Categorie archieven: Kunstboeken

De schilders van de Vechtstreek

De schilders van de Vechtstreek recensie en informatie over de inhoud van dit kunstboek dat is geschreven door Jaap Versteegh. Op 18 juli 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS in samenwerking met Vechtstreekmuseum Maarssen dit boek over de schilders van de Vechtstreek, geschreven door Jaap Versteegh.

De schilders van de Vechtstreek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van de Vechtstreek. Het boek is geschreven door Jaap Versteegh. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over de Vechtstreek.

Jaap Versteegh De schilders van de Vechtstreek Recensie

De schilders van de Vechtstreek

Kunstenaarskolonies in Nederland

  • Schrijver: Jaap Versteegh (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 18 juli 2022
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 24,95
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland

Als je aan De Vecht denkt, zie je kastelen en buitenplaatsen voor je. Zo is het ook een beetje gegaan: de paletten en baretten kwamen pas tevoorschijn toen de Amsterdammers begonnen met het bouwen van hun lustpaleizen langs het water. Maar tot het begin van de zeventiende eeuw was de rivier vooral van nut voor landbouw, industrie en vrachtverkeer.

Tegen het einde van de zeventiende eeuw stond er langs de oevers van de Vecht een haast aaneengesloten rij van kastelen, buitenplaatsen en tuinen. Het duurde even totdat de kunstenaars hun ogen afwendden van lommerrijke lusthoven en zich richtten op het landschap, de natuur en het volk. De inspiratie tot die belangrijke stap kwam vooral van buiten — van de baanbrekende landschapskunst van het Franse Barbizon. Het rijkgeschakeerde landschap van de Vechtstreek trok steeds meer kunstenaars aan die de schoonheid vastlegden in schilderijen, boeken, tekeningen en prenten.

De schilders van de Vechtstreek geeft een uitgebreid overzicht van deze kunstwerken en plaatst ze in een brede kunsthistorische context, waarbij allerlei wetenswaardigheden over zowel de kunstenaars als de locaties aan de orde komen.

Jaap Versteegh is beeldend kunstenaar en kunsthistoricus. Hij was werkzaam aan de Universiteit Leiden, schreef meerdere kunstboeken, werkte als gastconservator voor diverse musea en is thans werkzaam als kunsthandelaar.

Bijpassende boeken en informatie

Onno Schilstra – Eh

Onno Schilstra Eh recensie en informatie boek met essays over kunst en deel 1 in de Extazereeks non-fictie. Op 3 juni 2022 verschijnt bij uitgeverij In  de Knipscheer het boek met essays van de Nederlandse auteur Onno Schilstra.

Onno Schilstra Eh recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het non-fictie boek Eh.  Het boek is geschreven door Onno Schilstra. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het boek met essays over kunst van Onno Schilstra en deel 1 in de Extazereeks non-fictie.

Onno Schilstra Eh Recensie

Eh

  • Schrijver: Onno Schilstra (Nederland)
  • Soort boek: essays of kunst
  • Uitgever: In de Knipscheer Extazereeks
  • Verschijnt: 3 juni 2022
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 22,00
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek met essays over kunst van Onno Schilstra

In Eh zoekt Onno Schilstra antwoorden op de vraag wat kunst vermag. Een tentoonstelling van Bijbelse zandsculpturen in Elburg is het vertrekpunt voor een dwaaltocht door zijn geheugen die voert van een volksopera in Ransdorp naar de Biënnale van Venetië, van Bunschoten-Spakenburg naar het geboortehuis van Elvis Presley, van patjepejerstijl naar katholieke kunstgeschiedschrijving en van protestantisme in Staphorst naar de protestsongs van Bob Dylan.

Wat heeft de kunst nog te bieden in een wereld waarin de morele en fysieke dijken het begeven? Is er een uitweg? “Zodra mijn vriend een paar woorden heeft uitgesproken, onderbreekt hij zichzelf met een ‘eh’ en begint een nieuwe zin. Van hem hoorde ik voor het eerst over het ‘beletselteken’. Dat is de officiële benaming voor drie puntjes in een geschreven tekst. Hij legde me uit dat elke keer wanneer je eh zegt, je eigenlijk de auditieve versie van het beletselteken gebruikt. Zijn zelfinterrupties, eh, het is eigenlijk, eh, de luisteraar moet ruimte, eh, het is een manier om de eigen verbeelding, eh. In de leegte van de ‘eh’ van de spreker begint de volheid van de creatieve verbeelding van de luisteraar, aldus mijn vriend, die het prima vindt om vaak ‘eh’ te zeggen.”

Onno Schilstra (1961, Zierikzee) is beeldend kunstenaar, muzikant en schrijver. Na een studie kunstgeschiedenis in Leiden volgde hij een opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Hij werkte als criticus, columnist en vormgever. Voerde zes jaar lang operaties uit om een gebeeldenstormde kerk opnieuw te vullen met beeld. Speelde in bandjes. Bedacht manieren om stereoscopische tekeningen te maken. Werd docent kunsttheorie. Tekent sinds 2006 samen met zijn vrouw Wim Hardeman aan een klein Wandermuseum, genaamd Panopticum Berlin.

‘Eh’ van Onno Schilstra is de eerste essay-uitgave in de Extazereeks. De Extazereeks-essays is een voortzetting van de Extazereeks voor korte verhalen en romans die sinds 2016 onder redactie van het literair tijdschrift Extaze door uitgeverij In de Knipscheer werd uitgegeven. De redactie en de uitgever bieden talentvolle essayisten de kans hun werk in een zelfstandige uitgave te presenteren. De essay-reeks wordt bezorgd door Cor Gout (redactie) en Els Kort (vormgeving).

Bijpassende boeken en informatie

Norbert Tadeusz – Het leven als spektakel

Norbert Tadeusz Het leven als spektakel recensie en informatie over de inhoud van het kunstboek en de tentoonstellingscatalogus. Op 27 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS het boek over de Duitse schilder Norbert Tadeusz (1940-2011) ter gelegenheid van de tentoonstelling in Museum MORE.

Norbert Tadeusz Het leven als spektakel recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek Norbert Tadeusz – Het leven als spektakel.  Het boek is geschreven door Maite van Dijk en Tanja Pirsig-Marshall. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van het kunstboek.

Recensie van Fons van Riet

Vrijdag 8 juli 2022 sluiten vriendin Ingrid en ik onze plezierige Achterhoek -vakantie af, met een bezoek aan museum More te Gorssel. We hadden ons niet verdiept in het huidige aanbod aan tentoonstellingen, want… het heeft wel wat om ter plekke verrast te worden. En dat deed het ook.

We liepen rechtstreeks naar de tentoonstelling “Het leven als spektakel” met werk van Norbert Tadeusz, de vaste collectie overslaand. Het ene kleurrijke grote werk na het andere, direct Into your Face. We werden verrast met een keur aan kleur; menselijke vervorming; grote doeken met grootste dagelijkse taferelen, maar ook kadavers van dieren; circusartiesten en juffrouw Christine o.a. in een gestreepte pyjama.

We waren direct onder de indruk. Het ene werk nog verrassender en grootster dan… Ingrid keek ook met haar kunstenaarsoog (zij beoefent zelf het ambacht); fileerde zijn techniek, zijn gebruik van het doek; zijn durf en ik keek als consument en bewonderaar.

Ik zag invloeden van mijn favoriete schilders zoals Francis Bacon; Edward Hopper en Edvard Munch. En Ik nam het gulzig tot mij. Op mij maakten zijn 2 werken de “Strowagen” 1989 en “Cavalli 13” uit 1999 de meeste indruk. We hadden beiden nog nooit gehoord van Norbert Tadeusz en zijn erg content met deze kleurrijke kennismaking van zijn werk.

De handzame en fraai vormgegeven catalogus maakt dit bezoek aan More mooi rond. Compliment aan Studio Frederik de Wal, met tekst van Maite van Dijk en Tanja Prisig-Marschall. Met het doek “Miles” uit 2010 op de voorflap kun je niet anders dan nieuwsgierig worden. Grillig blauw water, een bijna komisch beeld van een man in het water met een zwembrilletje op. Dit doek is geïnspireerd op een foto van Miles Davis, de grote trompettist.

Op de achterflap een foto van Tadeusz zelf, nors kijkend met zeer felle ogen. Een intense man, zo lijkt het. De catalogus opent met details van zijn werken “Zonder titel” uit 1988, “Aanzicht Atelier”2005 en “studio Cardboard”1981 en dat vind ik persoonlijk een prettig begin.

Het papier heeft gelukkig geen glans, dat zou afbreuk doen aan de getoonde werken van Tadeusz. Deze vertellen al voldoende, zonder dat daar nog een glans over heen moet. Verderop in de catalogus worden wederom details getoond van verschillende werken, dit geeft mij als kijker de gelegenheid te mijmeren over zijn bedoelingen, zijn drijfveren, want hoe dichter bij hoe intenser op je netvlies.

De beschrijving over zijn werkmethode vond ik heel aardig om te lezen. Ik had niet verwacht dat hij zijn werken/composities zo zorgvuldig voorbereidde. Zijn atelier was een soort podium, waarop hij een voorstelling componeerde.  Hij fotografeerde deze voorstelling en van gefotografeerde scenes maakte hij collages. Deze werkte hij uit in schetsen en tekende deze met houtskool op een doek.

“Ik heb eigenlijk altijd geschilderd wat ik om me heen zag, ik kan niets anders bedenken behalve wat op mijn pad komt”.

In mijn ogen suggereert deze uitspraak van hem, dat hij, wat hij zag, direct op het doek uitwerkte. Ik kreeg tijdens het bezoek aan de tentoonstelling een beeld van een intense, impulsieve schilder, die direct contact zocht met het doek, maar niets is minder waar.

Daarom is de volgorde; eerst een Tentoonstelling bezoeken en daarna de catalogus lezen ontzettend aan te bevelen. Andersom vind ik het persoonlijk minder fijn, want je bent dan al bevooroordeeld en heb een beeld gevormd.  Ik wil eerst blanco verrast worden.

Door de catalogus kon ik me nog meer verdiepen in Norbert Tadeusz als Mahler en niet als Künstler. Want zo omschrijft hij zichzelf. En dat komt goed naar voren in de catalogus , met als titel:

“Het leven als Spektakel” en dat heeft hij in mijn ogen ook echt laten zien in zijn werk.

Tentoonstelling Norbert Tadeusz in museum More te Gorssel t/m zondag 2 oktober 2022. Wat is het toch een prettig en museum, altijd weer fijn om daar een tentoonstelling bezocht te hebben.

Norbert Tadeusz Het leven als spektakel Recensie

Het leven als spektakel

Life As a Spectacle

  • Kunstenaar: Norbert Tadeusz (Duitsland)
  • Auteurs: Maite van Dijk, Tanja Pirsig-Marshall
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 27 mei 2022
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs; € 29,95
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst  van het boek over de Duitse schilder Norbert Tadeusz

‘Ich bin kein Künstler, ich bin Maler.’ Zo vatte de Duitse schilder Norbert Tadeusz (1940-2011) zijn artistieke opdracht krachtig samen. Als jonge kunstenaar in de jaren 1960 keerde hij zich tegen de heersende trends van de conceptuele en geëngageerde kunst en een halve eeuw lang zou Tadeusz zich volledig toeleggen op het schilderen van het menselijk bestaan in al zijn schoonheid en complexiteit. Hij heeft onverschrokken, consistent en compromisloos zijn hele artistieke carrière het theater van het leven op grootse en spectaculaire wijze in verf vertaald.

Het belang van Tadeusz’ kunst en zijn ongelooflijke schildertalent werden al vroeg erkend in Duitsland. Toch is het nu pas voor het eerst in Nederland dat er een overzichtstentoonstelling in Museum MORE en bijbehorende catalogus aan hem wordt gewijd. In het rijk geïllustreerde Norbert Tadeusz. Het leven als spektakel wordt een prachtig en representatief overzicht van zijn monumentale en kleurrijke oeuvre gegeven.

Bijpassende boeken en informatie

Charles Baudelaire – Parijse walging

Charles Baudelaire Parijse walging recensie en informatie van het boek met prozagedichten uit 1869, Le Spleen de Paris. Op 25 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij Querido de Nederlandse vertaling door Hafid Bouazza het boek met prozagedichten van Charles Baudelaire. Bovendien zijn ook het Franse origineel en de Engelse vertaling door Louise Varèse opgenomen.

Charles Baudelaire Parijse walging recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het prozagedicht uit 1869, Le Speen de Paris, Parijse walging, Paris Spleen. Het boek is geschreven door Charles Baudelaire. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het beroemde boek met Franse gedichten van Charles Baudelaire in combinatie met de Nederlandse en Engelse vertaling.

Recensie van Tim Donker

Zegt iemand, zegt wie, zegt Guus Luijters: De moderne Franse poëzie begint bij Baudelaire.

Zegt iemand, zegt wie, zegt Marcel Proust: Baudelaire was de grootste dichter van de negentiende eeuw.

Zegt iemand, zegt wie, zegt Charles Baudelaire: schrijf altijd poëzie, ook als je proza schrijft.

Hoe vaak moet een schrijver in je leven komen voor je besluit hem echt te gaan lezen?

Het was vroeg in de jaren 00 toen Baudelaire voor mij meer dan een naam werd. Ik volgde Bob Geldof nog, zo vroeg in de jaren 00 moet het geweest zijn, en ik sprak Antonio nog wel eens – zo vroeg in de jaren 00 moet het geweest zijn. Ik denk dat Sex, age and death net uit was. Ik herinner me m drajen & ook m om Antonio’s oren slaan, ik herinner m recenseren in het blad dat wij toen maakten. Kraakpen. Zo heette dat blad. Zo vroeg in de jaren 00 was het dus. En Laura was er. Moje Laura. Lieve Laura. Laura die zong, en muziek maakte, iets met toetsen, een accordeon soms. Ze zou iets voor Kraakpen gaan doen, want later, als Antonio en ik groot waren, wilden we een verzamelseedee uitbrengen met daarop alle bands en artisten die wij goed vonden maar die naar onze smaak te weinig aandacht kregen. En Laura ging één van hen zijn. Want die had minstens één prachtig liedje gemaakt, Feel it heette dat liedje en op tot deze dag kan ik het nog niet horen zonder minstens één traan in een oog (het linker of het rechter) te krijgen. Er kwam nooit iets van die seedee, er kwam nooit iets van Kraakpen of althans na zekere tijd niet meer, en Antonio en ik kregen ruzie, en ik studeerde af, zo vroeg in de jaren 00 was het dus, en ik probeerde iets freelancerigs te doen, iets met een tekstbureautje ofzo, ik had zelfs een naam, ik wilde het Stijlbreuk noemen maar mijn vriendin en mijn schoonzus vonden dat te negatief klinken en ik luisterde in die dagen nog naar hen, ja zo vroeg in de jaren 00 was het, en toen was er dus heeltegaar geen naam meer voor dat tekstbureautje maar wat maakte het uit, ik had er toch al niks mee, het was eigenlijk meer een eufemisme voor werkeloos zijn, ik wilde geen zakelijke teksten schrijven en ik wilde geen reclameteksten schrijven en ik wilde geen interne slogans bedenken voor een Rabobank in Naaldwijk om alle neuzen weer dezelfde kant op te krijgen, hel, ik wilde niet eens interne slogans bedenken voor een Rabobank in Naaldwijk die alle neuzen een andere kant op zouden krijgen, en heeldurdagen zat ik maar, thuis, en heeldurdagen verveelde ik me daar, thuis. Maar Laura was er nog. De seedee was er nooit gekomen maar Laura was er nog. Antonio en ik waren gebrouilleerd geraakt maar Laura was er nog. Schrijven voor het tekstbureautje wilde ik niet maar Laura schrijven wilde ik wel. Deed ik dus. Schrijven. Of mailen, hoe heet dat. Alle dagen. Heeldurdagen. Ik. Aan Laura. Laura. Aan mij. Wat lees je?, was een vraag die ik haar vaak stelde. Ik lees Baudelaire, zo luidde op een keer het antwoord, en Sex, age and death van Bob Geldof was uit, zei ik dat al?,  een vriendschap en een blad en een tekstbureautje later en nog altijd was die plaat niet oud, of niet echt oud, ik vond t in ieder geval nog steeds een goede plaat, een hele goede plaat  (inmiddels heeft hij al ruim tien jaar mijn seedeespeler niet meer van binnen gezien denk ik), en op die Sex, age and death was een regeltje “She read a poem by Baudelaire / sitting naked in a chair”, ik weet niet meer in welk liedje die regel voorkomt want inmiddels heeft die plaat al in ruim tien jaar mijn seedeespeler niet meer van binnen gezien maar sjeesis aan Laura denken en hoe zij naakt in een stoel gezeten een gedicht van Baudelaire las, was me verre van onaangenaam. Maar me aanzetten tot zelf Baudelaire gaan lezen deed het niet.

Ergens later. In diezelfde vroege 00’s maar dan iets later. Ik was getrouwd, wil je wel geloven? Niet met Laura, dat had ook niet gekund (alhoewel een mens misschien te snel de neiging heeft om onwaarschijnlijkheden als onmogelijkheden te klasseren en dat wat gebeurt als “voorbestemd”, terwijl, misschien, alles anders was geweest als je toen op die moje dag ergens in mei niet linksaf was gegaan maar rechtsaf, ja, misschien had dat iets in gang gezet dat al het onmogelijke mogelijk had gemaakt en al het onvermijdelijk zeer vermijdelijk, ja, wie weet), maar met die vriendin die Stijlbreuk een te negatieve naam had gevonden (had ik er dus ook meteen een hele leuke schoonzus bij, hoezee mij). De huwelijksreis voerde ons tot het zuiden van Portugal. Daar. Ergens een hotel. Een hotel met een bibliotheekje. Of. Naja. Zeg: ze hadden alles dat gasten in hun kamer hadden laten liggen voorzien van een stempel van het hotel en in kasten gezet. De ruimte waar die kasten stonden mocht dan bibliotheek heten. Er stonden boeken in allerlei talen. Engels. Duits. Spaans. Portugees. Nederlands. Ik was vaak in dat bibliotheekje. Mijn vrouw, ja ze was ineens mijn vrouw, lag aan het zwembad misschien maar ik stond in de bibliotheek. Ik pakte. Zeg gerust: ik jatte. Ik pakte jatte daar van alles. Dat boek over de geschiedenis van de reuk van Alain Corbin, bijvoorbeeld. Maar ook Iemand, niemand en honderdduizend van Luigi Pirandello. En Dronken van weemoed, de vertaling van Paris Spleen zoals die in 1993 in pocketversie uitkwam bij het Groningse BoekWerk. Ik las het wel, ik las het niet. Ik las het een beetje. Ik las het soms. Ik las het zo-zo (het was een zo-zo sorry). Het was bij me. Het was het mooiste dat ik ooit had gejat, waarom het dan ook nog helemaal lezen?

Later werd het later en in ergens een winkel in twedehands boeken vond ik Dichters van de avant-garde. De moderne Franse poëzie. Ik kocht het. Ja. Ik kocht het voornamelijk omdat Stéphane Mallarmé, Comte de Lautréamont, Alfred Jarry, Jacques Rigaut, Henri Michaux en Francis Ponge erin stonden (naast vele anderen). Helden. Helden. Helden. (Hoewel: Ponge?) (?) (??) (???) (Bij toegeeflijkheid dan misschien) (dacht ik vandaag) (toen ik lang het stasjon fietste) (mijn zoon had gezegd) (mijn moje lieve wijze grappige fantastiese negenjarige onvergelijkbare zoon) (had gezegd) (dat ik zo moest fietsen) (zo door die straten moest fietsen) (zo door die straten langs wat uiteindelijk het stasjon bleek te zijn moest fietsen) (om te komen) (om bij die supermarkten te komen) (om bij die supermarkten te komen die ooit op loopafstand waren) (& fietsend) (& daar) (dacht ik dat Ponge het soort held is dat je op de koop toe neemt als je bepaalde andere helden omarmd) (& held bij toegeeflijkheid, dat vond ik mooi, daar grijnsde ik even om) (van oor tot oor) (toen ik fietste langs wat f’domme dat goeje ouwe stasjon Vleuten bleek te zijn). Maar daar, in dat boek, die bloemlezing, ontbrak die onvermijdelijke Baudelaire natuurlijk ook niet; het onvermijdelijke ontbreekt nooit – het is p’sies daarom dat we het het onvermijdelijke noemen: omdat het nooit ontbreekt (tenzij iemand, tenzij we toen allemaal, op een moje dag in mei, rechtsaf waren gegaan waar we eigenlijk linksaf wilden). Drie gedichten: Correspondenties, In het voorbijgaan en Om één uur ’s nachts. Die eerste twee vond ik nogal saai (volgens mij rijmden ze zelfs!) maar het prozagedicht Om een uur ’s nachts vond ik fantasties.

Later. Later nog. Dit moest per post komen. Het door Alan Ziegler geredigeerde Short. An International Anthology of Five Centuries of Short-Short Stories, Prose Poems, Brief Essays and Other Short Prose Froms. Ik had het besteld omdat het me in die dagen bezig hield zo veel mogelijk te zeggen in zo weinig mogelijk woorden. Of ik zelf niet. Maar anderen. Hoeveel de anderen veel kunnen zeggen in zo weinig mogelijk woorden. Internationaal, vijf eeuwen omspannend. Daar moesten goeje dingen tussen zitten. Of. Na. Ja. Wie er tussen zat. Ja hoor. Natuurlijk weer Baudelaire. The Stranger, Dog and Flask, The Bad Glazier, Get Drunk. En humzie. Ik was nog altijd niet overtuigd. Ja, Get Drunk vond ik goed. Maar dat kende ik eigenlijk al. Het was een van de teksten die ik wél gelezen had in het door mij uit die Portugese hotelbibliotheek ontvreemde pocketversie van het eigenste boek dat hier nu voor me ligt.

Want ja. Er was Querido voor nodig. Er was hardcover voor nodig. Er was Louise Varèse voor nodig (want de vrouw van, en een elektroniek poëem, een poëem waar je doorheen kon lopen – hoe kan een mens daar niet van opkijken). Er was Hafid Bouazza voor nodig. Er waren drie talen voor nodig. En nu heb ik hem gelezen. Baudelaire. Nog net geen twee eeuwen later. Nu heb ik hem echt gelezen. Voorbij een zo-zo lezen, een hier of daar lezen, een hum en humzie lezen.

Of. Naja. Daar zeg ik wel: drie talen. Maar één taal valt al af. Je kunt er die Baudelaire natuurlijk niet op afrekenen dat hij een Fransoos was. Maar Frans is wel de allerlelijkste taal wereldwijd, en allertijden. Het verslaat zelfs Italiaans in lelijkheid. En dat wil wat zeggen. Het is een taal die ik niet spreek, die ik niet wens te spreken, die ik nooit zou willen spreken, of lezen. Als er één reden is waarom Stefan Themerson niet deugt, dan is het omdat hij de Franse sietaten die hij in zijn filosofiese beschouwingen opneemt onvertaald laat. Een lelijkheid waaraan wel meer filosofen lijden. Hier wil ik een eind aan maken mensen. Ofwel je laat elk sietaat onvertaald, of het nu in het roemeens, japans, swahili, sjienees of etruskies is; ofwel je vertaalt alles dat niet behoort tot de moedertaal van de schrijver of de (vermoedelijke) lezers. Maar stop in elk geval te denken dat ieder “belezen” mens Frans zou kunnen lezen. Ik haat Frans. Ik heb Frans zo snel als het maar kon uit mijn vakkenpakket gegooid. Ik. De talenman. Ik snuif de taal. Ik zou elke taal willen spreken. Behalve Frans. Dus. Naja. Frans lees ik niet.

Een tweetalige bundel dan.

Of. Naja.

Las ik het Engels van Louise Varèse, boeide het me ineens minder. Boeide me minder wat me in het Nederlands wel geboeid had. Zegt iemand Dat komt omdat het niet je moedertaal is. Alleen in je moedertaal vat je elke nuance.

Denk ik ja.
Denk ik hum.
Denk ik misschien.

Zegt iemand, zegt Baudelaire:

“…fiacres attardés et éreintés.”

Zegt Nannie Nieland-Weits (die van die pocket die ik gejat had in Portugal):

“…verlate, afgebeulde huurkoetsjes.”

Zeggen Thérèse Fisscher en Kees Diekstra (die hetzelfde gedicht voor Dichters van de avant-garde mochten vertalen):

“…verlate, afgejakkerde koetsen.”

Zegt Louise Varèse:

“…belated and weary cabs.”

Zegt Hafid Bouazza:

“…verlate en afgematte fiakers.”

Of, in hetzelfde gedicht, Baudelaire zegt: “sauteuse”; wat bij Nieland-Weits een “vlinder” wordt; bij Fisscher en Diekstra een “hoertje”; bij Varèse een “dancer” en bij Bouazza een “acrobate”. In zijn noten (Bouazza heeft noten, Varèse niet) schrijft Bouazza dat sauteuse zowel acrobate als slet, prostituee kan betekenen maar dat Baudelaire-kenner Claude Pichois meent dat de eerste betekenis van sauteuse hier beoogt wordt.

Of neem – nee, wacht.

Wat ik bedoel is: wat is vertalen?

Zegt iemand, zegt wie, zegt Bart Vonck vertalen is verhuizen.
Zegt iemand, zegt wie, zegt Nicolaas Matsier vertalen is verschalen.

De levenswee. De ennui. De weltschmerz. En hoe die in woorden te vatten, de woorden van een andere taal, de woorden van een taal waarin Baudelaire ze niet gevat had. De Bouazza-vertalingen lezend, vroeg ik me af: Zou Baudelaire een duister schrijver geweest zijn? Een moeilijk leesbare schrijver – het soort schrijver dat niet mikt op de betekenissen die direkt achter de woorden liggen, maar verder gelegen betekenissen. Het soort schrijver, u weet, dat het niet over “koetsen” heeft maar over “fiakers”; en met een sauteuse niet de misschien voordehandliggendere “wulpse” betekenis beoogt (een hoertje, een danser, of de fladderende vlinder) maar de -nogmaals: misschien- minder alledaagse zin van “acrobate”. Iemand zei: Baudelaire moet ook voor Fransen een heel leesbare schrijver zijn want anders verdwijnt dat op den duur. Ik weet niet of die redenering hout snijdt. Dan zou alles dat het uit de vergangenheid tot hier redt een zekere mate van toegankelijkheid moeten hebben gehad, gedurende alle era’s die het overleeft heeft. Ik vraag me zeer hard af of dat het geval is.

Het lijkt mij niet ondenkbaar dat Baudelaire een minder toegankelijke schrijver was – met zijn onverhoedse surrealisme (een “gewoon” reisverhaal krijgt zomaar ineens een surrealistiese wending), zijn referensies aan mythen en oude volksverhalen, zijn soms ellenlang meanderende zinnen en zijn voorliefde voor het schimmige en het angstaanjagende. Hij zal in ieder geval niet “makkelijk wegleesproza” hebben willen schrijven. In dat geval heeft Bouazza mogelijk de “meest echte Baudelaire” in zijn vertalingen naar voren gehaald – is hij m in ieder geval dichter op de huid gebleven dan Nieland-Weits wier Dronken van weemoed wél gemakkelijk wegleest.

Uit de noten, waarin Bouazza gloedvol doceert, blijkt ook de passie, de liefde voor de tekst, het geschreven woord, literatuur, geschiedenis; ieder woord ten volle willen vatten. Is dan Baudelaire misschien mogelijkerwijs wellicht (bijwoorden van twijfel) meer recht gedaan met deze soms misschien wat barokke & soms misschien wat “moeilijke” & soms misschien wat duistere, maar in ieder geval altijd intrigerende vertalingen dan met die van vertalers die andere keuzes maakten? De twintig door Bouazza vertaalde teksten vormen voor mij in ieder geval het kloppend hart van dit boek. Ik las ze met smaak, aandacht, rust. Ook al door die prachtige (en ook niet altijd even lieflijke) illustraties van Marlene Dumas.

Maar Le Spleen de Paris bestaat uit meer dan twintig teksten. Baudelaire schreef er vijftig. Bouazza kon dat niet allemaal vertalen, want Bouazza die ging dood. In 1947 was er al een Engelse vertaling (door Louise Varèse) uitgekomen bij New Directions en Querido voegde die vertaling toe aan deze bundel opdat mensen zoals ik -Fransweigeraars- toch nog de dertig overige teksten kunnen lezen. En ik las. De eerste twintig opnieuw (& dacht soms: Bouazza deed dat toch beter) (maar f’ruit, laat ik geloven in die het-is-je-moedertaal-niet tejorie) & dan de andere dertig.

En dacht soms Misschien waren twintig teksten toch wel genoeg geweest, Baudelaire.

En soms een lichte irritatie. Een bepaalde koketheid misschien, iets waaraan het decadentisme natuurlijk sowieso niet vreemd is; het spleen, de Weltschmerz, de ennui de vivre, de gevoelige natuur, het lijden aan het leven, hoe herkenbaar allemaal ook, het kan soms ook een beetje op de zenuwen werken.

Maar dan weer.

The eyes of the poor. Hee. Maar dat ken ik. Van The Cure dan nog. Het Kiss me kiss me kiss me album van die band was één van de eerste niet-metal platen die me trokken. Mijn oudste zus had die plaat, ik had m haar gegeven voor haar verjaardag, rib uit mijn lijf, was nog een dubbelelpee ook en voor het geld dat ik eraan uitgaf kon ik alvast niet de nieuwe D.R.I. kopen en dan nog geld overhouden ook want Crossover was géén dubbelelpee. Afgrijselijk. Een plaat kus me kus me kus me noemen, en dan die hoes, en dan dat haar van die Robert Smith, en dan het feit dat het geen metal was en al helemaal geen D.R.I. En toch. Soms, als ze er niet was, ging ik stiekem naar mijn zus heur kamer om stukjes en beetjes van Kiss me kiss me kiss me te luisteren. How beautiful you are nam ik, al even stiekem, op een bandje op waar het stond tussendoor Slayer, Venom, Kreator, Destruction, Napalm Death en Extreme Noise Terror. Ik weet niet waarom het juist dat liedje werd. Ik kon het al snel meezingen, misschien daarom; meezingen was me met Napalm Death alvast nooit gelukt. You want to know why I hate you, I’ll try and explain, remember that day in Paris, when we wandered through the rain? En eerst nu pas, zoon vijfendertig jaar later, realiseer ik me dat die Smith de tekst van How beautiful you are bijna integraal heeft gejat van Baudelaire. Bij hem heette het The eyes of the poor. En eindelijk begrijp ik die haat, die ik in de versie van Smith altijd een beetje overdreven vond want waarom zou je iemand haten alleen omdat ze het niet fijn vindt dat er mensen naar haar staren? Langs de andere kant vatte “How no-one ever knows or loves another” de boel dan weer goed samen maar dat zijn nu weer zoon beetje de enige woorden die Smith klaarblijkelijk zelf verzon.

Of, pagina’s later, een genereuze duivel tegenkomen; genereus genoeg om hem op te nemen in je gebeden: “O God, laat de duivel zijn belofte houden!”

Of, pagina’s later, het overbekende Enivrez-vous (Get drunk) (Wees altijd dronken) – overbekend ja maar desalniettemin nog altijd magistraal, prachtig, adembenemend, en, na 150 jaar, nog altijd zeer levendig.

Of, pagina’s later, een vrouw in een raam & je hebt haar hele levensgeschiedenis reeds verzonnen. Mogelijkerwijs ga je zeggen: “Hoe weet je dat wat je verzonnen hebt haar ware verhaal is?” En dan die fantastiese repliek: “Wat maakt het uit wat werkelijkheid is buiten mijzelf, zolang het me helpt te leven, te voelen dat ik ben en wat ik ben?”  En ik denk aan een werkelijkheid buiten mijzelf, een werkelijkheid buiten onszelf, een werkelijkheid die “daar is”, wat me onbestaande lijkt. En ik denk aan Stefan Themerson (ge weet, die zeikerd die zijn franse sietaten wel eens had mogen vertalen maar verder een briljant filosoof, dichter en schrijver was), die gezeid haadt: “’Weten’ betekent dat wíj weten.”, en: “Ik weet dat dit voorwerp hier is wat we gewoonlijk ‘een tafel’ noemen maar ik weet ook dat het voor een termiet voedsel zou zijn, voor de vloer eronder is het gewicht, voor onze grootvaders is het wat-is-er-met-die-prachtige-boom-gebeurd?, en voor onze kleinkinderen – een oninteressante episode in verband met de vroegere geschiedenis van enkele anonieme stukjes materie die, over de hele wereld verspreid en zelfs niet langer identificeerbaar als as, deelnemen aan verscheidene processen. Dus ik weet dat deze tafel zonder mij geen tafel is. Ik ben noodzakelijk voor zijn bestaan als tafel. Het is een tafel door de vooringenomenheid van mijn bewustzijn.” En lezend, en denkend, en drinkend, ergens ver na het middernachtelijk uur in een vakantiehuisje in België, ben ik, ook zonder Bouazza, dan toch weer eventjes onder de indruk van de rijkheid van Baudelaire. Al vroeg ik me wel af – ofnee, niet nu, dat komt later.

Of, pagina’s later, de soep en de wolken, dat exact dáár over gaat: soep en wolken, en de laatste vier regels vond ik grappig, ze hadden me gnuivend, ergens op een weesee, ik geloof dat het in Balen was (want ik dacht nog, even, aan groenten en aan Walter van den Broeck).

Dat het dus zo was dat Varèse me, anders dan Bouazza, niet met elke tekst aan mijn stoel nagelde. Maar misschien was het de veelheid. Misschien was het mijn moedertaal niet. Er bleven teksten die me in hun ban hielden. Er bleef, steeds, pracht. En af en toe, toch, de uitroep O Bouazza waarom moest gij dood gaan? Ja, ik weet waarom gij dood moest gaan. Gij hield van een neut en meer nog van twee. Gij dronket uzelf dood. Maar toch: waarom moest gij nu dood gaan?

Maar ondanks die uitroep. Lof voor Louise Varèse. Lof voor Marlene Dumas. Lof voor Querido. Maar vooral: lof voor Baudelaire. De man die eeuwen kan overleven. En minimaal drie talen. En geen spat aan kracht inboeten. Dan ben je de grootste ja. En niet alleen van de negentiende eeuw. Misschien ook van de twintigste en de éénentwintigste.

Charles Baudelaire Parijse walging Recensie

Parijse walging / Paris Spleen

  • Schrijver: Charles Baudelaire (Frankrijk)
  • Soort boek: Franse prozagedichten
  • Illustraties: Marlene Dumas
  • Origineel: Le Spleen de Paris (1869)
  • Nederlandse vertaling: Hafid Bouazza
  • Engelse vertaling: Louise Varèse
  • Uitgever: Querido
  • Verschijnt: 25 mei 2022
  • Omvang: 232 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 39,99
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek van Charles Baudelaire

Na hun succesvolle samenwerking in William Shakespeares Venus en Adonis besloten Hafid Bouazza en Marlene Dumas de handen opnieuw ineen te slaan. Ditmaal zou hij de vijftig prozagedichten vertalen die Charles Baudelaire (1821-1867) verzamelde in Le Spleen de Paris, en zij zou zijn vertaling illustreren.

Op 29 april 2021 stierf Hafid Bouazza. Marlene Dumas maakte schilderijen en tekeningen bij de twintig prozagedichten waarvan hij de vertaling voltooide. Ze liet zich inspireren door de sfeer van de tekst en de specifieke klankkleur van Bouazza. Zo werd het boek een postume ode aan hun vriendschap.

Charles Baudelaire wordt beschouwd als de dichter van het spleen, een zwaarmoedigheid, een intense verveling die tot weltschmerz leidt. In Le Spleen de Paris schetst hij portretten van rouwende weduwen, afgewezen minnaars, mensen die vechten tegen het donker om hen heen en in zichzelf. Wie deze magnifieke bundel leest, beseft dat Les Fleurs du mal ten onrechte grotere bekendheid geniet.

Het Franse origineel is in Parijse walging geheel opgenomen, evenals een Engelse vertaling van de hand van Louise Varèse. Het hart van het boek wordt gevormd door de twintig door Marlene Dumas geïllustreerde vertalingen van Hafid Bouazza.

Bijpassende boeken en informatie

Esi Edugyan – In het licht

Esi Edugyan In het licht recensie en informatie over de inhoud van het boek over de representatie van zwarte mensen in kunst. Op 17 mei 2022 verschijnt bij uitgeverij Signatuur de Nederlandse vertaling van In the Sun, het nieuwe boek van de Canadese schrijfster Esi Edugyan.

Esi Edugyan In het licht recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van In het licht, Over de representatie van zwarte mensen in kunst. Het boek is geschreven door Esi Edygyan. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het nieuwe boek van de Canadese schrijfster Esi Edygyan.

Esi Edugyan In het licht Recensie

In het licht

Over de representatie van zwarte mensen in kunst

  • Schrijfster: Esi Edugyan (Canada)
  • Soort boek: kunstboek, non-fictie
  • Origineel: Out of the Sun (2022)
  • Nederlandse vertaling: Catalien van Paassen
  • Uitgever: Signatuur
  • Verschijnt: 17 mei 2022
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Prijs: € 22,50 – € 27,50
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het nieuwe boek van Esi Edugyan

Van Europese schilderkunst tot Black Panther: een vlijmscherpe analyse van representatie van Zwarte mensen in kunst. Als Esi Edugyan verschillende musea in Europa bezoekt, loopt ze vol bewondering door verschillende zalen. Alleen de portretkunst uit de achttiende en negentiende eeuw geeft haar een ongemakkelijk gevoel. Na verloop van tijd begrijpt ze waarom: een Zwart persoon wordt altijd in de marge afgebeeld. Als tot slaaf gemaakte, bediende of dienstmeisje, maar zelden als gewoon mens.

Geschiedenis is een construct, waarbij er gekozen is verhalen van bepaalde mensen centraal te stellen. Maar waarom zetten we sommige verhalen buitenspel en mythologiseren we andere? Welke sociale en politieke opvattingen bepalen onze herinneringen? Hoe zijn Zwarte verhalen en Zwarte geschiedenis in de kunst verbeeld? Edugyan onderzoekt schilderkunst, film, literatuur en haar eigen ervaringen. Wat gebeurt er als je de verhalen in de marge in het licht zet?

Bijpassende boeken en informatie

Paleis Het Loo Boek

Paleis Het Loo boek recensie en informatie over de inhoud van de monografie, geschreven door diverse auteurs en samengesteld door Anne-Dirk Renting. 

Paleis Het Loo boek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het boek over Paleis Het Loo. Het boek is samengesteld door Anne-Dirk Renting. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van deze nieuwe omvangrijke monografie van een bijzonder paleis.

Paleis Het Loo Boek Recensie

Paleis Het Loo

Een koninklijk huis

  • Schrijvers: diverse auteurs
  • Samensteller:  Anne-Dirk Renting
  • Soort boek: architectuurboek, monografie
  • Uitgever: Uitgeverij Waanders
  • Verschijnt: 29 april 2022
  • Omvang: 688 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 75
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Recensie en waardering van het boek

  • Dit zeer omvangrijke boek is niet één maar bijna twee stoeptegels dik en het gewicht zal niet veel minder zijn! Groot, zwaar en inhoudelijk vrijwel uitputtend (althans zo lijkt het voor de leek) is dit boek van een van de allerbekendste paleizen en kastelen van Nederland. Veel verhalen, de details van de architectuur het paleis, de bewoners door de eeuwen heen, de meubels en inrichting, de functie van de meeste kamers en bijgebouwen, alles wordt uitvoerig en tot in detail beschreven. Zonder twijfels is dit het alomvattende boek over het paleis dat tot 1975 in gebruik was van de koninklijke familie. De omvang en het gewicht van het boek maken het wel lastig om van begin tot eind te lezen. Daarentegen is er wel ruimte om alles uitgebreid te beschrijven en voor mooie foto’s en ander beeldmateriaal. (Allesoverboekenenschrijvers.nl, ∗∗∗∗)

Flaptekst monografie over Paleis Het Loo

Deze eerste grote monografie over Paleis Het Loo gaat over de bouw, inrichting, bewoning en tuinen van het paleis vanaf de aankoop van het terrein door prins Willem III in 1684 tot en met de openstelling als museum onder koningin Beatrix in 1984. In de drie tussenliggende eeuwen werd het paleis bewoond door tien opeenvolgende generaties Oranjes. Het Loo werd hun meest geliefde zomerpaleis, maar ook een reisdoel voor kijklustigen en al wie zich wilde vergapen aan de pracht en praal van dit grootste paleis van Nederland. Ook de minder fortuinlijke tijden van het paleis en het komen en gaan van de vele bijgebouwen worden belicht.

De geschiedenis wordt tot leven gebracht aan de hand van dagboekfragmenten, reisjournalen en brieven. Het boek is ingedeeld in negen hoofdstukken en bevat 84 bijdragen van 21 auteurs onder wie veel medewerkers en oud-medewerkers van Paleis Het Loo.

De coördinatie, samenstelling en redactie berustte bij Anne-Dirk Renting. Tot de verdere auteurs behoren o.a. Johan Carel Bierens de Haan, Johan de Haan, Hanna Klarenbeek, Johan ter Molen, Paul Rem en Heimerick Tromp. Het boek verscheen bij de heropening van Paleis Het Loo in april 2022.

Tien eeuwen Kasteel de Haar boek RecensieDiverse auteursTien eeuwen Kasteel de Haar
architectuurboek, geschiedenisboek
Uitgever: WBOOKS
Verschijnt: 3 juni 2022

Bijpassende boeken en informatie

De schilders van de Biesbosch

De schilders van de Biesbosch boek recensie en informatie over de inhoud van het nieuwe kunstboek. Op 19 april 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS een nieuw deel in de reeks kunstenaarskolonies in Nederland. Nu is het onderwerp de Biesbosch. Het boek is geschreven door Pieter Jorissen en Wim van Wijk en behoort ook bij de gelijknamige tentoonstelling die van 11 juni 2022 tot en met 7 januari 2023 in het Dordrechts Museum te bezoeken is.

De schilders van de Biesbosch boek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van de Biesbosch. Het boek is geschreven door Pieter Jorissen en Wim van Wijk. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over de Biesbosch.

De schilders van de Biesbosch boek Recensie

De schilders van de Biesbosch

Kunstenaarskolonies in Nederland

  • Schrijvers: Pieter Jorissen, Wim van Wijk (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS, Dordrechts Museum
  • Verschijnt: 19 april 2022
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Prijs: € 22,50 – € 27,50
  • Uitgave: gebonden boek
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over de kunstenaars van de Biesbosch

In 2021 is herdacht dat 600 jaar geleden een hevige overstroming de omstandigheden schiep waarin de Biesbosch kon ontstaan. In de nacht van 18 op 19 november 1421 brak de Sint-Elisabethsvloed door de dijken van de Groote Waard, waarna deze grote polder tussen Dordrecht en Geertruidenberg in een binnenzee veranderde. Al dat water en dit bijzondere landschap heeft door de eeuwen heen vele kunstenaars aangetrokken. Aelbert Cuyp (1620-1691) uit Dordrecht was de eerste die zich buiten de stad waagde en zich liet doordringen van zijn schilderachtige omgeving.

In de 19e en 20e eeuw verlegden kunstenaars hun blik van schaatsenrijders, schepen en de ruïne aan de oever van de Merwerde, naar de natuur. Daarvan getuigen werken van onder meer Marinus Reus (1865-1938), Elias Boonen (1860-1931), Bernard Koldeweij (1859-1898), Cor Noltee (1903-1967), Thomas van Heck (1910-2006) en Steef Wijnhoven (1898-1969). Een van de ruigste natuurgebieden van Nederland oefent ook aantrekkingskracht uit op een nieuwe generatie kunstenaars, zoals schilders Sjane de Haan (1954) en Rutger van Bruggen (1987).

Het boek De schilders van de Biesbosch is een nieuw deel in de succesvolle reeks over kunstenaarskolonies in Nederland. In tegenstelling tot de kolonies die in de tweede helft van de 19e eeuw in Nederland ontstonden is de Biesbosch echter een plek waar de kunstenaar op zichzelf was aangewezen. In die zin is er nooit sprake geweest van een kunstenaarskolonie. Iedere kunstenaar heeft op een eigen manier de schoonheid van de unieke wildernis willen vastleggen. Het unieke landschap heeft hen samengebracht.

Bijpassende boeken en informatie

Sam Drukker Boek

Sam Drukker boek recensie en informatie De man in de spiegel, Zelfportretten, geschreven door Arnon Grunberg en Harry Tupan. Op 14 april 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS dit nieuwe kunstboek dat hoort bij de tentoonstelling in het Drents Museum.

Sam Drukker boek recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek Sam Drukker, De man in de spiegel, Zelfportretten. Het boek is geschreven door Arnon Grunberg en Harry Tupan. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden te vinden. Bovendien kun je op deze pagina informatie over de inhoud van het nieuwe boek naar aanleiding van de tentoonstelling in het Drents Museum.

Sam Drukker Boek Recensie

Sam Drukker

De man in de spiegel, zelfportretten

  • Schrijvers: Arnon Grunberg, Harry Tupan (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 14 april 2022
  • Omvang: 96 pagina’s
  • Prijs: € 22,50 – € 27,50
  • Uitgave: paperback
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek over schilder Sam Drukker

Sam Drukker (1957) schildert de mens in al zijn facetten op een eigenzinnige manier. Met krachtige penseelstreken weet hij de geportretteerde neer te zetten, waarbij imperfectie en psyche centraal staan. Al decennialang weet hij ook met zijn zelfportretten te imponeren. Niets ontziend schildert hij zichzelf: naakt, dan weer kwetsbaar, soms trots, waarbij hij zichzelf psychologiserend becommentarieerd. Zo geeft hij op zijn eigen wijze inhoud aan een eeuwenoud genre waarbij de kunstenaar, de spiegel en de drager in een driehoeksverhouding de onderlinge strijd aangaan. Voor de eerste maal staan de zelfportretten van Sam Drukker in de schijnwerpers: het oeuvre dat hij in veertig jaar tijd heeft opgebouwd.

Bijpassende boeken en informatie

De schilders van West-Friesland

De schilders van West-Friesland recensie en informatie over de inhoud van het kunstboek geschreven door Jim van der Meer Mohr. Op 13 april 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS een nieuw deel in de reeks Kunstenaarskolonies en kunststromingen in Nederland, deze keer staan de schilders van West-Friesland in de provincie Noord-Holland centraal.

De schilders van West-Friesland recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van West-Friesland. Het boek is geschreven door Jim van der Meer Mohr. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over West-Friesland.

De schilders van West-Friesland kunstboek Recensie

De schilders van West-Friesland

Kunstenaarskolonies en kunststromingen in Nederland

  • Schrijver: Jim van der Meer Mohr (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 13 april 2022
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek
  • Prijs: € 24,95
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol
  • Waardering: redactie: ∗∗∗∗ (uitstekend)

Flaptekst van het boek van Jim van der Meer Mohr over de schilders van West-Friesland

Stilte, leegte. Henry Havard, Frans cultuurhistoricus, weet niet wat hij meemaakt als hij samen met zeeschilder Jacob Eduard van Heemskerck van Beest een drietal West-Friese steden aandoet. Hoorn, Enkhuizen en Medemblik inspireren de schilder en beroeren de historicus — laatstgenoemde schreef er uitgebreid over in La Hollande Pittoresque (1874). Het boek inspireerde tal van kunstenaars om dezelfde reis af te leggen.

Om een paar te noemen: Eduard Karssen, Willem Bastiaan Tholen. Zij gingen naar West-Friesland om te schilderen. Toch was dit geen nieuw verschijnsel. Al eeuwen daarvoor trokken kunstenaars naar de West-Friese steden om ze op papier en doek vast te leggen. Daarnaast liet de West-Friese elite zich in de zeventiende en achttiende eeuw graag portretteren, als wandversiering of ter decoratie van hun schuttersdoelen.

In De schilders van West-Friesland komen alle soorten kunstenaars voorbij. Portretschilders die lokaal werkten, schilders die de steden waarheidsgetrouw tot in het meest pittoreske detail weergaven — maar ook de groep stillevenschilders die in de zeventiende eeuw naar Hoorn kwam. Een eclectische en enerverende blik op de rijkdom van het West-Friese landschap en de historische elite.

De schilders van Volendam Recensie boekDiverse auteurs (Nederland) – De schilders van Volendam
kunstboek
Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
Volendam blijkt geruime tijd zeer geliefd te zijn bij vermaarde schilders uit binnen en buitenland en dit is nu op uitstekende wijze en rijk geïllustreerd te boek gesteld…lees verder >

Bijpassende boeken en informatie

De schilders van Limburg

De schilders van Limburg recensie en informatie over de inhoud van het kunstboek geschreven door Ad Himmelreich. Op 12 april 2022 verschijnt bij uitgeverij WBOOKS een nieuw deel in de reeks Kunstenaarskolonies en kunststromingen in Nederland, deze keer staan de schilders van Limburg centraal.

De schilders van Limburg recensie en informatie

Als de redactie het boek leest, kun je op de pagina de recensie en waardering vinden van het kunstboek De schilders van Limburg. Het boek is geschreven door Ad Himmelreich. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van dit nieuwe deel in de reeks Kunstenaarskolonies in Nederland, deze keer over Limburg.

De schilders van Limburg Boek Recensie

De schilders van Limburg

  • Schrijver: Ad Himmelreich (Nederland)
  • Soort boek: kunstboek
  • Uitgever: WBOOKS
  • Verschijnt: 12 april 2022
  • Omvang: 240 pagina’s
  • Prijs: € 24,95
  • Uitgave: gebonden boek
  • Waardering redactie∗∗∗∗ (uitstekend)
  • Boek bestellen bij: Boekhandel / Bol

Flaptekst van het boek van Ad Himmelreich over de schilders van Limburg

Glooiende heuvels, kastelen en carréboerderijen, blaasmuziek en katholieke volksverhalen. Lang gold het arcadische van Limburg als leidraad voor de kunst uit de regio. Maar weinig mensen weten hoezeer het gebied juist dankzij kunstenaars die identiteit heeft opgebouwd. En hoezeer die identiteit ook dankzij Limburgse kunstenaars de provincie weer voorbij is gegroeid.

Vanaf 1860 kregen katholieken de vrijheid om aan kerken te bouwen. Ongeveer tegelijkertijd werd het spoorwegnet uitgebreid naar Zuid-Limburg en werden de Staatsmijnen opgericht. Nu Limburg beter te bereiken was, kwamen Noord-Nederlandse landschapsschilders af op het pastorale palet van het Zuid-Limburgse heuvellandschap — lang was Limburg een exotische inspiratiebron voor schilders uit de andere provincies.

Limburgse kunstenaars opereerden juist binnenshuis — zij werkten aan neogotische bouwwerken, kerken en openbare gebouwen met allure. Absoluut hoogtepunt was het door de Roermondse architect Pierre Cuypers ontworpen Rijksmuseum in Amsterdam. Het succes van de Limburgse bouwwijze zorgde voor een grote vraag naar kerkgebouwen en kerkdecoratie en creëerde daardoor talloze ateliers en werkplaatsen in midden-Limburg waar glas-in-lood werd gezet, hout werd gesneden en boeken werden gebonden. Dan treden ook de Limburgse schilders naar buiten — met een bijzondere mengeling van enerzijds de moderniteit van een industriële samenleving en anderzijds het ‘typisch’ Limburgse Arcadië.

De schilders van Limburg is een bloemlezing. Een keuze uit het rijke aanbod van Limburgse en door Limburg geïnspireerde kunstenaars: van schilders uit de Haagse tot de Limburgse school, wand- en glasschilders, expressionisten en realisten, traditionalisten en vernieuwers. Het boek biedt een kleurrijke kijk op een veelzijdige en verrassende kunstwereld.

Bijpassende boeken en informatie