Émilienne Malfatto De kolonel slaapt niet recensie en informatie over de inhoud van de Franse roman. Op 1 september 2023 verschijnt bij uitgeverij Cossee de Nederlandse vertaling van de debuutroman Le colonel ne dort pas van de uit Frankrijk afkomstige oorlogsverslaggever en schrijfster Émilienne Malfatto.
Émilienne Malfatto De kolonel slaapt niet recensie van Tim Donker
En dan een dag, zomaar een dag, de dag na de vorige dag, in de keuken met zon, een stralende dag, misschien één van de laatste stralende dagen van het jaar bedenk ik me, als ik koffie zet, als koffiegeur door het huis gaat, op de ochtend van een dag, van zomaar een dag, van de dag na de vorige dag, van misschien de laatste stralende dag van het jaar, zo’n soort dag, zo’n soort dag met koffie en muziek, wat was het die dag, het kon the fun years zijn geweest of forndom of her name is calla misschien of misschien was het wel immune of hrsta of een eenvoudige blues of jazz kon ook op die dag, met koffie en zon, de laatste stralende dag van het jaar misschien, zomaar dat soort ochtend waarop alles goed is, en geheel momenteelderlijk voel ik zelfs geen verschil tussen mijn linker- en mijn rechterarm, die dag. Alles kan wel even later, alles kan wel even uitgesteld, want eerst nog is er koffie. En een boek. Ik ben toe aan een nieuwe van de stapel; het vorige is inmiddels ter rechterzijde gelegd. Niet omdat het slecht was maar omdat ik er, voor even, genoeg van had. De linkerstapel is een volkomen willekeurige stapel, het zijn de boeken die mij overhandigd zijn, ik leg die gewoon neer, ik breng daar geen volgorde in aan. En dus is het volgende boek -ineens, tussen alle romans- een dichtbundel. Ik zit, ik lees, ik drink koffie, er klinkt muziek. De poëzie lijkt hermeties, ik snap er alleszins niks van, of naja, zo moet je dat niet zeggen als het om gedichten gaat, poëzie is geen mop, het heeft geen clou die je moet vatten. Maar toch. Ik stuur het eerste gedicht per whatsapp aan degene aan wie ik toevallig het laatst een whatsapp-bericht gestuurd heb en vraag hem Kun je hier iets van maken?, en Nee antwoordt hij. En ik lees nog even en vraag me af of ik heerlijk verloren gelopen kan raken in deez hier hermetiek, soms heb ik dat. Soms weet ik zulke poëzie opvatten als pure taal, als konkrete taal, als taal die alleen naar zichzelf verwijst en niet naar objecten en substanties daarbuiten, en soms is dat net als in een andere dimensie gezogen worden en dan vind ik dat fijn. Dan ben ik in een elders waar konsepten als begrijpen er niet meer toe doen, en er alleen maar golven van woord, stormen van taal over me heen razen. Maar dit keer niet.
Dus loop ik opnieuw. Naar de stapel die ter rechterzijde van de leesstoel zat want ja ik las niet in leesstoel dit keer, ik zit aan keukentafel en drink koffie en zit vlakbij de kant vanwaar de zon binnen komt. De dichtbundel gaat op die rechterstapel en de linkerstapel levert het volgende. Emilienne Malfatto. De kolonel slaapt niet. Mweuh. Een oorlogsroman. Heb ik eigenlijk niet zoon zin in. Ik heb nooit zin in oorlogsromans. Het zjanrûh heeft me nooit gegrepen; zijn eerste fout is misschien al dat het überhaupt een zjanrûh is. Maar vooruit. Het is geen al te dik boek, en het is van Cossee, en Cossee is altijd goed, nee streep door en zeg Cossee is meestal goed, nee streep door en zeg Cossee is vaak goed. En bovendien, het was het eerstvolgende boek van de linkerstapel en in die linkerstapel zat geen volgorde toch?, dus dan moet je ook niet zeuren.
En weeral zet ik me. Aan keukentafel. Met koffie, het zoveelste kopje, en inmiddels alweer een andere seedee. Emilienne Malfatto. De kolonel slaapt niet. Een oorlogsroman. Goed.
Ja, het is een oorlogsroman. En dus is het oorlog. Wie vecht er tegen wie? Doet er niet toe. Waarom is het oorlog? Doet er niet toe. In welke tijd moeten we dit situeren? Doet er niet toe. Deze oorlog is alle oorlogen, dit is de archetypiese oorlog, dit is de essentie van oorlog: een stukgeschoten stad, alles grauw, alles grijs, overal dood, overal bommen, overal schieten, overal ellende, overal ontmenselijking in verregaande staat. Derhalve ademt de roman zowel iets futuristies als iets histories als iets hyperaktueels. Want het zou nu kunnen zijn, of ooit, of lang geleden; oorlog is van alle tijden.
Het is oorlog. En dus is er een kolonel. En een generaal. En een ordonnans. Maar het meest is de kolonel er. De kolonel is een specialist in zijn werk. Een ambachtsman, meent hij zelf. Het ambacht bestaat uit het martelen, folteren, zonodig doden van de vijand. Het is voor de goede zaak, het is voor een edel doel. De vijand moet immers overwonnen worden, daar is het oorlog voor. En het doel heiligt de middelen. En dus staat hij daar, dag na dag, in een kelder, met weeral een nieuw slachtoffer op een stoel onder een kaal peertje, met enkele anderen in de lichtkring, te doen wat nodig is om het slachtoffer te kraken, te verdinglijken, te doen wat nodig is om de oorlog te winnen. Het is alles, het is allemaal, voor de goede zaak.
De kolonel slaapt niet. Maar elke nacht komen zijn slachtoffers bij hem langs. Te beginnen met de Vissenmannen, die – ofnee, wat de Vissenmannen zijn dat moet je zelf maar lezen. De Vissenmannen worden gevolgd door de eindeloze stoet aan gemartelden, gefolterden, gedoden. Elke nacht. Nooit laten ze hem gerust. Allengs begint de kolonel af te stompen. Lethargies te worden. Als grauw en grijs als de omgeving.
En hij niet alleen. Ook de generaal zakt weg in zijn eigen wereld. Verschanst zich in zijn hevig lekkend kantoor. Verschuift teilen om het lekwater op te vangen. Totdat het kantoor zodanig onder water staat dat de teilen niet meer verschoven kunnen worden maar zo’n beetje door het water dobberen; de generaal ook ergens daartussen.
Ook de oorlog zelve lijkt afgemat, en de knallen en ontploffingen verstommen, en is er nog wel iemand over om er nog ene lor om te geven?
Het menselijkst, of “normaalst” blijft nog de ordonnans. Misschien omdat hij altijd buiten de lichtkring is gebleven als de kolonel en de zijnen daar in die kelder rond het volgende slachtoffer gegroepeerd stonden?
Ja dit is een oorlogsroman en dus gaat het over oorlog.
En ik zei iemand, het is een oorlogsroman en ik hou niet van oorlogsromans maar dit vind ik fantasties. En degene tot wie ik sprak zei Maar er zijn oorlogsromans die over oorlog gaan en oorlogsromans die niet over oorlog gaan. En ik stond en zweeg en ik dacht Ja en ik stond en zweeg en ik dacht Nee.
De kolonel slaapt niet is een over oorlog gaande oorlogsroman die ik toch ontzettend goed vind. Wat het is aan oorlogsromans dat me door de bank genomen zo tegen staat weet ik niet goed. Ik denk dat het ermee te maken heeft dat het me allemaal zo obligaat lijkt. Oorlog is slecht, is wreed, is onmenselijk, is afgrijselijk. In hoeveel meer woorden, in hoeveel meer boeken wil je dat nog zeggen? En toch weet Malfatto de absurde en ongekende gruwelijkheid van oorlog op een uiterst beklemmende manier te benadrukken. De oorlogsroman die alle andere oorlogsromans overbodig maakt?
Ik vroeg me af, komt het omdat zij de daders, of in ieder geval de aktoren van de oorlog sentraal stelt? Ik weet het niet, ik ben geen expert in oorlogsromans, maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat De kolonel slaapt niet de eerste oorlogsroman is die vanuit daderperspectief geschreven is. Al ging het in het handjevol oorlogsromans dat ik in mijn leven las voor zover ik me herinneren kan bijna zonder uitzondering om dat soort van gewoon zomaar mensen dat de hebbelijkheid heeft er niks mee te maken te hebben maar er wel slachtoffer van te zijn.
(er waren altijd huizen en er was altijd duisternis en groepjes mensen, en altijd was er wel één ernstig gewond of ziek of bijna dood, en een ander die er zijn leven voor moest wagen)
Nee. Als niet-expert denk ik te kunnen stellen dat de kracht van Malfatto zit in haar taal. Want die taal is zo mooi, zo huiveringwekkend, keelsnoerend, angstaanjagend mooi. De horreur. De diepe ellende. In die taal, die poëtiese taal. De hypnose ervan. Die dwingende, soms interpunctieloze zinnen. Dit is er weer zo één. Zo’n boek dat je vanaf de eerste zin in de bankschroef neemt en je niet meer loslaat tot je alle bladzijden gelezen hebt. En zelfs na het laatste woord zal het nog niet, nog lang niet gedaan zijn.
Einde ochtend, of begin middag denk ik al. Zon. Geen koffie meer en geen muziek. Geen stoelen meer zelfs. Plat op de grond, verder neer is niet mogelijk. Dit boek vloert je. En dat is prachtig.
De kolonel slaapt niet
- Auteur: Émilienne Malfatto (Frankrijk)
- Soort boek: Franse roman
- Origineel: Le colonel ne dort pas (2021)
- Nederlandse vertaling: Martine Woudt
- Uitgever: Cossee
- Verschijnt: 1 september 2023
- Omvang: 128 pagina’s
- Uitgave: paperback / ebook
- Prijs: € 21,99 / € 14,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
- Winnaar Prix Goncourt du premier roman 2021
Flaptekst van de roman van Émilienne Malfatto
Sinds zijn aankomst in het hoofdkwartier, boven de stad die geen stad meer is, luistert de kolonel elke avond naar de vernietigende geluiden van de herovering. Eerlijk gezegd is hij dankbaar voor die herrie. Die zorgt ervoor dat hij in elk geval even de stemmen in zijn hoofd niet hoort; zijn geweten, dat hem ’s nachts toch al uit zijn slaap houdt.
Even verderop, in het vervallen paleis, staart de generaal van hetzelfde leger naar een onthoofd borstbeeld. Vroeger of later, denkt hij, zal ook ík vallen, zal ook ik niet levender zijn dan deze marmeren sokkel zonder hoofd.
En dan is er de jonge ordonnans van de generaal. Midden in deze oorlog-zonder-einde denkt hij aan de brieven die zijn moeder hem stuurt, de enige herinnering aan menselijkheid in deze mistige stad, geschreven in een priegelig handschrift.
In een verbluffende, ritmische stijl vol poëzie wekt Emilienne Malfatto drie personages tot leven die allemaal vastzitten in een oorlog die ze niet kunnen winnen. Even krachtig als empathisch beschrijft ze hoe de militairen vluchten voor de onoverkomelijke fouten uit hun verleden en heden: ze verstoppen zich – in de hiërarchie, in een bericht van het thuisfront, of, misschien, in een diepe slaap.
Émilienne Malfatto (1989) is fotograaf, schrijver en journalist. Ze werkte als oorlogsverslaggever in Irak en schreef in Latijns-Amerika reportages over drugscriminaliteit. Haar foto’s werden onder meer geplaatst in The Washington Post en The New York Times. Voor haar roman Que sur toi se lamente le Tigre ontving ze de Goncourt debuutprijs. De kolonel slaapt niet kreeg de Franse prijs voor de beste tweede roman en wordt in negen talen vertaald.
Bijpassende boeken en informatie