Categorie archieven: Nederlandse Schrijver

Ingmar Heytze – Postkamer

Ingmar Heytze Postkamer recensie en informatie van de nieuwe bundel met gedichten van de Utrechtse dichter. Op 23 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Van Oorschot het nieuwe boek met gedichten van Ingmar Heytze. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Ingmar Heytze Postkamer recensie en informatie

  • “Zelden kroop een dichter in één bundel in zoveel verschillende huiden, want wie je een brief schrijft, ben je zelf.” (VPRO Boeken)

Ingmar Heytze Postkamer

Postkamer

  • Auteur: Ingmar Heytze (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 januari 2025
  • Omvang: 80 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van Ingmar Heytze

Wat hebben de regen, de volwassenheid, de poëzie, het heelal en uw ex-geliefde met elkaar te maken? Ingmar Heytze schrijft ze een brief in zijn nieuwe bundel Postkamer. De dichter richt zich tot alle mogelijke wezens, dingen en begrippen. Het resultaat is een verzameling brieven in dichtvorm aan de mist, presentatoren, het stotteren, halfvergeten feestdagen, dasspeldmicrofoons en zo verder. Zelden kroop een dichter in één bundel in zoveel verschillende huiden, want wie je een brief schrijft ben je zelf: van boodschappenlijstjes tot spam, van dreigmail tot verlanglijst, van afscheidsbrief tot dwangbevel, van dickpic tot liefdesbrief. Het resultaat is een even breed als bont brievenboek in gedichten; Postkamer is de meesterproef van een van de vitaalste dichters van Nederland.

Bijpassende boeken en informatie

Joost Zwagerman – Door eigen hand

Joost Zwagerman Door eigen hand recensie en informatie boek over zelfdoding en nabestaanden. Op 23 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers de uitgebreide heruitgave van het boek uit 2005 over zelfmoord van de Nederlandse schrijver Joost Zwagerman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Joost Zwagerman Door eigen hand recensie en informatie

  • Een buitengewoon moedig boek, prachtig geschreven. Een oproep tot leven, ondanks alles. Joost toch.” (David Van Reybrouck)

Joost Zwagerman Door eigen hand
Door eigen hand

Zelfdoding en nabestaanden

  • Auteur: Joost Zwagerman (Nederland)
  • Soort boek: literaire non-fictie uit 2005
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 23 januari 2025
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Joost Zwagerman Door eigen hand recensie en informatie

  • Een buitengewoon moedig boek, prachtig geschreven. Een oproep tot leven, ondanks alles. Joost toch.” (David Van Reybrouck)

Flaptekst van het boek over zelfdoding van Joost Zwagerman

Joost Zwagermans boek over zelfdoding en nabestaanden staat vol indringende gesprekken met schrijvers als Jeroen Brouwers, Renate Dorrestein en Arthur Japin. 

Deze nieuwe uitgave is voorzien van nog niet eerder in boekvorm gepubliceerde interviews en artikelen van Zwagerman. Hierin schrijft hij onder andere over Herman Brood, Kurt Cobain, David Foster Wallace en David Vann.

Met een voorwoord van zijn weduwe Maaike Pereboom, een speciaal voor Zwagerman geschreven gedicht door Lucas Rijneveld en een ode aan de auteur door David Van Reybrouck.

Joost Zwagerman is geboren op 18 november 1963 in Alkmaar. Hij publiceerde sinds zijn debuut in 1986 eenendertig boeken: proza, poëzie en non-fictie. Zijn laatst verschenen boek is De stilte van het licht. Schoonheid en onbehagen in de kunst. Zwagerman leed aan de ziekte van Bechterew en aan depressies. Op 8 september 2015 pleegde hij zelfmoord in Haarlem, op 52-jarige leeftijd. Hij ligt begraven op de algemene begraafplaats in Bergen.

Bijpassende boeken en informatie

Daan en Thomas Heerma van Voss – Ultimatum

Daan en Thomas Heerma van Voss Ultimatum recensie en informatie over de inhoud van de eerste thriller van de schrijvende broers. Op 23 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij The House of Books de eerste thriller Ultimatum van de schrijvers Daan Heerma van Voss en Thomas Heerma van Voss. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijvers en over de uitgave.

Daan en Thomas Heerma van Voss Ultimatum recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van de thriller Ultimatum, het eerste boek dat de broers Daan Heerma van Voss en Thomas Heerma van Voss samen schreven, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Daan en Thomas Heerma van Voss Ultimatum

Ultimatum

  • Auteurs: Daan Heerma van Voss, Thomas Heerma van Voss (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse thriller
  • Uitgever: The House of Books
  • Verschijnt: 23 januari 2025
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 15,00 / € 9,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste thriller van Daan en Thomas Heerma van Voss

In de moerassen van Louisiana wordt tijdens Mardi Gras het lichaam van Nathalie Underwood gevonden. Hoofdrechercheur Hanna Vincennes leidt het onderzoek en staat al snel onder hoge druk van de media om een dader aan te wijzen. Alle sporen lijken te wijzen naar Nathalies vriendje, Alexander Van Zandt. Maar hoe meer antwoorden van Hanna Vincennes worden geëist, hoe meer ze gaat twijfelen aan het politieonderzoek.

Intussen leidt voormalig psychiater Aron Mulder in Nederland een teruggetrokken leven in een vakantiebungalow, na de onopgehelderde moord op zijn vrouw. De geruchten over zijn betrokkenheid hebben niet alleen zijn cliënten weggejaagd, maar ook zijn zoon Alexander, die naar New Orleans verhuisde en een andere naam aannam.

Wanneer hij hoort dat zijn zoon Alexander hoofdverdachte is in de moordzaak van Nathalie Underwood, besluit Aron in actie te komen. Wat heeft de moord op Nathalie te maken met de moord op Arons vrouw? En is Aron op tijd om zijn zoon vrij te krijgen?

Ultimatum is een bloedstollende psychologische thriller, waarin een vader en zijn zoon lijnrecht tegenover elkaar komen te staan en een rechercheur wordt geconfronteerd met haar eigen obsessies.

Daan Heerma van Voss is geboren op  20 januari 1986 in Amsterdam. Hij is historicus en schrijver. Zijn boeken werden genomineerd voor verschillende prijzen en gepubliceerd in het buitenland. Zijn meest recente roman, Geen vaarwel vandaag, verscheen in oktober 2023.

Thomas Heerma van Voss is geboren op 30 juni 1990 in Amsterdam.  schreef verschillende romans en verhalenbundels, en schrijft voor o.a. De Groene Amsterdammer. Zijn meest recente roman, Het archief, werd onlangs lovend ontvangen.

Bijpassende boeken

  • Nederlandse thrillers

Ingmar Heytze – Stad van licht en steen

Ingmar Heytze Stad van licht en steen recensie en informatie boek met de Utrechtse gedichten. Op 23 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Van Oorschot het boek met de gedichten over de stad Utrecht van de Nederlandse dichter Ingmar Heytze. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Ingmar Heytze Stad van licht en steen recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Stad van licht en steen, het boek met de Utrechtse gedichten van Ingmar Heytze, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Ingmar Heytze Stad van licht en steen

Stad van licht en steen

De Utrechtse gedichten

  • Auteur: Ingmar Heytze (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 januari 2025
  • Omvang: 112 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 19,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met gedichten over Utrecht van Ingmar Heytze

Een stad heeft misschien geen gedichten nodig voor een rijk verleden. Dat neemt niet weg dat gedichten net zo goed kunnen werken als foto’s, film- beelden of schilderijen – als containers voor geschiedenis, als flessen voor brievenpost uit een andere tijd. Er zijn altijd mensen geweest die zulke brievenpost wilden schrijven, en er zullen altijd mensen zijn die er met plezier naar zoeken.

De publicatiegeschiedenis van Heytze Utrechtse gedichten begon in 2001, toen er twaalf stuks werden gebundeld in een nieuwjaarsgeschenkje van Boekhandel Bijleveld. Rond de tijd van Heytzes stadsdichterschap werd het een flink oeuvre. En er komen nog altijd gedichten bij, vaak als de dichter een nieuwe opdracht voor een muurgedicht heeft aanvaard.

Stad van licht en steen is een keuze uit de lang en breed uitverkochte derde druk van Utrecht voor beginners en gevorderden, aangevuld met nieuwe gedichten die hij sindsdien over Utrecht schreef. Stad van licht en steen is het ideale boek voor mensen die net in Utrecht komen wonen of er juist vertrekken, literair angehauchte toeristen, en de vvv. En, dat bovenal, een onontbeerlijk boek voor iedereen die Utrechter was, is of worden wil.

Bijpassende boeken en informatie

Olaf Tempelman – De kunst van het missen

Olaf Tempelman De kunst van het missen recensie en informatie van de inhoud boek over waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken. Op 16 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Athenaeum het nieuwe literaire non-fictie boek van de Nederlandse journalist en schrijver Olaf Tempelman. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Olaf Tempelman De kunst van het missen recensie van Tim Donker

Wat je wil is altijd elders. Nogal logies: als het daar was waar jij bent had je het en had je het niet hoeven willen. Maar ja. Er is altijd meer “elders” dan “hier” dus de kans dat iets gewilds (of nog: iets dat in potentie gewild zou kunnen zijn) zich daar bevindt waar jij niet bent, is je hele godganselijke leven lang vrij groot. Dat is waarom de jacht bestaat. De jacht op succes, de jacht op liefde, de dromenjacht de koopjesjacht. Het is ook waarom angst bestaat. Meer specifiek: de angst iets te missen. Maarja. “Het” bevindt zich altijd elders, ik zei dat al, en daarom heet het niet De Angst Om Iets Te Missen, en ook niet daoitm, nee fomo heet dat (& naar het schijnt is die term te vinden in de Van Dale) want, natuurlijk, geen angst om iets te missen, maar fear of missing out, want stel je voor dat je Nederlands zou spreken, en natuurlijk ook geen fear of missing out, maar fomo (niet eens daoitm, of voor mijn part aoitm), want stel je voor dat je kostbare seconden verliezen gaat met hele woorden uit te spreken.

Tempelman komt hier af met een boek over deze angst. Een boek over fomo, ja, en een boek over emmerlijsten. Want dat is ook zoiets. De emmerlijst. Wanneer ontstond die? De dingen die je absoluut gedaan moet hebben voordat je dood gaat. Rome zien en dan sterven, hoe oud is dat, waar gaat de emmerlijst over, wie heeft er nog een emmerlijst, wat moet er in je emmerlijst, waarom er dingen zijn die gedaan moeten worden voor je sterft, moet je niet gewoon leven voor je sterft, en waarom dat dingen zijn die je klaarblijkelijk niet gewoon doet maar voor je emmerlijst bewaart, en wanneer ga je je over je emmerlijst buigen eigenlijk, misschien als je bijna dood gaat.

Want de emmerlijst is ook, veelal, gevuld met dingen die elders zijn. Je kunt zeggen Ik wil nog een hard maanzaadbolletje met versie rosbief van de slager eten, of ik zou graag nog de U.S.A-cyclus van John Dos Passos uitgelezen krijgen, of ik wil graag nog één keer op een zwoele sterrennacht in de achtertuin met mijn dochter over alledaagse dingen diskuteren, maar een emmerlijst die in zijn geheel elke willekeurige dag van de week afgevinkt gaat kunnen worden heeft geen spanning en zonder spanning gaat het niet. Ook zullen weinigen zeggen Ik wil samen met mijn in 2015 overleden vader naar Music is the healing force of the universe van Albert Ayler luisteren, of ik zou de aarde willen zien vanaf de maan, of ik wil nog één keer acht zijn en in de derde klas van de lagere school zitten en stervensverliefd samen met Lonneke naar haar huis lopen terwijl die lullo van wie me de naam ontschoten is me uitscheldt voor meidengek. Want een emmerlijst mag niet alledaags zijn, volstrekt onhaalbaar is evenmin de bedoeling.

Daar ergens bevindt zich fomo. Tussen alledaags en volstrekt onhaalbaar. Het “het” waaromheen die angst zo’n beetje sirkelt ligt niet buiten het bereik van elk menselijk wezen; het mag echter evenmin gegrepen worden door alleen maar even je hand uit te steken, naar de dichtstbijzijnde bakker te fietsen, of  agenda’s te trekken met iemand in je adresboek. Ergens is er “iets”, en het is “iets” waar je bij moet zijn, en je gaat er een trein voor moeten nemen, of een vliegtuig, je gaat het kunnen bereiken ja, want het is daar waar de mensen nog echt zijn waar de mensen nog zuiver zijn waar het land nog ongerept is, verder dan je achtertuin maar dichterbij dan de maan of het dodenrijk.

Kan het zijn dat het akroniem alleen maar Engels is omdat het alles wat meer in het vage houdt? Fear of missing out, angst om te missen, heeft immers geen “iets”, geen “wat” dat gemist wordt, het is het missen zelve, het is alles waar wij niet bij zijn, de emmerlijst vindt zijn grond daarin dat we er wel bij moeten zijn, overal moeten we bij zijn, daar zijn waar de meesten zijn, Elias Canetti zei het al, en ook Heidegger had het over de mens als ontverringsmachine, alles moet in ons bereik zijn, alles moet bereikbaar zijn.

En is het ook daarom dat Tempelman zich in De kunst van het missen concentreert op het fomo-type dat we kennen als de reiziger. De reiziger wil overal zijn waar hij niet is, de reiziger denkt altijd dat het gras één grens verder net iets groener gaat zijn. Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman zich heeft beperkt tot reizigers. Ah. Ik ben zelf geen reiziger. Ik heb nooit gedacht dat het ergens anders minder kloterig zou zijn dan hier in mijn eigen kot. Voor korte tijd misschien. Dat maakt vakantie fijn. Je bent ergens, je leidt er je aldagsleven niet, het is er lekker warm, het eten is er vaak beter dan thuis, je hoeft niks, je kan veel, en na een paar weken ga je weer terug. Allicht dat het er altijd beter is als je weet dat je na een paar weken weer weg gaat – thuis is juist daarom zo kloterig omdat je weet dat je er morgen nog zult zijn, en volgend jaar ook nog, en tien jaar na nu misschien ook nog wel. Ik heb al mijn reizen altijd beperkt tot “vakantie”, een keer per jaar, of, oké twee of drie keer per jaar; ik ben nooit op zoek geweest naar paradijselijke oorden waar de mensen liever zijn, echter zijn, eenvoudiger zijn, beter zijn dan hier want ik heb nooit gemeend dat zulke oorden zouden bestaan. Wel heb ik iemand gekend die zichzelf “de kloot die lange reizen maakt” noemde en nooit -niet daarvoor en niet erna- heb ik iemand zichzelf een predicaat horen toebedelen dat zowel vernederend als verheffend is; een megalomaan soort bescheidenheid. Uiteraard waren de reizen die de kloot die lange reizen maakt helemaal niet zo lang, en eigenlijk ook niet bijzonder interessant. Goed, hij was in New York geweest. Maar de hele wereld is in New York geweest (behalve ik). En hij had in de binnenlanden van Spanje door een kloof gelopen waar vermoedelijk elke toerist die even een dagje geen zin heeft in strand wel eens doorheen gelopen is. En hij had drie maanden Engelse les gegeven aan Estse basisschoolleerlingen. Dat dat wel ongewoon is, zou ik weten: het was met name die laatste reis waar de kloot die lange reizen maakt maar nooit over uitgesproken raakte. Het Estse volk had diepe indruk op hem gemaakt. Zo authentiek, zo waarachtig, zo puur, zo ongecompliceerd als die mensen waren. “Als ze in Estland een tafel nodig hebben, pakken ze gewoon een tafel!’, was een uitspraak die hij in de maanden na zijn Estlandreis tot vervelens toe bezigde. Laten we in Nederland nu meestal een opklapbed pakken als we een tafel nodig hebben. Het is dit soort idealisering waarover Tempelman zich buigt: in De kunst van het missen wordt de angst iets te missen toegespitst op reizigers die vooral een of ander op aarde aanwezig paradijs niet willen missen, een land met echte, lieve, intelligente mensen die gewoon een tafel pakken als ze een tafel nodig hebben. De journalist / schrijver splitst deze reizigers op in vijf herkenbare soorten.

In hoofdstuk 1 gaat het om de mens die de wereld afstruint in een zoektocht naar ware liefde. Want ergens zijn de mensen nog lief en warm en hartelijk en aardig, ergens kunnen de mensen nog met heel hun hart liefhebben, ergens telt je geld of wie je bent niet meer mee. Maar het kleine kaffee aan de haven kan alleen ver van huis gevonden worden; westerlingen zijn immers afgestompte, kapitalistiese, harteloze robots. In volgende hoofdstukken is de bestemming vaak al wat konkreter: zo mag de lezer aan de hand van Tempelman in hoofdstuk 2 afreizen naar Tibet. Want daar kan verlichting worden gevonden, boeddhistiese wijsheid, rust, kontemplasie, vrede. Minder vredig, maar even ideaal was, en is, voor velen Cuba. Daarover gaat het in hoofdstuk 3. Che Guevara, revolutie, politieke omwenteling, rebellie. Mulisch ging naar daar want daar was (politieke) bevlogenheid te vinden; in De ontdekking van de hemel schijnt de man met de pijp Cuba het “filiaal van de hemel” te noemen (dat Mulisch er niet alleen intellectuele maar ook lichamelijkere geneugten vond, maakt Tempelman is enkele fijnzinnige terzijdes al snel duidelijk, wat niet naliet een grijns op mijn gezicht te toveren want net als Tempelman heb ik niets met het oeuvre van Mulisch, nooit gehad ook). Geniaal is de freudiaanse analyse van de aantrekkingskracht die deze revolutie (ten opzichte van zoveel andere, maar in misschien druilerigere landen voltrokken revoluties) uitoefent op geestelijk minvermogenden: in de combinatie van “Son en Che” (de muziekstijl en de revolutionair) met “zon en zee” wordt het Es met het Über-Ich verzoend (Son en Che vond ik briljant) (al was mijn eerste associatie minder freudiaans: eigenlijk dacht ik aanvankelijk vooral aan Sonny and Cher) . Dat glasharde diktaturen ook kunnen lonken, blijkt in hoofdstuk 4. In Dubai kun je namelijk als westerling heerlijk onbelemmerd ondernemen ja. Die stomme democratieën ook met hun trage besluitvorming, hun inspraakcommissies, hun hinderlijke regeltjes en wetjes, nee dan zoon hyperefficiënte dictatuur geleid door een man die weet hoe het moet, als je een megagroot winkelcentrum wil laten bouwen dan gebeurt dat meteen, dan bulldozeren ze gewoon wat woonwijken uit de weg en binnen een ommezien staat je winkelcentrum er. In totalitaire staten van meer marxistiese of communistiese snit is er een gelijkende pedant, daar noemen ze een bouwwerk waarvoor velen huis en haard moesten verlaten misschien het Huis van het Volk om het de bijklank te geven dat iets dat voor “de mensen” is maar het resultaat is hetzelfde: onteigent wordt er, en eenvoudige bouwvakkers mogen zich letterlijk dood werken om het te realiseren. En wie het er niet mee eens is, ziet al zijn rechten zomaar verdwijnen. De kunst van het missen eindigt zoals het begon – met een wat diffuser soort reiziger. Die misschien geen liefde zoekt, maar een in veel maatschappijen ogenschijnlijk verdwenen vorm van “puurheid”, “echtheid”; een ergens waar de tijd trager voorbij gaat, niet al het voedsel uit supermarkten komt, mensen nog de tijd nemen voor een praatje, behulpzaam zijn; het “echte” Frankrijk, het “echte” Italië, het “echte” Griekenland; daar waar de vooruitgang en de multinationals nog niet de algehele gelijkschakeling voor elkaar gekregen hebben.

Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman het in zijn boek alleen maar over reizigers heeft. Omdat ik er zoals gezegd zelf geen ben, kan ik er met de nodige distantie kijken. Dan gaan ze zich misschien weer afvragen waarom ik dit soort boek bespreek, maar ik kan van waar ik sta wel lachen met al dat gereis, al dat zoeken naar mensen die tafels pakken als ze een tafel nodig hebben, al dat betere kijken alleen maar omdat het Ierland is, steeds de horizon achterna, geen oor of oog voor onder je, naast je, achter je. Maar ik snap ook wanneer Tempelmans medegevoel overgaat in kritiek. Het lieve en hartelijke volk dat nog ware liefde kent is misschien toch wat opportunistieser dan je wil, en liefde voor die rijke westerling is misschien vooral liefde voor de mogelijkheid hun allicht niet zo heel erg paradijselijke land te ontvluchten; een boeddhistiese monnik is ook maar een mens die onthutst is als de wifi het niet doet of zich laat corrumperen door de macht die hem gewild of ongewild in handen gegeven is zodat hij in de verleiding kan komen zijn volgelingen te slaan en te misbruiken; het politieke model van Cuba kent ook minder aangename kanten; in een dictatuur waar in economies opzicht alles mogelijk is, is de vrijheid juist door het opheffen van democratiese strukturen anderzijds ook voortdurend in het geding; de zo gezochte “puurheid” heeft nooit echt bestaan – er is geen tijd geweest waarin men niet dacht dat het in voorgaande tijden beter was, dat er in de huidige tijd iets waardevols verloren is gegaan. Dat kun je begrijpen, of je kunt het niet willen begrijpen. Tempelman schrijft uitvoerig en raak over “cognitieve dissonantie”; “ik wil niet dat het zo is en dus is het niet zo” (Tempelmans tamelik accurate uitleg): de neiging die reizigers hebben om het onrecht in hun paradijs niet te wíllen zien, of te vergoelijken uit naam van een doel dat klaarblijkelijk alle middelen heiligt.

Er is ook iets minder goeds aan het feit dat Tempelman zich beperkt tot reizigers. Fomo, om die term dan maar even aan te houden, dwingt niet in alle gevallen een vlucht uit eigen land af. Mensen die continu van baan wisselen zijn evenzeer bang iets te missen: een beter salaris, meer waardering, meer kansen zich te ontplooien; status, een betere standplaats, fijnere collega’s, eindelijk een mogelijkheid om te doen wat ik echt wil doen. En nu we het toch over carrièrejagers hebben: is de “kinderopvang” niet eveneens een typisch fomo-verschijnsel? Wat al dat geld en dat hele moje huis dat is allemaal wel leuk, maar we willen ook nog gezinnetje kunnen spelen, want iedereen om ons heen speelt gezinnetje, en stel je voor dat we even niet bij iedereen zouden horen. En die kinderen zijn wel leuk en lief, maar ze moeten natuurlijk niet in de weg staan van baan, vriendenclubs, joggen, sportschool, jong blijven, cabaret en theater bezoeken, gezellig doen, “mij-tijd” hebben. Toen de voormalige basisschool van mijn kinderen van het ouderwetse twee dagdelen-systeem (kwamen ze heel ouderwets nog tussen de middag thuis om een broodje te eten, waarna ze voor de middag weer voor een paar uur naar school moesten), deed de school meerdere voorstellen. Eén daarvan was “het 7-tot-7 model”; dan zou de school om zeven uur ’s ochtends opengaan met voorschoolse opvang, daarna school, en na schooltijd tot zeven uur ’s avonds naschoolse opvang. Via de website kon je stemmen, en eventueel een opmerking toevoegen. Een vrouw die voor het 7-tot-7 model had gestemd had erbij geschreven: “Kan er dan ’s avonds ook warm eten gegeven worden aan de kinderen?” Tot op deze dag hoop ik dat dat een grapje was. Maar tot op deze dag vrees ik dat die hoop ijdel is.

Graag had ik andere verschijningsvormen van fomo gezien dan de reiziger type-Slauerhoff alleen. Onrust dwingt niet altijd een konkreet bewegen af.

Er is iets goeds aan het feit dat Tempelman reiziger is onder de reizigers die hij bespreekt. Acht jaar lang was hij als Oost-Europacorrespondent voor De Volkskrant woonachtig in Boekarest; ook reisde hij voor reportages en boeken zo’n beetje de hele wereld af. Hij noemt wel de schadelijke kanten van de cognitieve dissonantie van zijn medereizigers (wegkijken van onrecht is het onrecht laten bestaan), maar hij is nooit vermanend. Tempelman heeft niet de walgelijke arrogantie van een René van Stipriaan die met zijn opgeheven domineevingertje even komt vertellen wie de slechten zijn, wat er allemaal mis is, en wat er allemaal Nu Meteen Anders moet (Anders Loopt Het Slecht Met Ons Af); de arrogantie van hen die zich in slaap gewiegd weten door de wetenschap dat zij in ieder geval níet bij de slechten of de dommeriken horen. Zij zijn deel van de oplossing, want zij hebben een of ander gemakzuchtig rotboekje geschreven waarin wat open deuren worden ingetrapt dus hun taak zit erop. Aan hen zal het niet liggen dat de wereld naar de kloten gaat. Tempelman staat echter middenin de groep die hij bespreekt. Dat maakt dat zijn boek niet zonder humor is, dat het fijn geschreven is, lekker leest, en nergens zuur of bitter wordt.

Er is ook iets minder goeds aan het feit dat Tempelman medereiziger is. De kunst van het missen is bij momenten wat stuurloos. Ik ben geheel voor het negeren van grenzen van genres; prop je reisverslagen vooral vol mini-essays, voeg persoonlijke anecdotes toe waar dat “eigenlijk” niet “hoort”, vermeng sfeerverslagen vooral met historische uitweidingen. Zwabber is het pad, en dat is goed. Maar waar terzijdes zomwijlen een beetje gezocht gaan aandoen, raken teksten wat verwrongen. Alle boeken, alle kunstenaars, alle wetenschappers die genoemd worden, lijken soms alleen maar genoemd te worden om het noemen zelve. Een naakte Martin Šimek onder de waterval kan ik, hoewel de tekst goed zonder had gekund, nog net hebben want ik mocht Šimek als interviewer in al zijn theatraliteit altijd nog wel. Ik weet dat Tempelman de anecdote vooral opvoert om de lezer opnieuw duidelijk te kunnen maken in wat voor rare, dolle, buitenissige situaties hij toch steeds weer verzeild raakt maar ik denk meteen aan het interviewprogramma van Šimek waar mijn moeder en ik altijd met zoveel plezier naar keken en dan word ik vrolijk. Maar shit, Tempelman, Marc van Ranst?! Serieus?! En dan nog in positieve zin ook. Dat hij schuilen moest in een “safehouse” voor “antivaxxers” en dat had “overleefd” (die stoere Van Ranst toch!) en daarna een “vrolijke” column schreef met een “prachtige” zin? “Ik ben met veel plezier serendipist tot in de kist” is geen prachtige zin maar domme sinterklaasrijmelarij, en met serendipiteit heeft het weinig uitstaans. Wanneer ik bijna op het einde van een toch vrij fijn boek wordt geconfronteerd met een klootzak van het zuiverste water, die bewust mensen de stuipen op het lijf joeg over iets waarvoor dat helemaal niet nodig was (maar zelfs als corona een tweede pest geweest, dan nog is angst altijd een slechte raadgever) en iedereen aanraadde zich in te spuiten met een serum (ja een vaccin mag dat niet heten) waarvan niemand de gevolgen op lange termijn kon voorspellen (en dat nu langzamerhand volgens steeds meer wetenschappers en dokters toch wel degelijk enkele kwalijke gevolgen blijkt te hebben), wordt de “namedropping” me toch echt een beetje teveel (of moet ik nu zeggen “too much”?) (en nee Tempelman, ik ben geen “antivaxxer”, wat dat ook moge zijn, en ik ben ook geen “complotdenker”, ik had gewoon een afwijkende mening over het coronabeleid) (en dat ik daarvoor niet heb hoeven onderduiken, daar heb jij dan weer gelijk in, maar ik ben er wel minimaal één vriend door kwijt geraakt). Ook het vanranst-terzijde is onnodig en alleen maar dienend om de eigen (culturele) onderlegdheid en belezenheid te onderstrepen, en hier, op het eind, wordt dan net een verkeerde grens gepasseerd. De grens tussen dingen die me vrolijk, en dingen die me chagrijnig maken.

Maar ik kan ook cognitief dissonant zijn. Ik scheur die laatste pagina’s er eenvoudig uit (niet allemaal, want dat Tempelman zijn katten bedankt voor gezelschap tijdens het schrijven, neemt me dan weer maximaal voor hem in) en dan hou ik een grappig, tot nadenken stemmend, soepel weglezend boek over; het ideale cadeauboek voor de kloot die lange reizen maakt (hoe zou het daarmee zijn). Want goed te lezen tijdens een middellange treinreis naar weeral het volgende paradijselijke oord waar mensen een opklapbed pakken als ze een driezitsbank nodig hebben.

Tempelman gaf de voorzet in een analyse van fomo en emmerlijsten en aanverwante modernetijdsaandoeningen. In een volgend boek mag hij, of een andere denker, er wat mij betreft nog wat  verder mee de diepte in.

Olaf Tempelman De kunst van het missen

De kunst van het missen

Waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken

  • Auteur: Olaf Tempelman (Nederland)
  • Soort boek: literaire non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij Athenaeum
  • Verschijnt: 16 januari 2025
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Olaf Tempelman

“Voor we iets hadden kunnen meemaken hadden we het al gemist. Ik ben er nooit achter gekomen wat het was.” (Olaf Tempelman)

Hoe welvarender mensen zijn en hoe meer mogelijkheden ze hebben, hoe sterker ze zich bewust kunnen raken van gemis in hun leven. Legden mensen zich in het verleden neer bij de mores van een levenscyclus, nu willen velen uit het leven halen ‘wat erin zit’, meemaken ‘waar het echt om gaat’, deelgenoot worden van wat Norman Mailer ‘the sweet of life’ noemde. Begrippen als ‘bucketlist’ en ‘fomo’ vinden we inmiddels ook in Nederlandse woordenboeken terug.

Eén van de gedaantes van de moderne mens die zoekt naar vervulling is de Reiziger. Aan de hand van het gedrag van reizigers brengt Olaf Tempelman in kaart wat bevoorrechte mensen in hun leven missen, en waarin moderne maatschappijen tekortschieten. Over de hele wereld ziet hij reizigers zoeken naar liefde, verlichting, bevlogenheid, geborgenheid en meer. Hij ziet óók dat er veel voorbijgaat aan mensen die niets willen missen. In een boek waarin hij reisimpressies met contemplaties mengt, pleit hij voor de kunst van het missen.

Olaf Tempelman is geboren in 1971. Hij studeerde journalistiek, politicologie en Roemeens. Van 2000 tot 2008 was hij Oost-Europacorrespondent voor de Volkskrant, met als standplaats Boekarest. Zijn boek Roemeense lente stond in 2008 op de shortlist van de Bob den Uyl-prijs. In 2013 publiceerde hij over de kusten van de Zwarte Zee het boek Omweg naar Istanbul. Voor de Volkskrant schrijft hij columns en essays.

Bijpassende boeken en informatie

René Huigen – Noem mij David

René Huigen Noem mij David recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse auteur. Op 16 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek met gedichten van René Huigen. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de dichter en over de uitgave.

René Huigen Noem mij David recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Noem mij David het boek met nieuwe gedichten van René Huigen, dan besteden we er deze pagina aandacht aan.

Rene Huigen Noem mij David

Noem mij David

  • Auteur: René Huigen (Nederland)
  • Soort boek: gedichten, poëzie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 16 januari 2025
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van de nieuwe dichtbundel van René Huigen

In Noem mij David biedt René Huigen aan de meest uiteenlopende personen een podium, zoals aan de Chinese dichter Yu Jian en aan John Milton. Ook klinken het lied van de o’O, de uitgestorven honingvogel, en de stem van David, niet de Bijbelse koning met zijn lier, maar het standbeeld dat Michelangelo van hem maakte. Verlangen naar onsterfelijkheid als opstap naar het tegendeel, zo worden we aangeraakt door het paradoxale bewustzijn dat in de bundel tussen de regels waart.

René Huigen is geboren op 28 februari 1962 in Alkmaar. Hij  is dichter en romancier. Tussen 2013 en 2019 verscheen het weergaloze poëtisch drieluik Steven!, in 2021 gevolgd door de roman De man die alles zag. De bundel Geen muziek & geen mysterie (2003) werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. In januari 2025 verschijnt de dichtbundel Noem mij David.

Bijpassende boeken en informatie

Jeroen van Rooij – Pioniers

Jeroen van Rooij Pioniers recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse roman. Op 21 oktober 2024 verschijnt bij uitgeverij Het Balanseer de nieuwe roman van de uit Nederland afkomstige schrijver Jeroen van Rooij. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

Jeroen van Rooij Pioniers recensie van Tim Donker

En in 1993 vindt Olivier Rolin de wereld uit

Met alles wat daarop is?

Met alles wat daarop is ja, dat neem ik tenminste wel aan, dieren zijn daarop en dingen zijn daarop en muziek is daarop en mensen zijn daarop en straten en dorpen en steden zijn daarop

Gesproken daarvan: de stedenroman, wat is er mojer dan de stedenroman?

De landenroman, de werelddelenroman. De grote amerikaanse roman, zeggen ze, de grote europese roman, zeggen ze

Zeggen ze

Zeggen ze allemaal

Maar hee. Jeroen van Rooij hier maakt een lange neus naar hen allemaal want gans in de geest van Rolin komt hij hier af met een heuse wereldroman. Het lied van de meesten. Het lied van iedereen. Zong Oldham daar niet over?

(Gesproken daarvan: deze week kwam ik erachter dat het Hear the children sing & The evidence, de plaat waarop Bonnie Prince Billy samen met Nathan Salsburg en Tyler Trotter twee lang uitgesponnen versies van Lungfish-liedjes brengt, al in mei 24 uitgebracht meen ik, niet half slecht is. En ik die die Oldham allang afgeschreven had (god wat onmogelijke bloedeloos godvergeten saai was dat optreden in die kerk ieverans op de oude gracht, nu ook alweer meer dan tien jaar geleden). Zegt iemand: 2024 is het jaar waarin ik oude helden heb herontdekt (ja en dan komen met Eels verdorie, en met Pedro the Lion, en Nada Surf – als dat geen bewijs is van een uiterst zwak ontwikkelde muzieksmaak dan weet ik het niet meer) (Eels!, godbetere Eels!, kajje geloven?), naja, desember 2024 en januari 2025 zijn de maanden waarin ik ontdekte dat je oude helden misschien niet te rap bij het vullis moet zetten: want verrek, de nieuwe Arab Strap en de nieuwe Mount Eerie pakken toch ook weer zeer luisterenswaard uit na hun diverse respektievelijke inzinkingen)

Pioniers van Jeroen van Rooij gaat, kortweg, over de mens. Over alle mensen. Over jou over mij over iedereen. Mensen op vakantie, mensen in hun huis, mensen in een hotel, vervelende jongeren op een plein, mensen op een station, mensen onderweg, mensen in stilstand. De muziek die dat maakt.

(Gesproken daarover: die Bajofondo Tango Club die momenteel op de stoffige stralen van een waterig zonnetje doorheen mijn kamer danst is stukken beter dan ik me het herinner) (wist jij dat Jorge Drexler daar ook mee te maken heeft?) (waarmee? met het herinneren? met de zon? met jouw kamer?) (nee met Bajofondo Tango Club natuurlijk truttemie)

De allereerste, briljante ingreep is al dit: Van Rooij berooft al zijn personages van hun naam. Het is steeds “het meisje”, “de jongen”, “de vrouw”, “de kat”, “de man”. Reizen we aldoor met dezelfde pioniers mee?, of met een handjevol elkaar steeds afwisselende pioniers? Het zou kunnen. Soms lijken “de man” en “de vrouw” of “de jongen” en “het meisje” uit het ene fragment wel erg straf op “de man”, “de vrouw”, “het meisje”, “de jongen” van één of enkele fragmenten later, of meen de lokale kleur te herkennen, de omgeving, de situatie. Langs de andere kant is het misschien alleen maar Van Rooijs manier om aan te tonen hoe universeel verhalen zijn, hoe gemakkelijk alles wat men doorgaans “individualiteit” pleegt te noemen los te zingen van individu, plaats, karakter, naam.

Een kind in een zelfgebouwde hut. Een echtpaar checkt in bij een hotel. Iemand is iemands zoon, iemand anders is iemands schoonzoon. Een meisje klimt in haar bed dat staat in een bleke rechthoek van maanlicht. Een man sterft op een onverwacht ogenblik. Iemand wordt één met het matras, iemand raakt de maan aan met een vinger. Een tijdje lijkt er steeds meer sneeuw te zijn, en steeds meer trein, en steeds meer mensen, zijn het dezelfde mensen vraag je je andermaal af, maar dan kantelen omstandigheden weer want dat is wat omstandigheden doen. De kat komt binnen. Het kind wordt ziek. Een man gaat op kaffee met zijn kollega’s. Mensen waken bij een stervende moeder, die ook iemands oma is. Salade eten in de tuin. Steeds meer tuin, steeds meer vegetatie. Een tuin tussen hond en wolf. Wellicht is er een tijdsverloop. Mensen die verhuizen, mensen die klussen in het oude of in het nieuwe huis. Een kind is ineens verdwenen, terwijl de ouders lagen te slapen in de tuin. Dingen gebeuren, blijven hangen, krijgen geen vervolg, of een vervolg in andere situaties, andere scenes, met andere of dezelfde mensen, wie zal het zeggen, wat maakt het uit als het niet over persoon met naam a of persoon met naam b gaat, maar over de mensheid, over alle mensen tegelijk, over iedereen en over niemand in het bijzonder.

Het gaat verbazend vaak over schoenen. Van in iemands schoenen staan, misschien. Wie de schoen past. Wie weet. Misschien moeten we helemaal niet zoeken, denken. Alleen maar kijken. Alleen maar zien.

Ergens heet het “De werkelijkheid is hetgeen dat niet verdwijnt als je er geen geloof meer aan hecht” (dat “hetgeen dat” vind ik niet mooi, maar soit; er was ook al sprake van “ze zetten haar benen uit elkaar” waar het volgens mij toch echt enkelvoud moest zijn, maar soit, benen, enkel, ach), dat vond ik een sterke gedachte, die misschien niet van Van Rooij maar van Philip K. Dick is, het zegt iets over religie, over dingen die domme menselijke koppen nodig hebben om überhaupt te kunnen bestaan (en dan nog elkaar om zulke peulenschillen de koppen in slaan, want zo treurig is de godsvruchtige mens wel), maar het is ook een goede stelling om een objectgeoriënteerde ontologie in te funderen, of: laat het fungeren als Ockhams scheermes: hoeveel blijft er eigenlijk over als we stoppen er geloof aan te hechten?

Pioniers is een filosofie
Pioniers is een sociologie
Pioniers is antropologie

Maar Pioniers is ook gewoon een bloedmoje roman. Het deed me denken aan een boek van Mark Insingel, ik vergeet geheel momenteelderlijk even welk boek, het was iets met een kind op een schommel, en iemand in een auto die wegreed of juist net aan kwam rijden, ik weet het niet meer, het is één van de eerste boeken van Insingel die ik ooit las, hij zat toen geloof ik al bij In De Knipscheer en hoe is het eigenlijk met Mark Insingel, leeft hij nog, schrijft hij nog?

(als zo: hoe moeiteloos zou Insingel niet passen in het fonds van Het Balanseer?)

Volgens de zijflap beschrijft Pioniers de momenten waarop levens wendingen nemen, of betekenissen bloot leggen. Hum. Ja. Volgens die zijflap gebruikt Van Rooij ook al “het gereedschap” van “een sciencefictionauteur” om een realistische roman te schrijven. Is dat vanwege dat sietaat van Philip Kindred Dick? Ik weet het niet, zijflapschrijver. Ik zie in Pioniers een manier om vorm, gewicht en stem te geven aan alles wat doorgaans te alledaags geacht wordt om het enige aandacht te schenken. Een mooi voorbeeld is de scene van een vader met zijn nog heel jonge kind; het kind nog in de wandelwagen, het is avond, ze zijn op ergens een sentraal stasjon, ze hebben een aansluiting gemist, een trein, het is vijfentwintig minuten wachten op de volgende, de vader blijft in beweging, altijd maar rondjes blijven lopen met de wandelwagen, een manier om het kind rustig te houden, dat schier onophoudelijke lopen herinner ik me nog wel al zijn mijn kinderen nu elf en negen, de mensen, de reizigers, een aantal studenten vormt zich plot tot een koor, onrust, ongemak, de lezer denkt er gaat hier iets verschrikkelijks gebeuren, de dreiging, er gebeurt niks, misschien is het kind te laat voor bed, dat is alles, en dat is het punt: het gewicht van alledaagse gebeurtenissen op dagdagelijks nivo, het gewicht van dingen die in het algemene oordeel geen gewicht hoeven te hebben – het onbezienswaardige bezien en hoe mooi dat kan zijn. Van Rooij zingt grootse poëzie over het allerkleinste.

Welk kleinste?

Gewoon, de dingen.

En met Pioniers bewijst Jeroen van Rooij niet alleen hoe fenomenaal zijn schrijven is, nee, hij bewijst ook nog dit: deze schrijver heeft de dingen niet nodig om ze te zien – de dingen hebben hem nodig om gezien te worden.

Jeroen van Rooij Pioniers

Pioniers

  • Auteur: Jeroen van Rooij (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Het Balanseer
  • Verschijnt: 21 oktober 2024
  • Omvang: 144 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Jeroen van Rooij

Pioniers is een roman over een vrouw, een man, een hond en twee kinderen. Ze vieren hun verjaardag, gaan op reis, geven een vreemde een kus, werken op kantoor, hebben koorts, missen hun aansluiting met de trein en krijgen een spuitje van de dierenarts. Soms zijn ze hun verlangens niet de baas, op andere momenten worden ze overvallen door een plotse herinnering.

Pioniers beschrijft de momenten waarop hun levens een wending nemen, of heel even hun betekenis bloot lijken te geven, wanneer alle mogelijkheden zich kort openbaren, om daarna weer netjes in het gelid te lopen van de alledaagse realiteit. De roman vraagt zich af: wat kunnen we met deze momenten doen? En wat betekenen ze voor onze levens?

Met Pioniers gebruikt Jeroen van Rooij het gereedschap van een science fiction-auteur om een realistische roman te maken. Het resultaat is even herkenbaar als speculatief en even persoonlijk als ontwrichtend, een korte roman die lang in de herinnering blijft rondspoken.

Bijpassende boeken

Marcel Möring – Mordechai

Marcel Möring Mordechai recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 7 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Prometheus de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Marcel Möring. Als titel heeft de roman Mordechai gekregen. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Marcel Möring Mordechai recensie en informatie

  • “Zijn oeuvre is één groot pleidooi voor de kracht van het vertellen, voor de macht van de verbeelding, het bouwen van ingenieuze literaire constructies.” (Onno Blom, de Volkskrant)

Marcel Möring Mordechai

Mordechai

  • Auteur: Marcel Möring (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 7 januari 2025
  • Omvang: 512 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Marcel Möring Mordechai recensie en informatie

  • “Zijn oeuvre is één groot pleidooi voor de kracht van het vertellen, voor de macht van de verbeelding, het bouwen van ingenieuze literaire constructies.” (Onno Blom, de Volkskrant)

Flaptekst van de nieuwe roman van Marcel Möring

Mordechai Gompertz is de grootste schrijver die Nederland ooit heeft voortgebracht. Zijn vuistdikke romans zijn verfilmd, zijn foto haalde de roddelpagina’s van de kranten. Hij is ongrijpbaar en onaantastbaar. Tot op een dag een woord hem in het verkeerde keelgat schiet. Een onbenullig woord. Een woord waarover iemand als hij zich niet druk zou hoeven te maken.

In Mordechai volgt Marcel Möring het tumultueuze leven en werken van een man die nooit ergens bij hoorde en verkoos om ‘vrij’ te zijn, als de Mordechai uit het Bijbelboek Esther die ‘nooit boog of knielde’. De consequenties van die positie doemen op als hij een interviewer buiten westen slaat en hij tegen wil en dank zijn mantel van onafhankelijkheid ontrafelt.

Het is een meeslepend avontuur dat de lezer meevoert in een maalstroom van gebeurtenissen die zich over een periode van meer dan honderd jaar uitstrekken – van Hollywood tot het Oekraïne van de Eerste Wereldoorlog, van Israël tot Bangladesh. Mordechai is Möring op de toppen van zijn kunnen als meesterverteller.

Marcel Möring is geboren op 5 september 1957 in Enschede. Hij debuteerde in 1991 met Mendel, dat met de Lubberhuizenprijs werd bekroond. Voor Het grote verlangen ontving hij de AKO Literatuurprijs en het daaropvolgende In Babylon werd bekroond met twee Gouden Uilen. Voor Dis ontving hij de F. Bordewijk-prijs. Zijn boeken zijn in achttien landen verschenen. Hij woont en werkt in een dorp in Friesland.

Bijpassende boeken

David de Poel – We hebben elkaar gemist

David de Poel We hebben elkaar gemist recensie en informatie van de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 24 januari 2025 verschijnt bij uitgeverij Prometheus van de uit Nederland afkomstige schrijver David de Poel. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave.

David de Poel We hebben elkaar gemist recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van de roman We hebben elkaar gemist van de Nederlandse schrijver David de Poel, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

David de Poel We hebben elkaar gemist

We hebben elkaar gemist

  • Auteur: David de Poel (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Prometheus
  • Verschijnt: 24 januari 2025
  • Omvang: 312 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van David de Poel

Na het plotselinge overlijden van zijn moeder blijft de zesjarige Bastiaan met zijn vader achter. Al snel meldt zich een nieuwe vrouw. Op het eerste gezicht lijkt er weinig mis met haar, maar al spoedig ontpopt zij zich als een tiran.

Bastiaan hunkert naar de liefde van zijn vader, maar zijn stiefmoeder zit hem voortdurend in de weg. De buren zien dat het slecht met hem gaat en schakelen de maatschappelijke instanties in. Om het gezin rust te geven wil zijn vader de jongen tijdelijk ergens onderbrengen. Maar die rust komt niet, en Bastiaan wordt als een postpakket langs familieleden, een pleeggezin en een jeugdhuis gestuurd. Op die laatste plek dreigt hij al snel te ontsporen.

We hebben elkaar gemist is een roman over hunkering. Over aansluiting zoeken en die niet kunnen vinden. Over eenzaamheid en hoe je daaraan ontsnapt.

David de Poel is geboren in 1973. Hij is romanschrijver en biograaf. Hij publiceerde eerder de uitstekend ontvangen biografieën De schrijver die over de soep vloog. Het leven van Frans Pointl en Oefeningen in dapperheid, over René/Renate Stoute.

Bijpassende boeken

Auke Hulst – Tandenjager

Auke Hulst Tandenjager recensie en informatie van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver. Op 15 mei 2025 verschijnt bij uitgeverij Ambo | Anthos de nieuwe roman van Auke Hulst. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Auke Hulst Tandenjager recensie en informatie

  • “Auke Hulst is een groot schrijver en De Mitsukoshi Troostbaby Company is, tot nader order, zijn magnum opus.” (de Volkskrant over de roman Mitsukoshi Troostbaby Company)
  • “Wie De Mitsukoshi Troostbaby Company na 600 pagina’s dichtslaat, hangt uitgeteld in de touwen, maar heeft wel een onvergetelijke literaire reis gemaakt.” (Jury Libris Literatuur Prijs over de roman Mitsukoshi Troostbaby Company)

Auke Hulst Tandenjager

Tandenjager

  • Auteur: Auke Hulst (Nederland)
  • Soort boek: historische roman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 15 mei 2025
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 26,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Auke Hulst

Vos Jacobsz is een tandenjager. Hij struint de slagvelden van napoleontisch Europa af op zoek naar jonge gevallenen met nog gave gebitten, waaruit tandartsen voor rijke klanten kunstgebitten fabriceren. Wanneer Vos bij Quatre-Bras het mooiste gebit vindt dat hij ooit gezien heeft, besluit hij het in Londen in zijn eigen mond te laten transplanteren. Die wonderbaarlijke tanden helpen hem door te dringen in hogere kringen, waar hij zijn oog laat vallen op een markiezin met een al even fraai gebit. Tijdens een grimmig jaar zonder zomer wijdt zij hem in in een verborgen wereld van decadentie en uitbuiting. Maar hoeveel bloed aan je handen en je tanden kun je voor jezelf rechtvaardigen?

Tandenjager is een eigenzinnige historische roman waarin gothic horror, politiek, liefde en erotiek samenkomen in een bloedstollend en uiterst actueel verhaal over klassenverschillen, roofbouw, uitbuiting en de prijs van ambitie. Een literaire tour de force van een van de beste stilisten in het Nederlands taalgebied.

Bijpassende boeken en informatie