Marco Kunst De macht van Algas recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe jeugdroman voor lezers van 12+ jaar. Op 23 mei 2024 verschijnt bij uitgeverij Lemniscaat de nieuwe boek van de Nederlandse kinderboekenschrijver Marco kunst. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijver en over de uitgave. Aan De macht van Algas is op 5 november 2024 de Zeeuwse Boekenprijs 2024 toegekend.
Marco Kunst De macht van Algas recensie
Mochten er in de media een boekbespreking, review of recensie verschijnen van het nieuwe boek voor lezers van 12+ jaar, geschreven door Marco Kunst, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.
“Veel van zijn verhalen hebben (…) een filosofische gelaagdheid in combinatie met een wat complexe plot, of het nu zijn debuut, de meeslepende dystopie Gewist, betreft, of zijn goed ontvangen youngadultroman Patroon waarmee hij vorig jaar verraste.” (NRC)
Een superspannende dystopie die op je inbeukt als de golven tijdens een westerstorm.
Het is 2317. Het water is gestegen en Nederland heeft nieuwe grenzen. Walcheren is het laatste Zeeuwse eiland dat standhoudt. Op een avond maken Naomi, Bries, Lutijn en Wikke de grootste storm van hun leven mee… Bijna lijkt hun geliefde eiland ten onder te gaan, maar het oppermachtige bedrijf Algas weet een grote ramp te voorkomen. De prijs voor hun redding is echter hoog. Heel hoog.
Marco Kunst weet de lezer vanaf de eerste pagina mee te sleuren in het verhaal. Als door verschillende zeestromingen word je nu eens door Naomi, dan weer door Bries, Lutijn of Wikke meegevoerd in hun avonturen. Hoe zal het met hen en met Walcheren verdergaan.
Theo Monkhorst President Nice recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe Nederlandse dystopische roman. Op 15 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij In de Knipscheer de nieuwe roman van de Nederlandse schrijver Theo Monkhorst. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.
Theo Monkhorst President Nice recensie en informatie
Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van President Nice, de nieuwe roman van Theo Monkhorst, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.
Dit is geen sprookje. Integendeel, dit is fictie van het soort dat in een moderne staat ieder moment werkelijkheid zou kunnen worden.
In de meeslepende roman President Nice voert Theo Monkhorst de lezer binnen in een wereld die net zo angstwekkend is als actueel. Het sciencefictionachtige, dystopische scenario dat door de schrijver wordt ontvouwd heeft inderdaad niets met een toekomstfantasie te maken. Deze werkelijkheid staat om de hoek.
In een ingenieus plot, waarin we stap voor stap een afgrond naderen, raken drie protagonisten op een onontkoombare manier met elkaar verwikkeld: de rationele, Elon Musk-achtige technocraat Jean Nice, die zich vanuit zijn gevangeniscel tot presidentskandidaat weet op te werken; de bedachtzame, ethisch zuivere president Alexander, die met zijn rug tegen de muur een herverkiezing uit het vuur probeert te slepen, en verteller Peter, biograaf van Nice, die beide mannen en hun visies met een open, intellectuele blik beziet én hen tegen elkaar uitspeelt – om vervolgens zelf steeds verder in hun politieke web verstrikt te raken.
President Nice is een roman als een fatale, laatste dans in de moderne westerse geschiedenis, waarin de oude, analoge, democratische en menselijke wereld definitief in botsing lijkt te komen met een nieuwe, libertaire, digitale, gerobotiseerde werkelijkheid, waarin algoritmen en Artificial Intelligence de dienst uitmaken.
Met President Nice schreef Theo Monkhorst een universum van ideeën en een boek vol virtuoze dialogen. Hij schreef ook, misschien wel bovenal, een waarschuwing.
De Haagse schrijver Theo Monkhorst (1938) publiceerde romans, poëzie en toneelstukken. Zijn werk werd opgenomen in tal van literaire tijdschriften, waaronder Extaze. Bij Uitgeverij In de Knipscheer verschenen in 2016 de roman De blijmoedige leugenaar en in 2018 de eerste delen in één band van zijn trilogie De zegen van weemoed, in 2020 gevolgd door de een eeuw geschiedenis afsluitende roman Rozen en rook. Zijn dichtbundel Huis Huid verscheen in 2019 en zijn roman De Schrijver en de Luchtvrouw in 2021. In 2023 kwam De vriend van Matisse uit, een roman die veel aandacht kreeg. President Nice is zijn zesde roman bij Uitgeverij In de Knipscheer. Hij schreef eerder over het thema AI in de roman Rozen en rook (2020).
Mary Shelley The Last Man recensie, review en informatie over de inhoud van de dystopische sciencefictionroman uit 1826 van de Engelse schrijfster. Op deze pagina lees je uitgebreide informatie over de roman The Last Man van de uit Engeland afkomstige schrijfster Mary Shelley die verscheen in februari in 1826. Een Nederlandse vertaling van de roman is op dit moment niet verkrijgbaar.
Mary Shelley The Last Man recensie, review en informatie
“The Last Man is Mary Shelley’s most important novel after Frankenstein. With intriguing portraits of Percy Bysshe Shelley and Lord Byron, the novel offers a vision of the future that expresses a reaction against romanticism, and demonstrates the failure of the imagination and of art to redeem the doomed characters.” (Warm Days Will Never Cease)
Mary Shelley’s landmark novel that invented the human extinction genre and initiated climate fiction.
Written while Mary Shelley was in a self-imposed lockdown after the loss of her husband and children, and in the wake of intersecting crises including the climate-changing Mount Tambora eruption and a raging cholera outbreak, The Last Man (1826) is an early work of climate fiction and a prophetic depiction of environmental change.
Set in the late twenty-first century, a deadly pandemic leaves a lone survivor, and follows his journey through a post-apocalyptic world, devoid of humanity and reclaimed by nature. Rather than give in to despair, Shelley imagines a new world where freshly-formed communities and alternative ways of being stand in for self-important politicians serving corrupt institutions, and where nature reigns mightily over humanity.
Brimming with political intrigue, The Last Man broaches partisan dysfunction, imperial warfare, refugee crises, and economic collapse—and brings the legacy of her radically progressive parents, William Godwin and Mary Wollstonecraft, to bear on present-day questions about making a better world less centred around “man.”
Mary Shelley (30 August 1797, London – 1 February 1851, London) is the daughter of pioneering thinkers Mary Wollstonecraft and William Godwin, eloped with the poet Percy Shelley at the age of sixteen. Three years later, during a wet summer on Lake Geneva, Shelley famously wrote her masterpiece, Frankenstein. The years of her marriage were blighted by the deaths of three of her four children, and further tragedy followed in 1822, when Percy Shelley drowned in Italy. Following his death, Mary Shelley returned to England and continued to travel and write until her own death at the age of fifty-three.
Noëlle Michel Schaduwen van morgen recensie en informatie over de inhoud van de Franse roman. Op 15 oktober 2024 verschijnt bij Uitgeverij Tzara de Nederlandse vertaling van de roman Demain les ombres van de uit Frankrijk afkomstige schrijfster Noëlle Michel. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.
Noëlle Michel Schaduwen van morgen recensie en informatie
“Spannend en van erg hoge kwaliteit.” (Le Monde)
“Het zet je aan het denken over mens en wetenschap, en over de mensheid in het algemeen.” (Europe 1)
Flaptekst van de roman van de Franse schrijfster Noëlle Michel
De neanderthalers zijn terug. En ze doen alles wat ze vroeger ook deden. Maar dit keer is het anders.
Een clan is het. Een gemeenschap. Ze jagen en verzamelen voedsel. Ze worden geboren, ze sterven. Ze leven in tenten van dierenhuiden en maken schilderingen in grotten. Ze vertellen de legendes over hun goden en godinnen, en dansen rond het vuur als er iets te vieren valt. Hun wereld is een warm, koesterend bos waar ze, naast extreme kou of ziekte, alleen bang hoeven te zijn voor het Beest, dat rondwaart aan de grenzen van hun wereld.
Wat ze niet weten is dat er daarbuiten een heel andere wereld is. Een wereld met steden grijs en grauw van de luchtvervuiling. Een wereld bevolkt door de anderen, door sapiens, die binnenkort hun verre neven, de neanderthalers, zullen ontmoeten.
Noëlle Michel (december 1979) is bio-ingenieur, maar werkt al jaren als vertaler. Ze vertaalde onder meer werk van Hanna Bervoets,
Dirk De Wachter, Jan Brokken, Ewoud Kieft en Sjeng Scheijen
naar het Frans. Ze groeide op in Dijon, maar woont al jaren in Gent. Schaduwen van morgen is haar tweede roman.
John Wyndham The Chrysalids recensie, review en informatie over de inhoud van de Engelse dystopische sciencefiction roman uit 1955. Op deze pagina lees je uitgebreide informatie over de roman The Crhystalids van de uit de Engeland afkomstige schrijver John Wyndham. De Nederlandse vertaling van de roman is De getekenden en is op dit moment alleen antiquarisch verkrijgbaar.
John Wyndham The Chrysalids recensie, review en informatie
“Perfect timing, astringent humour…One of the few authors whose compulsive readability is a compliment to the intelligence.” (Spectator)
“Remains fresh and disturbing in an entirely unexpected way.” (Guardian)
The Chrysalids
Auteur: John Wyndham (Engeland)
Soort boek: dystopische sciencefiction roman uit 1955
Flaptekst van de sciencefiction roman uit 1955 van John Wyndham
Nuclear war has devastated the world, bringing with it a host of genetic mutations. In the bleak, primitive society that has emerged from its ruins, any sign of deviation, no matter how small, is ruthlessly rooted out and destroyed. David lives in fear of discovery, for he is part of a secret group of children who are able to communicate with each other by transferring thought-shapes into each other’s minds. As they grow older, they feel increasingly isolated. Then one of them marries a ‘norm’, with terrifying consequences.
John Wyndham (10 juli 1903, Dorridge, Warwickshire, Engeland – 11 maart 1969, Petersfield, Hampshire, Engeland) the son of a barrister, tried a number of careers including farming, law, commercial art and advertising before writing short stories, intended for sale, in 1925. After serving in the Civil Service and the Army during the Second World War, he decided to try writing a modified form of Science Fiction, which he called ‘logical fantasy’. Among his most famous books are The Day of the Triffids (1951), The Kraken Wakes (1953), The Chrysalids (1955), The Midwich Cuckoos (1957, filmed twice as Village of the Damned), Trouble with Lichen (1960), and Chocky (1968).
Jacqueline Harpman Ik die nooit een man heb gekend recensie en informatie over de inhoud van de roman de Franstalige Belgische schrijfster. Op 26 augustus 2024 verschijnt bij Uitgeverij Orlando de Nederlandse vertaling van de dystopische roman uit 1995, Moi qui n’ai pas connu les hommes van Jacqueline Harpman. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster, de vertaalster en over de uitgave.
Jacqueline Harpman Ik die nooit een man heb gekend recensie en informatie
“Alle eenzaamheid en vergetelheid van een verlaten wereld weerhouden ons er niet van de verteller te volgen zo ver als ze kan gaan… Elke openbaring waar haar stappen toe leiden is een klein wonder.” (The New York Times)
“Het is verrassend dat een boek met de psychologische details van een nachtmerrie bij de lezer gevoelens van zo’n diepe intensiteit oproept.” (Le Monde)
Diep onder de grond leven negenendertig vrouwen gevangen in een kooi. De vrouwen worden in de gaten gehouden door ongenaakbare bewakers en kunnen zich niet herinneren hoe ze daar terecht zijn gekomen, ze hebben geen besef van tijd en herinneren zich slechts vaag hoe hun leven ooit is geweest.
Terwijl het continu brandende licht de dag in de nacht doet overgaan en er ontelbare jaren verstrijken, zit een jong meisje – de veertigste gevangene – alleen en verstoten in de hoek. Al snel zal blijken dat zij de sleutel is tot de ontsnapping van de anderen en hun kans op overleving in de vreemde wereld die boven de grond op hen wacht.
Jacqueline Harpman (5 juli 1929, Etterbeek – 24 mei 2021, Ukkel) werd geboren in Etterbeek, België, en vluchtte tijdens de Tweede Wereldoorlog met haar familie naar Casablanca. Ze debuteerde in 1959 met de roman Brève Arcadie, werkte als psychoanalytica en schreef meerdere romans, waaronder Het strand van Oostende en Orlanda.
Helen Philips Hum recensie, review en informatie over de inhoud van de dystopische roman van de Amerikaanse schrijfster. Op 6 augustus 2024 verschijnt bij Marysue Rucci Books de nieuwe spannende roman en thriller van de uit de Verenigde Staten afkomstige schrijfster Helen Philips. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave. Een Nederlandse vertaling van de thriller is niet verkrijgbaar.
Helen Philips Hum recensie en review
“A tense dystopian thriller set in a near-future where sophisticated artificial intelligence threatens human existence as we know it.” (Time)
“The fearsome power of Phillips’s imagination always dazzles, but in this prescient novel, it’s the tender portrait of love and care in an uncertain world that leaves a lasting mark.” (Esquire)
“A striking new work of dystopian fiction… Textured, intimate, and taut with dread, Phillips’s latest is a well-crafted machine with a throbbing pulse.” (Vogue)
Flaptekst van de nieuwe roman van de Amerikaanse schrijfster Helen Philips
Named Most Anticipated by Goodreads, LitHub, and Book Riot, this “tense dystopian thriller” (TIME) captures an urgent and unflinching portrayal of a woman’s fight for her family’s security in a world shaped by global warming and rapid technological progress.
In a city addled by climate change and populated by intelligent robots called “hums,” May loses her job to artificial intelligence. In a desperate bid to resolve her family’s debt and secure their future for another few months, she becomes a guinea pig in an experiment that alters her face so it cannot be recognized by surveillance.
Seeking some reprieve from her recent hardships and from her family’s addiction to their devices, she splurges on passes that allow them three nights’ respite inside the Botanical Garden: a rare green refuge where forests, streams, and animals flourish. But her insistence that her son, daughter, and husband leave their devices at home proves far more fraught than she anticipated, and the lush beauty of the Botanical Garden is not the balm she hoped it would be. When her children come under threat, May is forced to put her trust in a hum of uncertain motives as she works to restore the life of her family.
Written in taut, urgent prose, Hum is a work of speculative fiction that unflinchingly explores marriage, motherhood, and selfhood in a world compromised by global warming and dizzying technological advancement, a world of both dystopian and utopian possibilities. As New York Times bestselling author Jeff VanderMeer says, “Helen Phillips, in typical bravura fashion, has found a way to make visible uncomfortable truths about our present by interrogating the near-future.”
Helen Phillips (1981, Colorado) is the author of six books, including the novel The Need, a National Book Award nominee and a New York Times Notable Book. She is the recipient of a Guggenheim Fellowship and a Rona Jaffe Foundation Writers’ Award. Her collection Some Possible Solutions received the John Gardner Fiction Book Award. Her novel The Beautiful Bureaucrat was a finalist for the New York Public Library’s Young Lions Fiction Award and the Los Angeles Times Book Prize. A professor at Brooklyn College, she lives in Brooklyn with artist/cartoonist Adam Douglas Thompson and their children.
Erdal Balci De wedergeboorte recensie en informatie over de inhoud van de dystopische roman van de Turks-Nederlandse schrijver. Op 26 oktober 2023 verschijnt bij uitgeverij De Geus de nieuwe roman van Erdal Balci.
Erdal Balci De wedergeboorte recensie en informatie
Erdal Balci is op 15 januari 1969 geboren in Ardahan de hoofdstad van de gelijknamige provincie in Turkije. Toen hij ongeveer elf jaar was emigreerde samen met zijn ouders naar Nederland. Het gezin met vijf kinderen ging in Utrecht wonen. Nadat hij de lerarenopleiding had gevolgd stapte hij over naar de studie journalistiek. Hij werkte voor een aantal kranten en tijdschriften zoals Vrij Nederland, de Volkskran, Nieuwe Revu, Trouw, De Standaard en De Groene. In 1998 werd hij correspondent in Turkije voor dagblad Trouw. Hier combineerde hij zijn werk als journalist met het schrijverschap. Omdat hij het belangrijk vindt dat zijn kinderen in vrijheid opgroeien verhuisde hij met zijn gezin na zestien jaar Istanboel terug naar Utrecht.
Met de Grote Verhuizing heeft zowat de hele wereldbevolking zich teruggetrokken op het Europese continent. Om het klimaat te redden is de rest van de aarde teruggegeven aan dier en plant. Maar aan de strenge Europese regels en principes heeft de eigenzinnige Aziz zich niet gehouden. In het voorjaar van het jaar 2128 vertrekt hij naar de plek waar de aanhangers van de oude wereld broeden op revanche.
In De wedergeboorte heeft Erdal Balci diep gegraven in de menselijke ziel, om te laten zien dat het vinden van geluk voor de mens niet minder radicale actie vereist dan bij de redding van de aarde.
Erdal Balci (Turkije, Nederland) – De gevangenisjaren
sociale roman Waardering redactie : ∗∗∗∗∗ (uitmuntend)
Leerzaam, interessant, boeiend, moedig en uitstekend geschreven zelfonderzoek…lees verder >
Neal Shusterman Zeis recensie en informatie over de inhoud van de dystopische young adult roman voor lezers van 15+ jaar. Op 23 september 2021 verschijnt bij uitgeverij Pelckmans Uitgevers de Nederlandse vertaling van de young adult roman Scythe van de Amerikaanse schrijver Neal Shusterman.
Neal Shusterman Zeis recensie en informatie
Als de redactie het boek leest, kun je op deze pagina de recensie en waardering vinden van Zeis. Het boek is geschreven door neal Shusterman. Daarnaast zijn hier gegevens van de uitgave en bestelmogelijkheden opgenomen. Bovendien kun je op deze pagina informatie lezen over de inhoud van de dystopische young adult roman voor lezers vanaf 15 jaar van de Amerikaanse auteur Neal Shustermen.
Recensie van Jolien Dalenberg
De wereld lijkt perfect: geen honger, geen natuurrampen, geen oorlog, iedereen heeft inkomen, geen criminaliteit, en geen dood. Nou ja, bíjna geen dood. Want om de wereldbevolking in toom te houden, is er de Orde van Zeisen in het leven geroepen. Zij zijn als enigen bevoegd om mensen te dorsen, waarmee ze voorgoed dood zijn en niet meer geregenereerd kunnen worden. Citra en Rowan worden van de middelbare school geplukt om een opleiding tot Zeis te volgen. Maar daar zitten ze eigenlijk allebei niet op te wachten. En die Orde van Zeisen… gaat het er daar allemaal wel zo zuiver aan toe als beweerd wordt?
Zeis is een typische dystopische fantasy. Je moet er van houden, want het kan nogal verontrustend zijn. De wereld in Zeis líjkt ideaal. Nagenoeg alle angst is verdwenen, er is bijzonder weinig om bang voor te zijn. Geen ziektes, dood, angst, tekorten. Hooguit de angst om gedorst te worden. Maar deze ideale wereld heeft keerzijdes: verveling, afvlakking. Die wetenschap kruipt onder je huid. En tegelijk wordt duidelijk dat de honger naar macht áltijd aanwezig zal blijven. Hoe goed de wereld ook geregeld is. Shusterman weet die onderstroom van onbehagen op te voeren naar regelrechte spanning. Hij neemt je met Rowan en Citra mee in de wereld van Zeisen, waar onderhuids van alles broed. Er hangt ook een spanning op meerdere manieren tussen de hoofdpersonen zelf. Het is een bijzondere, maar daardoor aantrekkelijke mix van vriendschap, opportunisme, liefde en fatalisme. Beide karakters zijn vindingrijk op hun eigen manier. Hebben een scherp randje, dat ze des te interessanter maakt. Er zijn altijd mazen in de wet, plekjes waar onheil doorheen kan, maar ook vindingrijkheid. Hoe Shusterman zijn personages díe mazen laat opzoeken, neigt naar het geniale.
Neil Shusterman weet je mee te slepen in de wereld die grenst aan perfectie, maar ook de wereld van Zeisen. Het is een duizelingwekkende start van een veelbelovende trilogie. Een mengeling tussen blufpoker en een geslepen schaakspel. Verborgen agenda’s, onverwachte zetten, moed en overmoed wisselen elkaar af. Je kunt niet anders dan je verbonden voelen met Citra en Rowan, ze hebben elk hun eigen charme. Voor iedereen die houdt van een spannend, scherpzinnig en onverwacht avontuur, is Zeis een absolute aanrader! Gewaardeerd met ∗∗∗∗∗ (uitstekend).
Een wereld zonder honger zonder ziekte zonder oorlog zonder lijden… en zonder de dood, want zelfs die heeft de mensheid overwonnen. Alleen Zeisen zijn nog in staat een leven te beëindigen – en daar worden ze toe aangemoedigd om de populatie binnen de perken te houden. De zestienjarige Citra en Rowan worden uitgekozen om de opleiding tot Zeis te volgen. Het is wel het laatste wat ze willen, maar als ze weigeren anderen te doden, zullen ze zelf sterven. Hoe hoog is de prijs voor een ideale wereld?
Giuseppe Minervini Krank recensie en informatie over de inhoud van de Vlaamse debuutroman. Op 8 augustus 2023 verschijnt bij uitgeverij De Geus de eerste roman van de Belgische filosoof en schrijver Giuseppe Minervini.
Giuseppe Minervini Krank recensie van Tim Donker
…en dat het nieuwjaarsdag was, en een veel te korte nacht, en dat je daar stond, ongewassen ongekleed ongekamd, en dat je het nog één keer uitlegde…
Bestaat dat: uitgedachte nonchalance? Zorgvuldig geregisseerde chaos? Tot in de puntjes georganiseerde rotzooi? Of: berekende spontaniteit?
De dag dat Krank me overhandigd werd, en ik zag: dat tekeningetje, dat vele wit, die schrijfletters – dat was een andere dag (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken eindelijk hadden geleerd te schoorvoeten) (dat was de dag dat de zon scheen) (dat was de dag dat de tijd terug in de grond kroop) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar Claypipe hadden zitten luisteren)
;
en nu: veel te veel grijs in de lucht
en nu: straffe koffie
en nu: een laatste zichtbare hond
en nu: The Dwarfs of East Agouza op de steerjoo
Nu zit dat omslag vol koffie- en bierkringen. Nu ziet Krank er danig gelezen uit, ja veel gelezener dan de meeste van mijn boeken. Nu is dit niet langer een boek waar ik dingen van verwachten kan, nu is dit een boek waar ik dingen van vind. Nu is een andere dag.
Maar dan die eerste dag (die andere dag) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar Pekko Käppi hadden zitten luisteren) (dat was de dag dat het zilverde) (dat was de dag dat de roodwijn dat de schapenkaas & de roosmarijn dat was de dag dat de stoofpot) (dat was de dag dat we dachten aan deze dingen) (dat was de dag dat Dregke en t schrijverken op de veranda van hun nieuwe huis heeldurdag naar The Blithe Sons hadden zitten luisteren), een dag, meen ik, net voor, of net na de zomer, dat Krank me overhandigd werd en ik het tekeningetje het vele wit en de schrijfletters zag, maar ook de foto op de achterkant.
(in de spiegel neem ik soms alvast de pose aan voor de foto op de achterkant)
Over die foto wil ik het hebben. Bah neen besprekerken, u zegt, waarom moet wij stil staan bij een foto, waarom moet wij het in een boekbespreking over uiterlijkheden plauderen, laat die foto zitten, die foto heeft met de inhoud toch geen zaken?
Zegt u. Zegt u allemaal. En ik volg u. Ik volg u best. In elk ander geval zou u al het gelijk van de wereld aan uw zijde hebben. En dat is een hele hoop gelijk om aan uw zijde te hebben, zoveel gelijk past vast niet in uw huis. Al een geluk dus dat uw redenering deze keer niet op gaat. In dit hoogst eigen geval. Het geval zijnde: het geval Krank. Het geval Giuseppe Minervini.
Dus. Die foto. Zie die foto. Wat is dat voor foto? Een mens peinst dat het een foto is die genomen is toen de schrijver net uit bed kwam, ongekleed, ongewassen, ongeschoren, ongekamd, en, lichtelijk vermoeid maar niettemin welwillend -zie dat handgebaar!- nog één keer gaat uitleggen Hoe Het Allemaal Zit (Met De Dingen Des Levens ofzo). Het is misschien nieuwjaarsdag; in ieder geval het soort van dag waarop elk normaal mens niet al om zes uur soggus in driedelig grijs & met vlijmscherpe scheiding in het haar klaar zit voor weeral een andere enerverende dag op kantoor. Al is het een schrijver misschien passend om alle dagen er zo bij te lopen als op die daar op de foto, of in ieder geval toch minstens tot twee uur in de middag dan.
Wie zou op zo’n moment een foto maken? Goed. Ja. Dit is vroeger niet. Het vroeger van de fotocamera’s die niet digitaal waren; het vroeger van de fotorolletjes; het vroeger van de specialist. Dat je naar een winkel moest, Van Mierlo op de Dorpsstraat b’voorbeeld (die was het bij ons in Stiphout), en die ging de foto’s op je rolletje ontwikkelen en dan kon je je foto’s een paar dagen later ophalen. Je kon op één rolletje maar een bepaald aantal foto’s schieten dus je nam meestal alleen foto’s op bijzondere momenten. Met kerst op vakantie verjaardagen, of, voor mijn part, op nieuwjaarsdag. Opeens vond mijn moeder het stom om alleen op de geijkte momenten foto’s te nemen. “Dan denken jullie later als jullie je fotoboeken doorbladeren dat het vroeger alle dagen kerst of feest of vakantie was, dan weten jullie niks meer van hoe het er op de gewone dagen aan toe ging.” Dus begon ze op de meest willekeurige momenten foto’s te nemen. Wij inderdaad op ons allerongewassenst, allervroegst, alleronflatteust. Rare foto’s waren dat. Toen. Tegenwoordig, met die telefoons die slim heten te zijn en waarmee mensen alles doen (gans uw leven teruggebracht naar één handzaam apparaat), neemt het foto’s maken geen einde meer. Van elkaar. En zelfs van zichzelf. Zelfjes, noemen ze dat dan. Een onvoordelige foto op een ongelukkig moment, dat is al lang niet raar meer nee. Maar dan: wie zou zo’n foto publiek willen maken?
Ik kan me slechts één situatie voorstellen: De Geus zeurt je aan je kop om een foto voor op de achterkant, een publiciteitsfoto of hoe heet dat, en je zucht, en je drinkt koffie, en je zit een moje plaat te luisteren, en je hebt geen zin om met die stomme foto bezig te zijn, kan jou die stomme foto rotten, vermoeid open je je telefoon, je zoekt naar de eerste de beste foto waar je alleen op staat, en god, laat dat nou net die maffe foto zijn van nieuwjaarsdag toen je ongeschoren ongewassen ongekamd en ongekleed in de keuken nog één keer stond uit te leggen hoe het zat (niet met De Dingen Des Levens maar gewoon hoe dat nieuwe koffiezetapparaat werkt).
Maar zo is het zeer waarschijnlijk niet gegaan. Zeer waarschijnlijk is deze foto moedwillig gekozen. Of erger nog: een geposeerde foto – hij kwam helemaal niet net uit zijn nest, hij liep in driedelig grijs en met een vlijmscherpe scheiding in het haar het kantoor van De Geus binnen want het was tijd voor de publiciteitsfoto’s. En er was een hele boel haarproduct en een hele boel grime nodig om hem er zo ongewassen ongekleed ongeschoren en ongekamd uit te laten zien maar eindelijk zag hij er midden op de dag zo nonchalant uit als hij er zelfs niet uit ziet als hij echt net uit zijn bed komt.
Maakt het uit, besprekerken?, u zegt. Nou gaat ge toch maar door en door over die foto, maakt het echt heel veel uit hoe authentiek die foto is?
Ja, dat maakt het uit want hetzelfde ongemak dat me bekruipt bij het zien van die foto bekruipt me bij het lezen van Krank. Niet aanvankelijk nee. Toen, die dag, net voor of vlak na de zomer, die andere dag, toen ik het inmiddels vol bier- en koffiekringen zittende omslag voor het eerst zag, schoon nog, de allereerste keer, daar, in een flatportiek, dat ik het boek omdraaide en die foto zag, dacht ik Wat goed. Wat goed dat iemand eens een keer gewoon zomaar een foto heeft genomen, de eerste de beste foto die hij vond, een onvoordelige foto, een ongeposeerde foto om op de achterkant te laten zetten. Wat goed, dacht ik, wat een sterk sinjaal. Maar toen ik wegfietste daar, bij die flat, dacht ik al – Maar wacht eens: als iemand de uitgever of de lezer duidelijk wil maken dat hij de foto op de achterkant niet belangrijk vindt, kan hij natuurlijk ook zeggen dat hij geen foto op de achterkant wil. Niet elk boek heeft dat ommers.
En, een paar straten verder, de eerste brief nog niet eens bezorgd: Tenzij iemand de hele foto-op-de-achterkant idee belachelijk wil maken natuurlijk. Een soort van milde spot. Hier zie. Dit is wat ik doe. Niet: de schrijver met sombermansblik, de schrijver die kontemplatief staart naar een punt in de verte, de schrijver als enigmatikus, de schrijver als ouwe grijze weetal – of noem al die soorten koppen maar op die meestal de achterkant sieren, nee de schrijver die net uit bed komt en zijn vrouw vermoeid diets maakt hoe ze een goeje cappuccino maakt met die nieuwe koffiezetter; de schrijver op zijn onschrijverachtigst, de schrijver die ook maar een mens is.
Naja. Goed ding wel: Minvervini had me al flink peinzend nog voor ik een letter in Krank gelezen had.
Letters zijn om te lezen. De letters maken de woorden, de woorden maken de zinnen, de zinnen maken het verhaal. Nah. Zo eenduidig, echter, is het in Krank’s geval niet. Krank is een filosofisch geschrift net zo goed als een (politieke) thriller; een dystopische roman alsook een science fiction boek; een aanklacht, een gevangenisboek, een analyse van de huidige maatschappij, een egodocument, een spotschrift, een exempel, het psychologische dossier van een tijdsgeest; Krank Minervini plus een omgevallen boekenkast.
Welke omgevallen boekenkast? Was het die eerste januari, had je je vrouw eindelijk met veel omhaal van woorden aan het verstand gepeuterd welke knoppen op dat nieuwe koffieautomaat ertoe deden en welke niet, ging je, geërgerd, vermoeid, met grote stappen, terug, benend, naar je bed, gooide je, godverdegodver, in al je ergernis je boekenkast om en zag je ze daar liggen: al je boeken, alles, proza, non-fictie, beschouwelijk, poëzie, filosofie, alles alles alles door elkaar, de boeken opengevallen en dacht je Hee maar daar zit verdomme een boek in!, voor dat je, eindelijk, weer terug in je bed lag voor nog drie of vier uurtjes broodnodige slaap?, of is Krank het resultaat van een moeizaam bijeen gezochte, zorgvuldige geconstrueerde en bedachtzaam omgegooide boekenkast?
En ja, dat maakt uit. Als Minervini Krank al schrijvend deed ontstaan, in enkele weken, of enkele maanden tijd (ik wil hem nog een jaar maar geven niet veel langer), daarbij puttend uit zijn hoofd, zijn hart, zijn darmen, sommige dagen misschien opstaan en naar de boekenkast lopen en bladeren en lezen, dan is het briljant; als Krank slechts met de grootste moeite tot stand kwam: denkarbeid, research, schrijven om te schrappen en schrappen om te schrijven – dan is het… povertjes.
Het verhaal staat op drie voorname pijlers:
er is een bedrijf dat GCF heet en dat “glazen” produceert voor zo goed als werkelijke ervaringen op “het fundament”
er is een “organisatie Liefgenezen”, zich zorgen makend over de macht van GCF en de invloed van de “glazen” en “het fundament” op het welzijn van de maatschappij; deze organisatie beraadt zich op acties tegen GCF
er is een ik-figuur, die misschien Ix heet, of misschien wel Isaak Vlek (mogelijkerwijs een afsplitsing van Giuseppe Minvervini), betrokken bij “organisatie Liefgenezen”, misschien een staatsgevaarlijk individu, in analyse bij dokter Kangoeroe (een goeroe die springen kan?) en later, heel charmsiaans, vergeten in een dodencel –
pijlers die Minevini alle gelegenheid bieden voor den stevig porsie maatschappijkritiek. In de “glazen” en “het fundament” herkennen wij natuurlijk virtuele realiteit en, vooral, the internet of bodies; de volgende stap waarmee alle kapitalisten van deze wereld (ik noem geen namen) de menselijkheid uit deze wereld willen weren; mensen zijn namelijk een te onzekere factor als het gaat om glashard geld verdienen en blijven verdienen. Dat dit nauwelijks een of ander vergezocht toekomstvisioen is, hebben de afgelopen jaren wel duidelijk gemaakt: uw kompjoetur, en, meer nog, uw telefoon die heet slim te zijn, is niet langer een apparaat dat tegemoet komt aan uw gemakzucht – het representeert u; het staat voor u want zonder het, bent u u niet. Dat het in tijden van “pandemie” uw hele medische doopceel moest lichten vooraleer u voet over drempel in een restaurant zetten kon, vond u niet erg want u had honger. Dat er anderen waren, die niet konden of niet wilden, maakte u niet uit want hee “bepaalde keuzes hebben bepaalde gevolgen” (nicht wahr, Cedric?), zo ver reiken uw inclusiviteitsidealen wel.
Niemand heeft een Minvervini nodig om de schaduwzijden van deze ontwikkelingen te belichten nee –
maar:
de “Organisatie Liefgenezen” die tegen GCF, de “glazen” en “het fundament” in het geweer heet te komen, is innerlijk verdeeld. Er verzamelt zich rond Nelson Liefgenezen, de Heiland van de tegenbeweging, een bonte stoet aan ontevredenen, uitgestotenen, onreguleerbaren, demonstranten, progressieven – naja, mensen die vinden dat de toekomst anders moet. In een woodstock-achtige sfeer klitten zij samen op één terrein. Al gauw meent men tussen deze vele nieuwlichters “schijnnomaden” te mogen ontwaren; mensen die “de ware zaak” niet in hun hart sluiten maar er slechts op uit zijn om hun dagen zoek te maken met ludieke protestactietjes. Mensen, misschien, als al die vervelende A12-toeristen die zich graag aan de Goede Kant voelen staan zonder dat het hen méér inspanning kost dan “een dagje uit”, desnoods met de hele familie; ja, kinderen erbij (toen de waterkanonnen aan gingen, wou ze blijven) (dan heb je je wat mij betreft almeteens gediskwalificeerd: als actievoerder, als ouder, als “op de toekomst gerichte” “voorbeeld”mens) (& dan is de doodstraf ineens zo’n slecht idee niet meer; als je zo erg faalt in al je zelfopgelegde rollen; als je het niet-deugen tot zulke ongekende hoogte hebt opgestuwd, dan is de aarde misschien niet de beste plek voor jou), ja zij verdienen wel een pijl of twee in hun donder maar wat meer is, is dat Nelson Liefgenezen net zo fascitoïde en totalitair is als het GCF dat hij wenst te attaqueren: inderdaad: ook links georiënteerde, “inclusiviteit” hoog in het vaandel dragende, erg woke zijnde idealisten zijn niet vies van uitsluiting en van hiërarchieën; iedereen is gelijk maar sommige zijn gelijker. De neuzen moeten wel in dezelfde richting wijzen, en een afdwalende neus is een foute neus.
Daar is Krank op zijn sterkst. Daar hield Krank me stoelgenageld. Maar helaas houdt Minervini dit niet vol voor de bijna zeshonderd bladzijden die dit boek telt. Afvragen of tweehonderd bladzijden ook wel genoeg waren geweest doe ik me niet want ik begrijp dat je met het projekt dat Miniverini hiermee voor ogen moet hebben gestaan een “lijvig” werk de enige mogelijkheid is die je hebt. Doch zijn terzijdes volg ik niet altijd even goed. Waar is die episode met die amateurschilder goed voor? Een man met schildersapirasies die maar wat moddert in de marzje (& meent diene mens nu zereneus dat het objektief vaststelbaar zou zijn of beeldende kunst goed of slecht is?) (hoor dat besprekerken daar nu eens vloeken in zijn eigen kerk), en die door Ix dan wel Isaak Vlek eventjes op het goede spoor gementord moet worden (“he’s my protégé!”) (“Ovaltine, why do they call it Ovaltine?”) (dat was een andere dag) (dat was de dag met Pharmakon op de steerjoo), wat hij (Vlek) doet door hem (de amateurschilder) losjes op het werk van Francis Bacon te wijzen! Neemt u een loopje met de lezer, Minvervini? Francis Bacon dan nog! Kom op, dat is een naam die elke willekeurige passant op lepelen kan; hoe kan dat ooit een revelatie zijn voor iemand die schildert? En dan is er nog Kraspunt, waar Ix/Vlek een boontje voor heeft en die door moet gaan voor zoiets als een intellectueel ofzo, in ieder geval een zeer belezen persoon. Regelmatig grasduint Ix/Vlek in haar rijke boekenkast. Minervini neemt een goede bladzijde om namen op te sommen, misschien om de lezer duidelijk te maken hoe breed Kraspunts bibliotheek is, misschien om een andere, minder doorgrondelijke reden. Mij viel echter op dat die boekenkast alleen de meest afgezaagde en voordehandliggende namen bevatte. Namen als Rimbaud, Man, Musil, Kafka, Márquez, Sontag, Duras, Descartes, Hume, Kant, Wittgenstein, Nietzsche, Schopenhauer, Heidegger – en dan te weten dat Minvervini filosofie en westerse literatuur studeerde: in zijn brein zouden toch ook wat onbekendere namen moeten ronddobberen. Is hij op het “onttronen” van het intellectuelendom uit; studie brengt een mens niet veel verder dan wat elke willekeurige passant al weet en kent? Of is Krank zozeer in één ruk geschreven dat Minvervini genoegen nam met alles wat hij ter plaatse oprochelen wist; geen zin om op te staan en naar de boekenkast te lopen ter inspiratie voor wat minder afgesleten namen en bezijden die boekenkast is de voorbije 1 januari omgegooid en nog altijd niet opgeruimd en laat het nu maar zo.
Ook de Kangoeroe-episoden hadden meer in zich gehad; als nazaat van die kwakzalver uit Wenen had Kangoeroe een toegangspoort kunnen wezen tot een wat onbarmhartiger licht op psychologie als geheel en psychotherapie in het biezonder, maar naar mijn gevoel laat Minvervini dat (on)gewild liggen. En de essayistisch getinte passages (onder andere in het laatste, minst interessante deel) stellen om gelijkaardige redenen teleur. Of de taal.
Ja. De taal. Er wordt wel erg veel “gemonsterd” in dit boek, en het woord “debiet” komt me ook net iets te vaak voor. En werkwoorden als “focussen” en “spotten” (in de betekenis van “zien” dan he) zijn zo ontzettend lelijk! Terwijl op zoveel andere momenten het zo duidelijk wordt dat Minervini prachtig en gloedvol schrijven kan.
Daarom dus. Daarom mensen. Doet het ertoe. Of Minervini die foto op de achterkant uit desinteresse of spotzucht of om een andere reden koos. Of Krank in zeven haasten, min of meer “spontaan” (want dat kan denk ik ook best een kleine zeshonderd pagina’s lang) op papier werd gesmeten of dat het toch zo pretentieus is als ik vrees dat het is.
Krank laat veel zien. Dat Miniverni over een geweldig taalgevoel beschikt, en een intelligent, eigenzinnig en humoristisch man is met een intrigerende visie op zaken. En dat hij misschien nog wel eens met een briljant boek afkomt. Krank laat echter ook zien dat Krank nog niet dat boek is. Het zal een andere dag zijn. Met ander licht, andere koffie, en een ander boek.
“Krank is een overweldigende leeservaring en verveelt geen moment […] Denk Kafka, Beckett, Bolaño met een magnifieke, opwindende taal.” (HUMO)
Flaptekst van de eerste roman van Giuseppe Minervini
In zijn dodencel richt Ix een document aan de rechter waarin hij zijn vrijspraak bepleit. Hij onthult het bizarre verloop van zijn betrokkenheid bij de terroristische Organisatie Liefgenezen die — met de verteller als een van de vele offers — een revolutie uitstippelt tegen de mistige tirannie van een samenleving georkestreerd door algoritmes.
‘Ik beloof alles te zullen doen wat in mijn mogelijkheden ligt om me zo helder, efficiënt en Nobelprijswaardig mogelijk uit te drukken, binnen de kern van de zaak, namelijk: waarom ik hier ben, wat ik hier doe, wat ik hier denk en wat er met mij moet gebeuren.’
Giuseppe Minervini is filosoof, muzikant, regisseur, redacteur en schrijver. Hij publiceerde non-fictie, poëzie en proza in onder meer DW B, De Gids, humo. In 2017 werd hij geselecteerd voor de Parijsresidentie van Vlaams-Nederlands cultuurhuis deBuren. Krank is zijn debuutroman.