs de zee in. Hele stukken onder water af en toe. Omdat het moet. Omdat je geen oorontstekingen meer krijgt van zeewater. Omdat dat altijd al onzin was. Omdat er gezwommen moet worden, echt gezwommen. Vooral op bewolkte dagen als het grootvolk het strand mijdt omdat het grootvolk altijd meer en dan nog meer zon wil. Op zulke dagen is de zee haast van jou alleen (& toen, die ene keer, kwam toch net Ana me tegemoet gezwommen, net degene die ik niet wilde zien; zij en ik, de enigen in de hele godganselijke zee & hoe dat was, watertrappelend ongemakkelijke kleinpraat uitwisselen – heb je dát wel eens gedaan?).

De stilte. Wat hou ik van de stilte in de gedichten van Mary Ruefle

Apple in water, zo heet het eerste gedicht in Dunce en de ik-persoon (die misschien wel misschien niet Mary Ruefle zelve is al heeft dat geen belang in deze of in enige andere poëzie) zwemt met in de zee met de smaak van appel in haar mond (stukje schil misschien nog tussen haar tanden). “It doesn’t get any better than this / said the water”, en het stukje schil zegt ook iets maar de appel is er niet meer; alleen nog de smaak ervan. De appel zwijgt. “and I swam with the silence / in my mouth”, “not knowing whether I heard / a night of love / or a love of night.” – en dit, dit mensen, is nu precies wat ik bedoel.

Want het is het kleine van nachtzwemmen, en je hebt zojuist een appel gegeten en er zit nog een stukje schil klem tussen je tanden. En het is een kleine gebeurtenis, een gebeurtenis van niks. Maar voor wie de poëzie in het gebeuren voelt, is het met hetzelfde gemak absurdistisch of surrealistisch, alsook melancholiek, licht hypnotisch, niet ganselijk vrij van een zweempje pathetiek, en misschien zit er zelfs wel een scheutje zen in. En dat is precies zoals het is met het zwemmen waar ik het zoëven over had: de alleenheid, de wolken (of in dit geval de duisternis), het één met de zee. En dan hoef je nog niet eens Ana tegen te komen.

Apple in water is het perfecte “eerste-gedicht-van-de-bundel”-gedicht. Het is mooi. Niet geniaal of meesterlijk of fantastisch. Maar mooi. Ik bedoel, je kunt zo’n Seth Abramson zijn. Die het hem iedere keer weer flikt: het eerste gedicht van de bundel is zo’n beetje het meest geweldige dat je ooit las, poëzie of proza, Engels of Duits of Nederlands, hier of daar of waar dan ook. Maar dan met de rest van de bundel nooit meer uit de schaduw kunnen komen van dat eerste gedicht; sterker nog: halverwege heb je al een gloeiende hekel gekregen aan de bundel en misschien zelfs wel aan Abramson (hier is een idee trouwens, Abramson, dat je zomaar gratis van mij krijgt: bundel al je eerste gedichten een keer, dan heb je echt een fantastische bundel bijeen gepend).

Mary Ruefle Dunce Recensie van Tim Donker001Boek-Bestellen

Maar Apple in water is mooi en klein en lieflijk, en je wilt doorlezen & je denkt dat het betere nog gaat komen. En dat komt ook. Het komt, beste mensen. Mary Ruefle neemt ons mee. Naar een land van wit, een land van stilte, een land van al jaren niet meer. Een land waar niets op de toppen van zijn longen zijn genie staat uit te schreeuwen, een land waar niemand op de schouders van giganten staat. Het is een fascinerende reis, waar je soms kilometerslang niets ziet – tot. Totdat je beter kijkt. Totdat je een beeld ziet. Een zin. Een vraag.

“How did so many unpronouncable words / came into being”, is zo’n vraag. Ruefle stelt hem, samen met nog veel meer vragen, in het gedicht Long white cloud. En geef toe: het is een goede vraag. Over wolken, gaat het daar. Over een land. Over baby’s, en moeders en vaders en stemmen en spraak en een schreeuw. En het is een mooi gedicht. Niet geniaal of meesterlijk of fantastisch. Maar mooi. (zegt Deleuze: Herhaling is niet hetzelfde als algemeenheid) (denk ik: algemeen is wat er gemeen is aan het al). (zegt Deleuze: Herhaling als gedrag en als standpunt heeft betrekking op een niet-verruilbare of inwisselbare singulariteit) (denk ik: dat is waar het landschap verschijnt).

“I picture you / in your machine, or reading, / or washing your clothes, / though it is perhaps this one hour / you have chosen ot make a list / of all the acts you are ahamed of, / or the ones that came to nothing / through no fault of your own, / so that you sit quietly / and in great silence.” dicht Ruefle een slordig aantal bladzijden verder. Dieper en verder. “We zijn dieper in onszelf afgedaald”, had ik bijna geschreven maar gelukkig kon ik mezelf nog net tegenhouden. Misschien gaat het ook wel over wat zich klein en voor onze voeten houdt omdat het niet gezien wil worden. Ilja Leonard Pfeijffer zei ooit iets als dat poëzie gevaarlijk moet zijn, of zij is geen poëzie. Ik weet niet of dat waar is. Wat er gevaarlijk is in poëzie lijkt me lastig vast te stellen. Maar bij Ruefle gaat het wel vaak over wat er schuurt, wat er steekt in het kleine. In het ongevaarlijk. Het compleet gevaarloze. Misschien is dat wat melancholie is. De tristesse van het alledaagse. Zwemmen met stilte in je mond. Het bestaan van onuitspreekbare woorden. Je kleren wassen, en alle daden waar je je voor schaamt.

Schoonheid, droefenis, stilte, mislukkingen, pijn, schaamte

Dat het steeds de kop op steekt waar je het nooit verwachtte te zullen aantreffen – dat is de grote winst aan Dunce. En wat dat “het” is, ja dat verschilt hier een beetje van gedicht tot gedicht. Het kan schoonheid zijn. Of droefenis. Wit. Stilte. Mislukkingen. Pijn. Schaamte. Een stukje appel. Tonijn en toneel (hee in het Nederlands werkt dat nog veel beter, dat zou Mary Ruefle eigenlijk moeten weten, dat dat in het Nederlands nog veel beter werkt):

Tuna and a play

Tonight we are having tuna and a play.
Earlier, I picked grasses with J.
Blue grass, pink grass, silver grass,
we each carried a bouquet.
I asked J if she was glad to be human –
J, are you glad to be a human?
but she couldn’t say,
she walked through the grasses
for what seemed like a day,
I thought I saw her face turn gray
but it was no more than a moment
in a very nice day –
and tonight we are having tuna and a play.

En ik denk aan Handke met zijn essay over een geslaagde dag. En ik denk ook dat ik zojuist een werkelijk meesterlijk gedicht heb gelezen (voor een keer vind ik het rijm niet erg. voor een keer vind ik het rijm stiekem best een beetje mooi. maar tonijn en toneel blijft ook mooi al rijmt het niet op dag).

En het is ook daar dat ik ophou Dunce te vergelijken met iets anders dan een dichtbundel. Want ik dacht nog, heel even dacht ik nog: ja dát is Dunce: met iemand door het gras lopen en een stompzinnige vraag stellen waarop eigenlijk geen antwoord mogelijk is (nouja, als kind had ik het wel geweten: ik was stikjaloers op onze kat; ik wilde hem zijn in plaats van mens), en je blijft maar lopen, het lijkt wel een hele dag lang en vanavond is er tonijn en een toneelstuk. Maar neen. Dunce is niet lopen in het gras. Het is geen reis. Het is geen land. Het is een dichtbundel. Met letters in. De letters maken woorden en de woorden maken zinnen en de zinnen maken gedichten. En wat er tussen de gedichten en jou ontstaat, is strikt tussen de gedichten en jou.

Ontstaan is sowieso een motief in Dunce. Zo ziet de lezer de dag, en het gedicht ontstaan in A morning person: “What a beautiful day for a wedding! / It was raining when we buried my mum, / she loved lilacs and here they are”; “I am enjoying them alone with my / mug of coffee”; “Soon I will vaccuum the day, / not a speck of it will remain, / I will suck it up like a bee”; “But now it is quiet, hardly anyone / is dressed, not a doggie is walking, / I think flowers enjoy their solitude / in the dawn before the buzz begins. / I think sprinklers annoy them. / I hear one coming on.” om dan wreed te besluiten: “I hate my poems.”

Daar, in de witruimte. Daar is het. In de stilte, “before the buzz begins”. Daar is zoveel, daar is alles. Een kop koffie. Zoekende zinnen op papier. Doorhalingen. Vertwijfeling. Een kruis erdoor: ik haat mijn gedichten. En juist in dat begin, dat niet echt tot iets afgeronds kunnen komen, schuilt de schoonheid. Want okee toch maar weer een vergelijjking dan: de gedichten zijn als vogeltjes – laat ze vrij en ze zullen altijd een andere kant opvliegen dan je dacht. Daarom vliegen de gedichten van Mary Ruefle zo mooi, en zo veel kanten op. Ergens schrijft ze: “Eating beets / with a pichfork / is ok”. En dat ik daardoor dacht aan Loading mercury with a pitchfork, dat volslagen maffe dichtbundeltje van Richard Brautigan is iets waar Mary Ruefle niet verantwoordelijk voor gehouden kan worden. Of wel?

Wie was het weer die ooit iets schreef als “Achteraf is alles vreselijk mogelijk in taal”?

In ieder geval ben ik het nu die schrijft dat alles altijd zo (vreselijk) (on)mogelijk is in Dunce en dat dat ongekend bloedmooi is.

Recensie van Tim Donker

Dunce

    • Schrijfster: Mary Ruefle (Verenigde Staten)
    • Soort boek: gedichten, poëzie
    • Uitgever: Wave Books
    • Verschenen: 10 september 2019
    • Omvang: 104 pagina’s
    • Uitgave: Gebonden Boek

 

Bijpassende Boeken en Informatie

SoundMachine

  • Schrijfster: Rachel Zucker (Verenigde Staten)
  • Rachel Zucker Soundmachine Recensie en ReviewSoort boek: poëzie, roman
  • Uitgever: Wave Books
  • Verschenen: 3 september 2019
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Gebonden Boek
  • Recensie boek: Ow. Oké. Ik ga je iets zeggen. Soundmachine is geen dichtbundel. Soundmachine is een roman. Ondanks dat het uitkomt bij poëzie-uitgever Wave, en ondanks dat het wél als dichtbundel geafficheerd wordt. Dat is het eerste dat ik je ga zeggen. Het tweede is: Soundmachine is het mooiste boek van 2019. Wereldwijd en onafhankelijk van wat er nog uit zal komen dit jaar. Zo. Dat ga ik je zeggen. Nee. Dat heb ik je net gezegd…lees verder >

Michael Earl Craig (Verenigde Michael Earl Craig Woods and Clouds Interchangeable RecensieStaten) – Woods and Clouds Interchangeable
Amerikaanse poëzie, gedichten
Recensie van Tim Donker
Omdat het poëzie is, en mooi is, en bijna teveel nee precies genoeg is…lees verder >

Elis Juliana – Blijf nog wat

Elis Juliana Blijf nog wat recensie en informatie over de inhoud van dit boek met Curaçaose poëzie. In november 2019 verscheen bij Uitgeverij In de Knipscheer deze bundel met gedichten van de dichter van Curaçao, Ellis Juliana.

Elis Juliana Blijf nog wat Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Blijf nog wat, de bundel met gedichten van Elis Juliana. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze poëziebundel van de Curaçaose schrijver Elis Juliana.

Elis Juliana Blijf nog wat Recensie001Boek-Bestellen

Blijf nog wat

  • Schrijver: Elis Juliana (Curaçao)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: In de Knipscheer
  • Verschenen: november 2019
  • Omvang: 68 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de bundel met gedichten

‘De Curaçaose kunstenaar Elis Juliana (1927) behoort met Luis Daal en Pierre Lauffer tot de ‘Grote Drie’ van de Antilliaanse dichtkunst in het Papiaments.’ Zo luidt de aanhef van de flaptekst op Hé Patu/Waggeleend, de bloemlezing uit 2011 met 21 Papiamentse gedichten van Elis Juliana, samengesteld en in het Nederlands vertaald door Fred de Haas.

Juliana dichtte echter ook in het Nederlands. Vanaf 1963 kreeg zijn Nederlandse muze bijzondere liefdesgedichten, waarvan er nu 25 verzameld zijn in Blijf nog wat: 23 gedichten in het Nederlands en twee ook in het Papiaments. Juliana voorzag ze soms van wat hij ‘krabbels’ noemde, waarvan een zestal sommige gedichten sieren. Daarnaast schonk hij zijn muze ook originele werken, waarvan er acht in deze bundel op aparte pagina’s zijn afgebeeld. Zes hiervan zijn getekend in zijn zo bekende pointillistische stijl.

Elis Juliana (Curaçao 1927-2013) was een Curaçaos dichter, schrijver, beeldend kunstenaar en archeoloog. Vanaf 1959 tot zijn pensionering in 1987 hield hij zich bezig met volkskunde en archeologie. Zijn belangstelling hiervoor leidde tot de oprichting van Fundashon Zikinzá, waarvan de collectie bewaard wordt in het Centraal Historisch Archief in Willemstad. Hij vertegenwoordigde Curaçao meerdere keren op internationale exposities met beeldhouwwerken en schilderijen. Voor zijn literaire werk werd hij o.a. in Cuba bekroond met de Premio José María Heredia.

Margarita Molina begon na verschillende werkzaamheden en een studie pedagogiek na de Tweede Wereldoorlog een loopbaan in de journalistiek en bij het onderwijs. Dit brengt haar in 1963 ook naar Curaçao, het eiland dat haar niet meer los zal laten. Zij reist met haar Nederlandse partner de wereld rond. Haar avontuurlijk en kosmopolitisch leven staat model voor de biografische roman Schaduwvrouw (2016). Hierin gaat haar Curaçaose geliefde schuil achter het personage Roy.

Bijpassende Boeken en Informatie

F. Starik – Dichter van dienst

F. Starik Dichter van dienst recensie en informatie over de inhoud van dit boek met uitvaartgedichten. Op 29 oktober 2019 verscheen bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam de gedichtenbundel over De eenzame uitvaart van F. Starik.

F. Starik Dichter van dienst Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Dichter van dienst over De eenzame uitvaart van F. Starik. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze bundel met uitvaartgedichten samengesteld door F. Starik.

F. Starik Dichter van dienst Recensie

Dichter van dienst

Over De eenzame uitvaart

  • Schrijver: F. Starik (Nederland)
  • Met gedichten van: Maria Barnas, Wim Brands, Anneke Brassinga, Eva Gerlach, Erik Jan Harmens, Judith Herzberg, Neeltje Maria Min, Marieke Lucas Rijneveld, Menno Wigman
  • Soort boek: gedichtenbundel, uitvaartgedichten
  • Uitgever: Nieuw Amterdam
  • Verschenen: 29 oktober 2019
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van deze gedichtenbundel

Met gedichten van o.a. Maria Barnas, Wim Brands, Anneke Brassinga, Eva Gerlach, Erik Jan Harmens, Judith Herzberg, Neeltje Maria Min, Marieke Lucas Rijneveld en Menno Wigman

‘Ik ben De Eenzame Uitvaart in de loop van tijd als een levensopdracht gaan zien, als een Taak die je tot het einde zult vervullen, niet als een project waarmee je na een tijdje weer ophoudt.

Het recept is eenvoudig en inmiddels bekend: dichters schrijven een gedicht – en dragen dat op de uitvaart voor – voor die mensen, die anders waren overgeschoten, voor wie niemand zou komen, over wie niemand had gesproken, was de dichter er niet geweest om afscheid te nemen, vaarwel te zeggen.’

Dichter van dienst is het vaarwel van F. Starik, zijn indrukwekkend en aangrijpend laatste boek over eenzame uitvaarten in Amsterdam die hij zestien jaar lang vormgaf.

Bijpassende Boeken en Informatie

Huub Beurskens – Gedurig nader Recensie

Huub Beurskens Gedurig nader recensie en informatie over de inhoud van deze gedichtenbundel. In 2018 verscheen bij Uitgeverij Koppernik deze nieuwe poëziebundel van Huub Beurksens.

Huub Beurskens Gedurig nader Recensie

En dan een Oja. Een oja voor Huub Beurskens. Want oja Huub & oja Beurskens & oja hoe zat dat ook alweer? Ik krijg er almeteens een hoog Raster-gevoel bij, bij die Huub, bij die Beurskens maar of dat een verloren gelopen dan wel een terecht gevoel is weet ik niet.

(witregel wegens opstaan en naar de boekenkast lopen)

Aha. Hier. Zie. Volgens de in 2009 verschenen Raster 1972 – 2008 index (feitelijk Raster 125): Beurskens, Huub: 13 bijdrages; de eerste in Raster 5, de laatste in Raster 105. Voor zover ik nagaan kan, is hij nooit onderdeel geweest van de redactie (zo zat het wel in mijn hoofd. waarom weigert de werkelijkheid keer na keer zich aan te passen aan hoe ze in mijn hoofd zit?). En dertien bijdrages is ook niet overdreven veel. Waarom dan. Waarom dan zegt mijn hoofd. Waarom dan zegt mijn hoofd ogenblikkelijk Oja Raster van zodra mijn ogen de naam Huub Beurskens ontwaren? Waren zijn bijdrages aan Raster dan heel memorabel misschien, moet ik het in die hoek kan zoeken? Moet ik dan echt met die vreselijke chaos die al mijn overheen het huis verspreide zesentwintig boekenkasten zijn (losse stapels en volgepropte bananendozen niet meegerekend) dertien verschillende Rasters zien te vinden om te zien welke tekst me deze onverbrekelijke BeurskensRaster connectie heeft opgeleverd? Ja. Ik moet maar. Misschien. En ik ben boos op mijn brein en zuchtend slof ik naar de thermos om me nog maar eens een kop koffie in te schenken.

(witregel wegens zuchtend naar de thermos sloffen)

En lap. Daar heb je het al. In mijn benedenboekenkasten loopt de Rasterverzameling niet verder dan nummer zestien (en dan volgen nog, for some reason, nummer 49 en nummer 119 – ik zei je toch dat mijn boekenverzameling chaos is?). Maar in nummer 5 moest Beurskens staan, en in nummer 11 ook en ha!, die heb ik dan toch maar alvast hier. Beide nummers zijn uit de tijd dat Raster in dat smalle, hoge formaat verscheen en dat is als u het mij vraagt (u vraagt het mij niet) de interessantste tijd uit de Raster-historie, tezamen misschien, met de hoogste nummers (100+). Eerste Beurskens-bijdrage: Raster 5: het vertalen en inleiden van enkele gedichten van Gottfried Benn, wat zonder twijfel een geniale dichter is. En de titel van Beurskens’ inleiding is fantastisch: Wie de rondedans kent gaat het lab in. Vandaar dan die las? Vanwege een fantastisch getitelde inleiding op een geniale dichter? Kan zijn. Maar kan nog heel wat beter helemaal niet zijn.

Raster 11 dan, Raster 11. Raster 11? Raster 11! Maar dat is het! Hoe kon ik het vergeten? Raster 11 is mijn lievelingsRaster of all time! Het is die Raster over / van / met de Wiener Gruppe (mijn lievelingsgruppe of all time!). Ik bedoel Artmann! Wiener! Rühm! En vooral: Bayer!!! Dit is de Raster die ik van voor naar achter gespeld heb, en van achter naar voor en daarna weer terug. Jean Paul stond er ook in owja, en Leo Pleysier wiens teksten altijd weer mijn ogen strelen. En! En!! En!!! Sandor Weöres. O. Heel veel beter dan Sandor Weöres wordt het van je leven niet, laat me je dat vertellen.

(en op een keer zal het nacht geweest zijn, iets van midden in de nacht, zo ergens rondom het holst, en ik ben een heel klein beetje droef, en ik heb een heel klein beetje teveel zwaar Belgisch bier op, en ik besluit om, dronken en triest en midden in de nacht, iemand op te bellen die ik al jaren niet meer gesproken heb (hee, goed idee). En ze zegt dat mijn stem zo zwaar geworden is en zo vaderlijk en zo zonder intimiteit en het word me bijna teveel allemaal maar het is holst genoeg, en ik ben dronken en triest genoeg om toch nog niet meteen mijn telefoon uit te zetten maar in plaats daarvan, haar teksten voor te lezen. Teksten van deze eigenste Sandor Weöres, uit deze eigenste Raster 11, mijn hoogsteigenste lievelingsRaster!)

Maar waar had ik het over?

(witregels wegens bedenken waar ik het over had)

Beurskens dus, Beurskens en Raster. De connectie moet zijn gelegd omdat hij verscheen in mijn lievelingsRaster. Maar wat heb ik indertijd eigenlijk van de gedichten zelve gevonden? Bladzij 68. Ja daar staat hij. Vierde Kwartet, zo heet het. Een vierdelig gedicht. Elk deel krijg een aparte bladzijde toegewezen, zodat de delen zwemmen in het paginawit. Daar hou ik wel van. Als teksten zwemmen mogen. En het is geen slecht gedicht ook, al zou het hier en daar wat slechter mogen rijmen (vanwaar eigenlijk die levensgrote antipathie in mij tegen gedichten op rijm? waar komt dan vandaan? weet u dat, mijnheer de dokter?). Maar ik kan me niet voorstellen dat ik toen ik het voor het eerst las een brul van enthousiasme gelaten heb. Ik kan me niet eens voorstellen dat ik indertijd de naam Beurskens op één van mijn 100 000 “nader te onderzoeken”-kladpapiertjes geschreven heb (witte memootjes, bierviltjes, snoeppapiertjes, bonnetjes, treintickets, van verpakkingen gescheurde stukjes karton, snippers van kranten en folders: mijn huis puilt uit van op papiertjes genoteerde namen – het zijn er veel meer dan ik er ooit verwerken kan).

Dus. Nu. Kwartieren en zweetdruppeltjes later. Weet ik dan het spoor Beurskens – Raster een doodlopend spoor is. Maar mijn hoofd en mijn hart zijn weer rustig en ik kan nu eindelijk, daar, op de bank Gedurig nader gaan lezen. (misschien een goed muziekje erbij, maar welk muziekje, hum, hum)

(witregel wegens goed muziekje uitzoeken)

En ik lees.

En ik lees.

En ik lees.

(witregel wegens lezen)

(nog een witregel wegens lezen)

(en nog een)

Hum. Weet je wat het is? Nee? Ik zal je zeggen wat het is. Eigenlijk staat Gedurig nader voor zoveel dat ik slecht vind in poëzie. Het aanhaken bij alles klassiek, bijvoorbeeld. O, ik weet wel. Zo hoort het in de literatuur, ik zou haast zeggen zo heurt het in de literatuur. Toen ik nog studeerde ging zelfs een hele godeganzelijke module over hoe literatuur en kunst in het algemeen wortelen in het klassieke. Bronnen van onze beschaving, zo heette die module (beschaving! maakten ze een grapje ofzo?). Dus ik weet het wel. Maar ik ken het verhaal al zo lang. Het verhaal van de voeten in de oerklei. Staatsmannen en redenaars; Perikles; Kalias; Fygië; Socrates; Thales (de uitvinder van niet alleen de filosofie maar ook van de selffulfilling prophecy) Kaïn; Nofretete (o, al is die laatste inspiratiebron geweest voor één van de allermooiste jazzplaten allertijden: Nefertiti, The Beautiful One Has Come van The Cecil Taylor Jazz Unit) (en Miles Davis, eenvoudigweg Nefertiti) (maar die laatste vind ik alweer wat minder) (maar toch – vergeving kan ik opbrengen voor Nofretete ja die ik wil ik je nog wel geven, Beurskens), of dat wat de oergrond reeds voorbij is maar altijd nog redelijk klassiek heten mag: W.H Auden; Brecht; Aelbert Cuyp; Johan Verspronck; Goethe; Michelangelo (hier wat elitairderig bij zijn minder bekende achternaam Buonarotti genoemd) – het is alles zo gekend, zo obligaat, zo afgesleten en een beetje gemakzuchtig ook wel. Noem de grote namen en het zingt zichzelf wel tot Echte Literatuur; de “lageren” halen er echt geen Goethe bij hoor! Het is dit soort van “high brow” dat me op mijn twintigste nog imponeren kon, maar me nu al jarenlang voornamelijk vermoeit.

O, en dan die al even onberispelijke muziek! Chopin! Ravel! Liszt! Preludes, sonates, nocturnes! En ik zou zo graag eens lezen van een poëet die het liefste luisterde naar Pharoah Sanders of Sun Ra of Fly Pan Am of My Bloody Valentine of Alice Coltrane (de favoriete artist van mijn vierjarige dochter trouwens) of Katharina Klement of Fredrik Ness Sevendal of Mugstar of The Doomed Bird of Providence of Kammerflimmer Kollektief of Swans of Lisabö of Lustmord of Torturing Nurse of The Wave Pictures of Lead Belly of Spiritual Joy Band of Dictaphone of Black Sabbath of Napalm Death of Terry Riley of Pauline Oliveros of Muslimgauze of Demdike Stare of Albert Ayler of The Art Ensemble Of Rake of Ah Cama-Sotz of Migala of Mirel Wagner of The Black Heart Procession of Wooden Shjips of Fat Freddys Drop of Kjetil D Bransal of Handful Of Dust of naja weet ik veel. Muziek waar al eens een kreukje in mag zitten. Muziek die vies mag worden. Of muziek die allicht te teer en te klein zal blijken te zijn voor de volgende eeuwen. Zulke muziek. Zulke platen. Die je niet in 100 000 andere boeken ook al bent tegen gekomen. Oké, Beurskens heeft het ook over Louis Andriessen en het gedicht dat hij over hem geschreven heeft is niet meteen heel ergerlijk, maar toch: Andriessen is toch nog maar een tegemoetkoming halverwege.

Ook het gedicht Erfgoed, dat zo losweg op Jelle Reumers in 2011 verschenen De Mierenmens geïnspireerd lijkt te zijn, draagt voor mij meer ruis dan goed in zich mee. Het bestaan als een voortdurend vergaan; gemijmer over celvernieuwing; de Marleen en de flat die er niet meer staat; met een anoniem uit Brussel een nacht in Parijs – o het is heel geschikt voor een 20-jarige debutant (die sportscholen frequenteert, hee Beurskens?), maar zoveel jaren, zoveel dichtbundels, zoveel literatuurprijzen later had het gepeins wel iets minder voordehandliggend mogen zijn.

En dan rijmen de gedichten in Gedurig nader ook nog eens veel vaker dan me lief is. Eigenlijk zou dit alles moeten zijn dat ik niks vind. Eigenlijk zou dit een bundel moeten zijn die ik na een bladzijde of tien zuchtend terug bovenop de stapel leg, wel wetend dat het lot van bundels bovenop de stapel is dat ze dra geheel onderop de stapel zijn komen te liggen – vanwaaruit ze het daglicht zelden nog zullen zien.

Maar toch blijf ik lezen en lezen en lezen. Vandaar al die witregels net. Omdat ik maar bleef lezen. Ga maar na: het bekritiseerde gedicht Erfgoed staat al bijna op het einde van de bundel. Dus. Ik zat, en ben blijven zitten & ik las, en ben blijven lezen. Waarom? Omdat de sfeer in de bundel vaak herfstig en verstild is?; omdat het iets van modder en eindeloze wegen heeft (zonder dat het nu noodzakelijkerwijze gaat over modder en eindeloze wegen?); omdat de stemming nadenkend en contemplatief is?

Omdat Figuurcomposite me een beetje ontroert zonder dat ik weet waar die ontroering in zit & ben je dan misschien & toch & in weerwil van eerdere bedenkingen niet gewoon een heel groot dichter? Als je de ontroering ongemerkt binnensmokkelen weet? “Mijn oma…”, zo stamelt het: zijn oma dus dacht na een droom die ze als kind had te zullen sterven op 5 november maar ze stierf uiteindelijk op een zondag in januari (“want de heer [is] een toffe peer”). Drie dagen later werd ze begraven en de ik-figuur miste hierdoor een college. Dat kon rekenen op lomp onbegrip van de docent. Zo zijn docenten immers. Lomp en vol van niets dan onbegrip.

Omdat De vernissage, een anekdotisch en redelijk grappig gedicht dat speelt met de gedachte dat poëzie vooral dáár spreekt waar het geheugen zwijgt; dichters schrijven de witplekken noodgedwongen zwart (postconfessional, anyone?) me een goed deel van de dag aan het denken zette? En ik daar graag ben: in die bedachtzame, rustige, trage stemming?

Omdat De jonge metamorfosist zich in de eerste regel al herpakt en ik dat prachtig vind, schrijvers die zichzelf herpakken en aldus lezers betrekken in hun eigen zoek- en denkproces. Het beschrijft een mooie jeugdherinnering met een trein en een kelder en een vlinder en kinderfilosofische gedachten voortvloeiende daaruit, en het heeft in “Van mijn berg daalde ik af terwijl ik de keldertrap op liep.” één van de mooiste eindzinnen allertijden.

Omdat ik Koppernik één van de sympathiekste uitgeverijen van Nederland vind met een zeer interessant fonds  (maar waar blijft die Beckett, mannen?)  en ik het interessante wil kunnen lezen in al hun uitgaves? Is het hierom, om dit soort dingen dat ik altijd maar bleef doorlezen in Gedurig nader?

Of is het misschien alleen maar omdat de bundel me het gevoel geeft dat het fijn moet zijn, dat het heel erg fijn moet zijn om Huub Beurskens te zijn

Of is het misschien alleen maar omdat de bundel me het gevoel geeft dat het fijn moet zijn, dat het heel erg fijn moet zijn om Huub Beurskens te zijn en ik het prettig vind om even in de schaduw van die fijnheid te staan. Hoe fijn het is. Huub Beurskens te zijn. Met zijn Huub Beurskens-blik en zijn Huub Beurskens-gedacht en zijn Huub Beurskens-leven. Dat altijd al fijn geweest moet zijn, ook toen in de kelder en nog later blijkens Aan de jonge dichter die ik was: “’Waar ging het altijd al om?’ / vroeg mijn leraar Duits ostensief / toen ik van hem wilde weten / welke hedendaagse poëten hij / aanbeval. ‘Geboorte, liefde, dood,’ / antwoordde hij voor mij / en gaf me, hoewel de zon scheen, / iets van Von Goethe te leen. / Mijn lief wachtte in mini-jurk / voor school met haar blauwe Peugeot / en deed me God en Godin / van Vroman cadeau.”

O ik had ook een leraar Duits en hij liet me ook Goethe lezen. Maar de zon scheen niet die dag, en ik had geen lief die een brommer had en me een Vroman cadeau deed. Hell, ik had niet eens een lief zonder brommer of Vroman. Ik had helemaal geen lief, plus daarbij had ze geen mini-jurk. Beurskens wel, en ze deed hem een boek cadeau en als het allemaal al niet om van om te vallen zo mooi is, had ze op de koop toe nog krullen ook (al had ze die krullen allicht alleen maar om ze te laten rijmen (rijm!) met “niet […] in abstracties […] lullen.”). Dit alles was Beurskens al vroeg en overstijgt in al zijn Beurskensheid mijn mijheid van vroeger of van nu bij verre. En naar onze meerderen kijken we stil en vol ontzag.

Misschien. Zoiets.

Zoiets misschien.

Maar toch. Een écht fantastische dichtbundel kan ik Gedurig nader helaas niet vinden.

Recensie van: Tim Donker

Huub Beurskens Gedurig nader Recensie

Gedurig nader

  • Schrijver: Huub Beurskens (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëziebundel
  • Uitgever: Uitgeverij Koppernik
  • Verschenen: 2018
  • Omvang: 56 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Bijpassende Boeken en Informatie