Categorie archieven: Debuutroman

Jannemieke Caspers – Het Heidi-feest

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest. Op 9 april 2024 verschijnt bij uitgeverij De Harmonie de debuurtoman van Jannemieke Caspers. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfsters en de uitgave. Daarnaast is er aandacht voor de waardering en recensie van Het Heidi-feest, de eerste roman van Jannemieke Caspers.

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest recensie van Tim Donkers

Bestaat de moetlees?

Het boek waarna je leven nooit meer hetzelfde zal zijn
Het boek dat bij je opvoeding hoort
Het boek dat positieve stimulans geeft aan het geweten

Ofzo. Het boek dat je, kortom, gelezen moet hebben.

De bespreker bespreekt de boeken en iemand vraagt waar ist werk van en je denkt ja. Ja, je denkt want de bespreker is ook parelduiker. De bespreker verspreidt ook het woord. De bespreker wil ook boeken onder neuzen wrijven en lezen! roepen, dit nu lezen! schreeuwen, lees dit allemaal! van daken brullen. Maar het is dat “moeten” waar ik op stuk loop. Waar moeten verschijnt is waar willen verdwijnt. Dierhalve trek ik de kaart van de moetlees liever niet.

Maar. Ja. Dan lees ik dit. Dan lees ik Het Heidi-feest. Een boek dat geschreven lijkt te zijn op het lijf van de huidige paniekmaatschappij. Een heel land zou er beter van worden dit boek te lezen (en goed te verstaan). Een mens zou bijna willen dat Het Heidi-feest verplicht werd gesteld op alle middelbare scholen van dit land.

Plaat van handeling: een piepklein dorpje dat door hoge heuvels van de rest van de wereld is afgesneden. Er is een hotel waar bijna nooit iemand logeert, een café waar alleen dorpelingen een biertje komen drinken, en een zo goed als failliete boekwinkel. En er is een station waar maar één spoor doorheen gaat en waar dientengevolge ook maar één perron is. Op dat perron staat een kioskhokje. Alle dagen wordt brozebottenGrietje door haar overbezorgde en niet geheel normale moeder in een rolstoel gezet (hoewel brozebottenGrietje prima zelf lopen kan) en naar het kioskhokje gereden. Grietje neemt plaats in het hokje, haar moeder doet de deur op slot en daar zit ze dan, Grietje met haar zogezegd broze botten, de hele dag te zitten, in een kiosk waar nooit iemand iets komt kopen omdat er nooit een trein stopt in wat amper een station heten mag.

Om toch wat te doen te hebben, praat Grietje de hele dag in haar radiootje. Op 96,5 megahertz klinkt via de ether haar stem. Heel de dag door vertelt ze verhalen. Vreemde verhalen, sprookjesachtige verhalen, moje verhalen. Gevolgd door vele dorpelingen, waaronder Hank die ook in een rolstoel zit. Hij is de (half)broer van dorpsdokter Harold en hij is een oorlogsinvalide al weet niemand in welke strijd hij eigenlijk zijn verwondingen heeft opgedaan. Goed is hij in ieder geval wel in de archetypische verbitterde oorlogsveteraan uithangen, de man die overal vijanden ziet, die het leven veel beter door denkt te hebben dan al die burgers die nooit hebben hoeven vechten, de man die de verschrikkingen in de ogen gezien heeft (en enigszins rechts is, en wat onaangenaam, en geen tegenspraak duldt – je ziet hem zitten, Hank, op zijn allerbornonthefourthofjuly-achtigst, in zijn rolstoel).

Op een dag slaat Grietje via de radio alarm: ze ziet vreemdelingen liggen op het perron waar haar kioskhokje staat. Voordat iemand poolshoogte kan gaan nemen, zijn de vreemdelingen weer weg. Niemand heeft ze gezien, en er zijn ook geen aanwijzingen dat ze er geweest zijn. Maar het is voer genoeg voor de meest vergezochte speculaties. Niet lang daarvoor is het dorp geteisterd geweest door een overstroming. Die ook al geen overstroming was. Maar smeltend ijs. Of een straf van God. Of nee wacht, “ze” hadden de stuwdam opengezet!

Diverse dorpelingen lijden aan vreemde aandoeningen. Jeuk, koorts, braken; dokter Harold heeft het drukker dan ooit. En dan nu die vreemdelingen weer. Vast terroristen. Of besmettelijke ziekten met zich meedragende ratmensen.  Er is van alles aan de hand, toch? En alles moet wel met alles te maken hebben. Het water is zeker en vast ook al vergiftigd, drink voorlopig maar niet meer uit de kraan.

De meningen over de redenen van overstromingen, ziekte, vreemdelingen lopen misschien uiteen maar de meeste dorpelingen weten één ding zeker: het Heidi-feest moet doorgaan. Het is een soort carnaval maar dan met een militaristiese/sexistiese/ritualistiese/sektariese grondslag. Een overgangsrite naar de volwassenheid: een achttienjarig meisje verstopt zich in het bos en alle jonge mannen moeten, met maskers op, op haar “jagen”. Wie het meisje als eerste “schiet” met zijn paintballgeweer heeft haar “gewonnen”. Vrouwen zijn prooi in dit feest, of slaaf. Want alle andere vrouwen worden geacht de verliezende mannen te vertroetelen in de zweethut. Hoe bizar ook, de dorpelingen zijn trots op dit feest en willen het koste wat het kost behouden.

Dit jaar is brozebottenGrietje de Heidi. Mogelijkerwijs heeft Hank dit echter gemanipuleerd. Emme, de overbezorgde moeder van Grietje en eigenaresse van de boekwinkel die door de overstroming teveel schade heeft geleden, wil om begrijpelijke redenen echter volstrekt niet dat mannen op haar Grietje zullen jagen. Maar omdat zij in het dorp als enigszins gestoord te boek staat, luistert niemand naar haar. Het Heidi-feest gaat door. Voor Hank een moje gelegenheid om af te rekenen met de vreemdelingen: hij wisselt enkele paintballgeweren om voor echte.

Uiteraard gaat het mis, goed mis. Er vallen doden. Geen vreemdelingen. Wie zei er ook dat er vreemdelingen waren? Ja. Grietje. Maar die ziet wel vaker dingen die er niet zijn. Misschien is ze trouwens in werkelijkheid wel een vis.

Het is niet moeilijk om in Het Heidi-feest een metafoor te zien van een wereld die crisis na crisis lijkt mee te maken (een raar effect van de zogeheten mondialisering is trouwens dat de hele wereld stilaan verandert in een met kranten dichtgeplakt gehucht: kosmopolieten zijn feitelijk bekrompen dorpelingen). Niets “gebeurt” gewoon maar, alles is symptomaties voor het op handen zijnde wereldeinde. Want het is toch niet normaal meer dat enkele oudjes het moeten afleggen tegen een griepvirus?, dat het aan het begin van de zomer maar zo enkele weken droog is? (dan hebben we straks weer een droogteprobleem!), dat de dienstplicht is afgeschaft & wat moeten we dan als straks De Russen voor de deur staan en niemand nog een geweer vast kan houden want iedereen rijdt tegenwoordig op elektriese fietsen? (!) (???) (ja ineens blijkt dit land een deur te hebben, dat wist ik ook niet) (en wat geweren met elektriese fietsen te maken hebben weet ik niet ik schrijf ook maar iets op dat ik uit de mond van een kollega heb horen komen) (en dat te bedenken dat die stomme tandenborstelsnor me had uitgenodigd om bij hem thuis koffie te komen drinken en dat ik nog bijna gegaan was ook)(& is de moeilijkheid juist niet precies de omgekeerde: dat het probleem nu net is dat mensen kontinu wapens op elkaar menen te moeten richten?); paniek is de nieuwe religie en de feesten van angst de manier om het te vieren en ieder woord van relativering komt je op totale uitstoting te staan (want je wil toch geen wappie zijn, of erger nog, zo’n foute FvD-stemmer, je wil toch wel bij de goejen horen, bij “ons”, bij het “wij” bij het “samen voor elkaar”?)

Het Heidi-feest (het feest, niet het boek als geheel) kommentaart dan misschien weer op de krampachtigheid waarmee mensen aan feesten vast willen houden puur en alleen omdat het nu eenmaal traditie is (terwijl traditie misschien wel de beste reden is om ergens mee op te houden).

Zijn de vreemdelingen in Het Heidi-feest er geweest?
Waren de ziekteverschijnselen van de dorpelingen meer dan een gevolg van onhygiënische toestanden tijdens en na de overstroming?
Was de overstroming slechts een buiten haar oevers getreden rivier, en als zodanig iets van alle tijden, of was er meer aan de hand?

Wie weet. Zeker is wel dat de enige rampen die zich voltrokken hebben, de dorpelingen zichzelf hebben aangedaan. Dat vond ik een sterk en veelzeggend gegeven.

Maar ook zonder politieke / theoretiserende (conceptualiserende?) lezing blijft dit één van die moje, eigenzinnige, tot nadenken stemmende en charmante boeken waar De Harmonie nu al jarenlang erg goed in is. Hoe poëties het is, bijvoorbeeld. In woord maar ook in beeld. De stamgasten van het café die tijdens de overstroming -zo stelt iemand zich voor- gewoon op hun barkruk zijn blijven zitten, stilletjens dobberend aan de bar. Dat is een poëties beeld. Evenals Grietje, opgesloten in haar kioskhokje. Of de boeken die Emme in haar winkel aan waslijnen te drogen hangt. Mannen met maffe maskers in een bos, en Grietje ergens in een boom. Madeleine die door de vloer van het hotel zakt, en daar zo, een tijdje, blijft hangen vooraleer iemand haar komt redden; Caspers is erg goed in het opdenken van dit soort dromerige, wat verstilde beelden. Je kunt in veel merken dat dit boek van orzjiene een toneelstuk was. Toen heette het WOLF of Het Heidi-feest. Ik weet niet of ik het opgevoerd had willen zien. Dan krijg je natuurlijk weer van die akteurs die tegen elkaar gaan praten enzo, dat zou veel verpest hebben (met hun gedragen theaterstemmen). Als installatie had het betoverend kunnen zijn, misschien.

Of als boek.

Wacht.

Ja. De moetlees. Hum. Honderdéénenveertig prachtige pagina’s. Die een deel filosofie, een deel poëzie, een deel modern (filmies?) sprookje zijn. Pagina’s ook die ontroeren. U in gedachten doen verzinken. En u in het beste geval misschien een heel klein beetje beter maken. Moet u dat lezen? Nee. Maar u moet het wel willen lezen.

Informatie over schrijfster Jannemieke Caspers

Jannemieke Caspers is geboren in 1982. Ze studeerde Theaterwetenschap & Dramaturgie aan de Universiteit Utrecht en Writing for performance (dramaschrijven) aan de HKU. Inmiddels heeft ze een aantal theatervoorstellingen en toneelstukken voor jongeren en volwassenen op haar naam staan. Het Heidi-feest dat in april 2024 verschijnt is haar debuutroman.

Jannemieke Caspers Het Heidi-feest

Het Heidi-feest

  • Auteur: Jannemieke Caspers (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: De Harmonie
  • Verschijnt: 9 april 2024
  • Omvang: 160 pagina’s
  • Uitgave: paperback
  • Prijs: € 20,00
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Jannemieke Caspers

Tussen hoge heuvels ligt een dorp, met de villa van de dokter, het slechtlopende hotel De Vallei, de apotheek, het café, een boekwinkeltje, en een station met één perron waar de treinen voorbijrazen. Niemand stopt hier, niemand vertrekt. Het dorp kampt met de gevolgen van een vijfdaagse overstroming en het jaarlijkse Heidi-feest is uitgesteld. Op een ochtend ziet BrozebottenGrietje vanuit haar kioskhokje op het perron plots twee vreemdelingen. Niemand anders heeft ze gezien, maar Grietjes observatie is genoeg om het gehele dorp te ontwrichten.

Het Heidi-feest is een grappig en grimmig verhaal over de angst voor de ander en wat de gevolgen kunnen zijn als we die te serieus nemen en ons erdoor laten leiden.

De personages die het debuut van Jannemieke Caspers bevolken doen denken aan de Noorderlingen in de gelijknamige film van Alex van Warmerdam.

Bijpassende boeken

Manik Sankar – Ossenkop

Manik Sarkar Ossenkop recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman van de Nederlandse vertaler. Op 9 april 2024 verschijnt bij uitgeverij Hollands Diep de eerste roman van de Nederlandse schrijver Manik Sarkar. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Manik Sarkar Ossenkop recensie

Als er in de media een boekbespreking of recensie verschijnt van Ossenkop, de roman van Manik Sarkar, dan besteden we er op deze pagina aandacht aan.

  • “Geweldig! Bordewijk-achtig en vol heerlijk jargon.” (VPRO boeken)
  • “Jaloersmakend goed weet Sarkar aan de hand van één tragikomisch mensenleven te laten voelen wat de wereld allemaal is kwijtgeraakt.” (Gijs Wilbrink, auteur van De beesten)

Manik Sarkar Ossenkop

Ossenkop

  • Auteur: Manik Sarkar (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse roman, debuutroman
  • Uitgever: Hollands Diep
  • Verschijnt: 9 april 2024
  • Omvang: 176 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook / luisterboek
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Manik Sarkar

Wanneer Rensing in 1975 van de Slagersvakschool komt, weet hij alles over het slagersvak en het runnen van een slagerij. Hij zit boordevol ideeën over hoe hij het slagerijwezen op zijn kop gaat zetten. Jammer genoeg mist hij één noodzakelijke eigenschap voor succes: hij heeft geen talent voor de omgang met mensen.

Na de dood van zijn vader probeert hij met zijn nieuwe echtgenote aan zijn zijde zijn idealen te verwezenlijken. Maar om hem heen veranderen de tijdgeest, het dorp en de wensen van de klanten. Als de omzet terugloopt, wordt het steeds meer een strijd van één slager tegen de wereld.

Bijpassende boeken

Max Hermens – Het verdwijnen van Ferdi Heijen

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen recensie en informatie over de inhoud van de Nederlandse debuutroman. Op 11 juni 2024 verschijnt bij Uitgeverij Ambo | Anthos de eerste roman van Max Hermens. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, over de schrijver en over de uitgave.

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen recensie

Zodra er een boekbespreking of recensie van Het verdwijnen van Ferdi Heijen, de eerste roman van Max Hermens, in de media verschijnen zal onze redactie er hier aandacht aanbesteden.

  • “Als je wilt weten hoe de mensen praten en denken, echte mensen, moet je bij Max Hermens wezen.” (Joost Oomen)

Informatie over Max Hermens

Max Hermens (1991) is schrijver en docent Creative Writing. Hij publiceerde eerder werk in onder meer De Gids, Das Magazin en De Optimist. Met zijn chapbook Toch zonken ze niet oogstte hij veel lof. Het verdwijnen van Ferdi Heijen is zijn debuutroman. Hij groeide op in een klein Limburgs dorp.

Max Hermens Het verdwijnen van Ferdi Heijen

Het verdwijnen van Ferdi Heijen

  • Auteur: Max Hermens (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Ambo | Anthos
  • Verschijnt: 11 juni 2024
  • Omvang: 200 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 11,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Max Hermens

Als een verwaarloosd kind plotseling verdwijnt staat alles op scherp in dit beklemmende debuut over het wegkwijnende boerenbestaan.

Op een hete zomerdag verdwijnt de twaalfjarige Ferdi Heijen tussen het mais. Niemand uit de boerengemeenschap lijkt zich om zijn lot te bekommeren, en het waarom van zijn verdwijning is onduidelijk. Dorpsbewoners vertellen een voor een wat ze die dag hebben gezien en gehoord. Hun caleidoscopische verslaglegging toont een gesloten wereld die langzaam in verval is geraakt. Ondanks de sociale controle lijkt werkelijke verbinding tussen de dorpsbewoners te ontbreken. Hoe kan een kind zomaar ongezien verdwijnen?

Het verdwijnen van Ferdi Heijen is een indringende vertelling waarin het kwijnende plattelandsleven in al zijn facetten invoelbaar wordt gemaakt. Een boer moet noodgedwongen zijn land verpachten, een Poolse arbeidsmigrant knapt de rotklussen op, kinderen hebben weinig toekomstperspectief en de buitenstaanders die iets voor hen willen betekenen komen er nauwelijks tussen. Samen vormen ze een zieltogende gemeenschap die zich staande probeert te houden in een snel veranderende wereld.

Bijpassende boeken en informatie

Daan Borrel – De dragers

Daan Borrel De dragers recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman. Op 6 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij De Bezige Bij de eerste roman van de Nederlandse schrijfster en theatermaker Daan Borrel. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Daan Borrel De dragers recensie

Als er een boekbespreking of recensie van de debuutroman De dragers van Daan Borrel in de media verschijnt, besteden we er op deze pagina aandacht aan.

Daan Borrel De dragers

De dragers

  • Auteur: Daan Borrel (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: De Bezige Bij
  • Verschijnt: 6 juni 2024
  • Omvang: 224 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Daan Borrel

1996, een jonge Marokkaanse vrouw overlijdt tijdens haar bevalling. Maria, advocaat en onlangs zelf moeder geworden, probeert de achtergebleven familie bij de aangespannen tuchtzaak te helpen. In 2023 zoekt rijschooleigenaar Sanae een manier om het verleden, dat zich na de geboorte van haar eerste kind opdringt, te kunnen dragen. Vita, een nuchtere bakker en intimiteitsactiviste bij Wombs For All, draagt in 2035 een kind voor een homostel.

In dit verrassende romandebuut van Daan Borrel zoeken de unieke en intieme stemmen van Maria, Sanae en Vita naar wat dragen betekent: kinderen en het moederschap, maar ook de tijd waarin je leeft, het verleden en de toekomst. Met lichte toets en geheel
eigen observaties creëert Borrel personages om van te houden.

Bijpassende boeken

Harmen van Liemt – Lentekind

Harmen van Liemt Lentekind recensie en informatie over de inhoud van de debuutroman. Op 4 juni 2024 verschijnt bij uitgeverij Meulenhoff de eerste roman van de Nederlandse schrijver Harmen van Liemt. Hier lees je uitgebreide informatie over de inhoud van de roman, de schrijver en over de uitgave.

Harmen van Liemt Lentekind recensie en informatie

Nadat er in de media een boekbespreking of recensie van de roman Lentekind van Harmen van Liemt verschijnt, zal de redactie er op deze pagina aandacht aan besteden.

Harmen van Liemt Lentekind

Lentekind

  • Auteur: Harmen van Liemt (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Meulenhoff
  • Verschijnt: 4 juni 2024
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 13,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Harmen van Liemt

Harmen van Liemt debuteert met een krachtige, liefdevolle roman waarin een jongen, op weg naar volwassenheid, geconfronteerd wordt met zijn seksualiteit en een ernstig zieke zus

Woody groeit op als jongste van drie in een liefdevol gezin in een dorp aan de IJssel. Hij is een vrij en onbevangen kind. Met zijn zus Lara heeft Woody een hechte band die zich moeilijk aan anderen laat uitleggen.

Naarmate Woody ouder wordt maakt zijn onbeschroomdheid plaats voor een knellend zelfbewustzijn. Als zijn zus erg ziek wordt, kiest Woody noodgedwongen voor een positie op de achtergrond. Hij moet zich in één klap volwassen gedragen, maar blijft zitten met onbeantwoorde vragen en puberale hartstocht. Op zoek naar een uitweg ontdekt Woody een eigen recept voor vrijheid.

Harmen van Liemt schreef met Lentekind een opvallend krachtige, rauwe en ontwapenende coming-of-ageroman over verbeelding, seksualiteit en verlies, over het verlangen gezien en gekend te worden en tegelijk trouw aan jezelf te blijven.

Bijpassende boeken

Rachel Lyon – Fruit of the Dead

Rachel Lyon Fruit of the Dead recensie en informatie over de inhoud van de Amerikaanse debuutroman. Op 5 maart 2024 verschijnt bij uitgeverij Scribner Books de eerste roman van de Amerikaanse schrijfster Rachel Lyon. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave. Er is geen Nederlandse vertaling van de roman verkrijgbaar of aangekondigd.

Rachel Lyon Fruit of the Dead recensie

  • “In lush, hallucinatory prose, Lyon narrates from the perspectives of both mother and daughter and evokes the classic myth without distracting readers from the striking contemporary setting and subject matter.” (Booklist, Starred Review)
  • “Irresistible… brilliantly told… an affecting, engrossing, and resonant tale about lost innocence and the enduring bond between a mother and daughter.” (Publisher’s Weekly, Starred Review)
  • “Lyon’s skillful and luscious prose encourages empathy… an affecting novel with touches of the fantastical, weaving explorations of power, youth, wealth, and familial love.” (Kirkus, Starred Review)

Rachel Lyon Fruit of the Dead

Fruit of the Dead

  • Auteur: Rachel Lyon (Verenigde Staten)
  • Soort boek: Amerikaanse debuutroman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Scribner Books
  • Verschijnt: 5 maart 2024
  • Omvang: 320 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook
  • Prijs: $28.00 / $14.99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Rachel Lyon

An electric contemporary reimagining of the myth of Persephone and Demeter set over the course of one summer on a lush private island, about addiction and sex, family and independence, and who holds the power in a modern underworld.

Camp counselor Cory Ansel, eighteen and aimless, afraid to face her high-strung single mother in New York, is no longer sure where home is when the father of one of her campers offers an alternative. The CEO of a Fortune 500 pharmaceutical company, Rolo Picazo is middle-aged, divorced, magnetic. He is also intoxicated by Cory. When Rolo proffers a childcare job (and an NDA), Cory quiets an internal warning and allows herself to be ferried to his private island. Plied with luxury and opiates manufactured by his company, she continues to tell herself she’s in charge. Her mother, Emer, head of a teetering agricultural NGO, senses otherwise. With her daughter seemingly vanished, Emer crosses land and sea to heed a cry for help she alone is convinced she hears.

Alternating between the two women’s perspectives, Rachel Lyon’s Fruit of the Dead incorporates its mythic inspiration with a light touch and devastating precision. The result is a tale that explores love, control, obliteration, and America’s own late capitalist mythos. Lyon’s reinvention of Persephone and Demeter’s story makes for a haunting and ecstatic novel that vibrates with lush abandon. Readers will not soon forget it.

Bijpassende boeken en informatie

Rosanna ten Have – Badje 3

Rosanna ten Have Badje 3. Op 22 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Cossee de debuutroman van Rosanna ten Have. Hier lees je informatie over de inhoud van de roman, de schrijfster en over de uitgave.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Informatie over schrijfster Rosanna ten Have

Rosanna ten Have is in 1989 geboren in Amsterdam. Ze studeerde creative writing aan het ArtEZ in Arnhem en publiceerde artikelen en verhalen in Vice en Notulen van het onzichtbare. Eind februari verschijnt haar debuutroman Badje 3, waarover je hier uitgebreide informatie kunt lezen bij Uitgeverij Cossee

Rosanna ten Have Badje 3

Badje 3

  • Auteur: Rosanna ten Have (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Cossee
  • Verschijnt: 22 februari 2024
  • Omvang: 170 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,99 / € 14,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Rosanna ten Have

Suzanne is het enige kind dat ooit zakte voor haar zwemdiploma. Twintig jaar later ziet haar life coach dat als een aanleiding voor haar passieve levensinstelling en sociale isolement. De coach dringt aan om weer te gaan zwemmen, om zo in contact met haar emoties en met anderen en te komen. ʻEn gebruik dan LSD,ʼ zegt ze. En dus staat Suzanne twintig jaar na haar laatste zwemles weer op de badrand, en herhaalt ze in haar hoofd: LSD: Luisteren, Samenvatten, Doorvragen.

Ze komt terecht in badje 3, bij een bonte groep aspirant-zwemmers, onder leiding van de schreeuwende Amsterdamse juf Fab. LSD blijkt moeilijk te werken bij deze vrouwen, die veel ouder zijn dan zijzelf. Bovendien ziet ze tijdens de eerste les al meer naakt dan haar lief is, terwijl ze haar eigen lichaam niet eens durft te bekijken of aan te raken. Het liefst zou ze zich thuis op de bank bezighouden met de knufels uit haar kinderconceptstore, daarmee is het veel makkelijker vertoeven.

Met een nietsontziend oog voor sociaal en lichamelijk ongemak beschrijft Rosanna ten Have hoe Suzanne langzaam uit haar schulp kruipt. Badje 3 is een hartverwarmende en komische roman over een vrouw die de sprong in het diepe waagt.

Rosanna ten Have Badje 3 recensie

Zodra er boekbesprekingen en recensies van Badje 3, de eerste roman van Rosanna ten Have verschijnen, kun je er hier over lezen.

Het idee lijkt op het eerste gezicht prima, Rosanna ten Have neemt als uitgangspunt voor het beschrijven van het verre van dynamische leven van Suzanne een bezoek aan het zwembad. Twintig jaar geleden is ze gezakt voor haar zwemdiploma wat vrijwel geen kind overkomt. Rosanna ten Have probeert op lichtvoetige wijze het leven van Rosanna te beschrijven. Maar op de een of andere manier, komt het verhaal niet van de kant en verzandt een beetje in te weinig beklijvende scenes. Ergens ervaar je wel dat Rosanna ten Have schrijftalent heeft, maar in deze roman komst dit nog niet tot wasdom. (Allesoverboekenenschrijvers.nl)

Bijpassende boeken

Lena Kurzen – Schuilhuisje

Lena Kurzen Schuilhuisje. Op 20 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Nijgh & Van Ditmar de debuutroman van Lena Kurzen. Hier lees je informatie over de uitgave en inhoud van de roman. Daarnaast is er aandacht voor de boekbesprekingen en recensie van Schuilhuisje, de eerste roman van Lena Kurzen.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Lena Kurzen is in 1982 geboren in Duitsland en kwam naar Nederland om logica te studeren. Kurzen begeleide als logicus projecten in de scheepsbouw voor Critical Minds.

Daarnaast is Lena Kurzen al een tijd bezig met het schrijven van verhalen die gepubliceerd werden in Papieren Helden en op Shortreads.nl. Schuilhuisje is diens eerste literaire werk dat in boekvorm verschijnt. Het verschijnt naar verwachting in februari 2024 en op deze pagina kun je informatie lezen over de inhoud en uitgave van de roman.

Lena Kurzen Schuilhuisje recensie van Tim Donker

Een onevenwichtige roman.

Denk je. Schrijf je.

&

en dat je het daarbij kunt laten. “Een onevenwichtige roman”, dat zegt eigenlijk alles wat je te zeggen hebt. Je zou het eens bij één zin kunnen laten, waarom niet.

Maar. Nah. Ja. Hum. Waarom niet? Omdat je een besprekerken bent, dat is waarom niet. Een piepklein besprekerken weliswaar, één die zo goed als niks voorstelt maar een besprekerken niettemin. En een besprekerken wil spreken. Spreken over deze roman. Zeggen hoe dat gaat, hoe dat stombelt, hoe dat valt. Hoe het gaan is, en hoe het uit evenwicht geraken is.

Dat het zo goed begint. Dat de eerste bladzijde bloedmooi is, dat je nog denken kon dat je de roman van het jaar ging lezen. Of. Van deze maand toch minstens. Rekenend hoeveel boeken je in een maand leest voorwaar een oordeel dat geen kattendrek is.

Schuilhuisje gaat over een stel. Een stel dat al even samen is, de belangstelling voor elkaar, of vooral de belangstelling van hem voor haar, is al wat verflauwende. U weet. De eerste hitte is er een beetje vanaf, de hele grote lust getemperd, en aan de volumeknop van de verliefdheid van weleer lijkt gedraaid te zijn: ze spreekt minder luid dan ze eerst deed. De kriewelbeestjes kriewelen zachter, of bijna helemaal niet meer. Dat moment. U kent, u weet, u was daar. Kurzen typeert het aldus:

“Ik kijk naar mijn weerspiegeling in je leesbril en ik wil zeggen dat ik van je hou. Ik strek mijn benen onder de keukentafel zodat mijn voeten in de buurt van de jouwe komen. Mijn tenen vinden je pantoffels. Ik wou dat we kinderen hadden. Of een hond. Dan hadden we iets om over te praten omdat er van alles geregeld zou moeten worden. Zijn de poepzakjes alweer op? Heb jij het knuffelkonijn gezien? Ja, we hebben je bonsai, maar die heb jij vanochtend al water gegeven, dat heb ik zelf gezien en jij zag dat ik het zag, dus daar hoeven we het niet meer over te hebben. Ik wil je vragen of je nog koffie wilt, maar je hebt je tweede al op en je mok afgewassen en in het afdruiprek gezet. Je hebt niet door dat ik continu tegen je praat in mijn hoofd. Wanneer ik er precies mee ben begonnen weet ik niet meer. Het moet zijn geweest toen ik me voor het eerst afvroeg of je liever de was doet of een natuurdocumentaire kijkt dan seks te hebben met mij.”

Het zijn de eerste regels van Schuilhuisje en ik vond ze in al hun gewoonheid wonderschoon. Ja, wonderschoon omdat zich hier in een halve bladzijde bijkans een heel leven, of in ieder geval een halve relatie, ontrolt. Kurzen zet met een paar minimale streken twee mensen neer over wie je alles wat je niet al denkt te weten, snel zou kunnen raden. Dat van die hond. Dat van die kinderen. Inderdaad. Er komt een tijd in een relatie, in een huwelijk, dat de kinderen je voornaamste gespreksonderwerp gaat zijn. Dat je met angst en beven denkt aan de tijd dat die ooit het huis uit gaan, want waar moet je het dan nog over hebben. Maar hopen dat ze in de buurt zullen blijven, of anders vaak contact opnemen via welk communicatiemiddel dan ook dat dan populair zal zijn zodat ze nog genoeg stof opleveren: dat je nog praten kunt over hun banen, hun nieuwe huizen, hun auto’s, hun wederzijdse partners waar je dit of dat van kunt vinden.

En dan dat “ik” en “jij”. Dat vond ik ook mooi. Heel het boek is feitelijk een monoloog van haar, die de “ik” is, aan hem, die de “jij” is. Sterk. Zij denkt alles op, richt het aan hem, en de lezer die tussen die denkgolven in komt en het opvangt. Het geeft het boek een intieme, sterke kracht. De lezer als getuige van iets wat eigenlijk niet aan hem gericht is, sterker kan een schrijver je niet bij de verhaalfiguren betrekken.

Dat is waar het boek (sterk) staat, waar het gaat, waar het marsjeert. Maar al gauw gaat het mis. De val komt al snel.

Want wat de grote kracht was, in weinig woorden toch veel zeggen, raakt verloren. Veel te snel krijgt de lezer -ineens- veel te veel informatie. Hoe de relatie begonnen is. Hoe braaf en gezapig het nu is. Veel te veel gezeur over heel erg weinig: al die supermarktbezoekjes, waarbij ze zich dan ook nog eens netjes aan alle coronaregeltjes houden. En dat met die slagroomspuit, dat is dan natuurlijk een of andere sexuele toespeling, het gaat ook veel te vaak over sex in dit boek. Alsof dat de enige graadmeter is waaraan je kunt aflezen hoe goed of hoe slecht het zit in een relatie.

Na dat subtiele begin wordt “de ingedutte relatie” juist op bijzonder stereotype wijze neergezet. Over alles wat er in huis gebeurt, wordt in de eerste persoon meervoud gedacht. Dit doen wij altijd zo, dit zetten wij altijd daar neer, dit gaat altijd zus: gans het leven, gans het samenzijn ingericht volgens een oneindig aantal regeltjes en gewoontetjes; alsof er in een (vastgegroeide) relatie geen enkele individualiteit meer kan bestaan. Maar ook de twee hoofdfiguren blinken uit in kleurloosheid. Bij gebrek aan kinderen (of een hond) hebben ze hamsters, en een bonsai (het kind en de bonsai, waar kennen we dat ook alweer van?). Ze houden zich ook binnenshuis strikt aan de coronaregeltjes (bestond dat echt?), ze kijken steeds op de RIVM-site om te weten wat er nu weer (niet) mag. Hij heeft zij hele leven al de meest suffe hobby’s, interesses en voorkeuren, maar hoewel zij nog de meest bruisende van de twee zou moeten zijn, kun je haar evenmin op een krachtige persoonlijkheid betrappen. Als hij over zijn ex (waarover later meer) iets positiefs zegt, één of ander lullig compliment dat eigenlijk nauwelijks die naam mag hebben omdat het iets is wat je ook over duizend andere mensen kunt zeggen, peinst zij:

“Ik vraag me af wat mijn goede eigenschappen zijn waarover je anderen wel eens vertelt. ‘Ze kan cadeaus inpakken met cadeaupapier waarvan je denkt dat het te klein is, dan legt ze het papier schuin en dan past het ineens.’ Of: ‘Ze weet van elke emoji precies wat die betekent, dat is soms iets heel anders dan je zou denken.’ Of: ‘Ze kan in elke situatie een selfie maken, zonder dat het heel lang duurt of er onhandig uitziet, zelfs met een hele groep mensen erop en die passen dan allemaal in het beeld.’”

Als dit het soort “kwaliteiten” is waarop je jezelf wilt laten voorstaan, of -erger nog- als je voorstelt dat je lief vooral trots is omdat je deze duffe eigenschappen hebt, dan kun je toch nauwelijks nog aanspraak maken op het predikaat “mens”, dan ben je eerder een vormloos wezen, een lichtloos, existerend samenraapsel van toevallige stupiditeiten. Kurzen zal zo haar redenen hebben gehad om twee hoofdfiguren op te denken die bijna perfect zijn in hun gebrek aan eigenheid (ik vermoed dat het vervolg van het boek, waarover later meer, daar alles mee te maken heeft) maar ze maakt het de lezer wel zeer moeilijk, zo niet onmogelijk, zich in te leven in deze mensen, in hun liefde, in hun lust. Vooral vraag je je af waar ze de euvele moed vandaan denken te halen een ander belachelijk te maken om haar nietszeggendheid, waarover later – ach laat ook maar.

De schoonheid  van het minimale werd bedolven onder de lelijkheid van het veel te vele. Vooral omdat het vele dient om het weinige dat er is te benadrukken.

Iets diergelijks gebeurt er met het leeftijdsverschil tussen hem en haar. Er zit nog een heel leven achter hem. Hij is getrouwd geweest; samen met ex  Femke heeft hij zoon Joris. Als het gaat over een bokswedstrijd die hij ooit zag in de beginjaren van zijn huwelijk met Femke, realiseert zij zich dat zij toen in groep drie zat. Bijna achteloos, in een terzijde, komt de lezer te weten dat zij dus jonger is dan hij; veel jonger! Daar toont Kurzen weer haar kracht: twee streken en nog een leven, een levensgroot verleden staat op het doek. Totdat het leeftijdsverschil keer na keer, tot vervelens toe, weer benoemd moet worden. De schoonheid van het minimale, en dan meteen weer de lelijkheid van het teveel.

Femke wordt een courgette genoemd, omdat, zo redeneert hij, een courgette zo smaakloos is dat de groente zich onmiddellijk aanpast aan het gerecht waaraan het wordt toegevoegd. Daarom past een courgette in haast alles, zelfs in zoete gerechten. Zo zegt hij. Nu behoort courgette toevallig tot mijn favoriete groenten, en doe ik het inderdaad in bijna alles wat ik maak (tot groot verdriet van mijn zoon). Veel smaak heeft het niet nee, maar smaakloos zou ik het toch niet noemen. Complementair misschien eerder. De courgette is in hun hoogstpersoonlijke taal symbool voor alles dat laf is en geen stelling durft te nemen, of nog, vooral eigenlijk voor Femke. Dat niemand ooit iets lelijks zou mogen zeggen over iemand met de naam Femke is mijn hoogstpersoonlijke mening, daar hoeft Kurzen niks mee, maar op een meer algemeen niveau is het toch weinig kies om honend te spreken over de moeder van je zoon. Zeker als zowel jij zelf alsook je nieuwe lief nu ook niet echt volslagen unieke personen genoemd kunnen worden.

De laatste keer dat Schuilhuisje staat & loopt & marsjeert & valt, is tegen het einde van het boek. Zoals steeds begint het geweldig. Hij leidt een dubbelleven; Kurzen neemt de lezer hier onontkoombaar in mee. Er worden zaadjes geplant, vermoedens, ideeën, onderbuikgevoelens. Er zijn rare brieven, er zijn dingen die niet kloppen, er zijn verklaringen die rammelen. Kurzen zet dit op geslepen wijze uit; al vroeg in de roman ruikt de lezer onraad en begint er van alles te borrelen in brein en in lagere regionen. Hij zal wel dit, hij zal wel dat. Met al haar verdenkingen achtervolgt zij hem, de lezer volgt mee, hij gaat niet naar zijn werk zoals hij zei dat hij zou, misschien gaat het in de richting van het Amsterdamse bos en de lezer denkt, of, naja, deze lezer dan toch, zie je nou wel dat had ik meteen al vermoed met die gast, maar dan, ineens, toch, een onverwachte afslag.

Hij blijkt iets of zijn kerfstok te hebben. Mag ik dat zeggen? Kan ik dat verklappen? Hij blijkt een strafblad te hebben.

De Onverwachte Wending!

En hee, hoe goed doet Kurzen dat. Het is iets dat ik niet had verwacht, nee, ik dacht al vrij zeker te weten welk dubbelleven zij kon ontdekken van hem maar dan is het toch iets dat ik niet bedacht had.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan is de lezer geprikkeld.

En dan duurt het nog een bladzijde of wat voordat alles bekend is. En daar is dan het vallen. Daar was dan het lopen, daar was dan het gaan, daar was dan het vallen.

Een crimineel, nee, dat had de lezer niet in hem gezien. Maar de aard van het vergrijp verwondert dan weer niet. Ja. Zoon vent die heftig knikt bij alles wat de pseudo-fascist tijdens de persconferenties afkondigt als het als “nieuwe normaal” verexcuseerde totalitarisme, zoon nette burgerman, zoon klootloze levende dode – ja, het is niet verwonderlijk dat een tiep als hij de katjes in het donker knijpt.

En dan liggen de kaarten op tafel. En dan gaat het -weeral!- veel te lang door.

De Onverwachte Wending schudde me wakker. Ademloos las ik enkele sleutelpassages. Dat deed Kurzen goed, dat deed Kurzen fantasties. Maar als de roman eigenlijk al “af” is, en niks nieuws meer te bieden heeft, zijn er nog net iets teveel pagina’s te gaan. En omdat de hoofdfiguren me nergens sympathiek werden, is het einde onbegrijpelijk voor mij. Zij gooit hem het huis uit, vergeeft hem niet veel later om god weet welke redenen, zoekt hem op om de relatie te continueren. Want hij was misschien een beetje saai eerst, maar nu blijkt hij “stout”, en dat maakt hem interessant. (?). Sja. Ik geloof niet dat ranzig hetzelfde is als “stout”. Dus. Het sleept. En het sleept. En als het stopt te slepen weet je niet goed waarom we gekomen zijn waar we gekomen zijn.

In Schuilhuisje schuilt heel veel. Een opmerkelijke vertelinstantie, een sterke penseel, een Onverwachte Wending die -ten dele- daadwerkelijk onverwacht is. Maar meer schuilt er daar, iets teveel schuilt daar ook. Dat is dat onevenwichtige. Dat is wat maakt dat dit boek loopt, en gaat, en valt. Maat dit maar een debuut. Een debuut is nog geen oeuvre. Er kan nog meer. Er kan nog meer bij. Volgende boeken. Die misschien gans de tijd in evenwicht zullen zijn. Of, beter nog, vallen. Ja. Boeken die altijd maar struikelen en vallen en ter aarde storten. Dat is precies het oeuvre dat je Kurzen gunnen zou.

Lena Kurzen Schuilhuisje

Schuilhuisje

  • Auteur: Lena Kurzen
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Nijgh & Van Ditmar
  • Verschijnt: 20 februari 2024
  • Omvang: 256 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 22,50
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Lena Kurzen

Amsterdam, 2020. Een stel werkt vanuit huis aan een kleine keukentafel. Zij droomt van een kind met hem, hij mist zijn zoon. Hoewel de twee de dagen samen doorbrengen lukt het hun niet om werkelijk contact te maken. Ergernissen kunnen niet uitblijven. Wanneer zij niet goed voor zijn bonsaiboompje zorgt en hun cavia’s door zijn toedoen in de prullenbak belanden, dreigt de situatie te escaleren. Dan komt ze erachter dat hij een dubbelleven leidt, hoe meer ze daarover te weten komt hoe meer ze heen en weer geslingerd wordt tussen ontkenning en nieuwsgierigheid. Hoe lang kunnen ze nog doen alsof er niets aan de hand is?

Op onderkoelde toon en in een volstrekt eigen stijl neemt Kurzen de lezer mee in de geest van een vrouw die haar gedachten niet hardop uitspreekt. Schuilhuisje is een pijnlijk grappige roman over misverstanden, onvolkomenheden en verlangens.

Bijpassende boeken

Scott Alexander Howard – The Other Valley

Scott Alexander Howard The Other Valley recensie en informatie over de inhoud van de nieuwe literaire fantasyroman. Op 27 februari 2024 verschijnt bij uitgeverij Atria Books de nieuwe roman van de Canadese schrijver Scott Alexander Howard. Op deze pagina lees je informatie over de inhoud van de debuutroman, de schrijver en de uitgave.

Scott Alexander Howard The Other Valley recensie

  • “A moving tale of time travel and teen friendship…surprising and heartrending…this will leave readers with plenty to chew on.” (Publishers Weekly)
  • “Stunning…Not only is this novel a quiet meditation on grief and love, but it also finds itself in conversation with larger philosophical debates such as the nature of mortality, fate versus free will, and how far a person will go—and what they’re willing to risk—to spend more time with those they love. A thought-provoking exploration of ethics, power, love, and time travel that is perfect for fans of Ishiguro and McEwan.” (Kirkus Reviews)

Scott Alexander Howard boeken en informatie

Scott Alexander Howard woont in Vancouver Canada. Hij studeerde filosofie aan de University of Toronto. Zijn debuutroman The Other Valley, waarover je hier alles leest, verschijnt eind februari. Er is nog geen Nederlandse vertaling van de roman verkrijgbaar of aangekondigd.

Scott Alexander Howard The Other Valley

The Other Valley

  • Auteur: Scott Alexander Howard (Canada)
  • Soort boek: Canadese roman, fantasyroman
  • Taal: Engels
  • Uitgever: Atria Book
  • Verschijnt: 27 februari 2024
  • Omvang: 304 pagina’s
  • Uitgave: gebonden boek / ebook / luisterboek
  • Prijs: $27.99 / $14.99 / $23.99
  • Boek  bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de fantasyroman van Scott Alexander Howard

An elegant and exhilarating literary speculative novel about an isolated town neighbored by its own past and future, and a young girl who spots two elderly visitors from across the border: the grieving parents of the boy she loves.

Sixteen-year-old Odile is an awkward, quiet girl vying for a coveted seat on the Conseil. If she earns the position, she’ll decide who may cross her town’s heavily guarded borders. On the other side, it’s the same valley, the same town. Except to the east, the town is twenty years ahead in time. To the west, it’s twenty years behind. The towns repeat in an endless sequence across the wilderness.

When Odile recognizes two visitors she wasn’t supposed to see, she realizes that the parents of her friend Edme have been escorted across the border from the future, on a mourning tour, to view their son while he’s still alive in Odile’s present.

Edme—who is brilliant, funny, and the only person to truly see Odile—is about to die. Sworn to secrecy in order to preserve the timeline, Odile now becomes the Conseil’s top candidate. Yet she finds herself drawing closer to the doomed boy, imperiling her entire future.

Bijpassende boeken en informatie

Dilan Yurdakul – Maskerziel

Dilan Yurdakul Maskerziel. Op 6 februari 2024 verschijnt bij Meridiaan Uitgevers de debuutroman van de Nederlandse actrice Dilan Yurdakul. Hier lees je informatie over de inhoud van het boek, de schrijfster en over de uitgave.

Dilan Yurdakul Maskerziel recensie van Tim Donker

Dit boek was me een huwelijk.

Nee.

Wacht.

Begin anders. Begin beter.

De psychiater Mo in Bram de Ridders Een aangenaam zwaar hoofd peinst erover. Over dat er wij-culturen bestaan en ik-culturen. En dat hij, Mo, als achtergrond een wij-cultuur heeft maar dat hij nu leeft in een ik-cultuur. En ik dacht o. En ik dacht hm. En ik dacht ja. Want het spreken over culturen, en scherp onderscheiden tussen culturen, bevalt mij nooit zo. Maar toch. Er zal wel iets van zijn. Er zullen wel culturen bestaan waarin familie, groep, land, afkomst heiliger is dan in andere culturen; zo goed als er culturen zullen bestaan waarin het ik het alles is, een ik dat vrij is, autonoom is, aan niemand rekenschap hoeft af te leggen. En dat het zijn kan, dus, dat je opgevoed bent vanuit het wij maar te leven hebt in het ik.

Misschien geen cultuur. Misschien een tijd.

Zegt Harry Kunneman, inderdaad een humanist, spreekt hij over, praat hij van theemutscultuur naar walkman-ego (maar ach de walkman ook alweer verleden tijd dus denk liever oortjes-ego. of smartphone-ego, kan ook). De zuilen, de klassen, de plaatsen. Ze lagen vast, en iedereen wist ervan. Onder de theemuts was het fijn, onder de theemuts was het warm. Onder de theemuts was je geborgen. Misschien moet je delen van jezelf verzwijgen. Misschien kon je niet spreken zoals je wou. Dat was dan misschien de prijs die je moest betalen voor saamhorigheid. Je moest je laten onderdrukken om erbij te horen, anders pasten we niet allemaal onder de theemuts. Het walkman-ego nee p’don het smarthphone-ego emancipeert: een mens mag zelf uitzoeken wie hij is, wat zijn stijl is, hoe zijn levenswandel eruit moet komen te zien. Je moet de theemuts ervoor inleveren. Je moet de saamhorigheid ervoor gedag zeggen. Je moet kiezen. Wil je eenzaam zijn of wil je onderdrukt worden?

Een dualisme als dit is natuurlijk te eenvoudig: ook in een ik-cultuur bestaan totalitaire neigingen, soms vermomd als kapitalisme; andere keren als solidariteit. We hebben niet per se een opper-fascist als Bennie Jolink nodig om te weten dat ook in geïndividualiseerde, zogenaamd “vrije” samenlevingen het niet altijd op prijs wordt gesteld om een andere mening te zijn toegedaan dan de massa. Botsingen tussen tijden kennen lange naweeën. Misschien juist daarom begon ik met meer dan gemiddelde interesse aan Maskerziel. Om de frictie te kunnen begrijpen vanuit de breuk. Om te zien hoe het eruit zag toen het nog geen gepasseerd station was. Als reflectie op deze tijd, dit land, dit zijn hier. Het zo vaak geroemde individualisme, wat hebben we ervoor moeten inleveren (een theemuts misschien), en wat heeft het ons gebracht (dat je kop door de jolinks van deze wereld wordt afgehakt omdat je wou zien hoe het maaiveld er van boven uit zag)?

Want, dacht ik, een boek over iemand met een wij-cultuur als achtergrond die het moet zien te rooien in een ik-cultuur. En de spanningen die dat meebrengt. Is wat ik dacht. En ik begon te lezen. In een andere tijd, in een elders. Vandaar dat ik huwelijk zeg. Het duurde. En het duurde.

Het begon in een van regen en slijk druipende februari, in Zeeland.

We waren vrij. We wilden naar zee.

En het was daar ook, dat ik lezen wou. Lekker lezen in slijk en modder, dat ging mooi zijn. Met hemelwater voor ogen. En ik dacht aan vijfde merdidiaan, ik dacht aan J. Weverbergh. Daniël Robberechts die tegen het personage ging. Misschien wel de mooiste boeken van Marcel van Maele. Eduard Visser over de homo sapiens en over et cetera. Of. De helm van aarde. Al die keren Jef Geys, misschien wel het enige boek van Walter van den Broeck dat je echt moet lezen. O. Julien Weverbergh. Ook hij nu dood.

En ik dacht aan. Ik dacht aan dingen. Aan een uitgeverij die zich Meridiaan noemt, wat bij mij meteen associaties oproept met de vijfde, en al was dat natuurlijk geen aparte uitgeverij, daarmee meteen alle ruimte biedt aan ideeën over durf, en dat dat toen nog kon, vrij spreken in de vrije ruimte, dat een uitgever zich niet meteen afvroeg of daar wel vraag naar was.

Gaf 5E meridiaan ooit een vrouw uit eigenlijk?

Begint Maskerziel:

“Ik ben tot schaap opgevoed. Ik ben opgevoed om als een schaap te lopen, als een schaap te eten en als een schaap te denken. Ik ben opgevoed om altijd klaar te staan, om de gewoonte te omarmen en om de routine die al eeuwenlang onderhouden wordt niet te doorbreken. De routine waarop we overleven.

Ik ben opgevoed om te denken dat de kudde belangrijker is dan ikzelf. Dat ik hoe dan ook achter de kudde aan moet lopen. Dat ik op een vaste tijd moet denken, moet studeren, moet neuken. Routineus een geliefde vinden. Routineus baren. Routineus met mijn kroost de rest van de kudde opzoeken. Routineus onze zelfgebakken broodjes eten. Routineus klagen, jammeren. Ik moet vooral routineus mijn passie vinden. Mijn passie die binnen de kudde past. Arts, verpleegkundige, mondhygiënist, jurist, kapper. Alles om andere schapen te kunnen helpen, mag mijn passie zijn.”

En dit is hoe het begint.
Dit is hoe het begon. Dit is hoe het huwelijk begon. Het huwelijk begon in Zeeland. Het huwelijk begon met regen op de ruiten. Zand dat striemde.

En ik dacht nog dat dit was hoe ook een vijfdemeridiaanboek had kunnen beginnen, en weer dacht ik aan vijfde meridiaan, en weer aan Marcel van Maele en Eduard Visser en Julien Weverbergh. En weer dacht ik dat het goed was. Wel. Er is vrijwel geen woord denkbaar waaraan ik een grotere hekel heb dan “kroost” maar voor effekt past het in dit stramien. Is wat ik dacht, toen het huwelijk begon.

Maar wie huwelijk zegt zegt sleur, en hoe gauw sleur.

Hoe gauw gedaan met grootste verwachtingen.

Geen exotisme, geen spagaat tussen wij en ik, tussen hier en daar, tussen toen en nu. Geen overpeinzingen over frictie tussen wat je meegegeven wordt, en waarmee je te leven hebt zodra je buiten de deur komt. Nee. Alledaagsheid. Of. Naja. In ieder geval weinig andere dingen dan dat wat ik zelf gekend heb. Mijn ouders komen gewoon maar in Utrecht (al was dat in het kleine dorpje in Brabant waar ik in de zeventiger en tachtiger jaren opgroeide misschien al buitenissig genoeg) maar ik las bij Yurdakul verbazend veel dat opgetekend had kunnen zijn uit mijn eigen leven. Op de kleuterschool durft de ikpersoon uit Maskerziel de Turkse gerechten die ze de avond tevoren gegeten heeft niet te noemen uit angst dat haar klasgenoten het niets zou zeggen waardoor ze nog meer buiten de groep kwam te staan. Ach ja. Mijn moeder. Mijn lieve moeder, zelf opgegroeid op de straten in hartje Utrecht, volksvrouw in hart en nieren maar met een passie voor koken – die zette de hele wereldkeuken op tafel. Wij aten paella, uiensoep, shoarma, ratatouille, quiche lorraine, chili con carne of caldo verde in een tijd in een hoek van Nederland waarin dat allemaal niet bijzonder gebruikelijk was. Ik weet niet meer of ik er op school over vertellen dierf of niet, maar ik weet wel dat ik mijn hart vasthield als vriendjes rond het avondeten nog bij mij waren en door mijn moeder werden uitgenodigd om aan te schuiven aan de dis.

En ze wordt gepest. De ik. Misschien een versie van Dilan Yurdakul zelf. Maar wie is er nooit gepest? Iedereen is gepest. Of. Dat ze als laatste werd gekozen bij gym. Of dat haar moeder nooit aardige dingen tegen haar zegt. Of dat haar ouders niet goed met elkaar overweg kunnen. Of dat ze binnenshuis een ander masker draagt dan daarbuiten. Ja. Ik. Jij. Wij allemaal. Of dat ze gaat studeren, maar het is het niet helemaal voor haar, en misschien zijn andere dingen belangrijker, acteren misschien, maar waarin dan, misschien het toneel, misschien solovoorstellingen, misschien een te acroniemiseren soapserie, misschien ook dat niet, waar is het te vinden, de vervulling, het doel, de passie, zoveel vriendjes komen langs en het gaat met allemaal nogal stroef. Tsja. Ik. Jij. Wij allemaal. Ooit deed je waar je goed in was, of wat in je clan gebruikelijk was, of wat je vader je had geleerd. Je ving vissen want je woonde aan het water, en je had een boot, en zo gingen de dingen. En een ander was goed in hutten bouwen en die bouwde een hut voor je en jij gaf hem wat vissen in ruil, en zo gingen de dingen. En toen moest een stomme idioot zo nodig bedenken dat het beter was om bij transacties iets te gebruiken van vaste waarde, het konden waardepapiertjes zijn ofzo, of plakjes goud van een bepaald gewicht. En een andere idioot (of wie weet dezelfde) bedacht dat je die waardepapiertjes en die goudplakjes niet zomaar kon krijgen, daar moest je iets voor doen. En ineens deed je niet gewoon zomaar wat, ineens had je een baan. En de mensheid bleef maar groeien en groeien en groeien en op een gegeven moment waren de zinnige banen op en toen moesten er onzinbanen komen om ook de mensen die dingen deden waar niemand wat aan had in staat te stellen hun boodschappen te blijven betalen. En misschien groei je op in een gezin waar studeren de norm is, en dan weet je dat je gaat studeren, maar wat ga je studeren, je bent achttien of negentien of twintig, weet jij veel wat je aan moet met alle jaren die je nog voor je hebt, je kiest maar wat, je doet maar wat. En op een dag studeer je af en dan moet je allicht kiezen voor baan die in lijn is met wat je gestudeerd hebt, maar wat als je er al in je eerste studiejaar achter kwam dat dit niks voor jou is en je toch maar doorging, al die jaren lang, omdat je ook niet zo goed wist wat het dan wel moest zijn? En al die mensen van het andere of hetzelfde geslacht, van sommigen kun je houden, van anderen niet, met sommigen krijg je een relatie, met anderen niet, wie kan er een leven lang in je ziel wonen, weet jij veel. Zo kwakkel je door dat ding dat leven heet. Ik. Jij. Wij allemaal. En even denk ik nog dat Maskerziel niet het boek is van het wij versus het ik maar gewoon van het wij allemaal: de roman van iedereen, het verhaal van elke mens op deze aarde. En daar red je even een boek mee. Daar red je even een huwelijk mee. O wat grappig, al die overeenkomsten die we blijken te hebben.

Waarom lees je boeken? Soms vraagt een mens zich af. Waarom lees ik al die boeken, die hele stapels, sommige komen op mijn eigen initiatief hier, andere komen ongevraagd. Waarom blijf ik lezen, waarom blijf ik altijd weer met graagte terug keren naar mijn leesstoel die p’sies in het midden van twee bijna manshoge boekenstapels staat. Mag een boek gevuld zijn met alledaagsheid, ja dat mag, graag zelfs, ik lees liever over wat eigenlijk recht voor mijn deur ligt maar door mij nooit met zoveel aandacht bekeken werd dan over iets spectaculairs dat voor mij toch nooit vlees aan de botten zal krijgen. Wat is dan toch de teleurstelling in dit huwelijk, in Maskerziel? Misschien wilde ik inzicht in waar het ik zich van het wij losmaakte, misschien wilde ik weten waar theemuts walkman werd. Ik ken het wij vooral in negatieve zin, en eigenlijk, eerder dan bij Yurdakul beschreven lijkt te worden, als iets dat voornamelijk buitenshuis zijn rol opeist. Mijn ouders waren individualisten, of toch, tiepes die op hun eigen hippie- of anarchistenmanier niet wilden zwichten voor de massa. Op scholen heerste echter het veelkoppige monster. Wees als wij allemaal zijn, of we slaan je elke dag in elkaar. Ik had er niet zo heel veel zin in om elke dag in elkaar geslagen te worden, maar te zijn zoals zij waren leek me ook niet de aantrekkelijkste optie. Misschien zocht ik naar een minder negatief wij. Het wij dat bergt en troost en er altijd is, en slechts minimale opofferingen vraagt. Het wij dat het schapendom aantrekkelijk kan laten schijnen. Of. Weet ik veel. Iets in Maskerziel. Misschien ook wilde ik alleen maar zwemmen in haar taal.

Dat is wel iets.
Ja.
Dat is iets.

Yurdakul kan schrijven!

“Ik zou hier niet zijn als mijn overgrootvader niet had besloten op een dag mijn opa uit het dorp te verjagen. Waardoor opa besloot van Sivas naar Ankara te gaan om daar een nieuw bestaan op te bouwen met zijn gezin, toen nog bestaande uit mijn oom en vader.
Ik zou hier niet zijn als mijn opa niet naar Nederland was gegaan, om voor de NS te werken.
Om de sporen in de gaten te houden.
Ik zou hier niet zijn als hij mijn oma niet had meegenomen, die in de Nestléfabriek ging werken. Inmiddels waren er drie zonen.
Ik zou hier niet zijn als de drie zonen niet ook overgevlogen waren. Voor het eerst met de KLM. ‘Kalem, kalem,’ gilden ze in het vliegtuig. ‘We vliegen met kalem.’
Ik zou hier niet zijn als mijn opa en oma niet besloten hadden zich uiteindelijk permanent te vestigen in Nederland. Hun drie zonen waren inmiddels eenentwintig, achttien en tien jaar oud en gingen ieder hun eigen weg, in een nieuw land met nieuwe omstandigheden en gewoonten.
Ik zou hier niet zijn als mijn vader niet had besloten te gaan studeren. Sociale academie, politicologie, theaterwetenschap, management en economie. Ook al had zijn vader liever gezien dat hij ging werken. Hij was negenentwintig toen hij mijn moeder ontmoette.”

Stukken als dit, doorheen heel het boek.
Stukken als dit, op de grens van prozagedicht of daar ruim overheen al.
Stukken als dit, met ritme en melodie.
Stukken als dit. Een dans van woorden. Stukken als dit maakten dat ik bleef lezen in Maskerziel. Lieten dit huwelijk duren.

Andere momenten is dit huwelijk in zwaar weer. De platte stukken. Over sex bijvoorbeeld, dat consequent met “neuken” gepaard dient te gaan. Ik ben niet meteen een groot liefhebben van “de liefde bedrijven” maar sex kan wel degelijk liefdevoller zijn dan neuken alleen. De veel te lange passages over therapieën, haar ouders, bipolariteit, haar innerlijke onvrede, de roman moet oppassen niet te verzanden in één groot zelfbeklag. Dan leg ik weg, dan stop ik met lezen, dan ga ik verder in een ander boek van de stapels, dan ben ik allang niet meer in Zeeland.

Dilan Yurdakul beschikt over een vlijmscherpe, een muzikale, een cynische, een humoristiese, een buitengemeen fijne pen. Rake observaties, indringende waarnemingen, poëtische passages tillen Maskerziel bij momenten ver boven de middelmaat uit. Misschien met een boek dunner dan de bijna driehonderd bladzijden die hier gevuld worden. Misschien met alleen maar een wij, of alleen maar een ik. Misschien zonder huwelijk. Maar onmogelijk acht ik het geenszins. Dat Yurdakul nog eens afkomt met boek dat van begin tot einde briljant is.

Dilan Yurdakul boeken en informatie

Dilan Yurdakul is op 12 september 1991 geboren in Amsterdam en is van Turkse afkomst.  Ze studeerde Europese studies en Duitse taal en cultuur. Na haar studie ontwikkelde ze zich tot een veelgeprezen actrice en theatermaakster. Voor het grote publiek kreeg ze bekendheid door haar rol als Aysen Baydar in de soap Goede tijden, slechte tijden.

Maskerziel, de roman waarover je hier alles kunt lezen, is het literaire debuut van Dilan Yurdakul dat begin februari verschijnt bij Meridiaan Uitgevers.

Dilan Yurdakul Maskerziel.

Maskerziel

  • Auteur: Dilan Yurdakul (Nederland)
  • Soort boek: Nederlandse debuutroman
  • Uitgever: Meridiaan Uitgevers
  • Verschijnt: 6 februari 2024
  • Omvang: 300 pagina’s
  • Uitgave: paperback / ebook
  • Prijs: € 23,99 / € 12,99
  • Boek bestellen bij: Bol / Libris

Flaptekst van de eerste roman van Dilan Yurdakul

Al jong ervaart de hoofdpersoon in Maskerziel de tegenstellingen tussen thuis en buiten. Als juf tijdens het kringgesprek vraagt wat ze de avond ervoor gegeten heeft antwoord ze niet ‘patlican’ maar ‘patat’.Op het VWO verpakt ze haar onzekerheid in lef. Die dubbelheid in zichzelf doet haar overal nét buiten vallen. De spanning thuis is om te snijden, maar haar kennismaking met toneelspelen blijft een schot in de roos. Het theater wordt haar anker.Om aan het ouderlijk huis te ontsnappen gaat ze studeren, en al snel komt haar grote droom om actrice te worden uit. Eindelijk wordt ze door iedereen gezien, maar ze voelt zich eenzamer dan ooit. De weg terug wordt ingezet, stukje bij beetje herstelt ze het contact met de familie, de kudde waar ze zich van had afgekeerd. Haar grootvaders dood betekent een kantelpunt, en ze leert langzaam haar maskers af te leggen en met mededogen te kijken naar waar ze vandaan komt, om zo ook zichzelf beter te begrijpen.

Bijpassende boeken en informatie