Categorie archieven: Nederlandse Romans

Christiaan Weijts – Furore

Christiaan Weijts Furore recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe roman. Op 3 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Arbeiderspers de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Christiaan Weijts.

Christiaan Weijts Furore Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Furore.  Het boek is geschreven door Christiaan Weijts. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Christiaan Weijts.

Christiaan Weijts Furore Recensie

Furore

  • Schrijver: Christiaan Weijts (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman, dystopische roman
  • Uitgever: De Arbeiderspers
  • Verschijnt: 3 november 2020
  • Omvang; 420 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de nieuwe roman van Christiaan Weijts

Een avontuurlijke jonge Hollandse journalist trekt in 1904 naar Parijs en begeeft zich rond Montmartre in artistieke kringen. Hij raakt er bevriend met Pablo Picasso, die een jaar later op zijn uitnodiging naar Nederland komt en een tijdlang in de duinen rond Schoorl verblijft.

Honderdvijftig jaar later (in 2054) reconstrueert een Nederlandse kunsthistoricus en virtual reality-onderzoeker het verloop van die vriendschap met het oog op een groots Picasso-evenement. Hij bevindt zich in een tijdsgewricht met evenveel razernij als het fin de siècle: technologie dreigt onbeheersbaar te worden en in het land waarin hij woont, dat deels is teruggegeven aan de zee, zetten politiek-maatschappelijke en religieuze spanningen de boel op scherp.

Bijpassende boeken en informatie

Roelof ten Napel – Een zoon van

Roelof ten Napel Een zoon van recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Nederlandse roman. Op 5 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij Hollands Diep de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Roelof ten Napel.

Roelof ten Napel Een zoon van Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Een zoon van. Het boek is geschreven door Roelof ten Napel. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Roelof ten Napel.

Roelof ten Napel Een zoon van Recensie

Een zoon van

  • Schrijver: Roelof ten Napel (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Hollands Diep
  • Verschijnt: 5 november 2020
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de roman van Roelof ten Napel

Nadat Wolff op kamers gaat, wordt hij geconfronteerd met een onbekende, vreemde eenzaamheid. Hij volgt colleges en leest boeken, meer niet. Maar langzaamaan dwingen nieuwe vriendschappen hem de onderhuidse spanningen tussen zijn afkomst, opvattingen en verlangens onder ogen te komen. Als hij op een avond een jongen ontmoet en verliefd wordt, nadert het moment waarop hij zijn vader een paar harde, heldere vragen moet stellen – als het daarvoor niet al te laat is.

Een zoon van is een enerverende roman over een vraag die ons allemaal aangaat: wat betekent het een enkel mens te zijn?

Bijpassende boeken en informatie

Joost Oomen – Het Perenlied

Joost Oomen Het Perenlied recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Nederlandse roman. Op 3 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij Querido de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen.

Joost Oomen Het Perenlied Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het de roman Het Perenlied. Het boek is geschreven door Joost Oomen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Joost Oomen.

Recensie van Tim Donker

(dacht ik dit gesprek neemt ineens een rare wending) (en ook de volgende dag dacht ik) (dacht aan) (je kunt denken aan zwemmen je kunt denken aan viool je kunt denken aan je ouders je kunt denken aan rode wijn scheefgezakte tuintafeltjes de tekening van je zoon, je kunt denken dat a soft living thing van kippi kaninus het mooiste liedje is dat je kent, je kunt denken aan jeuk op onbereikbare plekken) (of aan zwart bos zwarte zee kun je denken)

Juni 2019. Want dat is ook nog eens een keer.

(aan rare wendingen kun je denken)

Juni 2019. Toen waren we nog vrij, toen was er nog niks aan de hand, toen gingen we nog op konsert op vakantie op kaffee restaurant toen mocht je nog buiten na negen uur saavonts toen was de vleesgeworden politieke nachtmerrie nog niet hier. Maar in maanden is het niet eens zo gek lang geleden dat dat nummer van DW B verscheen: De Magmakamer. Dat heette een eruptie te zijn ja. Een eruptie van jonge nog ondergrondse stemmen of weetikveel, ze waren mij al kwijt geraakt bij “open call”.

(Jonge sla dat was een boek dat ik ooit had gekregen, ik geloof van die Termeer (die later kolder in zijn kop had gekregen en zich Toos Tondeldoos ging noemen), maar het kon ook van iemand anders zijn want ik ben & was het soort gast dat je boeken geeft, en dan het liefst boeken die je vindt op een marktje of bij iemand op een kleedje op straat toen dat nog allemaal mocht, boeken die je vist uit aanbiedingsbakken of van tafels haalt in obscure boekhandels, hoe het ook zij, mensen, iemand gaf me ooit een boek dat Jonge sla heette en dat – zo herinner ik me – jonge stemmen wilde verzamelen, het had de vage belofte van een onderstroom, of toch van iets bezijden de hoofdstroom, ik herinner me weinig van het boek, begon er niet een verhaal met taco’s wie had er nu zin in taco’s, en was er niet een toneeltekst in ook, en was er ook niet iets met iemand die de zeven staties in omgekeerde richting afliep, ik weet niet wat het me gebracht heeft, het waren jonge stemmen, het waren nieuwe stemmen, waarom ligt er altijd zo’n oninlosbare belofte besloten in het nog onbekende?)

Zei DW B: “In het najaar van 2018 schreven we een open call uit:

-DW B De Magmakamer zkt debutanten voor een eruptieve knal in de letteren

De magmakamer is het onderdeel van de vulkaan, waar smeltend gesteente zich opstapelt in afwachting van de uitbarsting. Wanneer de opeenhoping zo groot wordt dat de wanden de druk niet langer houden, wordt de inhoud van de magmakamer met wisselend vulkanisch geweld langs de vulkaanmond naar buiten toe geledigd. Eruptie. Stolling. Flux.

DW B De Magmakamer is die plek. De ruimte waar we ons bevinden vlak voor het gebeurt. Een verzamelplaats voor jonge, nog ondergrondse stemmen. De teksten voor het debuut.

Uit driehonderdtweeënveertig inzendingen selecteerden we zeventien ongepubliceerde schrijvers, die we in de focus van dit nummer graag voorstellen. Ze komen uit verschillende lagen van de vulkaan: woest experimenteel, parlandistisch, middelpuntvliedend, absurdistisch, meditatief. Lees en onthoud ze, nu de rook pas optrekt.”

Dacht ik: waarom staat daar open call?
Dacht ik: waarom staat daar focus? (o god heel mijn leven lang al heb ik toch zo’n gruwelijke hekel aan het woord focus).

En goed. Woest experimenteel was geen enkele bijdrage, hoor. Wie dat schrijft, heeft nog nooit iets echt experimenteels gelezen.

Dacht ik.

Open call, zeggen ze. Open call.

F’domme.

Wir sind hier nicht in Seattle, Dirk.

Nee geen woest experimenteel nee maar dat juni 2019 nummer van DW B was eigenlijk best heel erg mooi.

Met best heel erg mooie gedichten van Bob vanden Broeck.
Met best heel erg mooie microfictie van Jan Daems.
Met best heel mooie gedichten van Wout Waanders.
Met best heel mooi.
Best heel mooi.
Best. Mooi.
Heel mooi.
Met best heel mooie gedichten van Dewi de Nijs Bik.

Dat van die vier clownsvissen snapte ik geloof ik niet helemaal.

(we hadden het over politiek gehad, want dit speelt niet lang na de bestorming van het capitool. politiek, had ik gezegd. democraten, had ik gezegd. republikeinen, had ik gezegd. en ik had gezegd, en ik had gevraagd naar. hoe het was als je niet in of nabij washington woonde, of je er iets van merkte. is de burgeroorlog op handen, had ik gevraagd nee dat had ik niet gevraagd maar ik hoopte dat mijn vragen op zoiets zouden neerkomen. na een tijdje spraken we niet meer over politiek maar over eten. dit of dat gerecht, zei ze. dit ben ik aan het maken. vreemde wending neemt dit gesprek, dacht ik. maar misschien lag dat aan mij. ik was er niet meteen met gans mijn kop bij. zat te lezen en te drinken en met een half oor een seedee te luisteren die ik snel eens hoopte te bespreken, dan hoorde ik zoemzoem en dan wist ik dat er een nieuw berichtje was binnen gekomen en dan liep ik naar de boekenkast waar mijn telefoon lag. dan waren er plaatjes van gerechten, dan was er praat over eten, dan stuurde ik dat lijkt me lekker terug, en dan zette ik me weer, en dan las ik, dan dronk ik, dan luisterde ik met een half oor naar die seedee, dan hoorde ik zoemzoem en dan was er weer wat, vreemde wending neemt dit gesprek dacht ik, het bier was lekker, zoemzoem hoorde ik, ik las nog even, ik halfluisterde nog even, ik stond op. toen had ze me dus die foto’s gestuurd)

(en ook de volgende dag nog kon ik daaraan niet denken zonder)

De Magmakamer. Op bladzijde veertig staat de bijdrage van een man waarover in de personalia te lezen staat: “dichter, schrijver, drummer, performer”. En dat hij optrad van kerk tot kippenhok, en in zijn vrije tijd dj is bij literair dj-collectief Team KTW. Die man is Joost Oomen.

Ja. DE kerk. HET kippenhok. Want er is meer één kerk, en één kippenhok.

Hier hebben we Oomen, dus, voordat het gebeurt. Hier hebben we Oomen voor Het Perenlied. Geen fruitliederen hier; de bijdrage is getiteld En van saffraan is Janneke-maan. Ik schrijf “bijdrage”. Ik had ook kunnen schrijven “tekst”. Iemand kan zeggen dat En van saffraan is Janneke-maan gewoon maar een kortverhaal is, en ik zou die iemand niet voor gek verklaren. Iemand (een ander wellicht, of misschien gewoon diezelfde iemand) zou ook kunnen zeggen dat het een prozagedicht is en ook in dat geval zou ik de laatste zijn om het woord gek in de mond te nemen. Dat Oomen zich ook in proza (of vermeend proza) nooit erg ver verwijderd van poëzie is iets dat ook in Het Perenlied direct in het oog springt. Ik zal daar te gelegener tijd meer over vertellen.

Te gelegener tijd, ik zeg. Want eerst ga ik u nog uitgebreid verhalen van mijn associaties bij alleen maar die titel: En van saffraan is Janneke-maan. Ik dacht aan die keer. Ik dacht aan die keer toen ik samen met mijn kinderen paella kookte. Ik had nog nooit paella gekookt, en ik had ook niet een recept, ik kookte gewoon de paellas uit mijn herinnering na. Iets met rijst en kip en schaaldieren en groenten, en d’r moest ook nog iets met saffraan leek mij. Let op kinderen, zei ik, nu gaan we toveren. Daar stonden we. Drie hoofden boven de pan toen ik er wat slierten saffraan bij goot. Nu, jongens, nu wordt die witte rijst straks geel. We stonden. We keken. Drie hoofden. Het vijfjarige hoofd van mijn dochter, het zevenjarige hoofd van mijn zoon en mijn ouwe vermoeide bijna vijftigjarige rotkop. De rijst werd niet geel. De rijst bleef wit. Misschien had ik er te weinig water bij gedaan. Misschien had ik niet genoeg geduld gehad. Misschien was ik te zuinig geweest met de saffraan omdat mijn vrouw ons op het hart gedrukt had er niet teveel van te gebruiken, want het is een heel duur kruid, het is een heel duur kruid, het is een heel duur kruid. De rijst bleef wit.

(en ook de volgende dag bleven ze bij me die foto’s van haar geslachtsdeel en van haar borsten en haar hele lijf en uren liep ik door de kou en ik dacht hoe zij daar in dat verre amerika nu wel slapen zou en ik dacht aan haar lijf onder warme dekens haar geslachtsdeel haar borsten onder warme dekens zij ademend slapend levend onder warme dekens en eventjes maakte het me gelukkig dat zij daar sliep dat zij ademde dat zij leefde en toen dacht ik weer aan andere dingen want ik was daar wel aan het werk ja)

En van saffraan is Janneke-maan. Niet het mooiste in de magmakamer. Ook niet het vervelendste. Luister, twee astronauten gaan ofnee lees het zelf eigenlijk maar, je kunt ouwe nummers van DW B gemakkelijk nabestellen via de website van Uitgeverij Vrijdag (ja die). Een beetje dik aangezet zo hier en daar, met die janneke maan en wat zich daarop afspeelt, maar dat euvel is ook in Het Perenlied niet volledig afwezig (te gelegener tijd meer). Soms is het me een beetje te knuffelig en te schattig en te aandoenlijk (maar ook nu, mensen, ook nu: Het Perenlied & te gelegener tijd). In mijn achterhoofd knaagde iets, kleine tandjes, ik weet het niet, in mijn achterhoofd knaagde ook bij deze tekst net als bij bijna alle andere teksten in De Magmakamer: waarom is dit geselecteerd uit driehonderdtweeënveertig inzendingen? Het is aardig. Het is niet slecht. Maar ook een beetje gemaniëreerd. Gekunsteld. Alsof de schrijver ervan eerst en vooral een imago heeft willen neerzetten, en daar later een tekst bij bedacht. Ik zou toch met  driehonderdtweeënveertig tamelijk zwakke inzendingen hebben moeten zitten om Hier te zeggen. Om Deze te zeggen. Om Lees dit eens te zeggen. Om de Janneke maan en de saffraan in de magmakamer te zetten en de eruptie de eruptie te laten.

En dan allee komaan weer een jaar gedaan & is het ineens het van de gele hond gescheten jaar 2020. Komt tot mij, langs toevallige weg, Het Perenlied. Oomen is weg uit de magmakamer, hier is die debuutroman. Is dit de eruptie?, is het lava?, is het stollingsgesteente? Weetikveel, ik wil af van die zotte magmakamer-analogie. Een boek. Tweehonderdrieënvijftig pagina’s. Op de voorkant staat dat het een roman is, maar daar kun je nog over in diskussie. Het lijkt in ieder geval een pak minder narratief te zijn dan romans doorgaans zijn. Wat het gemeen heeft met poëzie is dat het stilistiek laat voorgaan op verhalenvertellerij. Een duidelijke plot lijkt minder belangrijk dan gevoelens- en beeldenoverdracht.

(de schrijver is (g)een verhalenverteller)

(zegt Willem: die experimenten die ken ik nu zo langzamerhand wel, vertel me liever een goed verhaal. Zei ik: die verhalen ken ik nu zo langzamerhand wel, vertel het me liever op een opvallende manier)

(en eigenlijk zijn er welbeschouwd sowieso maar twee verhalen: dat van de liefde en dat van de dood)

(& liefde ging dood) (dat was toen het schrijverken dregke ten grave droeg) (nee dat was toen ik ze allebei ten grave droeg na het woord explosief) (steek je explosief waar de zon nooit schijnt, dacht ik, en bezijden ik zou nooit waarlijk kunnen houden van iemand die in een onderwijsinstelling werkt) (schreef een tekst over het schrijverken die dregke wurgde, wiste die tekst later weer)

(…the body doesn’t relatively dregke.

gewrichtspijn.amsterdam maintain down a transmit

that competence unfortunately.)

Moest iemand het van me vragen maar niemand vraagt het van me dus ik zeg het toch maar: ik zou zeggen Het Perenlied is een redelijk geslaagde poging om twee werkelijkheden met elkaar in dialoog te brengen. De ene werkelijkheid is een fantastische, sprookjesachtige, lieve, zoete, enigszins kinderlijke werkelijkheid. De andere is rauw, hard, meedogenloos, kil, liefdeloos. Een mens zou kunnen zeggen dat die eerste werkelijkheid de poëtische is en die tweede de prozaïsche, maar het mens dat dat zou zeggen, kan er maar beter het zwijgen toedoen.

De verbindende factor tussen beide werkelijkheden is de Bietenkoningin. Een meisje geboren uit een pannetje kokende bieten en het zaad van haar vader. Een heel echt meisje. Misschien wat wereldvreemd. En bovendien heeft ze een opmerkelijke huidskleur. Ze vat liefde op voor een jongeman die Gabriel heet. En samen met deze Gabriel gaat ze de strijd aan met een Disney-pretpark.

En daar zijn we dan. Zit je verdomme met je duim in je mond en een mierzoete port op het bijzettafeltje middenin een eskapisties boeklang poëem vol erotiese groenten en prachtig zingend fruit, komt daar ineens binnen die illusieloze werkelijkheid die we kennen van de straat of voor mijn part van de nieuwsberichten: de werkelijkheid van opportune multinationals, terroristen, armoede, egocentrische vaders die hun dochter in de steek laten, eenzaamheid, onvermogen, een instortend World Trade Center.

En toch. Het werkt. Ja gek. Het werkt. Hoe vaak is het niet ergerlijk opzichtig om in een sprookje de grote wereldthema’s ter sprake te brengen. Maar hier werkt het. Het gesprek neemt een rare wending, maar het is geen onaangename wending. Je praat over politiek en over stoofschotels en een vrouw laat je ineens haar geslachtsdeel zien. Dat is een rare wending, maar wel een niet onaangename wending. Wel. Het Perenlied neemt niet, niet af en toe, een rare wending: Het Perenlied is een rare wending.

Wendingen stotteren.

Wat zeg je als een vrouw haar geslachtsdeel laat zien als je het over politiek en over stoofschotels hebt?

Wat je zegt. Wat zeg je. Je zegt, je stottert. Want wendingen stotteren. Dregke was dan wel dood en daarmee tonnen van je schouders maar bij een vrouwelijk geslachtsdeel stotter je nog altijd.

Misschien zijn het de werkelijkheden niet, maar de manier waarop Oomen ze aanzet.

Een activistisch sprookje, het is niet heel alledaags maar het kan. Oomen laat zien dat het kan. Dat hij daarbij Disney tot kop van Jut gemaakt heeft is begrijpelijk, zij het een beetje obligaat. Het geschimp op alles dat geanimeerde muis of eend is, begint halverwege (of misschien nog wel iets voor halverwege) een beetje te irriteren maar het is een goedaardige irritatie – zoals het eeuwige stokpaardje van iemand die je geweldig lief hebt dat is: daar heb je hem weer, denk je dan, maar je denkt het wel met een glimlach. Waar het stottert, is waar Oomen de verschillende werkelijkheden te absolutistisch aandikt. Het rauwe te rauw maakt, als eerste. De scene waarin de vader van de Bietenkoningin onaneert in de keuken terwijl er een pannetje met bieten op het fornuis staat (overigens de direkte aanleiding tot de geboorte van de Bietenkoningin) is binnen het geheel van het boek erg lelijk, bijna grof. Niet zeggende dat er geen sex zou passen in Het Perenlied. Integendeel zelfs: heel het boek heeft een geweldig erotiese geladenheid. Je kunt je afvragen hoeveel masturbatie in het keukentje van een zweetdoos op het terrein van een pretpark te maken heeft met erotiek, zo goed als je je kunt afvragen of de geboorte van de Bietenkoningin niet iets mooier had gekund (had die tiep niet beter zoals iedereen de liefde bedreven met een bietenplantje, bijvoorbeeld?) of gewoon onverklaard was gebleven: in een boek zo vol met het absurde, het surreële, het dromerige hoeft me dunkt niet alles een duidelijke aanleiding of verklaring te hebben.

Ook klinken lompe woorden zoals pis en pik en kont in dit boek harder dan ze doorgaans klinken (naja, kont vind ik sowieso een heel erg lelijk woord, de k en de o en de n en de t, zo achter elkaar uitgesproken, dat werkt geweldig op mijn zenuwen; ik corrigeer mijn kinderen zelden op taalgebruik -althans niet in de zin zoals de meeste ouders dan doen: als ze iets zogenaamd “lelijks” zouden zeggen; wel als ze woorden gebruiken die in een bepaalde context niet juist zijn of als paaprika zeggen tegen paprika en puzelen tegen puzzelen- maar voor “kont” draag ik altijd minder harde alternatieven aan). Het Perenlied had van mij gevrijwaard mogen blijven van dit soort voor de Nederlandse literatuur al te lang tieperende schrijverij.

Dan is er nog de passage waar de Bietenkoning in New York is, en Het Perenlied de toon van een vrij gewone grotestadsroman begint aan te slaan. De Bietenkoningin is wel Heel Erg in New York, met wel Heel Erg New Yorkse wolkenkrabbers en een wel Heel Erg New Yorkse metro vol met wel Heel Erg New Yorkse mensen die op een wel Heel Erg New Yorkse manier wel Heel Erg New Yorks onverschillig zitten te wezen. De eigenheid van Het Perenlied wordt daar, met andere woorden, prijs gegeven aan New York en dat is andermaal een gevolg van de wijze waarop Oomen met zijn dikke vette manier van schrijven soms uit de bocht vliegt.

Want ook de sprookjesachtige, lieve, zoete, poëtiese laag kent bij momenten haar teveel is teveel. Te zacht, te zoet, te mooi, te lief, te poëtisch, te surreëel. Te gezocht. Te bedacht. Te vet. “Het Perenlied is niet troebel, het Perenlied is helder. Het is als de druppel die van de punt van een in honing gestoken zakmes druipt. Het Perenlied klinkt in het hart van elke doorzichtige gelatinepudding, in het geel van het vlees van de mango. Het Perenlied ruist door de scherpe, groene kam van de ananas, door het aardbeienbed bedekt met het zachte gele stro, door de bloeiende kersenboom die bij elke noot van het Perenlied een bloesemblad verliest. Papagaaien die van giftige bessen eten en dronken worden, krassen het Perenlied naar een straatlantaarn die ze aanzien voor de maan.” bijvoorbeeld. Of: “Gabriel had medelijden met te dicht op elkaar geduwde knuffels in de supermarkt. Gabriel had medelijden met de oude sandalen die door zijn moeder werden weggegooid. Gabriel had medelijden met het liedje op de radio dat vlak voor het einde werd weggedraaid. Gabriel had medelijden met de eenzame banaan, het onderste washandje, het lelijke ontbijtbord dat nooit gebruikt werd, de twee gordijnenzussen die ’s ochtends zo bruut uit elkaar werden geschoven.” Of: “Bietensoep is een traan uit het oog van een verdrietige ezelin die met een klein mondje Russisch spreekt.” Of wat Gabriel hoort in het Perenlied gezongen door een meloen:

“Een druppende rubberboom.

Een brandende radio voor een voordeur, die met vlammen en het weerbericht de brievenbus binnendringt.

Tientallen tsjirpende vogels die heen en weer schieten tussen twee donkerblauwe heuvels.

Honderden cocons waarin kleine televisies het geluid van kriebelende mieren uitzenden.

Zes Italiaanse vrienden, druk pratend, rinkelend met zes gouden aanstekers in hun zak.

Een vlaflip  met siroop en een zilveren lepel die zachtjes roert.

Een kalfje dat met ruwe tong aan een blokfluit likt.

Twee rupsen die samen een gele pruim leegeten.

Twee voortanden en een onderlip die bijten op een haarelastiek.

Honderden vliesdunne champagneflessen die tegen elkaar omvallen en openbarsten.

Het ritselen van grove dennen, die hun naaldendek tegen elkaar opwrijven in een harde wind.

Het volstorten van een steengroeve vol steranijs.”

Zucht. Ja bij nu weet ik het wel Joost Oomen. Je bent een gevoelig mens, en God je hebt veel fantasie en je kunt de origineelste beelden opdenken. Goed. Fijn. Leuk. Je bent dichter, echtwaar je bent een dichter.

(hee meisje jij eens komen terug naar mij misschien omdat wij dichter is)

(wat zal dit soort schrijverij het goed doen bij alternatieverige meisjes van een jaar of zeventien achttien negentien) (en okee, je kunt een heel wat slechter publiek treffen.

Want dichter, dat is Oomen. Dat is hij ook als hij niet dicht, dat is hij ook als hij een boodschappenlijstje schrijft (wie was het weer die zei dat je de ware schrijver herkent aan zijn boodschappenlijstjes en kattenbelletjes?), dat is hij ook als hij in de winkel loopt (zou je hem zien lopen, en zou het je een beetje tegenvallen als hij gewoon maar een tandenborstel, drie kilo aardappelen, wat bier en een zak chips kocht?) (of -hee- de nieuwe Donald Duck!). Zijn poëzie leeft – ook zonder dat ze extra hard opgepompt wordt.

Oomen hoeft niks te bewijzen, en toch lijkt hij het vaak te willen doen. Het Perenlied is het lied dat klinkt en het klinkt in alle dingen maar je moet de juiste oren hebben om het te (willen) horen. Dan kun je het Perenlied horen zingen in een schuimspaan, in een steen, in een meloen. Dat gaat om tederheid en om liefde; het gaat erom in vervoering gebracht te kunnen worden door de dingen zelve, los van het ego. Vervoering te vinden daar waar zij normaliter niet gezocht wordt: in een modderpoel, een pompelmoes, een kiezelsteentje, een kapotte paraplu, een Prittstift, een mandarijntje, een vuilniszak, of het loeien van een koe. Dat is mooi, want het gaat om openheid. Ontvankelijk zijn voor schoonheid.

Oomen verpest het voor mij een beetje als hij dit soort vervoering gaat afzetten tegen de “georganiseerde” vervoering zoals een fresco, een sonate van Mozart, een kleurenfilm, een marmeren standbeeld, het danstheater of Kwik, Kwek en Kwak. Dat is voor de slaafse, gecorrumpeerde menigte die zich heeft laten temmen en institutionaliseren door het massa-vermaak. Afgezien van het feit dat het een wat wonderlijk poëticum is voor een dichter dat alles wat gemaakt is met de opzet te begeesteren (muziek, literatuur, ballet, en noem jij nu nog eens iets) het altijd zal moeten afleggen tegen de meer verborgen schoonheid van een afgevallen boomblad of een verroest bierblikje, stoort het me dat deze twee soorten van schoonheidsbeleving klaarblijkelijk strikt gescheiden zijn: degenen die een liedje of een gedicht prachtig vinden zijn nooit degenen die verrukt kunnen zijn om stof op de vensterbank of een regendruppel aan een snorhaar van een kat. In het eerste hoofdstuk van het derde deel, geeft Oomen een soort historisch overzicht van het Perenlied en van hen die bij machte waren het te horen opklinken. Dat waren steeds zachtaardige enthousiastelingen, ietwat kinderlijk misschien, en door de volledig aangepasten al snel verdacht gemaakt. “Lieve verschoppelingen”; hun deel was “heksenverbranding en sociaal isolement”. Wij, die niet de anderen zijn. Wij die niet zoals anderen zijn. Wij die het Perenlied horen en hullie niet want hullie lezen de Donald Duck en wij huilen bij een kerstomaatje. Daar wordt iets moois bijna puberaal omdat dat wat geen nadruk behoefde nadrukkelijk benadrukt werd.

Joost Oomen schrijft het sterkst als hij juist niets aan het bewijzen is. Als hij niet aan het bewijzen is wat een prachtmensen die personages van hem toch zijn, zo gevoelig en zo anders dan de anderen. Als hij niet aan het bewijzen is wat een origineel poëet hij is, en wat een wonderlijke beelden hij zoals opdenken kan. Maar gewoon schrijft, en de poëzie meanderen laat. Dan is de liefde tussen Gabriel en de Bietenkoningen gewoon alleen maar mooi en de scéne met Prinses Kortweg Helen op een aangrijpende manier klein en lieflijk en teer. Dan is zijn beschrijving van de aanslag op het World Trade Center keelsnoerend, wat tamelijk knap is voor iets dat al zo vaak beschreven en zo vaak vertoond is. Dan is die merkwaardige mengeling van sprookje en beenharde realiteit een rare wending die niet stottert maar een geheel eigen logica heeft die je als lezer al na een paar bladzijde tot de jouwe hebt gemaakt. Dan zingt het Perenlied haar wonderschone lied hier in Het Perenlied.

Joost Oomen Het Perenlied Recensie

Dus niet het brullen, gelijk apen, we who are not as others we who are not as others we who are not as others!!!, en niet het zachte zingen van de poëzie zonodig tot krijsen brengen, en niet het wegkijken van de pure existenz –

(de pure existenz, hoor mij bezig)

(zegt Erín Moure: what she knows of existence, she claims only that it exists)

(en ook, dagen later, die viedjoo waarop ze net uit bed kwam met haar haar in de war en dat maffe hoge lachje, en hoe mooi het licht daar viel op de rimpels in haar gezicht)

(en ook later)

(en ook nu)

(kon je ook wel wezen) (kon je zijnd misschien ook niet meer niet-aktivisties zijn) (wat met de mens) (wat met het systeem) (zegt Ulf Stolterfoht: aby denni mensi – vas tu mit denni mensi?) (lekar smecka, zegt hij) (en iets over den fuk-system) (ach) (ach het was mooi als de schouder van vee) (en ook later viel het licht altijd nog door de ramen) (en zonder wendingen was het ook mooi) (en zonder vrouwelijke geslachtsdelen was het ook mooi) (en met ramen en koffie was het ook mooi) (en met Black Forest / Black Sea op de steerjoo was het ook mooi) (en alleen daar was het ook mooi) (keek niet weg van) (zong vandaag in pure existenz ook een perenlied)

Het Perenlied

  • Schrijver: Joost Oomen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 3 november 2020
  • Omvang: 272 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook
  • Recensie van Tim Donker

Waardering voor de roman Het perenlied

  • “Een wonderlijk sprookje, blijmoedig, tintelfris en toch ontregelend.” (Thomas van den Bergh, HP De Tijd)

Flaptekst van de nieuwe roman van Joost Oomen

Het Perenlied is een kleurrijke, erotische, vrolijke, opstandige én troostrijke roman. In Het Perenlied nemen de Bietenkoningin en Gabriel het op tegen het grootste Disney-pretpark van Amerika. Met behulp van een zelfgeschoten naaktfoto strijden zij voor het recht om zelf te mogen beslissen wat mooi en lief is. Er wordt een meisje gestekt aan de oevers van een kristalheldere beek vol dromende zeekoeien. Er wordt een Russische prinses gerustgesteld in een appartement vol tafelzilver. Het World Trade Center stort in en aan de rand van het monument voor 9/11 trouwt een vader met een pop van fruit onder het groente- en fruitschap van een verlaten supermarkt. In Het Perenlied worden romantiek en avontuur gekruist met bietensoep en roze dolfijnen. Een vrolijk zingend magisch-realistisch debuut is het resultaat.

Bijpassende boeken en informatie

 

Mariët Meester – De overstroming

Mariët Meester De overstroming recensie en informatie over de inhoud van deze Nederlandse roman uit 2003. Op 6 november 2020 verschijnt bij Uitgeverij Caprae de heruitgave van de roman van de Nederlandse schrijfster Mariët Meester.

Mariët Meester De overstroming recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman De overstroming. Het boek is geschreven door Mariët Meester. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de heruitgave van de roman van de Nederlandse schrijfster Mariët Meester.

Mariët Meester De overstroming Recensie

De overstroming

  • Schrijfster: Mariët Meester (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Jaar: 2003
  • Uitgever heruitgave: Uitgeverij Caprae
  • Verschijnt: 6 november 2020
  • Omvang: 270 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Recensie en waardering voor De overstroming

  • “Mariët Meester schept er duidelijk plezier in zich te identificeren met de ik-figuur. (…) De personages tasten elkaar af, moeten zich noodgedwongen met elkaar verzoenen en zich organiseren. (…) En verbazend genoeg blijkt het kleine utopia te functioneren.” (Karel Osstyn, De Standaard)
  • “Mariët Meester schreef een vermakelijke met veel spanningsboogjes gecomponeerde variant op wat de televisie doet met dit motief in de overlevingsshow Expeditie Robinson of in Temptation Island. Maar dan anders. Leuker. Spannender. Amusanter. Dodelijker. Huiveringwekkender.” (Koen Eykhout, De Limburger)
  • “Met veel tragikomisch vernuft geschreven.” (Janet Luis, Opzij)

Flaptekst van de heruitgave van de roman De overstroming

Een jonge vrouw trekt zich terug op een terp in het Nederlandse polderlandschap. Als de terp door een overstroming geïsoleerd raakt van de buitenwereld, is ze plotseling op de andere bewoners aangewezen. In een eigentijdse variant van de zondvloedmythe schrijft Mariët Meester met onderkoelde humor over de menselijke drang om te overleven. Er ontvouwt zich een grimmig, maar ontroerend verhaal, waarin de lotgenoten langzaamaan niet meer zonder elkaar kunnen.

Bijpassende boeken en informatie

Berber Kapitein – Aarzelsnede

Berber Kapitein Aarzelsnede recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe over het syndroom van Münchhausen. Op 30 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij Cossee de nieuwe roman van de van Berber Kaiptein.

Berber Kapitein Aarzelsnede Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Aarzelsnede, de nieuwe roman van Berber Kapitein. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze roman van de Nederlandse kinderarts en schrijfster Berber Kapitein.

Deze roman verhaalt over Sara, een jonge patiënt van 14 jaar. Voor de zoveelste keer wordt dit meisje opgenomen. Nu op de afdeling waar  Rinske als co-assistent werkt. Onder leiding van de Trui, haar baas, genieten zij de eer om uit te vinden wat er met dit meisje nu werkelijk aan de hand is.

Er hangt al een hele zwarte geschiedenis om dit gezin heen. Al minstens twee keer hebben zij Sara met veel tam tam uit een ziekenhuis weer mee naar huis genomen. Altijd gevolgd door een medische  tuchtzaak door de ouders aanhangig gemaakt.

Sara is nu 14 en uit haar geschiedenis blijkt dat zij al vanaf haar vierde om de haverklap in een ziekenhuis belandt. Nu is zij veertien jaar. Broodmager, een neussonde voor de voeding, en in een rolstoel. Dit gezin eist min of meer dat deze artsen, waar zij nu terecht zijn gekomen afzien van een diepgaand onderzoek naar de oorzaken van de “ziekte” van Sara, maar dat zij zo snel mogelijk een definitieve sonde plaatsen bij Sara, zodat zij weer kan aansterken en stapje bij stapje weer het leven van een pubermeisje kan opvatten.

Wie houdt wie in welke tang, en met welk belang?

Maar dan hebben zij buiten Rinske en De Trui gerekend. Rinske wil namelijk een heel goede kinderarts worden en heeft daar alles voor over. En De Trui, ja, hij is niet zomaar een makkelijke supervisor, begeleider, maar ook hij heeft zijn medisch-ethische hart op de juiste plek zitten.

Dus deze twee artsen kunnen er toch ook niet omheen om toch stiekem te denken dat dit meisje verstrikt is geraakt in de psychische netten van dit gezin en daarom wordt in de wandelgangen de diagnose Múnchausen by proxy gesteld.  De ouders, slim, gehaaid, en vooral vader, goed gebekt, en moeder, die vooral mooi zit te wezen, Sara, meteen in paniek wanneer er al de minste behandeling wordt voorgesteld. Zelfs wanneer er een weegmoment wordt ingepland is er aan alle kanten paniek en nemen de ouders haar in bescherming. Ja…wat is hier eigenlijk aan de hand? Wie houdt wie in welke tang, en met welk belang?

Berber Kapitein Aarzelsnede Recensie

Maar toch, deze roman heb ik vooral gelezen als een gedetailleerd verslag van een uitgebreide supervisie of intervisie van Rinske, de belangrijkste behandelaar van Sara. Ja, Kapitein neemt de lezer ook nog mee door het privé leven van deze jonge arts. We zien haar vooral worstelen met de liefde. Een knipperlicht relatie met een getrouwde man. In tegenstelling tot haar krachtig en doelgericht handelen en optreden als arts, lost zij op in deze relatie en laat zij zich drijven op de nukken van haar vriend.

Inkijkje in de dilemma’s waarmee artsen moeten en zullen dealen

Dus ja, dit boek doet verslag van een interessante, medische casus, geeft een inkijkje in de dilemma’s waar  artsen, soms wellicht dagelijks mee moeten en zullen dealen. Maar op de één of andere manier blijft dit hele verhaal ergens aan de oppervlakte stokken. Jammer. De roman is gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (goed).

Recensie van Mieke Koster

Aarzelsnede

  • Schrijfster: Berber Kapitein (Nederland)
  • Soort boek: psychologische roman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 30 oktober 2020
  • Omvang: 288 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗∗ (goed)

Flaptekst van de roman van Berber Kapitein

Renske wil een goede kinderarts worden en heeft voor haar patiënten alles over. Maar dat geneeskunde ook bestaat bij de gratie van het nemen van risico’s heeft niemand haar tijdens haar studie verteld. En evenmin dat zij met hulpzoekenden zoals Sara te maken krijgt, die uitdaging en bedreiging tegelijk blijken te zijn. Dit veertienjarige hyperintelligente meisje met verdacht veel medische kennis scheldt tegen iedere hulpverlener en eist een operatie die andere ziekenhuizen eerder al weigerden.

Maar elke poging om een heldere diagnose vastgesteld te krijgen wordt door Sara tegengewerkt, en mislukt. Het meisje heeft ‘definitief genoeg van al die overbodige medische martelingen’ als bloedprikken of gewicht controleren. En welk toneelstuk spelen de opvallend welbespraakte ouders, die pretenderen niets liever te willen dan dat hun kind weer ‘een normaal leven kan gaan leiden’, maar onderling met iets heel anders bezig zijn?

Als de ouders dreigen met een klacht bij de tuchtrechter en willen vertrekken naar een ander ‘professioneler’ ziekenhuis, weet Renske echt niet meer of dit theater is of een medische catastrofe voor de patiënt en voor de kinderarts zelf. Zij zoekt tot de laatste pagina naar de juiste oplossing en de lezer zit op het puntje van zijn stoel.

Bijpassende boeken en informatie

Esther Gerritsen – De terugkeer

Esther Gerritsen De terugkeer recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe Nederlandse roman. Op 27 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Esther Gerritsen.

Esther Gerritsen De terugkeer Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van de roman De terugkeer. De roman geschreven door Esther Gerritsen. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van deze roman van de Nederlandse schrijfster Esther Gerritsen.

Esther Gerritsen De terugkeer Recensie

De terugkeer

  • Schrijfster: Esther Gerritsen (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman
  • Uitgever: De Geus
  • Verschijnt: 27 oktober 2020
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: Gebonden Boek / Ebook

Waardering voor de roman De terugkeer

  • “Zelden werkt een misdaadplot in een literaire roman zo goed als in Esther Gerritsens met veel schrijverslef geschreven nieuwe boek.” (NRC, ●●●●)

Ester Gerritsen  op bezoek bij radioprogramma Nieuwsweekend

Op zaterdag 24 oktober 2020 is Esther Gerritsen te gast bij het radioprogramma Nieuwsweekend naar aanleiding om te vertellen over haar nieuwe roman.

Flaptekst van de nieuwe roman van Esther Gerritsen

Haar vader stierf toen ze vijf jaar oud was. Een zelfgekozen dood waarin Jennie nooit heeft willen geloven. Het is nu twintig jaar later. Haar oudere broer spreekt niet graag over vroeger en ze heeft de hoop opgegeven dat hij dat ooit wel zal doen. Als bij haar moeder beginnende alzheimer wordt geconstateerd, beseft Jennie dat het niet lang meer duurt voor ook zij geen antwoorden meer kan geven. Ze stapt met haar twijfels naar de politie om het onderzoek naar haar vaders dood te heropenen. De terugkeer is een coldcaseverhaal over de macht van herinneringen.

Bijpassende boeken en informatie

Alfred Birney – De drie rivieren

Alfred Birney De drie rivieren recensie en informatie heruitgave van de novellen Rivier de Lossie, Rivier de IJssel en Rivier de Brantas. Op 27 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij De Geus de bundeling van heruitgave van de rivieren romans van Alfred Birney.

Alfred Birney De drie rivieren Recensie en Informatie

Als de redactie het boek gelezen heeft, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van De drie rivieren, de heruitgave van de novellen Rivier de Lossie (2009), Rivier de IJssel (2020) en Rivier de Brantas (2011). Het boek is geschreven door Alfred Birney. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de heruitgave van de rivieren romans van de Nederlandse schrijver Alfred Birney.

Alfred Birney De drie rivieren Recensie en Informatie

De drie rivieren

Rivier de Lossie (2009)
Rivier de IJssel
(2010)
Rivier de Brantas
(2011)

  • Schrijver: Alfred Birney (Nederland)
  • Soort boek: drie novellen
  • Uitgever heruitgave: De Geus
  • Verschijnt: 27 oktober 2020
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: Paperback
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering voor De drie rivieren

  • ‘Aan het toch al schitterende kralensnoer van de Nederlands-Indische literatuur heeft Birney drie parels toegevoegd.’ (Kester Freriks)

Flaptekst van de heruitgave van de drie rivieren romans van Alfred Birney

Drie rivieren spelen een belangrijke rol in het leven van meneer B., die in schitterende vertellingen in dit drieluik stromen. De Lossie in Schotland brengt hem naar voorbije eeuwen, toen de oervader van zijn familie voor bewezen moed tijdens veldslagen een familiewapen en een baronie geschonken kreeg. Zijn Nederlandse familiegeschiedenis in latere tijden krijgt gestalte aan de IJssel bij Deventer, de stad waar zijn overgrootvader vandaan komt. Het derde deel is een roadshow naar de Brantas, de langste rivier van Oost-Java, die de koloniale geschiedenis van Nederland in Indonesië weerspiegelt.


Bijpassende boeken en informatie

Thomas Acda – Scenario

Thomas Acda Scenario recensie en informatie over deze nieuwe Nederlandse roman. Op 23 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij Lebowski het nieuwe boek van de Nederlandse zanger en schrijver Thomas Acda.

Thomas Acda Scenario Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de roman Scenario. Het boek is geschreven door Thomas Acda. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse zanger en schrijver Thomas Acda.

Thomas Acda Scenario Recensie

Scenario

  • Schrijver: Thomas Acda (Nederland)
  • Soort boek: misdaadroman
  • Uitgever: Lebowski
  • Verschijnt: 23 oktober 2020
  • Omvang; 224 pagina’s
  • Uitgave: Paperback / Ebook

Flaptekst van de nieuwe roman van Thomas Acda

De buurman van twee filmmakers wordt afgeperst: perfect verhaal voor hun nieuwe script.

Singer-songwriter Oscar heeft Nederland achter zich gelaten om in New York een cursus scenarioschrijven te gaan volgen bij de vermaarde docent Seth Michael Donsky. Wanneer hij daar de flamboyante acteur Sam ontmoet, besluiten ze een appartement te delen. Per toeval ontdekken ze dat hun buurman ‘Disco’ afgeperst wordt, wat in eerste instantie een geweldig verhaal voor hun script lijkt op te leveren, maar hoe meer ze de afpersing naar hun hand proberen te zetten, hoe sneller de problemen zich opstapelen. Tot er geen weg meer terug is.

Bijpassende boeken en informatie

Harry Mulisch romans

Harry Mulisch romans recensie en informatie over de inhoud? Welke romans heeft de Nederlandse schrijver Harry Mulisch geschreven? Wat is de inhoud van de romans? 

Harry Mulisch romans recensie en informatie

De Nederlandse schrijver Harry Mulisch werd op 29 juli 1927 in Haarlem geboren. Zijn vader was Kurt Victor Karl Mulisch die van Oostenrijks-Hongaarse komaf was en in de Tweede Wereldoorlog collaboreerde met de Duitsers. Alice Schwartz, zijn moeder, had een Duits-Joodse afkomst. Harry Mulisch droeg door zijn beide ouders bijna letterlijk de Tweede Wereldoorlog in zich. Bovendien maakte hij de Oorlog zeer bewust mee en was deze bepalend voor zijn leven en de boeken die hij schreef.

Op 30 oktober 2010 overleed Harry Mulisch in Amsterdam aan de gevolgen van kanker. Hij werd 83 jaar oud.

Overzicht van romans en novellen van Harry Mulisch

Harry Mulisch publiceerde in totaal elf romans en een aantal novellen waarover je op deze pagina meer informatie kunt vinden.

2001 | Siegfried (roman)
2000 | Het theater, de brief en de waarheid (novelle)
Boekenweekgeschenk 2000
2000 | De verhalen (verzamelde verhalen)
1998 | De procedure (roman)
1955 | Vijf fabels (verhalen)
1992 | De ontdekking van de hemel (roman)
1989 | Voorval (novelle)
1989 | Het beeld en de klok (novelle)
1988 | De elementen (novelle)
1987 | De pupil (novelle)
1985 | Hoogste tijd (roman)
1982 | De aanslag (roman)
1977 | Oude lucht (verhalen)
1975 | Twee vrouwen (roman)
1970 | De verteller (roman)
1070 | Paralipomena Orphica (verhalen)
1959 | Het stenen bruidsbed (roman)
1957 | De versierde mens (verhalen)
1956 | Het zwarte licht (roman)
1954 | De diamant (roman)
1953 | Chantage op het leven (verhalen)
1952 | Tussen hamer en aambeeld (novelle)
1951 | archibald strohalm (roman, debuutroman)
1947 | De kamer (verhaal, debuut)


Uitgebreide informatie van de romans van Harry Mulisch

archibald strohalm

  • Schrijver: Harry Mulisch (Nederland)
  • Harry Mulisch romans Archibald Strohalm roman uit 1951Soort boek: psychologische roman, debuutroman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschenen: 1951
  • Inhoud roman: Archibald Strohalm, een enigszins vreemde, maar op het eerste gezicht niet uitzonderlijke man, begeeft zich op een zaterdagmiddag in een avontuur dat gaandeweg het gewicht en de afmetingen van een drama op leven en dood krijgt. Op het moment dat hij van een kantoorbediende een soort zaligmaker is geworden, hebben zijn stadgenoten deze Archibald Strohalm allang vereenzelvigd met de andere gekken en artiesten van de stad. Met overtuigingskracht en in een meeslepende stijl beschrijft Mulisch de opkomst en de apocalyptische ondergang van de zelfbenoemde profeet…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

Marjan Brouwers – Leegland

Marjan Brouwers Leegland recensie en informatie over de inhoud van deze nieuwe dystopische roman. Op 21 oktober 2020 verschijnt bij Uitgeverij Passage de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marjan Brouwers.

Marjan Brouwers Leegland Recensie en Informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van de dystopische roman Leegland. Het boek is geschreven door Marjan Brouwers. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe roman van de Nederlandse schrijfster Marjan Brouwers.

Marjan Brouwers Leegland Recensie

Leegland

  • Schrijfster: Marjan Brouwers (Nederland)
  • Soort boek: dystopische roman, Nederlandse roman
  • Uitgever: Uitgeverij Passage
  • Verschijnt: 21 oktober 2020
  • Omvang: 250 pagina’s
  • Uitgave: Paperback

Flaptekst van de nieuwe roman van Marjan Brouwers

De coronacrisis was nog maar het begin. Daarna volgden een nog erger virus en een klimaatoorlog. Van het land dat ooit Nederland was, zijn nog enkele gebieden over. Zo woont er een elite in de Enclave Amersfoort-aan-Zee. Als je je daar niet aan de regels houdt, word je verbannen naar Fort Zwolle. Dan zijn er ook nog de rebellen uit Amsterdam, de angst van elk konvooi. Maar in het lege land boven Zwolle gloort de hoop op een ander leven.

Dit verhaal volgt de ontsnapping van een veroordeelde soldate die samen met de in een laboratorium ontworpen zoon van een doorgedraaide arts de vrijheid zoekt. Blijven ze de achtervolgers voor? Lukt het hen om Leegland te bereiken?

Je begint met de beste bedoeling aan iets, maar als het ontspoort kun je moeilijk terug. Uiteindelijk draait het in deze roman om de vraag: wie kun je vertrouwen en wie niet?

Deze roman is een echte pageturner, vol spanning en avontuur. Het boek biedt een blik op onze toekomst die tot ernstig nadenken stemt. Sluit zeer goed aan bij het populaire genre van de dystopische roman. Geschikt voor lezers vanaf 16 jaar.

Marjan Brouwers Zonderland recensieMarjan Brouwers (Nederland) – Zonderland
dystopische roman
Uitgever: Uitgeverij Passage
Verschijnt: 29 augustus 2023

Bijpassende boeken en informatie