Categorie archieven: Nederlandse schrijfster

Anneke Brassinga – Crudités

Anneke Brassinga Crudités. 25 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij dit boek met literaire non-fictie van de Nederlandse schrijfster en dichteres Anneke Brassinga. Hier lees je informatie over het boek. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Crudités, het nieuwe boek van Anneke Brassinga.

Anneke Brassinga Crudités recensie

  • “In deze liefdesverklaring aan de taal laat Anneke Brassinga zien hoe glansrijk lezen kan zijn.” (Het Parool)

Anneke Brassinga boeken en informatie

Anneke Brassinga is op 20 augustus 1948 geboren in het dorp Schaarsbergen dat tegenwoordig een deel van de stad Arnhem is. Ze volgde de opleiding Literair vertalen aan de Universiteit van Amsterdam waarna ze een flink aantal vertalingen maakte van een aantal internationale literaire grootheden als Oscar Wilde, Vladimir Nabokov, Samuel Beckett, Patricia Highsmith, Hermann Broch, Jean Jacques Rousseau, Marcel Proust, en Jules Verne.

In 1987 debuteerde ze als dichter met de bundel Aurora. Er volgen in de decennia erna een tiental nieuwe bundels waarvan Verborgen tuinen uit 2019 de laatste is. Voor haar poëtisch oeuvre ontvangt ze in 2015 de P.C. Hooft-prijs. Naast gedichten publiceert Anneke Brassinga met enige regelmaat ook literaire non-fictie en proza. Haar prozadebuut Hartsvanger verschijnt in 1993 en over haar laatste boek met literair proza dat in januari 2024 verschijnt kun je hier alles lezen.

Anneke Brassinga Crudités

Crudités

  • Auteur: Anneke Brassinga (Nederland)
  • Soort boek: literaire non-fictie
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 25 januari 2024
  • Omvang: 368 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 24,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Boekenwereld / Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Anneke Brassinga

Als dichter, schrijver en vertaler is Anneke Brassinga kind aan huis bij het woord. Na veel te hebben geschreven over de onzekerheid der dingen, richt zij haar speelse, maar uiterst grondige manier van kijken nu op het fundament onder alles wat haar beweegt: de taal. Met wervelende eruditie verkent ze bijvoorbeeld de valkuilen en vreugden van het vertalen, de moed van George Orwell, het blauw van Anna Blaman, en Winnie-the-Pooh als oerboek. Brassinga toont haar beheersing van de taal in vele verschijningsvormen: columns, essays, poëzie, vertalingen, en zelfs een libretto worden dooreen opgediend. Tussen de regels is Crudités een pleidooi voor het weerbarstige en het ongemakkelijke van kunst en van literatuur in het bijzonder.

Bijpassende boeken en informatie

Sarah Sluimer – Geef je over

Sarah Sluimer Geef je over. Op 22 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Puim het boek van de Nederlandse schrijfster en columniste Sarah Sluimer. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Sarah Sluimer Geef je over recensie

Ook is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van het boek Geef je over, Een modern leven, geschreven door Sarah Sluimer.

Sarah Sluimer boeken en informatie

Sarah Sluimer is geboren in 1985. Ze studeerde theaterwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam en Performance Studies aan de Universiteit Utrecht. Na haar studie ging ze aan de slag als schrijfster, columnist en theatermaker.

In 2016 debuteerde ze met het boek Ontaarde ouders dat ze samen met haar vriend Willem Bosch schreef. De debuutroman van Sarah Sluimer, Keizer, verscheen in 2018, gevolgd in 2020 door de coronaroman De stilte. Haar nieuwe boek met beschouwingen over het gezinsleven waarover je hier alles kunt lezen verschijnt in februari 2024 bij Uitgeverij Pluim.

Sarah Sluimer Geef je over

Geef je over

Een modern leven

  • Auteur: Sarah Sluimer (Nederland)
  • Soort boek: non-fictie
  • Uitgever: Uitgeverij Pluim
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 216 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek van Sarah Sluimer

Een vrouw probeert een weg te vinden voor haarzelf en haar gezin in een roerige eeuw waarin onze maatschappelijke pijlers wankelen. Geef je over, aan de ander en aan dit boek.

Sarah Sluimer maakt in dit boek een transformatie door: van twintiger over wie het leven heen rolde tot getrouwde vrouw met drie kinderen. Moeder worden betekent dat je verhouding tot je lichaam verandert en de verhouding tot je eigen ouders in een feller licht komt te staan. Maar bovenal ben je niet langer de hoofdpersoon in je eigen leven. Je moet je leren overgeven aan het kleine collectief van je gezin.

Sluimers schrijven is humoristisch, en ook uitgesproken politiek, vooral als het aankomt op de strijd die vrouwen moeten voeren om een gelijkwaardig leven te kunnen leiden. Veel van de zogenaamde verworvenheden vallen weg zodra er kinderen in het spel zijn. Onze ideeën rondom moederschap zijn vaak teleurstellend conservatief.

Sarah Sluimer maakt van het schrijven over een gezin literatuur en verheft zo de waarde van het gezin en van het ouderschap.

Bijpassende boeken en informatie

Marijke Schermer – In het oog

Marijke Schermer In het oog. Op 23 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marijke Schermer. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbespreking en recensie van In het oog, de nieuwe roman van Marijke Schermer.

Marijke Schermer In het oog recensie en informatie

Zodra er boekbesprekingen en recensies verschijnen over de nieuwste roman van Marijke Schermer, kun je die hier lezen.

Informatie over Marijke Schermer

Marijke Schermer is geboren in 1975. Ze is actief als toneel- en romanschrijfster. In 2013 verscheen de roman Mensen in de zon, gevolgd door Noodweer in 2016. Haar definitieve doorbraak kwam met de roman Liefde, als dat het is uit 2019, die op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2020 stond. In de reeks wandelboekjes Terloops verscheen in 2021 het verhaal Gods wegen van haar hand. Haar nieuwste roman In het oog, waarover je hier alles kunt lezen verschijnt eind februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Marijke Schermer In het oog

In het oog

  • Auteur: Marijke Schermer (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 februari 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 23,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Marijke Schermer

Op een dag krijgt Nicola geen geld meer voor haar bacterie-onderzoek, terwijl ze iets groots op het spoor denkt te zijn. Op min of meer hetzelfde moment wordt ze volkomen onverwacht verlaten door haar geliefde. Dat verlies brengt eerdere verliezen naar de oppervlakte en brengt tevens verloren verlangens bij haar terug. Op drift geraakt hervindt ze de vrijheid. Ze gaat onverstoorbaar door met het kweken van haar bacteriën in een hoek van het laboratorium, en onttrekt zich aan de blik van anderen. Het onderzoek kan een duwtje in de rug gebruiken, en dat duwtje geeft ze dan ook. Ze ontmoet Louis, een man van wie ze volkomen in de ban raakt. Ze bespioneert hem en dringt buiten zijn medeweten zijn huis binnen – een relatie ontluikt. Zowel met Louis als met de leptotrichia animalis in haar laboratorium gaat Nicola haar goddelijke gang en lapt ze regels en normen aan haar laars.

In het oog is een roman over iemand die floreert als onderzoeker, maar zich het comfortabelst voelt als ze zelf in de schaduw blijft. Het is een roman over kijken en gezien worden, over bedrog, macht, machteloosheid en verantwoordelijkheid – in relaties en in het werkzame leven. En, bovenal, over de helende kracht van de liefde.

Bijpassende boeken en informatie

Sanneke van Hassel – Milde klachten

Sanneke van Hassel Milde klachten. Op 18 april 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek met verhalen van de Nederlandse schrijfster Sanneke van Hassel. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Sanneke van Hassel Milde klachten recensie

Ook is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Milde klachten, de nieuwe bundel met coronaverhalen, geschreven door Sanneke van Hassel, nadat deze gepubliceerd zijn.

Sanneke van Hassel boeken en informatie

Sanneke van Hassel is in 1971 geboren in Rotterdam. Ze studeerde Cultuurgeschiedenis en Theaterwetenschap aan de Universiteit Utrecht. Ze schrijft vooral verhalen maar heeft inmiddels ook twee romans op haar naam staan.

Het debuut van Sanneke van Hassel, de verhalenbundel IJsregen, verscheen in 2005. Sindsdien schreef ze nog zes andere verhalenbundels. Haar eerste roman Nest verscheen in 2010, gevolgd in 2017 door haar tweede roman Stille grond in 2017. Haar nieuwste boek met verhalen over de coronatijd waarover je hier alles leest verschijnt in april 2024 bij uitgeverij De Bezige Bij.

Sanneke van Hassel Milde klachten

Milde klachten

  • Auteur: Sanneke van Hassel (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 18 april 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 21,99
  • Boek bestellen bij: Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Sanneke van Hassel

Een gezin dat tijdens de lockdown een rampzalige 1 april viert, een schoonmaakster die in een leeg kantoor een vrouw treft die het thuis niet meer uithoudt en een huisarts die online wordt bedreigd. Zomaar een greep uit wat de personages uit Milde klachten meemaken tijdens de langslepende coronacrisis. Na de alom geprezen verhalenbundel Nederzettingen brengt Sanneke van Hassel negen korte verhalen die laten zien hoe een pandemie ons niet alleen bijeenbracht, maar ons vaak ook op tragische en soms absurdistische wijze uit elkaar dreef.

Milde klachten is een ingenieus weefsel van verrassende verhalen uit een tijd van geen handen schudden, spatschermen en blauwe luchten, van lief zijn voor elkaar, niet samen mogen komen en beperkende maatregelen. In herkenbare, indringende beelden schetst Van Hassel ons recente verleden en laat zien wat we delen, wat ons tot mens maakt.

Bijpassende boeken

Maria Kager – De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf

Maria Kager De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman, Op 18 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij De Arbeiderspers De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf de eerste roman van Maria Kager.

Maria Kager De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf recensie van Tim Donker

Dat het allicht toch weer het achterplat was, misschien.

Dat we daar stonden, in dat portiek van die flat van hem. En het stapeltje boeken dat aan de boekenstapels in mijn huis zou gaan toegevoegd worden. En praten over boeken lezen. En praten over vastlopen in boeken. Hij vertelde van een boek waarin hij bezig was geweest en waarmee hij maar niet verder kwam. Een lezersblokkade. Sommige boeken hebben dat soms. Ik zei Zou dat boek waarin je maar niet verder komt iets voor mij zijn misschien? En dat hij dat niet wist, en dat we het toen kregen over boeken die buiten alle verwachtingen in iets voor je bleken te zijn.

Stel dat je het in de winkel had zien liggen.

Ja. Stel. In mijn gedachten liep ik al menig maal door een boekwinkel. Een imaginaire boekwinkel. Een ideale boekwinkel. Een boekwinkel waar al die boeken die vroeger of later naast mijn leesstoel terecht komen gewoon op tafels liggen. Stel dat ik daar loop, en al die boeken zie liggen die mij in dat flatportiek ter bespreking in mijn handen geduwd worden. Welke zouden mijn aandacht getrokken hebben als ik geen bespreker was geweest, en niets mij in handen geduwd werd? Zoveel niet. Zoveel meer niet dan wel. Aan zoveel van de boeken die ik met heel veel plezier gelezen heb, zou ik zelfs in de imaginaire winkel straal voorbij gelopen zijn. Om het een. Of om het ander. Vanwege mijn vooroordelen met name. Je kunt niet van alles kennis nemen en daarom zijn vooroordelen zo verrotte handig. Vooroordelen maken je wijs kennis te hebben van alles waar je geen kennis van hebt.

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf van Maria Kager zou mijn aandacht nog wel getrokken hebben, denk ik. Daar, in de imaginaire boekwinkel. De ideale boekwinkel die alleen in mijn hoofd bestaat. Hij zat tussen het stapeltje dat me die keer dat we dat gesprek hadden in mijn handen gedrukt werd, dus vandaar dat ik het me afvroeg. Ik loop door de imaginaire boekwinkel, en ik zie De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf liggen. Dan grijsblauwe plaatje, het kader, de titel. Dat panopticum. Het panopticum interesseert me, ik weet niet waarom, het is een afwijking. Een flukse AC/DC-associatie zou de rest doen. Dat is een puberale associatie, ik weet het. Maar sedert ik de uiterst sympathieke autobiografie van Brian Johnson heb gelezen schaam ik me minder dat zelfs het lichtelijk debiele Thunderstruck een reden zou kunnen zijn om een boek ter hand te nemen. En mijn hand zou. Nemen. Mijn hand zou nemen.

(al is Thunderstruck geloof ik in de Arnhemse koepelgevangenis geschoten)

Maar mijn hand zou weer teruggeven. Aan boekentafel. Als ik gelezen had. Het achterplat. Met zo’n vader die niet vaderlijk is, en een verstoord evenwicht, en het noodlot ook nog eens ook, en dan zou ik nog willen zwijgen van die uitsmijter: “Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?”. Het klinkt verdorie als een slogan voor Warchild. (ik hoor marco borsato al zachtjes zingen) (of mag die borsato niet meer) (moet die borsato zich nergens meer mee moejen) (moet die borsato nu hij grenzen overschreed maar beter buiten onze landsgrenzen blijven misschien) (want we zijn zoon voorbeeldige maatschappij) (we zijn zo lief voor elkaar) (we doen elkander niets wat de ander niet wil) (we zijn zo schattig allemaal) (en wie anders denkt kan godverdomme zijn kop ingeslagen krijgen).

Ik ken dat nu wel, met die tirannieke vaders altijd. Zou ik denken. Terwijl ik doorliep. Naar de uitgang. Van mijn imaginaire boekwinkel. Hopend. Dat ik eenmaal buiten. Zou stoppen. Te denken. In halve zinnen.

In imaginaire of in echte boekwinkels, en bij uitbreiding ook in de wereld als geheel (de wereld als wil en voorstelling), zijn vooroordelen een handig stuk gereedschap. Ze kunnen je blik en je hoofd beschermen tegen overbelasting. Je kunt erdoor een beetje minder goed kijken, een beetje minder hard denken. En dus gewoon doorlopen.

Maar ik zag De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf niet liggen op een boekentafel, niet in enige werkelijke boekwinkel en ook niet in mijn allereigenste imaginaire boekwinkel. De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf werd me in mijn handen gedrukt in een flatportiek op de eerste vrijdag dat ik weer terug was op mijn oude wijk. En ik gooide het in mijn stuurtas, en zo kwam het (na al mijn andere postrondes) in mijn huis terecht. Waar ik zat. In leesstoel.

Wie is ook maar weer Frida Wolf, ik peinsde. Een paar minuten lang dacht ik dat het een oostduitse dichter was die in de jaren zestig en zeventig enkele experimentele bundels gepubliceerd had; ja ik kon zelfs menen ooit werk van haar gelezen te hebben, en dat ik het goed had gevonden. En dan dat grauwe panopticum, die dna-achtige wenteltrap. Waar ging dat heen? En toen las ik dat achterplat dus. Geen oostduitse dichter (met welke naam verwar ik?), en waarom moet die verdomde vormgever die dna-struktuur benadrukken? In combinatie met dat warchild-zinnetje op het achterplat komt het er een beetje te duimendik op te liggen op deze manier. Hou de lezer niet voor achterlijker dan hij is, vormgever.

Maarja, daarmee kun je je er niet vanaf maken als bespreker.

En zo’n Kager kan aan de vormgeving niets doen. Of aan het achterplat. Denk ik.

Dus dan toch maar lezen. Minimaal honderd bladzijden. Dat moet als je bespreker bent. Vind ik. Sommige boeken zijn maar honderd bladzijden, die hebben dan geluk. Maar bij Kager kwamen alle volgende bladzijden na die eerste honderd als vanzelf, want het is alweer even geleden dat ik een boek met zoveel plezier, met zoveel honger naar meer, met zo’n ongebreideld enthousiasme las, en bleef lezen.

Met de tirannie van de vaderfiguur viel het wel mee, vond ik (maar mijn vader was het niet). Ja, gans normaal is die man niet. Hij studeerde ooit voor psycholoog, maar werd gevangenisdirekteur. Hij heeft dwangneuroses, een vorm van smetvrees, is niet vrij van dictatoriale neigingen, en heeft net te weinig oog voor de behoeften en noden van zijn vrouw en dochter. Maar hij is ook innemend, intelligent, belezen, anarchistisch, en op een prettige manier onaangepast. En verderop in het boek zitten een paar erg moje vader/dochter-scenes. Als het later is. Als de omstandigheden zijn veranderd. Timofey Wolf is een memorabel boekpersonage; het soort van boekpersonage waaraan je nog vaak terug zult denken. Misschien wel een leven lang. Maar dat is maar mijn voorspelling.

Monumentale boekpersonages creëren is één ding; het beste uit je materiaal halen is een twede. Het materiaal van een schrijver is de taal en Kager lééft de taal. Kager ís de taal. Maria Kager haalt het beste uit de taal naar boven: haar woorden zijn poëties, haar woorden zijn muzikaal, haar woorden zijn mooi. Haar stijl is daarenboven biezonder flexibel. Het De gang van Metzelaar en Metzelaar geheten hoofdstuk is doorspekt met noten en krantenknipsel over de Haarlemse koepelgevangenis en leest als een essay, zonder, echter, dat de proza-struktuur wordt verlaten; er is een hoofdstuk waarin de tegenwoordige tijd wordt verruild voor de verleden tijd; in het hoofdstuk over dat “noodlottige ongeluk” zoals het achterplat dat wenst te noemen, wordt op uiterst meeslepende wijze gegoocheld met chronologie en het prachtige laatste hoofdstuk (waarover later meer) is geschreven vanuit de twede persoon enkelvoud; de je-vorm waarmee Jean-Marie Berckmans ook al zoveel moois wist te doen.

Met haar memorabele personages, haar licht-experimentele vorm en haar bedwelmende taal vertelt Maria Kager het verhaal van Frida Wolf, een meisje dat opgroeit vlakbij de Haarlemse koepelgevangenis. Haar vader is daar de direkteur en hun woning is bijna integraal onderdeel van zijn werkplek. Kager groeide net als Wolf op in Haarlem en studeerde net als Wolf literatuurwetenschappen; een mens kan zich afvragen in hoeverre De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf autobiografies is (er komt in het verhaal trouwens een Kager voor, een directeur van een andere gevangenis). Misschien daarom dat dit boek zo ontzettend sprekend tot leven komt. We volgen Frida van een vroegwijs meisje tot de moeder die ze in het laatste hoofdstuk is (moeder van een dochter, zwanger van een twede kind). Nog één keer keert ze terug naar de Haarlemse koepelgevangenis (minder sympathiek: zij, haar dochter en haar man wonen inmiddels in dat godverrekte klote-Amsterdam), om er, als een soort schrijver-in-residentie een Gouden Boekje te schrijven over die gevangenis (heeft Kager een Gouden Boekje geschreven?) (opzoeken, opzoeken) (ofnee, juist niet opzoeken, in het midden laten) (net zoals dat hoofdstuk met al die voetnoten – ik zou het net iets toffer vinden als ze al die feiten over de koepelgevangenis uit haar duim gezogen had) (ik heb goede herinnering aan mijn zoon Gouden Boekjes voorlezen toen hij nog een peuter was; sommige boekjes had ik al zo vaak voorgelezen dat hij mee ging doen terwijl ik las; het plukje op zijn kruin bewoog heftig heen en weer terwijl hij mijn handgebaren en mimiek nadeed). Hierbij heeft de puberende bakvis-Frida kleinstwijle minder mijn sympathie, alhoewel ik de gesprekken met de jongen aan wie zij haar maagdelijkheid verloor wel weer heel erg schoon vond (onder andere wat de beste Seinfeld-aflevering zou zijn) (Seinfeld kwam ook al voor in het De gang van Metzelaar en Metzelaar-hoofdstuk middels een rake opmerking van Kramer) (ik ervaar het in ieder geval inderdaad meer en meer als een gevangenis) (hoe ook: The parking garage vond Uri; Frida The soup nazi) (zelf zou ik The Chinese restaurant zeggen maar die andere twee zouden zeker in mijn top vijf eindigen; Frida’s keuze een weinig hoger dan die van Uri; die zou net onder The contest komen te staan denk ik).

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf kwam uit in januari 2024 maar ik verklaar het tot nader order al tot het mooiste boek van het jaar. En beer in geest dat dit Kagers debuut is. Als dit zo door gaat groeit Maria Kager met gemak uit tot de allerbeste schrijver die Nederland ooit heeft gekend. Ja. Wat een debuut. Wat een schrijver. Wat een boek.

FridaWolf boeken en informatie

Maria Kager is geboren in 1978 in Amsterdam en groeide op in Haarlem. Ze studeerde literatuurwetenschappen en promoveerde hierin op de Rutgers University in New Brunswick, New Jersey in de Verenigde Staten. Werk van Maria Kager verscheen eerder in een aantal tijdschrijfsten zoals Tirade, De Gids, Hard//Hoofd en De Groene Amsterdammer.

De roman De buitengewone geslaagde opvoeding van Frida Wolf is haar debuutroman die in januari 2024 verschijnt. Hier lees je uitgebreide informatie over de debuutroman van Maria Kager.

Maria Kager De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf recensie

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf

  • Auteur: Maria Kager (Nederland)
  • Soort boek: coming-of-age roman, debuutroman
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 18 januari 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de debuutroman van Maria Kager

Frida’s excentrieke vader is niet geschikt voor de rol van vader en ook niet voor die van gevangenisdirecteur. Hij doet op zijn manier zijn best, maar hij drinkt en rookt te veel, neemt zijn dochter mee uit stelen, geeft haar zelfverdedigingslessen met echte wapens en voelt meer affiniteit met de gevangenen in de koepel dan met zijn collega’s bij justitie. Als het fragiele evenwicht in het door de gevangenis gedomineerde gezinsleven wordt verstoord door een tragisch ongeluk, wordt de beklemming van de muren steeds heviger.

Jaren later vraagt Frida zich af in hoeverre de koepel haar leven heeft bepaald. Je kan het kind uit de gevangenis halen, maar hoe haal je de gevangenis uit het kind?

Bijpassende boeken en informatie

Corien van Zweden – Het geloof van mijn vader

Op 21 maart 2024 verschijnt bij Uitgeverij De Bezige Bij het nieuwe boek van Corien van Zweden – Het geloof van mijn vader. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, over de schrijfster en over de uitgave.

Corien van Zweden Het geloof van mijn vader recensie

Er is ook aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Het geloof van mijn vader, God en de oorlog in drie generaties, het nieuwe boek van de Nederlandse schrijfster en journalist, zodra deze in de media verschijnen.

Corien van Zweden boeken en informatie

Corien van Zweden is geboren in 1962. Ze studeerde theologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Na haar studie ging ze als vrijwilliger aan de slag in een tehuis voor verstandelijk gehandicapte kinderen in Karachi, Pakistan. Na terugkomst in Nederland was ze werkte als patiëntenvertrouwenspersoon in de psychiatrie.

In 2008 debuteerde Corien van Zweden met het literaire non-fictie boek De kunst van het rouwen, gevolgd in 2016 door het boek Een hapje uit de zon. Vijf gezichten van kanker. Haar derde boek, Borsten, de levensloop van een intiem lichaamsdeel lag in 2019 in de boekhandel. Haar voorlaatste boek Biografie van de baarmoeder dat ze samen met Marlies Bongers schreef, verscheen in 2022. In maart 2024 verschijnt het nieuwste boek van Corien van Zweden waarover je op deze pagina veel informatie, boekbesprekingen en recensies kunt vinden.

Corien van Zweden Het geloof van mijn vader

Het geloof van mijn vader

God en de oorlog in drie generaties

  • Auteur: Corien van Zweden (Nederland)
  • Soort boek: familiegeschiedenis
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 21 maart 2024
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 21,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het nieuwe boek van Corien van Zweden

‘Je mag ermee doen wat je wilt,’ zegt Kees van Zweden als hij op zijn sterfbed zijn dagboek aan zijn dochter Corien overhandigt. De dagboekteksten zitten opgeborgen in 33 volle ordners, tellen meer dan drie miljoen woorden en beslaan ruim 55 jaar.

Als Corien begint te lezen, wordt haar opnieuw duidelijk dat het leven van haar vader draaide om twee grote thema’s: God en de oorlog. Centraal staat een avond in 1943 waarop Kees als veertienjarige moest toezien hoe zijn diepgelovige vader vanwege zijn verzetsactiviteiten werd gearresteerd en weggevoerd. Pas veel later zal blijken dat de oorlogservaringen Kees ingrijpend in conflict hebben gebracht met het gereformeerde geloof waarmee hij werd opgevoed. Een leven lang bleef hij ermee worstelen en erover schrijven.

Tachtig jaar na die arrestatie volgt Corien het spoor terug. Langzamerhand ontdekt ze hoezeer zij zelf de worstelingen van haar vader en opa heeft geërfd. Hoe laat je de vragen van je ouders en hun ouders achter je?

Bijpassende boeken

Dorien Dijkhuis – Dezelfde maan

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan. Op 23 januari 2024 verschijnt bij uitgeverij Van Oorschot de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Dorien Dijkhuis. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en de uitgave.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan recensie

Als er een boekbespreking of recensie van de roman Dezelfde maan van Dorien Dijkhuis verschijnen dan zal onze redactie er aandacht aan besteden.

Dorien Dijkhuis boeken en informatie

Dorien Dijkhuis is in 1978 geboren in Apeldoorn, maar verhuisde in 1990 naar de Friese stad Sneek. Ze studeerde Taal- en Cultuurstudies aan de Universiteit Utrecht en specialiseerde zich in Latijns-Amerikaanse geschiedenis en cultuur. Na haar studie ging ze aan het werk als journalist en schreef artikelen over gezondheid, psychologie, gastronomie, kunst en literatuur. Vanaf 2013 studeerde ze aan de Schrijversvakschool in Amsterdam waar ze in 2019 afstudeerde.

Als tijdens haar studie aan de Schrijversvakschool publiceerde Dorien Dijkhuis verhalen en gedichten in een aantal literaire tijdschriften zoals Tirade, Extaze en Het liegend Konijn. In 2029 verscheen haar literaire debuut de dichtbundel Waren we dieren. Haar debuutroman Dezelfde maan waarover je hier alles weet verschijn in februari 2024 bij uitgeverij Van Oorschot.

Dorien Dijkhuis Dezelfde maan

Dezelfde maan

  • Auteur: Dorien Dijkhuis (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Van Oorschot
  • Verschijnt: 23 januari 2024
  • Omvang: 128 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Dorien Dijkhuis

Elk besluit dat we nemen betekent dat talloze andere mogelijkheden verloren gaan. Met dat gegeven in haar achterhoofd zoekt de hoofdpersoon in Dezelfde maan haar toevlucht op een eiland nadat haar leven plotseling een onverwachte wending heeft genomen. Omringd door mist en zee overpeinst ze de keuzes die haar op dit punt in haar leven hebben gebracht. Is niet kiezen ook een keuze? Hoeveel keuze hébben we eigenlijk? Volgen we het verlangen van het hart, ook als het hoofd het beter weet?

Dezelfde maan is een associatieve vertelling in de traditie van onder meer Het hoofdkussenboek (Sei Shōnagon), Bluets (Maggie Nelson) en Dept. of Speculation (Jenny Offill). Een poëtische mozaïekroman over mogelijkheden en onmogelijkheden: over de potentiële versies van onszelf, liefdesverdriet, eenzaamheid, het verlangen naar verbinding en over de kracht en de grenzen van taal.

Bijpassende boeken en informatie

Eva Hoeke – Zandweg 17

Eva Hoeke Zandweg 17. Op 15 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff het boek met verhalen aan de keukentafel, geschreven door Eva Hoeke. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Zandweg 17, het boek van Eva Hoeke.

Eva Hoeke Zandweg 17 recensie en informatie

Eva Hoeke is op 2 februari 1979 geboren in de Noord-Hollandse plaats Krommenie. Ze is de dochter van pianist en zanger Rob Hoeke en studeerde aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Na haar studie ging ze aan de slag als journalist. Met regelmaat publiceert ze in kranten en tijdschriften en doet met haar artikelen soms stof opwaaien.

Samen met haar vriend schrijver Marcel van Roosmalen schreef ze een tweetal boeken, De stad, de kroeg en de man uit 2014 en Als het maar niet op ons lijkt in 2017. In haar nieuwe boek dat medio februari 2024 verschijnt, zijn verhalen opgenomen die ze heeft geschreven voor de Volkskrant.

Eva Hoeke Zandweg 17

Zandweg 17

Verhalen aan de keukentafel

  • Auteur: Eva Hoeke (Nederland)
  • Soort boek: verhalen
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 15 februari 2024
  • Omvang: 208 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 17,50 / € 10,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van het boek met verhalen van Eva Hoeke

De mooiste verhalen over het dorpsleven van Volkskrant-columnist Eva Hoeke, die met haar herkenbare, geestige en scherpe observaties elke zaterdag tienduizenden lezers weet te raken

Humoristisch, herkenbaar en een tikje weemoedig – in de wereld die Eva Hoeke observeert gaan de dingen niet altijd van een leien dakje en dat is nou net waar de schoonheid in zit. Een peuter die zich ontpopt tot een kleine Medusa, de bakker die dapper standhoudt in een veryuppende stad, een vriendin die ziek wordt, de barman met tapangst en de buurvrouw die niet koken kan, het zijn de verhalen van mensen wier krachten nooit worden omcirkeld terwijl ze kinderen grootbrengen, palen slaan, bergen verzetten. En dan is er nog de verhuizing naar een dorp, de opvoeding van drie dochters en het leven met hun vader, die ineens doorbrak op z’n vierenvijftigste. Samen vormen ze een kroniek van het moderne Nederland.

Bijpassende boeken en informatie

Rinske Bouwman – Een soort eelt

Rinske Bouwman Een soort eelt recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse roman. Op 11 janauri 2024 verschijnt bij uitgeverij Orlando de debuutroman van de Nederlandse schrijfster Rinske Bouwman.

Rinske Bouwman Een soort eelt informatie

Rinske Bouwman is geboren in 1988. Ze is is een Utrechtse theatermaker en schrijver. Haar voorstellingen speelden op verschillende festivals en in theaters in Nederland. Rouw is een thema dat in veel van haar werk te vinden is maar meestal op een lichte toon en met een absurde inslag zodat het niet te zwaar wordt.

Met Een soort eelt waarover je op deze pagina uitgebreide informatie kunt lezen, debuteert Rinske Bouwman als romanschrijfster.

Recensie en waardering van Een soort eelt van Rinske Bouwman

  • “Bouwman is een scherpe observator, die complexe emoties secuur en met mededogen en lichtheid ontleedt. Haar zinnen zijn prachtig, haar beelden verrassend, en vaak is ze ook nog eens ontzettend grappig, ook (juist!) wanneer ze over pijnlijke zaken schrijft. Een soort eelt is half Kafka, half Bervoets, maar bovenal helemaal Bouwman.” (Koen Caris, auteur van Stenen eten)

Recensie van Tim Donker

O maar dat is altijd weer een raar moment. Een raar moment hier in het huis. De bespreker leest een boek. Het boek is uit. De bespreker staat op, en loopt met het boek in zijn hand naar de secretaire. Daar legt hij alle boeken neer die gelezen zijn, uit, maar nog niet besproken. Het  boek ligt daar dan, op de hoek, een stapeltje inmiddels, want er is nog wel wat werk aan de winkel voor de bespreker. Dan staat hij, de bespreker, nog even, nog even vlakbij het boek. Dat uit is, maar nog niet besproken. De bespreker slingert zijn beide armen langs zijn lichaam heen en weer, misschien in een poging het boek dat hij zojuist uit las van zich af te schudden. Dan is het weer terug naar de leesstoel, dan is het weer zitten daar, dan is het weer grajen naar het volgende boek op de stapel.

Dat is altijd weer een raar moment. Een raar moment hier in het huis. Het vorige boek is uit, zindert nog na in het lijf van de bespreker, de personages lopen nog door zijn kop. Maar nu moet hij zich gaan inleven in het volgende boek, in nieuwe personages, in een andere schrijver, met andere woorden, andere zinnen, andere dingen te vertellen.

De buitengewoon geslaagde opvoeding van Frida Wolf was het boek dat ik zojuist neerlegde op de hoek van mijn teergeliefde maar tamelik rotzooierige secretaire. De laatste zin gelezen, en mijn koffie is nog niet eens koud als ik aan Een soort eelt ga beginnen. Het debuut van Maria Kager had me geraakt, goed geraakt, diep geraakt. Het zal niet eenvoudig zijn om kieren te maken in wat Kager in me achter liet zodat het licht van Rinske Bouwman kan binnendringen. Of. Naja. Woorden zijn licht. Toch?

Dat is te zeggen. Ik weet nog wat teejoo zei. Hij zei Ze maakt beelden van vlees op de koelvriesafdeling van een supermarkt, dat leek me wel wat voor jou. En nu ben ik wrevelig. Ik weet niet waarom hij schijnt te denken dat ik zo een siekegheest ben, die alles dat riekt naar dood en ellende en bloed en drek almeteens prachtig zou vinden. Vleesskulpturen, waarom zou ik me vergeilen aan vleesskulpturen? Ik weet niet hoe ik aan dat stigma kom. Wat erger is: ik weet niet hoe er weer af te geraken. Dus ik zit. En ik zucht. En ik monkel.

Maar komaan. De koffie is nog niet eens koud, en Bouwman kan er niks aan doen. Bouwman kan er vermoedelijk niet eens wat aan doen wat er over haar boek op het achterplat (in dit geval zijflap) terecht komt, en minder nog aan wat teejoo daaruit pikt om het boek bij mij aan te prijzen. Dus lezen nu. Lezen nu de koffie nog warm is.

Sarlag is geboren in Nederland en opgegroeid in Mongolië. Nu is ze weer terug in Nederland, om er te studeren. Haar minor ofzo, ik nie weet nie. Hoe heet dat allemaal, toen ik studeerde waren al die amerikaans-achtige termen nog niet zo in zwang. Je studeerde gewoon tot je studie af was en dan was je afgestudeerd en de echte studiebollen konden dan nog promoveren. Maar goed, studeren dus. In Nederland. En dan moet je in je levensonderhoud kunnen voorzien, en daartoe nemen studenten een bijbaantje.

Sarlag op die koelvriesafdeling van een supermarkt. Meer bepaald: de koelvriesafdeling van de Dirk van de Broek. Als u het mij vraagt, u vraagt het mij niet maar daarom zeg ik het toch maar, is de Dirk van de Broek met afstand de meest hollandse, de meest deprimerende, de meest troosteloze supermarkt van Nederland en misschien zelfs wel van Europa en daaraan draagt die achterlijke koelvriesafdeling die ze daar hebben (waar je als klant midden in de zomer in je tiesjurtje nog kans loopt een dubbele longontsteking op te lopen) niet weinig bij. Allicht dat Bouwman net daarom ook voor deze supermarkt gekozen heeft, maar misschien ook niet. Misschien ben ik wel de enige Nederlander die zo intens droevig wordt van de Dirk van de Broek. Van het feit dat iedereen het altijd maar over “De Dirk” heeft, van dat sjeuloze assortiment, van die stomme reclame, van de oerlelijke  bedrijfskleding, van dat algehele gebrek aan sfeer in hun winkels (natuurlijk gaat niemand voor de sfeer naar een supermarkt maar als je er geen stap over de drempel kunt zetten zonder eerst een gezinsverpakking Prozac geslikt te hebben, is het toch wel biezonder erg gesteld).

In de Van de Broek (ja ik weiger “De Dirk” te zeggen) en in haar studentenhuis, maar vooral niet in de kolleezjebanken leeft Sarlag haar studentenleven. Er is een vriend die Kalle heet en die net iets te vaak aardappelsoep maakt. Er zijn huisgenoten die aan yoga doen. Er zijn feestjes. Er is een onmisbare onesie. Er zijn gedachten aan thuis, aan Mongolië, aan haar ouders en een broertje genaamd Yul.

Volgens het achterplat moet het ook duidelijk zijn dat er een groot verdriet is maar eigenlijk is dat zeker aan het begin (maar totaal welke bladzijde kun je in een boek nog van “het begin” spreken?) helemaal niet zo duidelijk. Sarlag is misschien geen doorsnee studente, maar dat kun je ook aan temperament wijten. Aan haar hoogst eigen, zomwijlen enigszins kinderlijke blik op de wereld.

Zo vind Sarlag dat je in Kalles ogen als je wilt mars zou kunnen zien; als hij straalt dansen er marsmannetjes op zijn irissen. Over die in zijn ogen wonende marsmannetjes denkt ze als volgt na: “Ze zullen wel altijd dorst hebben van het zoute traanvocht waarin ze wonen. Ze zijn drenkeling op zee en zijn irissen zijn zinkgaten waar waarschijnlijk zeemonsters wonen.” – dat is tiepies het soort gedachte dat begint in een kinderbrein om afgemaakt te worden in het hoofd van een volwassene (of andersom misschien). Zo stombelt Een soort eelt steeds op en overheen grenzen: tussen kind en volwassene, droom en realiteit, een (on)mogelijk hier en een (on)bereikbaar daar.

Tussen humor en ernst, tussen dagdagelijksheid en hemel, tussen poëzie en banaliteit. Neem de prachtige gedichten die af en toe de verhaallijn onderbreken en rare opsommingen vormen waarvan de zin pas later duidelijk wordt.

Of neem de levendige gedachten van Sarlag; al die beelden waarvan het de lezer niet steeds aanstonds duidelijk is dat het allemaal alleen maar in haar hoofd bestaat: kokend heet water en slappe broccoli over haar buik gieten als ze op de kruimeltafel in de kantine ligt, een meisje bevriezen op haar koelvriesafdeling of samen met alle klanten de hele Vandebroekvloer volgieten met zuivel (en ik dacht aan de pindakaasvloer) (en daardoor dacht ik aan Ernie) (en elk boek dat me doet denken aan Ernie is een goed boek).

Of ook. Een klant vraagt om kreukelfriet maar dat is er niet, en Sarlag raadt hem ribbelfriet aan. Waarna ze peinst aan alle producten die geribbeld kunnen zijn: een grappige, en weeral enigszins kinderlijke opsomming. Totdat condooms zich in de opsomming wringen.

Ik dacht eerst: dit is hoe de banaliteit van Nederland, een banaliteit zo banaal dat wij beter spreken van Holland (Holland is waar Nederland te laag wordt om nog neder te mogen zijn en al haar holheid onverbloemd prijs geeft); dit is hoe de fantasieloze werkelijkheid; dit is hoe de aldag Sarlag langzaamaan opeet maar neen, naar het einde toe wordt het boek zelfs een slagje surrealistieser (en krijgt ook de proloog, gefocaliseerd vanuit een tussen laaglandse koeien levende jak, die proloog die mij in beginsel zo vergezocht leek, alle betekenis).

Het gaat niet om gekonsumeerd worden door een verpletterende roetiene in een sowieso weinig tot frivoliteiten geneigd land (wat ik, lezend, nog wel even dacht); het gaat, wel degelijk, om een verdriet dat zijn oorsprong vindt in Mongolië en door Sarlag nergens ontlopen kan worden. Het Mongolië waar haar vader wolkenjager was, haar broer Yul zo gek was op zijn playstation, de ger verplaatsbaar was, en de zomer helemaal zomer was met de rendiermensen van de taiga, met het meer van Hövsgöl waar ze woonde en het Ulanbataar waar ze studeerde (wat door mij nooit los gezien kan worden van de rockband Ulan Bator & hoe ik hou van hun En France wat volgens mij niet eens hun beste seedee is) (de Mongolië-passages -ja om en om komt het verleden beslag nemen van Sarlag, de lezer en Een soort eelt– –om en om wat– —om en om de hoofdstukken natuurlijk let dan ook op truttemie—; welaan dus, de Mongolië-passages zijn erg mooi, erg beeldend, erg sprekend beschreven, dit leer je niet uit films of boeken of gesprekken, een mens zou haast gaan denken dat Bouwman langstwijlen in Mongolië woonde). Verdriet vloert. Plat op de vloer. Er is geen verder neer mogelijk.

Misschien zegt Bouwman iets te vaak “zich ergens toe verhouden”, misschien gaat het iets te vaak over (tong)kussen met jongens, misschien is het iets te vaak gewild poëties (zoals in een hap sneeuw nemen die “naar oplossingen [smaakt]”) maar alles bij alles is Een soort eelt een cadeau voor de bespreker: het beste boek om alle voorgaande boeken mee te vergeten.

Dit is een mooi boek.
Dit is een poëties boek.
Dit is ondanks dat hele grote verdriet een hartwarmend boek.

Ik zou haast zeggen: dit is een leuk boek. Ware het niet dat dat een beetje een lullig en besmuikt woord is. Wat is leuk een schaap is leuk zeggen de mensen dan. Of een jak. Is ook leuk. Ja. Een jak is ook leuk.


Rinske Bouwman Een soort eelt recensie

Een soort eelt

  • Auteur: Rinske Bouwman (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Orlando
  • Verschijnt: 11 januari 2024
  • Omvang: 192 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 16,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de roman van Rinske Bouwman

Tragikomische debuutroman over verdriet, familie en de kracht van verhalen.

De Nederlandse Sarlag is grotendeels in Mongolië opgegroeid en keert als studente terug naar Utrecht. Ze draagt een groot verdriet met zich mee, maar heeft veel talent om dat uit de weg te gaan. Tijdens de lange dagen die ze maakt op haar werk op de koel-vriesafdeling van de supermarkt, boetseert ze half gesmolten vriesproducten tot vleesbeeldjes en kalmeert ze zichzelf door haar favoriete feiten op te noemen.

Gaandeweg wordt duidelijk wat er gebeurd is in haar gezin, maar ondertussen heeft het onverwerkte verdriet zich al vastgezet in Sarlags lichaam en vindt er een absurde metamorfose plaats.

​Rinske Bouwman (1988) is een Utrechtse theatermaker en schrijver. Haar voorstellingen speelden op verschillende festivals en in theaters in Nederland. Haar teksten zijn macaber en humorvol. Vaak is rouw een hoofdthema in haar werk, dat ze met een lichte toon en absurde inslag hoopvol maakt. Een soort eelt is haar debuutroman.

Bijpassende boeken en informatie

Ellen Heijmerikx – Broer, moordenaar

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar autobiografische roman, recensie en informatie over de inhoud. Op 9 januari 2023 verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Ellen Heijmerikx.

Ellen Heijmerikx boeken en informatie

Ellen Heijmerikx is op 27 maart 1963 geboren in Beverwijk. Voordat ze schrijver werd, volgde ze lessen bij kreeg les van auteurs als Jan van Mersbergen en Ton Rozema. Haar debuutroman Blinde wereld verscheen in 2009, gevolgd door de roman Wij dansen niet in 2011. In 2015 werd haar derde roman En nooit was iets gelogen is in 2016 uitgegeven.

Veel van haar werk heeft een autobiografisch karakter alhoewel de romanvorm meestal door haar gekozen is. En dat is ook weer het geval met deze nieuwe roman die in januari 2024 zal worden uitgegeven.

Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar recensie van Tim Donker

Het is dat ik niet goed weet hoe ik moet schoren met mijn voeten, anders zou ik zeggen dat het niet anders is dan schoorvoetend dat ik hier sta. Schoorvoetend om te spreken, en te zeggen. Te zeggen iets, te spreken over dit hier boek dat Broer, moordenaar heet en dat misschien zoiets als een schuldig pleziertje voor me was. Wat is een schuldig pleziertje?, u vraagt, en Een schuldig pleziertje is een pleziertje dat een mens misplaatst acht, ik zeg. We zijn allen kalvinisten, ommers. Plezier kan ons doen schrikken.

Omdat we onszelf niet het soort persoon achten plezier te beleven aan iets als dit. Omdat we vinden dat plezier hier niet in de haak is. Of omdat het plezier hier om allerlei redenen te schaamtevol aanvoelt om er rond voor uit te durven komen. En zeg nu zelf, plezier is in zichzelf al iets raars. Plezier is niet altijd plezierig hoor.

God, er was al van bij aanvang zoveel mis met dit boek. Dat omslag alleen al. Het is met afstand het lelijkste omslag dat ik in de afgelopen vijf jaar zag. Die getraliede schaduwen waarvan het knooppunt net op haar neus zit. Die ontevreden, verbitterde trek om haar mond. Het onderwerp net náást het midden, zo leer in je in de eerste les op de fotogravenvakschool. Het duister te duister, het licht te uitgekiend. Alles verbeeldend een bedacht soort realisme. Bovenin die titel, ja die titel, wat een rare titel is dat. Broer, moordenaar doet denken aan. Broer Konijn of Grote Broer of broer mongool maar dat laatste is iets van vroeger, iets van het gezin dat we waren maar het kwam van televisie en we waren in die tijd nog niet zo woke en dus waren we vrij want we gingen niet gebukt onder de tirannie van Goede Smaak.

Hoe moet ik zo’n titel duiden? Als introductie van de broerfiguur uit het boek? Is Broer, moordenaar kort voor “Dit is mijn broer, hij is een moordenaar!”? Is zijn moordenaarschap neven- of ondergeschikt aan zijn broerheid? Het blijft toch je broer he maar hij is wel een moordenaar. Hij is een moordenaar, maar ook mijn broer. Hij is mijn broer en bij een van de vele andere aspekten die hem kenmerkt, hoort ook het feit dat hij een paar moorden op zijn geweten heeft. Wie broer zegt zegt moordenaar.

En aan dit, mensen, liggen feiten ten grondslag.

Toen dacht ik aan mijn moeder. Want die hield daarvan. Ik weet nog hoe we samen op de bank zaten en video’s keken. Het was het begin van de jaren negentig, we waren net naar Eindhoven verhuisd en we keken de ene na de andere film op onze nagelnieuwe videorecorder. Er was een videotheek op loopafstand, dit was de grootstad, dit was het ware leven, we kwamen uit een piepklein dorp waar nooit wat te beleven viel, maar hier had je het divertissement voor het oprapen van zodra je één stap over de drempel zette. Videoavonden. De ene keer ging ik de banden halen, de andere keer zij. Degene die de banden ging halen, nam op de terugweg een versnapering mee. Meestal een zakje pistachenoten want daar waren we allebei dol op. De films die mijn moeder uitkoos zaten steevast vol drama. En altijd keek ze me tijdens de heftigste scene van opzij aan en zei dan: Dit is waargebeurd! En dan was het aan mij om Tsss te zeggen of Je houdt het niet voor de waarheid! of tistochgodsgeklaagd.

Ik zou Broer, moordenaar in de videorecorder kunnen steken – het zou me niks verbazen als er beeld verscheen. Vanaf de Midnight express-achtige openingsscene, ademt heel dit boek een hollywoodiaanse orkestratie. Een filmische montage; je ziet dit boek eerder dan je het leest. Terwijl het toch een aanklacht beoogt te zijn, zo is mijn gevoel erbij althans: als een Astrid Holleeder maakt Ellen Heijmerixk in haar Broer, moordenaar geheten Judas hoe verdorven de broer feitelijk is.

Ofnee. Dat laatste is een oneerlijke vergelijking. De Egbert uit dit boek is bij lange geen Willem. Maar hij heeft wel heel echt moorden gepleegd, en Ellen is zijn hele echte zus.

Het verleden dat ze delen is voorwaar niet pijnvrij. Ze groeiden op in een soort sekte, “de Broeders”. Het was er alles jolijt en halleluja en liefde voor God en voor elkaar en wie het niet wist kon het nog eens goed ingestampt krijgen. De ouders van Egbert en Ellen waren niet vies van stevige tuchtigingen. De lezer vangt daar slechts glimpen van op maar het is in ieder geval duidelijk dat er een bankschroef aan te pas kwam. Ja dan ben je niet langer bezig om naar beste eer en geweten, desnoods via krasse weg, eerzame mensen van je kinderen te maken (want wie zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet, hee?); dan ben je gewoon een sadistische eikel. Dat snap ik. Maar waarom blijft zoveel van dit verleden buiten het boek? Waarom krijgt de vader totaal geen gestalte (anders dan een -nogal groot- skelet in de kast), waarom wordt er niet iets dieper ingegaan op wie of wat deze “Broeders” waren, waarom krijgt de lezer niks te weten over andere broers en zussen van Egbert en Ellen? De moeder toont zich niet totaal onmenselijk. In “wel doen en niet omzien” is ze nog niet volleerd: ze wil haar kinderen overduidelijk niet zonder slag of stoot aan die liederlijke buitenwereld prijsgeven, al kiest ze uiteindelijk toch liever voor haar man en voor “de Broeders” dan voor haar kinderen, wat haar als moeder onmiddellijk diskwalificeert – ook daarin kan ik Ellen geen ongelijk geven.

Maar als lezer blijft er net iets teveel te raden over. Raden is goed, maakt een roman sterker, maar bij een (pseudo-?)autobiografisch gewrocht als dit moet ik raden naar dingen waarnaar ik niet raden wil maar die zonder invulling teveel witte plekken overlaten. Wat gebeurde Ellen en Egbert nadat ze “de Broeders” verlieten? Wie is die Douke, Egberts vrouw, en waarom is zij niet bij hem nu Egbert stervende is en hij kennelijk alleen zijn zus nog naar zich toe roepen kon om hem bij te staan? Wat is dat met dat huwelijk van hem, hoe is dat afgelopen en waarom? Welke “droom” die Douke kennelijk had, moet Egbert gaan waarmaken in Belize? Hoe zit het met dat partytentenbedrijfje dat hij had en de manier waarop hij zijn zakenpartner een loer heeft gedraaid? Waarom verlaten Santi en zijn ouders Egbert uiteindelijk en waarom moet Santi, de jongen die de langste tijd toch zo dol op Egbert leek te zijn, hem als laatste woorden zoiets gemeens toefluisteren? Waarom wordt dat allemaal aangestipt, maar niet nader uitgelegd?

Naar Belize, dus, is Egbert gegaan, in een poging zijn huwelijk te redden ofzoiets, mij moet je ook niet aankijken want ik weet er ook niets van. De poging is hoe dan ook niet geslaagd: nu gaat Egbert dood en zus Ellen is de enige stervensbegeleider die hij bedenken kon. Die het ook niet tot het eind toe volhouden kon; haar weerzin tegen broer Egbert en zijn kerfstok (en wat daarop is) wint het toch van haar zusterlijke liefde (en ook zijn er mensen die thuis op haar wachten maar die blijven in dit boek ook maar gezichten in de menigte). Doch omdat Ellen niet het allerganzelijkste achterste van haar tong laat zien, wordt die weerzin voor mij als lezer toch niet volledig invoelbaar. Er vonden gruwelijkheden plaats. Ja. Waar. Moorden. Verkrachting. Alles waar. Maar Egbert werd overvallen, daarbij meedogenloos mishandelt en voor dood achtergelaten. Alles met het kennelijke doel hem weg te jagen uit Belize. Dat Egbert eenmaal weer op de been er als een Charles Bronson voor kiest om wraak te nemen op zijn overvallers, zou niet mijn keuze zijn. Ik zou zonder de minste gene mijn staart tussen mijn benen nemen, en het eerste vliegtuig terug naar Nederland. Maar er is Egbert zoveel aan gelegen om Doukes droom waar te maken, wat die droom ook wezen mogen, dat hij zich als hard en onverzettelijk wenst te tonen. In een door-en-door criminele omgeving als Belize moeten ferme jongens stoere knapen daarvoor kennelijk tot het uiterste gaan, en tot het uiterste ging Egbert. Zijn daden zijn verwerpelijk, maar zijn gevoelens erachter zijn begrijpelijk. Ik zou die corrupte agent die de overval en mishandeling die Egbert komt rapporteren alleen maar met nog een paar extra bedreigingen kan beantwoorden óók het liefste onthoofd willen zien maar ik zou hem niet, zoals Egbert, werkelijk onthoofd willen zien. Dat de praktische bezwaren die tussen droom en werkelijkheid staan voor Egbert in zijn omgeving niet gelden maakt hem misschien hardvochtig; een psychopaat of een monster kan ik echter niet in hem zien: hij heeft zich voor zijn daden willen aangeven bij de politie -waaruit berouw blijkt-; een aangifte die echter niet tot straf leidt maar van hem zelfs, uiteindelijk, een soort dorpsoudste maakt. In die functie moet hij een keer beslissen over het lot van een vooronderstelde crimineel die hem voor de voeten wordt geworpen (onduidelijk waar deze man van verdacht wordt). In plaats van de dorpelingen de lynchpartij te gunnen waar zij zo overduidelijk naar dorsten, roept hij op tot een “eerlijk proces” (voor zover mogelijk in Belize), waaruit een geweten blijkt. Een gewetensvolle berouwling is geen psychopaat, lijkt mij.

De vraag waarrond dit boek gesponnen is, en die Ellen zichzelf ook herhaaldelijk stelt, te weten: is zij, omdat ze dezelfde opvoeding heeft gehad, tot hetzelfde in staat als Egbert; legden “de Broeders” de voedingsbodem voor de geestesgesteldheid die Egbert kon laten doen wat hij deed, vind ik dan ook oninteressant en erg gezocht. Het is niet alleen maar hun vreselijke jeugd, het is ook, het is vooral misschien zelfs, Belize die van “Broer” (zoals Egbert tot gekmakens toe genoemd wordt in dit boek) een “moordenaar” maakte.

Op sommige vlakken vind ik Egbert zelfs redelijker (want, okee, mogelijkerwijs emotielozer)  dan Ellen. Ten opzichte van “de Broeders” maakt zijn weigering in hen waarlijk slechte mensen te zien, hem in mijn ogen een weinig sympathieker dan Ellen die zich aan haar haat wenst vast te klampen. Nee, geen enkele lezer met een beetje verstand in zijn kop (en/of gevoel in zijn lijf) zal Egbert in zijn hart sluiten maar de Ellenfiguur maakt zichzelf ook niet biezonder geliefd (al zijn de passages over de agressie en misogynie in haast elke religie bijzonder raak en heeft zij daar al het gelijk van de wereld aan haar zijde).

Dat alles verwoord wordt in een vettig RTL4-taaltje dat doorspekt is met popularismen als “shaken”, “issues”, “gasten omleggen”, “opzouten”, “kachelen” (god wat haat ik dat woord), “ogen sluiten” (als eufemisme voor dood gaan), “zijn klokkenspel” (zijnde zijn geslachtsdelen), “pensionado” (god wat haat ik dat woord), “locals”, “een plannetje popt op”, “[ergens mee] dealen”, “caretaker”, “kast” (steevast gebruikt voor “borst” en in deze zin al na een paar pagina’s hyperirritant), “community”, “mindfuck”, “property” helpt ook nog eens niet mee.

Of. Naja. Ik zeg.

Vettig, zei ik. De taal als sjuu, of als ve-tsin voor mijn part, die maakt dat je deze hapklare brokken gedachteloos naar binnen blijft lepelen. Broer, moordenaar roept vele vragen op; vragen die Heijmerikx goeddeels onbeantwoord laat maar dat weet de lezer pas als hij het laatste woord gelezen heeft, en bij die laatste zin had ik, zoals Spinvis zou zeggen, “zelfs een echte traan” waardoor ik me er niet eens heel erg rot onder voelde dat het boek me partiëel onbevredigd achter liet. Dit boek lezen was me als een hamburger van een fastfoodketen nuttigen: je had honger en de burger was niet eens zo rotslecht als je hem graag had willen vinden. Daar zit je met je familie, achter het rijdoor-loket op de parkeerplaats, de vettige bakjes overal op je schoot (waarom geven je kinderen hun afval toch altijd aan jou?). Graag had je de hele rommel half opgegeten in het vuilnisvat zien verdwijnen, graag had je een tirade kunnen afsteken die begon met Ja kinderen en daarom moet je nooit fastfood eten (je had iets willen zeggen over slow food, over sommige dingen moeten langzaam, over aandacht, over liefde had je willen praten maar je zit daar maar met je vette bek en je afval en je zwijgen en je milkshake-adem) maar daar was het gewoon niet slecht genoeg voor, daar moet een mens eerlijk in zijn. En je weet dat je voorlopig niet meer zoiets zult eten maar je weet ook dat je jezelf niet beloven kunt dat je nooit meer zoiets zult eten.

Zoiets dus. Dat ik Broer, moordenaar niet zo slecht vond als ik het dacht te moeten gaan vinden. Dat is het niet geheel zonder smaak genuttigd heb. Dat het daarom mijn schuldige pleziertje was. Dat het zoiets is. Maar dat ben ik maar.

Want hamburger en een echte traan: miljoenen mensen zijn daar dol op. En zij hebben geen verdere aansporing meer nodig.


Ellen Heijmerikx Broer, moordenaar

Broer, moordenaar

  • Auteur: Ellen Heijmerikx (Nederland)
  • Soort boek: autobiografische roman
  • Uitgever: Nieuw Amsterdam
  • Verschijnt: 9 januari 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de nieuwe roman van Ellen Heijmerikx

Wanneer haar ernstig zieke broer belt vanuit Belize om te vragen of ze hem tijdens zijn laatste dagen gezelschap komt houden, moet Ellen een beslissing nemen. Ze weet dat hij van alles op zijn kerfstok heeft, zelfs een moord. Maar haar loyaliteit wint het van haar afkeer en ze boekt de reis. Ellen en haar broer zijn beiden opgegroeid binnen een religieuze sekte, beiden hebben ze de sekte inmiddels verlaten. Hun band is sterk.

In Broer, moordenaar volgen we haar broer in zijn begindagen in Belize, hoe hij probeert een nieuw leven op te bouwen en hoe hij verzeild raakt in criminaliteit. En we volgen Ellen, die haar zieke broer verzorgt en antwoord probeert te vinden op de vraag: als we dezelfde gewelddadige indoctrinatie hebben meegemaakt, en broer in staat is tot moord; wat zegt dat dan over mij?

Een ijzersterke roman over het onvermijdelijke verband tussen religie en geweld, voor de lezers van De meisjes van Emma Cline en Ik ga leven van Lale Gül. Ellen Heijmerikx baseerde het boek op haar eigen ervaringen.

Bijpassende boeken en informatie