Categorie archieven: Nederlandse schrijfster

Dorien Dijkhuis – Dezelfde maan

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Dorien Dijkhuis. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en de uitgave.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan recensie

Als er een boekbespreking of recensie van de roman Dezelfde maan van Dorien Dijkhuis verschijnen dan zal onze redactie er aandacht aan besteden.

Dorien Dijkhuis boeken en informatie

Dorien Dijkhuis is in 1978 geboren in Apeldoorn, maar verhuisde in 1990 naar de Friese stad Sneek. Ze studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht en specialiseerde zich in Latijns-Amerikaanse geschiedenis en cultuur. Na haar studie ging ze aan het werk als journalist en schreef artikelen over gezondheid, psychologie, gastronomie, kunst en literatuur. Vanaf 2013 studeerde ze aan de Schrijversvakschool in Amsterdam waar ze in 2019 afstudeerde.

Als tijdens haar studie aan de Schrijversvakschool publiceerde Dorien Dijkhuis verhalen en gedichten in een aantal literaire tijdschriften zoals Tirade, Extaze en Het liegend Konijn. In 2029 verscheen haar literaire debuut de dichtbundel Waren we dieren. Haar debuutroman Dezelfde maan waarover je hier alles weet verschijn in februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan

Dezelfde maan

  • Auteur: Dorien Dijkhuis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Dorien Dijkhuis

Elk besluit dat we nemen betekent dat talloze andere mogelijkheden verloren gaan. Met dat gegeven in haar achterhoofd zoekt de hoofdpersoon in Dezelfde maan haar toevlucht op een eiland nadat haar leven plotseling een onverwachte wending heeft genomen. Omringd door mist en zee overpeinst ze de keuzes die haar op dit punt in haar leven hebben gebracht. Is niet kiezen ook een keuze? Hoeveel keuze hébben we eigenlijk? Volgen we het verlangen van het hart, ook als het hoofd het beter weet?

Dezelfde maan is een associatieve vertelling in de traditie van onder meer Het hoofdkussenboek (Sei Shōnagon), Bluets (Maggie Nelson) en Dept. of Speculation (Jenny Offill). Een poëtische mozaïekroman over mogelijkheden en onmogelijkheden: over de potentiële versies van onszelf, liefdesverdriet, eenzaamheid, het verlangen naar verbinding en over de kracht en de grenzen van taal.

Bijpassende boeken en informatie

Eva Hoeke – Zandweg 17

Eva Hoeke Zandweg 17. Op 15 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff het boek met verhalen aan de keukentafel, geschreven door Eva Hoeke. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Zandweg 17, het boek van Eva Hoeke.

Eva Hoeke Zandweg 17 recensie en informatie

Eva Hoeke is op 2 februari 1979 geboren in de Noord-Hollandse plaats Krommenie. Ze is de dochter van pianist en zanger Rob Hoeke en studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Na haar studie ging ze aan de slag als journalist. Met regelmaat publiceert ze in kranten en tijdschriften en doet met haar artikelen soms stof opwaaien.

Samen met haar vriend schrijver Marcel van Roosmalen schreef ze een tweetal boeken, De stad, de kroeg en de man uit 2014 en Als het maar niet op ons lijkt in 2017. In haar nieuwe boek dat medio februari 2024 verschijnt, zijn verhalen opgenomen die ze heeft geschreven voor de Volkskrant.

Eva Hoeke Zandweg 17

Zandweg 17

Verhalen aan de keukentafel

  • Auteur: Eva Hoeke (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 15 februari 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 17,50 / € 10,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met verhalen van Eva Hoeke

De mooiste verhalen over het dorpsleven van Volkskrant-columnist Eva Hoeke, die met haar herkenbare, geestige en scherpe observaties elke zaterdag tienduizenden lezers weet te raken

Humoristisch, herkenbaar en een tikje weemoedig – in de wereld die Eva Hoeke observeert gaan de dingen niet altijd van een leien dakje en dat is nou net waar de schoonheid in zit. Een peuter die zich ontpopt tot een kleine Medusa, de bakker die dapper standhoudt in een veryuppende stad, een vriendin die ziek wordt, de barman met tapangst en de buurvrouw die niet koken kan, het zijn de verhalen van mensen wier krachten nooit worden omcirkeld terwijl ze kinderen grootbrengen, palen slaan, bergen verzetten. En dan is er nog de verhuizing naar een dorp, de opvoeding van drie dochters en het leven met hun vader, die ineens doorbrak op z’n vierenvijftigste. Samen vormen ze een kroniek van het moderne Nederland.

Bijpassende boeken en informatie

Rinske Bouwman – Een soort eelt

Rinske Bouwman Een soort eelt recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 11 janauri 2024 verschijnt bij uitgeverij Orlando de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Rinske Bouwman.

Rinske Bouwman Een soort eelt informatie

Rinske Bouwman is geboren in 1988. Ze is is een Utrechtse theatermaker en schrijver. Haar voorstellingen speelden op verschillende festivals en in theaters in Nederland. Rouw is een thema dat in veel van haar werk te vinden is maar meestal op een lichte toon en met een absurde inslag zodat het niet te zwaar wordt.

Met Een soort eelt waarover je op deze pagina uitgebreide informatie kunt lezen, debuteert Rinske Bouwman als romanschrijfster.

Recensie en waardering van Een soort eelt van Rinske Bouwman

  • “Bouwman is een scherpe observator, die complexe emoties secuur en met mededogen en lichtheid ontleedt. Haar zinnen zijn prachtig, haar beelden verrassend, en vaak is ze ook nog eens ontzettend grappig, ook (juist!) wanneer ze over pijnlijke zaken schrijft. Een soort eelt is half Kafka, half Bervoets, maar bovenal helemaal Bouwman.” (Koen Caris, auteur van Stenen eten)

Recensie van Tim Donker

O maar dat is altijd weer een raar moment. Een raar moment hier in het huis. De bespreker leest een boek. Het boek is uit. De bespreker staat op, en loopt met het boek in zijn hand naar de secretaire. Daar legt hij alle boeken neer die gelezen zijn, uit, maar nog niet besproken. Het  boek ligt daar dan, op de hoek, een stapeltje inmiddels, want er is nog wel wat werk aan de winkel voor de bespreker. Dan staat hij, de bespreker, nog even, nog even vlakbij het boek. Dat uit is, maar nog niet besproken. De bespreker slingert zijn beide armen langs zijn lichaam heen en weer, misschien in een poging het boek dat hij zojuist uit las van zich af te schudden. Dan is het weer terug naar de leesstoel, dan is het weer zitten daar, dan is het weer grajen naar het volgende boek op de stapel.

Dat is altijd weer een raar moment. Een raar moment hier in het huis. Het vorige boek is uit, zindert nog na in het lijf van de bespreker, de personages lopen nog door zijn kop. Maar nu moet hij zich gaan inleven in het volgende boek, in nieuwe personages, in een andere schrijver, met andere woorden, andere zinnen, andere dingen te vertellen.

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf was het boek dat ik zojuist neerlegde op de hoek van mijn teergeliefde maar tamelik rotzooierige secretaire. De laatste zin gelezen, en mijn koffie is nog niet eens koud als ik aan Een soort eelt ga beginnen. Het debuut van Maria Kager had me geraakt, goed geraakt, diep geraakt. Het zal niet eenvoudig zijn om kieren te maken in wat Kager in me achter liet zodat het licht van Rinske Bouwman kan binnendringen. Of. Naja. Woorden zijn licht. Toch?

Dat is te zeggen. Ik weet nog wat teejoo zei. Hij zei Ze maakt beelden van vlees op de koelvriesafdeling van een supermarkt, dat leek me wel wat voor jou. En nu ben ik wrevelig. Ik weet niet waarom hij schijnt te denken dat ik zo een siekegheest ben, die alles dat riekt naar dood en ellende en bloed en drek almeteens prachtig zou vinden. Vleesskulpturen, waarom zou ik me vergeilen aan vleesskulpturen? Ik weet niet hoe ik aan dat stigma kom. Wat erger is: ik weet niet hoe er weer af te geraken. Dus ik zit. En ik zucht. En ik monkel.

Maar komaan. De koffie is nog niet eens koud, en Bouwman kan er niks aan doen. Bouwman kan er vermoedelijk niet eens wat aan doen wat er over haar boek op het achterplat (in dit geval zijflap) terecht komt, en minder nog aan wat teejoo daaruit pikt om het boek bij mij aan te prijzen. Dus lezen nu. Lezen nu de koffie nog warm is.

Sarlag is geboren in Nederland en opgegroeid in Mongolië. Nu is ze weer terug in Nederland, om er te studeren. Haar minor ofzo, ik nie weet nie. Hoe heet dat allemaal, toen ik studeerde waren al die amerikaans-achtige termen nog niet zo in zwang. Je studeerde gewoon tot je studie af was en dan was je afgestudeerd en de echte studiebollen konden dan nog promoveren. Maar goed, studeren dus. In Nederland. En dan moet je in je levensonderhoud kunnen voorzien, en daartoe nemen studenten een bijbaantje.

Sarlag op die koelvriesafdeling van een supermarkt. Meer bepaald: de koelvriesafdeling van de Dirk van de Broek. Als u het mij vraagt, u vraagt het mij niet maar daarom zeg ik het toch maar, is de Dirk van de Broek met afstand de meest hollandse, de meest deprimerende, de meest troosteloze supermarkt van Nederland en misschien zelfs wel van Europa en daaraan draagt die achterlijke koelvriesafdeling die ze daar hebben (waar je als klant midden in de zomer in je tiesjurtje nog kans loopt een dubbele longontsteking op te lopen) niet weinig bij. Allicht dat Bouwman net daarom ook voor deze supermarkt gekozen heeft, maar misschien ook niet. Misschien ben ik wel de enige Nederlander die zo intens droevig wordt van de Dirk van de Broek. Van het feit dat iedereen het altijd maar over “De Dirk” heeft, van dat sjeuloze assortiment, van die stomme reclame, van de oerlelijke  bedrijfskleding, van dat algehele gebrek aan sfeer in hun winkels (natuurlijk gaat niemand voor de sfeer naar een supermarkt maar als je er geen stap over de drempel kunt zetten zonder eerst een gezinsverpakking Prozac geslikt te hebben, is het toch wel biezonder erg gesteld).

In de Van de Broek (ja ik weiger “De Dirk” te zeggen) en in haar studentenhuis, maar vooral niet in de kolleezjebanken leeft Sarlag haar studentenleven. Er is een vriend die Kalle heet en die net iets te vaak aardappelsoep maakt. Er zijn huisgenoten die aan yoga doen. Er zijn feestjes. Er is een onmisbare onesie. Er zijn gedachten aan thuis, aan Mongolië, aan haar ouders en een broertje genaamd Yul.

Volgens het achterplat moet het ook duidelijk zijn dat er een groot verdriet is maar eigenlijk is dat zeker aan het begin (maar totaal welke bladzijde kun je in een boek nog van “het begin” spreken?) helemaal niet zo duidelijk. Sarlag is misschien geen doorsnee studente, maar dat kun je ook aan temperament wijten. Aan haar hoogst eigen, zomwijlen enigszins kinderlijke blik op de wereld.

Zo vind Sarlag dat je in Kalles ogen als je wilt mars zou kunnen zien; als hij straalt dansen er marsmannetjes op zijn irissen. Over die in zijn ogen wonende marsmannetjes denkt ze als volgt na: “Ze zullen wel altijd dorst hebben van het zoute traanvocht waarin ze wonen. Ze zijn drenkeling op zee en zijn irissen zijn zinkgaten waar waarschijnlijk zeemonsters wonen.” – dat is tiepies het soort gedachte dat begint in een kinderbrein om afgemaakt te worden in het hoofd van een volwassene (of andersom misschien). Zo stombelt Een soort eelt steeds op en overheen grenzen: tussen kind en volwassene, droom en realiteit, een (on)mogelijk hier en een (on)bereikbaar daar.

Tussen humor en ernst, tussen dagdagelijksheid en hemel, tussen poëzie en banaliteit. Neem de prachtige gedichten die af en toe de verhaallijn onderbreken en rare opsommingen vormen waarvan de zin pas later duidelijk wordt.

Of neem de levendige gedachten van Sarlag; al die beelden waarvan het de lezer niet steeds aanstonds duidelijk is dat het allemaal alleen maar in haar hoofd bestaat: kokend heet water en slappe broccoli over haar buik gieten als ze op de kruimeltafel in de kantine ligt, een meisje bevriezen op haar koelvriesafdeling of samen met alle klanten de hele Vandebroekvloer volgieten met zuivel (en ik dacht aan de pindakaasvloer) (en daardoor dacht ik aan Ernie) (en elk boek dat me doet denken aan Ernie is een goed boek).

Of ook. Een klant vraagt om kreukelfriet maar dat is er niet, en Sarlag raadt hem ribbelfriet aan. Waarna ze peinst aan alle producten die geribbeld kunnen zijn: een grappige, en weeral enigszins kinderlijke opsomming. Totdat condooms zich in de opsomming wringen.

Ik dacht eerst: dit is hoe de banaliteit van Nederland, een banaliteit zo banaal dat wij beter spreken van Holland (Holland is waar Nederland te laag wordt om nog neder te mogen zijn en al haar holheid onverbloemd prijs geeft); dit is hoe de fantasieloze werkelijkheid; dit is hoe de aldag Sarlag langzaamaan opeet maar neen, naar het einde toe wordt het boek zelfs een slagje surrealistieser (en krijgt ook de proloog, gefocaliseerd vanuit een tussen laaglandse koeien levende jak, die proloog die mij in beginsel zo vergezocht leek, alle betekenis).

Het gaat niet om gekonsumeerd worden door een verpletterende roetiene in een sowieso weinig tot frivoliteiten geneigd land (wat ik, lezend, nog wel even dacht); het gaat, wel degelijk, om een verdriet dat zijn oorsprong vindt in Mongolië en door Sarlag nergens ontlopen kan worden. Het Mongolië waar haar vader wolkenjager was, haar broer Yul zo gek was op zijn playstation, de ger verplaatsbaar was, en de zomer helemaal zomer was met de rendiermensen van de taiga, met het meer van Hövsgöl waar ze woonde en het Ulanbataar waar ze studeerde (wat door mij nooit los gezien kan worden van de rockband Ulan Bator & hoe ik hou van hun En France wat volgens mij niet eens hun beste seedee is) (de Mongolië-passages -ja om en om komt het verleden beslag nemen van Sarlag, de lezer en Een soort eelt– –om en om wat– —om en om de hoofdstukken natuurlijk let dan ook op truttemie—; welaan dus, de Mongolië-passages zijn erg mooi, erg beeldend, erg sprekend beschreven, dit leer je niet uit films of boeken of gesprekken, een mens zou haast gaan denken dat Bouwman langstwijlen in Mongolië woonde). Verdriet vloert. Plat op de vloer. Er is geen verder neer mogelijk.

Misschien zegt Bouwman iets te vaak “zich ergens toe verhouden”, misschien gaat het iets te vaak over (tong)kussen met jongens, misschien is het iets te vaak gewild poëties (zoals in een hap sneeuw nemen die “naar oplossingen [smaakt]”) maar alles bij alles is Een soort eelt een cadeau voor de bespreker: het beste boek om alle voorgaande boeken mee te vergeten.

Dit is een mooi boek.
Dit is een poëties boek.
Dit is ondanks dat hele grote verdriet een hartwarmend boek.

Ik zou haast zeggen: dit is een leuk boek. Ware het niet dat dat een beetje een lullig en besmuikt woord is. Wat is leuk een schaap is leuk zeggen de mensen dan. Of een jak. Is ook leuk. Ja. Een jak is ook leuk.


Rinske Bouwman Een soort eelt recensie

Een soort eelt

  • Auteur: Rinske Bouwman (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 11 januari 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 16,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Rinske Bouwman

Tragikomische debuutroman over verdriet, familie en de kracht van verhalen.

De Nederlandse Sarlag is grotendeels in Mongolië opgegroeid en keert als studente terug naar Utrecht. Ze draagt een groot verdriet met zich mee, maar heeft veel talent om dat uit de weg te gaan. Tijdens de lange dagen die ze maakt op haar werk op de koel-vriesafdeling van de supermarkt, boetseert ze half gesmolten vriesproducten tot vleesbeeldjes en kalmeert ze zichzelf door haar favoriete feiten op te noemen.

Gaandeweg wordt duidelijk wat er gebeurd is in haar gezin, maar ondertussen heeft het onverwerkte verdriet zich al vastgezet in Sarlags lichaam en vindt er een absurde metamorfose plaats.

​Rinske Bouwman (1988) is een Utrechtse theatermaker en schrijver. Haar voorstellingen speelden op verschillende festivals en in theaters in Nederland. Haar teksten zijn macaber en humorvol. Vaak is rouw een hoofdthema in haar werk, dat ze met een lichte toon en absurde inslag hoopvol maakt. Een soort eelt is haar debuutroman.

Bijpassende boeken en informatie

Ellen Heijmerikx – Broer, moordenaar

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar autobiografische roman, recensie en informatie over de inhoud. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Ellen Heijmerikx.

Ellen Heijmerikx boeken en informatie

Ellen Heijmerikx is op 27 maart 1963 geboren in Beverwijk. Voordat ze schrijver werd, volgde ze lessen bij kreeg les van auteurs als Jan van Mersbergen en Ton Rozema. Haar debuutroman Blinde wereld verscheen in 2009, gevolgd door de roman Wij dansen niet in 2011. In 2015 werd haar derde roman En nooit was iets gelogen is in 2016 uitgegeven.

Veel van haar werk heeft een autobiografisch karakter alhoewel de romanvorm meestal door haar gekozen is. En dat is ook weer het geval met deze nieuwe roman die in januari 2024 zal worden uitgegeven.

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar recensie van Tim Donker

Het is dat ik niet goed weet hoe ik moet schoren met mijn voeten, anders zou ik zeggen dat het niet anders is dan schoorvoetend dat ik hier sta. Schoorvoetend om te spreken, en te zeggen. Te zeggen iets, te spreken over dit hier boek dat Broer, moordenaar heet en dat misschien zoiets als een schuldig pleziertje voor me was. Wat is een schuldig pleziertje?, u vraagt, en Een schuldig pleziertje is een pleziertje dat een mens misplaatst acht, ik zeg. We zijn allen kalvinisten, ommers. Plezier kan ons doen schrikken.

Omdat we onszelf niet het soort persoon achten plezier te beleven aan iets als dit. Omdat we vinden dat plezier hier niet in de haak is. Of omdat het plezier hier om allerlei redenen te schaamtevol aanvoelt om er rond voor uit te durven komen. En zeg nu zelf, plezier is in zichzelf al iets raars. Plezier is niet altijd plezierig hoor.

God, er was al van bij aanvang zoveel mis met dit boek. Dat omslag alleen al. Het is met afstand het lelijkste omslag dat ik in de afgelopen vijf jaar zag. Die getraliede schaduwen waarvan het knooppunt net op haar neus zit. Die ontevreden, verbitterde trek om haar mond. Het onderwerp net náást het midden, zo leer in je in de eerste les op de fotogravenvakschool. Het duister te duister, het licht te uitgekiend. Alles verbeeldend een bedacht soort realisme. Bovenin die titel, ja die titel, wat een rare titel is dat. Broer, moordenaar doet denken aan. Broer Konijn of Grote Broer of broer mongool maar dat laatste is iets van vroeger, iets van het gezin dat we waren maar het kwam van televisie en we waren in die tijd nog niet zo woke en dus waren we vrij want we gingen niet gebukt onder de tirannie van Goede Smaak.

Hoe moet ik zo’n titel duiden? Als introductie van de broerfiguur uit het boek? Is Broer, moordenaar kort voor “Dit is mijn broer, hij is een moordenaar!”? Is zijn moordenaarschap neven- of ondergeschikt aan zijn broerheid? Het blijft toch je broer he maar hij is wel een moordenaar. Hij is een moordenaar, maar ook mijn broer. Hij is mijn broer en bij een van de vele andere aspekten die hem kenmerkt, hoort ook het feit dat hij een paar moorden op zijn geweten heeft. Wie broer zegt zegt moordenaar.

En aan dit, mensen, liggen feiten ten grondslag.

Toen dacht ik aan mijn moeder. Want die hield daarvan. Ik weet nog hoe we samen op de bank zaten en video’s keken. Het was het begin van de jaren negentig, we waren net naar Eindhoven verhuisd en we keken de ene na de andere film op onze nagelnieuwe videorecorder. Er was een videotheek op loopafstand, dit was de grootstad, dit was het ware leven, we kwamen uit een piepklein dorp waar nooit wat te beleven viel, maar hier had je het divertissement voor het oprapen van zodra je één stap over de drempel zette. Videoavonden. De ene keer ging ik de banden halen, de andere keer zij. Degene die de banden ging halen, nam op de terugweg een versnapering mee. Meestal een zakje pistachenoten want daar waren we allebei dol op. De films die mijn moeder uitkoos zaten steevast vol drama. En altijd keek ze me tijdens de heftigste scene van opzij aan en zei dan: Dit is waargebeurd! En dan was het aan mij om Tsss te zeggen of Je houdt het niet voor de waarheid! of tistochgodsgeklaagd.

Ik zou Broer, moordenaar in de videorecorder kunnen steken – het zou me niks verbazen als er beeld verscheen. Vanaf de Midnight express-achtige openingsscene, ademt heel dit boek een hollywoodiaanse orkestratie. Een filmische montage; je ziet dit boek eerder dan je het leest. Terwijl het toch een aanklacht beoogt te zijn, zo is mijn gevoel erbij althans: als een Astrid Holleeder maakt Ellen Heijmerixk in haar Broer, moordenaar geheten Judas hoe verdorven de broer feitelijk is.

Ofnee. Dat laatste is een oneerlijke vergelijking. De Egbert uit dit boek is bij lange geen Willem. Maar hij heeft wel heel echt moorden gepleegd, en Ellen is zijn hele echte zus.

Het verleden dat ze delen is voorwaar niet pijnvrij. Ze groeiden op in een soort sekte, “de Broeders”. Het was er alles jolijt en halleluja en liefde voor God en voor elkaar en wie het niet wist kon het nog eens goed ingestampt krijgen. De ouders van Egbert en Ellen waren niet vies van stevige tuchtigingen. De lezer vangt daar slechts glimpen van op maar het is in ieder geval duidelijk dat er een bankschroef aan te pas kwam. Ja dan ben je niet langer bezig om naar beste eer en geweten, desnoods via krasse weg, eerzame mensen van je kinderen te maken (want wie zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet, hee?); dan ben je gewoon een sadistische eikel. Dat snap ik. Maar waarom blijft zoveel van dit verleden buiten het boek? Waarom krijgt de vader totaal geen gestalte (anders dan een -nogal groot- skelet in de kast), waarom wordt er niet iets dieper ingegaan op wie of wat deze “Broeders” waren, waarom krijgt de lezer niks te weten over andere broers en zussen van Egbert en Ellen? De moeder toont zich niet totaal onmenselijk. In “wel doen en niet omzien” is ze nog niet volleerd: ze wil haar kinderen overduidelijk niet zonder slag of stoot aan die liederlijke buitenwereld prijsgeven, al kiest ze uiteindelijk toch liever voor haar man en voor “de Broeders” dan voor haar kinderen, wat haar als moeder onmiddellijk diskwalificeert – ook daarin kan ik Ellen geen ongelijk geven.

Maar als lezer blijft er net iets teveel te raden over. Raden is goed, maakt een roman sterker, maar bij een (pseudo-?)autobiografisch gewrocht als dit moet ik raden naar dingen waarnaar ik niet raden wil maar die zonder invulling teveel witte plekken overlaten. Wat gebeurde Ellen en Egbert nadat ze “de Broeders” verlieten? Wie is die Douke, Egberts vrouw, en waarom is zij niet bij hem nu Egbert stervende is en hij kennelijk alleen zijn zus nog naar zich toe roepen kon om hem bij te staan? Wat is dat met dat huwelijk van hem, hoe is dat afgelopen en waarom? Welke “droom” die Douke kennelijk had, moet Egbert gaan waarmaken in Belize? Hoe zit het met dat partytentenbedrijfje dat hij had en de manier waarop hij zijn zakenpartner een loer heeft gedraaid? Waarom verlaten Santi en zijn ouders Egbert uiteindelijk en waarom moet Santi, de jongen die de langste tijd toch zo dol op Egbert leek te zijn, hem als laatste woorden zoiets gemeens toefluisteren? Waarom wordt dat allemaal aangestipt, maar niet nader uitgelegd?

Naar Belize, dus, is Egbert gegaan, in een poging zijn huwelijk te redden ofzoiets, mij moet je ook niet aankijken want ik weet er ook niets van. De poging is hoe dan ook niet geslaagd: nu gaat Egbert dood en zus Ellen is de enige stervensbegeleider die hij bedenken kon. Die het ook niet tot het eind toe volhouden kon; haar weerzin tegen broer Egbert en zijn kerfstok (en wat daarop is) wint het toch van haar zusterlijke liefde (en ook zijn er mensen die thuis op haar wachten maar die blijven in dit boek ook maar gezichten in de menigte). Doch omdat Ellen niet het allerganzelijkste achterste van haar tong laat zien, wordt die weerzin voor mij als lezer toch niet volledig invoelbaar. Er vonden gruwelijkheden plaats. Ja. Waar. Moorden. Verkrachting. Alles waar. Maar Egbert werd overvallen, daarbij meedogenloos mishandelt en voor dood achtergelaten. Alles met het kennelijke doel hem weg te jagen uit Belize. Dat Egbert eenmaal weer op de been er als een Charles Bronson voor kiest om wraak te nemen op zijn overvallers, zou niet mijn keuze zijn. Ik zou zonder de minste gene mijn staart tussen mijn benen nemen, en het eerste vliegtuig terug naar Nederland. Maar er is Egbert zoveel aan gelegen om Doukes droom waar te maken, wat die droom ook wezen mogen, dat hij zich als hard en onverzettelijk wenst te tonen. In een door-en-door criminele omgeving als Belize moeten ferme jongens stoere knapen daarvoor kennelijk tot het uiterste gaan, en tot het uiterste ging Egbert. Zijn daden zijn verwerpelijk, maar zijn gevoelens erachter zijn begrijpelijk. Ik zou die corrupte agent die de overval en mishandeling die Egbert komt rapporteren alleen maar met nog een paar extra bedreigingen kan beantwoorden óók het liefste onthoofd willen zien maar ik zou hem niet, zoals Egbert, werkelijk onthoofd willen zien. Dat de praktische bezwaren die tussen droom en werkelijkheid staan voor Egbert in zijn omgeving niet gelden maakt hem misschien hardvochtig; een psychopaat of een monster kan ik echter niet in hem zien: hij heeft zich voor zijn daden willen aangeven bij de politie -waaruit berouw blijkt-; een aangifte die echter niet tot straf leidt maar van hem zelfs, uiteindelijk, een soort dorpsoudste maakt. In die functie moet hij een keer beslissen over het lot van een vooronderstelde crimineel die hem voor de voeten wordt geworpen (onduidelijk waar deze man van verdacht wordt). In plaats van de dorpelingen de lynchpartij te gunnen waar zij zo overduidelijk naar dorsten, roept hij op tot een “eerlijk proces” (voor zover mogelijk in Belize), waaruit een geweten blijkt. Een gewetensvolle berouwling is geen psychopaat, lijkt mij.

De vraag waarrond dit boek gesponnen is, en die Ellen zichzelf ook herhaaldelijk stelt, te weten: is zij, omdat ze dezelfde opvoeding heeft gehad, tot hetzelfde in staat als Egbert; legden “de Broeders” de voedingsbodem voor de geestesgesteldheid die Egbert kon laten doen wat hij deed, vind ik dan ook oninteressant en erg gezocht. Het is niet alleen maar hun vreselijke jeugd, het is ook, het is vooral misschien zelfs, Belize die van “Broer” (zoals Egbert tot gekmakens toe genoemd wordt in dit boek) een “moordenaar” maakte.

Op sommige vlakken vind ik Egbert zelfs redelijker (want, okee, mogelijkerwijs emotielozer)  dan Ellen. Ten opzichte van “de Broeders” maakt zijn weigering in hen waarlijk slechte mensen te zien, hem in mijn ogen een weinig sympathieker dan Ellen die zich aan haar haat wenst vast te klampen. Nee, geen enkele lezer met een beetje verstand in zijn kop (en/of gevoel in zijn lijf) zal Egbert in zijn hart sluiten maar de Ellenfiguur maakt zichzelf ook niet biezonder geliefd (al zijn de passages over de agressie en misogynie in haast elke religie bijzonder raak en heeft zij daar al het gelijk van de wereld aan haar zijde).

Dat alles verwoord wordt in een vettig RTL4-taaltje dat doorspekt is met popularismen als “shaken”, “issues”, “gasten omleggen”, “opzouten”, “kachelen” (god wat haat ik dat woord), “ogen sluiten” (als eufemisme voor dood gaan), “zijn klokkenspel” (zijnde zijn geslachtsdelen), “pensionado” (god wat haat ik dat woord), “locals”, “een plannetje popt op”, “[ergens mee] dealen”, “caretaker”, “kast” (steevast gebruikt voor “borst” en in deze zin al na een paar pagina’s hyperirritant), “community”, “mindfuck”, “property” helpt ook nog eens niet mee.

Of. Naja. Ik zeg.

Vettig, zei ik. De taal als sjuu, of als ve-tsin voor mijn part, die maakt dat je deze hapklare brokken gedachteloos naar binnen blijft lepelen. Broer, moordenaar roept vele vragen op; vragen die Heijmerikx goeddeels onbeantwoord laat maar dat weet de lezer pas als hij het laatste woord gelezen heeft, en bij die laatste zin had ik, zoals Spinvis zou zeggen, “zelfs een echte traan” waardoor ik me er niet eens heel erg rot onder voelde dat het boek me partiëel onbevredigd achter liet. Dit boek lezen was me als een hamburger van een fastfoodketen nuttigen: je had honger en de burger was niet eens zo rotslecht als je hem graag had willen vinden. Daar zit je met je familie, achter het rijdoor-loket op de parkeerplaats, de vettige bakjes overal op je schoot (waarom geven je kinderen hun afval toch altijd aan jou?). Graag had je de hele rommel half opgegeten in het vuilnisvat zien verdwijnen, graag had je een tirade kunnen afsteken die begon met Ja kinderen en daarom moet je nooit fastfood eten (je had iets willen zeggen over slow food, over sommige dingen moeten langzaam, over aandacht, over liefde had je willen praten maar je zit daar maar met je vette bek en je afval en je zwijgen en je milkshake-adem) maar daar was het gewoon niet slecht genoeg voor, daar moet een mens eerlijk in zijn. En je weet dat je voorlopig niet meer zoiets zult eten maar je weet ook dat je jezelf niet beloven kunt dat je nooit meer zoiets zult eten.

Zoiets dus. Dat ik Broer, moordenaar niet zo slecht vond als ik het dacht te moeten gaan vinden. Dat is het niet geheel zonder smaak genuttigd heb. Dat het daarom mijn schuldige pleziertje was. Dat het zoiets is. Maar dat ben ik maar.

Want hamburger en een echte traan: miljoenen mensen zijn daar dol op. En zij hebben geen verdere aansporing meer nodig.


Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar

Broer, moordenaar

  • Auteur: Ellen Heijmerikx (Nederland)
  • Soort boek: autobiografische roman
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Ellen Heijmerikx

Wanneer haar ernstig zieke broer belt vanuit Belize om te vragen of ze hem tijdens zijn laatste dagen gezelschap komt houden, moet Ellen een beslissing nemen. Ze weet dat hij van alles op zijn kerfstok heeft, zelfs een moord. Maar haar loyaliteit wint het van haar afkeer en ze boekt de reis. Ellen en haar broer zijn beiden opgegroeid binnen een religieuze sekte, beiden hebben ze de sekte inmiddels verlaten. Hun band is sterk.

In Broer, moordenaar volgen we haar broer in zijn begindagen in Belize, hoe hij probeert een nieuw leven op te bouwen en hoe hij verzeild raakt in criminaliteit. En we volgen Ellen, die haar zieke broer verzorgt en antwoord probeert te vinden op de vraag: als we dezelfde gewelddadige indoctrinatie hebben meegemaakt, en broer in staat is tot moord; wat zegt dat dan over mij?

Een ijzersterke roman over het onvermijdelijke verband tussen religie en geweld, voor de lezers van De meisjes van Emma Cline en Ik ga leven van Lale Gül. Ellen Heijmerikx baseerde het boek op haar eigen ervaringen.

Bijpassende boeken en informatie

Paulien Bom – De Stalenburg

Paulien Bom De Stalenburg recensie en informatie boek en memoir van een antroposofische jeugd. Op 7 januari 2025 verschijnt bij Uitgeverij Querido Facto het boek van Paulien Bom over een antroposofische erfenis. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Paulien Bom De Stalenburg recensie en informatie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van De Stalenburg, Een antroposofische erfenis, geschreven door Paulien Bom, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Paulien Bom De Stalenburg

De Stalenburg

Een antroposofische erfenis

  • Auteur: Paulien Bom (Nederland)
  • Soort boek: memoir
  • Uitgever: Querido Facto
  • Verschijnt: 7 januari 2025
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over de antroposofische jeugd van Paulien Bom

Een kritische maar liefdevolle terugblik op een antroposofische jeugd.

Ruim een halve eeuw later keert Paulien met haar broers terug naar hun ouderlijk huis, De Stalenburg, een ruime hoeve in de buurt van Zeist. Hoewel het pand grondig is verbouwd, hangt de geur van vroeger nog in alle vertrekken. Dwalend door de grote kamers haalt ze herinneringen op aan haar jeugd. Aan de extreem sobere, anti-materialistische levenswijze van haar ouders. Aan hun spirituele groei en hun werk voor de goede zaak. Aan de biologisch-dynamische maaltijden en de Vrije School. En aan het idee dat de wereld was verdeeld in ‘wij’ en ‘zij’.

In De Stalenburg maakt Paulien Bom de balans op van een jeugd vol idealen. Welke zijn het waard om door te geven aan haar kinderen en kleinkinderen? Maar zeker ook: welke heeft ze als belastend of zelfs schadelijk ervaren? Dat ze uiteindelijk besluit om zich los te maken van de antroposofie is geen afrekening – eerder een bevrijding, of minstens het opgeluchte besef dat de wereld groter is dan die van Steiner.

De ramen van De Stalenburg kunnen na jaren eindelijk open.

Paulien Bom (1954) werkte als verpleegkundige op consultatiebureaus en gaf cursussen voor ouders. Ze publiceerde onder andere Groeiwijzer van nul tot één jaar en Groeiwijzer één tot vier jaar (met Machteld Huber), Als het misgaat thuis (met Herman Baartman) en Kinderen en grenzen stellen. Na een val op haar hoofd, die haar het werken lang onmogelijk maakte, schreef ze Op de kop getikt. Aan het wel en wee van opgroeien met idealen, waaronder de antroposofie, wijdde ze Bevlogen & belast.

Bijpassende boeken en informatie

Marja Pruis – Huiswerk

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 19 september 2023 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marja Pruis.

Marja Pruis Huiswerk recensie en informatie

Marja Pruis is op 26 oktober 1959 geboren in Amsterdam. Ze is redacteur en criticus van De Groene Amsterdammer. Haar romans BloemDe vertrouweling en Atoomgeheimen ontvingen nominaties voor De Gouden Uil, de AKO Literatuurprijs en de Anna Bijns Prijs. Voor haar essays en columns, gebundeld in Kus me, straf meGenoeg nu over mijOplossingen en Boos meisje, ontving ze de Jan Hanlo Essayprijs, de J. Greshoff-prijs en de Heldringprijs. Haar roman Zachte riten stond op de shortlist van zowel de ECI- als de Libris Literatuurprijs.

Recensies van het nieuwe boek van Marja Pruis

  • “In Huiswerk maakt Pruis gebruik van alles wat haar essays zo aantrekkelijk maakt en voegt daar de kracht van fictie aan toe […] een uitmuntende romancier.” (De Standaard, ∗∗∗∗)
  • “Met soepele zinnen die als een mes door de boter glijden trekt ze de lezer het verhaal in. Heerlijk!.” (Het Parool)
  • “Huiswerk blinkt van het taalvernuft.” (Trouw)
  • “Marja Pruis weet van haar heerlijke slimheid ook iets pijnlijks te maken.” (NRC, ••••)

Marja Pruis Huiswerk recensie

Huiswerk

  • Auteur: Marja Pruis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 19 september 2023
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Marja Pruis

Clara Feij is in het mooiste huis van Amsterdam komen wonen, vindt ze zelf. Schoonmaken laat ze over aan een stoet van werksters, gevlucht uit eigen land. Als Rose bij haar binnen komt, verandert alles. Hoe kun je iemand helpen, als je niets van haar weet? En hoe blijf je iemand vertrouwen, als alles tegen haar pleit?

Huiswerk is een confronterende roman over intiem geluk en huiselijk verraad. Over de baas zijn en dat niet willen zijn. Met grote precisie legt Marja Pruis de verwarring bloot waarin de westerse mens met zijn goede bedoelingen gevangen zit.

Bijpassende boeken en informatie

Milouska Meulens – Moederland

Milouska Meulens Moederland. Op 6 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff de debuutroman van de Curaçaos-Nederlandse schrijfster en tv-maker Milouska Meulens. Hier lees je informatie over de inhoud, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast kun je hier de boekbespreking en recensie lezen van Moederland, de eerste roman van Milouska Meulens.

Milouska Meulens Moederland

Milouska Meulens is geboren op 24 juni 1973 in Curaçao. Ze is vooral bekend geworden door haar werk voor de televisie bij Zembla en presenteerde het Jeugdjournaal, Kinderen voor Kinderen en Vroege Vogels. Maar misschien is ze nog wel het meeste bekend geworden doordat ze De Mol was in het televisieprogramma Wie is De Mol? Tegenwoordig presenteert ze het radioprogramma De Nacht is zwart op NPO-radio 1 en schrijft columns en kinderboeken. Haar debuutroman Moederland waarover je hier alles leest, verschijnt in maart 2024 bij uitgeverij Meulenhoff.

Waardering en recensie van Moederland de debuutroman van Milouska Meulens

  • “Een prachtig boek. Het is zo eerlijk geschreven, zo vol liefde, poëtisch en open. Milouska Meulens heeft me met dit boek geraakt. Ik hou van haar helderheid, haar kracht en haar moed om echt te delen en kwetsbaar te zijn.” (Romana Vrede)
  • “Moederland is een rauwe, liefdevolle vertelling over afscheid nemen van een ontbrekend thuis en houvast vinden in chaos. Met chirurgische precisie schrijft Milouska Meulens over het teder doorknippen van het wurgkoord van de loyaliteit – waarna er eenzaamheid volgt, maar óók liefde en dankbaarheid. Tot deze hyperpersoonlijke maar universele thematiek zullen velen zich kunnen verhouden. Iedereen moet dit lezen.” (Erik Jan Harmens)

Milouska Meulens Moederland

Moederland

  • Auteur: Milouska Meulens (Curaçao)
  • Soort boek: Curaçaos-Nederlandse roman
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 6 maart 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / paperback
  • Prijs: € 22,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Milouska Meulens

in prachtige, wervelende taal brengt Milouska Meulens verschillende culturen en tijden, Nederland en Curaçao, tot leven en legt ze trefzeker maar subtiel steeds de vinger op de zere plek

Wanneer op Hemelvaartsdag 2017 haar vader overlijdt, belandt Milouska Meulens in een depressie. De daar­opvolgende jaren strandt haar tweede huwelijk en raakt ze haar baan kwijt. Als ook nog de pandemie toeslaat, besluit ze haar kinderen bij hun vader te laten en naar haar moeder te gaan. Ze kan niet meer.

Bij haar moeder mag ze schuilen, zonder schaamte voor het Grote Falen. Haar moeder, die een onbarmhartig verleden meetorst. Haar moeder, van wie ze leerde om zich groot te houden. ‘Laat ze nooit je pijn zien, Uka,’ zei ze altijd, ‘dan kunnen ze niet van je winnen.’ Haar moeder, die gebleven was toen haar vader het gezin in de steek liet en terugging naar Curaçao. Haar moeder, die voor het eerst echt in staat is om voor haar kind te zorgen.

In negen maanden kruipt Meulens uit het donker naar het licht. Haar moeder en zij praten voor het eerst over de depressie die ze beiden kennen, over hun afkomst, over opgroeien zonder vader, over religie, over wie ze allebei zijn, en wie ze voor elkaar zijn en waren. Ze legt de puzzelstukjes van het verleden bij elkaar en leert beetje bij beetje haar eigen familiegeschiedenis kennen – ook de periodes die onder het tapijt zijn geschoven.

Moederland is de zoektocht van een vrouw die alles kwijt is en die in de donkerste periode van haar leven wil weten wie ze echt is en waar ze thuis is: vaderland of moederland? Die vragen kan Meulens alleen beantwoorden als ze weet waar ze vandaan komt, waar haar moeder en vader vandaan komen, als ze stopt met vluchten, eindelijk de façade afbreekt en de schaamte trotseert. Met de antwoorden die ze vindt, begint het herstel.

Bijpassende boeken en informatie

Forugh Karimi – Nargis

Forugh Karimi Nargis. Op 2 december 2023 verschijnt bij Meridiaan Uitgevers het nieuwe boek van de Afghaans-Nederlandse schrijfster Forugh Karimi. Je leest hier informatie over de inhoud van het boek en de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Nargis, het nieuwe boek Forugh Karimi.

Forugh Karimi Nargis

Forugh Karimi is in 1971 in Kabul, de hoofdstad van Afghanistan, geboren. Toen ze vijfentwintig jaar oud vluchtte ze met haar man naar Nederland. Hier studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na afronding van haar studie ging  ze aan de slag als psychiater en psychotherapeut en opende haar eigen praktijk in Den Bosch.

In 2022 verscheen haar debuutroman De moeders van Mahipar waarvoor ze veel lof en de Hebban Debuutprijs 2023 ontving. Haar nieuwe boek, de novelle Nargis waarover je hier veel informatie kunt lezen is eerst verschenen als Brabants boekenweekgeschenk.

Recensie van Nargis van Forugh Karimi

  • “Ik wilde niet te snel lezen; ik genoot, want Forugh weet zoveel verhalen te verbinden met elkaar. Je leeft echt mee met de strubbelingen en strijd van deze familie. Een kleine, sublieme roman.” (Abdelkader Benali)

Forugh Karimi Nargis

Nargis

  • Auteur: Forugh Karimi (Nederland)
  • Soort boek: novelle
  • Uitgever: Meridiaan Uitgevers
  • Verschijnt: 2 december 2023
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 18,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Forugh Karimi

Het leven Nargis staat op zijn kop. Haar broer Omid zit vast, haar zus Niloufár beschadigt zichzelf, haar moeder zit wezenloos op de bank naar de Afghaanse televisie te kijken en haar vader zit avond aan avond stiekem wodka te drinken in de schuur.

Maar dan stelt haar broer Nagris een vraag die alles op scherp zet en is het aan haar om te ontrafelen wat er precies is misgegaan – en het gezin weer bij elkaar te brengen.

We zijn losse eilandjes, deinend op een zee die omvat wordt door de muren van ons huis. Ik denk dat die muren ons niet lang meer bij elkaar kunnen houden. Wij kijken elkaar niet meer echt aan. Iedereen begroet de lucht, elkaars voeten, de meubels waar de ander toevallig naast staat.

Forugh Karimi De moeders van Mahipar RecensieForugh Karimi (Nederland) – De moeders van Mahipa
Nederlandse roman
Uitgever: Meridiaan Uitgevers
Verschijnt: 1 februari 2022

Bijpassende boeken

Jeannette Parramore – Radiovrouw

Jeannette Parramore Radiovrouw, verhalen van een Vroege Vogel. Op 1 december 2023 verschijnt bij Uitgeverij Noordboek het boek met verhalen van Jeannette Parramore, de verslaggever van het radioprogramma Vroege Vogels. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud en de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Radiovrouw het boek van Jeannette Parramore.

Jeannette Parramore Radiovrouw

Jeannette Parramore is geboren in 1956. Ze was achttien jaar verslaggeefster van het radioprogramma Vroege Vogels dat iedere zondagmorgen van zeven tot tien wordt uitgezonden via NPO Radio1. Met haar kenmerkende stem deed ze verslag over de meest uiteenlopende onderwerpen die met de natuur te maken hebben. Eind 2023 leverde ze haar laatste bijdrage voor Vroege Vogels.

Radiovrouw, verhalen van een Vroege Vogel, waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen, is haar eerste boek. Het is een bundeling van fantasievolle natuurverhalen.

Jeannette Parramore Radiovrouw Verhalen van een Vroege Vogel

Radiovrouw

Verhalen van een Vroege Vogel

  • Auteur: Jeannette Parramore (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Noordboek
  • Verschijnt: 1 december 2023
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,90
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst boek met verhalen van Jeannette Parramore

Jeannette Parramore (1956) was een vertrouwde stem in Vroege Vogels. De extreme situaties (donker, koud, eng, verdwaald) waarin zij als verslaggever soms terechtkwam, werden de bron voor haar humorvolle en sprankelende verhalen, waarin ze fictie en waarheid op een bijzondere manier vermengt. Vanzelfsprekend spelen de natuur én de verwondering daarover de hoofdrol en vertelt ze en passant hoe een radioprogramma als Vroege Vogels gemaakt wordt.

Jeannette Parramore is natuurverslaggever en werkte vooral voor radio en televisie waar zij interviews, reportages en documentaires maakte. Haar radiodocumentaire Doodsverlangen (nps) werd genomineerd voor de Prix Europa 2006. Voor het populaire radio 1 programma Vroege Vogels (zondagmorgen tussen 7 en 10) heeft zij ruim 18 jaar gewerkt.

Bijpassende boeken

Hanna Bervoets – Leer me alles wat je weet

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 28 november 2023 verschijnt bij Uitgeverij Pluim de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Hanna Bervoets.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet recensie en informatie

Hanna Bervoets is op 14 februari 1984 geboren in Amsterdam. Ze volgde de bacheloropleiding Media en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam, met als specialisatie Televisie en Populaire Cultuur. Als student schreef Hanna Bervoets al filmrecensies en columns in stadsmagazine NL20. Kort daarna schreef ze voor ElsevierNRCde VolkskrantDe Correspondent en Das Magazin. De columns uit deze periode zijn uitgegeven in de boeken Leuk zeg doei (2010)Opstaan, aankleden, niet doodgaan (2013) en En alweer bleven we ongedeerd (2015).

Haar debuutroman Of Hoe Waarom verscheen in 2009, gevolgd in 2011 door de roman Lieve Céline. Haar derde roman Alles wat er was verscheen in 2013, Efter in 2014 en Ivanov in 2016 waarvoor ze de BG Literatuurprijs ontving, Fuzzie in 2017 en Welkom in het Rijk der zieken in 2019. Daarna werd ze gevraagd om het Boekenweekgeschenk voor 2021 te schrijven. Dat werd de roman Wat wij zagen. Ook in 2021 verscheen de verhalenbundel Een modern verlagen. Over de nieuwe en achtste roman van Hanna Bervoets, Leer me alles wat je weet die in november 2023 verschijnt kun je hier alle informatie vinden.

Recensie van Tim Donker

zegt iemand, zegt wie, zegt Paul: O dat boek heeft een hele slechte recensie gekregen in NRC –

ja en toen had hij het voor elkaar. Ik was op bladzijde 150 ofzo, toen hij dat zei. Maar voor elkaar had hij het.

Hij werkt nog niet zo lang bij ons, de Paul, maar de vraag Wat ben je op dit moment aan het lezen? is al een vaste waarde geworden als ik hem tref in het depot. Want hij leest ook, de Paul, hij heeft zelfs een paar boeken geschreven. En altijd als ik hem zie, vraagt hij me wat ik nu weer aan het lezen ben.

Wat ben je aan het lezen, Tim? Wat lees je nu weer, Tim. Ben je nog in iets moois bezig, Tim?

Wel. Ja. Wat lees ik? Ik was Leer me alles wat je weet van Hanna Bervoets aan het lezen en –

Dat boek heeft een hele slechte recensie gehad. In NRC. Niet om door te komen, vond de recensent. Vooral het middenstuk. Rommelig. Modderig. Loopt vast. Twee van de vijf, geloof ik.

Nou. Ja. Zeg. Ik vind het tot nog toe wel aardig, eigenlijk. Maar ik ben nog maar op bladzijde 150 ofzo en het –

Ja het is dik he. Vijfhonderd pagina’s dacht ik?

Eigenlijk bijna zeshonderd. Ja, het is dik dus ik heb nog heel wat te gaan maar vooralsnog vind ik het niet slecht.

De recensent vond vooral het middenstuk heel erg slecht. Dus succes.

Okee. Ja. Ik zal aan je denken als ik het boek uit pure ergernis uit het raam ga keilen.

En dan lachen we en dan gaan we want welaan de post moet ook nog bezorgd worden. Maar hij had het wel voor elkaar, de Paul. Al merkte ik dat pas die avond. Die avond, toen ik zat, en las. Het was pas laat op de avond toen ik genoeg stilte en genoeg duisternis om me heen verzameld had om verder te lezen in Leer me alles wat je weet en ik las niet eens veel; stombelde slechts een weinig voorbij pagina 200 of 220, wie zal het nu nog zeggen, wie nam er nota, wie schreef het op in zijn notitieblok. Maar ik dacht O shit. En dat de verdomde Paul het voor elkaar had. Wat een lichte Bervoetsvermoeienis had toegeslagen. Het zoveelste personage was geïntroduceerd en het was voor het eerst dat ik dacht O nee. Of Moet dat nou, al die mensen. Of gewoon een diepe zucht.

En kwam dat dan door de Paul. Of door die recensent. Wat maal ik immers om ennersee, ik vind ennersee op geen enkele manier gezaghebbender dan welk ander medium dan ook. Zelf lees ik geen kranten. Net daarom misschien, zou ik haast zeggen, lees ik geen kranten. Of spreekt ennersee hier gewoon recht en niet krom, en ben ik gestrand in wat men een “middenstuk” noemen kon, waar begint het midden, waar begint jouw lichaam, een boek heeft wel een kop en ook een staart maar toch is een boek nooit een paard. Ik weet het niet, ik dacht alleen maar, misschien kortstondig, dat ik niet zat te wachten op weer een figuur die een grote wending ging betekenen in het leven van Daniel de Koster.

Wie?

Daniel de Koster. Daarover gaat dit boek, en dat was ook wat ik er in eerste instantie het goede aan vond. Het boek is geschreven in de ik-persoon, maar de ik is niet Daniel de Koster. De ik is de geliefde van Daniel, Jody. En Daniel is trouwens dood. Dat vond ik goed, allemaal. Het deed me denken aan de woorden van Laurie Anderson over de detectiveroman, de enige romansoort waarlijk uitgevonden in de twintigste eeuw, want in de detectiveroman is de held al aan het begin dood.

Ja, een detectiveroman. Dat is ook een manier om Leer me alles wat je weet te benaderen. Want Daniel is dood en Jody onderzoekt hoe dat heeft kunnen gebeuren en daartoe speurt ze. Ze speurt heel Daniels leven af op zoek naar aanwijzingen. En dat is het ook zo’n beetje wat de lezer in deze “bijna zeshonderd” bladzijden krijgt voorgeschoteld: heel Daniels leven.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Een boek dat me doet denken aan woorden van Laurie Anderson kan niet echt slecht zijn. Daniel zelve is alvast ook niet slecht: een mens met een groot hart wordt hier beschreven. Een heldin die opkomt voor de verdrukten. In de jaren tachtig werkte ze met aidspatiënten; daarna zette zich een tijdlang in voor een anti-kwakzalverij-organisatie. Nog weer later: bekommernis om mensen die nog geen juiste diagnose hebben kunnen krijgen van hun arts; veelal vrouwen en veelal omdat artsen hun klachten achteloos weghonen als “psychisch” (ja dat is de medische stand voor u dames en heren) (zei daar iemand: mannelijk sjovinisme?). Dan: medische tuchtraad, de rechtszaken, het aanklagen. Een enkele keer draaft ze een weinig door, die Daniel, en doet ze meer kwaad dan goed. Maar alles gebeurt met een enorme inzet, liefde en een massa goede bedoelingen.

Veel?

Ja. Veel.

Te veel?

Ja. Nee. Ik weet het niet. Niet noodzakelijkerwijs misschien.

Want Bervoets portretteert Daniel nauwgezet, zo nauwgezet dat ze vlees aan haar botten schrijft, en bloed in haar aderen. Ik zag Daniel voor me, duidelijker dan ik boekpersonages doorgaans voor me zie (ze leek op Suzanne, een meisje dat bij mij in de klas zat toen ik havo 4 en 5 deed) (ik mocht Suzanne) (ik mocht Suzanne graag) (ik mocht Suzanne erg graag) (heel erg graag) (maar Daniel had springeriger, krulleriger haar dan Suzanne, dat wel). En ik ging van Daniel houden. Nu overkomt me dat vaker, zeker de laatste tijd, het zal de ouderdom zijn die me week maakt, maar ik sluit zeker niet elk boekpersonage in mijn hart. En verdomd, ik denk zo af en toe nog aan Daniel. Als een situatie er om vraagt. Ik vond Daniel in elk geval een stuk sympathieker dan ikpersoon Jody – Daniel ging ook sympathieker met de coronahysterie van weleer om (want ook dat komt voorbij in dit boek). Fluisterde een “Dank je” naar Bervoets omdat Daniels dood met nadruk niet corona-gerelateerd bleek te zijn (een vermoeden dat op enig moment wel in Jody’s hoofd opkomt).

Daniel werd me een huisgenoot van het soort waarop je gesteld raakt en waarmee je zo af en toe eens samen eet. Gesprekken aan de keukentafel. Niet al haar wederwaardigheden waren even interessant maar ik vond het wel leuk om ze te vernemen. Want de door de Paul of die recensent aangejaagde impasse bleek van tijdelijke aard: van een modderig of vermoeiend middenstuk heb ik weinig last gehad; ik ben blijven lezen en had het boek op een week tijd uit. Wat voor een bespreker misschien aan de lange kant is maar deze bespreker heeft meer te doen dan lezen alleen (uit het raam kijken bijvoorbeeld, of de gaten in het plafond tellen, of wachten op de dingen die komen gaan). Doorgaans verdwijnen boeken met een omvang als deze bij mij weer op de stapel – voor even of voorgoed – om plaats te maken voor andere boeken, van weeral een andere stapel. Maar dit “detectiveboek” hield me gezeteld. En geboeid. De lezer krijgt niet weinig over zich uitgestrooid. Een heel leven, als gezegd. Maar de “Wat als?”-vraag ligt steeds op de loer. Wat als we dit, wat als we dat. Had Daniel dan nog geleefd? Wat als? is een welbekend spel dat elkendeen weleens speelt. Wat als ik een andere studie was gaan doen, wat als ik die wereldreis had gemaakt, wat als ik betere gesprekken had gevoerd met mijn ouders, wat als ik ja had gezegd toen ik nee zei, wat als links was gegaan toen ik rechts ging, wat als ik vijf minuten later van kantoor was gegaan. Maar het Wat als?-spel is niet vrijblijvend; onder de oppervlakte liggen wezenlijke vragen over dat wat wij bij gebrek aan een beter woord “leven” noemen. Zou ons leven werkelijk anders zijn geweest als we andere keuzes hadden gemaakt? Bestaat vrije wil? Worden we bepaald door omstandigheden buiten onze controle om: biologie, opvoeding, capaciteiten, intelligentie. Is alles een reeks toevalligheden, of is ingrijpen tot op zekere hoogte mogelijk? Moeten we besluiten tot een deterministisch mensbeeld? Met de vraag of Daniel had kunnen blijven leven, werpt Bervoets veel meer, en veel algemenere, vragen op en dat maakt dat het detectiveboek evengoed als filosofisch werk kan worden gelezen.

En meer nog. Want Bervoets legt de loep ook elders. Kijkt met een kritisch oog naar kwakzalvers en anti-kwakzalverij-organisaties. Naar artsen. Naar de medische tuchtraad. Naar de opkomst van sociale media en de hetzes die zij kunnen veroorzaken. Daarbij gaat de schrijfster niet over één nacht ijs, ze confronteert de lezer keer na keer met de veelkantigheden van fenomenen. Want net als je denkt dat het goed is dat er mensen zijn die kwakzalvers aanpakken (ik was in de jaren 00 zelf een fervent anti-kwakzalver en las veel boeken en tijdschriften over dit thema), laat ze zien dat “kwakzalvers” niet perse gewetenloze oplichters zijn die er alleen maar op uit zijn mensen op hun kwetsbaarste momenten met goedkope rommel een poot uit te drajen. Er bestaan ook goede bedoelingen. Eén vrouw laat ze zeggen: “Placebo-werking is ook een werking”, en verdorie, dat had ik een paar weken geleden nog tegen mijn dochter gezegd toen ze toch heil ondervond van een door mij bekritiseerde neusspray. Er zit koren tussen het kaf, en dingen kunnen werken ondanks dat de wetenschap het tegenspreekt. Wetenschap zelf is trouwen niet onaantastbaar. En later, als je als lezer meer en meer overtuigd raakt van het nut, nee de volstrekte noodzaak van de medische tuchtraad, voor het gerecht al die sukkelende klote-artsen!, vind je in het boek steeds weer een oprecht goede arts die zijn werk bijna niet meer kan doen door alle protocollen; de verlammende angst om aangeklaagd te worden gaat een normaal functioneren in de weg zitten.

Dit zijn waardevolle dingen om over na te denken; dat de lezer aan het denken wordt gezet is sowieso al een goed teken. Goed, misschien had het iets minder gekund. Er komt een bonte stoet aan patiënten en kwalen voorbij in dit boek, met allen die voor hulp naar Daniel toe komen. Van een casusje of wat minder was Leer me alles wat je weet zeker niet slechter geworden. Het boek bevat naar mijn smaak ook iets teveel sexscenes; na Ipso facto, het boek waarmee Iegor Gran op meesterlijke wijze al die obligate sex in moderne romans persifleerde (verplichte kost voor iedereen met twee ogen in zijn kop) (één oog mag ook), doet voor mij iedere sexscene een beetje potsierlijk aan en bovendien voegt het zo zelden veel toe aan de loop van het verhaal (net daarom dat die sex bij Gran ook altijd zo totaal willekeurig, ongepast en bizar was). Ook zijn de metaforen bij Bervoets niet allemaal even trefzeker; de stijl had hier en daar een snufje minder wijdlopig mogen zijn. Maar dat zijn spijkers op laag water en voor Leer me alles wat je weet gaat geen zee te hoog. Of je deze hoge zeeën bevaren wil, ligt aan wat voor soort lezer je bent. Ik raad dit boek niet aan voor hypocriete lezers; ik bedoel die vervelende neppers die graag meer zouden willen lezen maar “er geen tijd voor hebben” (het moje aan lezen is juist dat je het overal kunt doen: in de trein in de bus op de plee in bad of gewoon bij jou thuis op de bank – dan laat je dat stomme Netnix eens keer een avondje uit!) en daarom alleen maar op vakantie lezen. Als je maar twee of drie boeken per jaar leest, moet Leer me alles wat je weet daar misschien niet één van zijn. Maar als je toch al tientallen boeken per jaar verstouwt zie ik geen enkele reden om dit boek links te laten liggen. En je kunt er, in tegenstelling tot wat sommigen suggereren, denk ik ook goed weken over doen. Lees andere boeken tussendoor. Keer daarna terug naar Daniel. Keer altijd weer terug naar Daniel. Ik was blij Daniel te leren kennen. Ik was blij na te denken over alle dingen waar Bervoets me over liet denken. Ik was blij Leer me alles wat je weet gelezen te hebben.

Hanna Bervoets Leer me alles wat je weet

Leer me alles wat je weet

  • Auteur: Hanna Bervoets (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 28 november 2023
  • Omvang: 600 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 27,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Hanna Bervoets

Dit boek gaat over Danielle – ‘Daniel’ – de Koster. Heldin volgens velen, knettergek volgens sommigen; Daniel leidt een bewogen leven. Na een aantal vormende omzwervingen vindt ze haar bestemming: ze gaat patiënten bijstaan, ‘kenniszoekers’ die nog geen medische diagnose hebben. Als een ridder in blinkend harnas zal ze haar zwaard ophouden voor hen die haar hulp nodig hebben. Zij, Daniel, zal onbaatzuchtig het goede doen. Maar hoe onbaatzuchtig is ze werkelijk? En hoe weet je wat het goede is? Wanneer Daniels reputatie verslechtert, voelt ze zich in het nauw gedreven.

En nu is Daniel dood. Jodie, haar grote liefde, wil weten waarom en gaat te rade bij de mensen die haar het beste kenden. Bij Sjoerd, met wie Daniel in de jaren negentig voor de hiv-vereniging werkte. Bij Daniels ex Barbara, die altijd een bepalende rol in haar leven bleef spelen. Voor hen was Daniel een getroebleerde vriend en complexe geliefde, die nooit echt heeft leren omgaan met haar eigen gemankeerde lichaam. Zo reconstrueert Jodie Daniels levensverhaal. Een modern heldenepos.

Leer me alles wat je weet is een diep romantische liefdesgeschiedenis, een familieroman zonder bloedverwanten en het verhaal van een tijdperk.

Bijpassende boeken en informatie