Hélène Gelèns beginnen voor gevorderden recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse dichteres. Op 12 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij Cossee het boek met nieuwe gedichten van schrijfster Hélène Gelèns.
Hélène Gelèns beginnen voor gevorderden recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van beginnen voor gevorderden. Het boek is geschreven door Hélène Gelèns. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de nieuwe dichtbundel van de Nederlandse schrijfster Hélène Gelèns.
Recensie van Tim Donker
Ooit sprak ik met een opa. De oude meneer was iemands opa, ik ben vergeten wiens opa hij was. Er was een feest, we waren daar, op dat feest, we waren niet samen gekomen maar we waren er toch samen, stoelen stonden langs de muren, men at en dronk en onderhield zich. De oude meneer, hij was iemand opa, vertelde me dat hij het sedert zijn pensioen drukker had dan ooit. Oja, ik vroeg, wat doe je dan zoal? O, zei hij, dat begint al ’s morgens vroeg. Ja, dan moet je weer opstaan, en aankleden, en helemaal naar beneden gaan, en koffie zetten, en ontbijt maken… Ik lachte. Ik lachte luid. Ik lachte een beetje te luid, waarschijnlijk, want de oude meneer (hij was iemands opa) leek gekwetst. Hij zweeg. Dus nu zwegen we. We dronken. We zwegen. Er waren hapjes. Dit was een feestje. De oude meneer was iemands opa, maar ik ben vergeten wiens opa hij was.
Soms denk ik nog aan de oude meneer (hij is allang dood, heb ik gehoord). Aan het beginnen. Het beginnen van de dag. Ik ben nu vijftig, nog lang niet zo oud als de oude meneer was toen hij me bovenstaande vertelde. En toch, nu denk ik vaak aan hem als ik de dag begin. Vooral bij het twede begin van de dag. Het eerste begin van de dag gaat gedachteloos en vanzelf. Ik sta op, ik kleed me aan, ik ga naar beneden, ik maak de fruitbakjes voor de kinderen, ik maak de lunchbakjes voor de kinderen, ik maak de drinkbekers voor de kinderen, ik ga naar boven, ik wek de kinderen, soms zie ik toe op hun aankleden, soms geef ik iets aan (sokken ofzo), ik ga weer naar beneden, ik maak het ontbijt voor de kinderen, ik breng de kinderen naar school, ik kom weer thuis en dan komt het twede begin van de dag en het twede begin is moeilijk. Dan ga ik weer naar boven, helemaal naar het twede verdiep waar in dit huis mijn slaapkamer is, dan kleed ik me uit, dan ga ik douchen, en dan sta ik daar in de badkamer en dan wordt het met zwaar te moede als ik denk aan alles dat ik ga moeten doen nu. Lijf wassen en haren wassen en afdrogen en scheren en lenzen inzetten (bij het eerste begin van de dag ben ik doorgaans brildragend) en de badkamer opkuisen en dan weer naar boven, naar het twede verdiep, een klein outfitje voor mezelf vinden, me aankleden, die twee vervloekte trappen af, zoiets doen als ontbijten, ik begrijp nu zo goed hoe je zoiets als een ondragelijke klus kan opvatten. Ik begrijp nu zo goed hoe moeilijk beginnen is als je al een keer begonnen bent. Het zal de leeftijd zijn, zeker?
Of misschien niet de leeftijd maar het gat in mijn hart. Billy Callahan, toen nog als Smog, want in zijn begindagen, feitelijk in zijn dagen als teepartist, maar de teeps moogt u negeren, zeker nu teeps zogenaamd weer heel erg hip zijn, alles wat hip is moogt u negeren, eigenlijk alles van Billy Callahan moogt u negeren, zult u negeren, moet u negeren, behalve Sewn to the sky en Forgotten foundation want dat mag u niet negeren, dat moet u horen, vandaag nog, koop die seedees, nu, meteen, het behoort tot het allermooiste ooit op seedee gezet (of op wat voor geluidsdrager dan ook voor die materie), echt, koop het (en oké als u geld teveel heeft, doet u er ook niet slecht aan Julius Ceasar ook meteen maar in uw mandje te doen) (oké en Wild love misschien) (in het uiterste geval ook nog The doctor came at dawn) (en misschien een paar eepeetjes als Burning kingdoms en Kicking a couple around) (maar daarmee is het echt wel afgelopen met die Callahan), maar goed, in zijn dagen als teepartist dus, (mjoeziek nog een slagje beter eigenlijk maar dan had hij het maar fatsoenlijk op seedee moeten zetten) (eert allemaal de seedee en blijft allemaal de seedee eren tot uw laatste snik) (voorwaar, ik bid u), zong hij, zong Billy Callahan dus, everyone who’s ever got a hole in their heart knows how hard it is to start a new day.
Als vijftiger met een gat in mijn hart weet ik inderdaad hoe moeilijk het twede begin van een nieuwe dag is. Dat begin is voor gevorderden. Zoon begin kan onbegonnen werk zijn.
beginnen voor gevorderden. Dat vond ik goed. Hélène Gelèns, en ik ben toch al fan. Ging ze me daar afkomen met een ode aan, of een doordenking van het begin. Het begin als konsept ofzoiets, hoe moest ik me dat voorstellen. Iemand had het me gegeven, deze bundel, ergens in een flatportiek, we hadden wat gepraat en ik had beginnen voor gevorderden in mijn stuurtas geworpen en was al half op weg naar huis (lost somewhere between the earth and my home om een andere erg goede seedee te noemen) (niet van Smog) (maar van The Geraldine Fibbers) (Smog trouwens ook een australiese hiphopband die niet half slecht is). Ik had hier en daar al wat gelezen, ik dacht dit gaat niet Gelèns’ diepgravendste bundel zijn, misschien ga ik als fan een heel klein beetje teleurgesteld zijn, dacht ik, ik was er nog niet eens in begonnen, ik had alleen hier en daar wat gelezen, misschien was het ook wel het commentaar van Theo geweest dat me die dingen deed denken, die gezeid haadt Het is niet moeilijk, het is niet moeilijks had hij gezeid, het leest heel makkelijk, ik weet het niet, ik dacht aan beginnen, beginnen in een boek, of beginnen aan de dag, wat kun je zeggen over beginnen?
Dat alle begin moeilijk is. Vooral het twede begin.
Of in den beginne was de oerknal van videozap (prot zei zijn gat en zijn gat sprak Deutschland).
Of dat ge u moet bezinnen voordat ge begint. Maar nu begint het uit de hand te lopen.
Het begin is vaak mooi, toch? Of beter toch dan wat volgen zal. In het begin was de liefde mojer dan zij nu is. Bands, neem Smog, (niet de australiërs maar Billy), zijn in het begin meestal beter dan later. Zo van Hun eerste drie seedees zijn geweldig maar daarna wordt het minder. Of het begin van de vakantie, als het allemaal nog een beetje onbekend is en er nog zoveel dagen voor je zijn. Zet dat eens af tegen de vakantie op haar laatste benen, als alles inmiddels overbekend is en er ook nog maar een dag of twee rest en je goddomme al bijna verlangt naar huis en werk en alle dagen vroeg op en sleur.
Maar dat is beginnen zoals een beginner het zou zien. Gelèns tilt het naar een hoger niveau. Ja, ze had me danig op het verkeerde been ja. Mijn eerste indruk. Ook een begin. Het begin van de indruk. Hoe begint een indruk? Een indruk begint verkeerd.
Ik had dat boek overhandigd gekregen in een flatportiek. Ik zei iets over Hélène Gelèns. Dat haar gedichten soms wat experimenteel zijn ofzo, zoiets zei ik, en degene die het me overhandigde, hij heet Theo, wierp tegen dat de gedichten (hij had zo hier en daar al wat gelezen) helemaal niet moeilijk te lezen waren, dat het heel goed te begrijpen was. Of zoiets zei hij.
Wierp tegen.
Wierp tegen?
Waarom begrijpelijkheid als tegenwerping van mogelijk experimentalisme opwerpen? Waarom zou “experimenteel” altijd samenvallen met “moeilijk” of “onbegrijpelijk”? Maar misschien was het geen tegenwerping maar een aanvulling?
Met opstaan en opstaan heette iets waar ik zelf al even mijn oog op had laten vallen daar in dat flatportiek en dat was zoiets als een langgerekt uitgesteld begin. Het langzame op gang komen, het deed me denken aan de oude man die iemands opa was geweest, of mijn eigen dagdagelijkse twede beginnen, of mijn inmiddels ex-buurman Sergio die altijd van zichzelf zei dat hij een diesel was (wat ik altijd een beetje een stompzinnige uitspraak vond) omdat hij traag op gang kwam. Ik had de anekdotes al in mijn hoofd zitten, de anekdotes waarmee ik hier dan ook maar koppig begonnen ben, de bundel zat al in mijn stuurtas, ik moest nog een ronde, en later ’s avonds las ik nog een paar gedichten.
Gedichten over de wil bloot te beginnen, dat komt van iets van Van Ostaijen geloof ik. Gedichten die vragen en antwoorden, altijd maar over beginnen, of was je al begonnen, ritmiese gedichten, moje gedichten, was je al begonnen, je was nog aan het dromen, ook na een doorwaakte nacht moeten we beginnen, of na een nachtmerrie, opnieuw beginnen als alle papieren wegwajen, in den beginne beginnen of in medias res beginnen, pogingen tot een begin, vooral veel taalspel in dit begin, vooral veel vormspel in het begin hier, ik dacht dit gaat niet Hélène Geléns’ diepgravendste bundel zijn maar dat hoeft ook niet, je kunt het begin onderzoeken door steeds opnieuw te beginnen, het begin uit te rekken, het begin in plakjes snijden, het begin omkeren en rechtop zetten, dat kan allemaal, daar is niks mis mee, dat mag de dichter, de dichter mag alles, meng de zeedruif met de wijn en geef de dichter ook wat.
Ik las wat, ik las me tot nog voor halverwege en toen begon ik onverhoeds in een ander boek. Ja hoe gaat dat. Er ligt zoveel op mijn recenseertafel (feitelijk een secretaire), kom anders zelf kijken. Er ligt zoveel, en ik begin steeds in iets anders. Soms vanwege een onhoudbare vlaag van nieuwsgierigheid naar al wat er verder nog op die recenseertafel (feitelijk een secretaire) ligt, soms omdat ik het boek waarin ik bezig was even niet kan vinden (dat ligt dat op een andere tafel, of in de kast die vlakbij mijn leesstoel staat, of op gekkere plaatsen nog) (ik heb er ooit eentje bij het fornuis teruggevonden, was ik zo geboeid dat ik tijdens het roeren in de saus nog had staan lezen), soms omdat ik heel nodig moet en in de gauwigheid maar het allerbovenste van de stapel meetrek. In het geval van Gélèns had het nog een andere reden: ik vond die gedichten zo fantasties maar ze lazen zo tot nog voor halverwege inderdaad wel vrij makkelijk weg, vooral ritmiek, veel herhaling, ik wilde daar ook weer niet te rap doorheen gaan. Ik dacht laat dit geen pistachenoten zijn (een bakje pistachenoten, u weet, gepelde, en dan gedachteloos de een na de andere in uwen bakkes stoppen en voordat je het weet is het bakje leeg en eigenlijk had je alleen de eerste drie echt geproefd). Dus ik legde weg en ging verder in De passagier van Cormac McCarthy. En dat greep me. God nou. Wat greep me dat. Daar zat ik maar in te lezen en te lezen en te lezen. In die leesstoel van mij. Daar bij het raam. Kom anders zelf kijken.
Tot ik dagen later ineens weer aan beginnen voor gevorderden moest denken. Misschien stond ergens in De passagier het woord “beginnen”. Of “gevorderden”, al is het minder aannemelijk dat woord tegen te komen buiten de folder met het nieuwe cursusaanbod. En ik dacht nog Oja, even uitlezen. Ja. Dat dacht ik nog. Gélèns’ minst diepgravende bundel. Even uitlezen. Het was een donderdag, de zon scheen door de ramen, de kinderen waren thuis, ik ging beginnen voor gevorderden even uitlezen.
Maar dat zat me minder glad. Iemand zal met het goede been uit bed stappen op de dag dat er oorlog uitbreekt. Zo’n soort zin slik je niet achteloos, dat is niet je zoveelste pistachenootje (dat is een pistachenootje met een raar smaakje) (een pistachenootje dat je denken doet) (was dit pistachenootje nog wel goed) (gewoon) (een pistachenootje dat je denken doet). Zo’n soort zin haalt moeiteloos de vaart uit je leestempo. Wie begint er nu goedgemutst aan een fonkelnieuwe oorlogsdag? En welke oorlog, ooit was er een tijd dat “de” oorlog zonder nadenken verwees naar de twede wereldoorlog maar die tijd lijkt me ook alweer voorbij. Op zo’n nieuwe oorlogsdag naar de kapper gaan. Want als dan ’s avonds de oorlog gewonnen is, zit je haar alvast goed.
En ik zit stil met die bundel op mijn schoot en peins zo’n beetje. Ik denk aan oorlog en gekapte kapsels. Het begin van een oorlog is ook een begin en een nieuw kapsel misschien een nieuw begin, maar dit is een grotere doch van een geheel andere abcdefghijk.
Na de oorlog doet de wetenschap haar intrede. Die stap is niet heel groot. Hans Reichenbach. Hilary Putnam. (en je zoekt het) (je moest allang naar bed) (de wijn van een rojer rood dan je kende). Reichenbach is de positivist. Positivisme is beginnen. Beginnen is jeugdbewegingen. Ich möchte teil einer jugendbewegung sein ich. En meervoudige realiseerbaarheid. En hah!: hoe meervoudig, en dus realiseerbaar de dag (kun je na een twede begin een derde misschien?). Putnam is de twijfel.
(de dag na de vorige dag)
De grotere vragen tot het laatst bewaren. Wat als er in het begin louter mededogen is en in het eind alleen maar afval? Wat als onze tijd nog moet komen? Ik bedoel de tijd. Wat als er een scheppingsverhaal is dat meer klinkt als het begin van het einde. Of is dat alleen maar wat ze zeggen (ze zeggen dat er geen winters meer zijn)?
In god de wetenschappelijke nul zetten, er midden in, dus g0d, de dood van god en de verlichting de dood van de rest. Uranium, thorium, radium, alles straalt en in Ottawa, Illinois maakt de sneeuw plaats voor derrie.
Ik zit stil met die bundel op mijn school, ik kijk naar mijn kinderen, ik peins aan oorlog en religie en wetenschap en ik denk Deze bundel begon toch heel anders? Maar dat is de schoonheid van poëzie, niet? (in poëzie gebeurt iets anders).
Op het laatst wordt gevraagd nog even te wachten (we beginnen als er voldoende mensen zijn). Op het laatst vraag ik me af of ik het begin wel goed gevat heb. Maar ik kan onmiddellijk opnieuw beginnen met beginnen voor gevorderden. En dat is het goede ding.
beginnen voor gevorderden
- Schrijfster: Hélène Gelèns (Nederland)
- Soort boek: gedichten, poëzie
- Uitgever: Cossee
- Verschijnt: 12 mei 2022
- Omvang: 80 pagina’s
- Uitgave: paperback
- Prijs: € 19,99
- Boek bestellen bij: Bol / Libris
Flaptekst van de dichtbundel van Hélène Gelèns
beginnen voor gevorderden is één langgerekte poging om te beginnen, opnieuw, fris en met een open vizier. Maar hoe doe je dat? Gloort de toekomst eigenlijk nog? We zien het begin graag pril, pluizig en groen, maar zo ongecompliceerd is dat begin maar zelden. Menige aanvang wordt doorkruist door geweld en onderdrukking en daar komt vandaag de klimaatcrisis nog bij. Zelfs als kind moet je tegenwoordig al aardig gevorderd zijn om te beginnen.
In haar zo kenmerkende ritmische en klinkende taal jongleert Gelèns met ontstaansmythes. Oorsprongsverhalen die kunstenaars, schrijvers en denkers in de loop der eeuwen hebben bedacht, het alledaags en maatschappelijke beginnen en zelfs de oerknal zijn niet veilig bij haar. Is het spel of verzet? Humor of nijd? Wellicht alles tegelijk.
Bijpassende boeken en informatie