Categorie archieven: Nederlandse Schrijver

Tommy Wieringa – Gedachten over onze tijd

Tommy Wieringa Gedachten over onze tijd recensie en informatie van dit boek met columns. Op 20 februari 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek met non-fictie van de Nederlandse schrijver Tommy Wieringa.

Tommy Wieringa Gedachten over onze tijd recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden Gedachten over onze tijd. Het boek is geschreven door Tommy Wieringa. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe boek van de Nederlandse schrijver Tommy Wieringa.

Tommy Wieringa Gedachten over onze tijd Recensie

Gedachten over onze tijd

  • Schrijver: Tommy Wieringa (Nederland)
  • Soort boek: columns, non-fictie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 18 februari 2021
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek

Flaptekst van Gedachten over onze tijd

‘Ons boerenland is morsdood. Nauwelijks meer insecten, nauwelijks meer vogels, nauwelijks meer bodemleven. Landdegradatie. Het komt nu aan op radicale dienstbaarheid aan de aarde, zonder hoop op dankbaarheid of begrip van je medemens.’ Tommy Wieringa is niet alleen bezorgd over het boerenland, hij schrijft met dezelfde urgentie over onze cultuur, onze democratie en onze intellectuele vrijheid. De actualiteit is de aanleiding om zijn pen te scherpen, maar steeds weet hij dieper te raken door brandende kwesties in hun historische context te zien en tegelijk een moreel appel te doen.

Wieringa excelleert als columnist, zijn stukken geven een indringende analyse van de ontregelingen van onze tijd en zetten daarmee aan tot verder denken en het zoeken naar oplossingen.

Bijpassende boeken en informatie

Peter Buwalda – Columnist

Peter Buwalda Columnist recensie en informatie over de inhoud van het boek met alle columns. Op 27 mei 2021 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij de uitgave met de verzamelde columns van Peter Buwalda.

Peter Buwalda Columnist recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Columnist.  Het boek is geschreven door Peter Buwalda. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de het boek met de verzamelde columns van de Nederlandse schrijver Peter Buwalda.

Peter Buwalda Columnist Recensie

Columnist

Verzamelde columns

  • Schrijver: Peter Buwalda (Nederland)
  • Soort boek: columns
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 27 mei 2021
  • Omvang: 496 pagina’s
  • Uitgave: Paperback 

Flaptekst van het boek met alle columns van Peter Buwalda

‘Ik snap het. Wat een verhaal, zeg. En je columns?’ ‘Tja. Ja. Niet onbelangrijk. De romans, dat zijn molenstenen. De columns waaien er als meel tussenuit.’ ‘Vanzelf dus?’ ‘In het geheel niet, nee. Zie mij, de columnist, als een tosti. De donderdag, nee, de vórm, of beter: de dure plicht, laten we zeggen de krant als beul, dat zijn de gloeiende ijzers. Daar ga ik tussen liggen. Begrijp je?’ ‘Nee. Ja. En dan?’ ‘Gesis.’ ‘Aha.’ ‘Enige tijd later is er een column. Eet smakelijk.’ ‘…’ ‘Nou goed, ik heb taal over. Er schuift van alles over de roman-rand. Inzichten, herinneringen. Veel onzin, ook. De columns zijn het blik, maar ook de stoffer.’ ‘En de tosti dan?’

Bijpassende boeken en informatie

Ilja Leonard Pfeijffer – Quarantaine Privé-domein 313

Ilja Leonard Pfeijffer Quarantaine Privé-domein 313 recensie en informatie corona dagboek. Op 3 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers het corona dagboek van de Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer als Privé-domein 313.

Ilja Leonard Pfeijffer Quarantaine Privé-domein 313 recensie en informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Privé-domein 313, Quarantaine.  Het boek is geschreven door Ilja Leonard Pfeijffer. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het nieuwe Privé-domein 313 met het Coronadagboek van de in Genua woonachtige Nederlandse schrijver Ilja Leonard Pfeijffer.

Ilja Leonard Pfeijffer Quarantaine Privé-domein 313

Quarantaine. Dagboek in tijden van besmetting

Privé-domein 313

  • Schrijver: Ilja Leonard Pfeijffer (Nederland)
  • Soort boek: dagboek
  • Uitgever: De Arbeiderspers, Privé-domein 313
  • Verschijnt: 3 november 2029
  • Omvang: 228 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van het corona dagboek van Ilja Leonard Pfeijffer

‘In de eerste zin van zijn verslag van de Peloponnesische Oorlog zegt Thucydides dat hij meteen bij het uitbreken van het conflict is begonnen te schrijven, omdat zijn inschatting was dat de gebeurtenissen ingrijpend zouden zijn en belangrijker om te vertellen dan veel uit het verleden. In mijn geval duurde het iets langer. Aanvankelijk bagatelliseerde ik de dreiging van het virus en schudde ik mijn hoofd in ongeloof over de paniek die om zich heen begon te grijpen. Maar zodra ik inzag dat ik een kolossale inschattingsfout had gemaakt en besefte dat mensen stikten op brancards in de gangen van ziekenhuizen in Noord-Italië en dat extreme maatregelen onafwendbaar waren, ben ik begonnen aan dit dagboek met dezelfde gedachte die Thucydides in zijn tijd had.’

Dat schreef Ilja Leonard Pfeijffer op 20 april in zijn ‘Viraal dagboek’, dat van 9 maart tot en met 26 juni 2020 in dagelijkse aflevering in NRC Handelsblad en De Standaard verscheen. Dat dagboek is voor deze boekuitgave aangevuld met de ontbrekende zaterdagen. Dit is een uniek dagelijks verslag van de ontwrichtende gevolgen van het SARS-CoV-2-virus, dat zich weliswaar mondiaal verspreidde maar keihard toesloeg in Noord-Italië, met name ook in Genua, waar Pfeijffer woont.

Bijpassende boeken en informatie

Joost Oomen – Het Perenlied

Joost Oomen Het Perenlied recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Nederlandse roman. Op 3 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen.

Joost Oomen Het Perenlied Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het de roman Het Perenlied. Het boek is geschreven door Joost Oomen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen.

Recensie van Tim Donker

(dacht ik dit gesprek neemt ineens een rare wending) (en ook de volgende dag dacht ik) (dacht aan) (je kunt denken aan zwemmen je kunt denken aan viool je kunt denken aan je ouders je kunt denken aan rode wijn scheefgezakte tuintafeltjes de tekening van je zoon, je kunt denken dat a soft living thing van kippi kaninus het mooiste liedje is dat je kent, je kunt denken aan jeuk op onbereikbare plekken) (of aan zwart bos zwarte zee kun je denken)

Juni 2019. Want dat is ook nog eens een keer.

(aan rare wendingen kun je denken)

Juni 2019. Toen waren we nog vrij, toen was er nog niks aan de hand, toen gingen we nog op konsert op vakantie op kaffee restaurant toen mocht je nog buiten na negen uur saavonts toen was de vleesgeworden politieke nachtmerrie nog niet hier. Maar in maanden is het niet eens zo gek lang geleden dat dat nummer van DW B verscheen: De Magmakamer. Dat heette een eruptie te zijn ja. Een eruptie van jonge nog ondergrondse stemmen of weetikveel, ze waren mij al kwijt geraakt bij “open call”.

(Jonge sla dat was een boek dat ik ooit had gekregen, ik geloof van die Termeer (die later kolder in zijn kop had gekregen en zich Toos Tondeldoos ging noemen), maar het kon ook van iemand anders zijn want ik ben & was het soort gast dat je boeken geeft, en dan het liefst boeken die je vindt op een marktje of bij iemand op een kleedje op straat toen dat nog allemaal mocht, boeken die je vist uit aanbiedingsbakken of van tafels haalt in obscure boekhandels, hoe het ook zij, mensen, iemand gaf me ooit een boek dat Jonge sla heette en dat – zo herinner ik me – jonge stemmen wilde verzamelen, het had de vage belofte van een onderstroom, of toch van iets bezijden de hoofdstroom, ik herinner me weinig van het boek, begon er niet een verhaal met taco’s wie had er nu zin in taco’s, en was er niet een toneeltekst in ook, en was er ook niet iets met iemand die de zeven staties in omgekeerde richting afliep, ik weet niet wat het me gebracht heeft, het waren jonge stemmen, het waren nieuwe stemmen, waarom ligt er altijd zo’n oninlosbare belofte besloten in het nog onbekende?)

Zei DW B: “In het najaar van 2018 schreven we een open call uit:

-DW B De Magmakamer zkt debutanten voor een eruptieve knal in de letteren

De magmakamer is het onderdeel van de vulkaan, waar smeltend gesteente zich opstapelt in afwachting van de uitbarsting. Wanneer de opeenhoping zo groot wordt dat de wanden de druk niet langer houden, wordt de inhoud van de magmakamer met wisselend vulkanisch geweld langs de vulkaanmond naar buiten toe geledigd. Eruptie. Stolling. Flux.

DW B De Magmakamer is die plek. De ruimte waar we ons bevinden vlak voor het gebeurt. Een verzamelplaats voor jonge, nog ondergrondse stemmen. De teksten voor het debuut.

Uit driehonderdtweeënveertig inzendingen selecteerden we zeventien ongepubliceerde schrijvers, die we in de focus van dit nummer graag voorstellen. Ze komen uit verschillende lagen van de vulkaan: woest experimenteel, parlandistisch, middelpuntvliedend, absurdistisch, meditatief. Lees en onthoud ze, nu de rook pas optrekt.”

Dacht ik: waarom staat daar open call?
Dacht ik: waarom staat daar focus? (o god heel mijn leven lang al heb ik toch zo’n gruwelijke hekel aan het woord focus).

En goed. Woest experimenteel was geen enkele bijdrage, hoor. Wie dat schrijft, heeft nog nooit iets echt experimenteels gelezen.

Dacht ik.

Open call, zeggen ze. Open call.

F’domme.

Wir sind hier nicht in Seattle, Dirk.

Nee geen woest experimenteel nee maar dat juni 2019 nummer van DW B was eigenlijk best heel erg mooi.

Met best heel erg mooie gedichten van Bob vanden Broeck.
Met best heel erg mooie microfictie van Jan Daems.
Met best heel mooie gedichten van Wout Waanders.
Met best heel mooi.
Best heel mooi.
Best. Mooi.
Heel mooi.
Met best heel mooie gedichten van Dewi de Nijs Bik.

Dat van die vier clownsvissen snapte ik geloof ik niet helemaal.

(we hadden het over politiek gehad, want dit speelt niet lang na de bestorming van het capitool. politiek, had ik gezegd. democraten, had ik gezegd. republikeinen, had ik gezegd. en ik had gezegd, en ik had gevraagd naar. hoe het was als je niet in of nabij washington woonde, of je er iets van merkte. is de burgeroorlog op handen, had ik gevraagd nee dat had ik niet gevraagd maar ik hoopte dat mijn vragen op zoiets zouden neerkomen. na een tijdje spraken we niet meer over politiek maar over eten. dit of dat gerecht, zei ze. dit ben ik aan het maken. vreemde wending neemt dit gesprek, dacht ik. maar misschien lag dat aan mij. ik was er niet meteen met gans mijn kop bij. zat te lezen en te drinken en met een half oor een seedee te luisteren die ik snel eens hoopte te bespreken, dan hoorde ik zoemzoem en dan wist ik dat er een nieuw berichtje was binnen gekomen en dan liep ik naar de boekenkast waar mijn telefoon lag. dan waren er plaatjes van gerechten, dan was er praat over eten, dan stuurde ik dat lijkt me lekker terug, en dan zette ik me weer, en dan las ik, dan dronk ik, dan luisterde ik met een half oor naar die seedee, dan hoorde ik zoemzoem en dan was er weer wat, vreemde wending neemt dit gesprek dacht ik, het bier was lekker, zoemzoem hoorde ik, ik las nog even, ik halfluisterde nog even, ik stond op. toen had ze me dus die foto’s gestuurd)

(en ook de volgende dag nog kon ik daaraan niet denken zonder)

De Magmakamer. Op bladzijde veertig staat de bijdrage van een man waarover in de personalia te lezen staat: “dichter, schrijver, drummer, performer”. En dat hij optrad van kerk tot kippenhok, en in zijn vrije tijd dj is bij literair dj-collectief Team KTW. Die man is Joost Oomen.

Ja. DE kerk. HET kippenhok. Want er is meer één kerk, en één kippenhok.

Hier hebben we Oomen, dus, voordat het gebeurt. Hier hebben we Oomen voor Het Perenlied. Geen fruitliederen hier; de bijdrage is getiteld En van saffraan is Janneke-maan. Ik schrijf “bijdrage”. Ik had ook kunnen schrijven “tekst”. Iemand kan zeggen dat En van saffraan is Janneke-maan gewoon maar een kortverhaal is, en ik zou die iemand niet voor gek verklaren. Iemand (een ander wellicht, of misschien gewoon diezelfde iemand) zou ook kunnen zeggen dat het een prozagedicht is en ook in dat geval zou ik de laatste zijn om het woord gek in de mond te nemen. Dat Oomen zich ook in proza (of vermeend proza) nooit erg ver verwijderd van poëzie is iets dat ook in Het Perenlied direct in het oog springt. Ik zal daar te gelegener tijd meer over vertellen.

Te gelegener tijd, ik zeg. Want eerst ga ik u nog uitgebreid verhalen van mijn associaties bij alleen maar die titel: En van saffraan is Janneke-maan. Ik dacht aan die keer. Ik dacht aan die keer toen ik samen met mijn kinderen paella kookte. Ik had nog nooit paella gekookt, en ik had ook niet een recept, ik kookte gewoon de paellas uit mijn herinnering na. Iets met rijst en kip en schaaldieren en groenten, en d’r moest ook nog iets met saffraan leek mij. Let op kinderen, zei ik, nu gaan we toveren. Daar stonden we. Drie hoofden boven de pan toen ik er wat slierten saffraan bij goot. Nu, jongens, nu wordt die witte rijst straks geel. We stonden. We keken. Drie hoofden. Het vijfjarige hoofd van mijn dochter, het zevenjarige hoofd van mijn zoon en mijn ouwe vermoeide bijna vijftigjarige rotkop. De rijst werd niet geel. De rijst bleef wit. Misschien had ik er te weinig water bij gedaan. Misschien had ik niet genoeg geduld gehad. Misschien was ik te zuinig geweest met de saffraan omdat mijn vrouw ons op het hart gedrukt had er niet teveel van te gebruiken, want het is een heel duur kruid, het is een heel duur kruid, het is een heel duur kruid. De rijst bleef wit.

(en ook de volgende dag bleven ze bij me die foto’s van haar geslachtsdeel en van haar borsten en haar hele lijf en uren liep ik door de kou en ik dacht hoe zij daar in dat verre amerika nu wel slapen zou en ik dacht aan haar lijf onder warme dekens haar geslachtsdeel haar borsten onder warme dekens zij ademend slapend levend onder warme dekens en eventjes maakte het me gelukkig dat zij daar sliep dat zij ademde dat zij leefde en toen dacht ik weer aan andere dingen want ik was daar wel aan het werk ja)

En van saffraan is Janneke-maan. Niet het mooiste in de magmakamer. Ook niet het vervelendste. Luister, twee astronauten gaan ofnee lees het zelf eigenlijk maar, je kunt ouwe nummers van DW B gemakkelijk nabestellen via de website van Uitgeverij Vrijdag (ja die). Een beetje dik aangezet zo hier en daar, met die janneke maan en wat zich daarop afspeelt, maar dat euvel is ook in Het Perenlied niet volledig afwezig (te gelegener tijd meer). Soms is het me een beetje te knuffelig en te schattig en te aandoenlijk (maar ook nu, mensen, ook nu: Het Perenlied & te gelegener tijd). In mijn achterhoofd knaagde iets, kleine tandjes, ik weet het niet, in mijn achterhoofd knaagde ook bij deze tekst net als bij bijna alle andere teksten in De Magmakamer: waarom is dit geselecteerd uit driehonderdtweeënveertig inzendingen? Het is aardig. Het is niet slecht. Maar ook een beetje gemaniëreerd. Gekunsteld. Alsof de schrijver ervan eerst en vooral een imago heeft willen neerzetten, en daar later een tekst bij bedacht. Ik zou toch met  driehonderdtweeënveertig tamelijk zwakke inzendingen hebben moeten zitten om Hier te zeggen. Om Deze te zeggen. Om Lees dit eens te zeggen. Om de Janneke maan en de saffraan in de magmakamer te zetten en de eruptie de eruptie te laten.

En dan allee komaan weer een jaar gedaan & is het ineens het van de gele hond gescheten jaar 2020. Komt tot mij, langs toevallige weg, Het Perenlied. Oomen is weg uit de magmakamer, hier is die debuutroman. Is dit de eruptie?, is het lava?, is het stollingsgesteente? Weetikveel, ik wil af van die zotte magmakamer-analogie. Een boek. Tweehonderdrieënvijftig pagina’s. Op de voorkant staat dat het een roman is, maar daar kun je nog over in diskussie. Het lijkt in ieder geval een pak minder narratief te zijn dan romans doorgaans zijn. Wat het gemeen heeft met poëzie is dat het stilistiek laat voorgaan op verhalenvertellerij. Een duidelijke plot lijkt minder belangrijk dan gevoelens- en beeldenoverdracht.

(de schrijver is (g)een verhalenverteller)

(zegt Willem: die experimenten die ken ik nu zo langzamerhand wel, vertel me liever een goed verhaal. Zei ik: die verhalen ken ik nu zo langzamerhand wel, vertel het me liever op een opvallende manier)

(en eigenlijk zijn er welbeschouwd sowieso maar twee verhalen: dat van de liefde en dat van de dood)

(& liefde ging dood) (dat was toen het schrijverken dregke ten grave droeg) (nee dat was toen ik ze allebei ten grave droeg na het woord explosief) (steek je explosief waar de zon nooit schijnt, dacht ik, en bezijden ik zou nooit waarlijk kunnen houden van iemand die in een onderwijsinstelling werkt) (schreef een tekst over het schrijverken die dregke wurgde, wiste die tekst later weer)

(…the body doesn’t relatively dregke.

gewrichtspijn.amsterdam maintain down a transmit

that competence unfortunately.)

Moest iemand het van me vragen maar niemand vraagt het van me dus ik zeg het toch maar: ik zou zeggen Het Perenlied is een redelijk geslaagde poging om twee werkelijkheden met elkaar in dialoog te brengen. De ene werkelijkheid is een fantastische, sprookjesachtige, lieve, zoete, enigszins kinderlijke werkelijkheid. De andere is rauw, hard, meedogenloos, kil, liefdeloos. Een mens zou kunnen zeggen dat die eerste werkelijkheid de poëtische is en die tweede de prozaïsche, maar het mens dat dat zou zeggen, kan er maar beter het zwijgen toedoen.

De verbindende factor tussen beide werkelijkheden is de Bietenkoningin. Een meisje geboren uit een pannetje kokende bieten en het zaad van haar vader. Een heel echt meisje. Misschien wat wereldvreemd. En bovendien heeft ze een opmerkelijke huidskleur. Ze vat liefde op voor een jongeman die Gabriel heet. En samen met deze Gabriel gaat ze de strijd aan met een Disney-pretpark.

En daar zijn we dan. Zit je verdomme met je duim in je mond en een mierzoete port op het bijzettafeltje middenin een eskapisties boeklang poëem vol erotiese groenten en prachtig zingend fruit, komt daar ineens binnen die illusieloze werkelijkheid die we kennen van de straat of voor mijn part van de nieuwsberichten: de werkelijkheid van opportune multinationals, terroristen, armoede, egocentrische vaders die hun dochter in de steek laten, eenzaamheid, onvermogen, een instortend World Trade Center.

En toch. Het werkt. Ja gek. Het werkt. Hoe vaak is het niet ergerlijk opzichtig om in een sprookje de grote wereldthema’s ter sprake te brengen. Maar hier werkt het. Het gesprek neemt een rare wending, maar het is geen onaangename wending. Je praat over politiek en over stoofschotels en een vrouw laat je ineens haar geslachtsdeel zien. Dat is een rare wending, maar wel een niet onaangename wending. Wel. Het Perenlied neemt niet, niet af en toe, een rare wending: Het Perenlied is een rare wending.

Wendingen stotteren.

Wat zeg je als een vrouw haar geslachtsdeel laat zien als je het over politiek en over stoofschotels hebt?

Wat je zegt. Wat zeg je. Je zegt, je stottert. Want wendingen stotteren. Dregke was dan wel dood en daarmee tonnen van je schouders maar bij een vrouwelijk geslachtsdeel stotter je nog altijd.

Misschien zijn het de werkelijkheden niet, maar de manier waarop Oomen ze aanzet.

Een activistisch sprookje, het is niet heel alledaags maar het kan. Oomen laat zien dat het kan. Dat hij daarbij Disney tot kop van Jut gemaakt heeft is begrijpelijk, zij het een beetje obligaat. Het geschimp op alles dat geanimeerde muis of eend is, begint halverwege (of misschien nog wel iets voor halverwege) een beetje te irriteren maar het is een goedaardige irritatie – zoals het eeuwige stokpaardje van iemand die je geweldig lief hebt dat is: daar heb je hem weer, denk je dan, maar je denkt het wel met een glimlach. Waar het stottert, is waar Oomen de verschillende werkelijkheden te absolutistisch aandikt. Het rauwe te rauw maakt, als eerste. De scene waarin de vader van de Bietenkoningin onaneert in de keuken terwijl er een pannetje met bieten op het fornuis staat (overigens de direkte aanleiding tot de geboorte van de Bietenkoningin) is binnen het geheel van het boek erg lelijk, bijna grof. Niet zeggende dat er geen sex zou passen in Het Perenlied. Integendeel zelfs: heel het boek heeft een geweldig erotiese geladenheid. Je kunt je afvragen hoeveel masturbatie in het keukentje van een zweetdoos op het terrein van een pretpark te maken heeft met erotiek, zo goed als je je kunt afvragen of de geboorte van de Bietenkoningin niet iets mooier had gekund (had die tiep niet beter zoals iedereen de liefde bedreven met een bietenplantje, bijvoorbeeld?) of gewoon onverklaard was gebleven: in een boek zo vol met het absurde, het surreële, het dromerige hoeft me dunkt niet alles een duidelijke aanleiding of verklaring te hebben.

Ook klinken lompe woorden zoals pis en pik en kont in dit boek harder dan ze doorgaans klinken (naja, kont vind ik sowieso een heel erg lelijk woord, de k en de o en de n en de t, zo achter elkaar uitgesproken, dat werkt geweldig op mijn zenuwen; ik corrigeer mijn kinderen zelden op taalgebruik -althans niet in de zin zoals de meeste ouders dan doen: als ze iets zogenaamd “lelijks” zouden zeggen; wel als ze woorden gebruiken die in een bepaalde context niet juist zijn of als paaprika zeggen tegen paprika en puzelen tegen puzzelen- maar voor “kont” draag ik altijd minder harde alternatieven aan). Het Perenlied had van mij gevrijwaard mogen blijven van dit soort voor de Nederlandse literatuur al te lang tieperende schrijverij.

Dan is er nog de passage waar de Bietenkoning in New York is, en Het Perenlied de toon van een vrij gewone grotestadsroman begint aan te slaan. De Bietenkoningin is wel Heel Erg in New York, met wel Heel Erg New Yorkse wolkenkrabbers en een wel Heel Erg New Yorkse metro vol met wel Heel Erg New Yorkse mensen die op een wel Heel Erg New Yorkse manier wel Heel Erg New Yorks onverschillig zitten te wezen. De eigenheid van Het Perenlied wordt daar, met andere woorden, prijs gegeven aan New York en dat is andermaal een gevolg van de wijze waarop Oomen met zijn dikke vette manier van schrijven soms uit de bocht vliegt.

Want ook de sprookjesachtige, lieve, zoete, poëtiese laag kent bij momenten haar teveel is teveel. Te zacht, te zoet, te mooi, te lief, te poëtisch, te surreëel. Te gezocht. Te bedacht. Te vet. “Het Perenlied is niet troebel, het Perenlied is helder. Het is als de druppel die van de punt van een in honing gestoken zakmes druipt. Het Perenlied klinkt in het hart van elke doorzichtige gelatinepudding, in het geel van het vlees van de mango. Het Perenlied ruist door de scherpe, groene kam van de ananas, door het aardbeienbed bedekt met het zachte gele stro, door de bloeiende kersenboom die bij elke noot van het Perenlied een bloesemblad verliest. Papagaaien die van giftige bessen eten en dronken worden, krassen het Perenlied naar een straatlantaarn die ze aanzien voor de maan.” bijvoorbeeld. Of: “Gabriel had medelijden met te dicht op elkaar geduwde knuffels in de supermarkt. Gabriel had medelijden met de oude sandalen die door zijn moeder werden weggegooid. Gabriel had medelijden met het liedje op de radio dat vlak voor het einde werd weggedraaid. Gabriel had medelijden met de eenzame banaan, het onderste washandje, het lelijke ontbijtbord dat nooit gebruikt werd, de twee gordijnenzussen die ’s ochtends zo bruut uit elkaar werden geschoven.” Of: “Bietensoep is een traan uit het oog van een verdrietige ezelin die met een klein mondje Russisch spreekt.” Of wat Gabriel hoort in het Perenlied gezongen door een meloen:

“Een druppende rubberboom.

Een brandende radio voor een voordeur, die met vlammen en het weerbericht de brievenbus binnendringt.

Tientallen tsjirpende vogels die heen en weer schieten tussen twee donkerblauwe heuvels.

Honderden cocons waarin kleine televisies het geluid van kriebelende mieren uitzenden.

Zes Italiaanse vrienden, druk pratend, rinkelend met zes gouden aanstekers in hun zak.

Een vlaflip  met siroop en een zilveren lepel die zachtjes roert.

Een kalfje dat met ruwe tong aan een blokfluit likt.

Twee rupsen die samen een gele pruim leegeten.

Twee voortanden en een onderlip die bijten op een haarelastiek.

Honderden vliesdunne champagneflessen die tegen elkaar omvallen en openbarsten.

Het ritselen van grove dennen, die hun naaldendek tegen elkaar opwrijven in een harde wind.

Het volstorten van een steengroeve vol steranijs.”

Zucht. Ja bij nu weet ik het wel Joost Oomen. Je bent een gevoelig mens, en God je hebt veel fantasie en je kunt de origineelste beelden opdenken. Goed. Fijn. Leuk. Je bent dichter, echtwaar je bent een dichter.

(hee meisje jij eens komen terug naar mij misschien omdat wij dichter is)

(wat zal dit soort schrijverij het goed doen bij alternatieverige meisjes van een jaar of zeventien achttien negentien) (en okee, je kunt een heel wat slechter publiek treffen.

Want dichter, dat is Oomen. Dat is hij ook als hij niet dicht, dat is hij ook als hij een boodschappenlijstje schrijft (wie was het weer die zei dat je de ware schrijver herkent aan zijn boodschappenlijstjes en kattenbelletjes?), dat is hij ook als hij in de winkel loopt (zou je hem zien lopen, en zou het je een beetje tegenvallen als hij gewoon maar een tandenborstel, drie kilo aardappelen, wat bier en een zak chips kocht?) (of -hee- de nieuwe Donald Duck!). Zijn poëzie leeft – ook zonder dat ze extra hard opgepompt wordt.

Oomen hoeft niks te bewijzen, en toch lijkt hij het vaak te willen doen. Het Perenlied is het lied dat klinkt en het klinkt in alle dingen maar je moet de juiste oren hebben om het te (willen) horen. Dan kun je het Perenlied horen zingen in een schuimspaan, in een steen, in een meloen. Dat gaat om tederheid en om liefde; het gaat erom in vervoering gebracht te kunnen worden door de dingen zelve, los van het ego. Vervoering te vinden daar waar zij normaliter niet gezocht wordt: in een modderpoel, een pompelmoes, een kiezelsteentje, een kapotte paraplu, een Prittstift, een mandarijntje, een vuilniszak, of het loeien van een koe. Dat is mooi, want het gaat om openheid. Ontvankelijk zijn voor schoonheid.

Oomen verpest het voor mij een beetje als hij dit soort vervoering gaat afzetten tegen de “georganiseerde” vervoering zoals een fresco, een sonate van Mozart, een kleurenfilm, een marmeren standbeeld, het danstheater of Kwik, Kwek en Kwak. Dat is voor de slaafse, gecorrumpeerde menigte die zich heeft laten temmen en institutionaliseren door het massa-vermaak. Afgezien van het feit dat het een wat wonderlijk poëticum is voor een dichter dat alles wat gemaakt is met de opzet te begeesteren (muziek, literatuur, ballet, en noem jij nu nog eens iets) het altijd zal moeten afleggen tegen de meer verborgen schoonheid van een afgevallen boomblad of een verroest bierblikje, stoort het me dat deze twee soorten van schoonheidsbeleving klaarblijkelijk strikt gescheiden zijn: degenen die een liedje of een gedicht prachtig vinden zijn nooit degenen die verrukt kunnen zijn om stof op de vensterbank of een regendruppel aan een snorhaar van een kat. In het eerste hoofdstuk van het derde deel, geeft Oomen een soort historisch overzicht van het Perenlied en van hen die bij machte waren het te horen opklinken. Dat waren steeds zachtaardige enthousiastelingen, ietwat kinderlijk misschien, en door de volledig aangepasten al snel verdacht gemaakt. “Lieve verschoppelingen”; hun deel was “heksenverbranding en sociaal isolement”. Wij, die niet de anderen zijn. Wij die niet zoals anderen zijn. Wij die het Perenlied horen en hullie niet want hullie lezen de Donald Duck en wij huilen bij een kerstomaatje. Daar wordt iets moois bijna puberaal omdat dat wat geen nadruk behoefde nadrukkelijk benadrukt werd.

Joost Oomen schrijft het sterkst als hij juist niets aan het bewijzen is. Als hij niet aan het bewijzen is wat een prachtmensen die personages van hem toch zijn, zo gevoelig en zo anders dan de anderen. Als hij niet aan het bewijzen is wat een origineel poëet hij is, en wat een wonderlijke beelden hij zoals opdenken kan. Maar gewoon schrijft, en de poëzie meanderen laat. Dan is de liefde tussen Gabriel en de Bietenkoningen gewoon alleen maar mooi en de scéne met Prinses Kortweg Helen op een aangrijpende manier klein en lieflijk en teer. Dan is zijn beschrijving van de aanslag op het World Trade Center keelsnoerend, wat tamelijk knap is voor iets dat al zo vaak beschreven en zo vaak vertoond is. Dan is die merkwaardige mengeling van sprookje en beenharde realiteit een rare wending die niet stottert maar een geheel eigen logica heeft die je als lezer al na een paar bladzijde tot de jouwe hebt gemaakt. Dan zingt het Perenlied haar wonderschone lied hier in Het Perenlied.

Joost Oomen Het Perenlied Recensie

Dus niet het brullen, gelijk apen, we who are not as others we who are not as others we who are not as others!!!, en niet het zachte zingen van de poëzie zonodig tot krijsen brengen, en niet het wegkijken van de pure existenz –

(de pure existenz, hoor mij bezig)

(zegt Erín Moure: what she knows of existence, she claims only that it exists)

(en ook, dagen later, die viedjoo waarop ze net uit bed kwam met haar haar in de war en dat maffe hoge lachje, en hoe mooi het licht daar viel op de rimpels in haar gezicht)

(en ook later)

(en ook nu)

(kon je ook wel wezen) (kon je zijnd misschien ook niet meer niet-aktivisties zijn) (wat met de mens) (wat met het systeem) (zegt Ulf Stolterfoht: aby denni mensi – vas tu mit denni mensi?) (lekar smecka, zegt hij) (en iets over den fuk-system) (ach) (ach het was mooi als de schouder van vee) (en ook later viel het licht altijd nog door de ramen) (en zonder wendingen was het ook mooi) (en zonder vrouwelijke geslachtsdelen was het ook mooi) (en met ramen en koffie was het ook mooi) (en met Black Forest / Black Sea op de steerjoo was het ook mooi) (en alleen daar was het ook mooi) (keek niet weg van) (zong vandaag in pure existenz ook een perenlied)

Het Perenlied

  • Schrijver: Joost Oomen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 3 november 2020
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Recensie van Tim Donker

Waardering voor de roman Het perenlied

  • “Een wonderlijk sprookje, blijmoedig, tintelfris en toch ontregelend.” (Thomas van den Bergh, HP De Tijd)

Flaptekst van de nieuwe roman van Joost Oomen

Het Perenlied is een kleurrijke, erotische, vrolijke, opstandige én troostrijke roman. In Het Perenlied nemen de Bietenkoningin en Gabriel het op tegen het grootste Disney-pretpark van Amerika. Met behulp van een zelfgeschoten naaktfoto strijden zij voor het recht om zelf te mogen beslissen wat mooi en lief is. Er wordt een meisje gestekt aan de oevers van een kristalheldere beek vol dromende zeekoeien. Er wordt een Russische prinses gerustgesteld in een appartement vol tafelzilver. Het World Trade Center stort in en aan de rand van het monument voor 9/11 trouwt een vader met een pop van fruit onder het groente- en fruitschap van een verlaten supermarkt. In Het Perenlied worden romantiek en avontuur gekruist met bietensoep en roze dolfijnen. Een vrolijk zingend magisch-realistisch debuut is het resultaat.

Bijpassende boeken en informatie

 

Alfred Birney – De drie rivieren

Alfred Birney De drie rivieren recensie en informatie heruitgave van de novellen Rivier de Lossie, Rivier de IJssel en Rivier de Brantas. Op 27 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de bundeling van heruitgave van de rivieren romans van Alfred Birney.

Alfred Birney De drie rivieren Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van De drie rivieren, de heruitgave van de novellen Rivier de Lossie (2009), Rivier de IJssel (2020) en Rivier de Brantas (2011). Het boek is geschreven door Alfred Birney. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de heruitgave van de rivieren romans van de Nederlandse schrijver Alfred Birney.

Alfred Birney De drie rivieren Recensie en Informatie

De drie rivieren

Rivier de Lossie (2009)
Rivier de IJssel
(2010)
Rivier de Brantas
(2011)

  • Schrijver: Alfred Birney (Nederland)
  • Soort boek: drie novellen
  • Uitgever heruitgave: De Geus
  • Verschijnt: 27 oktober 2020
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering voor De drie rivieren

  • ‘Aan het toch al schitterende kralensnoer van de Nederlands-Indische literatuur heeft Birney drie parels toegevoegd.’ (Kester Freriks)

Flaptekst van de heruitgave van de drie rivieren romans van Alfred Birney

Drie rivieren spelen een belangrijke rol in het leven van meneer B., die in schitterende vertellingen in dit drieluik stromen. De Lossie in Schotland brengt hem naar voorbije eeuwen, toen de oervader van zijn familie voor bewezen moed tijdens veldslagen een familiewapen en een baronie geschonken kreeg. Zijn Nederlandse familiegeschiedenis in latere tijden krijgt gestalte aan de IJssel bij Deventer, de stad waar zijn overgrootvader vandaan komt. Het derde deel is een roadshow naar de Brantas, de langste rivier van Oost-Java, die de koloniale geschiedenis van Nederland in Indonesië weerspiegelt.


Bijpassende boeken en informatie

Thomas Acda – Scenario

Thomas Acda Scenario recensie en informatie over deze nieuwe Nederlandse roman. Op 23 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij Lebowski het nieuwe boek van de Nederlandse zanger en schrijver Thomas Acda.

Thomas Acda Scenario Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Scenario. Het boek is geschreven door Thomas Acda. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse zanger en schrijver Thomas Acda.

Thomas Acda Scenario Recensie

Scenario

  • Schrijver: Thomas Acda (Nederland)
  • Soort boek: misdaadroman
  • Uitgever: Lebowski
  • Verschijnt: 23 oktober 2020
  • Omvang; 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de nieuwe roman van Thomas Acda

De buurman van twee filmmakers wordt afgeperst: perfect verhaal voor hun nieuwe script.

Singer-songwriter Oscar heeft Nederland achter zich gelaten om in New York een cursus scenarioschrijven te gaan volgen bij de vermaarde docent Seth Michael Donsky. Wanneer hij daar de flamboyante acteur Sam ontmoet, besluiten ze een appartement te delen. Per toeval ontdekken ze dat hun buurman ‘Disco’ afgeperst wordt, wat in eerste instantie een geweldig verhaal voor hun script lijkt op te leveren, maar hoe meer ze de afpersing naar hun hand proberen te zetten, hoe sneller de problemen zich opstapelen. Tot er geen weg meer terug is.

Bijpassende boeken en informatie

Ton van Reen – Het afscheid van Lucia

Ton van Reen Het afscheid van Lucia recensie en informatie over de inhoud van deze historische roman. Op 10 september 2020 verschijnt bij Uitgeverij In de Knipscheer de nieuwe historische roman van de Nederlandse schrijver Ton van Reen.

Ton van Reen Het afscheid van Lucia Recensie en Informatie

Boeken schrijven met een historische achtergrond, die dan ook nog heerlijk zijn om te lezen, dat is aan Ton van Reen wel toevertrouwd. Het afscheid van Lucia is gebaseerd op een familie die echt geleefd heeft in de zestiende eeuw. Van Reen verwerkt ware gebeurtenissen met fictie.

Ware gebeurtenissen verwerkt in een boeiende roman

Lucie vindt samen met haar nichtje een aantal bijzondere schriften op de zolder bij haar oma. Ze staan vol verhalen van haar voorouders. Eén daarvan gaat over Lucia, een meisje van hun eigen leeftijd, die als jonkvrouw leeft op een burcht. Ze lezen hoe ze als jong meisje geniet van de verhalen van de stalmeid, Ruth. Maar ook hoe Lucia haar niet meer mag zien, omdat een stalmeid niet bij haar stand past. Dit is niet het enige waar de jonge jonkvrouw geen zeggenschap over heeft. Haar ouders hebben nog andere plannen voor haar toekomst, die ze totaal niet ziet zitten.

Ton van Reen Het afscheid van Lucia Recensie

Het afscheid van Lucia is een heel fijn, beknopt boek dat heel toegankelijk is. De wetenschap dat het gebaseerd is op ware gebeurtenissen, geeft het voor mij nog een extra bijzonder tintje. Van Reen laat een wereld zien die we ons haast niet meer kunnen voorstellen. Lucia is een leuk, rebels karakter. Er zitten hier en daar leuke plot twists in. De ene pakt voor mij wat beter uit dan de andere. Een leuke verrassing versus de verrassing niet helemaal kunnen volgen. Dat maakte dat ik af en toe even uit de illusie van het verhaal gehaald werd. Doordat Van Reen beknopt is, worden sommige dingen in mijn optiek nét iets te weinig ingekleed. Los daarvan is het een interessant verhaal dat je al snel weer mee neemt. Het thema van angst hebben voor wat anders of onverklaarbaar is, is nog altijd actueel.

Heel fijne, beknopte historische roman die heel toegankelijk is

Een sympathiek boek, mede dankzij het karakter van Lucia. Angst voor het onbekende wordt mooi van verschillende kanten belicht; mensen die vragen stellen en nieuwsgierig zijn, mensen die geloven wat ze ooit verteld is en mensen die de “andere” kant zijn. Dat Van Reen het verhaal baseert op ware gebeurtenissen, geeft het nog extra kracht en diepgang. Hier en daar had iets meer uitwerking het nog sterker kunnen maken. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (zeer goed).

Recensie van Jolien Dalenberg

Het afscheid van Lucia

  • Schrijver: Ton van Reen (Nederland)
  • Soort boek: historische roman
  • Leeftijd: vanaf 15 jaar
  • Uitgever: In de Knipscheer
  • Verschijnt: 10 september 2020
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (zeer goed)

Flaptekst van de nieuwe historische roman van Ton van Reen

In Het afscheid van Lucia vinden een paar kinderen op de zolder van hun oma een stapel schriften. Ze zijn vol geschreven door de grootmoeder van hun oma. Samen met oma lezen ze de verhalen over de geschiedenis van hun familie. Er gaat een wereld voor hen open. Zo leren ze dat ze afstammen van een adellijke freule, van een koeienmeid en van reizende toneelspelers.

Lucia van Eyll en haar nicht Amalia zaten op de hooizolder, boven de koeienstal van kasteel De Berckt. Ze luisterden naar het verhaal dat Ruth, de dochter van koeienmeid Judith, aan hen vertelde. Haar verhalen riepen altijd wonderen op in de hoofden van Lucia en Amalia. Ze hingen aan haar lippen. Als altijd wanneer Ruth vertelde, kwamen ze in hun beleving terecht op de plaatsen waar het verhaal speelde. Zwevend op de zinnen van Ruth ontmoetten ze wonderlijke mensen in sprookjesachtige landen. Als Ruth vertelde leek het normaal om mee te vliegen met vogels, of door de wind over de horizon te worden geblazen.

Bijpassende boeken en informatie

Harry Mulisch romans

Harry Mulisch romans recensie en informatie over de inhoud? Welke romans heeft de Nederlandse schrijver Harry Mulisch geschreven? Wat is de inhoud van de romans? 

Harry Mulisch romans recensie en informatie

De Nederlandse schrijver Harry Mulisch werd op 29 juli 1927 in Haarlem geboren. Zijn vader was Kurt Victor Karl Mulisch die van Oostenrijks-Hongaarse komaf was en in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitsers. Alice Schwartz, zijn moeder, had een Duits-Joodse afkomst. Harry Mulisch droeg door zijn beide ouders bijna letterlijk de Tweede Wereldoorlog in zich. Bovendien maakte hij de Oorlog zeer bewust mee en was deze bepalend voor zijn leven en de boeken die hij schreef.

Op 30 oktober 2010 overleed Harry Mulisch in Amsterdam aan de gevolgen van kanker. Hij werd 83 jaar oud.

Overzicht van romans en novellen van Harry Mulisch

Harry Mulisch publiceerde in totaal elf romans en een aantal novellen waarover je op deze pagina meer informatie kunt vinden.

2001 | Siegfried (roman)
2000 | Het theater, de brief en de waarheid (novelle)
Boekenweekgeschenk 2000
2000 | De verhalen (verzamelde verhalen)
1998 | De procedure (roman)
1955 | Vijf fabels (verhalen)
1992 | De ontdekking van de hemel (roman)
1989 | Voorval (novelle)
1989 | Het beeld en de klok (novelle)
1988 | De elementen (novelle)
1987 | De pupil (novelle)
1985 | Hoogste tijd (roman)
1982 | De aanslag (roman)
1977 | Oude lucht (verhalen)
1975 | Twee vrouwen (roman)
1970 | De verteller (roman)
1070 | Paralipomena Orphica (verhalen)
1959 | Het stenen bruidsbed (roman)
1957 | De versierde mens (verhalen)
1956 | Het zwarte licht (roman)
1954 | De diamant (roman)
1953 | Chantage op het leven (verhalen)
1952 | Tussen hamer en aambeeld (novelle)
1951 | archibald strohalm (roman, debuutroman)
1947 | De kamer (verhaal, debuut)


Uitgebreide informatie van de romans van Harry Mulisch

archibald strohalm

  • Schrijver: Harry Mulisch (Nederland)
  • Harry Mulisch romans Archibald Strohalm roman uit 1951Soort boek: psychologische roman, debuutroman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschenen: 1951
  • Inhoud roman: Archibald Strohalm, een enigszins vreemde, maar op het eerste gezicht niet uitzonderlijke man, begeeft zich op een zaterdagmiddag in een avontuur dat gaandeweg het gewicht en de afmetingen van een drama op leven en dood krijgt. Op het moment dat hij van een kantoorbediende een soort zaligmaker is geworden, hebben zijn stadgenoten deze Archibald Strohalm allang vereenzelvigd met de andere gekken en artiesten van de stad. Met overtuigingskracht en in een meeslepende stijl beschrijft Mulisch de opkomst en de apocalyptische ondergang van de zelfbenoemde profeet…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Onno Blom – De wondergrijsaard

Onno Blom De wondergrijsaard recensie en informatie van de biografie over de latere jaren van schrijver Harry Mulisch. Op 22 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek van biograaf en schrijver Onno Blom.

Onno Blom De wondergrijsaard Recensie  en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de biografie De wondergrijsaard, Het latere leven van Harry Mulisch. Het boek is geschreven door Onno Blom. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van de nieuwe boek van de Nederlandse schrijver en biograaf Onno Blom.

Onno Blom De wondergrijsaard Recensie

De wondergrijsaard

Het latere leven van Harry Mulisch

  • Schrijver: Onno Blom (Nederland)
  • Soort boek: biografie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 22 oktober 2020
  • Omvang: 140 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek / Ebook

Onno Blom op bezoek bij radioprogramma Nieuwsweekend

Op zaterdag 24 oktober 2020 is Onno Blom te gast bij het radioprogramma Nieuwsweekend naar aanleiding van de teinde sterfdag van Harry Mulisch op 30 oktober 2020 en om te vertellen over zijn portret van de schrijver.

Flaptekst van het boek over Harry Mulisch van Onno Blom

Ik zal een wondergrijsaard zijn, let maar eens op,’ schreef Harry Mulisch in Het ironische van de ironie. Zijn voorspelling kwam uit. De ontdekking van de hemel, zijn magnum opus, verscheen toen hij de vijfenzestig al was gepasseerd en daarna publiceerde hij nog de duizelingwekkende romans De procedure en Siegfried, waarvan de laatste regel voorspellend bleek voor zijn oeuvre: “Daarna niets meer.’

Over het onvermijdelijke maakte Mulisch zich niet druk. “Dat ik dood kan gaan, moet eerst nog maar eens bewezen worden,’
zei hij daarover. Inmiddels is het bewijs geleverd.

In De wondergrijsaard portretteert Onno Blom de grote schrijver in zijn laatste jaren. Blom baseert zich daarbij op de vele notities die hij maakte van zijn gesprekken met Mulisch, in wiens werkkamer hij wekenlang bivakkeerde toen hij aan Zijn getijdenboek (2002) werkte. De twee bleven elkaar geregeld zien en spreken, tot het einde toe. Daarnaast sprak Blom uitgebreid met Mulisch’ vrienden, naasten en familie voor dit portret van de kunstenaar als oude man.

Bijpassende boeken en informatie

Jan Cremer – Storm

Jan Cremer Storm recensie en informatie over de inhoud van dit boek over zijn jonge jaren. Op 28 februari 2020 verschijnt bij Uitgeverij Waarders het boek over de jeugd van de Nederlandse schilder en schrijver Jan Cremer.

Jan Cremer Storm Recensie en Informatie

Op 24 april 2020 is schilder en schrijver Jan Cremer tachtig jaar oud geworden. Naar aanleiding hiervan heeft Waanders Uitgevers dit rijk geïllustreerde boek Storm uitgegeven. Het boek focust zich in beeld en tekst op de jonge jaren van de beroemde en beruchte schilder en schrijver.

Jan Cremer Storm Recensie boek over de jonge jaren

Door de vele foto’s waarop Jan Cremer, vaak met zijn geliefden van dat moment figureert, wordt een mooi tijdsbeeld geschetst van de wilde jonge jaren. Bovendien zijn afbeeldingen van vroege tekeningen en schilderijen opgenomen. Leuk zijn ook het grote aantallen afbeeldingen van documenten van Jan Cremer waaruit blijkt dat de kunstenaar vrijwel alles heeft bewaard.

De bij alle afbeeldingen toegevoegde autobiografische teksten verrijken het boek verder. Uit alles blijkt  dat de bravoure en onaangepastheid van Cremer altijd al aanwezig was. Het boek schetst een mooi beeld van een kunstenaar die zich door niets en niemand liet tegenhouden, ook al had hij, zeker in zijn jonge jaren, vaak wind tegen.

Schetst een mooi beeld van de jonge onstuimige Jan Cremer en kringen waarin hij verkeerde

Overtuigd van zichzelf en zijn eigen kunnen was Cremer er zeker van dat hij de wereld zou veroveren. En zoals wij nu weten is daaraan niets overdreven en veel uitgekomen. Storm is een met zorg vormgegeven en rijk geïllustreerd boek dat niet alleen een goed beeld schetst van de jonge onstuimige Jan Cremer maar ook een mooi tijdsbeeld schetst van de kringen waarin hij verkeerde. Het boek is gewaardeerd met ∗∗∗∗ (uitstekend).

Storm

De jonge jaren

  • Schrijver: Jan Cremer (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Waanders Uitgevers
  • Verschijnt: 28 februari 2020
  • Omvang: 174 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek over de jonge jaren van Jan Cremer

24 April 2020 werd Jan Cremer 80. Een moment voor een terugblik. Over zijn jeugd in Enschede, over zijn kunst, over zijn ouders. Dit boek kijkt terug in beelden: uit kranten en tijdschriften en vooral veel foto’s uit het privé-archief van Jan Cremer.

Jan schreef in een van zijn boeken: “Nu weet ik dat ik dat onrustige van hem [zijn vader] heb, hè. Altijd verder willen, over de grenzen. Op zoek naar een nieuwe horizon. Waarom ik nu pas over hem schrijf? Omdat ik altijd met mezelf bezig was. Ik moest zelf de wereld veroveren, snap je? Mezelf vinden.’

Het grote succes van Jan Cremer kwam in 1964 met ‘Ik Jan Cremer’. Centraal daarbij is de bevrijding van de idealen van de jaren 50. Het is een voorbode van de vrije seks en wilde jaren 60. Dit leverde kritiek op. Over het boek werden Kamervragen gesteld, het werd fascistisch genoemd en voetbalvandalen werden beschuldigd van ”Jan Cremerisme”. Cremer zelf werkte hier flink aan mee, omdat hij er de commerciële mogelijkheden van zag. Toen een ijverige politieman in Hengelo begin 1964 exemplaren van Ik Jan Cremer in beslag nam, verschenen in enkele dagbladen steunbetuigingen van bezorgde ouders. Ze bleken alle te zijn geschreven door Jan Cremer.

Bijpassende boeken en informatie